Uit en voor de Pers. Cholera. Gemengd Nieuws. Hoe hij 't vergold. 0,,u"g' Tv »rrak i ik deD dUf r™ dr°mmfl< d'e ik den .gent zoo dikwijl, „„merkte w '«"ogen i,.- aantrof in het Hotel Indiè, hoek Van Baerlcetraat an P.G. Hooftstraat, waar bi) toen portier wis. Hij W3S vóór dien tijd reeds naar Indië geweest, doch wat hij daar uitgeroerd heeft, weet ik niet. Ik heb De Joeg na '83 weder uit het oog verloren, tot ik twee jaar geleden •enen brief vachem ontving uit Britsch-Indië, en in Kaart van dit jaar eene brietkairt uit Calcutta, waarin hij meldde dat het hem goed ging en dal hij thans landschap schilder wss. Het zal in het laatst vau Mei, begin Juni van dit jaar geweest zijn, dat ik mijn vroegeren schoolmakker weder ontmoette en wel bij Krasnapolskv. Hij gaf zich toen nog altijd uit voor landschapschilder. In het laatst van Juni ontmoette ik hem daar weer. Hij zeide toen niet genoeg geld te hebben en verzocht mij eeu kit in bedrag om naar Biarn te gaan, wiar bij zeide, eene villa te moeien schilderen. Tk heb hem deling blijven. De burgemeester van AMSTKRDAMi brengt ter openbare kennis, dat maandag in die gemeente één persoon is aangegeven als overleden aan Aziatische cholera. Het hierbeven bedoelde geval kwam voor in de St. Jacobstraat 5 bij den heer R, die reeds sedert een tiental dagen lijden de was. Nieuwe gevallen kwamen voor Te BARENÜRECHT, waar ec.n jongen van negen jaar is aangetast; te Koog-aan- de-Zvan bij een vrouw op het Breedweer te Aarlanderveen, waar de lijder, een zwer ver, reeds is overleden t« Oadenbosch bij een man tn twee vrouwende man is reeds gestorven en de vrouwen worden in de cholera-barak verpleegdte Groot* Lindt zijn twee nieuwe gevallente Kuhr- ort is een schipper die roet een lading planken van Leerdam kwam, aan de ziekte overleden. Te 's-Graveland werd een man, het geld gegeven, doch bet nooit terug gehad. ,jje verleden week pis getrouwd is Ziter dag ziek eergisteren is hij aan de cholera overleden. rWl Wel heb ik er hem later een paar malen naar gevraagd, doch dm hield hij zich van der. domme, cn eindelijk vroeg ik er maar niet mier om. Den 29en Augnstus kwam hij weder bij Kras. Aangezien ik den len September Het ziektegeval aan boord van liet opleidingschip Anna Paulowna te AMSTER DAM is ten onrechte „vermoedelijk Azi atische cholera" genoemd. Wel is de patiënt voor boodschappen naar Zaandam moest en hospiUud verfoert, doch het dien dag juist de laatste dag der Zaan- damsche kermis was, stelde De Jong voor, mij daarheen te vergezellen. Ik had daar niets tegen, en de afspraak was dat wij elkaar dien dag in het café van den heer Oudenniel, hoek Prinsergracht en Nieuwe Leliestraat, zouden ontmoetten. Dit is dien dag dan ook geschied des middags te l1/, uur. Wij zijn toeD in gezelschap van mij nen schoonvader naar de Zaandammer boot gegaan en daarmede te 3 uur naar Zaan dam vertrokken. Mijn schoonvader en ik bleven daar tot vijf uur. De Jong wilde wel dat wij ook nog zoudeu blijven, doch wij deden dit niet en keerden naar Am sterdam terug.De Jong zeide, dat bij nog wat bleef „omdat hij misschien zijnen slag nog wel kou slaan,'doch waarop die uit drukking doelde, weit ik niet. Hoe lang De Jong te Zaandam gebleven is en wat hij daar deed, weet ik niet; wel dat hij dit was ter zake lijke ziekte vau een andere besmet- allen rijks-en rijksveld- dien dag eene goed gevulde portemonnaie bij zich had „Heeft hij u nooit over zijne vrouw ge sproken?" „Neen, mijnheerik heb nooit anders geweten of hij was een vrije jongen. Wel heb ie hem in het begin van Maart op «eueu avoud bij Street man in de Graven straat ontmoet met eene dame, die ik vau liet portret herkend heb, Sara Juctttezijn geweest, doch hij zeide mij toen dat het zijn meisje was en dat die te Haarlem woonde. Dit geloofde ik niet, omdat die dame niets dan Engelsch spraklater hebben wij nooit meer orer trouwen ge sproken. Den 5en of 6en September heb ik hem voor de laatste maal bij Krat ge zien." Maakte De Jong op dien leD September, dat dus de dag moet ge weest zijn volgende op dien waarop hij Marie Schmitz zou hebben vermoord, op u geen eigenaardigen indruk Volstrekt niet; hij zag er even vroo- lijk en opgeruimd uit als altijd, was spraak zaam en er was niets bijzonders aan hem op te merken.' In verband met het vermoeden, dat Hendrik de Jong zijne vrouw Sarah Jaett zou hebben van kant gemaakt, is eergisteren ook in de gemeeente REDE door onge veer een 40tal personen, gemeentelijke of onbezoldigde wachters, een begin gemaakt met het doorzoeken der uitgestrekte bosschen. Het onderzoek strekt zich uit tot Velp, de Steeg en Dieren. Eergisteren is ook te Wolfheze en onder Oosterbeek gezocht. Ofschoon over eene groote uitgestrektheid alle bosschen en hei de met de meeste nauwkeurigheid zijn on derzocht geworden, heeft men het lijk niet gevonden. Uit RENKUM meldt men Twee arbeiders, werkzaam in de stooin- papierfabriek van de firma W. Sanders Tz. aldaar, die ook gelezen hadden, dat op het vindon van Sara Anna Juett premitën zijn uitgeloofd, deelden Maandag aan een der leden van genoemde firma mede, dat zij, toen zij vóór geruimen tijd werk zaam waren bij het schoonmaken van eene beek in de heide, loopende naar genoemde fabriek, aan een beekwal een vrouwenrok afgezet met kant hebben zien liggen, en op eenigen afstand van daar eenen put, veel gelijkende op een graf. Ook moet gebleken zijn, dat omstreeks dien tijd een heer en eene dame aldaar naar den weg naar Wolfheze hebten gevraagd. Van deze bevinding is ook aangifte gedaan, terwijl ook die omgeving aan een nauw keurig onderzoek zal onderworpen worden. Te Arnhem liep het gerucht, dat het lijk van Sarah Juett, de Engelsche vrouw vao De Jong, geronden zou zijn. Dit ge rucht is echter gebleken een praatje van jenen marskramer te zijs. Groote waar-heden. Onder dit opschrift lazen wij in de Limb. Koerier, de navolgende opmerkin gen 5 Er zijn irner misstanden. De jachtwet, die vorige eeuwsche instelling, werd onlangs weer bekrachtigd. Zij verbiedt het dooden van wild op uw grond, al richt het er ook schade aan. Maar klimt een mensch des nachts over eeu tuinmuur, al is het ook om een pair appelen te stelen, dan moogt ge hem volgens de wet neerschieten. Zoo komt dan ook, dat onlangs te Arnhem iemand wegens het dooden van een konijn drie maanden gevangenisstraf kreeg, ter wijl een ai der te 's Hage wegans bet doo den van een mensch kort d iarop ook drie maanden kreeg. Is het wonder dat sommigen hiervan partij trekken en hoonend vragen, of voor de Nederlandscha wet het leven van een mensch gelijkstaat met dat van een konijn „Alle burgers zijn gelijk voor da wet', heet het in onze grondwet. Doch, een on zer Katholieke afgevaardigden wees er in de Kamer op de rijke suikerlords op Ja va hebben geldelijke ouderstenning ge kregen, en de arme suikerboeren in Noord- Brabant moesten mesr belasting beta len. De groote importeurs worden met vrij handel begunstigd, al dreigen geheele land bouwende en fabrieksarbeidende proyinciëa ermee tenonder te gaan. Het kapitaal heeft ia de laatste jaren gulden dagen beleefd: de Nedvrlandsche Bank kreeg een mooi cadeau in den vorm van octrooivernieuwingde aandeelhouders der Rijnspoorweg-maatschappij maakten goede zaken met de spoorovereenkomsten, waaruit volgens miuisler Haveiaar honderd duizenden in de schatkist zouden terug vloeien, terwijl er acht en vijftig gul Jen en ecnige centen van terechtgekomen is de Billitor.-maalschappij kreeg weer een contract, dat dertig millioen waard is. Niet dat er van misgunnen sprake is, of dat wij hier bepaaldelijk een alkeurend oordeel over die wetten uitspreken, och neen: maar toen eeuigen tijd geleden voor den werkman wat te verdienen viel aan den bonw van een paar gouvernementschepen voor Indië, toen moest dat aan den En- ge'schman gegund worden en niet aan ons volk. Dat was jammer I Zulke denkbeelden bestaan onder Een protest. Uit den HAAG meldt men aan lelegraaf. Naar aanleiding ra» de aanhangige kieswet, de daarover gevoerde beraads.a- gingen en de daarop gestelde amendemen ten, wenschte het bestuur der werk/e e .- kiesvereeniging Ontwikkeling, te -s—GRA- VENHAGE eene bespreking te houden met bestuurders van daar ter stede be staande werklieden- en kiesveree.iigingvn. Deze bijeenkomst bad Maandagavond plaats in het gebouw der 's—Gravenhaagsche Ambachtsvereeniging. Uit de toelichting van het doel van de ze samenspreking bleek, dat men ook van de zijde van den bezidigden en ordelieven- den werkman protest wilde doen hooren tegen de minachtende en beleediecude wijze waarop bij de jongste kiesweldebatten door verschillende ledeD, maar meer in het bij zonder door den heer Rutgers van Rozen burg over den werkenden stand is gespro ken. De gidachtenwisseling leidde tot het resulaat, dat algemeer.e instemming ver wierf het denkbeeld, om in een openbaar te maken Manifest op waardige wijze te protesteeren tegen de verguiziug waaraan de werkmansklasse heeft bloot gestaan ec tegelijkertijd aan te dril gen op eau spoe dige afdoening der aanhangige kieswet en van hare aanneming in hoofdzaak volgens de door den Minister T»k voorgestelde be ginselen met verwerping van alle amende menten, die daaraan afbreuk doen. Aan het Bestuur der Wcrklieden-Kies- vereeniging werd opgedragen de redactie van bedoeld protest, waarQp vervolgens de adhaesie zal worden gevraagd van alle te 's Hage bestaande werklieden-, vak- en kiesverenigingen, benevens van de voor naamste werklieden- en volksbonden in het land. Ter vergadering van maandagavond was ook het Bestuur van de Haagsche afdee- ling van Patrimonium vertegenwoordigd. Het hoaden van eene protest-meeting achtte men minder noodig. De man zag vol verbazing en erkente- i gta^aI3iU nJ^keWap^Mtieriïlri"lijktoeid met ef.ie grbotr, door den honger buiten gehangen etenswarennn binnenbracht. dien donkerder dat ie- te dragen. Houdt hem Houdt den diefklonk hel krijschend door de donkere straat en een dozijn stemmen riepen hem na, en eene opgewonden menigte snelde langs de hui zen een wegvluchtend mensch achterna. Hij liep als een opgejaagd stnk wild, dat ten laatste toch bezwijkt. Juist voor onze deur storlte de vervolgde over een in dem weg liggeuden steen en een oogenblik daar. na had een politieagent hem bij de kraag. Thans kwam ook de persoon met de krijschende stem naderbij. Het was eene bejaarde vrouw met een nijdig voorkomen: zij verklaarde, dat die man haar de porte- monaie ontstolen had. Als gewoonlijk in zulke omstandigheden koos de verzamelde menigte partij tegen den beschuldigde, die zich in handen van den politiedienaar niet verroerde, maar stom en somber voor zich uit zag. Nu, hij kon zijn noodlot niet ont gaan en werd weggevoerd, steeds vervolgd door een joelenden, schimpenden meuschen- hoop. Niemand had medelijden met den zakkenroller. Doch ja, een was volk wie er veel mee in aanraking komt zal het moeten ^erkennen. Geloof me, de werkende klasse klasse heeft van zulke za ken vsak meer begrip, dan ge denkt. Het rekenen eu zorgen voor het dsgelijksch brood bij kleins inkomsten, heeft ze op het finan- ciëele pont sterk ontwikkeld bij haar zijn het gezond verstand en de streDge recht vaardigheidszin nog niet door allerlei doc- riuaire theorieën eu sophistische redenee ringen verduisterd. Ken kras Vonnis. Toen wij onlangs de houding van onzen afgevaardigde, den heer Mr. W. V. d. Kaay terzake der kieswet-kwestie afkeur den, werd ons oordeel gegispt door heD, die niet aan onze zijde staan. Eerder dan wij het kouden verwachten, is onze meeniug op ondubbelzinnige wijze iD 't gelijk gesteld. De HoornscAe Cf. noemt die uitspraak der Liberale partij een krat vonnis en knoopt daaraan de volgende opmerking nog vast: „In 1891, het jaar der groote verbroede- ïiug tusschen alle schakeeringen in de li berale partij van de stijl conservatie ven tot de vooruitstrevende democraten werd de heer van der Kaag gekozen tot voorzitter van de liberale kamerclnb en •r die mededcogen gevoelde, mijn ouden grootvader, die met de handen in den zak voor de deur stond en de eeuige was, die geen hand uitgesto ken had om deH dief te vatteu. Nadat de menigte zich verspreid had, ging mijn huis. drommel moeten laten loopeD," zeide hij half weemoedig, half verstoord, „hij zag er zoo hongerig uit wie weet of niet de nood er hem toe ge dreven heelt. Er is tegenwoordig zooveel ellende in de wereld en is iemand eenmaal veroordeeld, dan is hij rampzalig voor zijn het geheele leven; terwijl hij anders misschien grootvader in „Zs hadden den armen de staarde. Zekeren avond brak plotseling een on- weder los; ik zat bij de lamp in onze kleine kamer naast den winkel en las een courant. Mijne vrouw stond op, om iets iets in de keukeu te verrichten. „Willem' zeide zij, „de regen valt in slroomen, zoo je dat daar niet binnen halen Hangt daar goed onder dak maar ik kan 't toch wel doen. Hst is een weer alsof ds wereld mort vergaan." Ik trad aan 'l venster en wierp een blik naar buiten. De straatverlichting was in ons stadja toan jammerlijk en stcrmachtigen avond was het dan ooit. Alleen van onze hanglamp viel een zwak schijnsel op de straat. Bij dit licht melkte ik op mand wegliep, die iets scheen Eeist verschrok ik, maar spoedig ste de ik mij gerust, toen ik de glinsterende knoopen zag. „Het is de politie—agent", dacht ik, en volgde hem met de oogen. Ik zag hoe hij in het naburig plant soen bij de kerk ging en dadelijk weer te voorschijn kwam. Hij ging verder en ik kwam uaar buiten. Dadelijk b speurde ik, dat een der hammen verdwenen was. Dus had het politietoezicht niets gebaat; de dief was sluwer dan de agent. Eensklaps schoot mij eene gedachte door het hoofd. Ik zei mijne vrouw, dat ze e- ven op den winkel moest passen en spoed de mij naar het plantsoen bij de kerk. De regenbui had even spoedig opge houden als die gekomen was. Ik kon een lucifer aanstrijken en rond zien. Daar zag ik een psk in een papier gewikkeld liggen. Ik streek een tweedeD lucifer aan en ontdekte in het pakket mijn ham. Ik was woedend. Eeu gewone dief zou niet zóó mijn toorn hebben opgewekt, maar hier trof het waarschijnlijk, dat de man, die mijn eigendom had moeten be schermen, zelf de dief was. Zulk eene schandaad moest naar behooren worden geboet en ik nam mij voor, dien oube- trouwbaren ambtenaar eens voor goed on schadelijk te maken. Nu gold het hem op heeterdaad te betrappen en ik over legde hoe dit het be«t zon kunnen ge schieden. Zonder twijfel zon de dief de gestolen ham komen iilsii ik moest die dus la ten liggen en bewaken. Vermoedelijk kwam hij meenemsa, zoodra de Hachtvracht bem aloste. Ik ging naar den winkel terug en keek op de klok; het was nog maar tien minuten voor tienen. Spoedig sloot ik deu winkel en be gaf mij weder naar het boscbje. Niet lang daarna naderden voetstappen. Ik herkende aan de rijzige gestalte en de blanken knoo pen mijn politieman; hij trad in het boscbje en bukte zich om den buit op te rapen. Nu sprong ik als een tijger op hem toe en riep: „Halt!" Hij tuimelde terug. „Gij zijt een mooie poliedienaar, zelf een dief!" donderde ik hem toe en greep ïem bij den arm; toenmaals was ik een sterk man, in de kracht mijns levens. Een oogenblik scheen het, als wilde hij zich osrukken, maar met ijzeren vuist hield ik hem vast en merkte dadelijk op, dal hij, trols zijn lichaamsbouw, uitgemergeld was; hij kon op den duur zich niet ver zetten. O God jammerde bij. „Mijn arme vrouw Mijne kinderen Daaraan had je eer moeten denken", antwoordde ik. „Wat moet er van ons worden als de politie zelve steelt Een be delaar zou ik het vergeven, als hij uit hoDger iets weg nam; maar gij zijt een beambte, die behoorlijk betaald wordt en verdiende te pronk gesteld te worden." „Ja, dat verdien ik," antwoordde hij op smeekenden toon, „maar hoor mij eerst aan; de mijnen hebben honger en ik zeil gevoel me zoo ellendig, dat ik ternauwer nood mij overeind kan houden. Sedert drie dagen hebben mijn vroaw en kinde ren haast niets te eten gehad, ik ben pas kort in dienst eu was gernimen tijd aan ziekte eu andere rampen ten prooi. Had ik gebedeld, ik zou deze betrekking niet ver kregen hebben. Ik zweer het u, dat ik mij vast voorgenomen had, u het gestolene te betaleu, zoodra ik mijn loon zou heb ben ontvangen, dat overigens als zeer ge ring is, want ik ontvang maar f325 in 't jaar. Mijne vronw was gisteren bij u en vroeg wat crediet; maar u zei, dat u het niet geven kon. Doe nu met mij, wat gij wilt ik weet, dat ik met mijn g.-zin verloren ben 1* Hij sprak die woorden onderheftig snik ken. Ik was diep bewogen. Ga mee naar huis" mee naar huis", zei ik en wij lit- Zooals bi ij kt uit de me- B.W elingen van den burgemeester van te AMfP k^DAM, is in de verloopen 24 uren voerde hij als zoodanig in de Tweede Ka- diete*"nde..lot g^f-nanóddag 2 nnr), 1 met het woord namens de liberale partij. Admissie*.6- 8an eiolera **i<*tica aaugege- Vorig jaar werd hij met algemeene stem- reeds overleden is; terwijl 1 per-men als president Jertenoemd en in d« vergadering donderdag 11. gehouden weri de heer Goeman Borgesius tot voorzitter gekozen en werd daarmede den heer iie !!èr^nH?lan diö ïiekte is her3teld- Het niéuw inlir>htini''komen gevo1 deed zicl1 bij eene 8 in de Kelenstraat. vau -het geheel hebben zich nu, van het der Kaag de bevoegdheid ontmnmen, om der ziekte op 21 Augustus af langer namens de liberale partij in de die D o n! li k a[ het café yallen ?an ctl0'era aldaar voorgedaan, WLN'D z'D' me' doodelijken afioop, terwijl '3 K o rcf«1 rl viiti c Q l 1 Tweede Kamer te spreken. Krasser vonnis is in den laatsten tijd s hersteid rijn eu 8 nog m behai,- J ia ons politiek leven niet voorgekomen." zich weer zou opgericht hebben en beter geworden zou zijn. Nu, ik ken hem niot en weet dus niet, of bij een brutale dief was, en die moet natuurlijk onschadelijk worden gemaakt. Maar de nood en de ver twijfeling verdieuen alls mogelijke deernis. Ik weet het uit eigen ondervinding en za dit nimmer vergeten.' Daar we hem vroegen, dit mede te deelen, verhaalde mijn grootvader hst volgende Vijfentwintig jaar geledeD, toen ik uog met geringe middelen een kleinhandel in mijne geboorteplaats dreef, had ik meest» eenige smakelijke eetwaren buiten de win keideur hangen om de menschen in de buurt meerendeels arme lieden tot koopen op te wikken. Nooit nog was iets op diefachtige wijze weggenomen en ik was daar dus ook niet meer bevreesd voor: doch eens vermiste ik wat. De schade was niet grootzij bedroeg nauw zestig cents; j pen zwijgend naast elkaar voortde ge- maar natuurlijk ontstemde het my, en den itolen ham had ik meegenomen. Toen ik volgenden morgen nep ik den langs den in mijne woniug gekomen was, stak ik winkel voorbijgaande» politiedienaar Mul- ia den reed8 geslotec winkel m Ier en gaf hem d«u diefstal aan. met den ongtiukkig a]leen te y Hij was eerst onlangs aangesteld^ een Trouw moest niets hooren Van ons gesprek, groote sterke man, maar met zoo n ho! waut Yrouwen kunnen maar moeiehjk be en bleek gelaat en zoo ingezonken oogen, warei, i, i d°ei is eigenlijk niet zooals 'tbe' oort; ik „Ik zal eenige dagen surveillteren', roag je n;et aan eeQ weiverdiende t f zeide hij laat uwe waren maar als ge- onttrekken, waar je morgen wellicht een tl- a i v>"* ij j ontvreemdt, de justitie overgeeft Ik deed zooals hij me raadde; des a- offidkt dit je licht if> t vonds zag ik den man dan ook meerma- als ik ee J J de ea len aan de andere zijde der straat ,n de te verwerven waar ik gezondigd heb zal schaduw staan. Er verliepen eenige dagen i ;v ueo> zal e> .r weid „iet. m,„ o.tmïïd. K 1 L «t de„ „ood hel- mijn ,e,t,ou.e» l.togg keetd en ik .„"i ""f '«1de dit m.l het 'ctder hem om, mijn .óendom en g.l dit den ,e bewaken, dl, ik eehle, i ,,.L de todmem" holle oogen op mij neer. „Wees gezegend voor uw edelmoedigheid", «.tan el e hij, blijkbaar zeer ontroerd. „Gij verdient, dat het n welga. Gij hebt mij van ell-nde en schande gered, voor u en de uwen zou ik mijn leven geven!' Ik zeide niets meer, maar drong den man voort; mij zeiven kwamen de tranen in de oogen. Hij bleek later werkelijk oprecht dank baar te zijn en was de hem bewezen goed heid niet onwaardig geweest, want meer malen liet ik naar hem informeeren en steeds kon de beste getuigenis van hem worden afgelegd. Op mijue ondernemingen rustte hooger zegen, mijn vermogen nam toe; ik kon mij ia een andere stadswijk, waar meer gegoe den woonden, een hnis koopen en een groo- len winkel openen. Daarna verloor ik mijn politiedienaar nit het oog. 1 i Destijds was alles nog niet zoo inge richt als tegenwoordig; spoorwegen en te legraaf waren neg zeldzaam, ook hadden wij geen brandweerkorps, maar de burgers moesten zeiven in die behoefte voorzien en de bluschmiddelen waren zeer gebrek kig. Er konden drie huizen afbranden, voor dat de eerste spuit'in de gelegenheid was, water te geven. Zoo kwam zekeren dag het onheil over mijn huis. Mijn gezin, dat toen reeds uit rrouw en vier kinderen bestond, woonde niet op den beganen grond, maar op de eerste verdieping; het was wel geen nieu- werwetsch hnis, doch zou in geval van brand weinig weerstand kunnen bieden. Dicht bij onze woning was de brand ontstaan en snel hadden de vlammen haar aangetast. Het w&s des morgens om vier uur, alles was in diepe rust. Toen ik ontwaakte en met schrik nit het bed sprong, baanden de vlammen zich in de benedenverdieping reeds een weg. Bij zulk eene gelegenheid geraakt wel de kalmste in verwarring. Ik spoedde mij naar het venster, rukte dit open en riep met alle macht„Brand! Hulp De nachtwacht gaf het alarmsignaal vele ramen werden geopend, alles schreeuw de dooreen, maar wie zou ons helpen Mijn vrouw had de kinderen uit hun bed gerukt en in vliegenden haast wat aange kleed, waarna zij radiloos op de knieën zonk. De weg was ons deor de vlammen versperd. De eerste, die tot ons wist door te dringen was de politie-agent Muller, de zelfde, die zich indertijd aan diefstal had schuldig gemaakt. Hij nam een vloerkleed vao den grond, wikkeldedaarinmijn vrouwen droeg haar midden door de vlammen heen; ik nam de twee kleine kinderenin één arm,greep den oudsten jongen, die zeven jaar was, bij de hand en stormde met hem evenzeer de brandende trap af. Als door een wonder wisten ook wij met zijne hulp de straat te bereiken Daar jammerde mijne vrouw: „Ach God ons Kransje, waar is het kind Ja, wij hadden in den schrik en de verwarring den jongste nog niet gered onze kleiHe lieveling was nog ia het bran- deude huis. Ik vloog weer naar den in gang vlammen en rook dreven mij te- r"g- Maar de politiagent verdween in den dichten walm, terwijl ik door krachtige armen teruggehouden werd. De straat was iumiddels met menschen gevuld ea de eerste spuiten waren aangekomen de brand verlichtte het terrein, zoodat men alles zoo goed als bij dag kon zien. „Mijn kind! mijn kind!" kreet mijne vrouw. Meu trachtte haar tot kalmte te brengen. Boven aan een venster der twee de verdieping verscheen een mau met het in doeken gewikkelde kind op den arm. „Een ladder!" riep hij met luid klin kende stem. „Gauw een ladderIk kan er niet meer door Ik had al mijne geestkracht verloren en sloot de oogen voor hel ontzettend schouwspel. Om mij heen eeu dof rumoer van honderden stemmen. Er was eeu zwa re ladder naar het brandende huis ge sleept. Plotseling werd mij eene weeke, warme massa in den arm gelegd, teedere armpjes omklemden mijn hals en een fijn stem metje fluisterde: „Vader!* Maar in het zelfde oogenblik klonk een geweldig, don derend gekraak, het dak van hel huis stortte in. Onze kleinste was gered, ik kwam tot het bewustziju van het geluk, dat al de mijnen in veiligheid wareu. Maar tevens nam ik waar, dat een aantal menschen bezig wareu met den politiedienaar Muller, die onmachtig neergestort was. Ik snelde naar hem tee en nam zjja hoofd op mijn knie, hij opende de oogen. „Hoe zal ik u danken. Gij hebt mijne vrouw en kioderen gered.' „Geen dankduisterde hij, „ik heb slechts een schuld betaald*. Met zware brandwonden overdekt werd hij weggedragen en sedert weet ik het men muet niet te haastig een mensch on gelukkig maken 1 {Het Noorden.) De hear Lube, die onlangs op 38-jarigen leeftijd t« Berlijn stierf, ver maakte aan de stad een kapitaal vsn 5 a 6 milloen mark, om daaruit oude onder wijzers en onderwijzeressen te steunen, wier pensioenen niet voldoende zijn, om naar hun stand te leven. Schulden maken. Van lieverlee zijn zaken ie zien ach teruitgaan ondanks alle betoon van ijver en werkkracht, teleurgesteld te worden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2