Geluk legen geluk Donderdag 1 Juni 1893. 37ste Jaargang jno. Ooirael Tan VtrMpp te Me. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: 8CHAOEW, Laan, II, 4. Bekendmakingen. Alititti Nieiws- DRAM AiïtrtEitit- LuiiilM en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar piaatsruimte berekend. De INHOUD van ods geïllustreerd Zondagsblad No. 23 is de volgende: De zilveren bruiloft en het Italiaansche Koningspaar met (vee portretten. Een rech terlijke dwaling, een ware gebeurtenis, IV (Slot). Het Noordsche Viginger-schip op de tentoonstelling te Chicago, met illu stratie. De princes van Wales en haar kleindochter, met portret. Een vorste lijk oogheelkundige, met twee portretten, Het opvangen der eenden na de vischvangst te Japan, met illustratie. De Directeur- Generaal der Posterijen en Telegrafie J. P. Havelaar, met portret. De Duitsche Kroon prins aan het hoofd zijner troepen, met il lustratie. Oin een musch, naar het Iransch tan Pierre Loti. De erfgroothertog van Luxemburg en zijne bruid, met twee por tretten. Een redder in den nood. Die een kuil graaft voor een ander, enz. Puzzle. Anecdoten. De winners der prijsraadsels XXXVII en XXXVIII. Waarom hij de verschansing medenam. Het een is een gevolg van het ander, met illustratie. Het is fataal, met illustratie. Jules Verne in de praktijk. Oplos sing prijsraadsel XLVI. Eranschman of Engelschman. Groote Prijswedstrijd. Ook een diëet. Voor de huishouding. Nieuwe prijsraadsels L. Bekroonde anecdote—proeve No. 11. Schaakrubrick. dat het onderzoek van de in die gemeente verblijfboudende verlofgangers der Militie te land, voor zooverre zij vóór den len April 1893 in het genot van onbepaald verlof waren gesteld, zal plaats hebben te ScbageD, op W o e n s d g, den 14 Juni 1893, des voor- middags ten 11 ure, en dat mitsdien op evengenoemd tijdstip zich voor dat onderzoek, aan het raadhuis aldaar moeten bevinden, de onderstaande personen Gemeente Sc hagen. POLITIE. Ter secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent een op 25 Mei 1893 vermist Wit Lam. Lich Namen en Korps. ting. Voornamen. 1887. Moei, de Jan 4e Reg. vest. art. 9 Bikker, Pieter 7e Infanterie. 9 Fluit, van der Dirk 4e f vest. art. 1888. Deutekom,Anthonie 4e vest. art. 9 Keesman, Jan 4e 9 Inf. 9 Zon, Klaas le 9 y Mijts, Abraham 4e vest. art. 9 Kaper, Dirk korps Torpedisteu 9 Kahlman,Cbristiaan le Reg. Inf. Franciscus 1889. Baars, Jacobus Johannes 4e vest. art. 9 Schouten, Adrianns Cornelis 4e vest. art. 9 Brantenaar, Antho- nie le Inf. 9 Zwaag, Cornelis 2e vest. art. Slijboom, Cornelis 7e Inf. 1890. Sluis, Pieter 1e 9 J» 9 Visser, Willem 7e 9 9 Kromhout, Simon 2e veld art. 9 Louw, Jan 4e vest. art. 9 Roos, Uendrikut 4e V 1891. Roggeveen, Jan Niouwenbnrg, Jan 4e V V 9 4e 1» 9 Wit Cornelis 7e Inf. 9 Melk, Jan 2o veld art. 9 Jong, de Adriaan Hendrik 3e Inf. 9 Snaphaan, Anthonie Jacobus le Ter Secretarie dezer gemeente zijn in lichtingen te bekomen omtrent een op 25 Mei 1893 gevonden Dekkleed.. Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis van belanghebbenden, FEUILLETON. Novelle van M. BRÉE. 7. III. Tien jaar later. Welk een lang® tijd kan zulk een tienjarig tijdperk zijnNiet voor den knaap of het meisje, die de ver schillende tijdperken van hun leven door vliegen en zich verheugen jongeling en jon ge maagd te zijn; niet voor den kunstenaar, die zijn wei ken met steeds grooter gevolg bekroond ziende, het minder gunstig verle den vergeten beeft, en ook niet voor den gelukkige, wiens heden te schoon is, dan dat hij nog zou denken aan „gisteren" of mor gen*. Maar oneindig lang is dat tijdperk voor hen, die bet berekenen naar dagen en aren, en voor wie elke dag slechts een mijlateen beteekent op den weg, die zij, gebukt on der bun last, moeten afleggen, moeten af kruipen. Lang, zeer lang zijn die tijdperken voor ben, die nog altijd reikhalzend uitzien naar geluk, naar succes of naar verlossing. Of zij het gevoelen, dan wel dat zij het niet bemerken, maar allen worden ocder in die tien jaren. De steden van onzen tijd evenwel, zij hebben op de menzchen dat vooruit, dat zulk een tienjarigtydperk haar verjongt; de oude, bouwvallige huizen worden Dieuwe paleizen; de hoekige, donkere, nieuwe straten zijn ver anderd in breede straten vol groen en licht en als tot een nieuw leven ontwaakt, heb ben de bewoners dezen straten alle leed, al le nood vergeten en denken zij alleen aan bet vormen van nieuwe feesten. Zulk een in het laatst decennium uitgevon den feest, was het feest van de kncsteDaars in bon prachtig academie-gebouw. De glans der feeën en fabelachtige betoovering ver dreven bier de werkelijkheid en in dezen een en nacht scheen de aarde eenige duizende jareu terng gedraaid te zijn: Emutbia, hel rijk van Alexander den groote, prijkte in Oos- tersche weelde en den glans der grieksche be schaving, waartusschen de tegenwoordige tijd, gelijk een jaloersche schooi e. rich ver toonde; zoo hing aan den arm van den ro- meinschtn hofmeester Aristolel. s ecne es- taalsche; gehuld in de korte tulen-rekjes der hidendaagsche balletdanseressen etn huza rrnluitenant stelde alles in het werk, cm Zoomede de verlofgangers in de termen voor het onderzoek vallende, welke zich voor den datum der inspectie alsnog van elders in de gemeente komen vestigen. Belanghebbenden worden verder herin nerd, dat zij moeten verschijnen in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hun bij hun vertrek met verlof medegegeven, alsmedo van hunne rakboekjes; dat zij in uniform zijnde, onder worpen zijn aan het reglement van krijgs tucht, en zieh bij verzuim, nalatigheid of wangedrag blootstellen aan arreststraflën van twee tot zes dagen, alsmede aan oproeping tot workelijken dienst voor den tijd van een sohoone, Thebaansche slavin te bevrijden van hare vooroordeolen namelijk, en Dio- genes, die bij den ingang van zijn ton met welgevallen en echt9 havanna rookte, hield tegenover een groepje diehters voordrachten over het ware geluk der niets-bezittenden. In een dier bijzalen, in welke de tegen woordige tijd onbeperkt hoerscher was ge bleven, zat een clubje kunstenaars, onder het genot van een glas Münchner. Het mik- pnnt aller blikken en aller woorden was een man van ongeveer 35 jaren, met prachtige zwarte lokken en spitBtoeloopenden baard. Deze persoon zag goedig glimlachende op zijne kameraden neer en stiet met hen beurtelings aan. „De gelukkige", riep een blond jongman uit. „Hij heoft zijn vijf-en-twintigste schilderij verkocht, dat is toch een wonder „Hml" bromde een reeds grijzend schilder, die naast hem zat, vol onverholen wangunst. „Hm, 25 schilderijen in tien jaren tijd. Ja, jaMenigeen wordt het zoo maar in den schoot geworpen!" „Oho, Martin, oude jongen," antwoordde hem Max Schreiner, de gevierde. „Gij doet mij onrecht. Ik heb volatrekt niet stil ge zeten, maar zelfs bard gewerkt. Daarbij ben ik ook zeer gelukkig geweest, dat wil ik n wel bekennen. Een schilderij was ter nauwernood gereed, of ze werd mij afgekocht." „Geluk. Dat is bet juist," hernam Martin. „Anderen, de niet minder ijverig zijn, moeten met hunne schilderijen de kunsthandelaars afventen, en krjjgen er een spotprijsje voor. Een enkele maal in mijn leven het is nu zoo wat lien jaar geleden kreeg ik ook eens een bestelling. De kerel geeft mjj twin tig gulden voorschot en komt niet terug." „Zoudt gij dan voor de schilderij meer gekregen hebben plaagde hem een buur man. „Nu, schatten heeft men nu juist niet aan mijne voeten neergelegd," zeide Schreiner. „Maar ik krijg tocb altijd een behoorlijken prijs. Wat mij daarbij zoo recht verheugt, is, dat mijne werken niet in de salons der rijken geschat worden naar de grootte der koopsom, ot met het oog op de prachtige lijst als wandversieringen gebruikt worden, maar de eer gcDieten, in de schilderij-mu seums en bekende kuust-galarijeu etn, zij het dan ook bescheiden plaatsje gevonden te hebben. Het is mij, alsof zij daardoor, dat tij aan Let publiek bebcoren, tin d«.ele nog mijn eigecdoin rijn gebleven. Ik kan ze van trd let tjjd tien, alle dagen en, zoo lang ik wil, ze beschouwen." drie tot zes maanden. Schagen den 26 Mei 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Socretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Scha gen, brengen naar aanleiding van art. 228 alinea 2 der wet van 29 Juni 1861 Staats blad no. 85, aan belanghebbenden in her innering, dat alle vorderingen ten laste der gemeente zullen moeten ingediend zijn binnen zes maanden, volgende op het jaar waarover dezelven loopen, en dat bij ge breke daarvan de vorderingen zullen ver jaard en vernietigd zijn. Wordende dus allen, die nog eenige vor deringen ten laste dezer gemeente moch ten hebben over den jare 1892 uitgenoo- digd, die voor den 80 Juni as. in te le veren, ten einde zich daardoor voor de nietigheid en verjaring ervan te vrijwaren. Schagen, 30 Mei 1893, Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. fl. BEELS. de Secretaris, DENIJS. Binnenlandsch Nieuws. "Verslag der vergadering van den raad der gemeente Barsirtgerhorn, gehouden op Zaterdag den 27 Mei 1893. Afwezig de heer Burgemeester, wegens ongesteldheid. Vooizitter: de heer W. Kossen. Na opening der vergadering worden den notulen den vorige zitting gelezen en goedgekeurd. Voor kennisgeving wordt aangenomen eene missive van Gedeputeerde Staten dd. 26 April jl n 19, houdende gotdkeuring der benoeming van den Gemeente-Secre taris tot ontvanger. De voorzitter deelt mede, dat door den heer P. Bronderdie den 25 April jl. tot ontvanger dezer gemeente werd benoemd, eene borgtocht is gesteld door belegging eener som van f 2400 nominaal a 2 V2 pet. op het Grootboek der Nationale Werke lijk Schuld. Nadat van de grosse der akte van borg stelling inzage is genomen, en de borgtocht „Wat gij echter wel zult vergeten," bromde Martin. „Toch niet," antwoordde Schreiner. .Zoo dra ik de schilderij, welke ik nu onder handen heb, afgemaakt heb, wil ik de verschil lende instellingen in Europa, waar mijne scheppingen een plaats veroverd hebben, bezoeken. „Waarom wilt gij niet liever een reisje maken door alle werelddeelen „Omdat ik in de andore vier geen schil derijen geleverd heb. Maar in Europa zijn maar weinige museums, in welke ik niet vertegenwoordigd ben." „Na, hier toch niet," bracht Martin in het midden. „Bah!" zeide Schreiner. „Een profeet is in zijn vaderland niet geëerd. Maar dat zal nog wel komen." „Leer mij, hoe ik het moet aanleggen, om zoo gelukkig te worden," ri?p de blonde jongeling uit. „Hetleeren?" vroeg de Schreiner. „Mijn waarde, dan zon ik in groote verlegenheid geraken. Mijn geluk is voor mijn zeiven eigenlijk een raadsel. Mijne eerste schilde rijen waren tentoongesteld gelijk gij allen weet, en vonden waardeeriDg genoeg, maar geen koopers, niettegenstaande den beschei den prijs. Ik was toenmaals uit Bome terugge komen en daar mijn stipendium tot de laat ste cent verteerd was, had ik geld voor de schilderijen bard noudig. De schilderijen hingen wol al e®n jaar in mijn atelier daar komt op zekeren dag een vreemdeling bij mij die van mij schijnt gehoord te hebben en hij koopt mijn geheelen voorraad schilderijen af. zonder ze nauwkeurig te bezien. .Maar dat niet alleen. Hy belooft mij, voor mij propagande t9 maken, daar hy op zijn reis speciaal in kunstenaarskringen ver keert. De man heelt woord gehouden, gelijk gij ziet. Mijne Diana is in Petersbnrg, de Droom in Munchen, de Parzen in Frankfort, in het Leipziger Muzenm zijn Twee kleine re genre-beelden, in Berlin is mijn sterven de comediant en de Forel, die ik het laatst onder banden bad, is naar Dreeden verkocht, verbeeld n, Daar Dresden." „Ongehoord bromde Martin, .Maar een zaak hindert mij toch," ging Schreiner voort „Namelijk, dat ik de schil- derijenvooraf hier niet mag tentoonstellen.Men wil ze steeds als quasi-piemières hebbeo. Van daar komt het, dat men hier in mijn vsderlaiid mijn naam minder kent en bijna veigeet.dat Ut etn schilder btn. Ik neem is goedgekeurd, legt de heer Bronder in handen van den voorzitter de vereischte eed en af. Ter tafel wordt gebracht de rekening van het Algemeen Burgelijk Armbestuur de zer gemeente tot een bedrag in ontvangst f 9422,89 in uitgaaf f 9146,96', Batig sa'.do t 275,92°, en van het Weezen-arm- bestnur iu ontvangst f 7265,71; hieronder f 8447,98 aan batige saldo's van vroegere diensten, in uitgaaf t 8013,48' Batig saldo f 4252,22'. De commissie rapporteert behoudens en kele opmerkingen, tot onveranderde goed keuring. Hiertoe wordt besloten. Tot leden van het stembureau voor de a.s. verkiezing van leden voor den gemeenten- raad werden benoemd, de heeren: Smit en Raat. Niets meer aan de orde zijnde en bij de algemeene rondvraag niemand bet woord verlangende, sluit de voorz. de vergadering. Het gemeentebestnurvan KORTENHOEF is dezer dageu tot de ontdekking gekomen, dat het vrij aan zienlijke bezittingen in den polder heeft. Een huis, vroeger steeds door den polder meester verhuurd, bleek het eigendom der gemeente te zijD, waarom den bewoner is aangeschreven, ziju huur aan de gemeente te betalen. Bij de aan besteding voor materieelen ten behoeve van den polder HEERHUGOWAARD waren laagste in schrijvers: Wed. G. Gras te Zaandam voor eikenhout f 464. T. G. Gras te Zaan dam, grenenhout f 429. Leveber te de Rijp, vurenhout f 112. W. H. Wild te Alkmaar, teer f 111.60 C. de Wild te Alkmaar, metselwaren f 277.72. Dezelf de grint f 2.47 per M3 T. H. de Lange te Alkmaar, spijkers f 236.71. Bleckeren Barle te Duisburg, steenkolen, f 0.615 per H. L. Zondag 28 Mei 1. 1. hadden op betrek kelijk kleinen afstand van elkaar, twee Festivals van Fanfarekorpsen plaats, en wel te Beemster en Edam. Omtrent beide feestelijkheden wordt het volgende ver meld: In de welvarende gemeente, den BEEM STER, door velen het Noordhollandsch ook voortaau met die bepaling geen genoe gen meer." Schreiner bad zijne laatste woorden nau welijks gezegd, of eenige koninklijk—Mace donische lijfgardes in schitterende helmen en met panterhuiden over den schouders tra den binnen, namen plaats aan de tafel en riepen om bier „Uier is bet goed te zijn," zeide een tan ben. „Na al die rook en hitte in de groote zaal." „Waar hadt gij het over vroeg een ander. „Oter Schreiner's verbazend geluk," ant- woorde Marti®, „Waar is Meders vroeg Schreiner nu. „Die staat nog op wacht voor den trom zijner majesteit koning AlexaDder den groote, doch hij weet die eer slechts op prijs te stellen; want hy klaagt geweldig over ver veling en dorst." „Zijn ongeduld heeft nog een andere reden," zeide de eerste der lijfgardes. „Hij heeft laatst in een spoorwegcoupé kennis gemaakt met ®en rijken barbaar, dien hy op dit feest hoopte terug te zien." „Een barbaar „Nu ja hij is een een Turk, Servieër, Roermaniër of zoo iets. Hij bad alleen bet plao, hem zijn schilderijen aan te prijzen. Maar daarop is bem iets onverwachts gebeurd. Hij brengt den vreemdeling op zijn atelier, toont bem eenige schetsen, in d® hoop, dat ze den barbaar iD verrukking zullen bren gen, en is geheel verblnft, als deze hem met de grootst mogelijke bedaardheid vraagt „dat zijn zaker uw kladschetsen?' Een algemeen gelach weerklinkt, en toen dit bedaard was, ging de spreker voort „Meders baalde dq zijne beste stukken voor den dag en geraakte nog meer van zijn stnk toen de barbaar hem op eenige fouten op merkzaam maakte, waarvan Meders de waar heid üiet kon betwisten. Maar het benauwdst kreeg Meders het, toen de man naar Schreiner vroeg, of die veel schilderde en veel ver kocht." „Naar mij vroeg Schreiner verbaasd. „Ja, naar u en nog wel uitvoerig. Gij kunt u voorstellen, boe Meders was. Het beate is het dan ook, dat gij bem maar uit den weg gaat." „Maar ik ken dien man niet eens." „Die Schreiner is toch een ware geluks vogel," bromde Martin. „Kortom, Meders geelt de boop niet op, hem toch eenige schi'dirsstukken aan de hand deen m is lu bezig zijne stukken te Paradijs genoemd, had den 28 een fes tival plaats van veertien fanfare-corpsen uit Noordholland. Begunstigd door fraai weder, was een groote menschenmassa van heinde en ver hierheen getogen, ten einde het feest bij te wonen. Het met groen en vlaggen, kramen en ten ten versierde feestterrein achter het Heerenhuis, waarop de nieuwe muziek tent prijkte, was door de goede zorgen van de Gebrs. Admiraal, bloemisten te Rijp, in een gezellige plek herschapen. Te een uur vereenigden zich de korp sen met de feestcommissie in de boven zaal van het Heerenhuis, waar door den heer P. Knip Jr., voorzitter der feesge- vende vereeniging „Koningin Wilhelmi- na", een hartelijk welkomstwoord tot de korpsen werd gesproken. Hierna werd de eerewijn aangeboden. Yervolgens werd een optocht gehouden en werden sere nades gebracht aan den burgemeeste aan den heer H. de Goede, dijkgr van Beemster en P. Jongens Y" oud-lid van den gemeenteraad. Ten twee uur kwam men op h' terrein aan, waar door de gezai. korpsen, onder leiding van den 1 Schoo Hzn., directeur van „K "Wilhelmina", een feestmarsch w gevoerd, getiteld„Salut a Bv,-^.. en vervaardigd door M. J. H. Kessels. Vervolgens werden door ieder korps twee nummers ten gehoore gebracht. De verschillende korpsen kwamen uit de Beemster, Avenhorn, Berkhout, Enk huizen, Hem-Venhuizen, Koedijk, Knol lendam, Landsmeer, Middelie, Oosterleek, Oostzaan, Rijp, Noordschermer en "Wor- mer. Na afloop had de uitreiking der her- inneringsmedailjes op het raadhuis plaats door den burgemeester. Yan 6y2 tot 7 V2 uur gaf Beemster's gymnastiek-vereeni- ging „Hercules", onder leiding van c directeur P. Hoogstraaten, eene open re uitvoering op het feestterrein, die stekend slaagde. Hierna werd van 8 10 uur een zeer druk bezocht bal-ch; pêtre gehouden en het terrein agio. verlicht. Het feest werd besloten d een keurig vuurwerk. Te EDAM had plaats het door Eda Fanfarekorps uitgeschreven Festival Fanfare-korpsen in Noord-Holland. verbeteren en legt daarbij een ijver aan 1 dag, dat de stukken er af vliegen." „Het is een vermomde kunsthandel dat zeg ik u," riep de blonde jongeling „Neen, bij komt regelrecht uit het Oo hierheen en hij is hier geheel en al ol kend. Hij vertelde aan Meders, dat bij daar ginds spoorwegen bouwde, hetgeen geen slecht zaakje scbeen te zijn." „JongensDien deelen wij, dien mag Meders niet alleen hebben," riep de blonde nit. „Zoo is het," riepen de anderen uit en sloegen voor, daar Meders toch niet van zijn post kon wegloopan, hem over bet signale ment van zijn oosterling te vragen en dezen samen op te sporen. Met algemeen goedvin den stond men nn op en ging men naar de feestzaal. Zij hadden evenwel geen rekening gehouden met den toorn van den zich in een allerongunstigst humeur bevindenden Meders, die hen een kleio, zeer corpulent man met rooden, langen baard en een met een Fez bedekt kaal hoofd nauwkeurig be schreef, en het uitbarstte van het lachen, toen aij zich in alle richtingen verstrooiden, om eiken kleinen dikken man, die ben toe vallig tegen kwam, aan een vergelijk met het signalement te onderwerpen. In den donkeren achtergroud eener loge zat intnsschen de gezochte, da arm op de leuning van den stoel, en het hoo d op de hand geleund. Zelf ongezien, liet hij zijn blikken dwalen over de in de zaal door één- krioelende menigte. Menigmaal nam hij de ze of gene gestalte soherper op, en telkeDs was bet een man een donkeren puntbaard. Hy zou bet bepaald uitgeschaterd hebben, wanneer bij Meder's beschrijving omtrent zijn persoon gehoord hadwant bij was groot en breed geschouderd, een dier ge stalten welke slank en tcch zeer gespierd zijn. Hij droeg korte bakkebaarden en het moest de aandacht trekken dat zijn hoofd haar zeer vergrijsd was; terwijl zijn baard nog geen enkel grijs baartje bad en zij ge laat hem een leeftijd gaf van hoogstens zes endertig jareD. Hij bad een vrij langen tijd in zjjn loge gezeten, teen hij eensklaps op- sproDg, den vrij grooten tooueelkyker opnam en daarmede een persoon, die juist de feestzaal betrad, scherp monsterde. Toen bij den kijker weder neerzette, vonkelden zijne oogen, zijn gelaat was bleek gewor den en hij dtukte de lippen vast op elkaar. J De persoon, die hem zoo deed ontstellen, «as niemand anders dan de schilder Max Schreiner. WORDT "VERVOLGD. ccuda I vraag prijslijsten of opzichtzendingen aan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 5