Cholera. Uit en voor de Pers. Gemenffd Nieuws. Exodus 20 17. Eerst kijkt Marinus, want bij was natuur lijk de schrijver van den brief, erg schuin dat zijn brief in verkeerde handen ie ge- raakt, maar zijn „soldatenhart* wijst hem toch zijn plicht aan. Geloodst door de be schermende buurdame komt hij boven bij de niet door hem bedoelde Geertje en vindt de echtelieden in erg gespannen toestand aan tafel zitten. Na een kort militair saluut neemt de marinier aldus het woord: „Hoor eens, menschen, ik wil niet, d&t jelui averij krijgt door dat voddige pampier- tje, dat hier niet terecht is ik heb de jut uooit aangeklampt, maar bedoelde het meis je, waarmede ik geëngageerd ben." Door de flinke taal van den militair werd de jonge man zoo overtuigd, d-»t hij zijn vrouwtje hartelijk kuste en dcu militair een borrel aanbood, welke door deze, als extra—oorlam niet werd versmaad. Echo. Te ROTTERDAM zijn in de ver- loopen 24 uren een persoon aangeven als lijdende aan Aziatische cholera en als daaraan overleden geen, terwijl e e n ljj- der is hersteld, zoodat zes personen in behandeling blijven. Yerder kwamen voor: te KRALIN GEN, een nieuwgeval; 'e Oude Maas, een gemeente bij Dubbelman, vermoedelijk één geva'; te 's Ilage één gevalDe lijder te L'itwellingerga, een schipper, is overleden. In het Sophiaziekenhuis te ZWOL- LE werd opgenomen een schipper, die lijdende was aan hevige cholerine. Hij is spoedig overleden. Voor alle zekerheid werd hij in het ziokenhuis geïsoleerd en is zijn beddegoed en toebehooren gedes- bc3lRS I infecteerd. De overledene had, zooals de meeste schippers,de gewoonte het gracht- of pomp- meegedeeld, omdat er naai onze opvatti°g weinig overeenkomst bestond tusschen dien perversen wreedaard en onzen sluwen op lichter. Thans komt echter datzelfde gerucht tot ons uit den koker, die het in ieder geval waard maakt om vermeld te worden. De schriftelijke overleggingen tusschen onze politie en de Engeïsche zooden het boven' bedoeld vermoeden reeds tot groote waar schijnlijkheid hebben gebracht. Er zonden onder de bagage van De Jong behalve de vermelde melische boeken ook medische operatie-werktuigen zijn gevonden, waarvan zooals men weet „the Ripper» zich bij zijn moorden placht te bedienen. Aanvankelijk hechtte de justitie hieraan weinig waarde in de meening, dat ze slechts dienden, en evenals de geneeskundige boeken, om zij ne voorgewende qualiteit van dokter aanne melijk te maken. Men schrijft uit Amsterdam aan de N. Rott. Ct. Met iederen dag bijna komen nieuwe bijzonderheden uit het veelbewogen le ven van Hendrik de Jong aan den dag. Zoo heeft zich thans weder een dienst meisje bij de recherche vervoegd om me de te deelen, dat De Jong ongeveer een jaar geleden veel bij hare moeder, die te Utrecht woont, aan huis kwam en deze op een goeden dag een fleschje onder dea neus hield, met het gevolg, dat de vrouw het bewustzijn verloor en bij baar ontwa ken uit die verdooving esn huisvriend plus eene som van f 800 verdwenen ▼ond. De Jong, zich voor dokter uitgevende, had haar vroeger reedt eens een kistje met medicijnen ten geschenke gegeven. Op dit kistje heeft de recherche 8ele&d- Voorts is de politie nog een dames- hoed in handen gevallen, welke De Jong wajer ongekookt te drinken. Ie gelde moet hebben gemaakt reeds vóór hij Sarah Juett en Marie Schmidt leer Je kennen. Van welke vrouw deze hoed af komstig was, ligt nog in het duis- ter. Onder het dagelijksche verhoor begint De Jong zich met den dag kalmer te ge dragen meermalen zegt hij, dat de beide vermiste vrouwen wel binnen enkele da gen van zich zullen doen hooren en men hem dan zal moeten vrijlaten. Telkens wanneer de denr opengaat om een nieuwen getuige binnen te laten, verschrikt hij ech ter en wacht in zenuwachtige spar.ningaf, met wien men hem weder Z3l confrontee- ren. Ilerkeut hij den persoon, dan herkrijgt hij weldra zijne gewone kalmte en schertst hij zelfs wel met hem. Op dergelijke wij ze, gedroeg hij zich bijvoorbeeld ook te genover de vrouw, aan wie hij te Arnhem de kleederen van Sara Juett verkocht. Deze wilde evenwel van zijn gemeenzamen toon niets weten en gaf min of meer te kennen, dat De Jong ook haar eenmaal bijna geworgd had, in eene zijner wreed aardige buieD. Een vrouwtje in verden king. Op een der drukke grachten van Am sterdam woont een familie die dezer dagen een vreemde ontmoeting had. Een brievenbesteller bracht een brief, geadresseerd aan (den waren naam zullen wij natuurlijk niet noemen) Geertje Janssen. De brief was nn op naam van de vrouw gezet, maar daar ze pas kort was getrouwd, kon die brief door iemand afgezonden zijn die met haar huwelijk nog niet was bekend geworden. Ze nam den brief dus aan en haastte zich naar boven, waar manlief heel gezel lig aan de theetafel zat. De brief werd opengemaakt, maar al dadelijk zag manlief, dat er iets aan ha perde, daar de brief, hoewel zeer kort ge steld, begon met: „Dierbaar beminde Geert Ook de korte inhoud gaf te kennen, dat een aanbidder van Geertje, Marinus geteekend, haar op een zeker tijdstip weuschte te spreken. Manlief zette ongeveer een gezicht als iemand, die door een onhandig tandmee ster gepijnigd wordt, en hoewel zijn vrouw tje betuigde nimmer een Marinus te heb ben gekend, ging hij toch minder prettig gestemd naar zijn avondkantoor. Daar zat de jonge vrouw en toevallig een bezoek krijgende van een buurjuffer, vertelde ze met teanen als tniten het ge val en betuigde hare onschuld. Deze dame die nog al wat men noemt „haar op de tanden" beeft, besloot haar te helpen. Ze las het korte briefje door en herkende aan den stijl, ze had er kaas van gegeten, een militair of een zeeman. 's Avonds boodschappen doende, zag ze voor een grooten naaiwinkel, door een be kenden costumier gehouden, in een per ceel eenige huizen verder, voor de denr staan een kranig korporaal van de Mari niers, in teeder onderhoud met een van de naaimeisjes. Daar schiet plotseling iets door het brein, Neem me niet kwalijk, meneer, maar mag ik even wat aan de juffrouw vrageu?' „Ala je ganw nit mijn vaarwater raakt? Jx' ia het korte antwooid van den mari nier. „Heet u misschien Geertje Janssen vraagt ze stil aan de juffrouw. Het antwoord lnidt toestemmend en na tuurlijk is het paartje spoedig op de hoog te vau de verwikkeling, die een nadeeligen invloed dreigt te veroorzaken op de har- den, en wel ij hof on-zachter. Zoo kunnen die verkleurde kippen vatief-Kberele bezwaar - en dienst doen van een weerglas gelijk werkt, de jongeren begunstigen J v 1. 1 oiomhllfl we de ouderen lichter van de stembus we rend, het Roomsch-antirevoluhonai- iVtP7 WfLlTT* NocHan de eene, noch de andere bedenking is, dunkt ons, waarde te hec ten. Wat de tweede betreft, kan men antwoorden, dat elk kenteeken ongel ij werkt, daar het den een opneemt, den ander uitsluit. Men zou op juist denzeli- bezwaar kunnen maken te' 't voorzien in eigen I >e Liberale partij en liet Kiesrecht. Onder dit motto gaf Het Vaderland een viertal artikels, die ter wille van hun rijken inhoud, jverdienen onder de aandacht onzer Lezers gebracht te wor den. In het laatste dier artikels breekt de Redactie van Het Vaderland een lans voor de schrijfproef en schrijft: Ook voor de schrijfproef zij het ons vergund een lans te breken, of liever voor het kenteeken van geschiktheid, waarvan de aanwezigheid door de schrijf proef wordt bewezen. Waarom niet lie ver, merkte het Dagblad op, gevraagd naar 't bewijs van genoten onderwijs De opmerking van het conservatieve blad is inderdaad zoo kwaad niet en blijft geheel binnen den gedachtengang van het ontwerp Het bewijs te eischen, dat voldoend lager onderwijs is genoten, ware alles zins verdedigbaar, indien het maar niet practisch onuitvoerbaar ware. Op zich zelf toch is het juist gezien het mini mum van kundigheden, dat ieders deel kan en moet zijn, te vorderen voor de uitoefening van het kiesrecht. Maar men zou den eisch eerst kunnen stellen voor hen, die thans nog 'op de schoolbanken zitten, omdat men eerst hen in de ge legenheid kan stellen een bewijs van voldoend genoten onderwijs te erlangen. En volkomen billijk zou het stelsel eerst weiken, als het onderwijs zoo georgani seerd is en aan getrouw schoolbezoek, met of zonder leerplicht, zoo de hand wordt gehouden, dat niemand een ver ontschuldiging kan vinden om zijn kin deren van geregeld onderwijs verstoken te laten. Ma.tr in de gegeven omstandigheden is de eisch van te kunnen lezen en schrij ven een surrogaat, waarmee we ons be- helpen moeten, omdat het betere onbe reikbaar is. Wie kan lezen en schrijven geeft daarmede althans eenige aanwijzing, dat hij onderwijs heeft genoten, eenige aanwijzing, dat hij in staat is kennis te nemen van hetgeen over de publieke zaak wordt geschreven, terwijl de verplich te aanvraag strekt om te bewijzen, dat verwerven der kiesbevoegdheid op prijs wordt gesteld en dat dus eenig besef bestaat van de beteekenis van het kies recht. Tegen de juistheid dezer bij uit nemendheid liberale gedachte is niet veel ingebracht, al bleek het ook gemakke lijk de practische uitvoering, waarbij men smadelijk van de schrijfproef ge waagt, belachelijk te maken. Ook hierom lacht dit kenteeken ons toe omdat de invoering daarvan vanzelf bij de voortschrijdende volksontwikkeling tot uitbreiding van kiesbevoegdheid leidt. Het schrikbeeld van den heer Rutgers, dat men langs dien weg algemeen stem recht verkrijgt,zoodra maar iedereen schrij ven kan, dat is het juist wat aanlokt. En als aan anderen kant wordt beweerd, dat er zijn, die niet schrijven kunnen en die toch eerder kiesrecht verdienen te erlangen dan velen, die deze kunst wel den grond gen den eisch van onderhoud, die ook voor jongeren g» makkelijker na te komen is dan voor ouden van dagen. Maar bovendien, wie eenmaal de schrjjfkunst machtig is ge weest, kan zich, al is hij wat oud en stram, wel zooveel oefenon, dat hij een aanvraag schrijven kan. En gelakt hem dat niet, dan' is zijn schrijfkunst wel nooit veel bijzonders geweest. Nog min der geld voor ons de bedenking, dat velen zullen weigeren de schrijfproef af te legden. Met hen, wier belangstelling zoo gering is, dat zij liever hun recht willen verbeurmi, dan zich aan een eisch der wet te onderwerpen, die hun een kleine moeite oplegt, welke zij door een geheel misplaatst gevoel van trots ver nederend achten, behoeft de wetgever niei te rekenen. Overigens is onze vries niet groot, dat die geheel-onthouders in hun stelsel zouden blijven volharden, als de ondervinding hun de wrange vruch ten daarvan zou doen proeven. Verschillende amendementen zoeken de schrijfproef te elimineeren door eenig kenteeken aan te nemen, dat ge schiktheid en welstand beide bewijst. Dit is een vinding der „eerlijke" Grond wetsuitleggers, die op deze manier for meel met de Grondwet en regie zien te komen. Intusschen wordt feitelijk in dit stelsel een zekere mate van welstand aangenomen als bewijs van geschiktheid tevens, wordt met elke aanwijzing van intellectueele geschiktheid gebroken en werdt het Grondwetsartikel opgevat als had het alleen aan zekere gegoedheid het kiesrecht willen binden. 1 Dat zulk een stelsel meer aan den geest der Grond wet en aan de vrijzinnige beginselen ge trouw en principieel beter verdedigbaar is dan dat der Regeering weigeren wij vooralsnog aan te nemen. Voorzichtigheid. Een rijke edelmoedige Amerikaan, op een Zondag een godsdienstoefening bij wo nende van kleurlingen, was zoo ingeno men met de eenvoudige toespraak van den predikant en de houding der hoorders, dat hij een biljet van vijf dollars in het zak- tje whrp, toen het voor de gewone col lecte rondging. Zulk een bijdrage scheen de diakens met verbazing te vervallen en een hunner vertrouwde fluisterend het feit van de ongewone gift den predikant toe, die opstond en tot de kudde zeide Geliefde broeder» en zusters in den Heere, de collecte heeft de aanzienlijke som van 16 dollars en 59 cent opgebracht, a's ten minste het biljet van vijf dollars, door door dien blanken heer gegeven, niet valscli 2. Houdt uwe kinderen bezig. Laat "hen spelen of werkei, maar nooit ledig- loopen, 3. Maken u.ve kinderen wat drukte, verbiedt hen niet. 4. Ontvangt gij bezoek, laat uwe der zich dan elders vermaken. 5. Prijst of berispt uw kinderen in tegenwoordigheid van vreemden. 6. Vordert onvoorwaardelijke gehoor zaamheid van nwe kinderen, maar maakt het hua niet lastig; verbiedt en be veelt alleen, wanneer het nnodzakelijk kin- met 1 Een noodzakelijke consequentie schijnt, dat de uitoefening van het kies recht dan zoo behoort geregeld te wor den, dat persoonlijke invulling van het stembiljet niet langer vereischt is. Ook al een verfraaiing der Regeeringsvoor- dracht huismiddel. gevallen een nut- Het zout als Kookzout is in vele tig huismiddel. In spiritus brandewijn of geest van salmiak, verwijdert het vet vlekken. Wil men aarden of glazen va ten snel afkoelen, dan zette men ze in koud zoutwater. Een theelepel vol zout in de peer van een petroleumlamp ge strooid verhoogt de lichtkracht der pe troleum. Om voorwerpen van messing te poetsen, bedient men zich van met azijn bevochtigd zout. Zwsrt laken blijft zijn kleur behoudeu en krimt niet, wan neer het in zoutwater gewasschen wordt. Stroomatten en korven, ook gevlochten stoelzittingen, zien er als Dieuw uit, na dat ze roet zoutwater afgeborsteld zijn. Om roestvlekken weg te krijgen, laat men zout in citroensap onder de in werking van de zonnewarmts oplossen en wrijft daarmee de vlekken weg. Tapijten blijven hun frissche kleuren behouden, wanneer men ze vóór het vegen, met voch tig zout bestrooit, of ze, na het kloppen met lappen afwischt, die in zout water vochtig gemaakt zijn. Hieruit ziet men, dat het zout in het huishoudeu volstrekt niet alleen dient, om spijzen tn kruiden. Bier is veel minder scha delijk dan jenever. Maar de stevige bier drinkers, die beweren dat bier tevens voed sel is, verspillen toch veel geld voor wei nig voedsel. Prof. Strümpell van ErlaDgen heeft de vorige week in het congres der Duitsche natuurkundigen medegedeeld, dat een arbeider in Beieren die dagelijksch 4 liter bier drinkt, daarin slechts 240 gram koolhydraat en 32 gram eiwit ontvangt. Al» hij voor hetzelfde geld (60 centen) brood koopt worden hem daarin 2000 gram kool hydraat en 250 gram verteerbaar biwit aan geboden. Nog ruimer zijn de voedingsstof fen voor dezelfde geldswaarde in boonen en aardappelen aanwezig. De voeding der bevolking zou dus wel wat beter zijn als men het geld dat nu aan bier wordt be steed, grootendeels voor brood, boonen en aardappelen uitgaf. Maar brood is droog en bier niet. Kippen als barometer Men verhaalt dat jaren geleden op een ten toonstelling van pluimgedierte eenige inge zonden kippen de bijzondere aandacht trok ken wegens haar wonderbaarlijke kieuren- maehtig zijn, dan wordt eenvoudig de pracht. Na een flinke regenbui wasdie kleu renpracht echter verdwenen. De spotvogelk die ze had ingezonden, had de veeren kun st- matig gekleurd Nu heeft een Duitsch geleerde, dr. Sauer- mann, ontdekt, da', men de veeren van vogels kan laten verkleuren door het toe- dienen o. a. van Cayennepeper. Witte kip- In hoofdzaak laat men overigens prac- pen werden dan vuurrood onloochenbare waarheid uitgesproken, dat een onfeilbaar juiste grenslijn tusschen bevoegden en onbevoegden niet te trekken is. Maar onfeilbaar is het dat de Jan Dop's, om den vriend van den heer Rutgers tat type te nemen, een kleine minderheid uitmaken. ■■voornamelijk deze, dat het monie in het huisgezin van haar bunrjaf- velen uitsluit, die er voor bedanken de pu r ie kleur tische bezwaren tegen het kenteeken gel- heeft de eigenschap van lichter of donker trouw. der te worden naarmate de weergesteldheid is. Bij droog weder rs het rood schel, bii schrijfproef at te leggen het conser- j vochtig en kond weder wordt het allengs is. Te B r n n, i n O o s t e n r ij k, h a d in den vroegen morgen vac een dag der vorige week een vreeselijk onheil plaats De zeventigjarige juffrouw Marie Bodek begaf zich "naar een binnenplaats achter het huis, dat zij bewoonde, om water uit den regenbak te halen. J wee grooss hon den, aan den eigenaar der woning ze kere Herbothofer toebehoorend en die 's nachts rondloopen, vielen op de oude viouw aa i, wierpen haar op den grond en scheurden haar de kleederen van het lijf. Haar zoon, die hnlpgeioep hoorde en zsg in welk een benarden toestand zijn moeder verkeerde, snelde haar te hulp. Die hulp kwam echter helaas reeds te laat, want de ondieren hadden de oude vreuw reeds verscheidene gevaarlijke beten toegeuracht en haar stukken vleesch van het boven lijf gerokt. Toen de honden den jongen man ontwaarden, vielen zij op hem aan en beten hem op geweldige wijze. Eerst na groote moeite slaagde men er in, de londen aan ketenen te leggen. Een genees heer verleende de gekwetsten de eerste hnlp; de arme julffrouw Bodek was echter reeds stervende, toen zij in het hospitaal werd opgenomen. De beide monsters wer den onverbiddelijk doodgeschoten en't is zon de en jamme dat dit niet reeds vioeger is geschied, vóór zij in staat waren twee menschen zoo toe te takelen, dat het een het leven kost, terwijl Je ander wellicht zijn gcheelen leven gebrekkig blijft. Onlangs kwain de meest gewaardeerde kinder-docter te Presburg van een bezoek tehuis, dst hij aan een aan diphteritis lijdend kind h*d gebracht. Eer hij nog tijd had gehad om zich te ver- kleeden en te ontsmetten, snelde zijn zoon tje op hem toe en omhelsde en knstte hem, hoe hij er zich ook tegen trachtte te ver zetten. Twee dagen later werd het kind ziek 3an de moordende kwaal, die het ook teu grave sleepte. De ongelukkige vader werd door dit ver lies krankzinnig; hij verviel tot een toe stand van razernij en stierf, voortdurend roepende: „lk heb mijn kind gedood1* De beklagenswaardige, die Bökh heette, werd onder aleemeene en ongeveinsde blijken van diepe deelneming ter aarde besteld. Gesnapt. Aan het station te RUINERWOLD is door den inspecteur van dolitie van Mep- pel en den gemeente-veldwachter Split van Zwartsluis zekere W. 8. in arest genomen. Hij was voornemens naar Groningen en verder naar het buitenland te vertrekken maar is thans verdacht van diefstal en oplichterij, te Meppel in verzekerde bewa ring gebracht. Voor een week of zes had hij zijn intrek genomen bij den winkelier L. te Meppel met wien hij op reis had kennis gemaakt en bij wien hij,hoewel voorgevende studentin deletteren te Utrecht te zijn,zijn intrek nam, zeggeude dat hij zeer gevoegelijk kost en inwo ning kou genieten, daar hij toch slechts een paar maal in de week te Utrecht behoefde te zijn. Toen hij eenige dagen gehuisvest was, miste de winkelier een som van pl. m. f 550. De „student" verzocht echter geen aangifte te doen bij de politie, hij hield niet van die drukte en zou de scha de wel voor zijn rekening nemen. Op lis tige wijze wist hij, in plaats van het ver miste te vergoeden, vau de familie L. nog eenig geld te leenen bovendien. De laatste dagen bevond S. zich te Zwart sluis, waar hij zich bij een achtenswaar dige familie had weten in te dringen. Een anoyme brief en slechte geruchten omtrent zijn persoon waren oorzaak dat hem de deur werd gewezen. In de gerde men hem een onderkomen hij dien nacht te Zwartsluis ven Den volgenden ochtend vertrok hij met de eerste boot naar Meppel en moet daar van zijn huisbaas weer geld hebben weten los te krijgen en keerde toen per boot naar Zwartsluis terug. Hij huurde daar een rijtuig, om zich weer naarMeppel te laten brenger,maar gaf den koet sieronderweg last naar het station Ruiner- wold te rijden. De burgemeester van Zwart sluis, die hem even voor zijn vertrek naar aanleiding van zijn zonderlinge handelwijze en van de vreemde geruchten in verhoor hadden genomen, achtte bet raadzaam de politie te Meppel met het verblijf van S. in kennis te stellen, hetgeen, xoosls boven vermeld, tot zijne arrestatie leidde. W. S. blijkt een oude bekende van de justitie tezijn. Tien geboden voor ou de». 1. Gij zult nwe kinderen zelf opvoe den. Wie zijn kinderen goed opvoeden wil, moet boven hen staan, dat is, hij moet in 't oog der kinderen de macht zijn. is. 7. Blijft steeds consequent en paart onverbiddelijke standvastigheid en streng heid aan liefderijke zachtheid. 8. Kinderen zijn geen speelgoed. Zij zijn in zekeren zin wel de hoofdpersoon in huis, maar laat hen daf nooit mer- ken. 9. Hebt uwe kiuderen lief. Zij be merken dat zeer goed met woeker geven zij uw liefde terug; weest nooit onverschillig omtrent hen met woeker geven zij later uw onver schilligheid terug. 10. Nogmaals„hebt uwe kinderen lief." Weer eendomme weddenschap. Uit het Hongaarsche plaatsje Gutor wordt melding gemaakt van een onzinni ge weddenschap, die een matroos het leven koste. Deze man, Daniël Vaszluhacz, die op zijn ijzersterke msag vertrouwde, vertelde aan zijn kameraads, dat er eigen lijk geen cholera-epidemie in het land bestond en hij bood, om dat beweren te bevestigen, aan twee honderd pruimen op te eten en, als hij pijn in zijn maag mocht voelen, die met drie liters bier weg te spoelen Er werd een wedden schap aangegaan. Daniël zou honderd si garen krijgen, als hij het kunststuk klaar speelde. Onze maat at werkelijk de prui men op, dronk het bier en rookte daarop zegevierend een van de gewonnen sigaar tjes. Twee uren later moest een dokter ge haald worden en in den morgen van den volgenden dag stierf Daniël onder ver schijnselen, die op cholera wezen. De man liet onder anderennegen-en- negentig sigaren na. In de Hongaarsche ge meente Gërömböly kon men de laatste maanden dagelijks in een met wilde rozen begroeid prieël nabij het kerkhof een ma ger jong meisje vsn 17 jaar zien zitten, dat daar den geheelen dag bleef zonder spijs of drank, met het gelaat naar den hemel gekeerd, woorden tusschen de lippen prevelend, 's Avonds keerde zij met slee penden tred naar huis terug. Julia Paulo- vitz, zoo heette bet meisje, zeide dat daar in het prieël de Heilige Maagd aan haar verscheen. Zondag was het de dag der „openbarin- logementen wei- a, zoodat bleet omzwer- was gen." Honderden vromen, van heinde en verre gekomen, kwamen dan naar de plaats waar de geïnspireerde jonkvrouw het haar door Maria toevertrouwde aan de menigte openbaarde. De moeder van het meisje liet haar stil haar gang gaan, want zij deed geen slechte zaken met de „heilige* schu ren en zolders van de sluwe boerin wer den rijkelijk gevuld met de gaven der ge- loovige bedevaartgangers. Ook mocht de gees telijkheid er niet in slagen de bedrogeneu tot andere gedachten te brengen. Op den lOen 1.1. gebeurde er echter iets bijzonders. Toen de op dien dag bij zonder talrijke schare bedevaartgangers voor het prieël aankwamen, zagen zij hun „hei lige" in een doodshemd ïn haar lijkkist lig gen. Diep bedroefd zat de moeder naast de „doode" en vertelde aan allen, dat Maria haar dochter bevolen had te sterven om op den derden dag na haar dood, als zij met den Heiland had gesproken, weer op te staan. Nu steeg de extase der menigte ten top en de geestelijken der verschillende ge zindten besloten voor goed een einde aan deze comedie te maken. Zij ontboden den rechter uit het nabu rige Miskolcz, begaven zich naar bet be wust prieël en lieten zich hier alles door de moeder vertellen. „Dat Julia gestorven is, is treurig zeide de notaris maar het ergste is, dat haar lijk, daar zij zoo plotseling zon der geneeskundige hulp gehad te hebben gestorven is, door den dokter, die spoe dig zal komen, ontleed moet worden," Nauwelijks had de notaris deze laatste woorden gesproken, of de overledene sprong op, angstig roepend: „Niet ontleden, ik zal dadelijk opstaan." „En met ons medegaan,riep de gen darme, die juist met den rechter ter plaat se verscheen. En te midden van de alge- meene ontsteltenis greep hij de bedriegster vast, die naar het algemeene ziekenhuis te Miskolcz werd gebracht, waar zij haar straf verbeidt. Is avond en het weer is slecht, De lucht is dicht betrokken; Tot wandelen kan zulk weer Niet iedereen verlokken. weg Maar toch zie ik daar langs den Een flinken kerel loopen wat kan zoo'n man toch in dit weer Tot uitgaan nu nog nopan? Ha l 'k Zie het al, wie dat het is; Het is een ongetrouwde, Wien 't Jonggezellen leven vast Tot dusver nog niet rouwde. Waar gaat het hoen, mijn goede vrind Naar 't woonhuis van uw vader? Maar dat staat niet langs dezen weg Dat is een beetje nader.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2