III
Zondag 8 October 1893.
|l|
lifiiis-
37ste Jaargang ISTo. 2767.
AflïHttllfr k
d
De wegeraiM nooit.
j Ji
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Eranco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer öct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een B ij voegsel.
De INHOUD van het Geïllustreerd
Zondagsblad No. 41 is als volgt:
Een verloren Zoon, niet illustratie.
Een uitstapje van een jongen olifant op
Ceylon, met zes illustraties. De misdaad van
den ouden Maitiu (Een poolsch verhaal
over lijf-eigenschap.) Een fotografie
van de woorden, met illustratie. Een
ongelukkige „misslelling"Eeu lifi te Mar-
seillle, met illustratie. Een overrompe
ling, met illustratie. Hoe MaDtagazza
over het wielrijden dtnkt.Het geheim
zinnige hoofdkussen. (Uit het dagboek
van een detective Geïllustreerd verhaal naar
het Jlngelsch). Anecdoten. Puzzel
De snoepachtige lucifers, met illustratie.
Gedachten ter overweging. Heelemaal
vol. Hoe de Siameezen procedetren.
De Columbus-tentoonstelling. De Prijs-
winners van Raadsel LIX Contante betal-
ling.Rijwielen van voorheen en in de
toekomst, met twee illustraties. Een ge
vaarlijke grap. Anecdote-proeve No. 22.
=- Wat een beul verdiende, Nieuw
prijsraadsel LXVI. Schobbejakken.
Schaak rubriek. Mededeelingen.
Gemeente S c h a g e n.
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schagen; brengen naar aanleiding van art.
203, alinea 3 der Wet van 29 Juni 1851,
(staatsblad No. 85) ter openbare kennis,
dat de Begrooticg der plaatselijke inkom
sten en uitgaven voor j.894, zoo als zij
qan den Raqd der gemeente is aangeboden,
op de Secretarie der gemeente voor een
ieder ter leging is nedergelegd tot en met
den 20en dezer en dat een ieder daarvan,
tegen betaling der kosten, een afschrift zal
F E I L LË T O N.
kunnen bekomen.
Schagen, den 7 October 1893,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. A. HAZEU, Wetb.
De Secretaris,
DENIJS.
Binneiilandseh Nieuws.
Roman van Curt Hoffmeister.
(Vertaiingsrecbt verzekerd.)
XXXVI
Melanie had diep bewogen toegeluisterd.
Toen Rölliog zweeg, keek zij nog langen tijd
voor zich en hield het gelaat met de banden
bedekt.
„En waarvsn leeft gij tegenwoordig, mijn
heer Rolling?* vroeg zij eindelijk.
Hij lachte dtoevig. „Ik werk, wanneer ik
werk vind. Angstig zie ik naar den hemel
of er niet een sneeuwbui vallen wil daar
over verheug ik mij als een kind over het
kerstfeest, want dan kan ik een siukje geld
verdienen, waarmede ik eenige dagen doen
moet."
Melanie keek hem met medelijden aan.
Toen trad zij vastbesloten op bem toe.
„Het zon zonde zijn," zeide zij, „zoo ik
u wederom tot dien treurigen toestand
terug keerea liet. Gij zijt van dit uur af iü
mijn dienst. Welken werkkring zoudt g.j wel
wenacbeu?"
„O, iederen arbeid, dien gij mij aanwijst, zal
ik met vreugde verrichton," riep Rolling, ter
wijl zijn oogen schitterden. „Maak mij
uw minsten dienaar of vertrouw mij miilioe-
nen toe, en ik zal mijn betrekking trouw en
rechtschapen vervullen."
Melanio verzonk in gepeins. Eensklaps
scheeo zij een reddende gedachte gekregen
te hebben. „Ik houd u aan uw woord," zei-
de zij ernstig, „ik zal het dierbaarste, wat
ik heb, toevertrouwen dat is mijn
broeder.*
„Hij is niet hier, vermoed ik?*
„Hij moet wegens zijne geschokte gezond
heid den winter in een zacht klimaat dooi-
breugen en beeft sedert een villa bij Monte-
Carlo betrokken, waar zich het meest ba-
ruchte speelhol van Europa bevindt. Ik vrees,
dat hij zijne gezondheid verwaarloost en aan
iün hartstocht bot viert. Ik kan hem he-
s niet ter zijde staan, cm over hem te
ken, want het was zijn eerste werk, den
trouwdon en ervaren man, die vroeger
landgoed beheerde, te ontslaan. Zoo ben
lus wel aan dit oord gekluisterd en moet
zelve uitzien naar een geschikt persoon.
Vanneer ik in iematd vertrouwen stel, dat bij
pijn broeder steeds een waarschuwend vriend
n een trouw raadsman zal zijn, dan zijt gij
iet, mijnheer Rolling. Ik geloof dat gij groo-
er invloed op hem bezit, dan ik, en ik
ertrouw er ook op dat gij van dezen in-
loed alleen in de edelste beteekenis ge-
Naar w ij vernemen heeft
het bestuur van de zuivelschool te BOLS-
WARD besloten, vooralsnog geen nieuwen
directeur te benoemen.
Mit het einde van den loopenden cur
sus, den laten November a. s., zal voorloo-
pig, in afwachting van de beslissing op
de adressen om meerderen tinancieelen sieun
van rijk en provincie geen nieuwe cursus
worden geopeud.
Met de fabricage van boter zal evenwel
worden doorgegaan.
Een paar maanden ge-
leden zoo schrijft men uit Den HAAG
aan het „U. D.* werd in het krank
zinnigengesticht aldaar een 14-jarige knaap
opgenomen, die volslagen zinneloos was
geworden dcor hut feit, dat de vader de
duiven, waaraan het kind zeer gehecht
was, had gedood en ze daarna gebraden
aan den jongen had voorgezet, zeggende
„Nu zul je ze opvrLiefderijke
verpleging heeft, vour 't oogenblik, althans
de no .dlottige gevolgen van dien schok
overwonnen het kind is hersteld huiswaarts
gekteid. Is ts hopen, dat zijn barbaar-
scbe vader er door geleerd heeft.
De verschillende wets-
ontwerpen zijn ingediend tot bekrachtiging
van de provincia'e belastingen voor
1894.
In de onderscheidene provinciën zal jeen
gelijk getal opcenten worden geheven als
voor het loopende jaar is toegestaan, be
halve in N.--Brabaut, Gelderland, N.-Hol-
land, Groningen en Limburg.
In N.-Brabant en Groningen zullen de
uitgaven worden gedekt bij vermindering
van het getal opcenten op de grondbelas
ting voorde gebouwde eigeudom resp. met
'bi
bruik zult maken.*
„Dat deed ik steeds, want ik wilde niet,
dat hij zoo diep zou tallen'als ik", antwoord
de RölliDg. „Of bij echter nu nog naar mij
luisteren zal, of hij als rijk man zich nu
niet zal schamen voor den omgang met een
gewezen misdadiger, al staat deze ook slechts
tot hem in verhouding van dienaar tot beer;
dat blijft nog de vraag. Maar ik zal al het
mogelyke doen, om mij uw onbeperkt ver
trouwen waardig te betoonen. Ik weet niet,
boe ik u voor alles wat gij voor mij gedaan
hebt, mijn dank zat bewijzen!"
„Wanneer er iemand is, die redenen beeft
dankbaar te zijn," antwoordde Melanie, „dan
ben ik het, want ik beschouw bet als een
groote genade Gods, dat hij mij de mid
delen beeft geschonken, andoren te helpen
gelijk ik ook in den wanhopigsten toestand
van leven, een redder ontmoette.
Rolling bespeurde hoe er een schaduw
over haar gelaat gleed, terwijl hare hand
onwillekeurig naar baar borst greep, alsof
de woorden, welke zij gesproken had, haar
daar pijn gedaan hadden.
XXXVII.
De zon verdween achter de gebouwen van
bet casino van Monte Carlo; twee reizigers
sloegen met belangstelling de heerlijke na-
tuurtatereelen van dit oord gade. Die beide
reizigers waren Maiiland en baron vou Sturen.
Zij haddon slechts enkele weken in Napels
en Rome vertoefd en Maitland bad zjjn
vriend overgehaald, eenigen tijd door te
brengen in Monte-Carlo, waar nu in Janu
ari bei seizoen bet toppunt bad bereikt
Terwijl Wolgang zich daukbaar gevoelde
j jegens de Macht, die de aarde in zoo groo
te hotrlijkheid had geschapen, stond Maitland
in somber gepeins.
„Waarheen zal de measch vluchten voor
God", riep hij op norsehen toon nit, „voor
hem, die de armzalige aardwormen gestort
heeft in een zee van ellende, tweedrachten
wederkeerige vernietiging 1 Gaat de mensch
in de stad, dan treft hem daar verteronde
ziekte, trouwelooze liefde, bedrogen hoop,
de ellende der armoede. Zoekt de mensch
een toevlucht in de eenzaamheid van het
gebergte, dan vervolgen hem de onweders,
de neervallende rotsblokken of de donderende
lawinen, en hij wordt vertreden, gelijk hij
zelf een worm vertreedt. Waartoe schiep
God den mensch anders dan om bem te
vervloeken
Maitlands oog fonkelde van haat en op
zijn gelaat lag eene duivelsche uitdrukking,
van welke Woitgang ontstelde.
„Het is niet de eerste maal, dat ik u
zoo hoor spreken," zeide Wolfgang, „maar
ik zon u toch wel eens wiilin vragen,
i Maitland, welke redenen gij hebt, om zulke
vreetelijke gedachten te koesteren. Gij be-
2 en 2'Zj, voor de ongebouwde eigendom
men met 2 en 3, van de opcenten op het
personeel met 2 en Z1/2 opcenten.
In Gelderland gal dit het geval zijn
bij verlaging van het aantal opcenten, op
de grondbelasting voor de ongtbouwde ei
gendommen met 3.
Voor N.-Holland wordt bet aantal op
centen op de personeele belasting verhoogd
met 1 percent.
"Wat Limburg aangaat, is, wegens de
verminderde opbrengst der grondbelasting
op de ongebouwde eigendommen ingevol
ge de wet van 31 Dec. 1892, verhoo
ging van het getal opcenten op die be
lasting 3 noodzakelijk.
Dat de eigenaar van het
café Thorlecke te AMSTERDAM en zijn
personeel positief kunnen verklaren, dat De
Jong de avonden en nachten van 30 en 31
Augustus in genoemd café heeft door ge
bracht, is blijkbaar door den verdachte
niet voorzien. Het strookt dan ook in het
geheel niet met zijne onwrikbaar volgehou
den bewermg, dat hij den 30en, 's avonds,
met juffrouw Scbmitz naar Londen is ver
trokken en den 31en van daar alleen is te
ruggekeerd.
Toen hij maandag geconfronteerd werd
met de personen die hem zoo goed ken-
deB, verklaarde hij brutaal weg, hen nooit
gezien te hebben.
Gister werden de vrouwen gehoord
die den avond van den 31 Augas-
met hem hebben doorgebracht.
Dien avond is hij o. a. Biet eene
zijner vele vrouwelijkeu uitverkoieuen
naar het vuurwerk op den Amstel
geweest, heeft daarna in Café Continental
wat gebruikt en bij die gelegenheid
een troepje vroolijke jongelui, die een
trompet bij zich hadden, vermaakt door
op dat instrument eenige sigualen te bla
zen, voorgeveude dat hij vroegf r bij de cava
lerie had gediend*
Zooals men weet, is hij hoornblazer ge
weest bij het Indische Leger en geniet hij
als zoodanig een pensioen van f 2 's weeks.
Echo.
Men schrijft uit Tes-
sel, van 4 October.
In den vorigtn nacht trokkeu zware
onweders, vergezeld van felle bliksemstra
len en hevige plasregens, over dit ei-
land.
De bliksem sloeg in de torenspits der
Hervormde kerk aan den Hoorn, en spoe
dig sloegen de vlammen uit. Ook schijnt
de bliksem het ijzeren hek om de kerk
te hebben getroffen.
Men heeft den brand in den toren
weten te blusscben. Langs den weg
zijn vele telegraafpalen door den bliksem
beschadigd.
Door de commissie, be
noemd in de Zaterdag te WINSCHOTEN
gehouden vergadering, is het volgende
adres aan de Tweede Kamer der Staten
Generaal vastgesteld
„Aan de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal",
geven met verschuldigde hoogachting
te kennen de ondergeteekenden, allen meer
derjarige mannelijke ingezetenen des Rijks
dat zij met de meeste waardeering en
instemming de door den minister van
Binnet/landsche Zaken, namens de regie
ring, ingediende wetsontwerpen, tot „rege-
ling der kitsbevoegheid voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal en voor de
Provinciale Staten* hebben begroet;
dat de verwerping der wetsontwerpen
niet alleen een groote teleurstelling zou
wezen vcor alle vooruitstrevenden in den
lande, maar ongetwijfeld groote ontevre
denheid zou wekken bij velen, die hun
lang gekoesterde wenschen en verwachtin
gen weder zonden zien vernietigd
dat daarentegen de aanneming der ont
werpen zal strekken tot bevordering der
sympathie van de natie jegens de verte
genwoordiging en tot een rueer opgewekt
en gezond staatkundig leven, omdat die
vertegenwoordiging meer zal worden een
uiting der gevoelens van geheel der natie,
een vertegenwoordiging van alle klassen der
maatschappij, in overeenstemming met de
beginselen der Grontwel, die dan meer in
boort tot die bevoorrechten, die met groote
rijkdommen geregend zijtgij bezit groote
geestesgaven en vereenigt daarmede die ver
blindende persoonlijkheid, welke u overal de
overwinning verleent. Ik zon niet weten,
wut gij nog zoudt kannen wenschen, tenzij
een geheim leed u drukt, hetwelk gij tot
beden voor mij verborgen gehoaden hebt."
Maitland keek zijn reisgezel dreigend aan,
alsof hij zich persoonlijk beleadigd gevoelde,
doch alras verdween die onheilspellende
uitdrukking.
„Mijn geheim leed, baron*, antwoordde
hij na een pauze, „is de vloek, die op mij
ne geboorte rust en waarvan alle de rijk
dommen der aarde mij niet kunnen verlos
sen. Weet gij, wie de trotsche, met rijkdom
gezegende, met voortreffelijke goostes- en
lichamelijke gaven toegeruste man is, die
voor u staat Ik zal het u zeggenhij
is een ellendige bastaard
Wederom verscheen die vreeselijke uitdruk
king op zijn gelaat, terwijl hij de vuisten
baldedoch andermaal was bij als in een
oogenblik zich zeiven meester.
„Mijn moeder was een beschaafd, eerzaam
meisje uit goede burgerfamilie," ging hij op I
bittoren toen voort. „Hare buitengewone
schoonheid prikkelde de hoogzinnelijke lusten
van een hoog-adelijk heer, die haar beloof
de te trouwen en baar verleidde. De vrucht
dier verhouding ben ik. Mijn vader offerde
de geliefde op aan stands-voorooideel en
geleidde daarentegen een dame uit een oud
adellijk geslacht naar het altaar. Terwijl de
zoou, die uit dit huwelijk geboren word,
volgens zjjn stand werd opgevoed en de
trotsche titels van zijn vader erfde, was ik
de schande mijner moeder en het noodlot
barer toekomst. Toen zij eens in de courant
las, dat een rijk kinderloos echtpaar eva
knaapje als hun eigen wenschte te adoptee-
rjn, droeg zij mij er heen, Ik heb mijn moe
der nooit meer ontmoet. Ik verwijt baar
niet dat zij den last van zich afschudde, want
zij moest, om niet geheel ten onder te gaan
met de bestaande gebruiken der maatscbappy
rekening honden. Wie mijne ouders wa
ren, veroam ik in alle bijzonderheden later
van mijne pleegouders, die mij bij gebrek
aan andere erfgenamen bun zeer aanzienlijk
vermogen nalieten. Reeds in mijn jongens
jaren koesterde ik haat jegens den trouwe-
loozen man, die het leven mijner moeder
vergiftigd heeft; maar een nog heviger ma
te van haat gevoelde ik jegens mijnen half-
btoeder, die mij al mijne rechten ontstolen'
heeft, opwelke ik volgens de natuur aan
spraak had; bij is eene levende beltediging
van mijn eerzucht en van mijn trots. Ver-
ecnigdtn zich niet alle eigenschappen in mij,
welke mij in staat stellen, om in die voor
name kringeu welke de deuren openzetten
voor koningen en vorston, een schitterende
rol te spelen, dan zou ik mij wellicht met
geld on goed tevreden gesteld lebben. Maar
juist al die voortreffelijke pigeuschappeu, wel
ke ik bezit, zijn nu voor mij eene bespot
ting mijuer geboorte, en nu vraag ik u, wat
mij het leven bieden, wat het voor mij zijn kan!*
Slechts één taak kan ik mij nog denken, die
voor mij aan het leven eenige beteekenis geeft.
„Weike vroeg Wolfgang.
„Da taak, mijno moeder en mij te wre
ken; den door dtn docd aan mijn wraak
ontrukic-n vader in zijn wettigen zoon te
straffen en deze te vernedert-n; diep, diep
beneden mij ie den poel van zedelijke ver
dorvenheid, waar titels en waardigheden
voor hem niets meer zullen zijn dan een
bijtende ironie!"
Maitland gaf op zoo onbeperkte wijze
lucht aan zjjn wraak, dat Wolfgang te
rugdeinsde voor zijn blikken van doodelijken
haat. Hij gaf nu ook elke poging op, hem
met zijn levenslot te verzoenen, en hij
waagde het ook niet, hem opmerkzaam
te tuaken op de tegenstrijdigheid, in welke
Maitland met zich zeiven geraakte, doordat
hij den verlijder zijner moider veroordeel
de wegens een misstap, vanwelken Maitland
zelve zich gean gewetenszaak zou gemaakt
hebben
Wolfgang vergenoegde zich met te vra
gen, of Maitland zijn halfbroeder wel eens
ontmoet had.
„Wij kennen elkander," gaf Maitland ten
aut woord.
„En uwe moeder? Hebt gij niets van haar
verder leven vernomen
„Zij stierf op dertigjarigen leeftijd als
de echtgenoote vau een man, die baar vad r
had kunnen zijn. Ik was, toen zy stierf,
ruim 10 jaar oud. Doch genoeg hiervan. Ga
mede naar het Casino, opdat do Roulette
mij tot andere gedachten breDge
Beiden begaven zich op weg naar het
Casino, zonder meer dan af en toe eenige
onverschillige woorden met elkander te wis
selen
Het Casino stond op een groot plein,
in welks midden een fontein met groot
bassin. Wandelaars met vergenoegde, of mis
noegde, doch steeds levendige gelaatstrekken
wandelden daar heon en weder.
In dtn door zuilen gedragen voorhof ont
vingen bedienden, wier kleedij overvloedig
met goudborduursel prijkte, de aankomende
gasten.
Yoor de eerste maal betrad Wolfgang
de speelzalen, met welko Maitland uit vroe
gere jaren zeer wel bekend was. In de drie
groote, aan de roulette en aan de Trente-
et-quarante gewijde, schitterend verlichte
speelzalen groepeeide zich om zeven tafels,
in bont gewoel een zeer gemoogd gezelschap
den waren zin des woords zal zijn het
palladium der rechten van geheel het Ne-
derlandsche volk
redenen waarom adressanten, warme hul
de betuigende aan het initiatief van mr.
Tak van Poortvliet, u, mijne heeren, met
den meesten ernst en aandrang verzoeken,
de door hem ingediende wetsvoorstellen
ongewijzigd, of althans op ondergeschikten
punten geamendeerd, aan te nemen'.
Door de oprichting der
zuivelfabrieken nemen de botermarkten in
Eriesland merkbaar af, tot groote schade
van de neringdoenden in die plaatsen.
Vooral te Heeren veen en Balk beteekenen
die markten weinig meer.
T Udenbout bij Tilburg jaagde ie
mand, vergezeld van zijn 9-jarig zoontje.
De man scboot rp eeien haas dien hij
miste, waarop hij weder vuurde; zijn
zoontje wae intusschen den haas nage-
loopen en werd nu door het tweede schot
van zijnen vader doodelijk getroffen.
Uit O o s l-F riesland wordt
bericht, dat in velschillende plaatsen een
Dienwe aardappelziekte waargenoen is, die
reeds veel schade heeft aangericht.
Het dicht bij den bodem geplaatste deel
van de zieke aardappelplant is met een
grijsachtig witte schimmel bedekt. Naar
gelang der verschillende aardappelsoorten
treedt de ziekte meer of minder hevig op.
Men heeft opgemerkt, dat de nieuwere
soorten minder dan de ouden worden
aangetast.
De met de schimmel bedekte plant sterft
af en de aardappel wordt in zijn verderen
groei belemmerd.
Of de ziekte nog verder nadeelig op den
knol inwerkt, zal de herfst moeten lee-
rcu.
Een lieveattentie.
Van de week vergaderde de liberale kies
vereniging te ZIER1KZEE wasr de heer
J. A. de Biuijne, leeraar in staatsweten
schap enz. aan de II, B. S. eene bespre
king inleidde over de aauhangige kieswet-
ontwerpen. Na een zeer geanimeerd debat,
waarvoor Parijs op de meest vrijgevige wij
ze zijn demi-monde bad bijgeleverd.
Een bijna aandachtige stilte herrschte ocder
do menscheumassa. Men boorde alleen het
gerammel van het geld, bet snorren der
schijf, het gerammel der kogels en van tijd
tot tijd den geljjkmatigen uitroep van den
croupier„Eaites votre jeu, mes-
si e u r s 1" en „R i e n n e v a p 1 u s 1"
De meeste aantrekkingskracht oefonde de
roulette uit. Maitland begaf zieh met Wolf
gang naar een dezer speeltafels. Op het
geluksveld verhieven zich bergen zilveren
en gouden francs-stukken, breidde zicb een
vervaarlijke massa bankpapier uit. Eu dan
eensklaps raaptm de schoppen van den
croupier alles onbarmhartig bijeen. Terwijl
Wolfgang met gespannen opmerkzaamheid
de gebeurtenissen op het geluksveld volgde,
welke toestanden voor hem geheel nieuw
waren, sloeg Miitland de om de roulette
vergaderde menigte gade. Onder de spelers
aan de andere zijde bemerkte hij eensklaps
een zeer voornaam gekleed jong man, wiens
gelaat hem bekend voorkwam. Maar eerst
nadat hij die gelaatstrekken nauwkeurig had
bestudeerd, herkende hij Rettberg, niettegen
staande die sedert bij hem voor het laatst
zag, zeer was veranderd. Zijne wang.n
waren bliek en ingezonken en bezaten ge-
teekende plekken; de diep in hunne holten
liggende oogen bezaten een onnatnurlijken
gloed; ziju borst zwoegde en herhaaldelijk
liet bij een onaangenaam gekuch hooren. Hg
speelde onafgebroken en schoof met de dorre
vingers, waaraan diamant-ringen schitterden,
zijne banknoten terzijde met eene onver
schilligheid, alsof het misdruk was.Het duurde
niet lang, o! Maitland zag achter den
speler een groote gestalte opduiken,
in welke hy insgelijks een eaden
bekende ontwaarde. Het was Rolling.
Deze droeg zwarte kleeding, een sneeuwwit
te boord, hield oen zwart zijden hoed in do
üand en scheen met een aan eene kamer
dienaar eigen eerbied Rettberg door zach
te overreding van de speeltafel te willen
verwijderen. Blijkbaar wilde Rettberg hier
van niets weten. Die zwijgende scène werd
een paar maal herhaald, tot Rettberg zich
eindelijk scheen te voegen. Meer gedragen
dan geleid, wankelde hij aan de zijde van
den reus met schuivenden voetgang voort,
maar niet om de zaal te verlaten, doch al
leen om aan een tronte-et-qnarante-tafel
plaats te nemen en daar opnieuw te spelen.
Maitland bad dezen loop der dingen gade
geslagen en verachtelijk krulde bij de lippen;
maar nu werd zijne opmerkzaamheid getiok-
ken door WoUgang's bonding.
WORDT VERVOLGD.