Gemengd Nieuws. PLAATSELIJK NIEUWS. dro0e.i zomer gekenmerkt gedurende wel- Zonder strijd of offers komen wi' er niet."' bonden wj5, werd hij mar Leeuwarden KPI1 mon Knno i. 1_ J -i ken men bijna onafgebroken nevel of zoo- genaamden veenbrand had, waardoor zon en raam langen tijd een vuurrood aanzien verkregen. De droogte was zoo groot, dat men op vele plaatsen met het vee, dat van dorst smachtte, geen raad wist. Naar ge- meldt wordt, was op het Nieuwe Bildt een „dobbe" met drinkbaar water, werwaarts het. vee, dat door niets te stuiten was, meer dan twee uur ver gaans kwam, om lafenis; want van Stiens, Finkum, Hijom en Hal lam en nog verder verwijderde plaatsen vond men hier dagelijks vee om den dorst te les8chen. 1818. Na een zeer nat voorj ur, dst met den 2eu Mei in droogte veranderde, was de zomer en ook het geheele najaar zeer droog. De levensmiddelen, die reeds zeer duur wareD, stegen daardoor nog meer in prijs. Ook het warme jaargetijde vau het volgende jaar mag onder zeer droge zo mers gerangschikt worden. 1826 was eveneens buitengewoon droog en warm. De hitte maakte op ODdersohei- de plaatsen slachtoffers, daar de menschen onder de ongewone warmte bezweken. Een treurig ongeval had Zondag plaats in den speeltuin „Bredenhof" te ZAALDIJK. Ten 4 uur, toen het con cert daar ter plaatse een aanvang zou ne men, had de 16-jarige Dirk Spreeuw het on geluk, van een in beweging zijnden schommel te vallen. Van zijn val willen de opstaan, deed het plankje van den in middels terugkeerenden schommel, waarop nog zijn makker stond, den gevallene den schedel verbrijzelen, zoodat hij terstond een lijk was. En als had er niets plaatsgehad, speelde de muziek een oogenblik later de vroolijkste melodieën! Doodelijke verwonding. De dienstmeid van deu landbouwer J. de Vries ,te Nieuwe Pekela, moest jl. Zater dagavond voor haar meester een briefkaart bezorgen in de hulpbus der posterijen. Op de terugreis de woning passeerende van Adam Rare, noodigde een diar aanwezig zijnd gezelschap haar nit binnen te komen, waaraan dan ook gereedelijk gevolg werd gegeven, 't Ging er zoo jolig toe, dat de meid geheel vergat om tijdig naar huis te gaan. Toen zedan ook 's nachts bij huis kwam, was de den rgesloten en hadden de be woners zich reed ter raste begeven. Op herhaald kloppen deed eindelijk de knecht haar open en deze ging toen weer te bed. De Vries, die inmiddels door het kloppen ook wakker geworden was, hoorde een tijdlang later tamelijk luid spre ken in 't karnhuis en wilde zich toch eens overtuigen, wat er daar gaande was. In 't karnhuis gekomen, zat de meid met een vrijer, dien ze zeker opgeloopen had bij bovengenoemden R. De Vries som meerde het jongmeuseh om direct zijn huis te verlaten, aangezien hij geen nachte lijke bezoeken verlangde. Dit scheen de vrijer allerminst van plan te zijn, tenminste hij dreigde niet te wil len gaan: de Vries moest hem er maar uitgooien. Deze liet zich dit ook geen tweemaal zeggen, en ofschoon in het 't ver trek donkor was, greep hij den vent aak, om hem de deur uit te zetten. Nauwelijks echter is de worstelling begonnen of de Vries voelt dat hem in den rug wordt ge stoken. Toch wordt hij meester over zijn tegenstander en met veel moeite kreeg hij hein buiten de deur. Daar buiten koelde de woestaard zijn drift, door nog eenige malen met het mes in de denr steken, waarna hij aftrok. Den gewonde de Vries gutste inmiddels het bloed uit de toegebrachte wonde en werd er om heelkundige hulp gezonden. De toestand van de Vries is zeer zorgelijk; het groote bloedverlies heeft den man zeer verzwakt. De politie, met de misdaad in kennis gebracht heeft dadelijk een onderzoek ngesteld en er is proces-verbaal opgemaakt tegen den vermoedelijken bedrijver, zekeren H Schrik, uit Zuiderkolonie. liet lem met van het mes, waarmede waarschijnlijk de daad is bedreven, is bij de woning van de Vries gevonden, bevlekt met bloed. Opruiing. Voor de Arron- dissements-Rechtbank te HAARLEM stond Zaterdag terecht Johannes Cornelis Hondericus Philippns Methöfer, 29 jaar oud en wonende te 's-Gravenhage, ter zake dat hij op 13 Februari jl., in een openbare vergadering, gehouden in „Felix Favore" te Haarlem, zijn toehoorders heeft trachten te overtuigen, dat de volgens hem volstrekt noodige omverwerping van de bestaande orde van zaken en met name de vernietiging van den Staat, slechts door- geweld, met het zwaard in de hand, is te verkrijgen, waarom hij den werklieden en allen, die zich bij de anarchisten aanslui ten, aanried om, zoodra mogelijk de eigen- Pit feit levert op, het misrdijf van op- 1 ruiïug tot het misdrijf, omschreven bij ar-1 tikel 96 W. v. 8., „het ondernemeu van ten aanslag, mei het oogmerk, dengronl- wettigen regeeringsvorm te vernietigen of op onwettige wijze te veranderen." Er was niet bizonder veel publiek, doch wat er was behoorde tot van beklaagde. De inspecteurs Balkensteijn en "Wol- flram volhardden bij hun proces verbaal. Methöftr droeg een verdedinging voor. Hij wilde zich niet beroepen op de wet, want deed hij dit, dan zon ontslag van rechtsvervolging moeten volgen, daar zijn opruiing geen gevolg had gehad. Hij oor deelde, dat zijn ziak op last van hooger land aanhangig w.ts gemaakt, waardoor de rechters dus genoodzaakt waren, te stra ffen. Vervolgens behandelde hij den eigendom volgens hem diefstal en het staats gezag, uit een anarichistisch oogpunt. Hij verklaarde een duren deed te hebben ge zworen, niet te zullen rusten vóór deze beide van de aarde waren Terdwenen, en eindigde als volgt: En nu, heeren rechters, doet uw treu- rigen plicht; veroordeelt deu anarchist en opruiër, doch vergeet niet dat hij dit zal blijven, zoolang bij leeft," (Applaus bij het publiek.) De officier bracht hulde aan den be klaagde voor de bezadigde wijze waarop bij zijn verdediging had voorgedragen; hij gaf de verzekering, dat niet van hooger hand, doch van het parket de vervolging uitging, omdat dit wilde weten of uitdrukkingen, als door den beklaagde geuit, zonder straf mogen geuit worden. Spreker rekwireerde, wegens overtreding van de artikelen 94, 131 en 141 van het Wetboek van Straf recht, veroordeeling tot 6 weken gevange- nisstiaf. Uitspraak 22 Juni a. s. gebracht. Andere gewonden zag ik niet Nadït men van de schrik op het terrein wat bekomen was werd de meeting, thans zonder de aanwezigheid van politie voortge zet. Het neervallen der groote tribune, die onder het gewicht der menschen massa be zweek, bracht nog eenige stoornis, zonder de geeserwanten ernstige ongelukken te veroorzaken. Te Parijs zijntweemau- neo, ten gevolge van de hitie dood neer gevallen op straat, Oik in het Zuiden van Frankrijk is de hitte buitengewoon; toch luiden de berichten over de choiera-epide- mie gunsliger. Te Cette en te Alais kwa men M landag slechts twee sterfgevallen voor. Een groot aantal welgestelde families hebben niettemin laatstgenoemde stad ver laten. In de vergadering van de gezondsheids- commissie te Parijs bracht dr. Monod ver sla? uit over den gezonheidstoestaud van htt land en zeide o.a. d;t de cholera in Morbihan scheen geweken te zijn. Lijnrecht daarmede in tegenspraak zijn de berichten der Engelsche consuls, volgens welke de ziekte opnieuw met groote hevigheid zou zijn uitgebroken. Voor den kantonrechter te Weenen stond eenigen tijd geleden een vrouw terecht, die met den rechter, die de gewone vragen omtrent haar levensomstan digheden stelde, het volgende eigenaardige onderhoud had: Rechter, „Werd ge reeds eenmaal ver oordeeld?" Beklaagde zwijgt Durhara, EtheKood, de edelste der ede- len, de trouwe onderdaan zijns konings, de trouwe echtgenoot, de man die ter wille zijner liefde voor het n derig landmeisje eer, aanzien en macht van de hand wijst, z-lfs deu toorn van zijn vorst braveert, de doar zijne vronw bedrogen min, de door zijn vorst miskende onderdaan, de wreker der ongerechtigheid de evenknie van inejuflr. Cuypers, was o. i. ouovertretfelijk. Iu de laatste tafereelen voldeed ons het spel van Mevr. Potharst-Graderals prinses Margaretha, zuster des konings, en van de heer Farbergraaf van Sussex en kamp- vechten voor de onttroonde koningin, bij uitstek. Waar het gezelschap V. Lier zich zoo inspant, gelijk gisteren avond is geschied, om door srmenspel, prachtige constuums enz. enz. tot in de kleinste finesses aan de eischen der schoone kunst te voldoen, heeft het ten volD aanspraak op de waardeering van de zijde van het publiek en doet bet ons genoe gen nu reeds te weten, dat voor heden avond een zeer groot getal plaatsen besproken is. ITSTGhEZOlTIDIEIET. Geachte Redacteur! van Don- verslag R. B. R. B. R. B. „Of ge reeds straf hebt?" *Ja." „Welke?" „Ik ben gehuwd." „Is dat een straf?" Zeker!" domsverhoudingen met geweld te verbreken zich daarvan door geen vrees voor gevangenis te laten weerhouden, zeggende hij o. m. in den loop zijner rede het volgende: „Wij, anarchisten, verkiezen den weg des gewelds; opheffing van kapitaal kan niet langs geleidelijken weg plaats heb ben; wij willen vernietiging van den Staat. Het ligt voor de hand, dat noch eigenaars noch Staat vrijwillig afstand zul len doen van hun bezitting en rechten; dit zal eerst gebeuren als het volk in op stand komt en met het zwaard in de vuist, zijn recht eischt. De werkeloozen loopen, hongerend, terwijl vrouw en kinderen van gebrek en ellende verkwijnen, langs win kels, waar de verlokkendste spijzen zijn uitgestald en onvoldoende gekleed langs aaagazijheu, waar de kleederen opgestapeld liggen; de werkeloozen hebben eigendoms verhoudingen te verbreken; geen vrees voor gevangenis moet daarvan terughouden. F 33. Een jong Dnitsch dichter van Eugelsche afkomst, gehuwd met een bijzonder jong Duitsch meisje, schreef Vrijdag j.1. eenige brieven aan zijn vrien den en kennissen, welke de mededeeling behelsden, dat het echtpaar zien het leven zon benemen. Aan een zijner vrienden, wien hij zijn nalatenschap opdroeg, schreef Herman Stoer, de jonge man, dat zijn vrouw met hem uit Duitschland was ge komen met het doel van de dwaze, dom me menschheid weg te gaan. Daarin zei- de hij ook dat zij onder de schadnw van den dood gelukkig en eendrachtig leefden en geheel in elkander opgingen. Hun ee- nig genoegeu bestond in bloemen, vogels, het vrije veld en de muziek. Uit overtui ging zochten zij den dood. Werkelijk wa- zij Vrijdagavond uit hun woning, die zij voor 14 dagen gehuurd hadden en waar zij vooral in de laatste dagen vroolijk als twee verliefden leefden, vertrokken en zij keerden niet weer. Een onderzoek werd ingesteld en Zaterdag vond men in het bosch bij Gan- terburry de beide lijken naast elkatider. De jonge vronw, zij was 17 h 19 jaar oud, uitgestrekt op het gras met een kogel- wonde in de linkerslaap, de jonge man, het hoofd bij haren hals, daarnaast met een wonde aan de linkerslaap en een revolver iu de hand. Op hun lichamen lag een rui ker wilde rozen met een zwart lint saam gebonden. De hoeden, de parasol en de wandelstok waren zorgvuldig op zij neerge legd. Men vermoedt, dat ten minste de jonge man aan waanziekte leed; in zijn familie kwam deze ziekte erfelijk voor. Een meeting. Men schrijft uit STIENS: De meeting, op Zondag 18 Juni te STIENS belegd, door de S. D. vrouwen vereniging en de afd. Stiens van den S. D. Bond, dreigde een oogenblik een zeer ern stig verloop te zullen nemen. Aanvankelijk liet alles zich zeer gunstig aanzien: de bur gemeester had toestemming gegeven voor een optocht met muziek en vaandels door het dorp van en naar het terrein, zcodat de stemming van het pnbliek in den be ginne uitstekend was. In de pauze echter veranderde dat. Aan den heer Polak, een der sprekers, werd door de twee op het terrein aanwezige marechaussees gevraagd, zijn naam en ou derdom op te geven, zooals men zeide, om hem te verbaliseeron, omdat hij de politie agenten, die Poutsma gearresteerd haddeö, ellendelingen zou genoemd hebben. Zoodra dit van mond tot mond was ge gaan, geraakte het publiek in beroering. Een aantal deelnemers aan de meeting, om ringde zingende de twee marechausees en twee aanwezige rijksveldwachters. Spoedig werd men in den menschenhoop handgemeen, sabels flikkerden, menschen rolden over deu grond en het geroep: hij bloedt! weerklonk. Een grenzenlooze ver warring heerschte weldra: vrouwen vielen van zich zei7e, kinderen schreeuwden. Weldra weeiklonken revolverschoten door marechaussees gelost en naar men zegt, ook door een enkele uit het publiek. De politie drong zich intusschen met een arrestant in haar midden naar het brugge tje, dat van het terrein toegang tot den rijweg verleende. In die richting vermeer derde de verwarring, toen men daarheen aardkluiten of steenen in de lucht zag be wegen, waardoor een gemeenteveldwachter aan den wang getrofien werd. Bij het brug getje geraakten verscheidene menschen te Schagen, 21 Juni 1893. Heden werd de heer W. Kloeke, Hoofd onzer O. L. School be noemd tot Hoofd der 2e Burgerschool te HAARLEM. Op de paardenmarkt, g e- houden Maandag 19 Juni 1.1. waren aangevoerd 218 jnarden van f 40 tot f 400 en 7 veulens van 145 tot f 80. „W at is dat toch hoogst belangwekkend, dat glasblazen,* zeiden we tegen elkaar, toen wij gisteren-middag de op de kermis alhier staande glasbla zerij verlieten. De man, die zulke fijne kunstvoorwerpen vervaardigt, is inderdaad een kunstenaar met veel smaak en sterk ontwikkeld voorstellingsvermogen. Ziet men met welk een geringe hoeveelheid grondstof en eenvoudige werktuigen deze kunst is te beoefenen, dan mag men zich wel met bevreemding afvragen hoe komt het toch, dat men bij de beoefening van zoovele kuns ten: als schilderen, teekenen, figuurzagen, houtsnijden enz. in het geheel niet gedacht heeft aan het glas-blazen? Uit overtuiging raden wij allen aan, een bezoek te brengen aan deze glasblazerij; het is inderdaad iets verrassends, daar te kunnen zien, hoe de vaardige hand des kunstenaars van een enkel staafje glas een scheepje, een flacon of eenig ander voorwerp ver vaardigt, of het glas spint zoo fijn als een haartje en ter lengte van ettelijke meters, öf het glas als een zeepbel opblaast, en eindelijk uit elkaar doet spatten, en waarbij die zeepbel dan blijkt te bestaan uit een laagje glas, nog dunner, nog zach ter dan vloeipapier, en fluweelachtig in het aanvoelen. Katharina Howard, drama in 8 tafereelen, werd gisteren avond ten lokale vaQ den heer Blauw, door het Hollandsch Tooneel- gezelschapdirectie: de heer A. van Lier opgevoerd. De geschiedenis van dit drama, in hoofd trekken ontleend dan de geschiedenis der wereld, geeft een episode uit het leven van den Eugelschen koning Hendrik VIII aan wien het sprookje van Blauwbaard zijn ontstaan te danken heeft. Van zijne vrouwen, die de eer genoten koningin van Engeland te heeten, doch die eer met hun leven betaalden, was Catharina Howard de vierde, die met haar aanhangden I2enFebrnaril542 ter dood gebracht werd. De beul toch was de voornaamste pleit beslechter van dien dwingelaud, Dat Katharina, al werd haar schuld niet De groote Schouwburg van den heer W. Hart werd Dinsdag avond geopend met „de Kinderen van Je Visschers-weduwe', oorspronkelijk tooneel- spel met zang door de heer W. Hart. Dit tooneelspel is een echt volksstuk nit de oude school, vol afwisstling met treffende pas sages, over 't geheel goed geteekende figuren waarin de ondeugd, hoewel schijnbaar zege pralende, ten slotte naar verdiensten wordt gestraft. Een arme visschers-weduwe Martha (Mevr. de Boer) met haren zoon Simon (de heer J. de Boer) en hare pleegdochter Anna (Mevr. Hart) zijn fi nancieel afhankelijk van den rentenier Brandes (J. D. Blaaser.) Deze zoekt de hand te verwerven van de pleegdochter, die, alleen oogen voor haar pleegbroeder heb bende, zijn aanzoek aanwijst. Deze rentenier is het, die Anna voor de deur der weduwe te vondeling heeft gelegd, na haren vader en zijn vriend, den man van Martha, bij een schipbreuk beiden in de golven te hebben gestooten, teneinde alleen in het bezit der kostbaarheden te geraken, die de schipbreukeling bij zich had om zich door deze gelden voor financieelen ondergang te redden. Een tijdige brand redde hem reeds een maal. Daar Anna zijn aanzoek weigert wordt Willem wegens ontduiking der lo ting door de kuiperijen van Braudes voor 5 jaar verwijderd. Dit kost der moeder de dood. Wijl Willem's brieven worden onder schept, houdt men hem ten slotte voor dood en Anna schenkt aan Brandes, die haar in de dagen van beproeving trouw heeft bijgestaan uit erkentelijkheid hare hand. Den dag van het huwelijk komt Simon on verwacht terug een door Simon gered de adelborst, den heer (A. Kattermolenkomt ten toonee'e en een door Brandes geschonken medaillon maakt Adolf en Anna tot broeder en zuster. Brandes wordt ontmaskerd, sterft op het tooneel en het stuk is afgespeeld. In de Schager Courant derdag 15 dezer komt een verslag voor van het verhandelde in de vergadering van afgevaardigden en het bestaur van den Bond van Liberale Kiesverenigingen, in het hoofdkiesdistrict Alkmaar. Volgens dat verslag heeft de heer J. Breebaart Cz, in die vergadering gezegd, dat de gemeente Schagen eene oppervlakte heeft van 4006 H A, waarvan in 1888 eene op pervlakte van 600 II. A. behoorden aan eigenaars buiten die gemeente woonachtig, wtlk getil van 600 H. A. op 1 Januari 1893 gestegen zou zijn tot een bedrag van 1300 H.A. Hoe is dit mogelijk, geachte beer Bree baart De gemeente Schagen heeft, met inbe grip van Burghorn en de landerijen ten Zui den van den Tolkerdijk, (bekend onder den naam van „de Schager Uitwerpen") eene totale oppervlakte van 1895 H. A., waar van 46 als wegen, dijken of wateren onbe last zijn. Er blijven dus 1849 H. A. over, die in de lasten en belastingen worden aange slagen. (Zie het werk van Mr. G. de Vries Az getiteld: de Zeeweringen en Waterschappen van Noord Holland.) En wat nu het grondbezit betreft, dat aan uitwonende eigenaars behoort, dit be draagt niet 1300 maar 462 H.A. Immers, de burgemeester van Schagen iu de raadsvergadering van 13 dezer aan het raadslid den heer Jb. Stammes te kennen dat der oppervlakte van deze gemeente aan uitwonende eigenaars behoort. (Zie het verslag der vergadering van den Raad, als bijvoegsel uwer courant.) Verder zegt de spreker dat de bezittin gen in de doode hand onder Barsingerhorn bedragen 262, Schagen 343 en Wieringer- waard 34 H. A. en dat deze bezittingen niet in de belasting vallen. Wat bedoelt de heer Breebaart hiermede? ZEd. weet zeker, als voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur te Barsingerhorn, dat door dat bestuur ook grond- en pol- derlasten worden betaald en dat bij die grondbelasting 10 opcenten worden geheven, ten behoeve der gemeente waarin de be zitting gelegen is. En betalen niet alle kerkbesturen, diakoniën, wees- en armhui zen, kortom alle bezittingen in de doode hand dergelijke lasten en belastingen? riet komt mij vreemd voor dat geen en kel der éminente leden, die in de vergade ring tegenwoordig waren, den heer Bree baart op de onjuistheid zijner beweringen gewezen heeft. Of zou ik toch ongelijk hebben? In dit geval zal ik zeer dankbaar zijn, indien ik beter word ingelicht. Schagen, Hoogachtend, 17 Juni 1893. Uw dienstw. Dienr. H. gaf Een trouwe vriend van Simon, Pieter (de heer W Hart en zijne aanstaande Dien Mevr Stoete) stoffeeren het geheel. Zie daar den verkoiten inhoud. En de vertolking? De heer en mevrouw Hart ziju te oude en goede bekenden van ons, zoodat wij voor heen henniet bij herhaling den loftrompet be hoeven te steken. Zagen wij deu heer W. Hart gewoonlijk eene dramatische rol met succes vertolken, ook in het geestige genre blijkt hij uistekend op zijne plaats te zijn. On ze meening werd blijkbaar doorde aanwezigen gedeeld, wijl za hem bij herhaling hnu applaus schonken. De heer en mevrouw de Boer vormdeu een uitstekend tweetal. De eenvoudigheid van mevr. de natuurlij ke toon van den heer de Boer stempelen hen tot ware artisten. De rol Brandes werd door den heer J. I). Blaaser uitstekend getypeerd. Zoo behooren gang en houding te worden teruggegeven; zóó de toon vau den ouden verliefden gek te zijn. Het scher pe en harde in zijne nlleenspraken gaven treffend deu geld-aanbiddenden booswicht terug. Wij kuunen dar, ook niet nalaten den heer Hart met de aanwinst vau der gelijke uitstekende krachten te feliciteeren. Uit den losseu toon en vrije manieren van mevr. Stoete bleek dat de emancipatie der vrouw ook reeds tot de visschers-schoo- nen is doorgedrongen. Wij hopen den heer A. Kattermolen een andermaal eene rol van meer beteekeuis te zien toevertrouwd om ook hem naar waarde te kannen schatten. Een lustige operette gaf een kijkje in het bewezen, zich haar treurig uiteinde zelve Farijsche modisten-leven, en viel blijkbaar iu den smaak van het flink opgekomen pu bliek. Velen berokkende, zulks getuigt de ge schiedenis, zoodanig is ook de intrige van het drama. Dat het leven van een eenvou dig landmeisje, hetwelk door hare verblin dende schoonheid tot den troon werd ver heven, dien levensweg niet in onberispelijk heid van zeden heeft kannen afleggen, en dat haar eer en aanzien en macht onmid dellijk achtervolgd, neen, voorbijgestreefd werden door angst, berouw en wroeging dat maakte deze rol juist geschikt voor mej. Julia Cuppert,de gevierde actrice ,die door haar warm, gevoelvol en vurig spel, aller onverdeelde aandacht aan zich geke tend houdt. Eeu magische bekoring gaat van haar uit, zoowel als zij is de ydelle, naar aanzien en macht hakende coquelte, als wel als de verpletterde, de vernederde ter dood veroordeelde. De hoogbejaarde, maar nog fiere acteur de heer Veltman, als Hendrik de achtste, verwierf evenzeer aller bewondering. Den Koning-mensch, behept met de ondeugden zijner deugden, zóó weer te geven, gelijk de heer Veltman zulks vermag, kan een met ons znllen zeker met inge nomenheid vernemen door den het zoo water, waaronder een rijksveldwachter. De gearresteerde w*s san de hind ver- i arbeid vau kunst genoemd worder. wund. Nadat bij dooreen geneesheer ver- De heer Polbarst, de hertig van dat donderdagavond heer Hart zal worden gegeven bekende drama Zwarte Griet naarin de hoofdrollen door den heer en mevr. Hart, zullen worden vertolkt. In het Café van den heer BROERE treedt iederen avond met be paald succes het café Chataut gezeldschap van den heer D. de Vroomen op. M ij waren met genoegen van het optre den der verschillei.de krachteu getuigen. Hier in een geestig couplet den politieken toestand karakteriserende, diar met een goed gekozen woord maatschappelijke toe- standeu en gebreken aanwijzende, elders in gunstige tekst Amor offerende zijn van die voordrachten, die steeds in den algemeenen smaak vallen. Wranneer dan ook zulke ge zelschappen niet tot het ordinaire afdalen, kunnen ze steeds op dankbare toehoorde. Ws Waarde Heer Redacteur! Vergun mij in uwe courant, Wel bekend in dit deel van het land, Eene beschrijving zonder overdrijving, Te mogen geven, teneinde men in en buiten Schagen kan lezen, Wat er alzoo op de kermis te zien zal wezen. Wanneer men dan dit verhaal, Gesteld in hoog dichterlijke taal Tot het eind heeft gelezen, Dan zal wel ieder tot de overtuiging geko men zijn: „De kermis is dit jaar bijzonder fijn. Men kwam dan ook van alle kanten hier, Zoo kwam van Amsterdam de heer A. VAN LIER, Om in de tooneelzaal van den heer BLAAU W Voor de kunstminnende burgers en boeren Een drietal stukken op te voeren. KATHARINA HOWARD en JANE SHORE, Zullen de liefhebbers van het drama bekoren, Terwijl voor blijgeestigen,De reis door Berlijn, Een welkome uitspanning zal zijn. Van VAN LIER naar W. HART, De vertolker van leed en smart, Met zijn welingerichte tent, Uren ver in den omtrek bekend; Staat hy ook dit jaar weer achter de Kerk. Hy opende met: „De kinderen van de vis schers-weduwe", eigen werk. Dat de heer BLAASER aan het gezelschap verbonden is, Is gewis, een reden te meer, Om ook nu, zooals iedere keer, Hem met een druk bezoek te vereeren, Verzuimt het dus niet, Dames en Heeren. Vóór de kerk staat het GRAND THEATRE Waarin het gezelschap van den heer H. HART voor het publiek Met een varieerend programma, iederen avond optreedt, afgewisseld door goede muziek. Alleen de PANTOMIME en het KROKODIL- LENMENSCH Zijn het dubbele waard, Dat u er henen gaat. Liefhebbers van draaien en rijden, Loopen de Laan niet bezijden, Want daar staat VINCKEN'S caroussel, En let wel, een CIRCUS Waarin je voor een bagatel, Rijdt op een levend paard, Alsof je ruiter van geboorte waart. Op de Hoogzij Staat een dichte rij Kramen, Behoorende aan van ouds bekende namen. Wilt ge zalm of paling van uitstekende kwa liteit, De heer D. VISSER is steeds bereid U die waar te bezorgen. Versche waar, aanvoer iederen morgen. Bij VISSER en de wed. HAAK, Is voor iederen smaak, Al wat de kunst uit suiker en chocolade weet te bereiden, De jeugd loopt dan ook zelden deze vertegen woordigers van Lui-Lekkerland bezijden. Ook de heer BONNIER, Kwam met zijne keurige uitstalling weer hier. Wat kunst en smaak, Schiep voor wetenschap of vermaak, Zijn door hem tentoongesteld. Zijn naam dus hier met eere gemeld. De hegy WAQENDREVER Maafct bekend: „Ik lever D-8' heerlijkste wafels per dozijn, Met of zonder vanille, heerlijk, fijn. Ook de wed. DOBBER en tal van concuren- rekeDen. Wie 's avonds ren prettig uu'rtje wil dooi brengen ga gerust „het Centru opzoekeü, hij ra! znh niet serveleu. ■ra ten Leveren lekkere oliebollen, voor weinig centen Op de markt kan men, dat zal u verbazen, Met oigen oogen zien, hoe men GLAS i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2