Hl KAASMAKERS!!! Anth. BAKKER, PLAATSELIJK N1EUWU Omtrent de uitvoering, Zondag avond 1.1. in het Noot d-Hollandsch Kof fiehuis gegeven door de leerlingen van de hoogste klasse der Ruts-Zangschool, met welwillende medewerking van H. H. Rederijkers en van de Kleine Kapel spijt het ons niet te kunnen cocsta- teeren, dat het doel is bereikt. Dat doel: een voldoende som uit de entrées bijeen te krijgen, teneinde in den zomer aan die kinderen eens „een prettig tochje naar buiten te kunnen verschaf fen" dat doel, mag toch zeker wel een goed doel geacht worden I Slechts een 110-tal offerde zijn kwartje. Maar wij vragen, wat moet de heer Ter Lindende directeur dier zangschool daarmede beginnen, te meer als men kan nagaan dat eenige onvermijdelijke onkosten, verbonden aan de uitvoering van zondagavond, er nog af moeten? Zeker is het, dat dergelijke mislukte pogiDgen niet aanmoedigend werken, en dat vinden wij onaangenaam. Laten wij toch in onzen tegenwoordigen tijd van snel-leven den kinderen hun vreugde niet misgunnen. De kinderleeftijd duurt waarlijk niet te lang. Het Departement Sckagen der Maatsch. „tot Nut van 't Algemeen" hield Dinsdagavond 1.1. hare gewone jaarlijksche vergadering ter voorziening in de periodieke vacaturen. Herkozen werden de heeren A. W. van Kluijve tot voorz., Rh. de Heer tot secretaris en J. Winkel tot penning meester der afdeeling Jh. Denijs Je. tot lid der Commissie der Depart. Bewaar school en idem der Zangschool, W. A. Hazeu tot lid der Comm. v. d. Volks leesbibliotheek en Th. Roep tot lid der Comm. van Volksvoordrachten, terwijl uithoofde het bedanken van den heer A. W. v. Kluijve als lid der Comm. v. Huisvlijt-onderwijs, als zoodanig geko zen werd, de heer Verhoef. Belangstellende ingeze- tenen maken wij attent op de voorstel lingen, volgens achterstaande adverten tie in het Noord- Holl. Koffiehuis alhier te geven door den Russischen Hofjager Chr. Chodaschewitz met zijn goed gedresseerde Siberische Beren, waaronder de groote Russische Reuzenbeer, wegende 600 pond, waar mede hij de eer heeft gehad eene voor stelling te geven voor de Koninklijke familie van Nederland en bovendien 220 plaatsen doorreisd, en het laatst met het grootste succes gewerkt heeft in het Volkspark te Enschedé, in de Beurs te Hengelo, in Musis Sacrum te Arn hem en in Odéon te Zwolle. Een dergelijke voorstelling is zeker iets buitengewoons en zal aller belang stelling ongetwijfeld trekken. Vooral voor de Kinderen is het ze ker interessant deze proeven van dres suur te zien. De heer Chodaschewitz bezit een tal rijke collectie getuigschriften, afgegeven door verschillende autoriteiten en hoof den van Scholen, die allen getuigen van groote tevredenheid en tevecs dat aan deze voorstellingen niet het minst6 ge vaar is verbonden. Zoo verklaarde o. a. de heer C. C. Brunings, secretaris te Zutphen, dat door den heer Christiaan Chodaschewitz vijf voorstellingen in de comediezaal werden gegeven met zijne gedresseerde beren en dat deze voorstellingen geheel zonder gevaar en ten genoegen van het publiek zijn afgeloopen. Uit eene verklaring van het Hoofd der School voor onvermogenden te Zwol le, bleek, dat zijne 400 leerlingen zich een paar uren kostelijk hadden vermaakt bij deze beren-voorstellingen. Zoovele gunstige verklaringen zijn zeker wel de beste aanbevelingen voor deze eigenaardige voorstellingen. Burgerlijke Stand. Gc*iiieente Scrhagcn. Marktberichten. Advertentiën. Jan Bleek Cornelia Mosk, Gerbrand Grin Maartje Vries, Goede waar behoeft geen krans. Nieuwe Laagzijde, B 104. stekken, poten, enten enz, het leiden van boomen in pyramiden, in stoel-of tsfelvorm zijn dingen, die daar thuis behooren. Dan komt de behandeling van bloemen, bloemzaden, het opbinden en eeD menigte andere zaken. Ook de commerciëele zijde wordt niet over het h<otd gezien, want het verzamelen, de verpakking en de wijze van vervoer worden eveneens onderwezen. Kaast den toinbonw wordt ook onderwijs gegeven in de dagelijksshe bezigheden, die deze konst vordert, in het houden van tam gevogelte en bijen. Met de prsctijk gaat de theorie band aan hand; men krijgt de beginselen van de physiologie van de huis dieren, van botanie, metreologie, geologie, chemie, loekbonden enz. Zoo leeren de vrouwen de sclioone taal verstaan, die Flora's kinderen spreken. Het ontwikkelde schoonheidsgevoel der vrouw zal haar in dit beroep een over wicht geven boven de mannen. Kransen en bonquetten zullen onder haar vaardige vingers een schooner vorm krijgen dan ooit te voren. In Duitschland heeft men verscheidene cursussen, die verschillend zijn naarmat- men wenscht opgeleid te worden in een speciale afdeeling voor de practijk, voor zijn eigen ontwikkeling, enz. Natuurlijk is ook het leergeld daarom zeer varieerend. Te Swanley (Kent) heeft men een school voor jonge dames. Zij leven in een aardig landhuis onder toezicht van een der da mes, die onderwijs geeft. Het leergeld met inbegrip van kost en inwoning bedraagt 70 a 80 per jaar(840960 gulden). Evenwel bestaan er scholen waar meis jes uit de mindere klassen onderwijs ont vangen en opgeleid worden voor een beroep waarbij frissche lucht, zonneschijn en be weging niet zijn uitgesloten. Waarbij de vronw vroeger alleen bij droeg om het aantal kunstbloemen te ver meerderen, laat zij dan nu de natuur zel ve bestudeeren; het tuinbouwbedrijf is een beroep, waarin ook zij carrière kan maken, dat is reeds bewezen. 't Is jammer, dat de Hollaudsche vrouw niet alleen bij de Engelsche en Duitsche vrouw ten achter staat in dit opzicht, maar dat het goede voorbeeld, in het bui tenland gegeven, geen navolging vindt! {De Huismoeder) Een wedloop met een spoor- trein. Ia den nacht van Vrijdag op Zaterdag der vorige week deed zich in het Semering- gebied een geval voor, dat in verscheiden kringen groot opzien gebaard heeft. Een postbode heelt in dien nacht op den spoor weg van Mürzzuschlag over den Semme ring tot aan Gloggnitz een wanhoopigen wed loop met eeo spoortrein gehouden. De bode heeft Vrijdag om kwart voor elven 's nachts het station Mürzzursch verlaten en was klokslag twee uur 's morgens te Gloggnitz. Over de oorzaken, die den beambte tol den nachtelijken geforceerden marsch door de Alpen dwongen, en over zijn lotgevallen op deze wandeling, wordt het volgende mede gedeeld Op hel gedeelte spoorweg Triëst-Mürz- zuschlag laat de Zuiderspoorweg een trein loopen, die het nummer 101 draagt. Deze trein gaat uit Triëst om 8 uur 10 's avonds en komt volgens de dienstregeling den vol genden avond om 9 uur 42 te Mürzzusch lag aan. Hier worden de personenwagens afgehaakt en gaat de trein over in een goe derentrein. Met het rangeereu gaat zoowat een halfuur verloreD. Op het traject van Triëst naar Weenen loopt in den trein een postwagen, waarin zich een beambte bevindt, die voor de brie ven moet zorgen. Vulgens de gegeven voor schriften mag deze beambte in geen geval den wagen verlaten. De postbode, van wien hier sprake is, verliet Triëst Donderdag avond met trein 101 en kwam te Mürz zuschlag des Vrijdags-avonds aan, met een vertraging van een halt uur. De postbeambte stapte uit, om in de wachtkamer iets ie gebruiken. In het be wustzijn, dat hij ziju plicht verzaakt had, at hij vlug door en keerde toen naar het perron terug, om, zooals hij dacht tijdig in den trein te kunnen stappen. Hierin had hij zich echter deerlijk vergist, want om de vertraging in te haien, was het ran geeren veel vlugger gegaan dan gewoonlijk, zoodat de trein op tijd vertrekken kon. Op zijn vragen vernam de beambte dat de trein reeds vóór eenige minuten weggereden was. Hij keek op de klok, het was kwart over tienen. Om straf te ontgaan, besloot hij den treiu na te loopen en te trachten hem in te halen. De nacht was vrij donker. De spoorbaan teekende zich zwak af tegen de pas gevallen sneeuw. Dit waren geen gunstige omstandigheden voor zijn plan toch geloofde bij dat bij inspanning van al zijn krachten, hij mis schien den trein nog vóór een der stations zou kunnen bereiken. De weg is bijzonder stüi, de goederentreinen loopen met zeer geHnge snelheid; bovendien kende de bode den weg uitstekend en hoopte door bet ai- snijden der bochten langzamerhand op den trein te winnen. Hij begon te loopen. Op het baanvak Mürzzuschlag-Spital ging al les goed. De beambte volgde grcotendeels de spoorbaan tweemaal struikelde hij, doch bereikte in betrekkelijk goeden toestand het station Spital. De trein was echter reeds vertrokken en hij zag zich dus genoodzaakt zijn marsch voort te zetteD. Ook het station Steinhaus werd zonder grocte moeielijkheden bereikt evenals te Spital moest bij hier vernemeD, dat de trein eenige minuten te voren ver trokken was. Hij was nitt geneigd den strijd op te geven en OLtwierp nu, tet voort zetting van den wedloop, een krijgskundig plan. Op den Triëster straatweg zou hij over de Semmeringer-Sattel gaan. Volgen» zijn berekening zon hij rechts van het station Semmering uitkomen, nog voordat de trein den tunnel verlaten had. Hij liep zoo hard bij kon en rende steeds voorwaarts, ntrgens meer «an denkende, dan dat hij zco moest voortloopeD, totdat hij er bij neerviel. Hijgend en blazend, nu en dan struike lend, zonder een ander licht te zien, dan de schemerende snetnw, vloog hij voort als een nachtelijke geest. Hij had alle be wustheid omtrent den tijd verloren, wist niet meer hoe lang hij liep of nog te loopen had. Daar bij een kromming van den weg zag hij links voor zich uit een rood licht in de verte blinken. Wat was dat Als bij in de goede richting voort- geloopen was, moest het station Semmering aan zijn rechter band zijn. Hij nam eens goed hoogte, waar hij zich bevond, en kwam tot de ontdekking dat hij van den weg afgeraakt was en zich nn links van het station Semmering bevond, in de nabijheid van de herberg Zum Baren. Hij moest nu ten eindweegs terugloopen. Hij holde de helling van Adlitzgraten af, daarna die van Semmering op. Als een spook verscheen hij plotseling voor het personeel van dat station, 't welk zich op het perron bevond. »Waar is mijn trein, mijn postwagen?* riep hij dezen personen toe, die hem, te oordeelen naar zijn verwrongen gelaat, naar den toestand van zijn kleeding en zonderlinge gebaren, voor een krankziunige moesten houden. Men omringde hem en bestormde hem met vragen. Hij wierp snel een blik om zich heen, geen trein was te zien trein no. 101, zijn trein, moest reeds weg zijn. Voorwaarts das nog sneller dan te voren. Bijna met geweld rukte hij zich uit de handen van zijn ondervragers los even spookachtig als hij gekomsn was vloog hij weer de helling af. Bliksemsnel was hem een ander plan door het hoofd gegaan. Het was juist 12 uur, toen hij het station Sigmaringen rerliet. Als hij nu, de talrijke bochten en krommingen, die de weg op het baanvak SemmeringBreiten- stein-Payerbach-Gloggnitz maakt, afsneed, Manaschutz rechts liggen liet langs den rijksstraatweg door Schottwien liep, kon hij te Gloggnitz den trein pakken. Als door booze geesten voortgejaagd ijlde hij verder. Struikelend en weder opstaande, holde hij door, zonder te letten op de schrammen en builen, die hij opliep, en de scheuren in zijn kleeren. £ijn keel werd droog als leder, een hevige dorst plaagde hem. Hij nam wat sneeuw en bevochtigde er zijn lippen mede. Doch de dorst nam daar door in hevigheid toe, mond en keel wer den nog droger... Om twee uur in den morgen kwam een beklagenswaardig, steun end, hijgend en uitgeput mensch te Glogg nitz aan. „Miju postwagen! Mijn post wagen!" was zijn laatste kreet; toen viel hij bewusteloos neder. Het stations-personeel kon slechts aan de opslagen op de mouwen zien, dut ze met een postbeambte tedoen uad- den. Voorloopig was er niets uit hem te krij gen; de man was in diepen slaap of in een bewusteloosheid verzonken, waaruit hij niet op te wek kan scheen. Men legde hem op een canapé en besloot hem daar te laten liggen, totdat de eerste posttrein voorbij kwam. Deze kwam om 4 uur te Gloggni aan. Men wekte den postbode, en terwijl hij zich verkwikte met spijs ea drank, ver telde hij in hit kort zijn lotgevallen. Daar na zette hij de reis naar Weenen voort. Dit geval wordt, zooals men licht kan beseffen, druk besproken. De Echo. Stemmen uit de vreem de. De schoenen. Op een avond in de maand Augustus van het vorige jaar, zoo vertelde de agent der geheime politie Fanvel, keerde ik naar mijn huis in de faubourg Saint-Antoine terug, toen ik een jongen bemerkte, die bezig was eieren te stelen uit den winkel van een fruitver- kooper. Hij had in de hand het nummer van een dien dag verschenen geïllustreerd feuilleton en wns den winkel genaderd onder den schijn van bij het licht van bet gas te willen lezen. Vier eieren waren reeds in zijn zak verdwenen, toen ik hem bij den arm greep. Ik ken te goed den ontstelden blik, waarmee zulke lieden u aar. zien, wanneer zij op heeterdaad be trapt worden. Maar de uitdrukking, waar mee deze knaap mij aankeek, had op mij eene gunstige uitwerking. Uit zijue blauwe oogen sprak volstrekt geeue onbeschaamd heid in. Ik vroeg hem Wat deedt ge daar? Ik kocht mijn middagmaal. Zonder geld Maar als mee geen cent heeft. Waar woont ge? Dat hangt van mijne verdienste af. Wat doet gij voor den kost Ik sluit de portieren. En waar moet ge van nacht sLpen? Iu een afbraak. Wie zijn uwe ouders Hij maakte eeo gebaar, alsof hij zeggen wilde: wat zijo dat? Ik vervolgde Ik zal u naar de gevangenis bren gen. Dat is goed, maar laat mijne hand los. Zult gij dan niet trachten weg te loopen Ik heb immers gezegd, dat ik mee zou gaan. Wij liepen naast elkander tot het eerste bureau van politie. Oudeiweg praatten wij. De kleine vertelde mij zijne geschiedenis hij was nu bijna twaalf jaar. Zijne herin nering klom op tot den tijd, toen hij in dienst was van den voddenraper. Hoe hij in diens handen vervallen was, wist hij nietwant het was zijn vader niet. Op een goeien dag was de man uit de stad verdwenen. De knaap had een week op hem gewacht, toen was hij zijne eigen weg gegaan. Vier jaren had hij sedert in de straten van Parijs rend gezworven, san het toeval voedsel en deksel vragende. Al voort wandelende waren wij het poli- tie-burean genaderd, waar een politie-ageut als schildwacht voor de dtur stond. Ik hield nu stand en zeide tot miju kleinen metgezel Als men een middel gaf om eerlijk uw brood te verdienen, zoudt ge dan op houden met stelen Wie zal dat doen Kom morgen bij mij. Hij was precies op tijd. Wij zochten samen een winkel op. Ik kocht voor hem een marsje met eenige koopwaren garen, naalden, knoopen, papier, potloodeu en enveloppes en zei tot hem Beis hier mee Frankrijk door en wordt een eerlijke jongen. In het begin van October ontving ik een brief van mijn beschermeling; ik heb dien nog altijd bewaard, misschien heb ik hem wel in mijne portefeuille. Ja, hier is hij. Fauvel ontvouwde een blaadje papier en las: »Waarde Beschermer! „Ik schrijf u, om u te zeggen, dat ik goed en wel te Marseille aangekomen ben, wat u zeker genoegen zal doen. Ik heb onderweg goed aan de boereu en op de markten verkocht. Uit een faillieten boe del van een koopman te Lyon heb ik zeer goedkoop kunnen inkoopen, zoodat mijn marsje beter gevuld is dau vroeger en toch heeft het mij onderweg gevoed. Er is maar één ding, dat mij verontrust: mijne schoenen ziju bijna versleten. Als u zoo goed zou willen zijn, mij door middel van een uwer vrienden een paar te kunnen doen toekomen, zou u mij een grooten dienst bewijzen. Ik heb mijne rekening zoo raak gemaakt, maar zonder mij te ruïneeren kan ik er zelt geen koopen." Ik schreel aan een kameraad daar gin der; om deD jongen bij zich te roepen en onderzoek te doen. Hij bad de waarheid gesproken. Men kocht hem toen hot ge vraagde schoeisel. De kleine marskramer schreef mij nog eenmaal om mij te bedanken; later kreeg ik in maanden weer geen bericht van hem. Hij had zich weder op weg begeven. Terwijl ik nu gister in mijn bureau bezig was met schrijven, meldde men mij, dat een kleine marskramer verzocht mij te spreken. Het was mijn eierendief uit de faubourig Saint—Autoine. Ik zou hem ter nauwernood herkend hebbeD, zoo was hij door de zon gebruind. Welnu, zei hij, daar ben ik, de za ken gaan nog altijd goed. Hij zag er vroo- lijk uit en hij had eene schelmsche uit drukking in het oog, alsof hij een grapje in den zin had. Ik ben hier gekotnen om u goeden dag te zeggen en u tevens te verrassen. Hij zette zich op een bankje, tilde zijn been op en liet me zijne schoenen zien. Welnu? Welnu, ziet ge niets? Ze zijn nog geheel nieuw, zooils men ze mij van uwentwege gegeven heeft. Ik heb ze alleen nu aangetrokken om u in uw bureau geeue schande aan te doen. En hoe hebt ge dat aangelegd? Wel, ik ben hier blootvoets geko men en heb de schoenen in de hand ge dragen. Ik wilde u bewijzen dat ik hart heb en dat ge u niet behoeft te schamen mij de hand te drukken. Ik was een oogenblik ontroerd Het was dwaas, wat hij gedaan had, maar het was toch mooi. Hij wilde mij een genoegeu doen en een ander middel had hij niet. Toen was hij op het dwaze en toch roe rende denkbeeld gekomen om maanden lang de harde keien van den weg met zijue boote voeten te trotsesrea en mij zijn dagelijks lijden aan te bieden als be wijs van zijne dankbaarheid. Overgenomen uit de Friesc/te Courant. Onze plaatsgenoot, de heer D. V. d. Horst, arts, gaat Vrijdag a.s. onze gemeente verlaten ter vervanging van de praktijk van Dr. Kaiser, te MEDEM— BLIK, die om redenen van gezondheid zijn- praktijk aldaar moet neerleggen. Ingeschreven van 29 April 2 Mei 1893. Geboren Cornelis Pieter, z. v. Pieter Tim merman en van Maartje Dam. Leentje d. v. Hartog Velleman en van Elisabeth Goudlieb- OndertrouwdGeene. Getrouwd: Jan Bleek en Cornelia Mosk. OverledenJan Keuning oud 43 jr. 1 md. Gein. Br, op Lan^edijk, Ingeschreven van 1—30 April 1893. Bevallen M. Kossen geb. Blok Z. N. Dirk- maat geb. v. d. Molen D. Tr. Dekker geb. De Geus D. Tr. Wagenaar geb. Wagenaar Z. A. de Boer geb. Borsten D. Je. Stins geb. Deugd D. Ondertrouwd; Arie Waijboer en Maartje Dekker, Corns. Kansen en Aaltje Bruin. Gehuwd Geene. Overleden; Jantje Strjjbis 8 jaren, Jan Her man Ploeg 3 jaren, Aldert Kossen 3 dagen Tr. Koning echtgenoot van W. Keizer 70 jr Grietje Bakker 4 jaren. Gemeente Zijpe. Ingeschreven van 21 28 April 1893. Geboren: Johannes, z. v. Gerrit Zupdam en Bregtje Pater. Maria, d. v. Johannes Wijn gaard en Trjjntje Spaans. Ondertrouwd Jan Johannes van der Oort, jm. Landman 22 jr. te Zijpe en Neeltje Ram pen, jd. zonder beroep, 22 jr. te Zijpe. Jan Veuger, jm. oud 30 jr. Winkelier te Zijpe en Jannetje Brommer, jd. zonder beroep te Zjjpe. GétrouwdCornelis Willem Groot, jm. Landman 23 jr. te Zijpe en Catharina Kraak man, jd. zonder beroep 20 gr. wonende te Zijpe. Jan Slijkerman, jm. koopman 25 jr. te Helder en Elsje Strooper jd. zonder beroep 22 jr. te Zijpe. OverledenGeene. Hoorts, 29 April 1893. Aangevoerd. H. L. Rogge i a 5 Tarwe 6.50 a 8.— 8 Garst 4.— a 5.- 6 Haver 3.25 a 4.50 i WittoErwten 10.50 a 12.— 4 Groene dito 12.— a 14.— 4j Grauwe dito 14.— a 17.— Vale dito 7.— a 15.- f Bruineboonen, 5.— a 12.- 13 Geeleboonen a Witteboocen 10.50 a 12.- 1 Paardtnb. 5.- a 6.25 Kar wij zaad 10.50 a 11.50 Mosterdzaad 26.- a 27.- 6 Paarden 75.— a 150. 17 Koeien 130.— a 2C0. 81 Kalveren 5.— a 15.— 518 Scbapen 13.— a 20.— 278 Lammeren 5.— a 15.— 48 magere Varkens 12.— a 26.— Zeugen a 190 Biggen 8.— a 15.- Kip-Eieren per 100, 3.— a 2300 koppen boter 50 a 52'ctper kop Alkmaar 29 April 1893. Aangevoerd: 3 Paarden f 40.a 100. 38 Koeien 40.— a 180.— 225 nucht. Kalveren 4.— a 12.— 337 magere Schapen 8.— a 23. 105 lammeren 3.50 a 7.50 154 msgore Varkens 17.a 23.— f 221 Biggen 10.— a 14.— 10 Bokken en Geiten 3.a 8. 6 Kleine Bokjes .40 a .60 Boter per P. .50 a .57 Kipeieren 2.T5 a 3.25, Eendeieren 3 25 a Alkmaar, 1 Mei 1893. Aangevoerd. 4 Koeien en Ossen f 1.80 a 2.30 160 vette Kalveren f 40.a 100. (per kilo f 0.80 a —.90) 53 Nuchtere Kalveren 3.a 9. 157 vette Varkens per P f 0.40 a 0.51 48 magere dito 18..a 22. 3 vette scbapen f- 14.a 22 f.da m. 29 April 1193. Aangevoerd 39 stapels kaas, vegende 7137 P, Hoogst* prijs f29. Formerend, 2 Mei 1893. Aangevoerd 188 stapels. Hoogste prijs kleine kaas f 29.50 1 stapel middelbare f 1995 K.G. Boter f 0.95 a 1.05, per K.G. 8 Paarden. 116 Randeren. 161 Vette Kalveren f 0.70 k f 0.95 per KG., 286 Nochtere dito, f 5.a 12.—per stuk" 140 Vette Varkens per Kilo f 0.42 a 0.52 handel vlag. 165 Magere idem per stuk f 16.a 35. handel stug. 312 Biggen, f 7.a 14.handel atug. 2110 Schapen overhouders, handel ving. 200 Lammeren, baudeh ving Kipeieren per 100 staks, 2.75 af 3.25 Eendeieren p. 10O st. f 3.a 3.25 ^^^^^^Kieviteeieren^^^cLp^tnk^^^^^ Heden overleed ten huize van den Heer KOS te Amsterdam, onze geliefde Broeder en Behuwdbroeder BI UK TOLDEII, in den ouderdom van 28 jaren. Th. BIJPOST. G. BIJPOST-Volder. Schagen, 30 April 1893. Gehuwd: en die bij deze tevens hunnen hartelij- ken dank betuigen, voor de vele blijken van belangstelling en waardeering, betoond door Vrienden, Buren en de Leden der Gym.- en Scherm-Vereen. »Lycurgus.'» Schagen, 29 April 1893. Getrouwd; en Wieringerwaard, Barsingerhorn, 00 APrU lb93- Met deze brengen wij onzen oprechten dank voor de filinke uitnoodiging en hetgulomthaal van onze ge achte Oom en Tante, Dk. BROMMER en DIEWERTJE SMIT van Alkmaar, ondervonden bij gelegenheid van hun 40 j a r i g e Echtvereeniging. Namens alle Neven en Nichten. S. BROMMER. Schagen 2 Mei 1893. Onze hartelijke dank voor de velen blij- ken van belangstelling bij ons 25 jarige huwelijksfeest onder vonden. Ook namens onze kinderen, P. THOMAS Cz. A. THOMAS-Koomen. Schagen, 3 Mei 1893. Bekendmaking is toch gewenscht. Het beste bewijs van uitmuntende kwa liteit is, dat de SCHAGER KAASKLEUR SEL van Anth. BAKKER, behalve door veel grootere en kleinere Kaasmakers door de kaasfabriek e Hoop* voort durend met goed gevolg wordt gebruikt. Geheel neutraal, onschadelijk voor gezond heid en zuivel. Onder beleefde aanbeveling, UEd. Dw. Dr., Schagen. N. B. Daar het zoogenaamde witboreB der Kaas, door enktle, aan de kwaliteit der kleursel wordt toegeschreven, kan dit ge rust a's eene dwaling worden beschouwd, aangezien dit onaangename verschijnsel bij gehrnik vau alle verschillende soorten van Kleursels voorkomt. Belanghebbenden dienen dit te onder zoeken. Kan het in 't verschil van voedsel zitten, wat de koeien bij den winter ge bruiken Als alle koeien gelijk voeder bijvoor beeld Hooi en Lijnkoek krijgen, zoude het dan niet btter zijn met 't boren der kaas Kan het soms zitten in 't verschil van kaasmaken Als de koeien in bet land locpen ge beurt het dan ook, dat de kaas wit boort? In den hertst en 's wmters niet te zuinig ziju met het gebruik van kleursel geelt eer voor-als caJeeL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 7