Do vopvanM noodlot Zoadag 20 Augustus 1893. 37ste Jaargang ITo. 2753. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGEX, Laan, 1» 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5cts Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een B ij voegsel. Gemeente Se hagen. Bekendmakingen, Vrijwillige oefeningen in den Wapenhandel. kosteloos onderricht in den WAPENHANDEL FEUILLETON. Vergadering' van den R a a d der gemeente SCHAGEN op Woens dag 23 Augustus 1893, des voor middags ten 10 ure. 1. Vaststelling gemeenterekening, dienst 1892, 2. Onderzoek geloofsbrieven geko zen raadsleden. 3. Benoeming lid schoolcommissie. 4. Reclame Hoofdelijke omslag. Binnenlandsch Nieuws. Cursus. - Potpourri. tutti Kiem-, Almttitit- Lui Het Schoonschrift-Con cours in ons GeïllustreerdZon- dagsblsd. liet zal dengenen van onze inteekenaren op het Geïllustreerd Zondagsbladwelke hebben deelgenomen aan het Schoonschrift concours, aangenaam zijn te vernemen, dat alle inzendingen ter beoordeeling in han den zijn ingesteld van den bekenden Ne- derlandschen Calligraaf, den heer Grevestuk. Hoewel het onderzoek en de beoordee ling van het grcot aantal inzendingen na tuurlijkerwijze eenigen tijd vordert, hopen wij toch weldra in het Geïllustreerd Zon- dagsblad de namen der Prijswinneis te ver melden. 1)E UITGEVERS. Alle jongelieden, die den leeftijd van 17 jaren hebben bereikt en den militieplich- tigen leeftijd nog niet hebben overschreden, kunnen na de loting voor de Nationale Mi litie ontvangen in de Gemeente hunner inwo ning of in een naburige Gemeente. Zij, die aan dat onderricht wenschen deel te nemen, behooren zich zoo spoedig mogelijk en uiterlijk voor 8 September as. aan te melden ter Secretarie der Gemeente, waartoe zij behooren of der naburige ge meente. Schagen, den 15 Augustus 1893. De Burgemeester a. i. W. A. HAZEU. Roman van Curt Hoffmeister. (Yertalingsrecht verzekerd.) 13 XX Torwij Rolling naar Rettbergs verhaal om trent ziju handel met Maitland luisterde, be trok zijn gelaat meer en meer. „Mij bevalt die handel niet, mijn jongen," merkte bij op. „Ware ik in uw plaats, dan zon ik mij liever aan den ander houden, aan baron von Sturen. Die schijnt mij toe het met u en uw zuster het eerlijkste te mee- nen. Volg hem, mijn jongen." „Wat moet ik in Amerika?" antwoordde Rettberg mismoedig. „Men zal mij daar op een kantoor plakken, en voor werken deug ik nu eenmaal niet." „Er was een tijd," zeide Rolling bitter, „in welken ik blijde zou zijn geweest, werk te kunnen krijgen, om mij er eerlijk door te slaan. Gij laat u verlokken door dat zwendelaarsleven, hetwelk die Maitland n voorspiegelt, maar wie staat u er borg voor, dat hij zijn woord houdt, wanneer hij zijn doel bereikt heeft „O, hij is een verduiveld royaal heer* ver zekerde Rettberg. „Hij is grooter schurk dan een van ons stoof de Ulaan op. „Wij ontnemen andere menschen hnn geld of dergelijken rommel, maar deze duivel wil een arm, lief meisje haar-deugd en onschuld ontstelen. En gij, mijn joDgen neem het mjj niet kwaljjk, maar van een kerel, die zulk eene opvoe ding genoten heeft, als gij, zou men toch niet gelooven, dat bij zijn zuster zon ver- schacheren. Het zedtprektn past mij wel niet, maar op dat pnnt heb ik toch meer eer in 't lijf! Alle dnivels!" riep bij uit, terwijl bij het champagneglas nam, hetwelk voor hem stond, elke droppel, welken ik, nog van dit vocht drink, dat van uw judas- geld is gekocht, zal vergift worden I* Tegelijk verpletterde bij het balf-volleglas te gen den grond, zoodat de scherven wijd en zijd vlogen. Rettberg had niet den moed hiertegen iets in te brengen,want hij had bepaald respect voor zijn ouderen vriend. Er stak nog een ede le kern in dezen beslisten misdadiger, die iets geheimzinnigs over zich bsd, waardoor «elf de verdorvenste zijner makkers xicb tot hem gevoelden aangetrokken. „Waarom hebt gij den kerel, toen hij n van morgen deD wissel liet zien, niet bij den keel gepakt en hem het vod uit de hand gerukt vroeg Rolling, na een vrij lange pauze. Punten van behandeling: Evenals het vorig jaar heeft de Commissie, aangewezen voor de toekenning der bijdragen en premiën, voor de ondersteuning van Rijkswege van de paardenfokkerij in Noord-Holland besloten, de invoering van buiten- landsche dekhengsten te be vorderen. 1. Stelt zij twee premiën, ieder van duizend guldenbeschikbaar voor de twee beste hengsten, in 1891 of vroeger in het buitenland geboren, ten volle bekroningswaardig en van 1 November 1892 tot 1 November 1893 uit het buitenland ingevoerd. Aangifte van mededinging moet ge schieden vóór of op 15 November 1893, terwijl de keuring tusschen 15 Novem ber en 1 December d.a.v. zal plaats hebben, op nader op te geven plaats en tijd. De mededingende hengsten moeten, willen zij voor eene premie in aanmer king komen, in het Nederlandsch Paar denstamboek zijn ingeschreven. Vóór de premiekeuring zal gelegenheid tot inschrij ving worden gegeven. De houder van eenen hengst, welken eene premie is toegekend, moet dezen gedurende twee achtereenvolgende dektijden, binnen de provincie Noord-Holland beschikbaar stel len en mag niet meer danf 25.dek- geld vorderen hij is tevens verplicht, iederen dektijd de in het Stamboek inge schreven merriën, minstens tot een getal „Als het mij mislukt was, zou ik er veel slimmer aan toe zijn geweest," bracht Rett berg hiertegen in, „en uitzicht op succes had ik niet, want Maitland is mij ver de baas." „Hm!" bromde de ander, wanneer wjj dien wissel en dat andere stuk papier, hetwelk gij in uw onnoozelheid hebt enderteekeed in handen konden krijgen, dan is het uit met dien walgelijken bat. dol. Waar heeft hij die prullen bewaard In een brieventasch, welken hij waar schijnlijk altijd bij zich draagt," antwoordde Bettberg. „De tasch is met slangenhuid over trokken." „Die nieowerwetsche dingen ken ik wel," hernam de Ulaan, „Ik heb ze onlangs nog gezien in een der winkels derkeizers-passage." „Luister, Rolling 1" zeide Rettberg op be- zwerenden toon en legde zijn hand op dians aim, „wanneer er iemand is, die mij aan die papieren zou kunnen helpen, dan zijt gij die man. Een gelegenheid om hem dien brieventasch afhandig te maken, zoudt gij wel vinden." „Wat denkt gij van mij?" antwoordde de Ulaan verachtelijk. „Ben ik misschien een zakkenroller? Dan moet gij u tot den „bonten Karei" daar ginds wenden," voegde hij er aan toe en wees met een lichte beweging van het hoofd, naar een jongen man, die een gond lorgnet op den neus droeg en met zelfbewustzijn aan de punten van zijn zwar te snor draaide en een donker blauw kam- garen pak met bont gekleurd overhemd droeg. „Maar wanneer daarbjj niets te ver dienen is, dan doet bij het ook niet." „O, er is een goed zaakje mede te maken," verzekerde Rettberg, „want er was ook geld in de brieventaschik zag, dat zij met bankroten goed gevuld was." „No, ik zal met den lonten Karei spreken. De hcoldzsak is vooreerst, dat bij uw plcertigen meisji sjager van aangezicht tot taogeziebt leert kennen, opdat bij op straat zijn Kan kent. Ik zal de zaak wel inleiden. -- Ah! goedenavond, Slotenmaker!" viel hij hem in de rede, „gij komt als geroepen; ik wachtte jnist op u." Deze toeeprark gold een stevig, ineenge drongen man met pokdalig gelaat, die in bonding en klecding den indruk maakte een eenvoudig handwerksman te zijn en behaag lijk uit zijD kort pijpje rookte. De aange sprokene bigreep dadelijk uit de woorden van dm Ulaan, dat bier sprake was vsn een „zaakje". Hij nam 6en stoel en al spoedig had er zich een samenzweerdersclub gevoimd. De Ulaan, de Slotenmaker en de man met de lec ren tasch, Frans de mars kramer" genoemd, zaten dicht Lij ellaaren beraadslaagden op gidemplen tcoB, terwijl Rettberg cogenschijulijk oBveischillig er bij zat van 50, bij den hengst toe te laten. Na het eindigen van den dektijd en wel vóór 15 Augustus van ieder jaar, doet hij een hem door de Commissie verstrekte deklijst aan den Secretaris toekomen, waarna de toegekende pre mie, telken jare voor de helft zal worden utgereikt. 2. Stelt zij drie aanhoudingspre- m i n beschikbaar, elk van f 100.voor de drie beste hengsten, ten volle b e- kroningswaardig, geboren in 1893 in het buitenland, uit buitenlandsche ouders, vóór 1 Mei 1894 ingevoerd. Aangifte van mededinging moet ge schieden vóór of op 15 April 1894, ter wijl de keuring tusschen 15 April en 1 Mei d.a.v. zal plaats hebben. Het algemeen reglement, 18 en 27 April 1891 vastgesteld door H.H.E. de Ministers van Waterstaat, Handel en Nijverheid en van Oorlog, en het regle ment door de Commissie vastgesteld en goedgekeurd door bovengenoemde Minis ters, is voor de houders van premieheng- sten verbindend. Inlichtingen omtrent een en ander, zijn te bekomen bij den Secretaris der Com missie, den Heer W. Teengs te Wieringer- waard. hl ej G. B l a n k e n, te WIE- RINGERWAARD, is, na afgelegd examen geplaatst als inwonend leerling aan de Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen te Amsterdam. Te BEVERWIJK is een w i e- ler-wedstrijd voor ringsteken en lang zaam rijden gehouden, die vele toesehou wers lokte. De prijs bij ringsteken werd behaald door den heer F. J. C. Voort huis, te Beverwijkde le premie door den heer W. Temper, van Zaandam, de tweede door den heer I. VV. van der Sferr te Beverwijk. Bij langzaam rijden is de prijs behaald door den heer W. H. Scholtz te Amsterdam, de premie door den heer M. Gompets aldaar. Woensdag 17 Aug werden kolf- en biljartwedstrijden ten locale van Rolling ontwikkelde bef plan voor een veelbelovenden diefstal met inbraak. Hij had reeds herhaald in de bladen een advertentie gelezen, dat er in de nabijheid van een Brandenburgsche provinciestad, wel ke van hior uit met het spoor binnen wei nige uren was te bereiken, een landgoed te koop was. In de vermomming, in welke hij nu in de „Bloedworst" was gekomen, was hij er heen gegaan en had zich aan den eigenaar van het landgoed als kooplustige voorgesteld, om onder dit voorwendsel de gebouwen nauwkeurig te bezichtigen en uit te zien naar gemakkelijk verplaatsbare voor werpen van waarde, welke een vermetel waagstuk loonend zouden kunnen doen schij nen. „Het toeval of de duivel wil", ging Rölling met zijne mededeeling voort, „dat ik met den grondeigenaar nog een oude re kening heb te vereffenen. Hij was vroeger advocaat in een provinciestadje, hij was een laaghartige rechtsverdraaier en geldschraper, als er wellicht geen tweede onder de zon te vinden is, en bj) beeft mij gemaakt tot wat ik nu ben 1" Rölling deed een scher pen, korten lach hooren. „Maar dat ter zijde," hernam hij. De schurk, dia natuur lijk niet vermoedde, dat hij bet wraaklus- tige slachtoffer zijner gemeene hebznebt voor zich zag, heeft mij met voorkomendheid, overwelke ik het wel had willen nitproesten, door huis cn hof rondgeleid, zoodat ik elk hoekje ken." De Slotenmaker vroeg hem nu„Wat valt er bij de zaak te verdienen In een der kamers zag ik een glazen knst," antwoordde de Ulaan, „die van boven tot beneden met zilvergoed volgestopt was, alles oud-frausch in fa^on, maar soliede en zwaar, ik ken dat goed De Slotenmaker schudde verdrietig het hoofd. „Dat moet omgesmolten worden, en daarbij blijft het grootste deel aan de han den van den goudsmelter kleven. Wil ik een zilverkast ledig maken, dan behoef ik niet buiten Berlijn te gaan." „Bedaard aan, vriend!" antwoordde Rol ling. Het beste kemt altijd bet leste. Ter wijl de oude mij de velden en weiden Het zien, beeft Frans de marskramer, die mijn reisgenoot was, op bet goed een bezoek ge- biacht en voor de dienstmaagd al de heer lijkheden van zijn lederen mars uitge stald." „Nu, dat was een echt gansje, zooals ze in de boeken staan!' zeide de marskramer lachende. „Terwijl zij mijne koopwaar bezag wist ik uit haar te krijgen, dat er uit Ber lijn en Potsdam dikwijls officieren op het landgoed kwamen, met wie haar mijnheer geldiaktn had, en dat hij daarom allijd tien tot twaall duizend gulden aan contanten in huis had." „Dat begint er wat beter uit te zien!' heer W. Groen te BARSINGERHORN gehouden. Bij het k o 1 v e n werd de eerste prijs behaald door den heer A. Kist van Zuid- Scharwoude met 147 punten, de eerste premie door den heer C. Zomerook van Znid- Scharwoude met 144 punten. De heer A. Slotemaker van Barsinger- horn en W. kraakman van Zuid—Schar- woude behaalden een gelijk aantal punteD, zoodat eene partij moest worden overge maakt; de uitslag was ten voordeele van den heer A. Slotemaker die nu de 2e pre mie bekwam, terwijl een 3e premie werd gewonen door den heer W, kraakman van Zuid-Scharwoude. De eereprijs werd behaald door den heer Westerman met 53 punten. Bij het biljarten werd de le prijs behaald door den heer D. Nisrop van Nieuwe Niedorp, de 2e prijs door den heer D. de Beurs te Barsingerliorn, en de 3e piijs door den heer N. v. d. Oord ook van Barsin- gerhorn. Cursus in handenarbeid (houtslöjd) te AMSTERDAM. Toen de heer Stam Mamdag den 7en Augustus aan het eind gekomen was van aijne the oretische lessen, werden door den heer Sluijter een paar lessen gegeven in dn ver schillende houtsoorten en door den heer Eysvogel de werktuigen, bij flen houtarbeid noodig, verklaard. Vrijdagmiddag werden de verschillende voorwerpen door de cursis ten ingepakt en de cursus was daarmede geëindigd. De sluiting had piaats op Zater dag 12 Aug. in de algemeene vergadering van de vereenigiug tot bevordering van liet onderwijs in handenarbeid in Neder land, die gehouden werd in het lokaal „Eensgezindheid" op 't Spui. Nadat de Voorzitter der Vereeniging, de heer Stam, met een kernachtige toespraak de cursus gesloten bad, verd dorr een der cursisten, den heer Holtzapfel van Amsterdam, namens alle cursisten een woord van dank gericht tot het bestuur der vereenigieg, tol den heer Stam en de onderwijzers Sluytcr, Eysvogel, Kooymzns en Van Wei- moesmuilde de Slotenmaker. „Ligt het land goed midden in het dorp of dicht er bij „Het ligt er een goed half uur van af," antwoordde Rölling. „Ik maakte daarover dan ook bezwaren en zeide tot den ouden heer, dat men hier toch eigenlijk zeer afge legen woonde. Toen lachte hij. De streek was veilig. Sedert tien jaren was er wijd en zijd geen diefstal voorgevallen. Men kon hier gernst met open deuren slapen. Boven dien is do huisdeur van het heerenhuis van dik eikenbout en van binnen van ijveren grendels voorzien; de benedenvertrekken htbben alle stevige luiken en dezen worden des nachts kruisgewijze met ijzeren stangen gesloten „Dat wordt dan een zuur stok werk!" meende de Slotenmaker en krabde zich achter de ooren. „Wat hebben wij te maken met luiken en huisdeuren riep de Ulaan uit. „Wij vatten onzen taak van een hooger standpunt op, haha! De eerste verdieping, welke geen luiken heeft, is niet hoog en hee't een klein balkon. Wanneer er iemand op mijn schou der klimt, dan kan bij een touwladder aan het balkon bevestigen, langs welke wij binnen komen. Ons gereedschap zal ons dan verder wel tot de overige kamors in het huis toegang verschaffen." „En waar zit het geld vroeg de Slo tenmaker. „In de slaapkamer van den advokaat, welke in de benedenverdieping ligt, staat een brandkast, en daarin zal het geld na tuurlijk zitten. Wij moeten den ouden man dadelijk deu mond stoppen. Is het geld hem liever dan zijn leven en weigert bij de sleutels der brandkast af te geven, dau „Dan heb ik mijn zagen en bijtels bij mij," voltooide bedaard de Slotemaker. „Het zou niet het eerste gat zijn, dat er in den wand van een brandkast gomaakt zou zijn. Zijn er vele personen in buis „Behalve den oude nog twee vrouwen," hernem Frans de marskramer. ,,De eene is zijn dochter, maar die is lu op reis, de aiideie is de dienstmaagd. Die slaapt boven op een meidenkamer. De arbeiders van het landgoed wonen allen iu het dorp. Alleen de koetsier slaapt op bet landgoed, boven de stallingmaar die ligt ruim vijftig schreden achter het heerenhuis." „Het zaakje binnen knappen wij beiden op," zeide Rolling, den Slotenmaker met de elleboog aanslootinde. „Fians blijft builen op wacht. Maar wij moeten nog een vierden man hebben, die op den hof waakt." „Daarvoor nemen wij „Don Darlos," zeide de Slotenmaker, „die heelt katlenoogen. Zijn er ook werlhonden?" „Neen," antwoordde de Ulaan, ,om honden te ondeihcuden, daartoe is de oude te gierig. Hij veroorlooft zich wel de weelde land. 4c deze vergadering werden tot leden van het bestuur geiraen, de heeren Eysvogel van Amsterdam en Van Heerik- huizen van Lutjewinkel. Was verleden jaar door een der cursisten een lied vervaardigd, dat bij het werk toen en ook nu uit volle borst gezongen werd, thans was door een ander eene potpourri gemaakt, die eveneens zeer in den smaak van allen viel. Deze potpourri is de volgende Wijze RinaldoRinaldini. Uit vier streken van ons landje, Kwamen wij hier bij elkaar. Ieder prijst zijn eigen hoekje, In de groote vriendenschaar. D'een roemt hoog, 't verre Koorden, Als 't echte, echte land; Terwijl een tweede lJselsboorden, Niet wil gezet zien aan den kant. Een derde praat van 't Hollandsch leven, Van gewoonten, oud en goed. En een vierde prijst de dreven, Van het Zniden, dicht begroeid. Evenwel, wij vrienden komen, In veel punten overeen: De gezelligheid zoeken w'allen, Van de stijfheid houdt niet een. Doch 't meeste nog van allen, Brengt ons Handenarbeid saam. Ieder toont door vlijtig oefenen, Dat hij schaart zich onder 't valn. Hoe verschillend dus van woonplaats, Wij gaan allen hand aan hand, Wij staan voor den handenarbeid, In ons eenig Nederland. Wijze Wien Neerlandtch lloed. Wien Neerlandsch bloed door d'adren vloeit. Van vreemden smetten vrjj, Wiens hart voor Handenarbeid gloeit, Verheff' deu zang als wij. Geen Deensch, geen Zweedsch zij onze leus, Echt Neêrlandsci onze keas. Geen woord ontleend aan vreemde taal, Maar alles Nationaal. WijzeWilhelmus. Heer Stam kwam ons vertellen, Wie ons zijn voorgegaan, Hij toonde ons hun modellen, En hoe die zijn ontstaan. Maar toch, hoe fraai beschreven, Zij moeten onder doen, Uit Neerlandsch oog hekeken, Voor die van zijn fatseen. van een rijpaard, maar alleen om redenen van gezondheid, omdat, gelijk hij mij zeide, de arts bem het paardrijden bad voorgeschre ven." Luister, ik heb daar een goeden inval," zeide de marskramer geheimzinnig. „Hoe zoudt gij het vinden, wanneer wjj de „Cog- nag-ueus" en de.lange Eda" meedoen lieten?" „Dat gaat niet I" beweerde de Slotenmaker, „deze beide heeren staan in veel te kwa den reuk, dat wij hen niet in dezen handel mogen betrekken, want altijd is een spion ben op de hielen, om hen na te gaan." „Juist daarom kunnen wij hen goed ge bruiken," riep de marskramer zegevierend uit. „We zendon hen vooruit naar het stad je. zoo'n paar dagen eerder, en daar moe ten zij in het oog vallend ronddwalen Om de achterdocht op zich te trekken," viel Rölling in. „Ik begrijp het." „Verder moeten zij er niets bij doen," zeide de marskramer, „de lange figuur van den Ulaan is in bet oog loopend, en daar de „lange Eda" slechts een tipje kleiner is „Zoo moet hij persoonsverwarring bren gen," voltooido de Slotenmaker. „Dat is verduiveld goed verzonnen. Natuurlijk moe ten de lange Eda en de Cognacneus voor bewijzen zorgen, waar zij den nacht doorge bracht hebben, en wij moeten ook bij tijds naar goede vrienden omzien, die, wanneer het nood geeft, onre alibi's bezweren. Zoo ver zon dus alles goed gaan. liet overige kunnen wij morgen wel bespreken." „Nog iets, dat wij niet over het hoofd moetan zien," merkte de marskramer op. „Wij hebben een langen weg van eenige uren af te leggen. Hoe moeten wij het zwa re zilvergoed medenemen En toch moeten wij voor het aanbreken van den dag reeds in het spoor zitten." „Heb daarover maar geen zorg," zeide de Slotenmaker, „ik heb in de stad een goeden vriend, die vroeger zelf een slimmerd was en nu daar een stalhouderij er op na houdt „Lampen! Lampen!" werd er nu eens klaps geroepen, door iemand die zijn hoofd naar bint.en stak. Dat was bet teeken dat er onraad ki aantocht was. Hals over kop verlieten de gasten het lokaal, k een oogeH- blik bad de waard glazen en flesschen weg genomen en toen eenige politie-beambten bin nentraden, zat de waard reeds achter zijn toonbank in diepen slaap. De politie vroeg naar een paar personen die hier hadden moeten zijn, doch de waard wist van niets en klaagde over de slechte tijden. WORDT VERVOLGD-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1