Jan Winkel, EGBERTUS HOEKSTRA, PLAATSELIJK NIEUWS. 342ste STAATSLOTERIJ. Marktberichten. Advertentiën. de Wed. KI. Oenijs, Commissarissen van liet BEGRAFENIS FONDS te ZIJPE,onder directie van Notaris G. VAN OS, maken bij deze aan belanghebbenden bekend, dat zij de Rekening en Ver antwoording over het jaar 1892 heb ben nagezien en in orde bevonden en de deelneming in hetzelve gerustelijk kunnen aanbevelen. ZIJPE, 14 April 1893. Commissarissen voornoemd, G. C. HULST. Jb. BRAK. M, BOSSEN. A. ZIJP. G. NOBEL. Jb. BLAAUBOER. H. BAKKER. H. van CALCAR. 8 21 Oe Directeur van het ZIJPER BEGRAFENIS FONDS maakt aan belang hebbenden bekend dat provisioneel, te rekenen van den I Mei 1893 tot den Mei 1894, de uitkeeriügen bij overlijden met TIEN percent worden verhoogd. Agent voor Zijpe en Schagen de heer W. Prins te Schagerbrug, voor Oudesluis en omtrek de heer J. Fransz te Oudesluis en voor A. P a u 1 o w n a de heer H. Visser al daar. De Directeur voornoemd, G. VAIM OS. te Schagen, i op last der jastitie door de politie in ver zekerde bewaring was gebricht, op eigen gezag weer in vrijheid doen stellen. Eeni- ge behoeftige vrouwen die niet genoeg konden verdienen voor haar gezin, heeft hij gedreigd met haar den onderstand van het armbestuur te zullen onthouden, in dien zij niet overgingen tot een syndicaat. Thans is er met dezen maire iets voor gevallen, dat een vermakelijk avontour is en dat zijn naam zeer zeker weer over de toog zal doen gaan. Hij bevond zich na melijk buiten hot bij verordening bep»alde Bar eene verordening, door hem zeiven en de zijnen in den gemeenteraad ge maakt in eene kroeg, waar hij en eeni- ge vrienden door het uitbrullen van de „Carmagnole" in het nachtelijk nur een belsch rumoer maakten. De politie, hier door als het ware geroepen, vond er tot hare verbazing den maire, die ha»r met grimminge blikken aanstaarde. Doch de dienaren van den H. Hermandad lieten zich niet van ban stnk brengen. Zij maak ten procesverbaal op tegen den maire en de audere drinkebroers, zoodat deze nu terecht zullen staan wegens verstoren van de nachtrast der buren. De Parapluie. Wie die het zou gelooven, «lat tusschen de kwestie der verbetering van den maatschappelijken toe stand der arbeiders en het nederig voor werp, dat men parapluie noemt, eenig ver band zou kunnen bestaan? Toch consta teren wij dat de parapluie hierin zijne rol speelt, daar een correspondent van Cir- maux kort geleden aan de Figaro schreef: „Een engelsch dagbladschrijver, die mij verzocht hem tot gids te willen dienen, verbaasde er zich over, de meeste mijnwer kers te zien met stevige katoenen parapluie v boven het hoofd. Hij zag daarin zekeren welstand, dien de arbeiders van zijn hnd niet kenden: Nooit, zegt hij. Liep de en- gelscbe of sc'iotsche mijnwerker onder een parapluie.» Een lezer der Science Sociale, getroffen over dien zin, schreef daarover een brief, waarin hij voornamelijk zegt: „De arbeiders van ons Normandië ma ken bijna evenzoomin gebruik van deu pa rapluie als de mijnwerkers van Schotland; niet echter is dit zoo in het Zuideu. Dik wijls toch zag ik in Italië de menschen zich op reis begeven, maar steeds voor zien van hei meubel, dat zij schijnen niet finnen missen. De arme lieden uit de .en van Piemont die alleen leven van «enta kastanjebrei - slechts vleesch ;n met Nienwejaar en eieren met Pa len, zij kunnen zich alle ontberingen ge- josten, behalve het gemis van een para- uie. Op zekeren dag werd te Pont Audeme, den openbaren weg een arme, zieke aliaan opgenomen: hij was gekomen uit omstreken van Caserte om de fransche rL i. ddadigheid in te roepen, ten einde te ^jiorkomen dat eene talrijke familie van hou- r bizweek. Die tocht was hem aangera- Qcfr-doör den pastoor en den landheer der p'aats van zijn verblijf zeide hij, de een als de ander zoo arm als hij- Men had bijge dragen voor de reiskosten. Frankrijk had hij doorkruist, in gezelschap van een kleinen jongen, voor alle mobilair met zich voerende, een harmonica en een oude katoenen parapluie. „Misschien hebt gij wel eens meer ge zien de geitenhoeders met een baret op het hoofd. Steeds dragen zij etn parapluie in een riem bij zich. Zulks moet onze herders die met een zak over den schou der zich tegen den regen beschutten, wel verwoudertn. „Moet dail nu uit worden besloten dat de constante behoefte aan een parapluie voor de mannen van het zuiden, overeen stemt met een bijzonder idee dat vreemd blijft aan de mannen van het Noorden P* De directeur der Science Sociale heeft op dat schrijven geantwoord hij verhaalt, dat tijdens een verblijf van hem in Edem- burg, waar het menigvuldig regent, hij was getroffen geworden door het feit, dat de parapluie daar niet in gebruik was en dat men er zich toe bepaalde, zich in 't voor uitzicht van regen te kleeden.» „Te Callander klommen wij in een ont zaglijk groote, open break, die ons moest brengen naar den bergpas van Trossachs en naar het Cathariner-Loch. Nauwelijks waren wij er, ot het begon verschrikkelijk ie regenen. Ik geloof haast dat vandaar de naam is ontstaan van een „Schotsch stortbad ik open mijn parapluie en be speur wanhopig dat ik zoo nat wordt als badde ik er geen en dat, wat meer is, mij de goten van mijn bunrmans scherm in den hals loopeu. Gedurende dien tijd hadden mijn engel- sche medereizigers het boord van hnn hoed omlaag geslagen en, gedoken in hun man tels ontvingen zij den regen met een Brit- sche gelatenheid. „Gij zijt bijna zoo nat als wij, zei mij toen de heer Geddes, met een sarcastischen glimlach.» En werkelijk had ik met mijn parapluie niet anders be schermd dan mijn hoed. Uit welk een en ander de heer Demolins concludeerde: „Dat men zich beschermt door de parapluie in landen waar de regen bij toeval komt; en dat men zich door een eostume daarentegen beschermt in landen waar de regen bijna regel is. „De parapluie is derhalve geen bewijs van den maatschappelijken stand, quad erat demonstrandum, maar wel vau het klimaat. Of onderscheidt niet de rijken van de armen, maar wel de drooge van de natte klimaten. Wij komen derhalve tot de onvoorziene en ware conclusiede parapluie is gewoonlijk het symbool der drooge lan den. 't Is de dr oog te die den parapluie brengt] Hij onderscheidt zich in deze geheel van den champignon, waarvan hij den vorm heeft Dat belet niet, dat het nnt van den pa rapluie hier naar waarde wordt geschat ge tuige de hymne: „Hij heeft geen paraploie Men verzekert, dat de Czaar met Paschen een minder aangename verrassing heeft ontvangen, nl. een Paaschei, waarin tich een kleioe zilveren dolk, twee ivoren doodskopjes en een stuk papier be vonden, waarop was geschreven: „Christus is opgestaan wij zullen ook herrijzen." Men schrijft deze handeling toe aan de zelfde nihilisten, die onlangs den Keizer 't portret zonden van gravin Sophia Pe- rovskaia, die wegens medeplichtigheid aan den moordaanslag op Alexander 11, werd opgehangen. Een leeraar van het „Col- lège Rollin te Parijs, Lucas genaamd, heeft zijn 19-jarige vrouw, met wie hij eerst sinds 3 maanden getouwd was, vermoord. Bij doolde haar met drie messteken, wierp haar lichaam van een balkon der tweede verdie ping op straat en sprong daarna zelf van dat balkon, waarbij bij zich het hoofd ver brijzelde. Deze moord blijkt alweder een misdaad te zijn, die aan drankmisbruik te wijten is. Lucas, een ernstig man, als onderwij zer zeer geacht, was in stilte aan den drank. Hij had dan vlagen van woestheid, waarin hij zijn geheel ongegronde jaloezie uitte door zijn vrouwtje, dat veel van hem hield, te mishandelen, en later had hij spijt over zijn ruw gedrag. De familie drong opeen minnelijke scheiding aan, maar de eclt'ge- nootenwilden daar geen van beiden van weten en eindelijk kwam het tot het vreeselijke drama dat dezer dagen werd afgespeeld. In den la at sten tijd neemt de Russische Regeering krachtige maatre gelen tegen de veepest, maar de Kozakken zijn daar weinig mede ingenomen. De Ata man der Donsche Kozakken heeft een lan ge circulaire openbaar gemaakt, betreffende de onregelmatigheden, die daaruit voort vloeien. De veepest brak uit in de nabijheid van Novo Tcherkask, en om verspreiding van de ziekte te voorkomen, werden voor schriften gemaakt betreffende hei slachten van zieke of daarmede in aanraking ge weest zijnde beesten, terwijl de volle waar- de daarvan vergoed wordt. Toch verzetten de Kozakken zich en daaruit zou men af leiden, dat er aan de wijze, waarop de scha devergoeding verleend wordt, en aan het bedrag daarvan iets hapert. In elk geval breidt de ziekte zich uit en schijnt zij thans ernstig te heerschen in de steppen nabij den Caueasus. De veemarkten wor den verboden en zelfs mogen geen runde ren voor veldarbeid gebruist worden. Het schijnt, dat de onlusten van verleden jaar zich zullen herhalen. Toen was het wegens de maatregelen tegen de cholera, thans we gens die tegen de veepest. Veevoeder. Bij den veevoeder- nood, welke zich meermalen in het voor jaar laat gevoelen, is het wellicht niet on dienstig te weten, hoe daarin in sommi ge andere landen voorzien wordt op eene wijze, die wellicht ook hier te lande in verschillende streken toepassing kan vinden. In sommige streken van Savoye en van Lombardije worden boombladeren in het voorjaar als veevoeder gebruikt. F. B. de Mercey beschrijft in zijn „Souvenirs et té- cits de voyages" dit gebruik aldus: De vel denen de wegen en paden die er door loopenzijn omgord met esschen; de oogst der bladeren van den esch heeft plaats op het einde van den zomer, wanneer zij hun nen vollen wasdom bereikt hebben en ge makkelijk loslaten. De vlugste jongelieden in elk gezin klimmen in de boomen en plukken de bladen met de grootste zorgvuldigheid in een grooien zak, dien zij om het middel hebben vastgemaakt. Die zakken worden vervolgens geledigd in lange greppels van 2 a 3 meter diepte, op een zeer droog terrein gegraven. Wanneer de greppels voor s/s vol zijn, dan wordt de inhoud over dekt met een laag stroo en verder met aarde, eenige voeten hoog. De aarde wordt vastgestampt om de vochtigheid te we ren. De bladeD, aldus van de lucht afge sloten, blijven groen en malsch tot in de lente. De beesten eten ze met opmerke lijke gretigheid en worden er spoedig vet vaD. Het plukken van boombladen was reeds bij de ouden bekend. Zoowel Plinius, Lib. XXXVIII 74, als Virgilius in zijn eer sten herderszang, gewagen er van. Het Journal d' bygièoe van 21 de zer geeft belangrijke bijzonderheden betref fende het voorkomen der vlektyphus in de gevangenissen van bet Seine-departement, ontleend san de laatste zitting der acade mie van geneeskunde te Parijs. In die zitting deelde prof. Dujardin- Beaumetz mede, dat thans te Parijs 3 brand punten van vlektyphus bestaan, waarvan de oorsproDg ligt in het depot van de prefectuur van politie. Deze brandpunten zijn in de gevange nis te Naterre, in de centrale infirmerie en in het Hotel Deui te Pat ijs. Te zamen zijn daar 84 gevallen van vlektyphus voor gekomen met 31 sterfgevallen. De eerste gevallen kwamen in de gevan genis te Nanterre voor op het einde der vorige maand. Aan 20 Maart tot 10 dezer werden aldaar 26 gevallen van vlektyphus met li sterfgevallen waargenomen. Deze patiënten kwamen nagenoeg allen van de prefectuur van politie te Parijs welke op haar benit besmet schijnt te zijn gewor den door gevangenen van Amiens ot v&n Rijssel, in de gevangenis van welke laatstgenoemde stad reeds sinds twee maan den gevallen van vlektypos schijnen voor gekomen zijn. De ziekte heeft zich thans ook in ver schillende andere Parijsche hospitalen en in da stad vertoond. De middagslaap der kleinen Het is een, helaas, te veel gevolgde ge woonte, de kinderen, welke 's voor- of 's namiddags slapen moeten, onuitgekleed in het bed te leggen. Daardoor wordt het kind vermoeid en met zweet bedekt, wakker. In plrats van verfrischt en versterkt te zijn, is het slecht gehumeurd, verdrietig, want het is niet uitgeslapen. Zijn de linten en knoopen, vóór het ging slapeu niet losgemaakt, dan zijn de borst en onder lijfsorganen gedurende den slaap bekneld en het ademhalen en de spijsvertering zijn bemoeielijkt. Hoe geheel anders ontwaakt het kind, als het in zijn hemdje of nacht jurkje in bed gelegd is. Wanneer het dan goed gewasschen en aangekleed is, is het vroolijk en opgewekt tot 's avonds toe. Bovendien worden kioderen, die overdag in hun kleeran slapen, 's nachts lichter verkouden, dan die, welke iederen keer uitgekleed worden. In een heel oud wijsgeerig boekje vindt men het volgende: „Wilt ge- een dag vergenoegd zijn, laat u dan sche ren; wilt ge gedurende een week prettig wezen, ga dan naar een bruiloft; wilt ge een maand lang in een vroolijke bui ver- keeren, koop dan een fraai rijpaard; wilt ge een geheel jaar gelukkig zijn, neem dan een rijke vrouw, als ge onvermogend zijt en wilt ge levenslang gelukkig zijn, wees dan matig." SCHAGEN, 26 April 1893. In den ouderdom van ruim 81 jaren overleed den 25en dezer onze plaatsgenoot, de heer E. HOEK STRA, in leven genees-, heel- en verloskundige alhier. Den 6den April 1812 te den burg op Texel geboren, werd hij oor spronkelijk bestemd voor de militaire loopbaan, doch wegens een gebrek aan den voet werd hij daarvoor echter afgekeurd. Studeerende voor geneesheer, maak te hij iu 1830 als tijdelijk aangesteld militair-dokter, den oorlog met België mede. Teruggekeerd, nam hij voor eenigen tijd diezelfde betrekking te den Helder waar, tot hij in 1835 zijne studiën als geneesheer aan de Klinische School te Haarlem voltooid had en hij zich te Barsinger- h o r n als zoodanig vestigde. Sedert 1847 was de overledene geneesheer te S c h a g e n. Als lid van den gemeenteraad was hij voor 35 jaren reeds een groot voorstander van eene verbinding te water van Schagen met het Groot Noord-Hollandsck Kanaal. Dat de heer Hoekstra ook behoorde tot de groep personen „II. R. de Meer" c. s., die zich opofferingen getroostte om den Holl. IJz. Spoorweg langs Schagen te doen loopen, ge tuigden die ingezetenen, die van den overledene tijdgenooten waren. Yele plaatselijke instellingen von den in den heer Hoekstra een warm belangstellende en bevorderaar. Als oprichter van Schagen's Har moniekapel, waarvan hij tot zijn dood beschermheer is geweest, deed hij zich kennen als een groot liefhebber van muziek. Ook in de oprichting der Schager Courant heeft hij een groot aandeel gehad. Het succes, hetwelk hij in zijn geneeskundige praktijk mocht sma ken, deed hem wijd en zijd bekend worden als een zeer bekwaam ge neeskundige, die het vertrou wen genoot van tallooze patiënten uit deze provincie, ja zelfs uit andere provinciën van ons land. Was zijne lichamelijke ongesteld heid gedurende de laatste jaren oorzaak, dat hij zich met het maatschappelijk leven niet meer persoonlijk kon inlaten, zulks belet geenszins, bij zijn verschei den, in waardeerende herinnering stil te staan bij hetgeen hij in de kracht zijns levens deed in het belang van het algemeen en van de plaats zijner inwoning. Vinde zijn assche rust op den dooden- akker, zijn geest blijve voortleven te midden van ons, voor wie zijn aan ervaring zoo rijk leven de les moge bevatten, dat al het goede, het welk een mensch in zijn leven wrocht aan het maatschappelijk gebouw, hem een eereplaats verzekert in de herin nering bij het nageslacht. Voor de afdeeling éénjarige stieren, waren 9 stuks aangevoerd: de 1ste prijs, f 15— en getuigschrift, werd toegekend aan den stier van den heer P.Boekel te Schagen,de 2de prijs t 10.en getuigschrift, aan dien van den heer J.Kater te Bargingerhorn,de 3de prijs, een getuigschrift, aan dien van de Stierenvereeniging te Nieuwe Niedorp. Onder de éénjarige stieren werden uit muntende exemplaren aangetroffen, doch ook «Ie inzendingen van tweejarige over troffen zoozeer de verwachting, dat, was aanvankelijk besloten voor de laatsten slechts een prijs ad t 10 uit te loven, het bestuur der afd. staande de keuring, nog besloot een 2den prijs uit te reiken ad f 5.en een derde bestaande in «en getuigschrift. De flinke aanvoer rau eenige inderdaad schoone dieren, die een aanmoediging i* voor onze laudbouwafdeeling in hare po gingen om de veefokkerij zooveel mogelijk aan te moedigen en te steunen, had voor zeker aieer belangstelling van het veefok- kend publiek verdiend. Een woord van dank van den voorzitter der afd. der Holl. Maatsch. van Landb. aan de inzenders voor hunne stieren en aan de beerenK. Blaauboer en S. Groote» van Schagen en P. Schenk Dz. van Wieringerwïard, keurmeesters, voor hunne moeielijke taak voorzeker niet mis plaatst. Ter opluistering waren nog ingezonden: 1 driejarige stier en 2 huispinken, vau den heer Gb. Claij te Haringhuizen. Het Concert, jl. Zondaga- vond door Schagen 's Mannenkoor Euterpe onder directie van haren volijve- rigeo en ervaren directeur, den Heer A. Hille, gegeven, heeft de belangstellende hoorders ongetwijfeld op het gebied der muzikale kunst oogenblikken van kunst genot verschaft. De solo voor piano, door den Heer A. Kooger van Alkmaar, verwierf aller onver deelden bijval. Zijn ongekunstelde voordracht, zijn uit stekende techniek deed de schoone muzi kale gedachten van Beethoven's toonzetting, Sonate 2, op zeer verdienstelijke wijze uit komen. De duo's voor piano en orgel, waarbij de heer Kooger de pianopartij vertolkte, mochten ook bizonder de aandacht trekken van het auditorium. Van de Zangnummers verwierf vooral Grieg's Landerkennnung luiden bijval. Euterpe was dan ook iu de vertolking ran deze warme en bezielende toonzetting zeer gelukkig en bij uitstek geïnspireerd. Saul's Lierzang van Gevaert, ofschoon door Euterpe niet onverdienstelijk weerge geven, viel door zijn vreemden tekst en zijn zonderlinge toonzetting niet onverdeeld in den smaak van bet auditorium. Mijmering en Spin-spin waren een paar aardige kleine liedekens. Van de Brie- oud Nederlandsche Volks liederen voldeed het eerste „Isser yemant uit Oost-Indiên gekomen" het meeste. De beide anderen verloren door hunne eento nigheid veel van hunne aantrekkelijkheid. Onze plaatselijke Liberale Kiesvereeniging Schagen, vergaderde Dins dagavond, ter voorziening in d «bestuurs- vacatureD, ontstaan door het uittreden van den heer Kloeke. Ingekomen was een kennisgeving, waar bij de heeren: ter LindenC. ZijdewindK. tiïauwboer, J. P. Blauw, C. Joekel en Ih. Poep het lidmaatschap der Vereeniging opzegden. Ook was ingekomen een schrijven der kiesvereeeniging Barsinqerhorn, waarbij me degedeeld werd, dat door haar was voldaan aan de vanwege de Bond voorgestelde wij ziging van art. 25 van baar reglement. Hierop werd de heer ff. Vader gekozen tot lid van het bestuur der vereeniging en de heer C. J. Plomp tot lid van het bond- bestuur. Nog werd besloten dat door den C. J. Plomp in de a.s. bestuursvergadering van den bond, zal worden voorgesteld, dat van wege den boud aan de afdeelingen zal wor den verzocht haar gevoelen uit te spreken ten opzichte van de door Minister lak voorgestelde kiesrechtuitbreiding. De re geering toch wordt op alle mogelijke wij zen te dier zake aangevallen, dat het toch zeker voor de partijgenooten des mi nisters tijd wordt, zich ook te doen hooren, opdat de Regeering weten moge, dat zij op de kiezers te eeniger tijd zal kunnen rekenen. Getrokken V r ij z e 11. 4de Klasse. Prjjs van f 2000: 1000: 40o-. 10«: 4de Klasse. Prijs van f 1600: 1000: 200: 100: Trekking van 24 April. No. 5856 4340 20636 12092 1654 9557 9904 16832 18083 T-ekking van 25 April. No. 17734 18700 2714 7479 8857 11267 7926 13530 17031 20182 Maandag, den 24en April, had bij den heer Broersma alhier, de jaarlijksche Stierenkeuring plaats, van wege de afdeeling Schagen en Omstreken, van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Voor de afdeeling tweejarige stieren waren 7 stuks aangevoerd de 1ste prijs, f 10.en getuigschrift, werd toegekend aan den stier van den heer J. J. deWit te Zij- pe, de 2de prijs f 5.en getuigscbritt aan dien van den heer Jb. de Moor te Zijpe en de 3de prijs, een getuigschrift, aandieD van den heer P. Buis Jz, te Schagen. U aarn 22 April 1893. Aangevoerd. 7 Paarden 75.a 150.— 80 Koeien 150.— a 220.— 129 Kalveren 3.a 12. 300 Schapen 10.a 20. Lammeren a 57 magere Varkens 12.a 26. Zeugen a 110 Biggen 7.— a 12.50 Kip-Eieren per 100, 3.— a 2050 koppen boter 50 a 52* ct per kop Alkmaar 22April 1893 Aangevoerd: 3 Paarden f 50.a 130.— 47 Koeieo 40. a 1.80 262 nucht. Kalveren 4.— a 10. 410 magere Schapen 8. a 20. 25 lammeren 4.— a 7. 124 magore Varkens 17.a 23. 174 Biggen 10.a 14.50 9 Bokken en Geiten 3.a 8. 10 Kleine Bokjes .20 a .30 Boter per P. .50 a .57* Kipeieren 2.50 a 3. Eendeieren 3.25 a Alkmaar. 24 April 1893. Aangevoerd. 8 Koeien en Ossen f 1.60 a 2.40 163 vette Kalveren f 40 a 94. (per kilo f 0.75 a .85) 69 Nuchtere Kalveren 4.a 10. 161 vette Varkens per P f 0.42 a 0.53 36 magere dito 17.— a 19— 3 vette schapen f 12.a 22.— 4' d a m, 22 April 1S93. Aangevoerd. 29 stapels kaas, wegende 5623 P, Hoogste prijs f 26t. f* armere* d, 25 April 1893. Aangevoerd 207 stapels. Hoogste prijs kleioe kaas f 31— 1 stapel middelbare f 23. 1926 K.G. Boter f 0.95 a 1.05, per K.G. 12 Stieren. 12 Paarden. 462 Runderen. 173 Vette Kalveren f 0.60 h f 0.90 per KG., 433 Nuchtere dito, f 4.a 12.—per stuk. 155 Yette Varken» per Kilo f 0.42 a 0.50 handel vlug. 138 Magere idem per stuk f 15.a 37. handel stug. 273 Biggen, f 9. a 13.handel stug. 2131 Schapen prijshoudend, handel matig. Kipeieren per 100 stuks, 2.75 af 3.25 Eendeieren p. 100 st. f 3.a 3.25 Kievitseieren, 12 ct. p. stuk. Heden overleed onze goede Schoon-* en Grootvader, de heer in den ouderdom van ruim een en tach tig jaar. Wed. G. HOEKSTRA-Tomeï en Kinderen. Schagen, 25 April 1893. Ondertrouwd: P. v. <1. OOIID en I. EltlHi. Barsingerhorn, 22 April 1893. Alle soorten verkrijgbaar bij Rensgars, achter de Kerk. H. L. Rogge i a 8 f Tarwe 9 6.50 a 8.- 12 9 Garst 9 4.— 4.25 10 9 Haver 9 3.50 a 4.50 1 9 Witte Erwten 9 10.50 12— v Groene dito 9 11— 12— Grauwe dito 9 14.50 a 19— 9 Vale dito 9 7.50 15— 9 Broineboonen 5.— 10.50 V Geeleboonen 9 a V Wittebooneu 9 10.50 12— 1 Paardenb. 9 5.50 a 6.25 9 Kar wij zaad 9 10.50 a 11.50 1 Mosterdzaad 26— a 27— lerert alle soorten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 3