«DIENSTBODE.
DAMES-KNIPCURSUS,
n
Getrokken Pr ij zen.
>1 arktberichten.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Burgerlijke Stand.
Gemeente Zijpe.
Advertentiën.
Mevrouw De Heer
vraagt tegen 1 JULI '93
volgens Fransehe Coupe.
Een paar
JAN WINKEL,
Laan 1) 4, Schagen,
de Wed, Kl. Denijs,
JoieNiis-Vemiipp!
„Wanneer de tijd van kalven nadert en
ge denkt, dat uwe koeien nog circa 3 we
ken kunnen gemolken worden, vóórdat ze
droog zijn, melkt ze Jan die 3 weken eiken
morgen tusschen 11 en 12 nnr, dos één
maal per dag. Ik verzeker u, dat nwe
drachtige koeien ook des morgens vóór 12
nur kalven.
Reeds meermalen heb ik dit geheim
aan tal van landbouwers medegedeeld.
Sommige vonden het te lastig, anderen
deden het niet op gezette tijden en had
den dus de gewenïchte uitkomst niet ver
kregen. Doch zij, die werkelijk nauw
lettend het middel hadden toegepast, za
gen hun weric bekroond en konden ge-
hun hoofd nederleggen, verzekerd
je, dat de koe, die op kalven stond,
den anderen morgen vóór 12 uur zou af
kalven."
Aangenaam zou het steller dezes zijn,
indien sommige landbouwers dit middel in
praktijk brachten en hunne uitkomsten
mededeelden.
Maandblad Landb. Limburg.)
Een allertreurigste moord
wordt nit Nicastro, in Italië gemeld. Een
40-jarig timmerman, Antonio Torchia, tot
voor korten tijd een oppassend werkman
en goed huisvader, heeft zijn vrouw en
zijn vier kinderen doodgeschoten, een aan
genomen kind, dat zich dood hield, zwaar
gewond en daarna zichzelven voor het hoofd
geschoten.
Torchia leefde zeer gelukkig met zijn
brave vrouw, totdat hij, eenigen tijd gele
den, ongeoorloofde betrekkingen aauknoop-
te met een 46jarige buurvrouw, Clementi-
na Cbiumbalo. Liefde voor die minnares
en woede over een beleediging, hem door
zijn vrouw aangedaan, moeten Torchia ge
bracht hebben tot de misdaad.
De inwoners van Nicastro waren, zoodra
de moord bekend werd, uiterst verbolgen
op de vrouw, die de voornaamste aanlei
ding daartoe gaf, en slechts met moeite kon
de politie haar beschermen tegen de woe
de van het volk, dat haar wilde dooden.
Reiniging van den mond.
Borax is een goed en niet onaangenaam
middel om den mond te reinigen, wanneer
men holle kiezen heeft. Een kleine hoe
veelheid, ruim zooveel als men tusschen
duim en vinger houden kan, wordt op de
tong genomen en als ze opgelost is, in
den mond heen en weer bewogen, tot alle
deelen er mee in aanraking gekomen zijn.
Een praatje over gieten.
Water is voor alle planten onmisbaar.
Niet alleen dat het een bestanddeel is
van alle planten, maar het voert dezen ook
haar voedsel toe, nadat het dit eerst in den
grond heeft opgelost.
Water is even onmisbaar als mest, zoo
niet onmisbaarder, want wat vermag mest
in een kurkdrogtn grond?
Eerst door den invloed van water ver
gaat de mest en wordt hij opgelost, om
in dien toestand door de wortels der plan
ten opgenomen en door het gansche plan-
tenlichaam heengeleid te worden. Zonder
voeht zou Blle plantengroei onmogelijk zijn.
Vooral in den tuin is water een belang
rijke factor, omdat men hier zich doorgaans
op een intensieve cultuur toelegt en dus
meer dan één oogst in een zomer van den
grond wenscht te bekomen en zonder een
ruim gebtuik van water te makeD, ten tij
de dat het lang droogt, zou dat toch niet
gaan.
Van Mei tot September mogen we wel
zeggen, moet de gieter schier dagelijks ter
hand genomen worden, want als de groud
niet doorloopend vochtig gehouden wordt,
ontwikkelen zich de planten niet krachtig
genoeg en geeft de tuin niet, wat hij ge
ven kan.
Voor het gieten of begieten is regenwa
ter 't meest aan te bevelen, omdat het
zuiver is en veel lucht in zich opgenomen
heeft. Putwater is minder verkieslijk, voor
al omdat het een te lage temperatuur heeft,
wat echter verholpen kan worden door het
geruimen tijd aan de lucht bloot te stel
len.
Of slootwater ter begieting gebruikt mag
worden, hangt van den aard van het wa
ter af. Is het niet door schadelijke stoffen
verontreinigd of met stikkende gassen door
trokken, dan zal het den planten niet hin
deren en kan men deze er dus gerust me
de begieten; in het tegenovergestelde geval
echter wende men het niet aan.
Tusschen gieten en gieten is een groot
onderscheid.
Als regel stellen we, zegt een der bla-
deD, in dezen voorop: liever niet gitten
dan onvoldoende. Het doel van dit werk
is den grond tot aan de wortels der plan
ten te drenken, opdat er plan ten voedsel
kan opgelost worden en water in de plant
komen. Dan, maar dan ook alleen, wordt
een welige wasdom te voorschijn geroepen.
Giet men oppervlakkig, dan veroorzaakt
men meer schade dan voordeel, omdat wel
de bladeren verfrischt worden en beter hun
functiën zullen verrichten, maar de wortels
blijven onwerkzaam en voeren dus den plan
ten geen voedsel toe. Daarom leggen we er
den nadruk op, dat het gieten energiek
plaats hebbe en niet doe denken aan wat
men besprenkelen noemt. Heelt men geen
water genoeg om al de gewassen, die de
kuur behoeven te ondergaan, te begieten,
dan neme men liever een deel ervan onder
banden.
Beter één bed afdoende begoten, dan twee
gebrekkig.
Een bed, dat krachtig is begoten kan
het een week buiten water sit lier» en zal
flinke gewassen voortbrengen, mits natuur
lijk de overige levensomstandigheden voor
hen gunstig zijn; een bed echter, dat veer
tien dagen achtereen slechts oppervlakkig
nat wordt gehouden, kan geen planten
voortbrengen, die een krachtig leven open
baren. Hier geldt: alles of niets. Steeds
moet men het gsheele bed nat maken en
niet slechts de planten alleen, want in het
laatste geval trekt toch het wate», tenge
volge der capillariteit, naar alle richtingen
heen, waarvan weer het gevolg is, dat het
niet genoegzaam tot de wortds doordringt.
Het beste is, dat men als volgt te werk
gaat: eerst begiet men het bed slechts
oppervlakkig, opdat het water er niet over
heen wegvloeie. Een kwartier later giet
men ten tweeden male. Trekt bet water
niet meer den grond in en zouden er zieh
plasjes op vormen als 't ten minste niet
over de oppervlakte wegvloeit dan houdt
men even op, daar anders de grond te
gesloten en voor de lucht ondoordringbaar
wordt. Na verloop van een half uur giet
men ten derden male en wel zoo krachtig
mogelijk.
Sommige meenen, dat men niet bijzon
neschijn mag gieten, maar zonden ze
daarvoor wel afdoende reden kunnen noe
men
We betwijfelen het zeer, want waarlijk
er is niets tegen. Alleen zou men hierte
gen kunnen aanvoeren, dat het water spoe
diger verdampt, naarmate de temperatuur
van de lucht warmer is. Op dien grond
verdient het dan ook aanbeveling het werk
's morgens of 's avonds te doen, maar o-
verigens de planten lijden er niets door,
integendeel, ze zullen er zeer van opfris-
schen.
De gieter bestaat gewoonlijk nit twee
deelen, die van elkaar gescheiden kunnen
wordeu; het eigenlijke lichaam of den bak
en het mondstuk. Waarschijnlijk maakt
men hem zoo, met het oog op een even-
lueele verstopping der gaatjes, want het
kan toch niet aanbevolen wordeD, te gie
ten zonder mondstuk, oindat in dit geval
de hoeveelheid in eens te overstelpend zou
zijn en de grond rondom de plantjes weg
gespoeld zou worden, een operatie, die zorg
vuldig moet worden vermeden.
Stee '- moet men het water zooveel mo
ge* gs aanbrengen in den vorm van een
fijnen regen: 1. omdat het dan zooveel
mogelijk met de lucht in aanraking kan
komen en daaruit zuurstof opnemeo, en 2.
omdat het dan den grond zoo min moge
lijk toeslaat. Het dichtslaan van den
grond zal nooit geheel voorkomen kunnen
worden eD 't is daarom zeer aan te beve-
ien, dat de grond, eenigen tijd na
dat hij gedrukt is, opengemaakt worde,
opdat toch vooral de lucht haar weldadi
ge werking bij voortduring kan blijven
uitoefenen.
Van den onlangs overle-
den vorst Adolph von Schaumburg-Lippe
wordt de volgende anecdote verhaald. Toen
in 1893 te Erankfoit a. M. het vorstek-
congres bijeen was, bood de vrije stad
Frankfort haar gasten een feest aan. Ter
wijl de Duitsche vorsten in een afgesloten
gedeelten der feestzaal gezellig aan kleine
tafels bijeenzaten en levendige gesprekken
met elkander voerden, kwam plotseling on
der de heeren een algemeene beweging. De
gekroonde hoofden stonden op, om een in
den kring getreden en onaanzienlijke uit
ziend maunetje te begroeten. Alleen vorst
Adolph von Schaumburg-Lippe bleef tot
aller verbazing zitten. De keurvorst van
Hessen kwam eindelijk op hem af en flui
sterde hem in het oor: „Wilt gij dien mijn
heer niet ook begroeten? Weet gij nien
wie het is?' - „Neen!" „Het is barot
Rotschild!" »Och, wat gaat dat
mij aan! Ik ben den kerel niets schuldig'.
In Zwitserland duurt de
droogte nog steeds voort: de oudste boe
ren herinneren zich niet een zoo droog
voorjaar beleefd te hebben. De toestand is
er alles hehalve rooskleurig; het veevoeder
raakt op; slechts tegen buitensporig hooge
prijzen is het nog te bekomen. In de
Zwitsersclie Jura moeten de bewoners uren
ver lcopen voor een kleine hoeveelheid
water. Bovendien hebbed de wijnstokken
en zelfs de graangewassen veel van de nacht
vorsten geleden.
Geheel Zwitserland ondervindt de gevol
gen vau de schade, die de laudbonwers
lijden: hoewel het vee goedkoop wordt èu
melk èn vleesch zeer in prijs zijn.
De bevolking is beangst; gedurende een
dag ot veertien worden overal pogingen in
het werk gesteld om het kwaad te genezen.
De landbouwers hebben de hulp de.» regeer
ing ingeroepen. In de meeste kantons wordt
nieuw voeder aangekocht, waarvoor de re
geering een subsidie gegeven heeft, en de
Groote Raad heeft het uitvoerend bewind
onbeperkte macht en onbepaald crediet ge
geven, om de noodzakelijke maatregelen
te nemen.
Een uitzondering. „Wat je
ook doet, mijn jongen, begin met het b«-
gin, van onderen al aan uaar boven.'
„Ja, maar vader, als ik nu eens een
pnt moet graven
Uitgesteld. Een man van zes
voet wordt op straat door een piepjong kereltje
om vuur aangesproken. Hij blijft staan
met de sigaar in den mond, maar toont
zijne bereidwilligheid door niets anders.
„Maar zoo kan ik er niet bij!' zegt
het mannetje netelig.
„Wacht dau tot je er bij kunt!' is het
plechtig bescheid.
Vrome gemoedsbezwaren.
Op eeu Zaterdag viel een jood in een
put.
Uit eerbied vcor zijD Sabkatb, wilde hij
er zich dien deg nitt laten uithalen. De
pnt was op bet landgoed van z< kt ren Lord
Glastin, en dize, als ten echte Engtlsch-
man, niet minder streng in het vieren van
zijn rustdag, wilde hem den volgenden dag
er niet laten uithalen, omdat het Zondag
was; en voordat de Maandag kwam, was de
Jood dood.
De Pall Mali Gazette
merkte op, dat goede lichaamsbeweging
b. v. een partij cricket na een licht ver
teerbaar middagmaal, dat op een stevig
lnncbeon gevolgd is, menschen van mid
delbaren leeftijd zoo zeer zon verjongen,
dat zij zich zelf niet meer zouden her
kennen. ,Nn" zegt het blad, „ziet men
mannen van zaken op middelbaren leef
tijd steede dikker, kortademiger, deftiger
zwaarmoediger en onverschilliger worden.
Hem aan het lachen te maken is een on
mogelijkheid; een aardigheid ten zijnen
kost te verkoopen staat gelijk met het
bedrijven van een onvergeeflijke zonde.
Zijn genoegens zijn met zijn jeugd verdwe
nen, hij leeft slechts voor zijn „eerbied
waardigheid' en zijn geldbeurs. Het ver
schil tusschen de jeugd en den middel
baren leeftijd is zeer groot: de eerste is
vol leven en geest, de laatste is een zich
bewegende berg van vet." En dit, zegt het
blad, kon voorkomen worden door gezonde
ontspanning.
Eenzonderlingpo stwagen-
tje. Eenig in het Zwilsersche postwezen
is zonder twijfel het vervoer van brieven
en zelfs groote pakketten tusschen de dor
pen Arvigo en Braggio in het Tessinsch
Calancadal. Op steile, in den winter door
lawinnen ontoegankelijke hoogten, 1500
meter boven de oppervlakte van de zee,
ligt het arme dorpje Braggio, dat slechts
400 inwoners telt. Tweemaal per dag on
derhoudt een wagen met een paard bespan
nen, het verkeer met de buitenwereld. Om
nu den dikwijls levensgevaarlijken tocht
van Braggio naar het poststation Arvigo
te besparen, kwam de ondernemer van den
postdienst op de volgende gedachte: Hij
kocht een stevig ijzerdraad van een vinger
dikte, een schuitvormige op twee wielen
looper.de mand, cn bouwt boven een plan
ken hutje als eindstation met een windas.
Dit is de geheele inrichting. Klokslag
negen uur begint het werk. Een klok-
signaal komt van beDeden uit het dal, De
mand wordt geladen, het touw waarmede de
mand is vastgebonden, wordt losgemaakt
en fluitend schiet het voowerp naar bene
den. Het trillende touw giert in de lucht
Plotseling verstomt dit geluid, Se post is te
Arvigo aangekomen Vier minuten duurt de
ren naar het dal, tion minuten die naar
den berg. Vijf minuten later komt met
de nauwgezetheid van een Gothard sneltreiu
de oude grijze postiljon met zijn moeden
ouden schimmel te voorschijn en rijdt het
dal in om de bewoners der dorpen Arvigo
en Lauderenca hunne brieven te brengen.
Hoe de nieuwe modes inde
wereld komen.
Men is soms verwonderd, hoe de Pa-
rijsche modiste aan haar nieuwe ideeën
komt. Toch is de bron, waar zij uit put,
niet ver te zoeken.
In plaats zichzelf ts kwellen, met nieu
we vormen, of haar employees te hulp te
roepen, is zij steeds bereid een goeden
prijs te betalen voor nieuwe modellen of
ideeën.
Een vrouw met een flink ontwikkeld
schoonheidsgevoel en een rijke fantasie, kan
daarvan rijke vrachten plukken, door die
eigenschappen dienstbaar te maken aan het
uitvinden van nieuwe costumes, hoedjes enz.
De groote winkels zijn even als de par
ticuliere modisten tuk op nieuwtjes, en
concurreeren sterk. Twee-, drie-, en zelfs
vierhonderd francs wordt bereidwillig ge
geven voer iets nieuws op het gebied van
de mode. Hetzelfde is het geval met ver
bazende menigte „Articles de Paris."
Een hooge prjjs wordt betaald voor een
eenvoudig stuk speelgoed, dal later bij
honderdduizenden wordt gefabriceerd en
verkocht voor enkelen stuivers in de ba-
zars op de boulevards,
TeRio Janeiro stierf on-
langs de Braziliaan, Joachim Pensoroso, een
man, die wegens zijn grooten rijkdom en nog
grooter zonderlingheid bekend was. In een
vertrek, waar nooit iemaud mocht komen,
had hij een tafel staan, waarop hij nimmer
iets neerlegde en waarvan nooit het stof
werd afgenomen. Kort voor zijn dood liet
Pensoroso zich in een leunstoel naar die
kamer dragen en schreef met de wijsvin
ger der rechterhand zijn testament op die tafel.
Daarop gaf hij bevel dat het vertrek, in
tegenwoordigheid van den rechter moest
wordeo gesloten en verzegeldtwee uur
later was hij een lijk. Toen de bloedver
wanten vau den doode toesnelden om te
hooren aan wien hij ziju vermogen had na
gelaten, liet de rechter de kamer open
maken, waarin zich het zouderlinge, goed
leesbare testament bevond, waaruit bleek
dat Pensoroso al zijn schatten aan een ver
ren bloedverwant, een beschaafd maar zeer
arm jongmensch, had nagelaten. De ove
rige erfgenamen wilden nu wel het testa
ment als vau nul en geener waarde doen
verklaren, maar de rechtbank achtte het vol
komen geldig.
Het vochtig maken van
couvertranden en postzegels met de tong
is niet alleen minder zindelijk, maar kan
ook gevaarlijk zijn, daar door een kleine
verwonding aan de tong bloedvergiftiging
kan ontstaan. Ook kunnen zich in de gom
ziektekiemen bevinden, die door de bevoch
tiging met de tong in het lichaam opge
nomen worden.
Men besluite daarom nimmer op deze
gevaarlijke wijze een couvert dicht te plak
ken, of een zegel aan te hecbteD, maar
bezige dsarloe sleeds een vochtapparaat.
Als de fcesle bevelen wij de glazen aan.
5de Klasse. Trekking van 80 Mei.
Prijs Tan f 25000: No. 12553
[Moet men voor een enkelen keer een post- 342ste STAATSLOTERIJ
zegel opplakken, dan drukke men die even j
op een vochtige spons,
Een proefneming vanden
heer D. Gastman te Beerta met het mui
zengif van prof. Loefller is uitstekend
gelukt. Geen spoor van nieuwe gaten is
er te vinden, terwijl in de oude geen
versche stengels of andere plantendraden
te vinden zijn. De klaverplanten werden
niet aangeknabbeld en in de oude gaten
ontwikkelt zich reeds weer nieuwe plan
tengroei. In de aangrenzende landerijen
is 't duidelijk zichtbaar, dat de muizen
er nog lustig knabbelen. Versche mui
zengaten ziju er bij de vleet aanwezig en
aan plantendeelen ontbreekt het daarin
niet.
De schrijfster van brieven
uit Londen in het Vad. geeft het volgen
de recept om eieren voor den winter te
bewaren:
Kook gedurende tien minuten vijf kan
water, een ons salpeter en een pond keu
kenzout. Roer hier vier groote eetlepels
ongebluschte kalk door voor het mengsel
koud is. Vul daarop den pot of kan met
wijden nek, dien ge wenscht te gebruiken
slechts half vol en laat het twee dagen
staan. Dan kunt ge er de eieren in dom
pelen, die'tot Maart d.a.v. goed zullen blij
ven.
J. H., winkelier en slijter
met „vergunning te Charlois, vader van
7 kinderen, is na de gelden eener erfe
nis bij den notaris opgenomen te heb
ben, met zijne vroegere dienstbode, een
meisje van ruim twintig jaar, op den
loop gegaan.
Professor Garner, die
naar Afrika ging om de taal der apen
te bestudeeren, verzekert, dat hij zeer
goed geslaagd is. Hij is, naar hij schrijft,
veilig aan de kust gekomen en de trot-
sche eigenaar van een sjimpansee, die
kan zeggen: Tenakoe Paketa, wat in
een der Afrikaansche talen beteekent:
„goeden dag, vreemdeling;" voorts van
een gorilla, die twintig andere Afrikaan
sche woorden kan spreken, en een wijf
jes orang oetang, die Donner und Blitz
heeft geleerd van een Duitschen be
diende, op wien zij smoorlijk verliefd
schijnt te zijn.
„Ik heb voorts", schrijft hij, wat
belangrijk is, ongeveer 200 apenwoorden
opgeschreven. De apentaal is een zeer
primitieve taal. Er zijn misschien niet
meer dan 20 of 30 woorden in, die ik
nog niet heb, en ik kan mijn taak dus
wel als volbracht beschouwen."
De overstroomingen, die
de Transvaal hebben geteisterd, zijn in
verschillende opzichten rampspoedig geweest
voor het land. Noch het water, noch de
koorts hebben ooit zoo veel kwaad gedaan.
Eerst regende het gedurende een week,op
Afrikaansche manier natuurlijk, d. w. z. bij
wolkbreuken, die niet ophielden. Op een
Vrijdag, dien men sedert dien naaui van
Zwarten Vrijdag, heeft gegeven, bereikte de
zondvloed zijn toppunt en ging vergezeld
door een geweldigen storm. In het dal der
Krokodillenrivier werden 40 huizen in dien
éenen nacht weggespoeld en van de bewo
ners is niets meer te vinden.
Het overvloedige vocht heeft bovendien
schadelijke miasmen doen opstijgen, tenge
volge waarvan nu de koortsepidemie met
ongekende hevigheid woedt.
Barberton heeft verschrikkelijk geleden,
in de zoo rijke vallei der Elandsrivier
zijn nagenoeg alle inlanders gestorven. Het
kleine aantai geneesheeren doet wat er te
doen is, maar kan natuurlijk niet veel
uitrichten. Op eene zoo groote uitgestrekt
heid is het moeilijk, eeu ramp te overzien,
maar men schat het aantal dooden op
10,000, alleen onder de Kaffers, die als
muizen stierven.
1000:
400:
200:
100:
986
1322 3304 3673
5874 6578 14256
16 5118 7513
13560 14374 17307
5063 223 6958
7079 7278 7866
11366 15492
IJ oom 27 Mei
H. L. Rogge
Zondag j.1. hield de Scha-
gerwielrijders-vereeniging hare
eersten clubtocht. Onder leiding van den
„captain" J. Merzvertrok men des
morgens te 91/9 overSchagerbrug
langs het N. H. Kanaal naar den Hel
der, waar men te HV2 uu* aankwam.
De terugtocht ging over Anna P a u-
lona en Wieringerwaard. De
geheele afstandsrit bedroeg ruim 50 K M,
wat voor een eerste rit zeker voldoen
de mag heeten. Eenige heeren van
Schagerbrug traden als lid tot de
vereeniging toe.
Ingeschreven van 19 26 Mei 1893.
Geboren: Rens Hendericus Johannes
Martinus, z. r. Rens Rentenaar en Antje
Kramer Lourens, z. r. Loureus Schilder
en Catharina Faber. Anna Catharina, d. v.
Abraham Smit en Trijntje Groet. Arie,
z. v. Jan Wit eü Neeltje Vries. Bemardus
Cornelis, z. v. Andries Geerlink en Jantje
Schuitemaker.
Ondertrouwd: Hendrik de Graaf, jm. Land
man, 23 jr. te Helder en Cornelia Wit,
jd. zonder beroep, 20 jr. te Zijpe. Krijn
Baken, jm. Landman, 38 jr. te Callant-
soog en Trijntje Biesboer, wed. van Jan
Betk, Boerin, 27 jr. te Zijpe.
Overleden: Maart je Snel, 48 jr. verlaten
Ecbtgen. van Pieter de Waard, eerdsr
gehuwd geweest met Klaas Geel.
Getrouwd; Geene.
1893. Aangeroerd,
t a
5.50 a
4. a
3.50 a
10.50 a
7.50 a
12.- a
6.75 a
8 Tarwe
10 „Garst
7 Haver
I, WittoErwten
Groene dito
Grauwe dito
Vale dito
Bruine boonen 6.25 a
Geeleboonen a
241 Wilteboonen 9.—a
I Paardenb. 5.25 a
Karw.jsaad 14-50 a
Mosterd zaad 26.e
Paarden 65.— a
Koeien 135.a
2
32
24
337
719
40
8- a
12.— a
6— a
12.— a
a
5.— a
3.50
8.—
5.—
4.50-
12.—
12.—
16.—
14.—
12.—
12!-
6.-
15.—
28.—
125.—
215.
22.
21.
11.—
24.-
per
Kalveren
Schapen
Lammeren
magere Varken»
Zeugen
121 Biggen 5.— a 11.-
Kip-Eieren per 100„ 3.50 a
2100 koppen boter 60 a 65ctper kop
JParmsmid, 30 Mei 1893.
Aangevoerd 367 stapels.
Hoogste prijs kleine kaas f 30.50
stapel middelbare f 25.
K.G. Boter f 1.00 a 1.10, per K.G.
20 Stieren.
30 Paarden.
444 Runderen.
189 Vette Kalveren f 0.50 k f .80
KG., handel stug
230 Nuchtere dito, f4.—kl4 per stuk
handel stug.
131 Vette Varkens per Kilo f 0.44 a 0.52
handel matig.
108 Magere idem per stuk f 14.— a 25.—
handel stug.
237 Biggeu, f 8a 13.handel atug.
1645 Schapen hooger prijzen, handel stug
1310 Lammeren, handel vlug
Kipeiereu per 100 stuks f 3.a 3.75
Eendoieren p. 100 stuks f a 3.25
Alkmaar 29 Mei 1893. Aangeroerd:
Paarden f a
6 Koeien 180.— a 220.—
207 vette kalveren f 40.a
32 nucht. Kalveren 5.— a
31 magere Schapen 16.— a
0 lammeren a
54 magore Varkens 18.a 22.
121 vette yarkens f 0,44 a f 0.52
Ter graanmarkt aangevoerd beet
Haver f 3.75 a 4.30, Tarwe f 6. a 7.25
Roggef5. a .Gerst f a chev-
4.75 a Paardenboonen a
a Bruineboonen f 5. 12.
witte- f.— akanariezaad f
f—erwten grauwe f a
f a kar wij- f 13.50
van f groene f 9.— a 14.50
f90.—
10.—
20.—
Eene nette burgerjuffrouw met 2 kl kin
deren, wenscht te buren een ongem. kamer
met slaapplaats, liefst in de kom der ge
meente.
Br. Fr. aan het bureau van dit blad.
DAMES, die genegen ziju den cusrus
bij te wonen, worden attent gemaakt, dat
de ltssen den 12 Juili a. s. een aan
vang zulleu nemen, des morgens ten li
ure, in het Hotel van den heer J. BOON
te WIERINGERWAARD.
kunnen geplaatst worden ter Snelpers-
drukkerij van
Alle soorten verkrijgbaar bij
Rensgars, achter de Kerk.
Het goedkoopste adres voor uitmuntende
I boeken voor de Bibliotheken is T. J
KOUSBROEK, te Leiden.
Vraag prijslijsten of opzichtzendiugen aan.