N i e i! w s- Mmlïltii- L DewepnYanbet iioodlot. Donderdag 22 Juni 1393. 37ste Jaargang No. 2733. Gemeente S c h a g e n. Nationale Militie. FEUILLETON. SCHUTTERIJ. Binnenlandse h Nieuws. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: 8CHAOEHL Laan, D, 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 c Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De Inhoud van No. 26 van het Geïllu streerd Zondagsblad is als volgt; Op de varanda (Naar het Deensch vac Lars Dilling). Hongersnood in Algerie, met illustratie. Pierre Au guste Morin, met portret. Nieuwe watervermaken te Londen, met illustratie, De uitrus ting voor het eerste touruooi, met illustra tie. De macht des inenschen over het dier met illustratie. Water- overvloed. De tentoonstelling te Chicago, met twee illus traties. Kinder-dansles, met illustratie. Van finantieel staodpun'. Drie nieu we prijsvragen. Ter suede opgemerkt. Oplossing van prijsraadsel XLV1II. De kracht van een waterdroppel. Inkoms ten en voedsel. Om een bruids-bouqet. Puzzele. -- De winners der prijsraadsels XLIII en XLIV. Groote prijswedstrijd. Nog zoo kwaad niet gezien. Napole on op St. TIelena. Een welgelijkend por tret, met twee illustraties. Anecedoten Nieuw prijsraadsel Lil. Vochtige siga- Schaakrubiek. ren Bekendmakingen. POLITIE. Ter Secretarie dezer Gemeente worden inlichting verzocht omtrent een op de markt van 8 Juri 1893 vermist "Wit Lam. De Burgemeester van Schagen, Gelet op act. 137 van de politieveror dening dier gemeente, Brengt ter algemeene kennis dat het op den 19, 20, 22 en 25 Juni as. in bet belang der openbare orde ver boden is in de kom der gemeente vanaf de punten waar de daartoe betrekkelijke waarschuwingen zijn geplaatst, anders dan stapvoets te rijden. Overtreding wordt gestraft met eene boete van ten hoogste tien gulden. Schagen, den 13 Juni 1893. De Burgemeester voornoemd, C. H. BEELS. de De Burgemeester van Schagen, daartoe noodige aanschrijving ontvan- Roman van Curt Hoffmeister, (Vertalingsrecht verzekerd.) III Het waren zeer onaangename gewaarwor dingen, met welke Wolfgang vod Sturen nit zijne bewusteloosheid ontwaakte. Hij ge voelde zieb over zijn geheele licbaam verlamd en zijn hoofd deed bem vreeseligk pijn. Hij meeDde te ODtdekkeD, dat bij zich in een vreemde, lage kamer op een zacht bed be vond en dat verscheidene personen zich met hem bezig bielden.Tochwerden zijne gedachten wat geregelder; bij had alleen nog een Hauwen indruk, alsof Daast bet gezicht van zijn ouden bediende de gelaatstrekken van zijn reisgenoot zich vertoonden daarna verzonk bij weder in den toestand van be wusteloosheid. Gedurende de volgende tien dagen zweefde hij in ijlkoortsen tusschen leven en dood. Doch zijn sterke natour klemde zich vast aan het leven au voor bet overige zorgden de arts en eene zorgvuldige verpleging. H;j gevoelde zijn hart weder vrij kloppen, in zijne verdoo'de ledematen keerde het ge voel terug. Hg zag zijn bediende, zijn reis genoot 6D den arjs, maar de laatste bad hem streng verboden, veel te spreken en te vra gen, en zoo bepaalde zich het onderhoud tusschen Wolfgang en zijne omgeving tot weinige woorden, die allen betrekking had den tot zjjnen toestand en zijne oogtnblikke- lijke behoeften. „Zeg mjj toch, Hartwig, wat is er gebeurd vroeg bij den grijzen dier.aar. „Ik herinner mij alleen, dat er een spoorwegongeluk heeft plaats gehad. Zooals ik reeds van u verDsm, had het plaats vlsk bij een klein station, van war.r mtn mij naar deze doipshut braebt. Heb ik vele declgenooten in bet ongeluk Zijn er ook nog merscbenleveos .Helaas, rijn er drie dooden, heer baron,' gen hebbende, brengt ter voldoening aan de bestaande voorschriften ter algemeene kennis, dat tegen den 10 Juli a.s. tot den werkelijken dienst wordt opgeroepen de ver lofganger van de lichting 1891, Fieter Groot, behoorende tot het 4e Regi ment Infanterie, om op den opgegeven da tum voor des uamiddage 4 ure bij zijn korps te Haarlem present te zijn. Schagen, 16 Juni 1893, De Burgemeester voornoemd, C. H. BEELS. Burgemeester en Wethouders van Scha- gen; Gelet op art. II van het Koninklijk Besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad no. 6) en artt. 10 en 11 der wet van 11 April 1827 (Staatsblad no. 17); Brengen ter kennis van belanghebbenden, le. dat de alphabetische naamlijst van alle de binnen deze gemeente voor de schutterij ingeschrevenen voor de lich ting 1893, vanaf heden tot en met den 23en Juni a.s. ter Secretarie ter inzage is gelegd; 2e. dat de loting zal plaats hebben ten Raadhuizc op Zaterdag 24 Juni a.s., des voormiddags ten 10 ure. Schagen, 16 Juni 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd C. H. BEELS, de Secretaris, DENIJS. Op Dinsdag 20 Juni vergaderde de af- deeüng Wieringerwaard van cle Uoll. Maatsch. van Landbouw. Na opening der vergadering en voorlezing eu goedkeuring der notulen, kwam een voorstel ter tafel van de afdeeling Beemster en Omstreken, om de prijzen voor de te houden tentoon stelling te wijzigen. Dit voorstel werd aan gehouden tot de volgende vergadering. Daarna kwam aan de orde het opmaken van de volgende voordrachten: A. Van een voorzitter: gekozen de heer Bouduin. B. Van een lid van het Hoofdbestuur voor Noord-Holland: gekozen de heer S. de Jongh met 8 stemmen; op den heer J. Zijpwer den 4 en op den heer L. Visser 2 stem men uitgebracht. O. Van zes afgevaardigden van het Land- bouw-Comité. Voor Noord—Holland treden af de heer- antwoordde de dienaar, „al de andere pas sagiers, behalve u, bekwamen slechts onbe duidende verwondingen. Mijnheer Maitland is er met eeDÏge kwetsuren afgekomen." „En hij is al dien tijd bij mij gebleven?" „Hij hielp u oppassen," bevestigde Hartwig, „en deelde eerlijk met m|j het nachtwaken. Hij ontbood telegrafisch zijn arts uit Berlijn, die een groote specialiteit is en u in het leven behouden beeft, want de doctor uit het naburig stadje, welke u nu nog behan delt, bad u reeds opgegeven." „Dat alles heeft Maitland voor mij ge daan, voor mij, dien bij toch pas vluch tig had leeren kennen?" „O, en hij heeft nog veel meer gedaan!" ging Hartwig met zachte beving ïd zijn stem voort. „De waggon, in welken gij u bevondt, was ontspoord en van den spoordijk afge gleden. De beide volgende wagens werden roedegeslecptgij laagt diep onder de puin- hoopen. Wie het waagde, u er onder van daan te halen, moest zijn eigen leven wagen, want wat do op en in elkaar geduwde wa gens nog bij elkaar hield, kon elk oogenblik afknappen, wanneer men de verbtijzelde stokken, welke den toegang tot n versperden, wilde verwijderen. Waartoe niemand den moed had, dat deed mjjnbeer Maiilaod bij haalde u met gevaar voor zijn eigen leven uit het vreeselijke graf." De baron was zeer bewogen. „Waar is mijnbeer Maitland?' vroeg bij na een lange pauze. Waarschijnlijk bengelt bij bij de rivier. Sedert bet met u beter gaat, brengt hij daar den balven dag door." „Wanneer en hoe kreegt gij kennis van mijn ongeluk vroeg Wolfgang. „Op den dag ns dien van het ongeluk kwam een dame op deD Villahof aanrijden." „Een dame „Ja zij liet mg een Berliner ochtendblad lezen, waarin reeds een telegram stond van het gebeurde. Uw naam werd daarin genoemd en de plaats, wsar men u zwaar gewond onder dak bad gebracht. Daarna reisde ik onmiddilgk hierheen," „Hoe zsg de dame er uit?' en J L. T. GronemanWaller en Bultman. Gekozen, de heeren: J. L. T. Groneman Bultman en J. Zijp Kz. Voor Zuid Holland treden af de hee ren: Bouduin, Oudermeulen en de Bruine, die allen worden herkozen D. Van twee afgevaardigdenplaatsver vangers: gekozen de heer J. Zijp Hz. voor NoordHolland en de heer H. P. de Kat van Hardinxveld voor ZuidHolland. Tot bestuursleden der afdeeling werden de aftredende heeren W. Teengs en P. D. Schenk herkozen. De heer J. L. T. Gronemanvoorzitter, stelde vervolgens voor, een crediet van 20gld. toe te staan, voor het besproeien van aardappelvelden. De heer R. D. Kaan, was voor het be sproeien, maar wenschte de kas vrij te laten. Zijn voorstel en dat van den heer J. Zijp Hz. om 10 gld. beschikbaar te stellen, werd virworpen, terwijl het voorstel van den heer J. L. T, Groneman werd aangenomen. Bij rondvraag verklaarde de heer J. Zijp Hz. dat hij gaarne zou zien, dat de op richting der Paaschtentoonstelling te SCHA GEN, door onze afdeeling financieel werd gesteund. Ook de heer P. B. Schenk achtte dit wenschlijk. De heer K. A. Kaan stelde voor 5 gld. voor dit doel toe te staan; de de heer R. D. Kaan wilde het bedrag op 10 gld. stellen. Daar de stemmen over de ze beide voorstellen staakten, werd door het lot beslist, dat men 5 gld. zou toestaan. Niets meer aan de orde zijnde, werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Belangstellenden her inneren wij er aan dat »de keuring voor het toekennen van de provinciale aanhoudings-preuiiën aan hengsten geboren in 1892 en aan merriën geboren in 1887, 1888, 1889 en 1890 zal plaats hebben te KOLHOBN, op Dinsdag 27 Juli e. k. Reeds v66r middernacht is men tegenwoordig op de minder levendige grachten van AMSTERDAM niet meer veilig. Zondag avond werd op de Lelie gracht (stille zijde) omstreeks half elf een meisje door twee kerels aangegrepen en van haar beursje en een pakje, dat zij Lij zich droeg, beroofd. De daders gingen op den loop en werden niet achterhaald. Volgens art. 88 der kies- wet, heeft den tweeden Dinsdag in Juli door de Staten der onderscheidene provin ciën de verkiezing plaats van leden der Eerste Kamer (een derde), ter voor ziening in de vacaturen van hen, die met deu derden Dinsdag van September moe ten aftreden. De altredenden zijn in de „O, zij was joDg en zeer schoon." „Wat bad zij voor oogen „Zwarte oogen, heer baron, zeer zwarte; zij glinsterden als vuur, doch haar gelaat was zacht, als dat van een engel." „Gij kent haar natunrlijk niet „Neen, ik heb haar nooit te voren gezien." „Herinnert gij u misschien hare kleeding „Daarop heb ik in mijoe ontsteltenis over de tijding geen aebt gegeven. Ik weet slechts dat zij een grooten ronden boed met witte veder droeg." „Hield de dame zich langen tijd op?" „Neen, zij bleef to paard zitten en nadat ik baar gezegd had, dat ik mij onmiddellijk tot u wilde begeven, reed zij weder weg." Wolfgang twijfelde er niet langer aan, dat de deelnemende dame zijne schoone Amazone geweest was, die zijn hart met zulk een magische bekoring omspannen had en bet onderwerp was zijner eerste gedachte, toen bij zjjn bewustzijn had horkregen. Hg kon ter Dauwernood den tijd afwachten, waarin zijn toestand hem den terugkeer naar zijn land goed zou veroorloven. Maar dan ook wilde bij niet rusteD, voor hij haar naam verno men had. Aan bet voortzetten van zijn reis naar Berlijn dacht bij niet meer. „Wanneer wjj naar huis terugkeeren, beste Hartwig," zeide de baron, „moeten wij in den omtrek trachten uit te vinden, wie de da me is, want de plicht der ridderlijkheid brengt het mede, dat ik baar voor hare be langstelling mijn dank betuig." „In onze streek?" merkte de oude onge- loovig op. „Wie weet, mijnbeer de baron, of wij dan wel op bet rechte spoor zijD, want de dame is uaar Berlijn gereisd." „Naar Berlijn, zegt gij Hoe weet gij dat „Omdat zij op haar doorreis hier was." „Bier?" vroeg wolfgang ten hoogste ver baasd. „Zij was hier?" „Ja zeker, zij kwam naar uw toestand vragen, maar zij trof het erg ongelukkig, want gij ijldet dag en nacht, en ook, toen zij bij u was." „W7as zij dan hier in deze kamer riep Wol'gang verbaasd uit. „Op dezelide plaats stond zij, waar ik nu provincie N.-Holland Wertheim, mr. J. Kap- peijne van de Konpello en J. Breebaait Kz. De voortdurende droogte heeft ontzettende ophooping van vleesch op de Londer.sche centrale markt ten ge volge, daar het vee wegens gebrek aan voedsel geslacht moet worden. Uit HAR- LINGEN en ROTTERDAM zijn er in de laatste dagen honderden geslachte schapen aangevoerd, die bijna alle wegens bederf ongeschikt voor de consumptie verklaard moesten wordeD. De prijs van het hooi is te Rozendaal reeds gestegen tot f75 per 1000 fcg- Gisteren werd voor Belgische rekening tot dien prijs afgeleverd. Een misdaad. Men schrijft uit 'S-HERTOGENBOSCH: Gisteren- (Maandag-) morgen was de Kolberstraat en de omtrek er van reeds vroeg in rep en roer. Daar toch was, naar men zeide, een »moord" geschied. De politie, vertegenwoordigd door den hoofd inspecteur Yossenaar, den inspecteur Rem- melink en den hoofd-agent Janssen, was spoedig bij de hand, en eveneens doctor Hoogveld, die geneeskundige hulp pre steerde. Toen de gemoederen ietwat tot be daren waren gekomen, bleek helaas,dat zij het dan ook geen directe moord, er toch misdaad was gepleegd. Een der leer lingen van den heer Glaudemans, zekere v. L.,had zijn kameraad, een jongen te Orthen nabij Den Bosch woonachtig, ze keren v. H., met eenig scherp voorwerp deerlijk verwond, zoodat hij onmiddellijk naar het gasthuis moest vervoerd worden en in levensgevaar verkeert. De aanleiding tot deze euveldaad moest gezocht worden in geschil, dat tusschen beide jongens, waarvan de eene 12, de an dere ongeveer 16 jaar telt, ontstond over hit maken van een tabaksdoosje, hitgeen de jongste verlangde en door deu oudsten werd geweigerd. Eerstbedoelde trok da?rop zijn mes en bracht den andere in de borst- streck eene gapende wonde toe, zonder dat de getroffene zich tegen dien aanval behoorlijk kon te weer stellen. De misdadiger is in voorloopige hechte nis gestold en in den namiddag, na op het bureau van politie aan een verhoor te zijn onderworpen nsar het huis van be waring gebracht. Droge zomers. Dat een natte zomer voor den landman veelal zeer schadelijk is, zal wel door nie mand in twijfel worden getrokken. Maar droge zomers zijn al evenmin verkieselijk. Zij worden door den boer nog meer gevreesd. En geen wonder. Wordt door een aanhou denden regen vee! bedorven Wit anders be- waird zou zijn gebleven, een droog en schraal jaargetijde levert niets op en ver nietigt zoowel de vrueht als de hoop van den landbouwer. De geschiedenis is in deze rijk aan voorbeelden. Als proeve volge van de 13e eenw af, een opgave van eenig ja ren, die zich door bijzondere droogte heb ben gekenmerkt. Men zal er nit kun nen, zien, dat natte zomers doorgaans bo ven droge zijn te verkiezen. 1210. In dit jaar had men een zeer drogen zomer, zoodat het bosch Flnesssn in brand geraakte, waardoor het geheel werd vernietigd. De grond, moerassig en veenachtig en door de groote hitte zeer droog, brandde tot een aanmerkelijke diepte uit, waardoor een waterplas ontstond, die later het aanzien gaf aan het meer van dien- zelfden naam. 1477. Door de droogte ontstond dit jaar misgewas, waardoor de levensmiddelen duur werden. 1503. De zomer van 1503 was buiten gewoon heet en droog. Vele venen geraak ten in braud, inzonderheid te Githoom, Bakkeveen en Haule, welke brand mede groote schade aan de bosschen toebracht, alsmede aan de te veld staande rogge. 1504. Tusschen den 22en Juli en aller heiligen viel er in het geheel geen regen, wat in de 'noogere streken van Friesland een volkomen misgewas van hooi en gra- neD ten gevolge had, zoodat de landslieden genoodzaakt waren, hun noodruft in Utrecht en Holland te zoeken, wat velen in dien tijd van drukkende lasten tot den be delstaf bracht. 1557 was hooogst onvrachtbaar; in meer dan zes maanden viel er geen regen, waardoor de oogat uiterst slecht was en vel? plaat sen bijna niets opleverden. Een natuurlijk gevolg was een groot gebrek aan levensmid delen. Het brood steeg tot zulk een hoo- gen prijs, dat het in stukken van 5y2 K.G. verkocht werd voor twee-en-twintig en vijf—en-twintig stuivers. 1590. De zomer van 1590 was zoo bui- rergewoan droog en heet, dat er bijna niets kon groeien en de beesten in het veld dorst leden, daar de vaarten en slooten alle uit droogden. Hooi werd er bijna niet gewon nen, zoodat vele koeien in den dauop volgenden wiuter van gebrek stierven. 1656 en 1658. De zomers van deze ja ren waren zoo droog dat wegens gebrek aan regen, de velden in de vruchtbaarste en schoonste tijden des jsars een dor en kwijnend aanzien hadden, en men om lafenis voor menschen en vee schier ver legen was. 1783 was door een warmen en bizonder sta." „Hoe lang bleef die dame hier?" „Ongeveer een uur." „Wat heeft zij gezegd?" „Zij vroeg mij, of gij toevertrouwd waart aan kundige artsen, of deze hoop hadden gegeven op uwe herstelliag, of gij goed ver pleegd werdt. In bet algemeen sprak zij zeer weinig, want het weenen was haar zeer nabij en een paar maal traden de tra- Den haar in de oogen." „Wie mag zij zijo Wie mag zij zijn?" riep Wolfgang uit, het van nadenken, door ploegde voorhoofd met de hand bedekkende „Zou misschien Matland baar naam kennen?" „Mijnheer Maitlaod beeft haar niet eons gezien. Hij sliep juist op zijn kamerhij had de nachtwacht gehad. „Hoe vernaamt gij, dat zij op de doorreis naar Berlijn was „Zij liet het zich zoo ter loops outvallen, toen zij zich aanbood, u van daar uit een bekwamen arta te balen, wat echter niet meer noodig was, daar gij, dank zij de voor zorgen van mijnheer Maitland, reeds aan eeD beroemd arts waart toevertrouwd." Wolfgang zweeg een poos. Eindelijk vroeg hg: „Heeft daarna nog iemand naar mij ge vraagd „O, zekerUw gewezen voogd „Mijnheer Carus?" „Laat zich dagelijks telegrafeeren," beves tigde de oude. „Maar nu, beer baron, moet ik u verzoeken, niet verder te vragen en niet meer te spreken. Ik beb reeds al te veel de bevelen van den arts overschreden en wanneer het met u erger werd, dan zou dat mijn schuld zijn." De jonge baron gehoorzaamde de welge- meenden waarschuwing van zijnen dienaar. Natuurlijk bad nu zijn reisplan een ver andering bekomen. Sedert bij wist dat die geheimzinnige vreemde dame in Berlijn was, was al zijn verlangen op de stad gericht, waar hij baar hoopte te ontmoeten. Het scheen, alsof de Bieuwtje*. welke hij van Hariing had vernomen, en het ongeduld, om ziju ziekbed te verlat, n, zijne krachten op nieuw aansterkten, want geheel tegen de verwachting in van den ouden dienaar was de arts den volgenden dag met zijn patiënt zoozeer tevreden, dat hij hem toestemming gat, een poos van zijn ziekbed op te slaan. Terwijl Wolfgang, van dit ver lof gebruik makende, bij bet open venster zat en de heerlijke meiluebt inademende, trad Maitland binnen. „De arts gaf mij van u een gunstig advies," begon bij, ,eH daar ik u nu onbe zorgd kan achterlateu, wil ik mijn gestaakte reis naar Berlijn met den volgenden trein loortzetten. Ik kom om afscheid van u te nemen." Wolfgang greep zjjn hand en sprak ia hartelijke woorden zijn dank uil, welken bij gevoelde voor de edele opoffering en goedheid, welke Maitland hem bewezen had. „Praat daar niet van", zeide deze afwe rend, ,,ik deed bet alleen tot mijne eigene uitspanning en beb daarom geeu aanspraak op mijn dank." „Neenueeu," antwoordde Wolfgang, „ik beb reeds d kwijls van zulke lieden gehoord, dio hunne goede daden aan egoïstische be weegredenen toescbry ven. Zekerlijk verschaft een edele daad aan hem, die ze verricht, be vrediging, maur zij is toch altijd van groo te waarde voor den ander, wien zij wordt bewezen. Gij reddet mij het leveD, docr mij van onder de puinhoopen van den waggon weg te halen.' „Ja, dat is waar," zeide Maitland lachen de, „ik heb zoo ook eens een vlieg, die in de melkkom was gevallen, van den dood ge red." „Maar dat laatste deedt gij niet met in gevaarstelling van uw eigen leven; gij hebt ook niet bovendien veertien dagen op een dorpje doorgebracht, om die vlieg to helpen. En daarvoor tenminste verdient gjj mijn dank." Maitland keek op zijn horloge. „Over een nur komt de trein," zeide hij. „Vaarwel 1" "WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1