Uit en voor de Pers.
Cholera.
Gemengd Nieuws.
Hoe hij 't vergold.
0,,u"g' Tv »rrak i ik
deD dUf r™ dr°mmfl< d'e
ik den .gent zoo dikwijl, „„merkte w '«"ogen i,.-
aantrof in het Hotel Indiè, hoek Van
Baerlcetraat an P.G. Hooftstraat, waar bi)
toen portier wis. Hij W3S vóór dien tijd
reeds naar Indië geweest, doch wat hij
daar uitgeroerd heeft, weet ik niet.
Ik heb De Joeg na '83 weder uit het
oog verloren, tot ik twee jaar geleden
•enen brief vachem ontving uit Britsch-Indië,
en in Kaart van dit jaar eene brietkairt
uit Calcutta, waarin hij meldde dat het
hem goed ging en dal hij thans landschap
schilder wss.
Het zal in het laatst vau Mei, begin
Juni van dit jaar geweest zijn, dat ik mijn
vroegeren schoolmakker weder ontmoette
en wel bij Krasnapolskv. Hij gaf zich toen
nog altijd uit voor landschapschilder. In
het laatst van Juni ontmoette ik hem daar
weer. Hij zeide toen niet genoeg geld te
hebben en verzocht mij eeu kit in bedrag
om naar Biarn te gaan, wiar bij zeide,
eene villa te moeien schilderen. Tk heb hem
deling blijven.
De burgemeester van AMSTKRDAMi
brengt ter openbare kennis, dat maandag
in die gemeente één persoon is aangegeven
als overleden aan Aziatische cholera.
Het hierbeven bedoelde geval kwam voor
in de St. Jacobstraat 5 bij den heer R,
die reeds sedert een tiental dagen lijden
de was.
Nieuwe gevallen kwamen voor
Te BARENÜRECHT, waar ec.n jongen
van negen jaar is aangetast; te Koog-aan-
de-Zvan bij een vrouw op het Breedweer
te Aarlanderveen, waar de lijder, een zwer
ver, reeds is overleden t« Oadenbosch bij
een man tn twee vrouwende man is
reeds gestorven en de vrouwen worden in
de cholera-barak verpleegdte Groot*
Lindt zijn twee nieuwe gevallente Kuhr-
ort is een schipper die roet een lading
planken van Leerdam kwam, aan de ziekte
overleden. Te 's-Graveland werd een man,
het geld gegeven, doch bet nooit terug gehad. ,jje verleden week pis getrouwd is Ziter
dag ziek eergisteren is hij aan de cholera
overleden.
rWl
Wel heb ik er hem later een paar malen
naar gevraagd, doch dm hield hij zich
van der. domme, cn eindelijk vroeg ik er
maar niet mier om.
Den 29en Augnstus kwam hij weder bij
Kras. Aangezien ik den len September
Het ziektegeval aan boord van liet
opleidingschip Anna Paulowna te AMSTER
DAM is ten onrechte „vermoedelijk Azi
atische cholera" genoemd. Wel is de patiënt
voor boodschappen naar Zaandam moest en hospiUud verfoert, doch
het dien dag juist de laatste dag der Zaan-
damsche kermis was, stelde De Jong voor,
mij daarheen te vergezellen. Ik had daar
niets tegen, en de afspraak was dat wij
elkaar dien dag in het café van den heer
Oudenniel, hoek Prinsergracht en Nieuwe
Leliestraat, zouden ontmoetten. Dit is dien
dag dan ook geschied des middags te l1/,
uur. Wij zijn toeD in gezelschap van mij
nen schoonvader naar de Zaandammer boot
gegaan en daarmede te 3 uur naar Zaan
dam vertrokken. Mijn schoonvader en ik
bleven daar tot vijf uur. De Jong wilde
wel dat wij ook nog zoudeu blijven, doch
wij deden dit niet en keerden naar Am
sterdam terug.De Jong zeide, dat bij nog wat
bleef „omdat hij misschien zijnen slag
nog wel kou slaan,'doch waarop die uit
drukking doelde, weit ik niet. Hoe lang
De Jong te Zaandam gebleven is en wat
hij daar deed, weet ik niet; wel dat hij
dit was ter zake
lijke ziekte
vau een andere besmet-
allen rijks-en
rijksveld-
dien dag eene goed gevulde portemonnaie
bij zich had
„Heeft hij u nooit over zijne vrouw ge
sproken?"
„Neen, mijnheerik heb nooit anders
geweten of hij was een vrije jongen. Wel
heb ie hem in het begin van Maart op
«eueu avoud bij Street man in de Graven
straat ontmoet met eene dame, die ik vau
liet portret herkend heb, Sara Juctttezijn
geweest, doch hij zeide mij toen dat het
zijn meisje was en dat die te Haarlem
woonde. Dit geloofde ik niet, omdat die
dame niets dan Engelsch spraklater
hebben wij nooit meer orer trouwen ge
sproken.
Den 5en of 6en September heb ik hem
voor de laatste maal bij Krat ge
zien."
Maakte De Jong op dien leD
September, dat dus de dag moet ge
weest zijn volgende op dien waarop hij
Marie Schmitz zou hebben vermoord,
op u geen eigenaardigen indruk
Volstrekt niet; hij zag er even vroo-
lijk en opgeruimd uit als altijd, was spraak
zaam en er was niets bijzonders aan hem
op te merken.'
In verband met het vermoeden, dat
Hendrik de Jong zijne vrouw Sarah Jaett
zou hebben van kant gemaakt, is eergisteren
ook in de gemeeente REDE door onge
veer een 40tal personen,
gemeentelijke of onbezoldigde
wachters, een begin gemaakt met het
doorzoeken der uitgestrekte bosschen. Het
onderzoek strekt zich uit tot Velp, de
Steeg en Dieren.
Eergisteren is ook te Wolfheze en onder
Oosterbeek gezocht. Ofschoon over eene
groote uitgestrektheid alle bosschen en hei
de met de meeste nauwkeurigheid zijn on
derzocht geworden, heeft men het lijk niet
gevonden.
Uit RENKUM meldt men
Twee arbeiders, werkzaam in de stooin-
papierfabriek van de firma W. Sanders Tz.
aldaar, die ook gelezen hadden, dat op
het vindon van Sara Anna Juett premitën
zijn uitgeloofd, deelden Maandag aan een
der leden van genoemde firma mede,
dat zij, toen zij vóór geruimen tijd werk
zaam waren bij het schoonmaken van eene
beek in de heide, loopende naar genoemde
fabriek, aan een beekwal een vrouwenrok
afgezet met kant hebben zien liggen, en
op eenigen afstand van daar eenen put,
veel gelijkende op een graf. Ook moet
gebleken zijn, dat omstreeks dien tijd een
heer en eene dame aldaar naar den weg
naar Wolfheze hebten gevraagd. Van
deze bevinding is ook aangifte gedaan,
terwijl ook die omgeving aan een nauw
keurig onderzoek zal onderworpen worden.
Te Arnhem liep het gerucht, dat het
lijk van Sarah Juett, de Engelsche vrouw
vao De Jong, geronden zou zijn. Dit ge
rucht is echter gebleken een praatje van
jenen marskramer te zijs.
Groote waar-heden.
Onder dit opschrift lazen wij in de Limb.
Koerier, de navolgende opmerkin
gen 5
Er zijn irner misstanden. De jachtwet,
die vorige eeuwsche instelling, werd onlangs
weer bekrachtigd. Zij verbiedt het dooden
van wild op uw grond, al richt het er ook
schade aan. Maar klimt een mensch des
nachts over eeu tuinmuur, al is het ook
om een pair appelen te stelen, dan moogt
ge hem volgens de wet neerschieten. Zoo
komt dan ook, dat onlangs te Arnhem
iemand wegens het dooden van een konijn
drie maanden gevangenisstraf kreeg, ter
wijl een ai der te 's Hage wegans bet doo
den van een mensch kort d iarop
ook drie maanden kreeg. Is het wonder
dat sommigen hiervan partij trekken en
hoonend vragen, of voor de Nederlandscha
wet het leven van een mensch gelijkstaat
met dat van een konijn
„Alle burgers zijn gelijk voor da wet',
heet het in onze grondwet. Doch, een on
zer Katholieke afgevaardigden wees er in
de Kamer op de rijke suikerlords op Ja
va hebben geldelijke ouderstenning ge
kregen, en de arme suikerboeren in Noord-
Brabant moesten mesr belasting beta
len.
De groote importeurs worden met vrij
handel begunstigd, al dreigen geheele land
bouwende en fabrieksarbeidende proyinciëa
ermee tenonder te gaan.
Het kapitaal heeft ia de laatste jaren
gulden dagen beleefd: de Nedvrlandsche
Bank kreeg een mooi cadeau in den vorm
van octrooivernieuwingde aandeelhouders
der Rijnspoorweg-maatschappij maakten
goede zaken met de spoorovereenkomsten,
waaruit volgens miuisler Haveiaar honderd
duizenden in de schatkist zouden terug
vloeien, terwijl er acht en vijftig gul Jen
en ecnige centen van terechtgekomen is
de Billitor.-maalschappij kreeg weer een
contract, dat dertig millioen waard is.
Niet dat er van misgunnen sprake is,
of dat wij hier bepaaldelijk een alkeurend
oordeel over die wetten uitspreken, och neen:
maar toen eeuigen tijd geleden voor den
werkman wat te verdienen viel aan den
bonw van een paar gouvernementschepen
voor Indië, toen moest dat aan den En-
ge'schman gegund worden en niet aan ons
volk. Dat was jammer I
Zulke denkbeelden bestaan onder
Een protest.
Uit den HAAG meldt men aan
lelegraaf.
Naar aanleiding ra» de aanhangige
kieswet, de daarover gevoerde beraads.a-
gingen en de daarop gestelde amendemen
ten, wenschte het bestuur der werk/e e .-
kiesvereeniging Ontwikkeling, te -s—GRA-
VENHAGE eene bespreking te houden
met bestuurders van daar ter stede be
staande werklieden- en kiesveree.iigingvn.
Deze bijeenkomst bad Maandagavond
plaats in het gebouw der 's—Gravenhaagsche
Ambachtsvereeniging.
Uit de toelichting van het doel van de
ze samenspreking bleek, dat men ook van
de zijde van den bezidigden en ordelieven-
den werkman protest wilde doen hooren
tegen de minachtende en beleediecude wijze
waarop bij de jongste kiesweldebatten door
verschillende ledeD, maar meer in het bij
zonder door den heer Rutgers van Rozen
burg over den werkenden stand is gespro
ken.
De gidachtenwisseling leidde tot het
resulaat, dat algemeer.e instemming ver
wierf het denkbeeld, om in een openbaar
te maken Manifest op waardige wijze te
protesteeren tegen de verguiziug waaraan
de werkmansklasse heeft bloot gestaan ec
tegelijkertijd aan te dril gen op eau spoe
dige afdoening der aanhangige kieswet en
van hare aanneming in hoofdzaak volgens
de door den Minister T»k voorgestelde be
ginselen met verwerping van alle amende
menten, die daaraan afbreuk doen.
Aan het Bestuur der Wcrklieden-Kies-
vereeniging werd opgedragen de redactie
van bedoeld protest, waarQp vervolgens de
adhaesie zal worden gevraagd van alle te
's Hage bestaande werklieden-, vak- en
kiesverenigingen, benevens van de voor
naamste werklieden- en volksbonden in
het land.
Ter vergadering van maandagavond was
ook het Bestuur van de Haagsche afdee-
ling van Patrimonium vertegenwoordigd.
Het hoaden van eene protest-meeting
achtte men minder noodig.
De man zag vol verbazing en erkente-
i gta^aI3iU nJ^keWap^Mtieriïlri"lijktoeid met ef.ie grbotr, door den honger
buiten gehangen etenswarennn binnenbracht.
dien
donkerder
dat ie-
te dragen.
Houdt hem Houdt den diefklonk
hel krijschend door de donkere straat en
een dozijn stemmen riepen hem na, en eene
opgewonden menigte snelde langs de hui
zen een wegvluchtend mensch achterna.
Hij liep als een opgejaagd stnk wild, dat
ten laatste toch bezwijkt. Juist voor onze
deur storlte de vervolgde over een in dem
weg liggeuden steen en een oogenblik daar.
na had een politieagent hem bij de kraag.
Thans kwam ook de persoon met de
krijschende stem naderbij. Het was eene
bejaarde vrouw met een nijdig voorkomen:
zij verklaarde, dat die man haar de porte-
monaie ontstolen had. Als gewoonlijk in
zulke omstandigheden koos de verzamelde
menigte partij tegen den beschuldigde, die
zich in handen van den politiedienaar niet
verroerde, maar stom en somber voor zich
uit zag. Nu, hij kon zijn noodlot niet ont
gaan en werd weggevoerd, steeds vervolgd
door een joelenden, schimpenden meuschen-
hoop. Niemand had medelijden met den
zakkenroller.
Doch ja, een was
volk wie er veel mee in aanraking komt
zal het moeten ^erkennen. Geloof me, de
werkende klasse klasse heeft van zulke za
ken vsak meer begrip, dan ge denkt. Het
rekenen eu zorgen voor het dsgelijksch brood
bij kleins inkomsten, heeft ze op het finan-
ciëele pont sterk ontwikkeld bij haar zijn
het gezond verstand en de streDge recht
vaardigheidszin nog niet door allerlei doc-
riuaire theorieën eu sophistische redenee
ringen verduisterd.
Ken kras Vonnis.
Toen wij onlangs de houding van onzen
afgevaardigde, den heer Mr. W. V. d.
Kaay terzake der kieswet-kwestie afkeur
den, werd ons oordeel gegispt door heD,
die niet aan onze zijde staan.
Eerder dan wij het kouden verwachten,
is onze meeniug op ondubbelzinnige wijze
iD 't gelijk gesteld.
De HoornscAe Cf. noemt die uitspraak
der Liberale partij een krat vonnis en
knoopt daaraan de volgende opmerking
nog vast:
„In 1891, het jaar der groote verbroede-
ïiug tusschen alle schakeeringen in de li
berale partij van de stijl conservatie
ven tot de vooruitstrevende democraten
werd de heer van der Kaag gekozen tot
voorzitter van de liberale kamerclnb en
•r die mededcogen
gevoelde, mijn ouden grootvader, die met
de handen in den zak voor de deur stond
en de eeuige was, die geen hand uitgesto
ken had om deH dief te vatteu. Nadat de
menigte zich verspreid had, ging mijn
huis.
drommel moeten
laten loopeD," zeide hij half weemoedig, half
verstoord, „hij zag er zoo hongerig uit
wie weet of niet de nood er hem toe ge
dreven heelt. Er is tegenwoordig zooveel
ellende in de wereld en is iemand eenmaal
veroordeeld, dan is hij rampzalig voor zijn
het geheele leven; terwijl hij anders misschien
grootvader in
„Zs hadden den armen
de
staarde.
Zekeren avond brak plotseling een on-
weder los; ik zat bij de lamp in onze
kleine kamer naast den winkel en las een
courant. Mijne vrouw stond op, om iets
iets in de keukeu te verrichten.
„Willem' zeide zij, „de regen valt in
slroomen, zoo je dat daar niet binnen
halen
Hangt daar goed onder dak maar ik
kan 't toch wel doen. Hst is een weer
alsof ds wereld mort vergaan."
Ik trad aan 'l venster en wierp een
blik naar buiten. De straatverlichting was
in ons stadja toan jammerlijk en
stcrmachtigen avond was het
dan ooit. Alleen van onze hanglamp viel
een zwak schijnsel op de straat.
Bij dit licht melkte ik op
mand wegliep, die iets scheen
Eeist verschrok ik, maar spoedig ste de
ik mij gerust, toen ik de glinsterende
knoopen zag. „Het is de politie—agent",
dacht ik, en volgde hem met de oogen.
Ik zag hoe hij in het naburig plant
soen bij de kerk ging en dadelijk weer te
voorschijn kwam. Hij ging verder en ik
kwam uaar buiten. Dadelijk b speurde ik,
dat een der hammen verdwenen was. Dus had
het politietoezicht niets gebaat; de dief
was sluwer dan de agent.
Eensklaps schoot mij eene gedachte door
het hoofd. Ik zei mijne vrouw, dat ze e-
ven op den winkel moest passen en spoed
de mij naar het plantsoen bij de kerk.
De regenbui had even spoedig opge
houden als die gekomen was.
Ik kon een lucifer aanstrijken en rond
zien. Daar zag ik een psk in een papier
gewikkeld liggen.
Ik streek een tweedeD lucifer aan en
ontdekte in het pakket mijn ham.
Ik was woedend. Eeu gewone dief zou
niet zóó mijn toorn hebben opgewekt,
maar hier trof het waarschijnlijk, dat de
man, die mijn eigendom had moeten be
schermen, zelf de dief was. Zulk eene
schandaad moest naar behooren worden
geboet en ik nam mij voor, dien oube-
trouwbaren ambtenaar eens voor goed on
schadelijk te maken. Nu gold het hem
op heeterdaad te betrappen en ik over
legde hoe dit het be«t zon kunnen ge
schieden.
Zonder twijfel zon de dief de gestolen
ham komen iilsii ik moest die dus la
ten liggen en bewaken.
Vermoedelijk kwam hij meenemsa,
zoodra de Hachtvracht bem aloste. Ik ging
naar den winkel terug en keek op de
klok; het was nog maar tien minuten voor
tienen. Spoedig sloot ik deu winkel en be
gaf mij weder naar het boscbje. Niet lang
daarna naderden voetstappen. Ik herkende
aan de rijzige gestalte en de blanken knoo
pen mijn politieman; hij trad in het boscbje en
bukte zich om den buit op te rapen.
Nu sprong ik als een tijger op hem toe
en riep: „Halt!" Hij tuimelde terug.
„Gij zijt een mooie poliedienaar, zelf
een dief!" donderde ik hem toe en greep
ïem bij den arm; toenmaals was ik een
sterk man, in de kracht mijns levens. Een
oogenblik scheen het, als wilde hij zich
osrukken, maar met ijzeren vuist hield
ik hem vast en merkte dadelijk op, dal
hij, trols zijn lichaamsbouw, uitgemergeld
was; hij kon op den duur zich niet ver
zetten.
O God jammerde bij. „Mijn arme
vrouw Mijne kinderen
Daaraan had je eer moeten denken",
antwoordde ik. „Wat moet er van ons
worden als de politie zelve steelt Een be
delaar zou ik het vergeven, als hij uit
hoDger iets weg nam; maar gij zijt een
beambte, die behoorlijk betaald wordt en
verdiende te pronk gesteld te worden."
„Ja, dat verdien ik," antwoordde hij op
smeekenden toon, „maar hoor mij eerst
aan; de mijnen hebben honger en ik zeil
gevoel me zoo ellendig, dat ik ternauwer
nood mij overeind kan houden. Sedert
drie dagen hebben mijn vroaw en kinde
ren haast niets te eten gehad, ik ben pas
kort in dienst eu was gernimen tijd aan
ziekte eu andere rampen ten prooi. Had ik
gebedeld, ik zou deze betrekking niet ver
kregen hebben. Ik zweer het u, dat ik
mij vast voorgenomen had, u het gestolene
te betaleu, zoodra ik mijn loon zou heb
ben ontvangen, dat overigens als zeer ge
ring is, want ik ontvang maar f325 in 't
jaar. Mijne vronw was gisteren bij u en
vroeg wat crediet; maar u zei, dat u het
niet geven kon. Doe nu met mij, wat gij
wilt ik weet, dat ik met mijn g.-zin
verloren ben 1*
Hij sprak die woorden onderheftig snik
ken. Ik was diep bewogen.
Ga mee naar huis"
mee naar huis", zei ik en wij lit-
Zooals bi ij kt uit de me-
B.W elingen van den burgemeester van
te AMfP k^DAM, is in de verloopen 24 uren voerde hij als zoodanig in de Tweede Ka-
diete*"nde..lot g^f-nanóddag 2 nnr), 1 met het woord namens de liberale partij.
Admissie*.6- 8an eiolera **i<*tica aaugege- Vorig jaar werd hij met algemeene stem-
reeds overleden is; terwijl 1 per-men als president Jertenoemd en in d«
vergadering donderdag 11. gehouden weri
de heer Goeman Borgesius tot voorzitter
gekozen en werd daarmede den heer
iie
!!èr^nH?lan diö ïiekte is her3teld- Het niéuw
inlir>htini''komen gevo1 deed zicl1 bij eene
8 in de Kelenstraat.
vau
-het geheel hebben zich nu, van het der Kaag de bevoegdheid ontmnmen, om
der ziekte op 21 Augustus af langer namens de liberale partij in de
die D o n! li k a[
het café yallen ?an ctl0'era aldaar voorgedaan,
WLN'D z'D' me' doodelijken afioop, terwijl
'3 K o rcf«1 rl viiti c Q l 1
Tweede Kamer te spreken.
Krasser vonnis is in den laatsten tijd
s hersteid rijn eu 8 nog m behai,- J ia ons politiek leven niet voorgekomen."
zich weer zou opgericht hebben en beter
geworden zou zijn. Nu, ik ken hem niot
en weet dus niet, of bij een brutale dief
was, en die moet natuurlijk onschadelijk
worden gemaakt. Maar de nood en de ver
twijfeling verdieuen alls mogelijke deernis.
Ik weet het uit eigen ondervinding en za
dit nimmer vergeten.'
Daar we hem vroegen, dit mede te deelen,
verhaalde mijn grootvader hst volgende
Vijfentwintig jaar geledeD, toen ik uog
met geringe middelen een kleinhandel in
mijne geboorteplaats dreef, had ik meest»
eenige smakelijke eetwaren buiten de win
keideur hangen om de menschen in de
buurt meerendeels arme lieden tot
koopen op te wikken. Nooit nog was iets
op diefachtige wijze weggenomen en ik
was daar dus ook niet meer bevreesd voor:
doch eens vermiste ik wat. De schade was
niet grootzij bedroeg nauw zestig cents; j pen zwijgend naast elkaar voortde ge-
maar natuurlijk ontstemde het my, en den itolen ham had ik meegenomen. Toen ik
volgenden morgen nep ik den langs den in mijne woniug gekomen was, stak ik
winkel voorbijgaande» politiedienaar Mul- ia den reed8 geslotec winkel m
Ier en gaf hem d«u diefstal aan. met den ongtiukkig a]leen te y
Hij was eerst onlangs aangesteld^ een Trouw moest niets hooren Van ons gesprek,
groote sterke man, maar met zoo n ho! waut Yrouwen kunnen maar moeiehjk be
en bleek gelaat en zoo ingezonken oogen, warei,
i, i d°ei is eigenlijk niet zooals 'tbe' oort; ik
„Ik zal eenige dagen surveillteren', roag je n;et aan eeQ weiverdiende t f
zeide hij laat uwe waren maar als ge- onttrekken, waar je morgen wellicht een
tl- a i v>"* ij j ontvreemdt, de justitie overgeeft
Ik deed zooals hij me raadde; des a- offidkt dit je licht if> t
vonds zag ik den man dan ook meerma- als ik ee J J de ea
len aan de andere zijde der straat ,n de te verwerven waar ik gezondigd heb zal
schaduw staan. Er verliepen eenige dagen i ;v ueo> zal
e> .r weid „iet. m,„ o.tmïïd. K 1 L «t de„ „ood hel-
mijn ,e,t,ou.e» l.togg keetd en ik .„"i ""f '«1de dit m.l
het 'ctder hem om, mijn .óendom en g.l dit den
,e bewaken, dl, ik eehle, i ,,.L de todmem"
holle oogen op mij neer.
„Wees gezegend voor uw edelmoedigheid",
«.tan el e hij, blijkbaar zeer ontroerd. „Gij
verdient, dat het n welga. Gij hebt mij
van ell-nde en schande gered, voor u en
de uwen zou ik mijn leven geven!'
Ik zeide niets meer, maar drong den
man voort; mij zeiven kwamen de tranen
in de oogen.
Hij bleek later werkelijk oprecht dank
baar te zijn en was de hem bewezen goed
heid niet onwaardig geweest, want meer
malen liet ik naar hem informeeren en
steeds kon de beste getuigenis van hem
worden afgelegd.
Op mijue ondernemingen rustte hooger
zegen, mijn vermogen nam toe; ik kon mij
ia een andere stadswijk, waar meer gegoe
den woonden, een hnis koopen en een groo-
len winkel openen. Daarna verloor ik mijn
politiedienaar nit het oog.
1
i
Destijds was alles nog niet zoo inge
richt als tegenwoordig; spoorwegen en te
legraaf waren neg zeldzaam, ook hadden
wij geen brandweerkorps, maar de burgers
moesten zeiven in die behoefte voorzien
en de bluschmiddelen waren zeer gebrek
kig. Er konden drie huizen afbranden, voor
dat de eerste spuit'in de gelegenheid was,
water te geven.
Zoo kwam zekeren dag het onheil over
mijn huis. Mijn gezin, dat toen reeds uit
rrouw en vier kinderen bestond, woonde
niet op den beganen grond, maar op de
eerste verdieping; het was wel geen nieu-
werwetsch hnis, doch zou in geval van brand
weinig weerstand kunnen bieden. Dicht bij
onze woning was de brand ontstaan en
snel hadden de vlammen haar aangetast.
Het w&s des morgens om vier uur, alles
was in diepe rust. Toen ik ontwaakte en
met schrik nit het bed sprong, baanden de
vlammen zich in de benedenverdieping reeds
een weg. Bij zulk eene gelegenheid geraakt
wel de kalmste in verwarring. Ik spoedde
mij naar het venster, rukte dit open en
riep met alle macht„Brand! Hulp
De nachtwacht gaf het alarmsignaal
vele ramen werden geopend, alles schreeuw
de dooreen, maar wie zou ons helpen
Mijn vrouw had de kinderen uit hun bed
gerukt en in vliegenden haast wat aange
kleed, waarna zij radiloos op de knieën
zonk. De weg was ons deor de vlammen
versperd. De eerste, die tot ons wist door
te dringen was de politie-agent Muller, de
zelfde, die zich indertijd aan diefstal had
schuldig gemaakt. Hij nam een vloerkleed
vao den grond, wikkeldedaarinmijn vrouwen
droeg haar midden door de vlammen heen; ik
nam de twee kleine kinderenin één arm,greep
den oudsten jongen, die zeven jaar was,
bij de hand en stormde met hem evenzeer
de brandende trap af. Als door een wonder
wisten ook wij met zijne hulp de straat
te bereiken
Daar jammerde mijne vrouw: „Ach
God ons Kransje, waar is het
kind
Ja, wij hadden in den schrik en de
verwarring den jongste nog niet gered
onze kleiHe lieveling was nog ia het bran-
deude huis. Ik vloog weer naar den in
gang vlammen en rook dreven mij te-
r"g-
Maar de politiagent verdween in den
dichten walm, terwijl ik door krachtige
armen teruggehouden werd. De straat
was iumiddels met menschen gevuld ea
de eerste spuiten waren aangekomen de
brand verlichtte het terrein, zoodat men
alles zoo goed als bij dag kon zien.
„Mijn kind! mijn kind!" kreet mijne
vrouw. Meu trachtte haar tot kalmte te
brengen. Boven aan een venster der twee
de verdieping verscheen een mau met
het in doeken gewikkelde kind op den
arm.
„Een ladder!" riep hij met luid klin
kende stem. „Gauw een ladderIk kan er
niet meer door
Ik had al mijne geestkracht verloren
en sloot de oogen voor hel ontzettend
schouwspel. Om mij heen eeu dof rumoer
van honderden stemmen. Er was eeu zwa
re ladder naar het brandende huis ge
sleept.
Plotseling werd mij eene weeke, warme
massa in den arm gelegd, teedere armpjes
omklemden mijn hals en een fijn stem
metje fluisterde: „Vader!* Maar in het
zelfde oogenblik klonk een geweldig, don
derend gekraak, het dak van hel huis
stortte in.
Onze kleinste was gered, ik kwam tot
het bewustziju van het geluk, dat al de
mijnen in veiligheid wareu. Maar tevens
nam ik waar, dat een aantal menschen
bezig wareu met den politiedienaar Muller,
die onmachtig neergestort was. Ik snelde
naar hem tee en nam zjja hoofd op mijn
knie, hij opende de oogen.
„Hoe zal ik u danken. Gij hebt mijne
vrouw en kioderen gered.'
„Geen dankduisterde hij, „ik heb
slechts een schuld betaald*.
Met zware brandwonden overdekt werd
hij weggedragen en sedert weet ik het
men muet niet te haastig een mensch on
gelukkig maken 1 {Het Noorden.)
De hear Lube, die onlangs
op 38-jarigen leeftijd t« Berlijn stierf, ver
maakte aan de stad een kapitaal vsn 5 a
6 milloen mark, om daaruit oude onder
wijzers en onderwijzeressen te steunen, wier
pensioenen niet voldoende zijn, om naar hun
stand te leven.
Schulden maken.
Van lieverlee zijn zaken ie zien ach
teruitgaan ondanks alle betoon van ijver
en werkkracht, teleurgesteld te worden