Hl KAASMAKERS!!!
Anth. BAKKER,
PLAATSELIJK N1EUWU
Omtrent de uitvoering, Zondag
avond 1.1. in het Noot d-Hollandsch Kof
fiehuis gegeven door de leerlingen van
de hoogste klasse der Ruts-Zangschool,
met welwillende medewerking van
H. H. Rederijkers en van de Kleine Kapel
spijt het ons niet te kunnen cocsta-
teeren, dat het doel is bereikt. Dat
doel: een voldoende som uit de entrées
bijeen te krijgen, teneinde in den zomer
aan die kinderen eens „een prettig
tochje naar buiten te kunnen verschaf
fen" dat doel, mag toch zeker wel
een goed doel geacht worden I
Slechts een 110-tal offerde zijn
kwartje.
Maar wij vragen, wat moet de heer
Ter Lindende directeur dier zangschool
daarmede beginnen, te meer als men
kan nagaan dat eenige onvermijdelijke
onkosten, verbonden aan de uitvoering
van zondagavond, er nog af moeten?
Zeker is het, dat dergelijke mislukte
pogiDgen niet aanmoedigend werken, en
dat vinden wij onaangenaam. Laten wij
toch in onzen tegenwoordigen tijd van
snel-leven den kinderen hun vreugde
niet misgunnen. De kinderleeftijd duurt
waarlijk niet te lang.
Het Departement Sckagen
der Maatsch. „tot Nut van 't Algemeen"
hield Dinsdagavond 1.1. hare gewone
jaarlijksche vergadering ter voorziening
in de periodieke vacaturen.
Herkozen werden de heeren A. W.
van Kluijve tot voorz., Rh. de Heer tot
secretaris en J. Winkel tot penning
meester der afdeeling Jh. Denijs Je. tot
lid der Commissie der Depart. Bewaar
school en idem der Zangschool, W. A.
Hazeu tot lid der Comm. v. d. Volks
leesbibliotheek en Th. Roep tot lid der
Comm. van Volksvoordrachten, terwijl
uithoofde het bedanken van den heer
A. W. v. Kluijve als lid der Comm. v.
Huisvlijt-onderwijs, als zoodanig geko
zen werd, de heer Verhoef.
Belangstellende ingeze-
tenen maken wij attent op de voorstel
lingen, volgens achterstaande adverten
tie in het Noord- Holl. Koffiehuis alhier
te geven door den Russischen
Hofjager Chr. Chodaschewitz
met zijn goed gedresseerde Siberische
Beren, waaronder de groote Russische
Reuzenbeer, wegende 600 pond, waar
mede hij de eer heeft gehad eene voor
stelling te geven voor de Koninklijke
familie van Nederland en bovendien 220
plaatsen doorreisd, en het laatst met
het grootste succes gewerkt heeft in
het Volkspark te Enschedé, in de Beurs
te Hengelo, in Musis Sacrum te Arn
hem en in Odéon te Zwolle.
Een dergelijke voorstelling is zeker
iets buitengewoons en zal aller belang
stelling ongetwijfeld trekken.
Vooral voor de Kinderen is het ze
ker interessant deze proeven van dres
suur te zien.
De heer Chodaschewitz bezit een tal
rijke collectie getuigschriften, afgegeven
door verschillende autoriteiten en hoof
den van Scholen, die allen getuigen van
groote tevredenheid en tevecs dat aan
deze voorstellingen niet het minst6 ge
vaar is verbonden.
Zoo verklaarde o. a. de heer C. C.
Brunings, secretaris te Zutphen, dat
door den heer Christiaan Chodaschewitz
vijf voorstellingen in de comediezaal
werden gegeven met zijne gedresseerde
beren en dat deze voorstellingen geheel
zonder gevaar en ten genoegen van het
publiek zijn afgeloopen.
Uit eene verklaring van het Hoofd
der School voor onvermogenden te Zwol
le, bleek, dat zijne 400 leerlingen zich
een paar uren kostelijk hadden vermaakt
bij deze beren-voorstellingen.
Zoovele gunstige verklaringen zijn
zeker wel de beste aanbevelingen voor
deze eigenaardige voorstellingen.
Burgerlijke Stand.
Gc*iiieente Scrhagcn.
Marktberichten.
Advertentiën.
Jan Bleek
Cornelia Mosk,
Gerbrand Grin
Maartje Vries,
Goede waar behoeft geen krans.
Nieuwe Laagzijde, B 104.
stekken, poten, enten enz, het leiden van
boomen in pyramiden, in stoel-of tsfelvorm
zijn dingen, die daar thuis behooren.
Dan komt de behandeling van bloemen,
bloemzaden, het opbinden en eeD menigte
andere zaken. Ook de commerciëele zijde
wordt niet over het h<otd gezien, want
het verzamelen, de verpakking en de wijze
van vervoer worden eveneens onderwezen.
Kaast den toinbonw wordt ook onderwijs
gegeven in de dagelijksshe bezigheden, die
deze konst vordert, in het houden van tam
gevogelte en bijen. Met de prsctijk gaat
de theorie band aan hand; men krijgt de
beginselen van de physiologie van de huis
dieren, van botanie, metreologie, geologie,
chemie, loekbonden enz.
Zoo leeren de vrouwen de sclioone taal
verstaan, die Flora's kinderen spreken.
Het ontwikkelde schoonheidsgevoel der
vrouw zal haar in dit beroep een over
wicht geven boven de mannen. Kransen
en bonquetten zullen onder haar vaardige
vingers een schooner vorm krijgen dan
ooit te voren.
In Duitschland heeft men verscheidene
cursussen, die verschillend zijn naarmat-
men wenscht opgeleid te worden in een
speciale afdeeling voor de practijk, voor
zijn eigen ontwikkeling, enz. Natuurlijk
is ook het leergeld daarom zeer varieerend.
Te Swanley (Kent) heeft men een school
voor jonge dames. Zij leven in een aardig
landhuis onder toezicht van een der da
mes, die onderwijs geeft. Het leergeld met
inbegrip van kost en inwoning bedraagt
70 a 80 per jaar(840960 gulden).
Evenwel bestaan er scholen waar meis
jes uit de mindere klassen onderwijs ont
vangen en opgeleid worden voor een beroep
waarbij frissche lucht, zonneschijn en be
weging niet zijn uitgesloten.
Waarbij de vronw vroeger alleen bij
droeg om het aantal kunstbloemen te ver
meerderen, laat zij dan nu de natuur zel
ve bestudeeren; het tuinbouwbedrijf is een
beroep, waarin ook zij carrière kan maken,
dat is reeds bewezen.
't Is jammer, dat de Hollaudsche vrouw
niet alleen bij de Engelsche en Duitsche
vrouw ten achter staat in dit opzicht,
maar dat het goede voorbeeld, in het bui
tenland gegeven, geen navolging vindt!
{De Huismoeder)
Een wedloop met een spoor-
trein.
Ia den nacht van Vrijdag op Zaterdag
der vorige week deed zich in het Semering-
gebied een geval voor, dat in verscheiden
kringen groot opzien gebaard heeft. Een
postbode heelt in dien nacht op den spoor
weg van Mürzzuschlag over den Semme
ring tot aan Gloggnitz een wanhoopigen wed
loop met eeo spoortrein gehouden. De bode
heeft Vrijdag om kwart voor elven 's nachts
het station Mürzzursch verlaten en was
klokslag twee uur 's morgens te Gloggnitz.
Over de oorzaken, die den beambte tol den
nachtelijken geforceerden marsch door de
Alpen dwongen, en over zijn lotgevallen op
deze wandeling, wordt het volgende mede
gedeeld
Op hel gedeelte spoorweg Triëst-Mürz-
zuschlag laat de Zuiderspoorweg een trein
loopen, die het nummer 101 draagt. Deze
trein gaat uit Triëst om 8 uur 10 's avonds
en komt volgens de dienstregeling den vol
genden avond om 9 uur 42 te Mürzzusch
lag aan. Hier worden de personenwagens
afgehaakt en gaat de trein over in een goe
derentrein. Met het rangeereu gaat zoowat
een halfuur verloreD.
Op het traject van Triëst naar Weenen
loopt in den trein een postwagen, waarin
zich een beambte bevindt, die voor de brie
ven moet zorgen. Vulgens de gegeven voor
schriften mag deze beambte in geen geval
den wagen verlaten. De postbode, van wien
hier sprake is, verliet Triëst Donderdag
avond met trein 101 en kwam te Mürz
zuschlag des Vrijdags-avonds aan, met een
vertraging van een halt uur.
De postbeambte stapte uit, om in de
wachtkamer iets ie gebruiken. In het be
wustzijn, dat hij ziju plicht verzaakt had,
at hij vlug door en keerde toen naar het
perron terug, om, zooals hij dacht tijdig
in den trein te kunnen stappen. Hierin
had hij zich echter deerlijk vergist, want
om de vertraging in te haien, was het ran
geeren veel vlugger gegaan dan gewoonlijk,
zoodat de trein op tijd vertrekken kon. Op
zijn vragen vernam de beambte dat de trein
reeds vóór eenige minuten weggereden was.
Hij keek op de klok, het was kwart over
tienen. Om straf te ontgaan, besloot hij den
treiu na te loopen en te trachten hem in
te halen. De nacht was vrij donker. De
spoorbaan teekende zich zwak af tegen de
pas gevallen sneeuw.
Dit waren geen gunstige omstandigheden
voor zijn plan toch geloofde bij dat bij
inspanning van al zijn krachten, hij mis
schien den trein nog vóór een der stations
zou kunnen bereiken. De weg is bijzonder
stüi, de goederentreinen loopen met zeer
geHnge snelheid; bovendien kende de bode
den weg uitstekend en hoopte door bet ai-
snijden der bochten langzamerhand op den
trein te winnen. Hij begon te loopen. Op
het baanvak Mürzzuschlag-Spital ging al
les goed. De beambte volgde grcotendeels
de spoorbaan tweemaal struikelde hij, doch
bereikte in betrekkelijk goeden toestand het
station Spital.
De trein was echter reeds vertrokken en
hij zag zich dus genoodzaakt zijn marsch
voort te zetteD. Ook het station Steinhaus
werd zonder grocte moeielijkheden bereikt
evenals te Spital moest bij hier vernemeD,
dat de trein eenige minuten te voren ver
trokken was. Hij was nitt geneigd den
strijd op te geven en OLtwierp nu, tet voort
zetting van den wedloop, een krijgskundig
plan.
Op den Triëster straatweg zou hij over
de Semmeringer-Sattel gaan. Volgen» zijn
berekening zon hij rechts van het station
Semmering uitkomen, nog voordat de trein
den tunnel verlaten had. Hij liep zoo hard
bij kon en rende steeds voorwaarts, ntrgens
meer «an denkende, dan dat hij zco moest
voortloopeD, totdat hij er bij neerviel.
Hijgend en blazend, nu en dan struike
lend, zonder een ander licht te zien, dan
de schemerende snetnw, vloog hij voort
als een nachtelijke geest. Hij had alle be
wustheid omtrent den tijd verloren, wist
niet meer hoe lang hij liep of nog te loopen
had. Daar bij een kromming van den
weg zag hij links voor zich uit een
rood licht in de verte blinken. Wat was
dat Als bij in de goede richting voort-
geloopen was, moest het station Semmering
aan zijn rechter band zijn.
Hij nam eens goed hoogte, waar hij
zich bevond, en kwam tot de ontdekking
dat hij van den weg afgeraakt was en
zich nn links van het station Semmering
bevond, in de nabijheid van de herberg
Zum Baren. Hij moest nu ten eindweegs
terugloopen. Hij holde de helling van
Adlitzgraten af, daarna die van Semmering
op. Als een spook verscheen hij plotseling
voor het personeel van dat station, 't welk
zich op het perron bevond. »Waar is mijn
trein, mijn postwagen?* riep hij dezen
personen toe, die hem, te oordeelen naar
zijn verwrongen gelaat, naar den toestand
van zijn kleeding en zonderlinge gebaren,
voor een krankziunige moesten houden.
Men omringde hem en bestormde hem
met vragen. Hij wierp snel een blik om
zich heen, geen trein was te zien
trein no. 101, zijn trein, moest reeds weg
zijn. Voorwaarts das nog sneller dan te
voren. Bijna met geweld rukte hij zich
uit de handen van zijn ondervragers los
even spookachtig als hij gekomsn was
vloog hij weer de helling af. Bliksemsnel
was hem een ander plan door het hoofd
gegaan. Het was juist 12 uur, toen hij
het station Sigmaringen rerliet. Als hij nu,
de talrijke bochten en krommingen, die de
weg op het baanvak SemmeringBreiten-
stein-Payerbach-Gloggnitz maakt, afsneed,
Manaschutz rechts liggen liet langs den
rijksstraatweg door Schottwien liep, kon hij
te Gloggnitz den trein pakken. Als door
booze geesten voortgejaagd ijlde hij verder.
Struikelend en weder opstaande, holde hij
door, zonder te letten op de schrammen
en builen, die hij opliep, en de scheuren
in zijn kleeren. £ijn keel werd droog als
leder, een hevige dorst plaagde hem.
Hij nam wat sneeuw en bevochtigde er
zijn lippen mede. Doch de dorst nam daar
door in hevigheid toe, mond en keel wer
den nog droger... Om twee uur in den
morgen kwam een beklagenswaardig, steun
end, hijgend en uitgeput mensch te Glogg
nitz aan. „Miju postwagen! Mijn post
wagen!" was zijn laatste kreet; toen viel
hij bewusteloos neder. Het stations-personeel
kon slechts aan de opslagen op de mouwen
zien, dut ze met een postbeambte tedoen uad-
den.
Voorloopig was er niets uit hem te krij
gen; de man was in diepen slaap of in een
bewusteloosheid verzonken, waaruit hij niet
op te wek kan scheen. Men legde hem op
een canapé en besloot hem daar te laten
liggen, totdat de eerste posttrein voorbij
kwam. Deze kwam om 4 uur te Gloggni
aan. Men wekte den postbode, en terwijl
hij zich verkwikte met spijs ea drank, ver
telde hij in hit kort zijn lotgevallen. Daar
na zette hij de reis naar Weenen voort.
Dit geval wordt, zooals men licht kan
beseffen, druk besproken.
De Echo.
Stemmen uit de vreem
de. De schoenen. Op een avond in
de maand Augustus van het vorige jaar,
zoo vertelde de agent der geheime politie
Fanvel, keerde ik naar mijn huis in de
faubourg Saint-Antoine terug, toen ik een
jongen bemerkte, die bezig was eieren te
stelen uit den winkel van een fruitver-
kooper. Hij had in de hand het nummer
van een dien dag verschenen geïllustreerd
feuilleton en wns den winkel genaderd
onder den schijn van bij het licht van bet
gas te willen lezen. Vier eieren waren
reeds in zijn zak verdwenen, toen ik hem
bij den arm greep. Ik ken te goed den
ontstelden blik, waarmee zulke lieden u
aar. zien, wanneer zij op heeterdaad be
trapt worden. Maar de uitdrukking, waar
mee deze knaap mij aankeek, had op mij
eene gunstige uitwerking. Uit zijue blauwe
oogen sprak volstrekt geeue onbeschaamd
heid in.
Ik vroeg hem
Wat deedt ge daar?
Ik kocht mijn middagmaal.
Zonder geld
Maar als mee geen cent heeft.
Waar woont ge?
Dat hangt van mijne verdienste af.
Wat doet gij voor den kost
Ik sluit de portieren.
En waar moet ge van nacht sLpen?
Iu een afbraak.
Wie zijn uwe ouders
Hij maakte eeo gebaar, alsof hij zeggen
wilde: wat zijo dat?
Ik vervolgde
Ik zal u naar de gevangenis bren
gen.
Dat is goed, maar laat mijne hand los.
Zult gij dan niet trachten weg te
loopen
Ik heb immers gezegd, dat ik mee
zou gaan.
Wij liepen naast elkander tot het eerste
bureau van politie. Oudeiweg praatten wij.
De kleine vertelde mij zijne geschiedenis
hij was nu bijna twaalf jaar. Zijne herin
nering klom op tot den tijd, toen hij in
dienst was van den voddenraper.
Hoe hij in diens handen vervallen was,
wist hij nietwant het was zijn vader
niet. Op een goeien dag was de man uit
de stad verdwenen. De knaap had een
week op hem gewacht, toen was hij zijne
eigen weg gegaan. Vier jaren had hij sedert
in de straten van Parijs rend gezworven,
san het toeval voedsel en deksel vragende.
Al voort wandelende waren wij het poli-
tie-burean genaderd, waar een politie-ageut
als schildwacht voor de dtur stond.
Ik hield nu stand en zeide tot miju
kleinen metgezel
Als men een middel gaf om eerlijk
uw brood te verdienen, zoudt ge dan op
houden met stelen
Wie zal dat doen
Kom morgen bij mij.
Hij was precies op tijd.
Wij zochten samen een winkel op. Ik
kocht voor hem een marsje met eenige
koopwaren garen, naalden, knoopen, papier,
potloodeu en enveloppes en zei tot hem
Beis hier mee Frankrijk door en
wordt een eerlijke jongen.
In het begin van October ontving ik
een brief van mijn beschermeling; ik heb
dien nog altijd bewaard, misschien heb
ik hem wel in mijne portefeuille. Ja, hier
is hij.
Fauvel ontvouwde een blaadje papier en las:
»Waarde Beschermer!
„Ik schrijf u, om u te zeggen, dat ik
goed en wel te Marseille aangekomen ben,
wat u zeker genoegen zal doen. Ik heb
onderweg goed aan de boereu en op de
markten verkocht. Uit een faillieten boe
del van een koopman te Lyon heb ik zeer
goedkoop kunnen inkoopen, zoodat mijn
marsje beter gevuld is dau vroeger en
toch heeft het mij onderweg gevoed. Er is
maar één ding, dat mij verontrust: mijne
schoenen ziju bijna versleten. Als u zoo goed
zou willen zijn, mij door middel van een
uwer vrienden een paar te kunnen doen
toekomen, zou u mij een grooten dienst
bewijzen. Ik heb mijne rekening zoo raak
gemaakt, maar zonder mij te ruïneeren
kan ik er zelt geen koopen."
Ik schreel aan een kameraad daar gin
der; om deD jongen bij zich te roepen en
onderzoek te doen. Hij bad de waarheid
gesproken. Men kocht hem toen hot ge
vraagde schoeisel.
De kleine marskramer schreef mij nog
eenmaal om mij te bedanken; later kreeg
ik in maanden weer geen bericht van
hem. Hij had zich weder op weg begeven.
Terwijl ik nu gister in mijn bureau
bezig was met schrijven, meldde men mij,
dat een kleine marskramer verzocht mij te
spreken. Het was mijn eierendief uit de
faubourig Saint—Autoine. Ik zou hem ter
nauwernood herkend hebbeD, zoo was hij
door de zon gebruind.
Welnu, zei hij, daar ben ik, de za
ken gaan nog altijd goed. Hij zag er vroo-
lijk uit en hij had eene schelmsche uit
drukking in het oog, alsof hij een grapje
in den zin had.
Ik ben hier gekotnen om u goeden
dag te zeggen en u tevens te verrassen.
Hij zette zich op een bankje, tilde zijn
been op en liet me zijne schoenen zien.
Welnu?
Welnu, ziet ge niets? Ze zijn nog
geheel nieuw, zooils men ze mij van
uwentwege gegeven heeft. Ik heb ze alleen
nu aangetrokken om u in uw bureau geeue
schande aan te doen.
En hoe hebt ge dat aangelegd?
Wel, ik ben hier blootvoets geko
men en heb de schoenen in de hand ge
dragen. Ik wilde u bewijzen dat ik hart
heb en dat ge u niet behoeft te schamen
mij de hand te drukken.
Ik was een oogenblik ontroerd Het was
dwaas, wat hij gedaan had, maar het was
toch mooi. Hij wilde mij een genoegeu
doen en een ander middel had hij niet.
Toen was hij op het dwaze en toch roe
rende denkbeeld gekomen om maanden
lang de harde keien van den weg met
zijue boote voeten te trotsesrea en mij
zijn dagelijks lijden aan te bieden als be
wijs van zijne dankbaarheid.
Overgenomen uit de Friesc/te Courant.
Onze plaatsgenoot, de heer
D. V. d. Horst, arts, gaat Vrijdag a.s.
onze gemeente verlaten ter vervanging van
de praktijk van Dr. Kaiser, te MEDEM—
BLIK, die om redenen van gezondheid zijn-
praktijk aldaar moet neerleggen.
Ingeschreven van 29 April 2 Mei 1893.
Geboren Cornelis Pieter, z. v. Pieter Tim
merman en van Maartje Dam. Leentje d. v.
Hartog Velleman en van Elisabeth Goudlieb-
OndertrouwdGeene.
Getrouwd: Jan Bleek en Cornelia Mosk.
OverledenJan Keuning oud 43 jr. 1 md.
Gein. Br, op Lan^edijk,
Ingeschreven van 1—30 April 1893.
Bevallen M. Kossen geb. Blok Z. N. Dirk-
maat geb. v. d. Molen D. Tr. Dekker geb.
De Geus D. Tr. Wagenaar geb. Wagenaar Z.
A. de Boer geb. Borsten D. Je. Stins geb.
Deugd D.
Ondertrouwd; Arie Waijboer en Maartje
Dekker, Corns. Kansen en Aaltje Bruin.
Gehuwd Geene.
Overleden; Jantje Strjjbis 8 jaren, Jan Her
man Ploeg 3 jaren, Aldert Kossen 3 dagen
Tr. Koning echtgenoot van W. Keizer 70 jr
Grietje Bakker 4 jaren.
Gemeente Zijpe.
Ingeschreven van 21 28 April 1893.
Geboren: Johannes, z. v. Gerrit Zupdam en
Bregtje Pater. Maria, d. v. Johannes Wijn
gaard en Trjjntje Spaans.
Ondertrouwd Jan Johannes van der Oort,
jm. Landman 22 jr. te Zijpe en Neeltje Ram
pen, jd. zonder beroep, 22 jr. te Zijpe. Jan
Veuger, jm. oud 30 jr. Winkelier te Zijpe en
Jannetje Brommer, jd. zonder beroep te
Zjjpe.
GétrouwdCornelis Willem Groot, jm.
Landman 23 jr. te Zijpe en Catharina Kraak
man, jd. zonder beroep 20 gr. wonende te
Zijpe. Jan Slijkerman, jm. koopman 25 jr. te
Helder en Elsje Strooper jd. zonder beroep
22 jr. te Zijpe.
OverledenGeene.
Hoorts, 29 April 1893. Aangevoerd.
H. L. Rogge i a
5
Tarwe
6.50
a
8.—
8
Garst
4.—
a
5.-
6
Haver
3.25
a
4.50
i
WittoErwten
10.50
a
12.—
4
Groene dito
12.—
a
14.—
4j
Grauwe dito
14.—
a
17.—
Vale dito
7.—
a
15.-
f
Bruineboonen,
5.—
a
12.-
13
Geeleboonen
a
Witteboocen
10.50
a
12.-
1
Paardtnb.
5.-
a
6.25
Kar wij zaad
10.50
a
11.50
Mosterdzaad
26.-
a
27.-
6
Paarden
75.—
a
150.
17
Koeien
130.—
a
2C0.
81
Kalveren
5.—
a
15.—
518
Scbapen
13.—
a
20.—
278
Lammeren
5.—
a
15.—
48
magere Varkens
12.—
a
26.—
Zeugen
a
190
Biggen
8.—
a
15.-
Kip-Eieren per 100,
3.—
a
2300 koppen boter 50 a 52'ctper kop
Alkmaar 29 April 1893. Aangevoerd:
3 Paarden f 40.a 100.
38 Koeien 40.— a 180.—
225 nucht. Kalveren 4.— a 12.—
337 magere Schapen 8.— a 23.
105 lammeren 3.50 a 7.50
154 msgore Varkens 17.a 23.—
f 221 Biggen 10.— a 14.—
10 Bokken en Geiten 3.a 8.
6 Kleine Bokjes .40 a .60
Boter per P. .50 a .57
Kipeieren 2.T5 a 3.25,
Eendeieren 3 25 a
Alkmaar, 1 Mei 1893. Aangevoerd.
4 Koeien en Ossen f 1.80 a 2.30
160 vette Kalveren f 40.a 100.
(per kilo f 0.80 a —.90)
53 Nuchtere Kalveren 3.a 9.
157 vette Varkens per P f 0.40 a 0.51
48 magere dito 18..a 22.
3 vette scbapen f- 14.a 22
f.da m. 29 April 1193. Aangevoerd
39 stapels kaas, vegende 7137 P, Hoogst*
prijs f29.
Formerend, 2 Mei 1893.
Aangevoerd 188 stapels.
Hoogste prijs kleine kaas f 29.50
1 stapel middelbare f
1995 K.G. Boter f 0.95 a 1.05, per K.G.
8 Paarden.
116 Randeren.
161 Vette Kalveren f 0.70 k f 0.95 per
KG.,
286 Nochtere dito, f 5.a 12.—per stuk"
140 Vette Varkens per Kilo f 0.42 a 0.52
handel vlag.
165 Magere idem per stuk f 16.a 35.
handel stug.
312 Biggen, f 7.a 14.handel atug.
2110 Schapen overhouders, handel ving.
200 Lammeren, baudeh ving
Kipeieren per 100 staks, 2.75 af 3.25
Eendeieren p. 10O st. f 3.a 3.25
^^^^^^Kieviteeieren^^^cLp^tnk^^^^^
Heden overleed ten huize van den
Heer KOS te Amsterdam, onze geliefde
Broeder en Behuwdbroeder
BI UK TOLDEII,
in den ouderdom van 28 jaren.
Th. BIJPOST.
G. BIJPOST-Volder.
Schagen, 30 April 1893.
Gehuwd:
en
die bij deze tevens hunnen hartelij-
ken dank betuigen, voor de vele
blijken van belangstelling en waardeering,
betoond door Vrienden, Buren en de Leden
der Gym.- en Scherm-Vereen. »Lycurgus.'»
Schagen, 29 April 1893.
Getrouwd;
en
Wieringerwaard,
Barsingerhorn, 00 APrU lb93-
Met deze brengen wij
onzen oprechten
dank voor de filinke
uitnoodiging en hetgulomthaal van onze ge
achte Oom en Tante,
Dk. BROMMER
en DIEWERTJE SMIT
van Alkmaar, ondervonden bij gelegenheid
van hun 40 j a r i g e Echtvereeniging.
Namens alle Neven en Nichten.
S. BROMMER.
Schagen 2 Mei 1893.
Onze hartelijke
dank voor de velen blij-
ken van belangstelling bij
ons 25 jarige huwelijksfeest onder
vonden.
Ook namens onze kinderen,
P. THOMAS Cz.
A. THOMAS-Koomen.
Schagen, 3 Mei 1893.
Bekendmaking is toch gewenscht.
Het beste bewijs van uitmuntende kwa
liteit is, dat de SCHAGER KAASKLEUR
SEL van Anth. BAKKER, behalve
door veel grootere en kleinere Kaasmakers
door de kaasfabriek e Hoop* voort
durend met goed gevolg wordt gebruikt.
Geheel neutraal, onschadelijk voor gezond
heid en zuivel.
Onder beleefde aanbeveling,
UEd. Dw. Dr.,
Schagen.
N. B. Daar het zoogenaamde witboreB der
Kaas, door enktle, aan de kwaliteit der
kleursel wordt toegeschreven, kan dit ge
rust a's eene dwaling worden beschouwd,
aangezien dit onaangename verschijnsel
bij gehrnik vau alle verschillende soorten van
Kleursels voorkomt.
Belanghebbenden dienen dit te onder
zoeken. Kan het in 't verschil van voedsel
zitten, wat de koeien bij den winter ge
bruiken
Als alle koeien gelijk voeder bijvoor
beeld Hooi en Lijnkoek krijgen, zoude
het dan niet btter zijn met 't boren der
kaas
Kan het soms zitten in 't verschil van
kaasmaken
Als de koeien in bet land locpen ge
beurt het dan ook, dat de kaas wit boort?
In den hertst en 's wmters niet te zuinig
ziju met het gebruik van kleursel geelt
eer voor-als caJeeL