E1EEI Nieiws- AiTEitEitie- Laallonw Geluk tegen gel. Zondag 14 Mei 1S93. 37ste Jaargang ITo. 2725. d Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SUHAOKIV. liaan, D, 4. Volgorde der premie-keuringen. en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden UVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. 1 e m e e n t e S c h a g e n. Bekendmakingen. POLITIE. Ter Secretarie alhier, zijn inlichtingen te komen, omstrent een op 6 Mei jl. in deze emeente gevonden gouden broche. Ter Secretarie dezer gemeente worden in- ichtingen verzocht, omtrent een op 10 'ei jl. verloren langwerpig goti- en medaillon. Binnenlandsch Nieuws. Als het weer blijft, zooals et nu reeds weken is geweest, zullen aan ie Langedijk dit jaar zeldzaam vroeg nieu we wortelen geteeld worden. Tegen het ïinde dezer maand, deukt men ze reeds voor den handel te kunnen gebruiken. Pe prijs van de koolrapen is den geheelen winter laag geweest, en de vraag er naar anbeteekenend, de laatste zijn deze week voor twee gulden van de hand gedaaD. j.1. Donderdagavond brand de de boerderij, bewoond door den heer J. Smit, aan de S'ikkerdijk te WIERINGER- WAARD, geheel af. Ook de inboedel werd een prooi der vlammen. Het vee had juist 'smorgens de stallen verlalen. De oorzaak is onbekend. Verscheidene personen hebbeB in den namiddag van Hemelvaarts dag een zeldzaam natuurverschijnsel waar genomen. Rechts van de zon n.1. merkten zij een tweede zon op, die aati den van den eigenlijken zon afgekeerden rand met verschillende kleuren prijkte. Dit verschijn sel heeft veel overeenkomst met de zoogenaamde bijzonnen' welke dikwijls met groote pracht in de poolstreken worden waar genomen. In onze streken beschouwt men het algemeen als een voorteeken van regen. De vergadering van het INederlandsch Paarden-Stamboek, afdee- ling „Noord-Holland", zal gehouden wor den op Donderdag, 1 Juni 1893, des middags 12 ure, bij den heer J. P. Blauw te SCHAGEN. FEUILLETON. 2. Novelle van M. BRÉE. I. Tweede beeld. Onder de punten van beschrijving ko men voor Rekening en verantwoording over 1892. Rekening Provinciale Subsidie. Voorstel van den Heer P. Z ij 1 m a n s te Haar lemmermeer, om de laatste alinea van art. 7 van het huishoudelijk reglement te laten vervallen. Benoeming .van drie leden van het Bestuur. Aftredende l$den zijn, de Heeren: P. B. J. FERF, Jb. ZIJE Hz. enK. DEL GOURT TOT KRIMPEN. Voorstel tot wijziging der grenzen van het Midden- en het Zuidelijk deel der provincie, dientengevolge art. 6 al. 3 en 4. van het h.-r. te lezen als volgt: „drie leden in het Middendeel, omvattende het gedeelte begrensd door het Noor delijk deel en het Noordzee-kanaal, vanaf de Noordzee tot de rij brug over dat Ka naal te Velsen en verder ten noorden van den Rijksstraatweg tot den ouden Spaarndammer Zeedijk te Santpoort, ver volgende dien dijk tot het open haven front te Amsterdam, benevens al de plaatsen gelegen henoorden het voormalig IJ, tot de Noordelijk genoemde grens „drie leden in het Zuidelijk deel omvat tende het geheele gedeelte der Provincie ten Zuiden van de hiervoren genoemde grens." Op te geven voorstellen ter opname onder de punten van beschrijving voorde Algemeene Vergadering der Yer- eeniging. Het Bestuur maakt bekend dat de keuringen voor het toekennen van de provinciale aanhoudings-premiën aan hengsten geboren in 1892 en aan merriën geboren in 1887, 1888, 1889 en 1890 zullen plaats hebbente „KOLHORN", op Dinsdag, 27 Juni e.k., hij D. Kist, des voormiddags 10 ure. te „BE VERWIJK", opW oensdag, 28 Juni e.k., bij het logement „de Zon", des voor middags 11 ure; te „HOOFDDORP", op Donderdag, 29 Juni, e.k., op de „Markt", des voormiddags 10 ure. Er zal tevens eene keuring worden gehouden van merriën, geboren in 1886 of vroeger, met hare veulens geboren in 1893, waarvoor 10 premiën van f 60 en 10 premiën van f 40 uit de Rijksbijdrage beschikbaar zijn. Deze merriën moeten in het Stamboek zijn of worden ingeschreven en in 1893 Een half jaar later. Voor de groote tafel, welke midden in de kamer staat,en welke over laden is inet teekenplank, teekeubaak, passer, translator, en eenige inktschaaltjes, staat Ru- dolf, bezig schetsen en bouwplannen te ont werpen maar bet schijnt, dat de schetsen en bouwplannen veranderen in luchtkastee- len want bij kijkt meer naar de ramen dan naar zijn teekenpapier. Misschien, dat zijne blikken de grens van het venster niet over schrijden wsnt daar voor een klein tafeltje zit Sella, gelijk bij haar noemt, of Gisela Heim, zooals het meisje eigenlijk heet, en zij schrijft uit een voor haar opengeslagen boek na. Maar elke vijf minuten springt zij vao haar stoel af, schuift haar cahier ter zijde en roept uit: ,A1 dien tijd Hemel hoe verve lend Dat boud ik niet uit." En telkenmale legt de teekenaar passer en potlood terstond Deder en strijkt haar liefkozend over het hoofd en zegt verma nend: „Sella, uit liefde voor mijl" waarop zij bem hartelijk en schelmsch in het gezicht uitlachten met snel besluit de pen weder in den inktpot doopt, zelfs iets te diep, zoodat de kleine vingers ook een goed deel van het vocht ontvangen. „En wat krijg ik er voor vroeg daarop Sella. De jonge man wilde spreker, doch zij viel hem onmiddellijk in de rede: „Neen, neen. Buiten een zoeh, meen ik." Boe lachte de groote jonge man vsn pleizier, dat zij zoo goed in zijne oogen kon lezen. Daarcp vroog hij baar, wat zij dan wel wenschte. Dadelijk legde Sella de pen neder en wreef de inktvlekken van haar vingers „Hm, wacht eens vooreerst zou ik neep toch niet, eerst zou ik liever of Lieve hemel, het is te veel, dat ik zelf niet weet, wat het eerst." n „Noem dan maar het een na het ander. „Dat kan ik niet. Ik zou ook alles, alles tegelijk wenschen." „Nu, zeg mij dan maar alles tegelijk." „Nu ik zou wel willen uitvliegen daar- j wederom gedekt worden, willen zij voor eene premie in aanmerking komen. Vóór de premiekeuringen zal gelegen heid worden gegeven tot inschrijving van merriën in het Stamboek. De aangifte ter mededinging moet geschieden bij den Secretaris if. Teengs te Wieringerwaard, acht dagen voor de Keuringen. Later aangegeven paarden worden niet ter mededinging toegelaten. 1. MERRIËN met VEULENS gebo ren in 1886 of vroeger; 2. HENGSTEN geboren in 1892. 3. MERRIËN geboren in 1887 en 1888. 4. MERRIËN geboren in 1889 en 1890. De Rekening der Afdeeling over 1892, beloopt in ontvangsten f 957.01, uitgaven f 1094.135, sluitende met een nadeelig saldo f 137.125. De Rekening Provinciale Subsidie over 1892 bedraagt in ontvangsten f 7150. en uitgaven 4550.sluitende met een batig saldo f 2600. Hiervan moet betaald worden: Premiën Terschelling f 200. Texel 100 Wieringen 100. 5 aanhoudingspremiën aan merriën, Noorderdeel ad. f 100.6 dito aan mer riën, Noorderdeel ad. f 50.7 dito aan merriën, Zuiderdeel ad. f 100.8 dito aan merriën, Zuiderdeel ad. f 50.2 dito aan merriën, Middendeel ad. f 100. 2 dito aan merriën, Middendeel ad. f 50.— Totaal f 2600.— Laaghartigen hebben te Winschoten regenbakken onbruikbaar ge maakt, door daarin petrolenm te- werpen, Jammer genoeg, dat de politie de daders nog niet heeft kunnen vinden. Eene meeting ten gunste van de afschaffing van het privaatbezit zal in Augustus b. s, te Oranjewoud bij Hee renveen plaats hebben. De meeting zal niet provinciaal maar nationaal zijn. Extra trei nen uit alle provinciën zullen worden aan gevraagd. De afdeeling Heerenveen" van den Sociaal-Democratischen Rond is belast met het stellen der tenten, tribunes enz. op het terrein. heeD, waar do wereld het schooste is, waar de menschen het vroolijkst zijn waar ach, ik kan hot niet in woorden uitdrukken, wat ik gevoel." „Maar dat is gemakkelijk te verkrijgen. La ten «ij een Zondag naar het park gaan, op de rivier spelevaren, dan in het bosch eten „Wie wij „Ja, gij, uw moeder en ik." „Ach 1" „Sella, hebt gij mij dan niet lief?" „Zeker. Maar daarom behoeft tneii juist nog niet vervelend te zijn. En dan zal ik mij nog de heele kostelijke week met dat dom me leeren plagea. Waartoe dient dat?" Hoe kunt gij dat nog vragen, Sella l" Rudolf schoof zijn stoel dicht bij deD bare, nam naast baar plaats en vatte baar hand „Gij moet leertn, Sella, omdat mijn wijfje eenmaal meer zijn moet dan de keukenmeid en huishondster van haren man. Zij moet mij verstaan kunnen, wanneer ik spreek van mijn streven eu mijn werken, en zij moet ook eenmaal geacht worden in den kring, welke dan de mijne zal zijn." En alsof nu naar zijne liefdesplannen en schetsen eens klaps duizenden en nogmaals duizenden han den begonnen te bouwen, zoo verhief zich het eene luchtkasteel na het ander voor het gees tesoog van bet meisje en toen do bouwmeester zweeg, sloeg zij haar linkerarm om zijn hals en vatte met de rechter haar pen op. Derde beeld. Zondagsrust in de stad, zondags-bedrij vigheid op het land. 1d de heerlijke scha duw van het woud zitten Sella, moeder Heim en Rudolf. Een ledige fiesch en overblijfse len van eenige lekkernijen op een tafellaken, hetwelk over bet inos was uitgespreid, ge tuigden dat er een heerlijke maaltijd was genuttigd. Nu rustte Sella met onder het hootd geslagen armen aan den voet van den boom Zlj slaapt niet, maar bare oogeu springen; met de vogeltjes wedijverende, van tak tot tak, en als de gevederde zangers dooreenig geritsel verschrikt wegvliegen, volgt ben een diepe zucht van Sella. Rudolf niet ter van haar afzittende, verslindt de slan ke, doch tevens ronde vormen met de oogen en gevoelt zich gelukkig- Moeder Heim wijdt al haar aandacht aan haar breikous. En even snel als de pennen op en neder gaan, breidt zij Diet alleen de kous, maar ook hare gedachten, die evenals de vele kousen welke zij voor Sella 's nitzet in den laatsten tijd re-rds gebreid he6it, steeds den zelfden vorm bezaten: „Nog een jaar en eenige weken, dan is Rudolt klaar, krijgt hij een standpaats, huwt Sella en zij trekt dan bij de kinderen in. Het kapitaaltje, het welk zij bezit, krijgt hij dadelijk, dat wil zeggen, zooveel als daarvan na de aanschaf fing van Sella's uitzet, nog over blijft. Bij de kinderen zou zij dan komen inwonen en zou dan haar pensioen, hetwelk zij als we duwe van een staatsambtenaar geniet, ge heel en al besparen, en hen zoo later nog weer een kapitaaltje nalaten. En zij zal ook niet zijn, als andere stiefmoeders. Zij wil slechts niet alleen zijn op baar ouden dag. Toen Rudolf's blik op de oude vrouw viel, lachte bij haar toe. Hij wist woord voor woord precies, wat haar door het hoofd ging. Zij had immers dikwijls genoeg zoo over luid gedacht. Sella begon zich te vervelen. Zij gaapt en sluit de oogen daar weerklinkt nit de verte een veelstemmig gezang; zij luistert er naar, springt op, schudt haar japon te recht en loopt schielijk naar den oever van den stroom. „Sella! Sella klinkt het uit twee mon den haar na. Maar Sella hoort het niet, ten minste wil het niet hooren. Zij staat la chend aan den oever en wuift lachend met baar zakdoek het bootje toe, waarin de zan gers gozeten zijn. Rudolf is haar nagesneld en staat nu met gefronste wenkbrauwen naast haar; „Maar SellaWat doet gij vermaande hij zacht. „Vreemden mannen te wuiven! Dat past toch niet „Zij zien mij ter nauwernood en zullen mij toch niet herkennen." „En als dat nu wel eens gebeurt „Nu dat zou dan nog geen ongeluk zijn," pruilde het meisje. „Sella l" „Ach "wat 1 Dat eeuwige schoolmeesteren. Men zou nooit mogen lachen, nooit vroolijk zijn. Dadelijk heeft men iel ergerlijks gedaan. Zulk een leven i» toch wel vervelend En zij wendde zich knorrig af en liep het bosch in. Rudolf volgde haar en sprak tot haar op liefderijken toon van de heiligheid der echte vrouwelijkheid. Zij hoorde bem kalm aan, liep toen eensklaps in het dichtst van het het bosch en riep uitdagend: „Vang roijle Een oogenblik stond Rudolt beleedigd, doch terzelfder stond dacht hyzij is nog een kind en hij snelde haar na. 's Avonds toen zij in ban woning terug gekeerd en bij elkander in de stille kamer gezeten waren, kon Rndolf toch een zekere ongerustheid omtreut het karakter wan het meisje niet op zijde zetten en zijne misnoegd heid bleek steeds meer. Eensklaps werden er twee zachte armen om zijn hals geslagen Een aardig blijk van jovialiteit gaven maan lag bij de prijsuitdeeling in het paleis van Volksvlijt te Amsterdam de leden der Chorale Caroligienne van Charleroi. Het bestuur der vreenrging Onderlinge Oefening, die in den Zondag-namiddag ge houden internationalen westdrijd een 2den prijs had behaald, protesteerde er tegen om de bij dien prijs uitgeloofden geldsom te deelen met de Belgischen zangers. De jiresident der Chorale had bij het verne men, dat een vereeniging tegen de uit spraak der jury had gereclameerd, het geld ter beschikking van de armen van Amster dam gesteld, zoo die Vereeniging protest bleef aanteekenen. Dit was echter niet het geval. De Voorzitter der feestgevende ver eeniging had onze zangers reeds overtuigd dat zij dwaalden, eu dezen hadilen hun oppositie onmiddellijk laten varen. De Bel gische vereeniging deed echter toch afsfand van het geld ten behoeve der armen, slechts verzoekende het zakje, waarin het geweest was, als souvenir te mogen medenemen. Het spteekt vanzelf dat deze loyale han delwijze met warme toejuichingen werd beloond. Echo. Amsterdamsch aCapella- koor. In tegenstelling met het bericht, dat na de eerstvolgende rondreis, het Amster damsch a Capella-koor nit elkauder zou gaan, wordt thans gemeld, dat vau de ontbin ding van het koor geen sprake is. Behalve de concertreis in het laatst dezer maand door het noorden des lands, waarbij achl steden zullen bezocht worden, liggen nog meer zulke reizen in het vooruitzicht voor het aanstaande zomerseizoen. Ook is het zoo goed als zeker, dat het koor zich in het najaar opnieuw zal laten hooren te Berlijn en in eenige groote plaatsen van Oostenrijk, waartoe reeds zeer aannemenlij- ke aanbiedingen zijn ontvangen. iDezer dagen werd de poli tie te ENSCHEDE des avonds gewaar schuwd, dat een net gekleed Duitscher, P. S., instrumentmaker te Rotterdam, ver schillende personen lastig viel door zich schuldig te maken aau bedelarij. S. werd in verzekerde bewaring genomen, nadat de politie zich had overtuigd, dat hij ruim f 130.bij zich had en op reis was naar Leipzig, waar zijn moeder woonde. een flluweelen wangetje vleide zich tegen de zijne en zijn geheele zon van geluk en le vensvreugd scheen weder helder als te voren. Vierde beeld. Een jong man, wiens langa haar, zijden wambuis en breede slappe hoed den kuns tenaar teekenen, treedt bij Rudolf binnen. „Max! Gij?!" „Ja ik in levende lijve. Of eigenlijk nog in verjongder vorm als scholier." „Zjjt gij op de kunst-academie?" „Ja zoo gelukkig ben ik. Het heeft echter moeite genoeg gekost, er te komen." „Het verheagt mij zeer, oude vriend!" Rudolf schudde den vriend zijner jeugd en landsman hartelijk de hand en bracht hem bjj moeder Heim, om hem zijn geluk te toonen. Hij stelde hem voor: „Max Schreiner, mijn eenige vriend, schil der met een groot talent en de vroolijkste kerel ter wereld, die altijd een nieuwe streek weet." Sella lachte. „Dat is heerlijk. Wanneorgij slechts bij hem ia de leer wildet gaan, Ru dolf." „Gij vroeg Max en floot een lustig wijsje. Eu nu begon een reeks van prett'gj da gen. Zelfs Rudolf lachte meer dan vroeger en was opgeruimder, want Sella was harte lijker dan ooit. En toen zijn tijd steeds meer beperkt en zijn werk veelvuldiger werd, hoa dichter hij bij het examen kwam,en bij uit de an dere kamer Sella hartelijk hoorde lachen om de grappen van zijn vrieud, verheugde hij zich daarover. Hij was niet jaloerscb. Zijn eerlijk hart kon aan niets kwaads denken, hij vertrouwde zijn beminde en zijn vriend, die aan hem en zijn overleden ouders zooveel dank verschuldigd was, omdat dezen het deD armen buurjongen mogelijk gemaakt hadden, de kunstenaars-loopbaan te volgen. Dat Sel la zich gaarne met Max onderhield, vond bij zeer natuurlijk, hij deed het zelf toch ook en had bepaald behoefte aan diens omgang; want tegenover hem kon hij immers zijn hart ontlasten en hem waut hij vertrouwde hem, ook datgene mededeelen, wat hjj tot nu zelfs voor Sella geheim had gehouden zijne groote Sociaal-hervormings-idetën wel ke geheel auders waren dan de tegecwoor- digen, en metwelke hij eerst voor den dag wilde komen, als hjj ze voor zich aan cri- tiek bad getoest. Maar 'an, wanneer hy door zijne maatschappelijke postitie invloed verworven had, wilde met zijne grondstellin gen en plannen voor den dag komen, welke nu nog sluimerden op deu bodem zijner schrijf tafel. En hun ontwaken zou zijn het ontwaken van heel deD proletariërsstand meende bij. Den volgenden morgen bij het openma ken der cel bleek het, dat 8. des nachts niet lui was geweest. Zijn lakens had hij in kleine stukjes getrokken en op elkaar gelegd en eveneens alles wat in de cel aan houtwerk was in kleine stukjes gemaakt. Op de vraag, waarom hij dit gedaan had, kreeg men alleen ten antwoord, dat hij werk wilde hebben. Het bleek dan ook spoedig bij dit onderzoek, dat 8. aau verstandsverbijstering lijdende is. Hij is door de politie aau de overheid te Gronau afgeltverd, om verder naar zijn moeder te worden overgebracht. E en jeugdige schipper is in Den Haag in den afgeloopen nacht n een hevig lijden gestorven tengevolge van een nootlottige vergissing, welke hij voor een paar weken beging, door geest van zout te drinken, meenende dat het wa ter was. Nuhet turfstrooisel f6 per duizend kilogram kost en de strooprijzen in evenredigheid vrij wsi hooger zijn, komt. in het Westerkwartier van Groningen het turfstrooisel ter sprake, en zijn dienaan gaande aldaar reeds proeven genomen op zware klei-, kriek- of knipgronden. De vraag of er door het veen ook planten kunnen worden overgebracht, die voor dn klei nadeelig zijn, schijnt ontkennend to worden beantwoord. Wanneer van den landbouw zelf vraag komt naar het turfstrooisel, is de toekomst van d« fabrieken, die deze stof verwerken, vrij wel verzekerd. Te Groningen zal voor den eersten keer eene groote protest-meeting gehouden worden tegen de kermis. Deze vergaderi ig zal tijdens de kermis op 15 Mei worden gehouden. Als sprekers zullen op treden de heeren Brummelk&mp, Monlijn en Vliegenthurt; allen predikanten aldaar. Te TIEL is naar men aan de N. R. Ct. schrijft een duel op han den. In de sociëteit heeft iemand de heer V. W., commandant der schutterij, bij eencn woordentwist eenen klap in het aangezicht toegediend. Pogingen om de zaak in der uiiune te schikken zijn afgestuit. Het duel zou reeds geregeld zijn geweest, indien niet beidt partijen, naar men zegt, geheel Max luisterde met onverschillige kalmto naar de idealist, doch liet zich niet bs- keeren. „Ik heb reeds een ander ideaal de kunst," zeide hij, „en dat staat lijnrecht tegenover het uwe." „Hoezoo „Gij predikt gelijkheid van alle menschen, en daar het gemakkelijker is af te dalen dau zich op te heffen, zoo zouden dus alle men schen proletariërs moeten worden,indien uwo ideeën werkelijkheid zullen worden. Wij kunstenaars gevoelen onze waardigheid meer dau anderen, uit den aard der zaak zijn wy dus de ware aristocraten." Tevergeefs schudde Rudolf het hoofd eu te vergeefs was het ook dat hij het dwaze van Maxredeneering uiteen zetten wilde, Max' geheele karakter was te oppervlakkig, niet ernstig genoeg, om hem te volgen, en hij lachtte slechts, wanneer Rudolf zeide „Dat is sophisterij, beste Max. Ik geef u toe, dat de kunst hoog staat, maar hoo ger nog dan zij, staat bet menschdom als zoodanig. Ea ten opzichte van het mensch dom bestaat er ia den staat maar één recht, evenals elk mensch hetzeltde recht heeft op licht en lucht, op deu dag en den nacht; de kunstenaar mag kunstenaar blijven, do arbeider, arbeider en de veldheer, veldheer maar als medemenschen moeten zij op dezelfde trap staau." „Utopie" „Meent gij? En ik zeg u, de natuur wil het zoo wij hebben onze cultuur niet be grepen." „De na'uur? Nu, Rudolf, aauschouwt do boomen en de planten. Zijn die allen het zelfde? Even mooi? Even nuttig? Ruiken ze allen even heerlijk Bestaat er dan geen waardeloos onkruid?4 „Neen, want dat wij bet zoo noemen, be- teekent alleen, dat de mensch in zijn een zijdigheid veel veronachtzaamt. Wanneer wij het wilde verplegen, opkweeken en fatsoe neeren, wie met welk een schoon gewas er dan nog van werd, welke ongektnde schoon heid het zou ten toon spreiden. Of meent gij. dat de oer-moeder der roos ook niet eenmaal slechts onkruid was Of ook Max telkenmale wanneer hij op Ru- dolfs betoogen geen antwoord meer wist, met een scherts of een grapje afbrak e i wegliep Rudolt geveelde zieb door zulk) gesprekken steeds gesterkt en begaf zich da t weder frisch aan zijne studie. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1