De wepnvan het noodlot. Zondag 9 Juli 1893. 37ste Jaargang No. 2741. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Boreau: SCHAöEIS, Laan, B, 4. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f$3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. AD\ ERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een B ij voegsel, bevat tende verslag der zitting van den Schagerraad. Gemeente 8 c h a g e n. Beke ndmak i ai g- e n. Betaling Schoolgelden. F E U I L L T O N. Voorde Noordelijke Wijk: Wil lem Bleeker, (Noord, wijk'A no. 41) en Arie Kant, (Nes, wijk II no. 14); voor de Zuidelijke Wijk, Jan Hoos, (Hoep, wijk C, no. 51/128) en Tijs Hypost, (Laan, wijk D, no. 17); binnenlandse!! Nieuws. i Nieuws-, Ainrteiiie- LoilimlM De INHOUD vau het Geïllustreerd Zondagsblad van NTo. 28 is als volgt: Het Huwelijk van den Engelschen Erf prins (met twee portretten.) Leelijk, eene schets van Heleua Bange. Historische gezegden. De watertobogan te Londen (met illustratieDe üuitsche socialisten en de verkiezingen (met 4 illustraties). Don Quichote (met illustratie). Op esn hoogen voet leven. De geschiedenis van het verloren geraakte geadresseerde var ken (met 12 illustraties).De winners der Prijsraadsels XLV a en XLAI a. Vnor de huishouding. Anecdoten. Oplossing van prijsraadsel L. Puzzle. Luchtig maar gewichtig. De drie beste geneesheeren. De praktische Engelschman in liet koffiehuis (met 3 illustraties). Een grap met ernst beantwoord. Een herkenningsteeken. Eigenaardige declara tie. Een vorstelijke terechtwijzing. "Voor Dames. Anecdote-proeve No. 17. De bekroonde Anecdote-proeve No. 14. Betaald gezet.Een historisch benmot. Schaakrubriek. Betrokkenen worden herinnerd dat de maan. delijks verschuldigde schoolgelden vóór den 5en van elke maand ten kantore van den gemeenteontvanger moeten worden vddaan, bij gebreke waarvan men zich bloot stelt aan vervolging. Behagen, den 30 Joni 1893. Burgemeester en Wethouders: C. H. BEELS, de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen tor kennis van belanghebbenden, dat ingevolge de door den Raad dier ge meente vastgestelde regeling, betrekkelijk het onderzoek naar de broeiing van hooi enz.: Ie de gemeente is verdeeld in een Noordelijke en een Zuidelijke hooistekerswijk, en de scheidingslijn tusschon die wijken wordt geacht te zijn getrokken vanaf de brug aan de Lange Snevert, door de Hoep, over de Markt naar en door de Heerenstraat langs de Loet, den Menisweg en het pad loopende langs bet Sehagerwiel, en van daar langs den dijk liggende aan den Zuidkant van den polder Burghorn tot aan de gemeente Sint Maarten 2e. dat voor het loopend jaar tot Hcoi- stekers zijn benoemd 3e. dat ingevolge het bepaalde bij de politieverordening voor deze gemeente, ieder houder van hooi en stroo, die daarin gevaar voor brand door broeiing ontdekt, verplicht is daarvan onverwijld kennis te geven aan den Burgemeester en een der Hooistekers; voor de Hooistekerswijk, waarin hij woon achtig is, zullende de Hooistekers bovendien ten allen tijde tot het onderzoeken van het hooi en stroo moeten worden toegelaten. 4e. dat niet-naleving der sub. 3 vermelde bepaling straf baar is gesteld met eene boete van ten hoogste f 25. Schagen, den 7 Juli 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. II. BEELS, De Secretaris, DENIJS. BEVOLKING. Trijntje Liefhebber vroeger woon achtig te Zijpe, thans alhier, wordt in haar be lang aangemaand zich ten spoedigsto ter Secre tarie alhior ta vervoegen. Te W1ER1NGERWAARD is door den plaatsvervangenden districts-veearts een geval van vlekziekte gseonstateerd. De Heer A. L., vroeger woonachtig teWIERINGERWAARD, thans te Goriuchem, is j. 1. Donderdag leven loos uit het kanaal aldaar opgehaald. Toezegging van beroep naar BENNINGBROEK c. a. aan Ds. II. van der Hoeven, predt. te Noordschermer. Ten gevolge der groote droogte, die steeds blijft voort dnreu, be gint de toestand voor den landman thans een bedenkelijk aanzien te verkrijgen. In den polder VALKOOG is tot hier toe de hooioogst nog heel onbeduidend de schuren zijn nog led g. De, door het vee gebruikte weiden zijn geheel kaal, bij r a dor, zoodat men de beesten voedert met wat er maar te krijgen is. Een paar putten op het dorp, die altijd produktieve wellen waren, houden zelfs op water te geven. Een belangrijke reparatie aan de sluis belet gebruik te maken van instroo- mend buitenwater, waardoor het binnen- Roman van Curt Hoffmeister. (Vertalingsrecht verzekerd.) 8 VII Mozes Nathanson was geheel onder den indruk van de kennismaking met zijn voor namen' cliënt. Hij had nog nooit met zulk een lijn heer te doen gehad als dezen jongen baron von Sturen, die aan het geld geen waarde hechtte en den prijs welken men vau bem verlangde, zonder te dingen, zonder ook maar een spier van zijn gelaat te vertrokken, gewillig betaalde. Het stilhouden van een wagen voor zijn winkel was eene mogelijkheid op welko men ten allen tijde moest voorbereid zijn, wan neer men had te bogen op zulke voorname cliënten. Men kon niet weten, welke gevol gen zich aan de brillaoten oorringen knoopten, waarbij Nathonson een gewichtige tactor kon worden. Hij beschouwde ziehzelven als den als koopman vermomden toovenaar in de „Duizend en één nacht", wien de prins uit de fabel een oud prullig voorwerp afkoopt, zonder te vermoeden, welke geheime wonder kracht daarin verscholen is. Om zijn voornamen cliënt elk oogenblik naar behooren te kannen ontvan gen. had Nathanson uit zijn pronkkamer een stoel met verbleekt rood-zijden zittting, wel ke vroeger een audiëntiezaal tot siera"ad ver strekt zou hebben, geplaatst in het kamertje, hetwelk achter den winkel lag. Hij was met die schikking jnist gereed en luisterde naar de voorbij rollende rijtuigen, toen eensklaps dat geluid verstomde. Met een paar spron gen, over welke een beroemd danser zich niet zou hebben behoeven te schamen, was hij buiten, en nog voor baron von Sturen want bjj was bet werkelijk nit het rijtuig gestapt was, stond reidsNatban- ssn in diepgebogeu bonding, in de wijd ge opende winkeldeur. „Ik kom zoo juist van deRettbergs', zei- de Wol/gang, nadat hij het heiligdom van den antikiteiten liardelaar was binnengetreden en cp den mooicn sioel had plaats genomen; „Gij hebt mij van de jonge dame niet te veel gezegd, mijnheer Nathanson; zij is werkelijk eene schoonheid.1' De jood dacht aan den toovenaar en den prins nit de fabel en streek zelfvoldaan langs zijn baard. „Kent gij een zekeren mijnheer van Quinna vroeg de baron. „Nu, zou ik mijnheer van Quinna niet kennen riep Nathanson uit, „Zoudt gij mij niet het een en ander over hem willen mededeelen Nathanson was hiertoe gaarne bereid. Hij verheugde zich er in, zijn voornamen cliënt een oubaatzuchtigen vriendschapsdienst te kunnen bewijzen, welke hem niets kostte, Mijnheer von Quinna had, naar de oude koopman vertelde, reeds een zeer avontuur lijk vorleden achter zieh, en was alleen door een huwelijk met een leelijke, maar een zeer rijke weduwe van een smadelijken ondergang gered geworden, „Ik zag dien mijnheer bij mejuffrouw Rett- berg een zeer dubbelzinnige rol spelen," zeide hij, „welke hem nu in mijne oogen, nu ik weet, dat hg gehuwd is, des te ver achtelijker maakt. In ieder geval heeft hij op mejuffrouw Rettberg's broeder een zeer ver- derfelijken invloed uitgeoefend, voor zoover er aan dezen nog iets te bederven viel. Me- schien heeft bij den jongen Rettberg wel in een strik gevangen, waaruit zijn zuster hem moet bevrijden. Ik beken, dat mij er veel aangelegen is, hierover alle mogelijke in lichtingen te ontvangen. Natuurlijk denk ik er volstrekt niet aan, zulke inlichtingen ten nadeele van Rettberg te gebruiken." „ik begiijp u," zeide de handelaar, den kende aan elk mogelrk gebruik, hetwelk een jong man in des barons omstandigheden veikcerende, van de begeerde inlichtingen zou knnnen maken, en hij was er van overtuigd, dat het diens voornemen was, Quinna's plan te verijdelen en broeder en zuster in zijn macht te krijgen. „Hm!" zeide Nathanson „het jongen tje zal mij niet ten antwoord staan. Het moet een zijuer bekenden zijn, een, die hem het pistool op de borst kan zetten en die toch niet zulke zuivere banden beeft, dat hij hem zou knnnen aanklagen. Hm 1Hm! God; waarover bie<k ik mij het bcofd en waarom heb ik niet dadelijk gedacht aan water in de slooten met den dag ver mindert. Ook oefent de droogte op de bouwgtonden een ze.r nadeeligen invloed uit. Op vele akkers staan ff'e granen zeer dun, vooral daar waar men den korrel beeft gezaaid in plaats van geplant, an dere worden bij herhaling met mangel- wortelen, suikerpeenen of ander veevoe der beplant, daar de wortel niet tot groei kan geraken. De uien zullen zeer weinig beschot opleveren, daar zij slecht op gekomen zijn, bovendien zeer sterk bestreden worden, door de bekende wit te made. Toch worden hier en daar schoo- ne akkers mosterd, goed belovende erw- tevelden en enkele prachtige met kool beplante akkers aangetroffen. Over de melkgift der koeien is men over 't algemeen tevreden, en de hoop, dat eene gunstige weersverandering, zoo als de maanden Juli en Augustus die kunnen geven, herbroken evenwicht zoo niet geheel, dan toch nog grootendeels zal herstellen, is de bemoedigende halm waaraan nog menig landman zich blijft vasthouden. Moge die hoop verwezenlijkt worden! Er was reedslang sprake van geweest en vrijdag-avond ging men er werkelijk toe over, om te BARSIN- GERHORN een Gymmastiek-vereeni- ging op te richten. Het jeugdige wicht werd in eene der lokalen van den heer A. Slotemaker, onder den naam „De west fries" ingeschreven, hare leefwijze werd door de aanwezigen in den vorm van een reglement vastgesteld, terwijl de H.H. Th. Roep president, G. Rordemann secr.-pen. en J. Bakker commissaris, met het toezicht werden belast. Met de lichamelijke ontwikkeling belasten zich de II. H.: J. Roggeveeneerste voorwer ker van Lycurgus te Schagen, en Th. Roep,onderwijzer in de Gvmmastiek,aldaar. De oefenings-avonden werden vast gesteld op woensdag en zaterdag van 7 tot 9. Ten einde zooveel mogelijk in de onvermijdelijke uitgaven te kunnen voorzien werd de jaarlijksclie contributie bepaald op 5.20. Ondersteunende leden betalen 1.00 per jaar en hebben vrijen toegang tot de bijeenkomsten en uitvoe ringen der vereeniging. Overtuigd, dat alleen door een eendrach tig optreden van alle turners in den lande het doel: Algemeene lichamelijke volks ontwikkeling" bereikt kan worden, be sloot men zich bij het N. G. V. aan te sluiten. Zeker wel een aansporing voor den Ulaan Het laatste woord scheen den jood tegen zijn wil ontglipt te zijn, want bij maakte een driftige beweging met de hand, als wilde hij zich voor den mond slaan. „Mijnheer de baron," liet hij dadelijk vol gen, „het zal mij een groote eer zijn, u een dienst te bewjjzen. Wat ik in deze zaak kan doen, zal ik doen." „Doe uw best, mijhoer Nathanson," zeide Wolfgang, opstaande. „Ontvang ik van u de gewensebte inlichtingen, dan spreken wij elkaar later nog wel eens over de oud-griek- sche vaas en over de Damascener kling uit den tijd van Timur." Gij zult alles vernemen, wat gij wilt weten, mijnheer de baron," beloofde de oude lom bardhouder lachende, „Gij hadt u tot geen be ter adres kunnen wenden dan tot Mozes Nathanson!" Met de gewone onderdanigheid leidde hij den baron naar buiten, opende het portier en wachtte, totdat bet rijtuig wegreed. VIII. „Mijnheer de baron, er was een heer, dia u wenschete te spreken," zeide de portier van het hotel, toen Wolfgang na een ritje in de diergaarde, waar hij al de dames goed had opgenomen, om te zien of zijne onbekende schoone niet onder haar was. Te gen den avond kwam hij in het hotel terug. „Heeft mijnheer zijn naam niet genoemd?" vroeg Wolffgang, dadelijk aan Rettberg den kende. „Neen, maar hij heeft een briefje achter gelaten," antwoordde de portier en oterhan- de den baron een gesloten couvert. Toen de baron op zijn kamer was opende hij den brief. De inhoud was kort; de oude rteekening luidde eienwel niet, gelijk hij verwacht had Eduard Rettberg, maar vermeldde hem een volkomen onbekenden naam. Het briefje be vatte den volgenden inhoud: „Hooggeboren Heer, In opdracht van mijn vriend, mijnheer Quinna, veroorloof ik mij, de verklaring to lerzoeken, dat gij de aan bem toegevoegde bcleediging betreurt en die terugncemilk hoop dat uw gevoel van billijkheid liet niet zoo ver zal laten komen, dat eene ongetwijfeld in overijling van het oiger.blik gedane ui ting tot ernstiger gevolgen leidt. Mocht gij hen, die tot heden verzuimden. Dat de jonge vereeniging lang leve en tot een krachtig corps mag aangroeien, is onze oprechte wensch. Te ANNA PAULOWNA werd on der begunstiging van het schoonste zomer weer Donderdag j. 1. het jaarlijksch schoolfeest gevierd. Een driehonderdtal stond des morgens te 7 ure te West- Einde de Heldersche stoomboot op te wachten, waarmede de lang verbeide tocht zou worden ondernomen; onder een daverend „hoezee" stak de boot van wal. Aan 't Zand was 't„stoppen", ten einde de 15 leden van Schagerbrug's fanfarecorps „Cresendo" op te nemen, dat zich be reidwillig had verklaard, den tocht op te luisteren. Dit nog jeugdige corps komt in alle opzichten den lof toe, de feest vreugde met hare opgewekte tonen te hebben verhoogd. De lof, haar door de commissie gebracht, was dan ook wel diend. Te Schoorldam verlieten de twee hoogste klassen, een negentigtal, de boot, om, begeleid door 6 H. H. der commis sie, een wandeltocht van Schoorldam naar Bergen te doen. Omstreeks half elf bereikte de boot de Bierkade te Alkmaar, van waar de kinderen in optocht naar de Speel tuin trokken. Ter onderscheiding van de 3 scholen was de jeugd met een strik je van rood, wit of bLauw versierd. Ir den Speeltuin steeg de vreugde waarlijk ten top; op draaimolen, schommel en wip pen werd terstond beslag gel gd en vro lijke uitroepen getuigden, dat de jeugd „schik" had. Inmiddels hadden de oudsten de be schreven wandeling gemaakt, en zich als alpenherders in 't klimmen geoefend. De tram bracht hen te twee ure in Alk maar en de voor weinige uren geschei- denen waren weldra weder vereenigd. Nogmaals gestoeid en gespeeld, gelaafd, verkwikt, opnieuw geordend en in optocht werd de stoomboot weer opgezocht. Om 8 uur werd het uitgangspunt be reikt waar vriend en maagd de vroolij- ke troep stond op te wachten. Dat men recht voldaan huiswaarts keerde, behoort voorzeker geen nader betoog. Een woord van lof aan de commissie, die tijd noch moeite ontzag, om dezen hoogst genoeglijken dag op touw te zet ten en tot een goe 1 einde te brengen. De grootste belooniug zullen zij zeker hebben gevonden in de erkentelijkheid^ er toch do voorkeur aan geven, aan mijn vriend voldoening te geven op de pistolen, voor dat geval heeft hij mij gemachtigd, met uw secondant plaats en tijd dur samonkomst vast te stellen. „Aanvaard, mijnheer de baron, de verze kering mijnor hoogachting; von Kossatz, Ritmeester b D." Wolfgang wierp zich, toen hij dit gelezen had, achterover in zijn stoel en schudde met een lachje, hetwelk eenige ergernis verried, het hoofd. Hij bevond zich na reeds eenige dagen te Berlijn, zonder zijn eigenlijke doel ook maar een enkelen stap nader te zijn gekomen. Integendeel was hij in kennis gekomen met personen en toestanden, die nog kort gele den voor hem in de wereld niet bestaan hadden, en daarbij hadden ai die nevenzaken hem zoodanig in beslag genomen, dat hij nog geen tijd gevonden bad, zijn voormali- gen voogd, die bjj zijn spoorwegongeluk zoo deelnemend naar den toestand had goinfor- meard, te bezoeken; en ook den nieuw ge wonnen vriend, aan wien hij zijn leven dankte, had hij nog niet eens zijn aankomst in Berlijn gemeld. „Maitlandi" riep Wolfgang, uit. „Die is in deze groote stad do eenige man, die mij uit de moeielijkheid kan redden I Dij zal mij kunnen zeggen, of mijn tegenpartij voldoe ning waard is, En moet ik duelleeren, dan zou ik niemand dau Maitland kennen, wien ik den vriendschapsdienst zou kunnen ver zoeken, mij als secondant bij te staan. Den volgenden morgen betrad baron van Sturen het voorname huis onder de Linden, in het welk Maitland de eerste verdieping bewoon de. Alles getuigde van rijkdom en fijnen smaak. Hij trof, door een bediende aange diend, Maitland in een prachtige kamer, waarvan de wanden met prachtige schilderij en versierd waren. Maitland was juist van de sofa opgestaan. Een boek ter zijde leggende, kwam hij den bezoeker tegemoet, vaite le vendig zijn hand, heette hem in de hoofd stad welkom en wenschte hem geluk met zijne volkomene herstelling." „Maitland," begon Wolfgang, „ik sla be schaamd voor u. Mijn gang tot n had een mijiier eerste schied n in Berlijn moeten zijn, en nu ik reeds veischeidtne dagen hier ver van kind en ouder ondervonden. Een woord van lof aan de ingezetenen van Anna-Paulowna, die de gelden bijeen brachten om het feest te kunnen vieren. De vereeniging voor getrouw schoolbe zoek heeft weder een stoot gegeven, om eene der kankers onzer volksscholen, het school-verzuim, voor goed te vernietigen. Bij de herstemming ter verkiezing van een lid der Tweede kamer in het hoofd- kiesdistiicl BEVERWIJK zijn uitgebraeht 2675 stemmen; van onwaarde 40. Geko zen is de heer mr. Th. Borret, ultram. met 1359 stemmen. Op den heer J. van Loenen Martinet, liberaal, waren 1277 uit gebracht. Binoemd tot leeraar aan den IIoofd-eursu8 te KAMPEN, de lste Luitenant der Infanterie, L. IF. van Alhada te LEEUWARDEN. Een rijke dame uit Haar- l e m, die voor bijna 50 jaren te Leeu warden woonde, bezocht kort geleden eeni- geu van hare bloedverwanten, allen tot den kleinen burgerstand behoorende, in laatst genoemde stad. Het was, om dezen reeds bij haar leven eene aangename verrassing te bereiden. Daartoe stelde zij aan zes kin deren van hare nicht ieder f12000 en aan den vader dier kinderen f 3000 ter hand. Zij gaf daarbij te kennen, als zij in leven bleef, het volgend jaar terug te komen, om te zien welk gebruik van het geld was gemaakt. Hbl. Een boerenknecht teBOR- G ER-COMPAGNIE trok uit de loterij, ver bonden aan de tentoonsteling te Wiuschoten, ten paard; een pas getrouwd machinefabri- kant een doojijurkje en een invalide (die zijne beide beetien mist) een paar laarzen! Volgens een berichtin de N. Rotterdammer Courant heeft de mi nister van Binnenlandsche zaken aan de gemeentebesturen van ALKMAAR en HOORN (dus waarschijnlijk ook EDAM) bericht, dat naar zijne meening de wik- en weegloonen van 65 tot 60 centen per 100 P. behooreD verminderd te worden. Men meldt uit KOEVOR- DEN: Niet alleen aan de spoorwegstati ons maar ook op verschillende andere pun ten langs onze oostelijke grenzen zijn inde laatste dagen tijdelijk maréchaussé/s uit gezet of bestaande versterkt. Men hoopt op die wijze aan Russische Joden, die ia grooten getale op weg naar Amerika moe ten zijn, bet overtrekken onzer grenzen toef, kom ik met een verzoek. Ik vrees bij na, in uwe oogon t8 zijn een dier egoïsten, die hen, van wie zij goeds ontvingen, eerst opzoeken, wanneer zij dezen weder noodig hebben, maar Geen verontschuldiging, waarde baron," sneed hij hem het woord af. „Ik heb mij zelf dikwijls in dergeüjken toestand be«ond3n en zou dengeen, dio over eene schijnbare veronachtzaming zich geërgerd mocht betoond hebben, het verwijt van egoisme met woeker teruggegeven hebben." „Wat gij mij hebt te verzoeken, giDg hij voort, nadat beiden plaats hadden genomen, „is natuurlijk bij voorbaat toegestaan. Laat ons daarover het e.erst spreken". „Uier, mijn waarde Maitland," zeide Wolf gang terwijl hij hem het briefje van don ritmeester von Kozsatz overhandigde. „Ik wilde alleen vragen, of ik mijn correspondent naar u mag verwjjzen." Maitland las den brief. „Verduiveld hoffe lijk en verzoenend gesteld!" zeide hij lachend. „Natuurlijk ben ik tot uw dienst. Misschien weet gij, dat gij volstrekt niet verplicht zijt met dien Quinna te duelleeren, wanneer gij niet wilt." „Dat was ook mijne meening," antwoord de de baron; „maar ik heb er toch anders over gedacht. Men kan weigeren, met iemand te duelleeren, wien men geen voldoende reden gegeven heoft, zich belcedigd te gevoeleD, maar wanneer men tegen iemand zijn tong den vrijen teugel laat en hem dan voldoe ning weigert, dan ia men. Volgens mijne be schouwing een lafaard. En daarom wil ik, ofschoon die mijnheer von Quinna een schurk is, toch zijn ter niet in den weg staan." „Daarmede zult gij hem zeker een streep door de rekening halen", zeide Maitland lachende, „want hij rekent er op, daarvan houd ik mij overtuigd, op uw afkeer, u partij te plaatsen tegenover een persoon van zijn ge halte, en hij vleit zich in stilte zijn moedi ge uitdaging te kunnen gebruiken als pleis ter op zijn kwaden naam. Maar zeg mij eens, baron, hoe zijt gij toch met dat ge spuis in kennis gekomen? Gg schijnt werkelijk hier reeds uw weg gevonden te hebben 1" WOEDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1