Gemengd
Nieuws.
PLAATSELIJK NIEUWS.
dro0e.i zomer gekenmerkt gedurende wel- Zonder strijd of offers komen wi' er niet."' bonden wj5, werd hij mar Leeuwarden
KPI1 mon Knno i. 1_ J -i
ken men bijna onafgebroken nevel of zoo-
genaamden veenbrand had, waardoor zon
en raam langen tijd een vuurrood aanzien
verkregen. De droogte was zoo groot, dat
men op vele plaatsen met het vee, dat van
dorst smachtte, geen raad wist. Naar ge-
meldt wordt, was op het Nieuwe Bildt een
„dobbe" met drinkbaar water, werwaarts
het. vee, dat door niets te stuiten was, meer
dan twee uur ver gaans kwam, om lafenis;
want van Stiens, Finkum, Hijom en Hal
lam en nog verder verwijderde plaatsen
vond men hier dagelijks vee om den dorst
te les8chen.
1818. Na een zeer nat voorj ur, dst met
den 2eu Mei in droogte veranderde, was
de zomer en ook het geheele najaar zeer
droog. De levensmiddelen, die reeds zeer
duur wareD, stegen daardoor nog meer in
prijs. Ook het warme jaargetijde vau het
volgende jaar mag onder zeer droge zo
mers gerangschikt worden.
1826 was eveneens buitengewoon droog
en warm. De hitte maakte op ODdersohei-
de plaatsen slachtoffers, daar de menschen
onder de ongewone warmte bezweken.
Een treurig ongeval had
Zondag plaats in den speeltuin „Bredenhof"
te ZAALDIJK. Ten 4 uur, toen het con
cert daar ter plaatse een aanvang zou ne
men, had de 16-jarige Dirk Spreeuw het on
geluk, van een in beweging zijnden
schommel te vallen. Van zijn val willen
de opstaan, deed het plankje van den in
middels terugkeerenden schommel, waarop
nog zijn makker stond, den gevallene den
schedel verbrijzelen, zoodat hij terstond een
lijk was. En als had er niets plaatsgehad,
speelde de muziek een oogenblik later de
vroolijkste melodieën!
Doodelijke verwonding.
De dienstmeid van deu landbouwer J. de
Vries ,te Nieuwe Pekela, moest jl. Zater
dagavond voor haar meester een briefkaart
bezorgen in de hulpbus der posterijen. Op
de terugreis de woning passeerende van
Adam Rare, noodigde een diar aanwezig
zijnd gezelschap haar nit binnen te komen,
waaraan dan ook gereedelijk gevolg werd
gegeven, 't Ging er zoo jolig toe, dat de
meid geheel vergat om tijdig naar huis
te gaan. Toen zedan ook 's nachts bij huis
kwam, was de den rgesloten en hadden de be
woners zich reed ter raste begeven.
Op herhaald kloppen deed eindelijk de
knecht haar open en deze ging toen
weer te bed. De Vries, die inmiddels door
het kloppen ook wakker geworden was,
hoorde een tijdlang later tamelijk luid spre
ken in 't karnhuis en wilde zich toch eens
overtuigen, wat er daar gaande was.
In 't karnhuis gekomen, zat de meid
met een vrijer, dien ze zeker opgeloopen
had bij bovengenoemden R. De Vries som
meerde het jongmeuseh om direct zijn
huis te verlaten, aangezien hij geen nachte
lijke bezoeken verlangde.
Dit scheen de vrijer allerminst van plan
te zijn, tenminste hij dreigde niet te wil
len gaan: de Vries moest hem er maar
uitgooien. Deze liet zich dit ook geen
tweemaal zeggen, en ofschoon in het 't ver
trek donkor was, greep hij den vent aak, om
hem de deur uit te zetten. Nauwelijks
echter is de worstelling begonnen of de
Vries voelt dat hem in den rug wordt ge
stoken. Toch wordt hij meester over zijn
tegenstander en met veel moeite kreeg hij
hein buiten de deur. Daar buiten koelde
de woestaard zijn drift, door nog eenige
malen met het mes in de denr steken,
waarna hij aftrok.
Den gewonde de Vries gutste inmiddels
het bloed uit de toegebrachte wonde en
werd er om heelkundige hulp gezonden.
De toestand van de Vries is zeer zorgelijk;
het groote bloedverlies heeft den man zeer
verzwakt. De politie, met de misdaad in
kennis gebracht heeft dadelijk een onderzoek
ngesteld en er is proces-verbaal opgemaakt
tegen den vermoedelijken bedrijver, zekeren
H Schrik, uit Zuiderkolonie. liet lem
met van het mes, waarmede waarschijnlijk
de daad is bedreven, is bij de woning van
de Vries gevonden, bevlekt met bloed.
Opruiing. Voor de Arron-
dissements-Rechtbank te HAARLEM
stond Zaterdag terecht Johannes Cornelis
Hondericus Philippns Methöfer, 29 jaar
oud en wonende te 's-Gravenhage, ter
zake dat hij op 13 Februari jl., in een
openbare vergadering, gehouden in „Felix
Favore" te Haarlem, zijn toehoorders heeft
trachten te overtuigen, dat de volgens
hem volstrekt noodige omverwerping van
de bestaande orde van zaken en met name
de vernietiging van den Staat, slechts door-
geweld, met het zwaard in de hand, is te
verkrijgen, waarom hij den werklieden en
allen, die zich bij de anarchisten aanslui
ten, aanried om, zoodra mogelijk de eigen-
Pit feit levert op, het misrdijf van op- 1
ruiïug tot het misdrijf, omschreven bij ar-1
tikel 96 W. v. 8., „het ondernemeu van
ten aanslag, mei het oogmerk, dengronl-
wettigen regeeringsvorm te vernietigen of
op onwettige wijze te veranderen."
Er was niet bizonder veel publiek, doch
wat er was behoorde tot
van beklaagde.
De inspecteurs Balkensteijn en "Wol-
flram volhardden bij hun proces verbaal.
Methöftr droeg een verdedinging voor.
Hij wilde zich niet beroepen op de wet,
want deed hij dit, dan zon ontslag van
rechtsvervolging moeten volgen, daar zijn
opruiing geen gevolg had gehad. Hij oor
deelde, dat zijn ziak op last van hooger
land aanhangig w.ts gemaakt, waardoor de
rechters dus genoodzaakt waren, te stra
ffen.
Vervolgens behandelde hij den eigendom
volgens hem diefstal en het staats
gezag, uit een anarichistisch oogpunt. Hij
verklaarde een duren deed te hebben ge
zworen, niet te zullen rusten vóór deze
beide van de aarde waren Terdwenen, en
eindigde als volgt:
En nu, heeren rechters, doet uw treu-
rigen plicht; veroordeelt deu anarchist en
opruiër, doch vergeet niet dat hij dit
zal blijven, zoolang bij leeft," (Applaus bij
het publiek.)
De officier bracht hulde aan den be
klaagde voor de bezadigde wijze waarop
bij zijn verdediging had voorgedragen; hij gaf
de verzekering, dat niet van hooger hand,
doch van het parket de vervolging uitging,
omdat dit wilde weten of uitdrukkingen,
als door den beklaagde geuit, zonder straf
mogen geuit worden. Spreker rekwireerde,
wegens overtreding van de artikelen 94,
131 en 141 van het Wetboek van Straf
recht, veroordeeling tot 6 weken gevange-
nisstiaf.
Uitspraak 22 Juni a. s.
gebracht. Andere gewonden zag ik niet
Nadït men van de schrik op het terrein
wat bekomen was werd de meeting, thans
zonder de aanwezigheid van politie voortge
zet. Het neervallen der groote tribune, die
onder het gewicht der menschen massa be
zweek, bracht nog eenige stoornis, zonder
de geeserwanten ernstige ongelukken te veroorzaken.
Te Parijs zijntweemau-
neo, ten gevolge van de hitie dood neer
gevallen op straat, Oik in het Zuiden van
Frankrijk is de hitte buitengewoon; toch
luiden de berichten over de choiera-epide-
mie gunsliger. Te Cette en te Alais kwa
men M landag slechts twee sterfgevallen
voor. Een groot aantal welgestelde families
hebben niettemin laatstgenoemde stad ver
laten.
In de vergadering van de gezondsheids-
commissie te Parijs bracht dr. Monod ver
sla? uit over den gezonheidstoestaud van
htt land en zeide o.a. d;t de cholera in
Morbihan scheen geweken te zijn. Lijnrecht
daarmede in tegenspraak zijn de berichten
der Engelsche consuls, volgens welke de
ziekte opnieuw met groote hevigheid zou
zijn uitgebroken.
Voor den kantonrechter
te Weenen stond eenigen tijd geleden een
vrouw terecht, die met den rechter, die de
gewone vragen omtrent haar levensomstan
digheden stelde, het volgende eigenaardige
onderhoud had:
Rechter, „Werd ge reeds eenmaal ver
oordeeld?"
Beklaagde zwijgt
Durhara, EtheKood, de edelste der ede-
len, de trouwe onderdaan zijns konings, de
trouwe echtgenoot, de man die ter wille
zijner liefde voor het n derig landmeisje
eer, aanzien en macht van de hand wijst,
z-lfs deu toorn van zijn vorst braveert,
de doar zijne vronw bedrogen min, de door
zijn vorst miskende onderdaan, de wreker
der ongerechtigheid de evenknie van
inejuflr. Cuypers, was o. i. ouovertretfelijk.
Iu de laatste tafereelen voldeed ons het
spel van Mevr. Potharst-Graderals prinses
Margaretha, zuster des konings, en van de
heer Farbergraaf van Sussex en kamp-
vechten voor de onttroonde koningin, bij
uitstek.
Waar het gezelschap V. Lier zich
zoo inspant, gelijk gisteren avond is geschied,
om door srmenspel, prachtige constuums
enz. enz. tot in de kleinste finesses aan de
eischen der schoone kunst te voldoen, heeft
het ten volD aanspraak op de waardeering van
de zijde van het publiek en doet bet ons genoe
gen nu reeds te weten, dat voor heden avond
een zeer groot getal plaatsen besproken is.
ITSTGhEZOlTIDIEIET.
Geachte Redacteur!
van Don-
verslag
R.
B.
R.
B.
R.
B.
„Of ge reeds straf hebt?"
*Ja."
„Welke?"
„Ik ben gehuwd."
„Is dat een straf?"
Zeker!"
domsverhoudingen met geweld te verbreken
zich daarvan door geen vrees voor gevangenis
te laten weerhouden, zeggende hij o. m. in
den loop zijner rede het volgende:
„Wij, anarchisten, verkiezen den weg
des gewelds; opheffing van kapitaal kan
niet langs geleidelijken weg plaats heb
ben; wij willen vernietiging van den
Staat. Het ligt voor de hand, dat noch
eigenaars noch Staat vrijwillig afstand zul
len doen van hun bezitting en rechten;
dit zal eerst gebeuren als het volk in op
stand komt en met het zwaard in de vuist,
zijn recht eischt. De werkeloozen loopen,
hongerend, terwijl vrouw en kinderen van
gebrek en ellende verkwijnen, langs win
kels, waar de verlokkendste spijzen zijn
uitgestald en onvoldoende gekleed langs
aaagazijheu, waar de kleederen opgestapeld
liggen; de werkeloozen hebben eigendoms
verhoudingen te verbreken; geen vrees voor
gevangenis moet daarvan terughouden.
F 33.
Een jong Dnitsch dichter
van Eugelsche afkomst, gehuwd met een
bijzonder jong Duitsch meisje, schreef
Vrijdag j.1. eenige brieven aan zijn vrien
den en kennissen, welke de mededeeling
behelsden, dat het echtpaar zien het leven
zon benemen. Aan een zijner vrienden,
wien hij zijn nalatenschap opdroeg, schreef
Herman Stoer, de jonge man, dat zijn
vrouw met hem uit Duitschland was ge
komen met het doel van de dwaze, dom
me menschheid weg te gaan. Daarin zei-
de hij ook dat zij onder de schadnw van
den dood gelukkig en eendrachtig leefden
en geheel in elkander opgingen. Hun ee-
nig genoegeu bestond in bloemen, vogels,
het vrije veld en de muziek. Uit overtui
ging zochten zij den dood. Werkelijk wa-
zij Vrijdagavond uit hun woning, die zij
voor 14 dagen gehuurd hadden en waar
zij vooral in de laatste dagen vroolijk als twee
verliefden leefden, vertrokken en zij keerden
niet weer. Een onderzoek werd ingesteld en
Zaterdag vond men in het bosch bij Gan-
terburry de beide lijken naast elkatider.
De jonge vronw, zij was 17 h 19 jaar oud,
uitgestrekt op het gras met een kogel-
wonde in de linkerslaap, de jonge man, het
hoofd bij haren hals, daarnaast met een
wonde aan de linkerslaap en een revolver iu
de hand. Op hun lichamen lag een rui
ker wilde rozen met een zwart lint saam
gebonden. De hoeden, de parasol en de
wandelstok waren zorgvuldig op zij neerge
legd.
Men vermoedt, dat ten minste de jonge
man aan waanziekte leed; in zijn familie
kwam deze ziekte erfelijk voor.
Een meeting. Men schrijft
uit STIENS:
De meeting, op Zondag 18 Juni te
STIENS belegd, door de S. D. vrouwen
vereniging en de afd. Stiens van den S. D.
Bond, dreigde een oogenblik een zeer ern
stig verloop te zullen nemen. Aanvankelijk
liet alles zich zeer gunstig aanzien: de bur
gemeester had toestemming gegeven voor
een optocht met muziek en vaandels door
het dorp van en naar het terrein, zcodat
de stemming van het pnbliek in den be
ginne uitstekend was.
In de pauze echter veranderde dat. Aan
den heer Polak, een der sprekers, werd
door de twee op het terrein aanwezige
marechaussees gevraagd, zijn naam en ou
derdom op te geven, zooals men zeide, om
hem te verbaliseeron, omdat hij de politie
agenten, die Poutsma gearresteerd haddeö,
ellendelingen zou genoemd hebben.
Zoodra dit van mond tot mond was ge
gaan, geraakte het publiek in beroering.
Een aantal deelnemers aan de meeting, om
ringde zingende de twee marechausees en
twee aanwezige rijksveldwachters.
Spoedig werd men in den menschenhoop
handgemeen, sabels flikkerden, menschen
rolden over deu grond en het geroep: hij
bloedt! weerklonk. Een grenzenlooze ver
warring heerschte weldra: vrouwen vielen
van zich zei7e, kinderen schreeuwden.
Weldra weeiklonken revolverschoten door
marechaussees gelost en naar men zegt, ook
door een enkele uit het publiek.
De politie drong zich intusschen met een
arrestant in haar midden naar het brugge
tje, dat van het terrein toegang tot den
rijweg verleende. In die richting vermeer
derde de verwarring, toen men daarheen
aardkluiten of steenen in de lucht zag be
wegen, waardoor een gemeenteveldwachter
aan den wang getrofien werd. Bij het brug
getje geraakten verscheidene menschen te
Schagen, 21 Juni 1893.
Heden werd de heer W.
Kloeke, Hoofd onzer O. L. School be
noemd tot Hoofd der 2e Burgerschool te
HAARLEM.
Op de paardenmarkt, g e-
houden Maandag 19 Juni 1.1. waren
aangevoerd 218 jnarden van f 40 tot f 400
en 7 veulens van 145 tot f 80.
„W at is dat toch hoogst
belangwekkend, dat glasblazen,* zeiden we
tegen elkaar, toen wij gisteren-middag de
op de kermis alhier staande glasbla
zerij verlieten. De man, die zulke fijne
kunstvoorwerpen vervaardigt, is inderdaad
een kunstenaar met veel smaak en sterk
ontwikkeld voorstellingsvermogen. Ziet men
met welk een geringe hoeveelheid grondstof
en eenvoudige werktuigen deze kunst is
te beoefenen, dan mag men zich wel met
bevreemding afvragen hoe komt het toch,
dat men bij de beoefening van zoovele kuns
ten: als schilderen, teekenen, figuurzagen,
houtsnijden enz. in het geheel niet gedacht
heeft aan het glas-blazen?
Uit overtuiging raden wij allen aan, een
bezoek te brengen aan deze glasblazerij; het
is inderdaad iets verrassends, daar te kunnen
zien, hoe de vaardige hand des kunstenaars
van een enkel staafje glas een scheepje,
een flacon of eenig ander voorwerp ver
vaardigt, of het glas spint zoo fijn als een
haartje en ter lengte van ettelijke meters,
öf het glas als een zeepbel opblaast,
en eindelijk uit elkaar doet spatten, en
waarbij die zeepbel dan blijkt te bestaan
uit een laagje glas, nog dunner, nog zach
ter dan vloeipapier, en fluweelachtig in het
aanvoelen.
Katharina Howard, drama in 8 tafereelen,
werd gisteren avond ten lokale vaQ den
heer Blauw, door het Hollandsch Tooneel-
gezelschapdirectie: de heer A. van Lier
opgevoerd.
De geschiedenis van dit drama, in hoofd
trekken ontleend dan de geschiedenis der
wereld, geeft een episode uit het leven van
den Eugelschen koning Hendrik VIII aan
wien het sprookje van Blauwbaard zijn
ontstaan te danken heeft. Van zijne vrouwen,
die de eer genoten koningin van Engeland
te heeten, doch die eer met hun leven
betaalden, was Catharina Howard de vierde,
die met haar aanhangden I2enFebrnaril542
ter dood gebracht werd. De beul toch was
de voornaamste pleit beslechter van dien
dwingelaud,
Dat Katharina, al werd haar schuld niet
De groote Schouwburg
van den heer W. Hart werd Dinsdag
avond geopend met „de Kinderen van Je
Visschers-weduwe', oorspronkelijk tooneel-
spel met zang door de heer W. Hart. Dit
tooneelspel is een echt volksstuk nit de oude
school, vol afwisstling met treffende pas
sages, over 't geheel goed geteekende figuren
waarin de ondeugd, hoewel schijnbaar zege
pralende, ten slotte naar verdiensten wordt
gestraft. Een arme visschers-weduwe
Martha (Mevr. de Boer) met haren zoon
Simon (de heer J. de Boer) en hare
pleegdochter Anna (Mevr. Hart) zijn fi
nancieel afhankelijk van den rentenier
Brandes (J. D. Blaaser.) Deze zoekt de
hand te verwerven van de pleegdochter, die,
alleen oogen voor haar pleegbroeder heb
bende, zijn aanzoek aanwijst. Deze rentenier
is het, die Anna voor de deur der weduwe
te vondeling heeft gelegd, na haren vader
en zijn vriend, den man van Martha, bij
een schipbreuk beiden in de golven te
hebben gestooten, teneinde alleen in het
bezit der kostbaarheden te geraken, die de
schipbreukeling bij zich had om zich door
deze gelden voor financieelen ondergang
te redden.
Een tijdige brand redde hem reeds een
maal. Daar Anna zijn aanzoek weigert
wordt Willem wegens ontduiking der lo
ting door de kuiperijen van Braudes voor
5 jaar verwijderd. Dit kost der moeder de
dood. Wijl Willem's brieven worden onder
schept, houdt men hem ten slotte voor dood
en Anna schenkt aan Brandes, die haar
in de dagen van beproeving trouw heeft
bijgestaan uit erkentelijkheid hare hand. Den
dag van het huwelijk komt Simon on
verwacht terug een door Simon gered
de adelborst, den heer (A. Kattermolenkomt
ten toonee'e en een door Brandes geschonken
medaillon maakt Adolf en Anna tot broeder
en zuster.
Brandes wordt ontmaskerd, sterft op het
tooneel en het stuk is afgespeeld.
In de Schager Courant
derdag 15 dezer komt een verslag voor
van het verhandelde in de vergadering van
afgevaardigden en het bestaur van den
Bond van Liberale Kiesverenigingen, in het
hoofdkiesdistrict Alkmaar.
Volgens dat verslag heeft de heer J.
Breebaart Cz, in die vergadering gezegd, dat
de gemeente Schagen eene oppervlakte heeft
van 4006 H A, waarvan in 1888 eene op
pervlakte van 600 II. A. behoorden aan
eigenaars buiten die gemeente woonachtig,
wtlk getil van 600 H. A. op 1 Januari
1893 gestegen zou zijn tot een bedrag van
1300 H.A.
Hoe is dit mogelijk, geachte beer Bree
baart
De gemeente Schagen heeft, met inbe
grip van Burghorn en de landerijen ten Zui
den van den Tolkerdijk, (bekend onder den
naam van „de Schager Uitwerpen") eene
totale oppervlakte van 1895 H. A., waar
van 46 als wegen, dijken of wateren onbe
last zijn.
Er blijven dus 1849 H. A. over, die in
de lasten en belastingen worden aange
slagen. (Zie het werk van Mr. G. de Vries Az
getiteld: de Zeeweringen en Waterschappen
van Noord Holland.)
En wat nu het grondbezit betreft, dat
aan uitwonende eigenaars behoort, dit be
draagt niet 1300 maar 462 H.A.
Immers, de burgemeester van Schagen
iu de raadsvergadering van 13 dezer
aan het raadslid den heer Jb. Stammes te
kennen dat der oppervlakte van deze
gemeente aan uitwonende eigenaars behoort.
(Zie het verslag der vergadering van den
Raad, als bijvoegsel uwer courant.)
Verder zegt de spreker dat de bezittin
gen in de doode hand onder Barsingerhorn
bedragen 262, Schagen 343 en Wieringer-
waard 34 H. A. en dat deze bezittingen
niet in de belasting vallen.
Wat bedoelt de heer Breebaart hiermede?
ZEd. weet zeker, als voorzitter van het
Burgerlijk Armbestuur te Barsingerhorn,
dat door dat bestuur ook grond- en pol-
derlasten worden betaald en dat bij die
grondbelasting 10 opcenten worden geheven,
ten behoeve der gemeente waarin de be
zitting gelegen is. En betalen niet alle
kerkbesturen, diakoniën, wees- en armhui
zen, kortom alle bezittingen in de doode
hand dergelijke lasten en belastingen?
riet komt mij vreemd voor dat geen en
kel der éminente leden, die in de vergade
ring tegenwoordig waren, den heer Bree
baart op de onjuistheid zijner beweringen
gewezen heeft. Of zou ik toch ongelijk
hebben? In dit geval zal ik zeer dankbaar
zijn, indien ik beter word ingelicht.
Schagen, Hoogachtend,
17 Juni 1893. Uw dienstw. Dienr.
H.
gaf
Een trouwe vriend van Simon, Pieter
(de heer W Hart en zijne aanstaande Dien
Mevr Stoete) stoffeeren het geheel. Zie daar
den verkoiten inhoud. En de vertolking?
De heer en mevrouw Hart ziju te oude
en goede bekenden van ons, zoodat wij voor
heen henniet bij herhaling den loftrompet be
hoeven te steken. Zagen wij deu heer W. Hart
gewoonlijk eene dramatische rol met succes
vertolken, ook in het geestige genre blijkt
hij uistekend op zijne plaats te zijn. On
ze meening werd blijkbaar doorde aanwezigen
gedeeld, wijl za hem bij herhaling hnu
applaus schonken. De heer en mevrouw de
Boer vormdeu een uitstekend tweetal.
De eenvoudigheid van mevr. de natuurlij
ke toon van den heer de Boer stempelen
hen tot ware artisten. De rol Brandes werd
door den heer J. I). Blaaser uitstekend
getypeerd. Zoo behooren gang en houding
te worden teruggegeven; zóó de toon vau
den ouden verliefden gek te zijn. Het scher
pe en harde in zijne nlleenspraken gaven
treffend deu geld-aanbiddenden booswicht
terug. Wij kuunen dar, ook niet nalaten
den heer Hart met de aanwinst vau der
gelijke uitstekende krachten te feliciteeren.
Uit den losseu toon en vrije manieren van
mevr. Stoete bleek dat de emancipatie
der vrouw ook reeds tot de visschers-schoo-
nen is doorgedrongen. Wij hopen den heer
A. Kattermolen een andermaal eene rol van
meer beteekeuis te zien toevertrouwd om
ook hem naar waarde te kannen schatten.
Een lustige operette gaf een kijkje in het
bewezen, zich haar treurig uiteinde zelve Farijsche modisten-leven, en viel blijkbaar
iu den smaak van het flink opgekomen pu
bliek.
Velen
berokkende, zulks getuigt de ge
schiedenis, zoodanig is ook de intrige van
het drama. Dat het leven van een eenvou
dig landmeisje, hetwelk door hare verblin
dende schoonheid tot den troon werd ver
heven, dien levensweg niet in onberispelijk
heid van zeden heeft kannen afleggen, en
dat haar eer en aanzien en macht onmid
dellijk achtervolgd, neen, voorbijgestreefd
werden door angst, berouw en wroeging
dat maakte deze rol juist geschikt voor
mej. Julia Cuppert,de gevierde actrice ,die
door haar warm, gevoelvol en vurig spel,
aller onverdeelde aandacht aan zich geke
tend houdt. Eeu magische bekoring gaat
van haar uit, zoowel als zij is de ydelle,
naar aanzien en macht hakende coquelte,
als wel als de verpletterde, de vernederde
ter dood veroordeelde.
De hoogbejaarde, maar nog fiere acteur
de heer Veltman, als Hendrik de achtste,
verwierf evenzeer aller bewondering. Den
Koning-mensch, behept met de ondeugden
zijner deugden, zóó weer te geven, gelijk
de heer Veltman zulks vermag, kan een
met ons znllen zeker met inge
nomenheid vernemen
door den
het
zoo
water, waaronder een rijksveldwachter.
De gearresteerde w*s san de hind ver- i arbeid vau kunst genoemd worder.
wund. Nadat bij dooreen geneesheer ver- De heer Polbarst, de hertig
van
dat donderdagavond
heer Hart zal worden gegeven
bekende drama Zwarte Griet
naarin de hoofdrollen door den heer en
mevr. Hart, zullen worden vertolkt.
In het Café van den heer
BROERE treedt iederen avond met be
paald succes het café Chataut gezeldschap
van den heer D. de Vroomen op.
M ij waren met genoegen van het optre
den der verschillei.de krachteu getuigen.
Hier in een geestig couplet den politieken
toestand karakteriserende, diar met een
goed gekozen woord maatschappelijke toe-
standeu en gebreken aanwijzende, elders in
gunstige tekst Amor offerende zijn van die
voordrachten, die steeds in den algemeenen
smaak vallen. Wranneer dan ook zulke ge
zelschappen niet tot het ordinaire afdalen,
kunnen ze steeds op dankbare toehoorde.
Ws
Waarde Heer Redacteur!
Vergun mij in uwe courant,
Wel bekend in dit deel van het land,
Eene beschrijving zonder overdrijving,
Te mogen geven, teneinde men in en buiten
Schagen kan lezen,
Wat er alzoo op de kermis te zien zal wezen.
Wanneer men dan dit verhaal,
Gesteld in hoog dichterlijke taal
Tot het eind heeft gelezen,
Dan zal wel ieder tot de overtuiging geko
men zijn:
„De kermis is dit jaar bijzonder fijn.
Men kwam dan ook van alle kanten hier,
Zoo kwam van Amsterdam de heer A. VAN
LIER,
Om in de tooneelzaal van den heer BLAAU W
Voor de kunstminnende burgers en boeren
Een drietal stukken op te voeren.
KATHARINA HOWARD en JANE SHORE,
Zullen de liefhebbers van het drama bekoren,
Terwijl voor blijgeestigen,De reis door Berlijn,
Een welkome uitspanning zal zijn.
Van VAN LIER naar W. HART,
De vertolker van leed en smart,
Met zijn welingerichte tent,
Uren ver in den omtrek bekend;
Staat hy ook dit jaar weer achter de Kerk.
Hy opende met: „De kinderen van de vis
schers-weduwe", eigen werk.
Dat de heer BLAASER aan het gezelschap
verbonden is,
Is gewis, een reden te meer,
Om ook nu, zooals iedere keer,
Hem met een druk bezoek te vereeren,
Verzuimt het dus niet, Dames en Heeren.
Vóór de kerk staat het GRAND THEATRE
Waarin het gezelschap van den heer H. HART
voor het publiek
Met een varieerend programma, iederen avond
optreedt, afgewisseld door goede muziek.
Alleen de PANTOMIME en het KROKODIL-
LENMENSCH
Zijn het dubbele waard,
Dat u er henen gaat.
Liefhebbers van draaien en rijden,
Loopen de Laan niet bezijden,
Want daar staat VINCKEN'S caroussel,
En let wel, een CIRCUS
Waarin je voor een bagatel,
Rijdt op een levend paard,
Alsof je ruiter van geboorte waart.
Op de Hoogzij
Staat een dichte rij Kramen,
Behoorende aan van ouds bekende namen.
Wilt ge zalm of paling van uitstekende kwa
liteit,
De heer D. VISSER is steeds bereid
U die waar te bezorgen.
Versche waar, aanvoer iederen morgen.
Bij VISSER en de wed. HAAK,
Is voor iederen smaak,
Al wat de kunst uit suiker en chocolade weet
te bereiden,
De jeugd loopt dan ook zelden deze vertegen
woordigers van Lui-Lekkerland bezijden.
Ook de heer BONNIER,
Kwam met zijne keurige uitstalling weer hier.
Wat kunst en smaak,
Schiep voor wetenschap of vermaak,
Zijn door hem tentoongesteld.
Zijn naam dus hier met eere gemeld.
De hegy WAQENDREVER
Maafct bekend: „Ik lever
D-8' heerlijkste wafels per dozijn,
Met of zonder vanille, heerlijk, fijn.
Ook de wed. DOBBER en tal van concuren-
rekeDen. Wie 's avonds ren prettig uu'rtje
wil dooi brengen ga gerust „het Centru
opzoekeü, hij ra! znh niet serveleu.
■ra
ten
Leveren lekkere oliebollen, voor weinig centen
Op de markt kan men, dat zal u verbazen,
Met oigen oogen zien, hoe men GLAS
i