«DIENSTBODE. DAMES-KNIPCURSUS, n Getrokken Pr ij zen. >1 arktberichten. PLAATSELIJK NIEUWS. Burgerlijke Stand. Gemeente Zijpe. Advertentiën. Mevrouw De Heer vraagt tegen 1 JULI '93 volgens Fransehe Coupe. Een paar JAN WINKEL, Laan 1) 4, Schagen, de Wed, Kl. Denijs, JoieNiis-Vemiipp! „Wanneer de tijd van kalven nadert en ge denkt, dat uwe koeien nog circa 3 we ken kunnen gemolken worden, vóórdat ze droog zijn, melkt ze Jan die 3 weken eiken morgen tusschen 11 en 12 nnr, dos één maal per dag. Ik verzeker u, dat nwe drachtige koeien ook des morgens vóór 12 nur kalven. Reeds meermalen heb ik dit geheim aan tal van landbouwers medegedeeld. Sommige vonden het te lastig, anderen deden het niet op gezette tijden en had den dus de gewenïchte uitkomst niet ver kregen. Doch zij, die werkelijk nauw lettend het middel hadden toegepast, za gen hun weric bekroond en konden ge- hun hoofd nederleggen, verzekerd je, dat de koe, die op kalven stond, den anderen morgen vóór 12 uur zou af kalven." Aangenaam zou het steller dezes zijn, indien sommige landbouwers dit middel in praktijk brachten en hunne uitkomsten mededeelden. Maandblad Landb. Limburg.) Een allertreurigste moord wordt nit Nicastro, in Italië gemeld. Een 40-jarig timmerman, Antonio Torchia, tot voor korten tijd een oppassend werkman en goed huisvader, heeft zijn vrouw en zijn vier kinderen doodgeschoten, een aan genomen kind, dat zich dood hield, zwaar gewond en daarna zichzelven voor het hoofd geschoten. Torchia leefde zeer gelukkig met zijn brave vrouw, totdat hij, eenigen tijd gele den, ongeoorloofde betrekkingen aauknoop- te met een 46jarige buurvrouw, Clementi- na Cbiumbalo. Liefde voor die minnares en woede over een beleediging, hem door zijn vrouw aangedaan, moeten Torchia ge bracht hebben tot de misdaad. De inwoners van Nicastro waren, zoodra de moord bekend werd, uiterst verbolgen op de vrouw, die de voornaamste aanlei ding daartoe gaf, en slechts met moeite kon de politie haar beschermen tegen de woe de van het volk, dat haar wilde dooden. Reiniging van den mond. Borax is een goed en niet onaangenaam middel om den mond te reinigen, wanneer men holle kiezen heeft. Een kleine hoe veelheid, ruim zooveel als men tusschen duim en vinger houden kan, wordt op de tong genomen en als ze opgelost is, in den mond heen en weer bewogen, tot alle deelen er mee in aanraking gekomen zijn. Een praatje over gieten. Water is voor alle planten onmisbaar. Niet alleen dat het een bestanddeel is van alle planten, maar het voert dezen ook haar voedsel toe, nadat het dit eerst in den grond heeft opgelost. Water is even onmisbaar als mest, zoo niet onmisbaarder, want wat vermag mest in een kurkdrogtn grond? Eerst door den invloed van water ver gaat de mest en wordt hij opgelost, om in dien toestand door de wortels der plan ten opgenomen en door het gansche plan- tenlichaam heengeleid te worden. Zonder voeht zou Blle plantengroei onmogelijk zijn. Vooral in den tuin is water een belang rijke factor, omdat men hier zich doorgaans op een intensieve cultuur toelegt en dus meer dan één oogst in een zomer van den grond wenscht te bekomen en zonder een ruim gebtuik van water te makeD, ten tij de dat het lang droogt, zou dat toch niet gaan. Van Mei tot September mogen we wel zeggen, moet de gieter schier dagelijks ter hand genomen worden, want als de groud niet doorloopend vochtig gehouden wordt, ontwikkelen zich de planten niet krachtig genoeg en geeft de tuin niet, wat hij ge ven kan. Voor het gieten of begieten is regenwa ter 't meest aan te bevelen, omdat het zuiver is en veel lucht in zich opgenomen heeft. Putwater is minder verkieslijk, voor al omdat het een te lage temperatuur heeft, wat echter verholpen kan worden door het geruimen tijd aan de lucht bloot te stel len. Of slootwater ter begieting gebruikt mag worden, hangt van den aard van het wa ter af. Is het niet door schadelijke stoffen verontreinigd of met stikkende gassen door trokken, dan zal het den planten niet hin deren en kan men deze er dus gerust me de begieten; in het tegenovergestelde geval echter wende men het niet aan. Tusschen gieten en gieten is een groot onderscheid. Als regel stellen we, zegt een der bla- deD, in dezen voorop: liever niet gitten dan onvoldoende. Het doel van dit werk is den grond tot aan de wortels der plan ten te drenken, opdat er plan ten voedsel kan opgelost worden en water in de plant komen. Dan, maar dan ook alleen, wordt een welige wasdom te voorschijn geroepen. Giet men oppervlakkig, dan veroorzaakt men meer schade dan voordeel, omdat wel de bladeren verfrischt worden en beter hun functiën zullen verrichten, maar de wortels blijven onwerkzaam en voeren dus den plan ten geen voedsel toe. Daarom leggen we er den nadruk op, dat het gieten energiek plaats hebbe en niet doe denken aan wat men besprenkelen noemt. Heelt men geen water genoeg om al de gewassen, die de kuur behoeven te ondergaan, te begieten, dan neme men liever een deel ervan onder banden. Beter één bed afdoende begoten, dan twee gebrekkig. Een bed, dat krachtig is begoten kan het een week buiten water sit lier» en zal flinke gewassen voortbrengen, mits natuur lijk de overige levensomstandigheden voor hen gunstig zijn; een bed echter, dat veer tien dagen achtereen slechts oppervlakkig nat wordt gehouden, kan geen planten voortbrengen, die een krachtig leven open baren. Hier geldt: alles of niets. Steeds moet men het gsheele bed nat maken en niet slechts de planten alleen, want in het laatste geval trekt toch het wate», tenge volge der capillariteit, naar alle richtingen heen, waarvan weer het gevolg is, dat het niet genoegzaam tot de wortds doordringt. Het beste is, dat men als volgt te werk gaat: eerst begiet men het bed slechts oppervlakkig, opdat het water er niet over heen wegvloeie. Een kwartier later giet men ten tweeden male. Trekt bet water niet meer den grond in en zouden er zieh plasjes op vormen als 't ten minste niet over de oppervlakte wegvloeit dan houdt men even op, daar anders de grond te gesloten en voor de lucht ondoordringbaar wordt. Na verloop van een half uur giet men ten derden male en wel zoo krachtig mogelijk. Sommige meenen, dat men niet bijzon neschijn mag gieten, maar zonden ze daarvoor wel afdoende reden kunnen noe men We betwijfelen het zeer, want waarlijk er is niets tegen. Alleen zou men hierte gen kunnen aanvoeren, dat het water spoe diger verdampt, naarmate de temperatuur van de lucht warmer is. Op dien grond verdient het dan ook aanbeveling het werk 's morgens of 's avonds te doen, maar o- verigens de planten lijden er niets door, integendeel, ze zullen er zeer van opfris- schen. De gieter bestaat gewoonlijk nit twee deelen, die van elkaar gescheiden kunnen wordeu; het eigenlijke lichaam of den bak en het mondstuk. Waarschijnlijk maakt men hem zoo, met het oog op een even- lueele verstopping der gaatjes, want het kan toch niet aanbevolen wordeD, te gie ten zonder mondstuk, oindat in dit geval de hoeveelheid in eens te overstelpend zou zijn en de grond rondom de plantjes weg gespoeld zou worden, een operatie, die zorg vuldig moet worden vermeden. Stee '- moet men het water zooveel mo ge* gs aanbrengen in den vorm van een fijnen regen: 1. omdat het dan zooveel mogelijk met de lucht in aanraking kan komen en daaruit zuurstof opnemeo, en 2. omdat het dan den grond zoo min moge lijk toeslaat. Het dichtslaan van den grond zal nooit geheel voorkomen kunnen worden eD 't is daarom zeer aan te beve- ien, dat de grond, eenigen tijd na dat hij gedrukt is, opengemaakt worde, opdat toch vooral de lucht haar weldadi ge werking bij voortduring kan blijven uitoefenen. Van den onlangs overle- den vorst Adolph von Schaumburg-Lippe wordt de volgende anecdote verhaald. Toen in 1893 te Erankfoit a. M. het vorstek- congres bijeen was, bood de vrije stad Frankfort haar gasten een feest aan. Ter wijl de Duitsche vorsten in een afgesloten gedeelten der feestzaal gezellig aan kleine tafels bijeenzaten en levendige gesprekken met elkander voerden, kwam plotseling on der de heeren een algemeene beweging. De gekroonde hoofden stonden op, om een in den kring getreden en onaanzienlijke uit ziend maunetje te begroeten. Alleen vorst Adolph von Schaumburg-Lippe bleef tot aller verbazing zitten. De keurvorst van Hessen kwam eindelijk op hem af en flui sterde hem in het oor: „Wilt gij dien mijn heer niet ook begroeten? Weet gij nien wie het is?' - „Neen!" „Het is barot Rotschild!" »Och, wat gaat dat mij aan! Ik ben den kerel niets schuldig'. In Zwitserland duurt de droogte nog steeds voort: de oudste boe ren herinneren zich niet een zoo droog voorjaar beleefd te hebben. De toestand is er alles hehalve rooskleurig; het veevoeder raakt op; slechts tegen buitensporig hooge prijzen is het nog te bekomen. In de Zwitsersclie Jura moeten de bewoners uren ver lcopen voor een kleine hoeveelheid water. Bovendien hebbed de wijnstokken en zelfs de graangewassen veel van de nacht vorsten geleden. Geheel Zwitserland ondervindt de gevol gen vau de schade, die de laudbonwers lijden: hoewel het vee goedkoop wordt èu melk èn vleesch zeer in prijs zijn. De bevolking is beangst; gedurende een dag ot veertien worden overal pogingen in het werk gesteld om het kwaad te genezen. De landbouwers hebben de hulp de.» regeer ing ingeroepen. In de meeste kantons wordt nieuw voeder aangekocht, waarvoor de re geering een subsidie gegeven heeft, en de Groote Raad heeft het uitvoerend bewind onbeperkte macht en onbepaald crediet ge geven, om de noodzakelijke maatregelen te nemen. Een uitzondering. „Wat je ook doet, mijn jongen, begin met het b«- gin, van onderen al aan uaar boven.' „Ja, maar vader, als ik nu eens een pnt moet graven Uitgesteld. Een man van zes voet wordt op straat door een piepjong kereltje om vuur aangesproken. Hij blijft staan met de sigaar in den mond, maar toont zijne bereidwilligheid door niets anders. „Maar zoo kan ik er niet bij!' zegt het mannetje netelig. „Wacht dau tot je er bij kunt!' is het plechtig bescheid. Vrome gemoedsbezwaren. Op eeu Zaterdag viel een jood in een put. Uit eerbied vcor zijD Sabkatb, wilde hij er zich dien deg nitt laten uithalen. De pnt was op bet landgoed van z< kt ren Lord Glastin, en dize, als ten echte Engtlsch- man, niet minder streng in het vieren van zijn rustdag, wilde hem den volgenden dag er niet laten uithalen, omdat het Zondag was; en voordat de Maandag kwam, was de Jood dood. De Pall Mali Gazette merkte op, dat goede lichaamsbeweging b. v. een partij cricket na een licht ver teerbaar middagmaal, dat op een stevig lnncbeon gevolgd is, menschen van mid delbaren leeftijd zoo zeer zon verjongen, dat zij zich zelf niet meer zouden her kennen. ,Nn" zegt het blad, „ziet men mannen van zaken op middelbaren leef tijd steede dikker, kortademiger, deftiger zwaarmoediger en onverschilliger worden. Hem aan het lachen te maken is een on mogelijkheid; een aardigheid ten zijnen kost te verkoopen staat gelijk met het bedrijven van een onvergeeflijke zonde. Zijn genoegens zijn met zijn jeugd verdwe nen, hij leeft slechts voor zijn „eerbied waardigheid' en zijn geldbeurs. Het ver schil tusschen de jeugd en den middel baren leeftijd is zeer groot: de eerste is vol leven en geest, de laatste is een zich bewegende berg van vet." En dit, zegt het blad, kon voorkomen worden door gezonde ontspanning. Eenzonderlingpo stwagen- tje. Eenig in het Zwilsersche postwezen is zonder twijfel het vervoer van brieven en zelfs groote pakketten tusschen de dor pen Arvigo en Braggio in het Tessinsch Calancadal. Op steile, in den winter door lawinnen ontoegankelijke hoogten, 1500 meter boven de oppervlakte van de zee, ligt het arme dorpje Braggio, dat slechts 400 inwoners telt. Tweemaal per dag on derhoudt een wagen met een paard bespan nen, het verkeer met de buitenwereld. Om nu den dikwijls levensgevaarlijken tocht van Braggio naar het poststation Arvigo te besparen, kwam de ondernemer van den postdienst op de volgende gedachte: Hij kocht een stevig ijzerdraad van een vinger dikte, een schuitvormige op twee wielen looper.de mand, cn bouwt boven een plan ken hutje als eindstation met een windas. Dit is de geheele inrichting. Klokslag negen uur begint het werk. Een klok- signaal komt van beDeden uit het dal, De mand wordt geladen, het touw waarmede de mand is vastgebonden, wordt losgemaakt en fluitend schiet het voowerp naar bene den. Het trillende touw giert in de lucht Plotseling verstomt dit geluid, Se post is te Arvigo aangekomen Vier minuten duurt de ren naar het dal, tion minuten die naar den berg. Vijf minuten later komt met de nauwgezetheid van een Gothard sneltreiu de oude grijze postiljon met zijn moeden ouden schimmel te voorschijn en rijdt het dal in om de bewoners der dorpen Arvigo en Lauderenca hunne brieven te brengen. Hoe de nieuwe modes inde wereld komen. Men is soms verwonderd, hoe de Pa- rijsche modiste aan haar nieuwe ideeën komt. Toch is de bron, waar zij uit put, niet ver te zoeken. In plaats zichzelf ts kwellen, met nieu we vormen, of haar employees te hulp te roepen, is zij steeds bereid een goeden prijs te betalen voor nieuwe modellen of ideeën. Een vrouw met een flink ontwikkeld schoonheidsgevoel en een rijke fantasie, kan daarvan rijke vrachten plukken, door die eigenschappen dienstbaar te maken aan het uitvinden van nieuwe costumes, hoedjes enz. De groote winkels zijn even als de par ticuliere modisten tuk op nieuwtjes, en concurreeren sterk. Twee-, drie-, en zelfs vierhonderd francs wordt bereidwillig ge geven voer iets nieuws op het gebied van de mode. Hetzelfde is het geval met ver bazende menigte „Articles de Paris." Een hooge prjjs wordt betaald voor een eenvoudig stuk speelgoed, dal later bij honderdduizenden wordt gefabriceerd en verkocht voor enkelen stuivers in de ba- zars op de boulevards, TeRio Janeiro stierf on- langs de Braziliaan, Joachim Pensoroso, een man, die wegens zijn grooten rijkdom en nog grooter zonderlingheid bekend was. In een vertrek, waar nooit iemaud mocht komen, had hij een tafel staan, waarop hij nimmer iets neerlegde en waarvan nooit het stof werd afgenomen. Kort voor zijn dood liet Pensoroso zich in een leunstoel naar die kamer dragen en schreef met de wijsvin ger der rechterhand zijn testament op die tafel. Daarop gaf hij bevel dat het vertrek, in tegenwoordigheid van den rechter moest wordeo gesloten en verzegeldtwee uur later was hij een lijk. Toen de bloedver wanten vau den doode toesnelden om te hooren aan wien hij ziju vermogen had na gelaten, liet de rechter de kamer open maken, waarin zich het zouderlinge, goed leesbare testament bevond, waaruit bleek dat Pensoroso al zijn schatten aan een ver ren bloedverwant, een beschaafd maar zeer arm jongmensch, had nagelaten. De ove rige erfgenamen wilden nu wel het testa ment als vau nul en geener waarde doen verklaren, maar de rechtbank achtte het vol komen geldig. Het vochtig maken van couvertranden en postzegels met de tong is niet alleen minder zindelijk, maar kan ook gevaarlijk zijn, daar door een kleine verwonding aan de tong bloedvergiftiging kan ontstaan. Ook kunnen zich in de gom ziektekiemen bevinden, die door de bevoch tiging met de tong in het lichaam opge nomen worden. Men besluite daarom nimmer op deze gevaarlijke wijze een couvert dicht te plak ken, of een zegel aan te hecbteD, maar bezige dsarloe sleeds een vochtapparaat. Als de fcesle bevelen wij de glazen aan. 5de Klasse. Trekking van 80 Mei. Prijs Tan f 25000: No. 12553 [Moet men voor een enkelen keer een post- 342ste STAATSLOTERIJ zegel opplakken, dan drukke men die even j op een vochtige spons, Een proefneming vanden heer D. Gastman te Beerta met het mui zengif van prof. Loefller is uitstekend gelukt. Geen spoor van nieuwe gaten is er te vinden, terwijl in de oude geen versche stengels of andere plantendraden te vinden zijn. De klaverplanten werden niet aangeknabbeld en in de oude gaten ontwikkelt zich reeds weer nieuwe plan tengroei. In de aangrenzende landerijen is 't duidelijk zichtbaar, dat de muizen er nog lustig knabbelen. Versche mui zengaten ziju er bij de vleet aanwezig en aan plantendeelen ontbreekt het daarin niet. De schrijfster van brieven uit Londen in het Vad. geeft het volgen de recept om eieren voor den winter te bewaren: Kook gedurende tien minuten vijf kan water, een ons salpeter en een pond keu kenzout. Roer hier vier groote eetlepels ongebluschte kalk door voor het mengsel koud is. Vul daarop den pot of kan met wijden nek, dien ge wenscht te gebruiken slechts half vol en laat het twee dagen staan. Dan kunt ge er de eieren in dom pelen, die'tot Maart d.a.v. goed zullen blij ven. J. H., winkelier en slijter met „vergunning te Charlois, vader van 7 kinderen, is na de gelden eener erfe nis bij den notaris opgenomen te heb ben, met zijne vroegere dienstbode, een meisje van ruim twintig jaar, op den loop gegaan. Professor Garner, die naar Afrika ging om de taal der apen te bestudeeren, verzekert, dat hij zeer goed geslaagd is. Hij is, naar hij schrijft, veilig aan de kust gekomen en de trot- sche eigenaar van een sjimpansee, die kan zeggen: Tenakoe Paketa, wat in een der Afrikaansche talen beteekent: „goeden dag, vreemdeling;" voorts van een gorilla, die twintig andere Afrikaan sche woorden kan spreken, en een wijf jes orang oetang, die Donner und Blitz heeft geleerd van een Duitschen be diende, op wien zij smoorlijk verliefd schijnt te zijn. „Ik heb voorts", schrijft hij, wat belangrijk is, ongeveer 200 apenwoorden opgeschreven. De apentaal is een zeer primitieve taal. Er zijn misschien niet meer dan 20 of 30 woorden in, die ik nog niet heb, en ik kan mijn taak dus wel als volbracht beschouwen." De overstroomingen, die de Transvaal hebben geteisterd, zijn in verschillende opzichten rampspoedig geweest voor het land. Noch het water, noch de koorts hebben ooit zoo veel kwaad gedaan. Eerst regende het gedurende een week,op Afrikaansche manier natuurlijk, d. w. z. bij wolkbreuken, die niet ophielden. Op een Vrijdag, dien men sedert dien naaui van Zwarten Vrijdag, heeft gegeven, bereikte de zondvloed zijn toppunt en ging vergezeld door een geweldigen storm. In het dal der Krokodillenrivier werden 40 huizen in dien éenen nacht weggespoeld en van de bewo ners is niets meer te vinden. Het overvloedige vocht heeft bovendien schadelijke miasmen doen opstijgen, tenge volge waarvan nu de koortsepidemie met ongekende hevigheid woedt. Barberton heeft verschrikkelijk geleden, in de zoo rijke vallei der Elandsrivier zijn nagenoeg alle inlanders gestorven. Het kleine aantai geneesheeren doet wat er te doen is, maar kan natuurlijk niet veel uitrichten. Op eene zoo groote uitgestrekt heid is het moeilijk, eeu ramp te overzien, maar men schat het aantal dooden op 10,000, alleen onder de Kaffers, die als muizen stierven. 1000: 400: 200: 100: 986 1322 3304 3673 5874 6578 14256 16 5118 7513 13560 14374 17307 5063 223 6958 7079 7278 7866 11366 15492 IJ oom 27 Mei H. L. Rogge Zondag j.1. hield de Scha- gerwielrijders-vereeniging hare eersten clubtocht. Onder leiding van den „captain" J. Merzvertrok men des morgens te 91/9 overSchagerbrug langs het N. H. Kanaal naar den Hel der, waar men te HV2 uu* aankwam. De terugtocht ging over Anna P a u- lona en Wieringerwaard. De geheele afstandsrit bedroeg ruim 50 K M, wat voor een eerste rit zeker voldoen de mag heeten. Eenige heeren van Schagerbrug traden als lid tot de vereeniging toe. Ingeschreven van 19 26 Mei 1893. Geboren: Rens Hendericus Johannes Martinus, z. r. Rens Rentenaar en Antje Kramer Lourens, z. r. Loureus Schilder en Catharina Faber. Anna Catharina, d. v. Abraham Smit en Trijntje Groet. Arie, z. v. Jan Wit eü Neeltje Vries. Bemardus Cornelis, z. v. Andries Geerlink en Jantje Schuitemaker. Ondertrouwd: Hendrik de Graaf, jm. Land man, 23 jr. te Helder en Cornelia Wit, jd. zonder beroep, 20 jr. te Zijpe. Krijn Baken, jm. Landman, 38 jr. te Callant- soog en Trijntje Biesboer, wed. van Jan Betk, Boerin, 27 jr. te Zijpe. Overleden: Maart je Snel, 48 jr. verlaten Ecbtgen. van Pieter de Waard, eerdsr gehuwd geweest met Klaas Geel. Getrouwd; Geene. 1893. Aangeroerd, t a 5.50 a 4. a 3.50 a 10.50 a 7.50 a 12.- a 6.75 a 8 Tarwe 10 „Garst 7 Haver I, WittoErwten Groene dito Grauwe dito Vale dito Bruine boonen 6.25 a Geeleboonen a 241 Wilteboonen 9.—a I Paardenb. 5.25 a Karw.jsaad 14-50 a Mosterd zaad 26.e Paarden 65.— a Koeien 135.a 2 32 24 337 719 40 8- a 12.— a 6— a 12.— a a 5.— a 3.50 8.— 5.— 4.50- 12.— 12.— 16.— 14.— 12.— 12!- 6.- 15.— 28.— 125.— 215. 22. 21. 11.— 24.- per Kalveren Schapen Lammeren magere Varken» Zeugen 121 Biggen 5.— a 11.- Kip-Eieren per 100„ 3.50 a 2100 koppen boter 60 a 65ctper kop JParmsmid, 30 Mei 1893. Aangevoerd 367 stapels. Hoogste prijs kleine kaas f 30.50 stapel middelbare f 25. K.G. Boter f 1.00 a 1.10, per K.G. 20 Stieren. 30 Paarden. 444 Runderen. 189 Vette Kalveren f 0.50 k f .80 KG., handel stug 230 Nuchtere dito, f4.—kl4 per stuk handel stug. 131 Vette Varkens per Kilo f 0.44 a 0.52 handel matig. 108 Magere idem per stuk f 14.— a 25.— handel stug. 237 Biggeu, f 8a 13.handel atug. 1645 Schapen hooger prijzen, handel stug 1310 Lammeren, handel vlug Kipeiereu per 100 stuks f 3.a 3.75 Eendoieren p. 100 stuks f a 3.25 Alkmaar 29 Mei 1893. Aangeroerd: Paarden f a 6 Koeien 180.— a 220.— 207 vette kalveren f 40.a 32 nucht. Kalveren 5.— a 31 magere Schapen 16.— a 0 lammeren a 54 magore Varkens 18.a 22. 121 vette yarkens f 0,44 a f 0.52 Ter graanmarkt aangevoerd beet Haver f 3.75 a 4.30, Tarwe f 6. a 7.25 Roggef5. a .Gerst f a chev- 4.75 a Paardenboonen a a Bruineboonen f 5. 12. witte- f.— akanariezaad f f—erwten grauwe f a f a kar wij- f 13.50 van f groene f 9.— a 14.50 f90.— 10.— 20.— Eene nette burgerjuffrouw met 2 kl kin deren, wenscht te buren een ongem. kamer met slaapplaats, liefst in de kom der ge meente. Br. Fr. aan het bureau van dit blad. DAMES, die genegen ziju den cusrus bij te wonen, worden attent gemaakt, dat de ltssen den 12 Juili a. s. een aan vang zulleu nemen, des morgens ten li ure, in het Hotel van den heer J. BOON te WIERINGERWAARD. kunnen geplaatst worden ter Snelpers- drukkerij van Alle soorten verkrijgbaar bij Rensgars, achter de Kerk. Het goedkoopste adres voor uitmuntende I boeken voor de Bibliotheken is T. J KOUSBROEK, te Leiden. Vraag prijslijsten of opzichtzendiugen aan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 3