II. i nooit. Zondag 3 September 1893. 37ste Jaargang Uo. 2757. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGM, liaan, D 4. Gemeente S c h a g e n. Bekendmakingen. Vergadering van den Raad der gemeente SCHAGEN, op Dins dag 5 September 1898, des voormiddags ten 10 ure. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct« Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent een op de markt van 31 Aug. 1893 vermiste zwart-bonte vaars, gemerkt met 2 knipjes op den rechtervoor- bout. Punten van behandeling; 1. Installatie Raadsleden. 2. Onderzoek geloofsbrieven, ge kozen Raadslid. Benoeming Wethouder. Benoeming Ambtenaar Burger- Stand. Benoeming leden Commissie Rietbosch. 6. Reparatie Brandspuit. 3. 4. lijken 5. Bij de te ALKMAAR ge- houden harddraverij is de prijs (f 100. behaald door Tabor,?an den heer A. Kooij Dz. te Beemsterde le premie door Alruna van den heer H. van Wickevoorl Crom- melin te Heemstedede 2de premie door Vitry van den heer Van der Jagt te Boon. In het geheel liepen 25 paarden in de baan. Aan de tweede gehouden harddraverij namen 8 flinke dravers deelde prijs f 250 werd gewonnen door Sadorzwarte hengst van den heer D. J. Florijn te Rotterdam, bereden door J. Koster. De le premie f 100 door Krylaty schimmelhengst van den heer J. de Mol te 's-Hage, berijder P. van Santen. De 2e premie door Bonnie Ivosruin van den heer van der Lee te Koudekerk, bereden door M. J. Oppelaar. Prachtig weer en vele toeschouwers ver hoogden dit feest. Nu de besmettel ij kevie k- ziekte te BOVENKARSPEL zoovele var kens wegrukt, is het opmerkelijk, dat geen enkele der varkens, welke bij den slager Ccevert te Twisk de bloedkuur hebben ondergaan, aan de gevreesde ziekte is be zweken. Het programma van het groote feest der zangvereeniging „Zaanland's Mannenkoor" te KOOG a. d. ZAAN is verschenen. Deze vereeniging, onder di rectie van den heer J. J. M. Sicking van Wormerveer, zal den lOden Sept. a. s. door een kwartetwedstrijd en andere festi viteiten op waardige wijze haar 121/2jarig be staan herdenken. Voor den wedstrijd, die 's middags I uur in de Ilerv. kerk zal aanvan gen, zijn de volgende prijzen uitge loofd le prijs4 gouden medailles, bene vens 1 groote gouden medaille als baniers- prijs 2e prijs A verguld zilveren medailles, be nevens 1 groote verguld zilveren medaille als baniersprijs Se. prijs4 zilveren medailles, bene vens 1 groote zilveren medaille als ba niersprijs 4e prijs4 zilveren medailles, bene vens 1 groote zilveren medaille als baniers prijs. Ook de Juryleden, allen erkende musici, geven aan het geheel iets waardigs en dege lijks. Des namiddags van 4 tot 7 uur is er volks-concert op de Spoorstraat, te geven door de Briersche kapel, onder directie van den heer Ulrich. 's Avonds 8 uur geeft de feestvierende vereeniging groot concert in „de Waak zaamheid" alhier. De heeren J. J. Rog mans en Joh. M. Messchaeit, alsmede de Roman van Curt Hoffmeister. (Vertalingsrecht verzekerd.) 17 XXV Nadat de inbrekers het licht uitgeblazen hadden, verwijderden zij zich langzaam en lieten den geknevelden in de vensterbank, in zijn bachelijken toestand achter. Niet in staat zich te bewegeD, maakte hij overdreven maar onmachtige bewe gingen, om zich van zijne boeien te bevrijden. Toen hij zich de woorden te binnen bracht, welke de reus gesproken had, kwam hij tot de overtuiging, dat Rettberg met deze bandie ten in betrekking stond. De lichamelijke pij nen, de woede over zijne hulpeloosheid en over het verlies van zijn porteleuille, waar door hij alle macht over Melanie verloren had, deden Maitland in zwijm vallen. Toen hij zijn oogeu weder opsloeg, scheen de zon al, hij gevoelde zich bevrijd van zij ne boeien en zag twee personen, die druk met hem bezig waren. Maitlands bevrijders, waren het dienstmeisje en de koetsier. Het meisje had van al hetgeen er des nachts in huis voorgevallen, niets bemerkt. Toen zij des morgens hare kamer wilde verlaten, was deze van buiten gesloten. Met alle kracht duwde en trapte zij tegen de deur tot deze eindelijk opensprong. Tot haar groote ver wondering bemerkte zij dat een groote pen, tusschen den naad der deur gewrongen, hem tot nog toe gesloten had gehouden. Maar hare ontsteltenis klom nog hooger, toen zij de deur, die naar de benedenvertrekken voer de en steeds gesloten was, alleen maar aan gezet vond. In de deur was een gat gemaakt, juist groot genoeg, om er iemand de hand door te laten steken, en zoodoende de grendels te kunnen wegschuiven. Zij begon nu toch te begrijpen, dat er des nachts dieven in buis geweest waren. Toen zij daarop gekerm van uit de slaapkamer van baar meester hoor de, sloot zij de aebterdeur open en)ijlde den tuin in om den koetsier te hulp (e roepen, die gewoonlijk boven den paardenstal sliep. Beiden vonden hun heer in bed gekneveld, met een prop in den mond, De deur van den brandkast, welke in de slaapkamer stond, was wijd opeD; de geldkist die er altjjd in stond, was geheel ledig. Hoe de dieven in huig gekomen waren, was onbegrijpelijk, maar dit was zeker, dat zij het door de voordeur hadden verlaten, daar de grendels terugge schoven waren. Zoo luidde bet verslag hetwelk het meisje en de koetsier, elkaar telkens in de rede vallen muziekvereeniging „Crescendo' zullen hierbij hunne welwillende medewerking ver- leenen. In de pauze zullen de prijzen worden uitgereikt, terwijl na afloop van 't concert onder leiding van den heer M. Content een groot bal den feestavond zal besluiten. Eene belangrijke land- aan winning is zeker die tusschen USK- WERD en UITHUIZEN (Noordelijk Gro ningen), waar 400 bunders „buitenland" (buiten de Wadden) is ingepolderd een werk dat verleden jaar regelmatig 800 polderwerkers heeft geplaatst. Benoorden Warfum zijn in de laatste jaren honder- de bunders land op die wijze aan de zee ^ontwoekerd". De uitslag van de op 30 Augustus gehouden stemming te AMSTER DAM, voor een lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland is als volgt Aantal uitgebrachte stemmen 85C8, van onwaarde 8, aantal geldige stemmen 3500, volstrekte meerderheid 1751 stemmen. Uitgebracht op de heerenC. J. M. Dijkmans (lib.), 1696 stemmen, mr. D. P. D. Fabius (anti-rev.) 689 stemmen, mr. L. H. Povel (r.-k.), 1097 stemmen, zoodat er eene herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren C. JM. Dijkmans en mr. L. H. Povel. Eene vergadering van de sociaal-democraten te WILDERVANK, waarin als spreker zou optreden, Schaper van Groningen, kon niet doorgaan, omdat er slechts negen personen waren opgekomen. Eergister-nacht heeft een vreeselijke moord plaats gehad in het ge hucht MAROLLEPUT, tusschen Oostburg en Nieuwvliet. Daar woont een weduwe met twee dochters, waarvan de eene ge huwd is. Deze drie werden met afgesneden hals gevonden. De politie was spoedig aan wezig om den vermoedelijken moordenaar op te sporen. De justitie is er heen vertrokken. De Middelburgsche Courant deelt mede, dat in verband met dezen moord is ge hoord en na8t het huis van bewaring te Oostburg overgebracht Michiel Lampier, landmansknecht te Groede. Nog wordt gemeld, dat er een bebloede knuppel is gevonden, waarmede vermoede lijk de vrouwen geslagen en verwond wer den. De gearresteerde is de man van eene der verslagenen, met wien zij op een slechten voet leefde. Nog verneemt men, dat tegen Lampier door de rechtbank te Middelburg bevel tot aanhouding is verleend. De Groninger Veencom- missie heeft in de vorige week de aan de gemeente GRONINGEN toebehoorende aanplantingen, bosschen, kanalen en boer derijen te Ter-Apel in oogenschouw ge nomen en zich gunstig uil gelaten over het verzoek van de afdeeliug Ter-Apel van den Bond van orde, om de aanwezige dalgronden langs den Weerdingermond dezen herfst en winter te doen cultiveeren, waardoor er veel werk zal komen voor den arbeidersstand. Een dertigjarige jonge- ling van O. PEK EL A ging met een veer man van daar naar de aanwassen om kwelder te halen. Op de terugreis, aan het begin van het dorp Beerta, liep een rad uit den wagen, met het gevolg dat de opzittenden van den wagen vielen en een daarop liggende zeis bovengenoemden jon geling diep in de linkerzijde drong. Hoewel dadelijk heelkundige hulp werd geboden, overleed de ongelukkige eeD paar uur later. De c h o 1 e r a-bacil in ons eten en drinken. Het is reeds algemeen bekend, dat, in verre de meeste gevallen, de verspreiding der cholera te wijten is aan het gebrui ken van ongekookt water, ongekookte melk, enz. Doch minder algemeen is het bekend, hoe ook de cholera verspreid wordt door het gebruikeu van verschillen de, den vreemden gast ademloos vertelden. „Wat is er van juffrouw Rettberg gewor den?" was Maitland's eerste vraag. Daarvan wisten zij nog niets. Maitland wilde dadelijk opstaan, maar hij kon nog niet; nog ontzegden zijno ledema ten hem den dienst „Vlieg, vlieg!" riep hij het meisje toe, „breng mij dadelijk bericht, in welk een toestand of gij haar gevonden hebt." Het meisje snelde weg, en keerde na eenige oogenblikken weder terng. „De juffrouw is verdwenen!" riep zij uit. „De dieven moeten door bet venster van baar kamer zijn binnengekomen; de balkondeur staat open. De juffrouw is echter nergens te vinden.' Maitland werd bleek gelijk een doode. Hjj herinnerde zich nu dien fiauwen kreet, welken hij voor verbeelding bad gehouden. Hij liet het geheele buis doorzoeken, maar nergens vond hij een spoor van het ongeluk kige meisje, dat de roovers, wellicht be vreesd voor verraad met zich medegenomen hadden. Zijn krachtig lichaam was weldra weder geheel in orde, en zijn verlangen naar Me lanie verhelderde zijn geest. Zoo veel stond hem nu voor den geest, dat het rijtuig, dat hij had hooren komen, en later had hooren gaan, de inbrekers hier heen had gebracht en na voleind werk, we der had weggereden. Nadat bij zich geheel gekleed had, zocht hij zijn gastheer op,'dien bij geknield voor zijn leege geldkist vond. Luid jammerend en vloekend had hij slechts oogen voor zijn eigen verlies. Zeven dui zeod gulden aan geld en bankpapier waren door de schurken als buit medegevoerd en tot overmaat van ramp, had Feszuer hen zelf de sleutel moeten geveu, daar zij dreigden hem anders te zullen doodschieten. „Geef tceh bevel, beer Feszuer dat mij dadelijk een paard gezadeld worde," drong Maitland aan. „Ik wil Daar de stad rijden en dadelijk de poliiie en het gerecht ken nis geven. Slechts door snel handelen, is er wellicht nog iets te ontdekken." Vijf minuten later besteeg Maitland het rijpaard van den grondbezitter, en rende naar de stad. XXVI Toen Melanie bet briefje van Maitland las, waarin bij baar de terugkeer van haar broe der meldde, was zij zeer verwonderd, en de wenscb, om zoo spoedig mogelijk ophelde ring te ontvangen, gaven haar de woorden in de pen, welke zij onder Maitland's briefje geschreven had. Melanie blies het licht uit, legde zich te bed en niet wetende van het gevoar, dat baar omzweefde, zonk zij in slaap. H„e lang zij geslapen bad, wist zij niet, maar zij werd met schrik wakker. Er was lcht in bare kamer op, en zij onderscheidde twee man nen, wier gelaat onder zwarte maskers ver borgen waren. De een van hen, nam het masker af, om in gulzige teugen, een glas water te drinken, dat op het bedtafeltje stond. Melanie lag doodstil, de angst snoerde haar de keel toe. In het oogenblik echter, dat het gelaat van den drinkende duidelijk zicht baar was, richtte zij zich met een lichte kreet van verrassing op, en aan hare lippen ontsnapte de uitroep „Mijuheer Rolling." Degene wiens naam werd uitgeroepen, en er bepaald op gerekend had de kamer on bewoond te vinden, schrikte herig. Haastig het masker weder voor zijn gelaat trekken de, richtte hij zijn schreden naar het bed, en hief zijn gewapende hand op, om den doodclijken slag toe te brengen Melanie vatte de hand met smekend ge baar. Zij was in bare schoonheid, en in haar hnlpeloozen toestand zulk een bemelsch wezen, dat een hart van steen daardoor zelfs getroffen zou geworden zijn. „Kent gij mij?" siste de man. Ja, ik ken u," stamelde zij, „ik ben Me lanie Rettberg." „Edmund's zuster 1" mompelde Rollingen hij liet de gewspende hand langzaam zakken. Wel kende hij Melanie, die hij bij haar broeder een paar maal ontmoet had, maar hij dacht haar niet bier te zullen ontmoeten, en in haar nachtgewaad en loshangend haar, scheen zij hem zoo geheel anders toe, dat j het noemen van haar naam hem moest ver klaren, hoe zij hem kende. „Dat treft zeer ongelukkig fluisterde hij. „De zuster van mijnen vriend zal de laatste zijn, die ik eem'g leed zal doen. Wanneer ik u echter het leven laat, belooft gij mij dan, mij niet achter slot en grendel to hel pen, want waarlijk, freule, bij mijn ziel, gij zoudt er dan nog slechter aan toe zijn dan ik." „Er zal mij nooit een woord hiervan over de lippen komen, zco waar helpe mij God antwoordde Melanie. „Maar wat gij ook vcor hebt, om in dit huis te doen be loof mij, dat gjj ook het leven van ande ren sparen znlt." „Ik heb mg hand nog nooit met een moord bezoedeld," antwoorde Rolling, „eu ik hoop, dat het ook bier zonder zulke treu rige dingen zal afloopen, Wat nn echter uwe beloften betreft, zoo zal ik aan de zus- ter van mijn vriend geloof schenken.' Hij trad van bet bed terug en sprak een poos fluisterend met zijn gezel, die beden kingen scheen te opperen. „Wees gerust mejuflrouw, er zal u geen leed geschiedeD," zoo wendde Rolling zich weder tot het bevende meisje, waarop hjj door de balkondeur verdween en na eenigen tijd met een derden man terugkeerde, wiens gelaat ook eveneens met een masker bedekt was. „En nu, mejuffrouw moet gij opstaan en u aankleeden," fluisterde Rolling. „Mijne metgezellen zijn niet zoo gced van vertrou wen als ikzij willen u hier niet achter laten, maar staan er op, dat gij met ons gaat, zoodra ons werk zal zijn afgeloopen. Haast u een weinig, en wees niet bang. want er zal u geen leed geschieden.' Het lieht uitblazend, trok hij zich met zijn metgezellen op den gang terug. De laatst aangekomene met name „don Carlos" bleef buiten voor Melanie's deur als wacht achter. Nog half verlamd door de uitgestane schrik, stond Melanie op, om zicb aan te kleedeu, zoo goed en kwaad als het in donker ging; Melanie begreep dat zij kwamen stelen, en zij moest zich dit stil laten welgevallen, en het scheen haar toe, al* was zij er zelf aan debet, ofschoon zij bet toch oiet kon ver hinderen, want één kreet, en het kostte baar bet leven, zonder dat zij het inbreken kon beletten. Nog was zij niet geheel ge reed met kleeden, of haar wachter opende zachtjes de denr, en kwam binneD. „Vooruit nu, bet is tijd," bromde hij haar toe. „Loop zachtjes en maak geen leven, anders Hij greep haar bij den arm en voerde baar onhoorbaar langs de trap, de huisdeur uit, naar buiten. Aan het einde van de populie renlaan wachtte een rijtuig met twee paar den; daarnaast stond een man, die op de paarden paste. Nadat Melanie in het rijtuig gestegen was, ging haar begeleider weder naar het huis terug. Na een poos keerde Rolling en zijn gezelion terug. Alle drie waren met zakken beladen, welks inbond een metaalklank deed booreD, toen zij in het rijtuig werden neer gezet. De vier mannen stegen in, Rolling nam op de voorste bank naast Melanie plaats, greep leidsels en zweep, en voort ging bet in geHtrekten galop. Geen woord werd onderweg gesproken. Toen Eölling bemerkte, dat Melanie geen mantel om had, wikkelde hij haar zorgvuldig in een paardendeken. Na een geheele poos rjjden, traden de om trekken der torens en huizen der stad uit de duisternis te voorschijn. Rolling reed de stad door iD verschillende richtingen, totdat de wa gen eindelijk voor een gebouw halt hield, waarvan de denr direct behoedzaam werd ge opend. Melanie's begeleiders stegen Dit,en ver dwenen met hunne schatten in huis. Rolling hielp Melanie nit het rijtuig, en geleidde haar naar een kamer, waar licht brandde. „Gij hebt mij dus uw woord gegeven, me juffrouw," begon bij, „dat gij mij niet zult verraden „Geen enkel woord, waarmede ik u bena deelt n kan, zal over mijne lippen komen, de spijzen of levensmiddelen, zooals vruchten, bladgroenten, enz. Donham vond, dat cholera—organismen opzettelijk op salade geplaatst, in een ge dekte schaal en in de gewone kamertempera tuur, hunne levensvatbaarheid of vitaliteit behielden gedurende vijf dageD; op gekook te bloemkool gedurende zes tot tien da gen en op ongekookte bloemkool zelfs dertien dagen, terwijl zij op platgedrukte niet langer dan 24 uren in het leven bleven. Dr. Friedrich zegt: Op komkommer», bloemkool, witte kool, euz., blijft de cholera-bacil verscheidens dagen leven; op spinazi, gehouden in een vochtige atmosfeer, waren nog na twaalf dagen bacillen aanwezig en zelfs blootge steld aan de gewone kameratmosfeer, Ter- dwenen zij eerst slechts na zes da gen. Wat he'. bestaan blijven van cholera- organisme in thee betreit, is het zeer merkwaardig, dat zij in een 3-percents-af- treksel van zwarte Chineesche thee ver nietigd worden binnen 24 uren, terwijl er geen spoor van bacillen gevonden wordt in een 4 percents aftreksel Da zestig mi nuten. De bacteriëndoodende eigenschap van koffie blijkt hieruit, dat eene indompeling in een 6- percents-sltreksel van koffie, ge durende twee uren, in staat is om deze organisme te vernietigen. In Beiersch-, Pilsener- en Lager bier vond dr, Friedrich, dat cholera-bacillen niet langer dan van één tot drie uren konden leven. Doch veel sneller nog is bun sterven in witten en rooden wijn, want vijf minuten na hunne inbrenging in die dranken, konden zij ia witten wijn niet meer aangetoond worden en in rooden wijn bleven zij niet langer dan hoogstens twintig minuten in leven. Dr. T. C. Winkler uil HAARLEM meende wel te doen met in het Leidscb Dagbl. bovenstaande onderzoekingen ook in de kringen der niet-geneeskundigen bekend te maken, vooral ook om aan te tenminste zoolaug het diefstal en geen moord betreft, dat verzeker ik u op mijn woord van eer!" „Goed, goed, daarmede ben ik tevreden," zeide Rolling. „En nu zal ik u laten zien, wat ik hier beb." Hij haalde eenige papieren uit zijn zak, en lag ze voor Melanie op tafel. „Ziehier den wissel, welken uw broedsr ver- valscht heeft. Die mijnheer, die dezen nacht bij Faszner logeerde, bewaarde hem zorgvuldig, om uw broeder in het tuchthuis te brengen, zoodra hij weigerde u, zijoo zuster, aan hem over te leveren.' Lacbsud frommelde hij het papier in elkander cn stak het aan het licht aan alzoo werd bet be wijs van Edmund's misstap door de vlammen verteerd, „Dat is een klein papiertje,' ging Rolling voort, „waarop uw eigen naam staat. Waar schijnlijk bad Maitlaüd daar ook een schur kerij mee voor.' Toeu Rolling ook dit pa piertje wilde verbranden, berkende Melanie het brielje dat zij gisteravond aan Maitland geschreven had. En dit stuk papier,* besloot Rolling, op een derde blad wijzend, „is een soort zon den register, dat Maitland uw broeder on derteekenen liet. Ook wat geschiedde om u in zijn macht te krijgen. Dat het den weg zij ner beide voorgangers ga." Tegelijkertijd stak hij ook dit bewijs van Edmund's schuld aan, en slechts de zwarte vlokken bleven er van over. „Ziezoo!" zeide Rolling, vnu is die ge heele booze rommel vernietigd." In een opwelling van dankbaarheid greep de jonge dame zijn rechterhand, en drukte er eeu vurige kus op. „Onziü, onzin'" riep hij, haar van zich afwerend. „Maar wees in 't vervolg voor de zen schurk gewaarschuwd, juffrouw. Hij i* slechter dan eeu onzer. Hij had uw broeder geheel in zijn macht, en hij wilde u daar door veileiden." „Weet gij iets van mijnen broeder?" vroeg Melanie. „Hg is halverwege zijn reis terugge keerd, en woont nu weder in zijn oude wo ning," gaf Rolling ten antwoord, en verhaal de daatop MelaDie al de streken van Mait land, om haar verblijfplaats te ontdekken. „Nu moet ik weg," zeide hij aan het eind van zijn verhaal; „het is noodzakelijk, dat gij nog eenigen tijd hier blijft; nog voor dat de dag aanbeekt, zal iemand u naar het in wendige der stad brengen, dan zijt gij weer vrij. Wees nu niet bevreesd, want ik heb u gezegd dat u geen leed zou geschieden, en ik houd mijn woord „En ik het mijne!" viel Melanie in, haar woord met een handdruk bezegelend, waar op de reus heenging, de deur achter zich 1 sluitend. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1