Landbouw.
Lomened Nieuws.
Kies wet vooruitzi chten.
Margaretha.
De oudste Repubüelt
der Wereld.
Dinsdagochtend te 11 uur
zijn te MUIBEN, het glanshuis en het
korrelhuis van de kruitfabriek te Muiden
door eene tot nog toe onbekende oorzaak
ontploft. Reeds zijn twee lijken onder de
puinhoopen weggehaald; de andere personen
worden nog vermist. Er heerscht eene groote
paniek in de omgeving. Twee knallen wer-
dcb le Bussuui op ongeveer 3 uren af
stand onmiddellijk na elkander gihoorden
deze waren zoo heving dat eer heer, die
aan zijnen lessenaar zat te schrijven, ach
teruit schokte. Tier brandspuiten der artil
lerie nit Naarden zijn onmiddellijk naar de
plaats des onheils vertrokken.
Op het terrein der fabriek staan 19 ge
bouwen.
De ontploffing moet ontstaan zijn in het
korrelhuis.
Onmiddellijk zag men zware rookwolken
opstijgen en stukken hont in de lucht
vliegen.
Brand is er niet ontstaan. In de ge
bouwen waren 5 a 6 werklieden aanwe-
De andere gebouwen hebben weinig
schade geleden.
Ook te Muiden is geen schade van ee-
nig belang veroorzaakt, zoodat de ramp
niet de afmetingen heeft van die in 1883.
De beide dooden waren vaders van tal
rijke huisgezinnen.
Nader meldt men, dat twee stoven met
150 kilogram buskruit gesprongen zijn.
Uit Amerika ontvingen wij de hier-
volgende beschrijving van een landstreek
waar zeer veel Hollanders wonen en wel
Douglas County in Zuid-Dakota.
In de dagen dat Nocrd- en Zuid-Dako
ta nog behoorden tot de versmade streken
en weinigen er aan dachten zich daar met
terwoon neder te zetten, werd aan het
Zuidelijk deel den naam van veestreek ge-
geveu.
De eerste bewoners, die zich voorname
lijk op den tarwebouw toelegden, begre
pen niet dat die naam zoo waar was, eerst
later zagen zij in dat met de veeteelthet
houden van koeien, schapen, varkens en
paarden op groote schaal dubbel zooveel
voordoel te behalen was dan met het een
voudig landbouwbedrijf, dat zelf veel pro
ductiever werd toen het bleek dat corn (maïs)
daar uitstekend te verbouwen was. De tat-
we is dan ook nu grootendeels opgegeven,
men plant maïs of houdt vee, waardoor
thans Zuid-Dakota vooral den versmaden
uaam koeland met eere draagt.
Waar Douglas County gelegen is
Douglas County ligt ongeveer 75 mij
len van de oostgrens van den staat Jowa
en Minnesota, zoodat men op de kaart na
kan gaan, dat het met geheel Zuid-Dakota
gelegen is in de corn-belt (de landstreek
waar de maïs welig tiert.)
Hoe de grond er nit ziet
Over het algemeen heeft Douglas Coun
ty een zacht rollend terrein, er zijn geene
bergen le beklimmen, noch modderpoelen
te doorwaden. Het land is vrij gemakke
lijk te bewerken en is voor den landbou
wer een lust voor het oog; voor het
boerenbedrijf ziet de streek er uitstekend
uit.
Het land gaat sterk vooruit
De eerste bewoners vestigden zich er
voor goed in 1879 en wel zes in getal
volgens de volksslelling in 1880. In 1881
82 trokken meerderen daarheen, liet
land kwam meer in trek, zoudat in 1887
al het gonvernementsland particuliere ei
genaars had gevonden.
In 1890 gaf de volksstelling 4800 zielen
en hunne bezittingen werden begroot op
1200000 dollars f 3.000.000. Een Ame-
rikaansche voorspoed. Overal waar men
dan ook het oog laat weiden, ziet men
goede huizen flinke stallen, ferme wegen;
alles gesticht in nog geen tien jaar, toen
was alles woeste- prairiegrend en Uncle
Sam de vrij algemeene benaming voor
het Staatsbestuur gaf den grond weg
die zich maar wilde nederzetten en nu heeft
de bodem een waarde van 8 12 dollars
per Acre, dat is in Amerikaansche maat
te herleideD door 2 ,/2 Acre te nemen voor
een Hectare. Dat deze prijs uiet hoog is,
blijkt uit het feit, dat verscheidene koo-
pers op crediel kans zagen de hoofdsom
in een of twee jaren bij goeden oogst af te be
talen.
Wat er groeit.
Er is betrekkelijk weinig natuurlijk hont,
om de huizen heeft men voor de schaduw
wat hoornen geplant, wat een welvarend
aanzien geeft. Hier en daar is behoefte
aan water, dat echter overvloedig in den
grond op eene diepte van 12 tot 20 voet
wordt gevonden,
In Armoui City heeft men twee artesische
putten geboord ter diepte van 750 voet,
eene kostbare onderneming, doch de water-
opbrengst is uu zoo groot, dat dit met
groot voordeel wordt gebruikt om graan
molens en andere machines in beweging
te brengen.
Hier en daar vindt men kleine meer
tjes en beekjes, die water geven voor het
land waar zij doorstroomen.
De hoedanigheid van den grond komt
overeen met de gesteldheid van de goede
streken in de corn belt.
Zwarten grond vindt men er tot eene
diepte van 2 tot 6 voet, deze is zeer vocht-
houdend, wat vooral in tijden van droogte
uitstekend ter stade komt. Drassig is de
grond daarbij niet, na regen kan men we
der spoedig aan hel weik. De algemeene
weersgesteldheid brengt hier mede, dat men
in Douglas County in het voorjaar eerder
aan het werk kan gaaD, dan wel in de meer
©osteljk gelegen streken.
Wat er verbouwd wordt:
Maïs is het hoofdproduct dal men uit
zaait, maar de andere graansoorten gedijen
hier mede uitstekend, zoomede groetten
voor eigen gebiuik. Verschillende soorten
vrnchtboomen heeft men met succes hier
overgebrachtdeze tuinen geven echter in
de eerste jaren zeer veel werk, doch waar
ter wereld krijgt men iets zonder veel
moeiie.
Over het vee.
Zooals reeds gezegd, is Douglas Coun
ty een uitstekende veestreek. Het land is
er, zoover het oog reikt, bedekt met ver
schillende grassoorten en wapent men het
oog met een verrekijker, zoo zal men tal-
looze koppels vee ontdekken, ook knddeD
schapen tot 2000 stuks bijeen, 's Zomers
heeft het vee overvloedig voeder buiteD,
'8 winters wordt met hooi gevoederd, dat
naar den tijd en de kwaliteit verhandeld
wordt ad H 2 dollars per ton is 1000
kilo.
Het vee is over het geheel hier zeer
gezondde droge lacht en de getemperde
koude brengen daar veel aan toe.
Daar de winsten, die gemaakt worden
belangrijk zijn, leggen de veehouders zich
zeer toe op de verbetering van het vee en
zoo kan men verwachten, dat hier weldra
een schoone veestapel van edel vee zal wei
den.
De inwoners.
Amerikanen overtreffen in aantal alle
natiën, die zich in d:t land gevestigd heb-
beD;in het noordwesten vindt men de ne
derzetting van wat men hier noemt rilti-
Dutchtmen-driftige Hollanders - een scheld
naam, die veeleer als een eeretitel is aan
te merken, want hel duidt aan dat de Hol
landers geducht weten te werken. Er heer
scht dan ook bij hun netheid en degelij-
ken welvaart, en deze bracht tevredenheid
en gelnk.
In het noordoosten hebben zich vele
Duitschers gevestigd, die ook getoond heb
ben in ruime mate te bezitten de volhar
ding en de matigheid, hier zoo ruim noo-
dig om te kunnen welslagen. De afstam
melingen der overige naties wonen verspreid
onder de Amerikanen.
Bij de Hollanders wordt natuurlijk Hol-
landsch gesproken; de Duitschers gebrui
ken hun eigen moedertaal, doch wie zijn
vee of graan wil verhandelen, dient Eugelsch
of Amerikaansch Eugelsch te spreken, want
dit is de algemeene taal, die ieder ver
staat.
Goedkoop land.
Dat het land bier nog niet duur is, ligt
in de omstandigheid dat in de eerste tij
den veel land gekocht werd van den staat
Speculanten, die geen plan hadden zelf
het boerenbedrijf uit te oetenen, wanneer
hun eeD goeden winst geboden wordt, ge
ven zij gaarne hun land a(. Zijn echter de
groote grondeigenaars op die wijze verdwe
nen, dan zal spoedig de waarde van den
grond stijgeD, daar men die dan moet los
breken uit de handen van hen, die den
grond productief wisten te maken. Wie
werken wil en kan, voor hen ligt een toe
komst nog geen tien jaren geleden was
het een ware wildernis en thans is hier
een bloeiende streek waar duizenden een
ruim bestaan vinden. Niemand denke even
wel dat het hier een luilekkerland is, bij
langen na niet, zoodat niemand, die elders
Diet geleerd heeft wat werken is en dit
ook duchtig verstaat beter doet deze stre
ken niet te bezoeken. Ten koste van an
deren te kunnen leven, daarop behoelt men
hier niet te rekenen; misplaatst medelijden
dat bestaat hier niet, want een man die
flinke handen aan het lijf heeft, vindt o-
veral werk en zal na eenige harde jaren
getuigen wie wil, die kan in Douglas
County vooruit komen.
Harrissen Ponglas County, Juli 1893.
MICHIEL PLEMP.
band met de belastingen. Daarha zal onder
de overig., miLder ingrijpen-le amende
menten een groote slachting wlt en
gericht. Bij de eindstemming o^tr
eerste wetontwerp is ren dergelijke s ex
menverhonding waarschijnlijk, ais voor e
i.mendemeiit-K o 1 k m a n c. s. re'-j f1
natnurlijk in omgekeerden zin. e ie
kan de meerderheid voor het ontwerp nog
eenigszins grooter worden dan die .gen
dat amendement, wanneer namelijk de
voorstellers daarvan zich ten slotte bij het
ontwerp mochten ntderleggeD.
Door den correspondent van de «Zvrol-
sche Crt.,« die blijkbaar gelegenheid heeft
gehad, achter de schermen te kijken, wordt
de horoscoop der Kieswet getrokken. Hij
resumeert zijn verwachtingen als volgt
De Tweede Kamer zal na vervulling
der bestaande vacatures zijn samengesteld
uit 51 of 52 liberaleD, 2 of 3 radicalen,
20 anti-revolutionnaiien en 26 Katholie
ken. Voor het „groote" amendement- Van
derKaayc. s. kan gerekend worden
tip de fractie- Van Houten, die 9 a
10 leden sterk is, op ongeveer 20 Katho
lieken en misschien 2 h 3 anti-revolntion-
nairenin hei geheel alzoo op pl. m. 32
stemmen.
Voor het amendement-K o 1 k m a n
c. s. stemmen, zoo het niet wordt inge
trokken, vermoedelijk, dezelfde leden bo
vendien de voorstellers en hun vrienden
in den liberalen en in den Katholieken hoek,
die echter, voor zoover zij niet tot de
voorstanders van het „groote" amendement
behooren, in deze zaak gezamenlijk niet
meer dan een tiental zullen bedragen. Dit
amendement zou dus pl. m. 42 stemmen
kunnen verkrijgen. Het Katholieke amen
dement van de hh. Vermeulen c. s.
(meervoudig kiesrecht) heeft evenmin kans
van slagen als het ant—revolutionnaire
amendement van de hh. Mackay en
Van Alphen (huismaDskiesrecht). Het
is te verwachten, dat de Regeering, ra
ontvangst van het verslag van 't jongste
afdeelingsonderzoek, nit de verschillende
amendementen het een en ander zal over
nemen, voorzoover dit mogelijk is met
behoud van haar beginsel, dat het kies
recht thans behoort te worden uitgebreid
zcover sis een eerlijke uitlegging der
Grondwet toelaat, met afsnijding v»n eiken
De blinde klokkenmaker.
In het dal tusschen Boden en Lichlen-
dal outmoetle iemand onlangs een bejaard
man, wiens voorzichtige schreden en ei
genaardige houding reeds in de veite de
opmerkzaamhtid trokken.
Die man heeft nooit het daglicht aan
schouwd.
Hij werd geboren in dat gedeelte van
het Schwarzwald, waaruit jaarlijks duizen
den klokken naar alle wereldderlen gezon
den worden. Thars woont liij het grootste
gedeelte van het jaar te Karlsruhe, ol is op
reis, zonder een andere geleide dan zijp
staf; en waar hij zich bevindt, houdt hij
zich bezig met het herstellen van klokken.
Hiervan en van giften van medelijden
de menschen leeft hij. Somtijds verricht
hij zijn werk op den grond, en het is ver
rassend, te zien hoe vlug hij de deelen
uit elkander neemt. Stuk vóór stuk on
derzoekt hij het en neemt de gebreken
weg. Aan zijn tafel gezeten, bust hij,
maakt de tappen op, vijlt pennen en alles
wat in zijn arbeid kan voorkomen.
„Zie", zegt hij bij het ontdekken van
een tout, „daarom kon het werk niet loo-
pen, maar weldra zal het verholpen zijn,
dan moet het weer gaan." Ais bij daarna
al de afzonderlijke deelen, evenals hij ze
uitgenomen heelt, weer ineenvoegt zou
men gtlooven dat een mensch geen oogen
noodig heeft, of dat de blinde klokken
maker die in zijn vingertoppen heeft zitten.
Daarin heeft hij ze eigenlijk ook, want
zijn fijn gevoel is zijn oog.
Voor de omstanders is het een aller-
lervreemdste ervaring iemand, als het
donker wordt, zijn arbeid ongestoord te
zien voortzetten. Zijn werk wordt daarbij
zeer geroemd, en zijn vrcolijkheid kunnen
millioenen menschen hem bei ij den.
Margaretha hr.d bijna haar achttiende
jaar bereikt, toen haar ouders ooideelden
dat het voor haar meer dan tijd was, om
de kosteD, die een grcct huisgezin mede
brengen, te helpen verlichten. Margaretha
die niets geleerd had, dan zich op de voor-
deeligste wijze te kleeden in ieder ge
val een vrouwelijke bezigheid die wel wat
waard is, maar waarvoor men niets pleegt
te betalen moest iets gaan verdie
nen.
Goed, maar op welke wijze P
Heel eenvoudig, zij kon van haar aar
dig gezichtje leven. In alle eer natuurlijk!
Zij kon buffetjuffrouw worden, dat is
een zeer aangename betrekkingmen zet
zich fijn gekapt, achter een elegante toon
bank, bekijkt zich nu en dan vergenoegd
in den grooten spiegel, die aan den tigen-
overgestelden wand hangt, schenkt nu en
dan een glas bier of likeur in, legt met
een eigenaardige beweging vau de hand,
de klontjes suiker op een bakje en laat
zich voor 't overige door meer of minder
jonge, maar zonder uitzondering vroolijke
heeren bewonderen. En daarvoor krijgt
men een tractement en zelfs zoo nu en dan
geschenken.
Zoo stelde haar moeder, een vrouw van
veel ondervinding, het benijdenswaardige
beroep van buffetjuffrouw voor, en daar
een dergelijk leven niet in opstand kwam
tegen haar eenmaal gevormde idealen en
verwachtingen, die zij in de toekomst ver-
wezelijkt hoopte te zien idealen gegrond
op de lectuur van een menigte romans
ging het meisje bereidwillig in op hetgeen
haar ervaren moeder haar voorsloeg. Om
het heerlijke, verheven doel te kunnen
bereiken, had zij niets anders te doen,
als baar doopnaam tegen een weinig beter
klinkenden te veranderen. Grietje.klonk
dan wel wat plat.
Inderdaad, na weinige dagen zag men
haar achter de toonbank van een der
voornaamste café's zitten, zich welgevallig
in den grooten spiegel bekijkend. Zij vul
de de glazen, legde de klontjes suiker op
de bakjes en liet zich bewonde
ren.
Zij was ongetwijfeld een aardige ver
schijning van wier ronde wangen, de zach
te, heerlijke dauw der kinderlijke onschuld
oog niet verdwenen was. Daarom had de
caféhouder een man van zaken, haar da
delijk in dienst gen >meD, niettegenstaande
zij verbazend onleesbaar schreef, en in 't
optellen van getallen, uit twee cijfers geea
bijzondere viugheid aan den dag legde,
een kunst, die in de meeste gevallen van
buffetjuffrouwen geëischt wordt. Maar de
caféhouder kon uitstekend rekenen; hij
wist precies, tot op een gulden et een
cent, hoeveel het waard was, wanneer een
buffeljuffrouw zoo onschuldig lachen kou
en zonder behulp van kunstmiddelen kon
blozen
Men kan zich ongeveer een voorstelling
van Elsa's deze poëtische naam had
zij aangenomen toestand en van de o-
verdieven verwrehtingen, die ze koesterde,
vormen, als men verneemt, dat zij na
acht degen in de ouderlijke woning te
rugkwam. Zij was eenvoudig weggtloopen,
zonder, zooals dat behoorde, haar dienst op
te zeggen.
Zij toonde zich uitermate opgewonden,
maai wilde geruimen tijd de reden uiet opge
ven vi,er deze handelwijze; eerst op het
aanhoudend vragen harer moeder, vertel
de zij aarzelend, terwijl zij van schaamte
kleurde en tranen van toorn haar over
de wangen biggelden, dat zij eeu «cava
lier", tegen wien ook de caféhouder niet
tegenstaande haar verzoek, haar niet be
schermen wilde, op eeö geduchte wijze
den mantel had uitgeveegd.
In stilte verheugde de moeder zich o-
ver de braafheid van haar kind en gaf
zich alle moeite voo haar iets in een ander
café te vinden, maar in ten meer solied,
meer burgerlijk. Waarlijk, het was etn
verbazend onvergeeflijke fout geweest, een
kind in zoo'n voornaam calé te plaatsen,
dat alleen door geblas'.erde heeren en
geblaseerde handelslui, die nog erger zijn
dan de eerste, werd bezocht.
Haar nieuwe betrekking was een ge
heel andere, veel solider, veel bnrgelij-
ker
MargarethaElsa schilderde in
uitvoerige brieven om haar ouders te
bezoeken had zij geen tijd de hoog
achting, die iedereen, van af den heer
des huizes, tot den jouslen kellner, haar
toedroeg en hoe tevreden zij zich gevoel
de.
Haar ouders vonden het niet zeer aan
genaam, dat men het arme kind zoo wei
nig vrijen tijd gaf. In 't eerst schreven
zij" dit toe, aan de omstandigheid, dat het
meisje niet gemist kon worden. Bij hen
gold het als een uitgemaakte zaak, dat
«hun Margaretha" door haar schoonheid
op de bezoekers van 'tcafe denzeltden in
vloed morst nitoefeneu als een magneet
op ijzer. Maar het duurde niet lang, of
zij moesten zich met een andere verklaring
tevreden stellen, daar namelijk het bericht
kwam, dat hun dochter op t punt stond
«hen gelukkig te maken", want een stam
gast, „een hooggeplaatst" beambte, was
op nas-r verliefd en zou spoedig
bij hen om haar lund komen vra-
gen
De ouders wachtten geduldig op den aan
staanden schoonzoon, dagen, weken, maan
den. Maar hij verscheen nitt, wel daaren
tegen ontvingen zij een bericht, dat hun
oudertrots op de gevoeligste wijze kwetste.
Zij warm eenige dagen achtereen trooste
loos. Het gebeurde kon echter niet meer
ongedaan gemaakt worden. Als burger-
menschen, die karakter bezitten, gaven
zij aan hun diep gezonken dochter te
kennen, dat zij hetrrcht verbeurd had zich
hun kind te noemen.
Het meisje antwoordde hierop, in eeu bi
zonder boetvaardigen en zeer eerbiedigen
brief,dat zij niet bang behoefden te zijn dat zij
't hen lastig zou maken. Waarom ook
Een oud, rijk heer, eveneens een stamgast
had zich op de meest onbaatzuchtige en
liefderijke wijze over haar ontfermd, daar
haar vroegere «beminde" het beter geoor
deeld had, niets meer van zich te doeD
hooreD. Van dien tijd af kwam haar naam
niet meer over de lippen der ouders, uit
wier hart zij reeds lang verdreven was door
de sleeds toenemende zorgen, die de ande
re kinderen baarden, naarmate zij grooter
werden.
En eigenlijk, goed overlegd, was de oudste
uitstekend „verzorgd" en gold het thans voor
alles de «tweede" eeu betrekking te bezorgen.
Zij had thans een geschikten leeftijd daarvoor
bereikt en daar men vroeger met Margaretha
dadelijk geslaagd was bij 't zoeken naar een
betrekking, moest deze natuurlijk ook buf
fetjuffrouw worden.
Nog een omstandigheid droeg daartoe
lij. Etc goed cudtrhsrt bewaart toch al
tijd nog een zekere liefde voor een kind,
zelfs al beeft het zich deze liefde geheel
onwaardig getoond. Daarom strekte het
hun tot troost, van meerdere personen, die
Margaretha gezien haddeD, te vernemen,
dat zij er zeer netjes uitzag en zeer veel
sieraden droeg. Het moest haar dus wel
goed gaan en zij moest zich wel gelukkig
gevoelen.
Zoo gingen er twee, drie jaren voorbij.
De ouders dachten nauwelijks meer aan
hun „oudste", het was thaDS de „tweede",
die hun levensvreugde vergalde. Zij was
bnffetjufrouw geworden met hetzelfde ge
volg als haar zusterde daaropvolgende
was modiste, de vierde tooneelspeelster en
de zoon, de trots der familie, was muzi
kant, die van de eene kroeg naar de an
dere liep en als de bonte hond in de stad
bekend stond.
Vreugde beleefden zij van niet één kind
en daarom was hun ouderdom een aan
eenschakeling van ontgoocheling en treurige
verrassingen, die een zeer nadeeligen in
vloed hadden op hun maatscbappelijüen
welstand.
De vader, door de zich op zijn hoofd
stapelende schande geheel ternedergedrukt,
wierp zich in de armen van dien demon,
waarbij alle geestelijkzwakke personen hulp
zoekeu voor hun wroeging tn zelfverwijt
hij we d een drinker, veronachtzaamde zijn
zaak, waarvan hij den achteruitgang even
eens aan het „ongeluk" toeschreef, dat
hem levenslang achtervolgd had en zonk
al dieper en dieper.
'loen hij op zekeren kter na deu nacht
weder drinkend en spelend (hij scheen
toch nog iets van 't geluk te verwachten)
te hebben doorgebracht en in de scheme
ring van den langzaam aanbrekenden herfst
morgen naar huis wilde sluipen, ontmoette
hij eenige van zijn vroegere knechts, die
«den ouwen uitnoodigden met hen een
afzakkertje" te nemen.
Daar hij geen haast had om naar hnis
te gaar, werd besloten, naar een klein
kioegje te gaan, dat in een goeden roi p
stor.d, om het vroolijke gezelschap, dat
men daar nooit tevergeefs behoefde te zoe
ken.
Iedereen zal wel een herberg kenDen
waar de gasten verdwijnen in den tabaks-
•ook, waar e n benauwde lucht den be
zoeker tegenstroomt, waar gezongen eu
geLchen wordt, ook niet zelden gevoch
ten.
In zulk een ruimte, in zulk gezelschap
bediend door „dames," werd het kleine
lestant van het geld, overgehouden van
een zondagsavoudpret verteerd
Dc oude man was daar reeds lang aan
gewoon. Overmoedig probeerde hij met zijn
zachte, bevende stem het straatdeuntje mca
te galmen, dat een bizonder «onderhou
dend" tafelgezelschap juist aanhief.
Een opzichtig gekleede vrouw, met een
schoon gelaat waarvan echter de natuur
lijke kleur door schmink vervangen was
en wier oogen en oogwimpers donkerder
waren gekleurd om haar schoonhtid te
verhoogen, kwam neuriënd nader en om
helsde den grijsaard, die met den rug naar
haar toestond.
„Zoo, wat is het ouwetje", lachtte zij, „be-
taal je voor mij een glas Lier Ik heb
zoo'n dorst
Zij nijgde zich tot den ouden man om
hem te kussen; maar toen zij hem in het
ingevalleD, dooi kommer en nood door
ploegde gelaat blikte, bestierf de lach op
haar lippen, zij uitte een gillenden kreet
bedekte het gelaat met beiden handen en
wendde zich af.
De oude man wankelde achteruit.
Een oogenblik staarde hij met wijdge
opende oogen als een krankzinnige voor
zich nit. Zijn mond bewoog zich op en
neer als wilde hij spreken, maar geen
geluid werd gehoord en toen stormde hij,
de voisten tegen zijn slapen gedrukt, de
straat op.
Dn gasten vonden dit zeer grappig en
de zonderlinge gebaren van den ouden man
deden een schaterlach opgaan, waarmede
allen instemden.
„Dat was bepaald een vroegere beminde
van je, Olga, hè?" merkte een klein ke
reltje op, wiens hoofd in zijn schouders
was weggezonken.
Olga wreef zich over het voorhoofd, als
wilde zij de herinnering aan dit voorval
wegwissche»; toen antwoordde zij op haar
ouden, luchtigen, schertsenden toon
„Het was mijn vader hij ziet er
slechts uit.Maar 't is mijn schuld niet,
dat ik buffetjuffrouw geworden ben en
fin, spreek er niet meer vanKomaan,
geef ine een glas bier, want ik heb
dorst
Zonder zijn antwooid af te wachtten,
haalde zij een glas bier en dronk het
zonder op te houden, leeg.
Buiten wankelde een grijsaard over de
straathij weende als een klein kind.
Arbische Stoïcijnen. Een
reiziger verhaalt in zijn werk over Soudan
het volgende
„Een man in Khaitoum nam in mijn bijzijn
eene gloeiende kool, strekte zijn been uit
en legde met de grootste kalmte de kool op
tene wonde. Een witachtige rook steeg op,
ik hoorde het knetteren van het verbrande
vleesch en rook de sterke vetlucht die
zich daarvan verspreidde. Ik sloeg den
man gade, hij bleef onbeweeglijk, geen
spier in zijn gezicht vertrok, en niet het
minste teeken van pijn was te bespeuren.
Toen bij eindelijk de kool wegnam, zeide
hij tot zijn been „Als je in drie dagen niet
genezen bent, snijd ik je af," waarbij lij
met zijn dolk een beweging maakte.Ik weet
niet, of zijn been die waarschuwing ter
harte genomen heeft, want ik heb den
man niet wedergezien. Maar ik ben vast
overtuigd, dat hij het met dezelfde koel
bloedigheid afgesneden zou hebbeD, als hij
het zeide."
Nog een ander voorbeeld. Een kameel
drijver vroeg een vrouw, die voor de deur
van haar huis zat, om vuur voor zijn si-
garette. De vrouw bracht hem op de bloote
hand een gloeiende kool. Hij zou het te
genover haar lafhartig gevonden hebben,
als hij het haar in onverschilligheid voor
pijn niet had afgewonnen. Hij nam dus de
kool met de vingers aan, legde die op zijn
bloot been, wierp de sigarette, die bij
gereed had, op den grond, haalde
zijn tabak doos uit zijn zak, en draaide lang"
zaam en bedaard een nieuwe, terwjjl zijn
vleesch brandde. Toen hij inet de sigarette
klaar was, nam hij de kool met zijne vingers
op en stak zijne sigarette aan. Daarna
wierp hij het vuur tegen den grond, maa
te voor de vrouw zijn „salam" en ver*0 g
de zijn weg.
De influenza begint *ee.^
overal op te dagen. In Hessen heerscht zy
veel. Te Alzey zijn heele gezinnen door 0
verradtlijke ziekte aangetast.
Niet iedereen weet, dat in Italië de oud
ste republiek bestaat van den ganschen aar
bodem, een republiek die met Bah®
niets te maken heeft en geheel 0DaU 0D
lijke wetten bezit. Tweemaal per jaar'
1 April en 1 October heeft de voor
staat meest belangrijke gebeurtenis P
n. 1. installatie der twee nieuwe cousu
wel
Wij willen er hier, een en ander zoo
uit het verleden, als het heden mede^ee 'eu jej.
Vijftien eeuwen geledeo reeds is e
ne staat gesticht door San Marino, eQ
de stichting aanvankelijk het in j
roepen van een zendingspost of 0
district beoogde. Gedurende al die ee B
dat Italië door verschillende oor
beroering werd gebracht, e°reeki de
staatje in rustige rust, tot kraChiig
14 eeuw, toen San Marino „„nblieX
genoeg voelde, een onafhankelijke p