De wepnvan het noodlot.
Zondag 9 Juli 1893.
37ste Jaargang No. 2741.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Boreau: SCHAöEIS, Laan, B, 4.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f$3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
AD\ ERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een B ij voegsel, bevat
tende verslag der zitting van
den Schagerraad.
Gemeente 8 c h a g e n.
Beke ndmak i ai g- e n.
Betaling Schoolgelden.
F E U I L L T O N.
Voorde Noordelijke Wijk: Wil
lem Bleeker, (Noord, wijk'A no. 41)
en Arie Kant, (Nes, wijk II no. 14);
voor de Zuidelijke Wijk, Jan
Hoos, (Hoep, wijk C, no. 51/128) en
Tijs Hypost, (Laan, wijk D, no. 17);
binnenlandse!! Nieuws.
i Nieuws-,
Ainrteiiie- LoilimlM
De INHOUD vau het Geïllustreerd
Zondagsblad van NTo. 28 is als volgt:
Het Huwelijk van den Engelschen Erf
prins (met twee portretten.) Leelijk, eene
schets van Heleua Bange. Historische
gezegden. De watertobogan te Londen
(met illustratieDe üuitsche socialisten
en de verkiezingen (met 4 illustraties).
Don Quichote (met illustratie). Op
esn hoogen voet leven. De geschiedenis
van het verloren geraakte geadresseerde var
ken (met 12 illustraties).De winners
der Prijsraadsels XLV a en XLAI a.
Vnor de huishouding. Anecdoten.
Oplossing van prijsraadsel L. Puzzle.
Luchtig maar gewichtig. De drie beste
geneesheeren. De praktische Engelschman
in liet koffiehuis (met 3 illustraties).
Een grap met ernst beantwoord. Een
herkenningsteeken. Eigenaardige declara
tie. Een vorstelijke terechtwijzing.
"Voor Dames. Anecdote-proeve No. 17.
De bekroonde Anecdote-proeve No. 14.
Betaald gezet.Een historisch benmot.
Schaakrubriek.
Betrokkenen worden herinnerd dat de maan.
delijks verschuldigde schoolgelden vóór
den 5en van elke maand ten kantore
van den gemeenteontvanger moeten worden
vddaan, bij gebreke waarvan men zich bloot
stelt aan vervolging.
Behagen, den 30 Joni 1893.
Burgemeester en Wethouders:
C. H. BEELS,
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen tor kennis van belanghebbenden,
dat ingevolge de door den Raad dier ge
meente vastgestelde regeling, betrekkelijk
het onderzoek naar de broeiing van hooi enz.:
Ie de gemeente is verdeeld in een
Noordelijke en een Zuidelijke hooistekerswijk,
en de scheidingslijn tusschon die wijken
wordt geacht te zijn getrokken vanaf de brug
aan de Lange Snevert, door de Hoep, over
de Markt naar en door de Heerenstraat
langs de Loet, den Menisweg en het pad
loopende langs bet Sehagerwiel, en van daar
langs den dijk liggende aan den Zuidkant
van den polder Burghorn tot aan de gemeente
Sint Maarten
2e. dat voor het loopend jaar tot Hcoi-
stekers zijn benoemd
3e. dat ingevolge het bepaalde bij de
politieverordening voor deze gemeente, ieder
houder van hooi en stroo, die daarin gevaar
voor brand door broeiing ontdekt, verplicht
is daarvan onverwijld kennis te geven aan
den Burgemeester en een der Hooistekers;
voor de Hooistekerswijk, waarin hij woon
achtig is, zullende de Hooistekers bovendien
ten allen tijde tot het onderzoeken van het
hooi en stroo moeten worden toegelaten.
4e. dat niet-naleving der sub. 3 vermelde
bepaling straf baar is gesteld met eene boete
van ten hoogste f 25.
Schagen, den 7 Juli 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. II. BEELS,
De Secretaris,
DENIJS.
BEVOLKING.
Trijntje Liefhebber vroeger woon
achtig te Zijpe, thans alhier, wordt in haar be
lang aangemaand zich ten spoedigsto ter Secre
tarie alhior ta vervoegen.
Te W1ER1NGERWAARD is door
den plaatsvervangenden districts-veearts een
geval van vlekziekte gseonstateerd.
De Heer A. L., vroeger
woonachtig teWIERINGERWAARD, thans
te Goriuchem, is j. 1. Donderdag leven
loos uit het kanaal aldaar opgehaald.
Toezegging van beroep
naar BENNINGBROEK c. a. aan Ds. II.
van der Hoeven, predt. te Noordschermer.
Ten gevolge der groote
droogte, die steeds blijft voort dnreu, be
gint de toestand voor den landman thans
een bedenkelijk aanzien te verkrijgen.
In den polder VALKOOG is tot hier
toe de hooioogst nog heel onbeduidend
de schuren zijn nog led g. De, door het
vee gebruikte weiden zijn geheel kaal,
bij r a dor, zoodat men de beesten voedert
met wat er maar te krijgen is. Een paar
putten op het dorp, die altijd produktieve
wellen waren, houden zelfs op water te
geven. Een belangrijke reparatie aan de
sluis belet gebruik te maken van instroo-
mend buitenwater, waardoor het binnen-
Roman van Curt Hoffmeister.
(Vertalingsrecht verzekerd.)
8 VII
Mozes Nathanson was geheel onder den
indruk van de kennismaking met zijn voor
namen' cliënt. Hij had nog nooit met zulk
een lijn heer te doen gehad als dezen jongen
baron von Sturen, die aan het geld geen
waarde hechtte en den prijs welken men vau
bem verlangde, zonder te dingen, zonder ook
maar een spier van zijn gelaat te vertrokken,
gewillig betaalde.
Het stilhouden van een wagen voor
zijn winkel was eene mogelijkheid op welko
men ten allen tijde moest voorbereid zijn, wan
neer men had te bogen op zulke voorname
cliënten. Men kon niet weten, welke gevol
gen zich aan de brillaoten oorringen knoopten,
waarbij Nathonson een gewichtige tactor kon
worden. Hij beschouwde ziehzelven als den
als koopman vermomden toovenaar in de
„Duizend en één nacht", wien de prins uit de
fabel een oud prullig voorwerp afkoopt, zonder
te vermoeden, welke geheime wonder kracht
daarin verscholen is. Om zijn voornamen cliënt
elk oogenblik naar behooren te kannen ontvan
gen. had Nathanson uit zijn pronkkamer een
stoel met verbleekt rood-zijden zittting, wel
ke vroeger een audiëntiezaal tot siera"ad ver
strekt zou hebben, geplaatst in het kamertje,
hetwelk achter den winkel lag. Hij was met
die schikking jnist gereed en luisterde naar
de voorbij rollende rijtuigen, toen eensklaps
dat geluid verstomde. Met een paar spron
gen, over welke een beroemd danser zich
niet zou hebben behoeven te schamen, was
hij buiten, en nog voor baron von Sturen
want bjj was bet werkelijk nit
het rijtuig gestapt was, stond reidsNatban-
ssn in diepgebogeu bonding, in de wijd ge
opende winkeldeur.
„Ik kom zoo juist van deRettbergs', zei-
de Wol/gang, nadat hij het heiligdom van den
antikiteiten liardelaar was binnengetreden en
cp den mooicn sioel had plaats genomen; „Gij
hebt mij van de jonge dame niet te veel
gezegd, mijnheer Nathanson; zij is werkelijk
eene schoonheid.1'
De jood dacht aan den toovenaar en den
prins nit de fabel en streek zelfvoldaan langs
zijn baard.
„Kent gij een zekeren mijnheer van
Quinna vroeg de baron.
„Nu, zou ik mijnheer van Quinna niet
kennen riep Nathanson uit,
„Zoudt gij mij niet het een en ander over
hem willen mededeelen
Nathanson was hiertoe gaarne bereid. Hij
verheugde zich er in, zijn voornamen cliënt
een oubaatzuchtigen vriendschapsdienst te
kunnen bewijzen, welke hem niets kostte,
Mijnheer von Quinna had, naar de oude
koopman vertelde, reeds een zeer avontuur
lijk vorleden achter zieh, en was alleen door
een huwelijk met een leelijke, maar een zeer
rijke weduwe van een smadelijken ondergang
gered geworden,
„Ik zag dien mijnheer bij mejuffrouw Rett-
berg een zeer dubbelzinnige rol spelen,"
zeide hij, „welke hem nu in mijne oogen,
nu ik weet, dat hg gehuwd is, des te ver
achtelijker maakt. In ieder geval heeft hij op
mejuffrouw Rettberg's broeder een zeer ver-
derfelijken invloed uitgeoefend, voor zoover
er aan dezen nog iets te bederven viel. Me-
schien heeft bij den jongen Rettberg wel in
een strik gevangen, waaruit zijn zuster hem
moet bevrijden. Ik beken, dat mij er veel
aangelegen is, hierover alle mogelijke in
lichtingen te ontvangen. Natuurlijk denk ik
er volstrekt niet aan, zulke inlichtingen ten
nadeele van Rettberg te gebruiken."
„ik begiijp u," zeide de handelaar, den
kende aan elk mogelrk gebruik, hetwelk
een jong man in des barons omstandigheden
veikcerende, van de begeerde inlichtingen zou
knnnen maken, en hij was er van overtuigd,
dat het diens voornemen was, Quinna's plan
te verijdelen en broeder en zuster in zijn
macht te krijgen.
„Hm!" zeide Nathanson „het jongen
tje zal mij niet ten antwoord staan. Het
moet een zijuer bekenden zijn, een, die hem
het pistool op de borst kan zetten en die
toch niet zulke zuivere banden beeft, dat hij
hem zou knnnen aanklagen. Hm 1Hm!
God; waarover bie<k ik mij het bcofd en
waarom heb ik niet dadelijk gedacht aan
water in de slooten met den dag ver
mindert. Ook oefent de droogte op de
bouwgtonden een ze.r nadeeligen invloed
uit.
Op vele akkers staan ff'e granen zeer
dun, vooral daar waar men den korrel
beeft gezaaid in plaats van geplant, an
dere worden bij herhaling met mangel-
wortelen, suikerpeenen of ander veevoe
der beplant, daar de wortel niet tot
groei kan geraken. De uien zullen zeer
weinig beschot opleveren, daar zij slecht
op gekomen zijn, bovendien zeer sterk
bestreden worden, door de bekende wit
te made. Toch worden hier en daar schoo-
ne akkers mosterd, goed belovende erw-
tevelden en enkele prachtige met kool
beplante akkers aangetroffen.
Over de melkgift der koeien is men
over 't algemeen tevreden, en de hoop,
dat eene gunstige weersverandering, zoo
als de maanden Juli en Augustus die
kunnen geven, herbroken evenwicht zoo
niet geheel, dan toch nog grootendeels
zal herstellen, is de bemoedigende halm
waaraan nog menig landman zich blijft
vasthouden. Moge die hoop verwezenlijkt
worden!
Er was reedslang sprake
van geweest en vrijdag-avond ging men
er werkelijk toe over, om te BARSIN-
GERHORN een Gymmastiek-vereeni-
ging op te richten. Het jeugdige wicht
werd in eene der lokalen van den heer
A. Slotemaker, onder den naam „De west
fries" ingeschreven, hare leefwijze werd
door de aanwezigen in den vorm van
een reglement vastgesteld, terwijl de
H.H. Th. Roep president, G. Rordemann
secr.-pen. en J. Bakker commissaris, met
het toezicht werden belast. Met de
lichamelijke ontwikkeling belasten zich
de II. H.: J. Roggeveeneerste voorwer
ker van Lycurgus te Schagen, en Th.
Roep,onderwijzer in de Gvmmastiek,aldaar.
De oefenings-avonden werden vast
gesteld op woensdag en zaterdag van 7
tot 9. Ten einde zooveel mogelijk in
de onvermijdelijke uitgaven te kunnen
voorzien werd de jaarlijksclie contributie
bepaald op 5.20. Ondersteunende leden
betalen 1.00 per jaar en hebben vrijen
toegang tot de bijeenkomsten en uitvoe
ringen der vereeniging.
Overtuigd, dat alleen door een eendrach
tig optreden van alle turners in den lande
het doel: Algemeene lichamelijke volks
ontwikkeling" bereikt kan worden, be
sloot men zich bij het N. G. V. aan
te sluiten. Zeker wel een aansporing voor
den Ulaan
Het laatste woord scheen den jood tegen
zijn wil ontglipt te zijn, want bij maakte een
driftige beweging met de hand, als wilde hij
zich voor den mond slaan.
„Mijnheer de baron," liet hij dadelijk vol
gen, „het zal mij een groote eer zijn, u een
dienst te bewjjzen. Wat ik in deze zaak kan
doen, zal ik doen."
„Doe uw best, mijhoer Nathanson," zeide
Wolfgang, opstaande. „Ontvang ik van u
de gewensebte inlichtingen, dan spreken wij
elkaar later nog wel eens over de oud-griek-
sche vaas en over de Damascener kling uit
den tijd van Timur."
Gij zult alles vernemen, wat gij wilt weten,
mijnheer de baron," beloofde de oude lom
bardhouder lachende, „Gij hadt u tot geen be
ter adres kunnen wenden dan tot Mozes
Nathanson!"
Met de gewone onderdanigheid leidde hij
den baron naar buiten, opende het portier
en wachtte, totdat bet rijtuig wegreed.
VIII.
„Mijnheer de baron, er was een heer, dia
u wenschete te spreken," zeide de portier
van het hotel, toen Wolfgang na een ritje
in de diergaarde, waar hij al de dames
goed had opgenomen, om te zien of zijne
onbekende schoone niet onder haar was. Te
gen den avond kwam hij in het hotel terug.
„Heeft mijnheer zijn naam niet genoemd?"
vroeg Wolffgang, dadelijk aan Rettberg den
kende.
„Neen, maar hij heeft een briefje achter
gelaten," antwoordde de portier en oterhan-
de den baron een gesloten couvert. Toen de
baron op zijn kamer was opende hij den
brief. De inhoud was kort; de oude rteekening
luidde eienwel niet, gelijk hij verwacht had
Eduard Rettberg, maar vermeldde hem een
volkomen onbekenden naam. Het briefje be
vatte den volgenden inhoud:
„Hooggeboren Heer,
In opdracht van mijn vriend, mijnheer
Quinna, veroorloof ik mij, de verklaring to
lerzoeken, dat gij de aan bem toegevoegde
bcleediging betreurt en die terugncemilk hoop
dat uw gevoel van billijkheid liet niet zoo
ver zal laten komen, dat eene ongetwijfeld
in overijling van het oiger.blik gedane ui
ting tot ernstiger gevolgen leidt. Mocht gij
hen, die tot heden verzuimden. Dat de
jonge vereeniging lang leve en tot een
krachtig corps mag aangroeien, is onze
oprechte wensch.
Te ANNA PAULOWNA werd on
der begunstiging van het schoonste zomer
weer Donderdag j. 1. het jaarlijksch
schoolfeest gevierd. Een driehonderdtal
stond des morgens te 7 ure te West-
Einde de Heldersche stoomboot op te
wachten, waarmede de lang verbeide
tocht zou worden ondernomen; onder een
daverend „hoezee" stak de boot van wal.
Aan 't Zand was 't„stoppen", ten einde de
15 leden van Schagerbrug's fanfarecorps
„Cresendo" op te nemen, dat zich be
reidwillig had verklaard, den tocht op te
luisteren. Dit nog jeugdige corps komt
in alle opzichten den lof toe, de feest
vreugde met hare opgewekte tonen
te hebben verhoogd. De lof, haar door
de commissie gebracht, was dan ook wel
diend.
Te Schoorldam verlieten de twee
hoogste klassen, een negentigtal, de boot,
om, begeleid door 6 H. H. der commis
sie, een wandeltocht van Schoorldam
naar Bergen te doen.
Omstreeks half elf bereikte de boot
de Bierkade te Alkmaar, van
waar de kinderen in optocht naar de Speel
tuin trokken. Ter onderscheiding van
de 3 scholen was de jeugd met een strik
je van rood, wit of bLauw versierd. Ir
den Speeltuin steeg de vreugde waarlijk
ten top; op draaimolen, schommel en wip
pen werd terstond beslag gel gd en vro
lijke uitroepen getuigden, dat de jeugd
„schik" had.
Inmiddels hadden de oudsten de be
schreven wandeling gemaakt, en zich als
alpenherders in 't klimmen geoefend.
De tram bracht hen te twee ure in Alk
maar en de voor weinige uren geschei-
denen waren weldra weder vereenigd.
Nogmaals gestoeid en gespeeld, gelaafd,
verkwikt, opnieuw geordend en in optocht
werd de stoomboot weer opgezocht.
Om 8 uur werd het uitgangspunt be
reikt waar vriend en maagd de vroolij-
ke troep stond op te wachten. Dat men
recht voldaan huiswaarts keerde, behoort
voorzeker geen nader betoog.
Een woord van lof aan de commissie,
die tijd noch moeite ontzag, om dezen
hoogst genoeglijken dag op touw te zet
ten en tot een goe 1 einde te brengen.
De grootste belooniug zullen zij zeker
hebben gevonden in de erkentelijkheid^
er toch do voorkeur aan geven, aan mijn
vriend voldoening te geven op de pistolen,
voor dat geval heeft hij mij gemachtigd, met
uw secondant plaats en tijd dur samonkomst
vast te stellen.
„Aanvaard, mijnheer de baron, de verze
kering mijnor hoogachting;
von Kossatz, Ritmeester b D."
Wolfgang wierp zich, toen hij dit gelezen
had, achterover in zijn stoel en schudde met
een lachje, hetwelk eenige ergernis verried,
het hoofd.
Hij bevond zich na reeds eenige dagen
te Berlijn, zonder zijn eigenlijke doel ook
maar een enkelen stap nader te zijn gekomen.
Integendeel was hij in kennis gekomen met
personen en toestanden, die nog kort gele
den voor hem in de wereld niet bestaan
hadden, en daarbij hadden ai die nevenzaken
hem zoodanig in beslag genomen, dat hij
nog geen tijd gevonden bad, zijn voormali-
gen voogd, die bjj zijn spoorwegongeluk zoo
deelnemend naar den toestand had goinfor-
meard, te bezoeken; en ook den nieuw ge
wonnen vriend, aan wien hij zijn leven
dankte, had hij nog niet eens zijn aankomst
in Berlijn gemeld.
„Maitlandi" riep Wolfgang, uit. „Die is
in deze groote stad do eenige man, die mij
uit de moeielijkheid kan redden I Dij zal mij
kunnen zeggen, of mijn tegenpartij voldoe
ning waard is, En moet ik duelleeren, dan
zou ik niemand dau Maitland kennen, wien
ik den vriendschapsdienst zou kunnen ver
zoeken, mij als secondant bij te staan. Den
volgenden morgen betrad baron van Sturen
het voorname huis onder de Linden, in het
welk Maitland de eerste verdieping bewoon
de. Alles getuigde van rijkdom en fijnen
smaak. Hij trof, door een bediende aange
diend, Maitland in een prachtige kamer,
waarvan de wanden met prachtige schilderij
en versierd waren. Maitland was juist van
de sofa opgestaan. Een boek ter zijde leggende,
kwam hij den bezoeker tegemoet, vaite le
vendig zijn hand, heette hem in de hoofd
stad welkom en wenschte hem geluk met
zijne volkomene herstelling."
„Maitland," begon Wolfgang, „ik sla be
schaamd voor u. Mijn gang tot n had een
mijiier eerste schied n in Berlijn moeten zijn,
en nu ik reeds veischeidtne dagen hier ver
van kind en ouder ondervonden. Een
woord van lof aan de ingezetenen van
Anna-Paulowna, die de gelden bijeen
brachten om het feest te kunnen vieren.
De vereeniging voor getrouw schoolbe
zoek heeft weder een stoot gegeven, om
eene der kankers onzer volksscholen, het
school-verzuim, voor goed te vernietigen.
Bij de herstemming ter verkiezing
van een lid der Tweede kamer in het hoofd-
kiesdistiicl BEVERWIJK zijn uitgebraeht
2675 stemmen; van onwaarde 40. Geko
zen is de heer mr. Th. Borret, ultram.
met 1359 stemmen. Op den heer J. van
Loenen Martinet, liberaal, waren 1277 uit
gebracht.
Binoemd tot leeraar aan
den IIoofd-eursu8 te KAMPEN, de lste
Luitenant der Infanterie, L. IF. van
Alhada te LEEUWARDEN.
Een rijke dame uit Haar-
l e m, die voor bijna 50 jaren te Leeu
warden woonde, bezocht kort geleden eeni-
geu van hare bloedverwanten, allen tot den
kleinen burgerstand behoorende, in laatst
genoemde stad. Het was, om dezen reeds
bij haar leven eene aangename verrassing
te bereiden. Daartoe stelde zij aan zes kin
deren van hare nicht ieder f12000 en
aan den vader dier kinderen f 3000 ter
hand. Zij gaf daarbij te kennen, als zij
in leven bleef, het volgend jaar terug te
komen, om te zien welk gebruik van het
geld was gemaakt. Hbl.
Een boerenknecht teBOR-
G ER-COMPAGNIE trok uit de loterij, ver
bonden aan de tentoonsteling te Wiuschoten,
ten paard; een pas getrouwd machinefabri-
kant een doojijurkje en een invalide (die
zijne beide beetien mist) een paar laarzen!
Volgens een berichtin de
N. Rotterdammer Courant heeft de mi
nister van Binnenlandsche zaken aan de
gemeentebesturen van ALKMAAR en
HOORN (dus waarschijnlijk ook EDAM)
bericht, dat naar zijne meening de wik-
en weegloonen van 65 tot 60 centen per
100 P. behooreD verminderd te worden.
Men meldt uit KOEVOR-
DEN: Niet alleen aan de spoorwegstati
ons maar ook op verschillende andere pun
ten langs onze oostelijke grenzen zijn inde
laatste dagen tijdelijk maréchaussé/s uit
gezet of bestaande versterkt. Men hoopt
op die wijze aan Russische Joden, die ia
grooten getale op weg naar Amerika moe
ten zijn, bet overtrekken onzer grenzen
toef, kom ik met een verzoek. Ik vrees bij
na, in uwe oogon t8 zijn een dier egoïsten,
die hen, van wie zij goeds ontvingen, eerst
opzoeken, wanneer zij dezen weder noodig
hebben, maar
Geen verontschuldiging, waarde baron,"
sneed hij hem het woord af. „Ik heb mij zelf
dikwijls in dergeüjken toestand be«ond3n
en zou dengeen, dio over eene schijnbare
veronachtzaming zich geërgerd mocht betoond
hebben, het verwijt van egoisme met woeker
teruggegeven hebben."
„Wat gij mij hebt te verzoeken, giDg hij
voort, nadat beiden plaats hadden genomen,
„is natuurlijk bij voorbaat toegestaan. Laat
ons daarover het e.erst spreken".
„Uier, mijn waarde Maitland," zeide Wolf
gang terwijl hij hem het briefje van don
ritmeester von Kozsatz overhandigde. „Ik
wilde alleen vragen, of ik mijn correspondent
naar u mag verwjjzen."
Maitland las den brief. „Verduiveld hoffe
lijk en verzoenend gesteld!" zeide hij lachend.
„Natuurlijk ben ik tot uw dienst. Misschien
weet gij, dat gij volstrekt niet verplicht zijt
met dien Quinna te duelleeren, wanneer
gij niet wilt."
„Dat was ook mijne meening," antwoord
de de baron; „maar ik heb er toch anders over
gedacht. Men kan weigeren, met iemand te
duelleeren, wien men geen voldoende reden
gegeven heoft, zich belcedigd te gevoeleD,
maar wanneer men tegen iemand zijn tong
den vrijen teugel laat en hem dan voldoe
ning weigert, dan ia men. Volgens mijne be
schouwing een lafaard. En daarom wil ik,
ofschoon die mijnheer von Quinna een schurk
is, toch zijn ter niet in den weg staan."
„Daarmede zult gij hem zeker een streep
door de rekening halen", zeide Maitland
lachende, „want hij rekent er op, daarvan houd
ik mij overtuigd, op uw afkeer, u partij te
plaatsen tegenover een persoon van zijn ge
halte, en hij vleit zich in stilte zijn moedi
ge uitdaging te kunnen gebruiken als pleis
ter op zijn kwaden naam. Maar zeg mij
eens, baron, hoe zijt gij toch met dat ge
spuis in kennis gekomen? Gg schijnt werkelijk
hier reeds uw weg gevonden te hebben 1"
WOEDT VERVOLGD.