Donderdag 26 October 1893.
37ste Jaargang Uo. 2772.
Groote VEEMARKT.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: §CHA©E1¥, I.aan, I) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADYERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 c,
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dij dit nummer behoort
een D ij v o e g s e 1.
Gemeente S c h a g er n.
groote najaarsveemarkt
Binnenlandsch Nieuws.
Leerplicht meet worden ingevoerd.
De Liberalen hebben dit punt al jaren
aan een op het program gehad, doch
daar bleef het hij. Ook moet er p r o-
portionele Schoolgeldheffing
worden geheven. Maar voor wie het
niet betalen kan, moet alle onderwijs kos
teloos te genieten zijn.
hui Nitm-,
Ainrlïllifi- LllUllTllli
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders van Scha-
gen, brengen ter kennis van belangheb
benden, dat de
aldaar, dit jaar zal gehouden worden op
den Xien November.
Behagen, den 20 October 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Verslag der politieke lezing, door den
heer Mr. N. A. Calisch van Am
sterdam, ten lokale van den
beer R. Swagerman te
Nieuwe-Niedorp ge
houden op Zondag
22 Oct. 11.
De beer J. Huizinga van Heer-Hugo-
waard, namens deVrijzinnige Kies-
vereeniging Alkmaar, deze
veigadering openende, herinnerde er aan
dat de heer Calisch niet voor de eerste
maal in de gemeente Nieuwe Niedorp
optrad. Reeds in '91 bad de heer Calisch
ter zake der Candidatuur Gerritsen
de radicale idëen verkondigd en toen
veel Sympathie ondervonden. Sympa
thie moet evenwel verdiend woiden
en daarom komen wij wederom met on
ze beginselen tot u.
De heer Calisch vangt zijne rede aan
met er op te wijzen, hoe hij een paar
jaar geleden, toen zijn vriend, de heer
Gerritsen, Candidaat, was gesteld, op
een paar plaatsen in dit district was op
getreden ter ondersteuning dier Candida
tuur. De politieke strijd werd toen ge
streden tot bij de herstemming in de
kiesvereenigingen de heer v. <1. Kaaij de
meeste stemmen verwierf en zoodoende
Candidaat werd gesteld. Toch verkreeg
de heer Gerritsen bij de verkiezing
een belangrijk aantal stemmen.
,'t Spreekt van zelf" vervolgde Spr.,
„dat iedere jonge partij uitermate haar
best doet, om hare beginselen ingang te
doen vinden. Aan de kiezers is het, te
beslissen of men zich hij Spr's partij zal
aansluiten, of de beginselen* dier partij
leiden tot heil van het Vaderland.
Spr. herinnert er aan hoe in '87, na
de grondwets-herziening, een aantal jon
geren in Amsterdam zich afscheidden
van de Liberale Partij. Die jongeren heb
ben toch gemeend dat de Liberale Partij
door haar verleden toonde, dat, hoe ver
trouwbaar de leden ook persoonlijk wa
ren, hare politieke richting was de
richting van vooruitgang maar ten opzich-
van politieke daden was zij de partij van
stilstand. Wij, jongeren, hebben toen ge
meend, niet langer onze werkkracht te
mogen geven aan die richting, en toen
zijn wij afzonderlijk gegaan. Toen heb
ben gezaghebbende bladen in land en
provincie ons aangevallen en bovenal
werd ons toegevoegd „help ons aan onze
taak, doch scheidt u niet af."
En werkelijk was het bij ons een ern
stig oogenbllk van beraad of onze weg,
dien wij hadden ingeslagen, wel de goe
de was «n of wij niet terugkeeren zouden?
Wij konden daartoe evenwel niet besluiten
en later bleek, hoe verkeerd wij zouden
hebben gedaan, waren wij teruggekeerd.
Nooit is er voor de Radicale
Partij grooter propoganda ge
maakt dan thans door de Libe
rale Partij is geschied. Wij, Radica
len, zouden de liberale afgevaardigden
van Houten, van der Kaaij en de Beau
fort nu niet willen missen. Die heeren
toch zijn de beste propogandamakers en
bewijzen schitterend, dat wij, Radicalen,
gelijk hadden, toen wij de kiezers er op
wezen, dat die heeren niet waren de mannen
»an vooruitgang, maar van stilstand.
Sedert 1891 bestaat in de Kamer de
Liberale meerderheid, lk laat het daar,
dat zij gekozen werden op het Program
der Liberale U oie, welk program voor
schreef dat aanstonds moest worden over
gegaan totKieswetherzienning.
In die dagen der verkiezing zeiden wij
tot de Liberalen gij doet het niet, want
bij de Liberale partij staat liet partijver
band hooger dan het algemeen belang.
Deze Liberale Kamer zal straks, in
Maart '94 nu met de Kieswet tehande-
ling beginnen en zoo zullen de vier ja
ren der zittingsperiode verloopen zijn.
De minister Tak van Poortvliet,
zeide in een zijner troonredenen dat de
hoeksteen van alle hervormingen moet
zjjn de herziening der kieswet.
De Liberale meerderheid, voorgegaan
door behoudsmannen als v. d. Kaag en van
houtenis het met den minister eens,
doch werkt toch tegen.
fan houten zei terecht, toen de Kamer
met de belasting-hervormingen kwam
„dit zijn niet de ware, zij dienen alleen
om de kiezers zand in de oogen te strooi
en deze ontwerpen zijn niet vooruit
strevend".
Thans is het tijd, om aan te toonen,
dat werkelijk onze voorspellingen zijn
uitgekomendagelijks kunnen we hoo-
ren hoe de Liberale Partij bestaat uit
mannen, die het volkomen onderling
oneens zijn.
Nu is het de tijd, om aan de kiezers
te vragen, wie had gelijk
Wij zien nu met genoegen hoe ovér-
al radicale clubs en vereenigingen opge
richt wordenhoe onze partij langza
merhand in groei en klacht toeneemt, en
daarom is het noodig, dat de kiezers van
ons program kennis nemen.
De meest saillante punten van dat
program stel ik mij voor met u te be
spreken.
In de allereerste plaats voe
ren wij is ons progr. den eisch voor
Algemeen kiesrecht.
Als wij dat nu verlangen, komen wij
met de grondwet in conflict.
Volgens de grondwet zijn de vrouwen
uitgesloten. Ik vind dat zeer vreemd,
daar o. m.. diezelfde grondwet wel ver
gunt dat eene vrouw over ons land mag
regeeren.
Maar wij moeten ons bjj de grondwet
neerleggen, daar het thans niet aangaat
om met den eisch van grondswetsherzie-
ning aan te komen.
Spr. is er daarom dankbaar voor dat
de Regeering is gekomen met het voor
stel Tak, dat vraagtuitbreiding van het
kiesrecht voor zoover als de grens der
grondwet het toelaat.
Komt; die wet er door, dan krijgen wij
omtrent 800 000 kiezers. Dat is eeue
groote vermeerdering; doch er blijft toch
nog een groot aantal uitgesloten en per
centsgewijze staan wij dan ook nog
achter bij Frankrijk en Duitschland.
Op de vraag: waarom algemeen kies
recht? laat ik volgen de vraag: „Waarom
niet
De verdediging van onzen eisch wil ik
doen aan de hand der bestrijders, die
eenige argumenten er tegen aanvoe
ren
1. Er wordt beweerd dat A. K. geen
panacé is, geen middel tegen alle kwalen,
en dat in landen met A. K. dezelfde
wanverhoudingen in het Sociale leven be
staan als bij ons.
Wij antwoorden daarop, dat wij 'dat
ook nooit beweerd hebben, doch A. K.
beschouwen wij als het doel, waarmede wij
een geneesmiddel kunnen krijgen.
Als wij het A. K. hebben, dan bestaat
de gelegenheid, dat ieder zijn stem kan
doen hoorenieder kan dan tot verte
genwoordiger kiezen hem, dien hij ver
trouwt. Dat is toch wel een middel tot
genezing.
2. „De groote massa heeft er
geen verstand van."
Wij antwoorden Waaruit blijkt dat
Hoe groote mate van verstand moet men
wel hebben om te kunnen kiezen Ik
hen het te dien opzichte volstrekt niet
eens met Mr. Levydie nu beweert dat
niet ieder, vooral niet jongelui, daartoe rijp
genoeg is.
Doch, om kiezer te zijn heelt men
toch niet noodig te weten de onderdee-
len van het staatswezen.
Wie gezond verstand bezit, is
in staat den persoon te kiezen, dien bij
vertrouwt, en die dat gezond verstand nu
aan de arbeiders ontzegt, moet eerst be
wijzen, dat het hen werkelijk ontbreekt. Zijn
dan degenen die thans het kiesrecht be
zitten, allen zoo uitstekend geschikt en be
kwaam De Clericalen zeggen de voor-
uitstrevenden werken in verkeerden zin,
staan buiten den godsdienst. De Vrijzin
nigen spreken van „domme vromen."
Wie heeft er nu gelijk
Maar het gezond verstand te ontzeg
gen aan heel het Nedelandsche arbeiders
volk, dat is een valsch standpunt. Ik wijs
nog op de arbeiders-enquête, waaruit bleek
hoe helaas, in verschillende deelen van
ons land wordt g> werkt in het nadeel
der arbeiders. Zijn dan die industrieelen
in het bezit van zooveel gezond verstand
en staan die dan zoo ver boven hen, die
door hem worden „gemeester d?"
Zoo is het bijv. ten feit, dat de be
lasting-ontduiking aan de orde van den
dag is. Zijn dan die belasting-ontduikers
lui met gezond verstand?
3. „De groote massa is niet zelfstan
dig! die mist alle zelfstandigheid van
keuze die laat zich leiden zooals
bijv. in de Boulanger-geschiedenis!"
Wij antwoorden het voorbeeld van
Boulanger gaat niet op. Want stel, dat
het Alg. kiesrecht hem zoo hoog bracht
datzelfde alg. k. joeg hem toch weg
ook. En wanneer bij de uitoefening van
het stemrecht, er van staatswege voor ge
zorgd wordt, dat het stemmen geheim
en verplicht- is, dan is de zelfstandig
heid van den kiezer voldoende gewaar
borgd.
4. Heeft het A. K. in andere landen
zoo goede resultaten?
Spr. antwoordtHoe zou het in die
landen gaan als het-Alg. K. er niet was
Dat weet men niet; doch zeker niet be
ter.
5. Alg. Kiesrecht zal aan de clericalen
de meerderheid verschaffen!" zoo wordt
beweerd.
Spr. weet het niet, maar stel dat het
zoo was, dan zou daaruit alleen blijken,
dat het Nederl. Volk niet vrijzinnig
was. Maar mag dat dan een reden wezen
om het Alg. K. te onthouden Dat moet
juist voor de vrijzinnigen een reden zijn
om te werken.
6. „Er wordt omgekocht en bijA. K.
zal de omkooperij op groote schaal be
dreven worden
Ook dat argument is een bewijs van
wantrouwen in het arbeidersvolk, het is
verdachtmaking.
En dan wordt er op gewezen hoe er
in Amerika bij de stembus wordt ge
goocheld.
Dat kan wel, maar waar wordt niet
mee gegoocheld. De almachtige Dollar
doet in Amerika alles.
Maar wordt bij ons dan nu niet om
gekocht Spr. weet wel beter. Bij de
verkiezingen toen het gold Treub of
Gerritsen, heeft de tegenpartij niet ge
aarzeld te trachten zooveel stemmen zich
toe te eigenen door het geven van vrij
en overtocht op booten, onthaal op
reis enz. Dat is nu wel niet een om
kooperij met geld in den zak, maar
een omkooperij met de maag.
Maar men vergeet, dat als er dan nog
meer zal worden omgekocht, het omkoo-
pen ook duurder zal worden.
7. „Wij zullen door de groote mas
sa worden overstemd."
Dat is een argument van vrees, en
vrees mag in politiek geen leiddraad zijn.
En thans? nu de numerieke minder
heid aan het bewind is. Is dat dan wel
recht?
Al die argumenten hebben weinig of
geen kracht en bewijzen juist, dat de in
voering van Algemeen Kiesrecht zeer
nuttig en hoogst noodzakelijk is.
De geheele burgerij zonder dat er
maar gevraagd wordt, of men belastingbe-
taalt wordt gedwongen de lasten tedra-
gen de wapenen te dragen, de straf
wet te eerbiedigen. Maar als men gelijk
stelt in lastenwaarom dan niet in de
lustenMet welk recht mag nu de klei
ne minderheid de voogdij volhouden
over de meerderheid?
De grondwet zegt dat al wie 23 jaar
is, vrij is. Dan mag men alles: alleen
niet kiezen. Wie 23 jaar is, mag wel
voogd zijn over minderjarigen. Maar kie
zen: Ho, maar
Maar ook nog dringen Spr. en zijne
partijgenooten aan op invoering, „van Al-
gem. Kiesrecht, omdat het noodig is, dat
men zal kunnen hebben eerbied voor de
wet. Die eerbied behoort nu tot de vro
me wenscheB. En waarom wordt er nu
zoo gesmaald op de wet Omdat die wet
ten eensdeels niet worden gehandhaafd;
anderdeels omdat er een vreemde wij
ze van opvatting bij de regeerenden be
staat.
De grondwet zegt: „dat de Staten-ge-
neraal moeten vertegenwoordigen het g e-
h e e 1 e volk. De kieswet (zooals die nu
is) zegt: om deel te nemen aan de samen
stelling der Staten-generaal moet men
voldoen aan een paar eischen.
De nietkiezer wordt nu vertegenwoor
digd door iemand dien een ander stel
de. Daarom vertrouwt het volk die wet
niet. Is het niet vreemd, dat de arbei
der wel tot lid der Staten-generaal ge
kozen kan worden en om daar mede wet
ten te maken; doch dat hem het recht
onthouden is om iemand te kie
zen, die het voor hem zal doen?
Maar er is nog meer voor Algemeen-
Kiesrecht.
Het staatsbelang eischt er de in
voering van. De groote massa arbeiders
behooren tot de ontevredenen, zij gevoe
len dat er met hunne belangen gespeeld
wordt. Als men door het geven van Al
gemeen Kiesrecht het hoofdwapen hun
ner ontevredenheid uit de hand slaat,
waarborgt men de rustige ontwik
keling van het staatkundig leven; dan
verkrijgt men burgers, die niet veronge
lijkt zijn. Trouwens, de invoering van
Algemeen Kiesrecht kunnen ze toch niet
meer tegenhouden. Het zit in de lucht.
De tijd wint het van de behoudsmannen.
Ten slotte worden de hervormingen toch
afgedwongen. Maar afgedwongen politie
ke verbeteringen doen meer nadeel,
dan politieke hervormingen, gegeven uit
billijkheid.
Spr. herinnert aan de beroeringen van
het jaar '48, met zijn grondwetherzien-
ning.
In die dagen besprak koning Willem II
met een buitenlandschen gezant den toe
stand en zei: „Ik geef niet toe Doch
toen het geloei en de storm der ongeduldi
ge massa op straat voor zijn paleis al he
viger en heviger werd, toen stond de ko
ning vroeg in den morgen op en ontbood
den minister en zei: „Ik ben van meening
veranderd; ik geel toe!"
Laten wij voor rustige ontwikkeling
zorgen, door te geven uit gevoel
van billijkheid en niet uit vrees.
Nagaande wat onze tegenwoordige re
geering heelt gedaan, wijst Spr. op de
Fermogensbelasting.
Een groote fout van die belasting is,
dat zij ook belasting heft van wat geen
vermogen is en dat ook de progressie op
houdt, daar waar de draagkracht het
grootste is.
Is, zooals thans de regeering is samen
gesteld, goede arbeidswetgeving mogelijk
j Neen, alleen als de arbeiders zeiven daar
aan medewerken. Denkt gij, dat wij in
staat zijn met den besten wil een goede
arbeidswet te maken Dat kan niet zon
der dat de arbeider medespreekt en dat
mede spreken kan alleen door deel te
j hebben aan de verkiezing.
De groote drijfkracht voor hervormin
gen is thans nog buiten de Kamerzal
het goed zijn, dan moet ze er binnen zijn.
De Vertegenwoordiging moet zijn een
getrouwe afspiegeling van heel het volk,
en niet van een deel. Wanneer het volk
achter de kiezers mededoet, dan zafereen
betere vorm gegeven zijn aan den klassen
strijd.
Waarom bestaat thans die vinnigheid
Omdat het vertrouwen ontbreekt, om
dat de gelegenheid ontbreekt, zelf aan de
regeling deel te nemen.
Hebben zij ongelijk, die nu razen en
tieren
Geef allen het recht de personen te kie
zen, die hun vertrouwen bezitten. En als de
partijen dan in recht gelijk staan, dan
verzacht dat de ruwe kant van den klas
senstrijd dan heeft men het volk niet
langer het wapen onthouden in de anders
ongelijken strijd.
De uitbreiding van dat kiesrecht is
hoofdzaak.
Hadt gij, mijne hoorders, ooit gedacht,
dat toen de Liberale Candidaten in
'91 aankwamen dragen met de papie
ren belofte, en ik in debatten met de
Meijier en v. d. Kaaij hen toevoegde dat zij
niet te vertrouwen waren en zij zich be
riepen op hunne belofte, ik zoo spoedig
reeds in het gelijk zou worden gesteld?
Thans zien wij toch dat de Liberale Partij
met t\ d. Kaa ij en van Ecuten aan het
hoofd, spot met de beloften, door hen
in de dagen der verkiezing gedaan,
dat die heeren spotten met het program
der Liberale Unie.
En ook hier in Nieuwe-Niedorp heeft
men in die dagen der verkiezing ons
toegevoegd, dat als onze candidaat geko
zen werd, wij de Liberale meerderheid
in de Kamer zouden tegenwerken.
En wat blijkt Wie werkt ei tegen
Het zijn de Liberalen v. d. Kaay en
V. Houten, die in en de laatste ook
buiten de Kamer, het regeeringsontwerp
tegenwerken.
Tot het program der Radicale partij
terugkeerende, noemde Spr. als punt 2
proportioneel kiesrecht, voor de
minderheden, naar verhouding der kiezers
in de partij.
In theorie was daar niets tegen en
in de praktijk beweert men dat het dit
tegen zich zot. hebben, dat de partijen
elkaar zouden neutraliseeren.
En thans in de Lib. Partij vraagt
Spr.
Doch het is ook niet waar, want als
het op stemmen aankomt, dan doet zioh
partijen-coalitie gelden, om te komen
tot dat, waarin wij het met elkaar eens
zijn.
Thans bestaat de kamer uitLibera
len, Katholieken, Anti-revolutionnairen,
Radicalen en Socialen.
Welnu, als thans de kieswet aan de
orde was dan zou men zien, dat de be
houdende liberalen zich scharen hij de
behoudende Katholieken, Antirev. enz. De
vooruitstrevende Liberalen als Kerdijk
zouden zich scharen hij de Radicalen,
de Socialen, en hij de Democratische
Katholieken en Antirevolutionnairen.
Bij zulk een proportioneele stemming
krijgen wij dus een beeld van het ge
heel.
Het derde punt van 't Rad. progr. is
Afschaffing der le Kamer.
Deze eenvoudige stelling vindt haar
oorsprong in deze opmerking Wanneer
men heeft de vertegenwoordiging door
Alg. Kiesr. dan is het niet noodzakelijk
dat er nog een Kamer boven is, om de
uitvoeringen der besluiten tegen te hou
den. Of de lste Kamer wil hetzelfde en
dan is ze overbodig of ze wordt
gekozen als thans en dat zou dan zijn
met de eene hand wegnemen, wat men
met de andere geeft.
Verder is een hoofdpunt op het Rad.
progr.De regeling van het arbeids
contract. Er moet toch een eind komen
aan dien toestand van laat-maar-waaien,
waarbij de arbeiders oeconomisch geëx
ploiteerd worden. Het wordt tijd den
arbeidstijd te beperken. Maatregelen
moeten genomen worden ten waarborg
van pensioen en steun bij invaliditeit.
De arbeider en de meester moet gelijk
gesteld. Een minimumloon moet staan
naast een maximum van werktijd. Dat
zal leiden tot verbetering van het werk
loon en het zal den arbeider tijd geven
om ook aan zijn huisgezin zijn zorg te
kunnen besteden.
Iedere verbetering van de politieke
en sociale belangen der arbeiders komt
terug in het belang van het geheele land.
Het is in het algemeen belang, dat het
huisgezin bloeit, dat de uithuizigheid, die
tot dronkenschap voert, en het overwerk
dat het lichaam verslapt, bestreden wor
den. Uit het oogpunt van humaniteit
dient gebroken met de leer: „ieder voor
zich".
Voorts moet de staat zorgen voor
woningen voor den arbeider. Gij weet
niet, hoe in groote steden geleefd wordt.
Ik ben zelf lid geweest der comm. in
Amsterdam, belast met het bezoeken van
krotten en stegen. Maar, ontzettend is
de ellende, daar geleden. De menschen
wonen met man, vrouw en kinderen in
een klein kamertje; hebben één bed of
matras, d.w.z. voorwerpen die er wel wat
op gelijken.
De humaniteit eischt, dat er gezorgd
worde voor goede woningen dat is in het
belang van ons allen; denk maar aan de
epidemiën en daarom moet de Wetge
ver dit ter hand nemen.
De armenzorg moet geconcentreerd.
Waar kerkelijke en particuliere liefda
digheid te kort schieten, moet de wetge
ver optreden.
Voorts moet worden geheven Be-