Landbouw. Lomened Nieuws. Kies wet vooruitzi chten. Margaretha. De oudste Repubüelt der Wereld. Dinsdagochtend te 11 uur zijn te MUIBEN, het glanshuis en het korrelhuis van de kruitfabriek te Muiden door eene tot nog toe onbekende oorzaak ontploft. Reeds zijn twee lijken onder de puinhoopen weggehaald; de andere personen worden nog vermist. Er heerscht eene groote paniek in de omgeving. Twee knallen wer- dcb le Bussuui op ongeveer 3 uren af stand onmiddellijk na elkander gihoorden deze waren zoo heving dat eer heer, die aan zijnen lessenaar zat te schrijven, ach teruit schokte. Tier brandspuiten der artil lerie nit Naarden zijn onmiddellijk naar de plaats des onheils vertrokken. Op het terrein der fabriek staan 19 ge bouwen. De ontploffing moet ontstaan zijn in het korrelhuis. Onmiddellijk zag men zware rookwolken opstijgen en stukken hont in de lucht vliegen. Brand is er niet ontstaan. In de ge bouwen waren 5 a 6 werklieden aanwe- De andere gebouwen hebben weinig schade geleden. Ook te Muiden is geen schade van ee- nig belang veroorzaakt, zoodat de ramp niet de afmetingen heeft van die in 1883. De beide dooden waren vaders van tal rijke huisgezinnen. Nader meldt men, dat twee stoven met 150 kilogram buskruit gesprongen zijn. Uit Amerika ontvingen wij de hier- volgende beschrijving van een landstreek waar zeer veel Hollanders wonen en wel Douglas County in Zuid-Dakota. In de dagen dat Nocrd- en Zuid-Dako ta nog behoorden tot de versmade streken en weinigen er aan dachten zich daar met terwoon neder te zetten, werd aan het Zuidelijk deel den naam van veestreek ge- geveu. De eerste bewoners, die zich voorname lijk op den tarwebouw toelegden, begre pen niet dat die naam zoo waar was, eerst later zagen zij in dat met de veeteelthet houden van koeien, schapen, varkens en paarden op groote schaal dubbel zooveel voordoel te behalen was dan met het een voudig landbouwbedrijf, dat zelf veel pro ductiever werd toen het bleek dat corn (maïs) daar uitstekend te verbouwen was. De tat- we is dan ook nu grootendeels opgegeven, men plant maïs of houdt vee, waardoor thans Zuid-Dakota vooral den versmaden uaam koeland met eere draagt. Waar Douglas County gelegen is Douglas County ligt ongeveer 75 mij len van de oostgrens van den staat Jowa en Minnesota, zoodat men op de kaart na kan gaan, dat het met geheel Zuid-Dakota gelegen is in de corn-belt (de landstreek waar de maïs welig tiert.) Hoe de grond er nit ziet Over het algemeen heeft Douglas Coun ty een zacht rollend terrein, er zijn geene bergen le beklimmen, noch modderpoelen te doorwaden. Het land is vrij gemakke lijk te bewerken en is voor den landbou wer een lust voor het oog; voor het boerenbedrijf ziet de streek er uitstekend uit. Het land gaat sterk vooruit De eerste bewoners vestigden zich er voor goed in 1879 en wel zes in getal volgens de volksslelling in 1880. In 1881 82 trokken meerderen daarheen, liet land kwam meer in trek, zoudat in 1887 al het gonvernementsland particuliere ei genaars had gevonden. In 1890 gaf de volksstelling 4800 zielen en hunne bezittingen werden begroot op 1200000 dollars f 3.000.000. Een Ame- rikaansche voorspoed. Overal waar men dan ook het oog laat weiden, ziet men goede huizen flinke stallen, ferme wegen; alles gesticht in nog geen tien jaar, toen was alles woeste- prairiegrend en Uncle Sam de vrij algemeene benaming voor het Staatsbestuur gaf den grond weg die zich maar wilde nederzetten en nu heeft de bodem een waarde van 8 12 dollars per Acre, dat is in Amerikaansche maat te herleideD door 2 ,/2 Acre te nemen voor een Hectare. Dat deze prijs uiet hoog is, blijkt uit het feit, dat verscheidene koo- pers op crediel kans zagen de hoofdsom in een of twee jaren bij goeden oogst af te be talen. Wat er groeit. Er is betrekkelijk weinig natuurlijk hont, om de huizen heeft men voor de schaduw wat hoornen geplant, wat een welvarend aanzien geeft. Hier en daar is behoefte aan water, dat echter overvloedig in den grond op eene diepte van 12 tot 20 voet wordt gevonden, In Armoui City heeft men twee artesische putten geboord ter diepte van 750 voet, eene kostbare onderneming, doch de water- opbrengst is uu zoo groot, dat dit met groot voordeel wordt gebruikt om graan molens en andere machines in beweging te brengen. Hier en daar vindt men kleine meer tjes en beekjes, die water geven voor het land waar zij doorstroomen. De hoedanigheid van den grond komt overeen met de gesteldheid van de goede streken in de corn belt. Zwarten grond vindt men er tot eene diepte van 2 tot 6 voet, deze is zeer vocht- houdend, wat vooral in tijden van droogte uitstekend ter stade komt. Drassig is de grond daarbij niet, na regen kan men we der spoedig aan hel weik. De algemeene weersgesteldheid brengt hier mede, dat men in Douglas County in het voorjaar eerder aan het werk kan gaaD, dan wel in de meer ©osteljk gelegen streken. Wat er verbouwd wordt: Maïs is het hoofdproduct dal men uit zaait, maar de andere graansoorten gedijen hier mede uitstekend, zoomede groetten voor eigen gebiuik. Verschillende soorten vrnchtboomen heeft men met succes hier overgebrachtdeze tuinen geven echter in de eerste jaren zeer veel werk, doch waar ter wereld krijgt men iets zonder veel moeiie. Over het vee. Zooals reeds gezegd, is Douglas Coun ty een uitstekende veestreek. Het land is er, zoover het oog reikt, bedekt met ver schillende grassoorten en wapent men het oog met een verrekijker, zoo zal men tal- looze koppels vee ontdekken, ook knddeD schapen tot 2000 stuks bijeen, 's Zomers heeft het vee overvloedig voeder buiteD, '8 winters wordt met hooi gevoederd, dat naar den tijd en de kwaliteit verhandeld wordt ad H 2 dollars per ton is 1000 kilo. Het vee is over het geheel hier zeer gezondde droge lacht en de getemperde koude brengen daar veel aan toe. Daar de winsten, die gemaakt worden belangrijk zijn, leggen de veehouders zich zeer toe op de verbetering van het vee en zoo kan men verwachten, dat hier weldra een schoone veestapel van edel vee zal wei den. De inwoners. Amerikanen overtreffen in aantal alle natiën, die zich in d:t land gevestigd heb- beD;in het noordwesten vindt men de ne derzetting van wat men hier noemt rilti- Dutchtmen-driftige Hollanders - een scheld naam, die veeleer als een eeretitel is aan te merken, want hel duidt aan dat de Hol landers geducht weten te werken. Er heer scht dan ook bij hun netheid en degelij- ken welvaart, en deze bracht tevredenheid en gelnk. In het noordoosten hebben zich vele Duitschers gevestigd, die ook getoond heb ben in ruime mate te bezitten de volhar ding en de matigheid, hier zoo ruim noo- dig om te kunnen welslagen. De afstam melingen der overige naties wonen verspreid onder de Amerikanen. Bij de Hollanders wordt natuurlijk Hol- landsch gesproken; de Duitschers gebrui ken hun eigen moedertaal, doch wie zijn vee of graan wil verhandelen, dient Eugelsch of Amerikaansch Eugelsch te spreken, want dit is de algemeene taal, die ieder ver staat. Goedkoop land. Dat het land bier nog niet duur is, ligt in de omstandigheid dat in de eerste tij den veel land gekocht werd van den staat Speculanten, die geen plan hadden zelf het boerenbedrijf uit te oetenen, wanneer hun eeD goeden winst geboden wordt, ge ven zij gaarne hun land a(. Zijn echter de groote grondeigenaars op die wijze verdwe nen, dan zal spoedig de waarde van den grond stijgeD, daar men die dan moet los breken uit de handen van hen, die den grond productief wisten te maken. Wie werken wil en kan, voor hen ligt een toe komst nog geen tien jaren geleden was het een ware wildernis en thans is hier een bloeiende streek waar duizenden een ruim bestaan vinden. Niemand denke even wel dat het hier een luilekkerland is, bij langen na niet, zoodat niemand, die elders Diet geleerd heeft wat werken is en dit ook duchtig verstaat beter doet deze stre ken niet te bezoeken. Ten koste van an deren te kunnen leven, daarop behoelt men hier niet te rekenen; misplaatst medelijden dat bestaat hier niet, want een man die flinke handen aan het lijf heeft, vindt o- veral werk en zal na eenige harde jaren getuigen wie wil, die kan in Douglas County vooruit komen. Harrissen Ponglas County, Juli 1893. MICHIEL PLEMP. band met de belastingen. Daarha zal onder de overig., miLder ingrijpen-le amende menten een groote slachting wlt en gericht. Bij de eindstemming o^tr eerste wetontwerp is ren dergelijke s ex menverhonding waarschijnlijk, ais voor e i.mendemeiit-K o 1 k m a n c. s. re'-j f1 natnurlijk in omgekeerden zin. e ie kan de meerderheid voor het ontwerp nog eenigszins grooter worden dan die .gen dat amendement, wanneer namelijk de voorstellers daarvan zich ten slotte bij het ontwerp mochten ntderleggeD. Door den correspondent van de «Zvrol- sche Crt.,« die blijkbaar gelegenheid heeft gehad, achter de schermen te kijken, wordt de horoscoop der Kieswet getrokken. Hij resumeert zijn verwachtingen als volgt De Tweede Kamer zal na vervulling der bestaande vacatures zijn samengesteld uit 51 of 52 liberaleD, 2 of 3 radicalen, 20 anti-revolutionnaiien en 26 Katholie ken. Voor het „groote" amendement- Van derKaayc. s. kan gerekend worden tip de fractie- Van Houten, die 9 a 10 leden sterk is, op ongeveer 20 Katho lieken en misschien 2 h 3 anti-revolntion- nairenin hei geheel alzoo op pl. m. 32 stemmen. Voor het amendement-K o 1 k m a n c. s. stemmen, zoo het niet wordt inge trokken, vermoedelijk, dezelfde leden bo vendien de voorstellers en hun vrienden in den liberalen en in den Katholieken hoek, die echter, voor zoover zij niet tot de voorstanders van het „groote" amendement behooren, in deze zaak gezamenlijk niet meer dan een tiental zullen bedragen. Dit amendement zou dus pl. m. 42 stemmen kunnen verkrijgen. Het Katholieke amen dement van de hh. Vermeulen c. s. (meervoudig kiesrecht) heeft evenmin kans van slagen als het ant—revolutionnaire amendement van de hh. Mackay en Van Alphen (huismaDskiesrecht). Het is te verwachten, dat de Regeering, ra ontvangst van het verslag van 't jongste afdeelingsonderzoek, nit de verschillende amendementen het een en ander zal over nemen, voorzoover dit mogelijk is met behoud van haar beginsel, dat het kies recht thans behoort te worden uitgebreid zcover sis een eerlijke uitlegging der Grondwet toelaat, met afsnijding v»n eiken De blinde klokkenmaker. In het dal tusschen Boden en Lichlen- dal outmoetle iemand onlangs een bejaard man, wiens voorzichtige schreden en ei genaardige houding reeds in de veite de opmerkzaamhtid trokken. Die man heeft nooit het daglicht aan schouwd. Hij werd geboren in dat gedeelte van het Schwarzwald, waaruit jaarlijks duizen den klokken naar alle wereldderlen gezon den worden. Thars woont liij het grootste gedeelte van het jaar te Karlsruhe, ol is op reis, zonder een andere geleide dan zijp staf; en waar hij zich bevindt, houdt hij zich bezig met het herstellen van klokken. Hiervan en van giften van medelijden de menschen leeft hij. Somtijds verricht hij zijn werk op den grond, en het is ver rassend, te zien hoe vlug hij de deelen uit elkander neemt. Stuk vóór stuk on derzoekt hij het en neemt de gebreken weg. Aan zijn tafel gezeten, bust hij, maakt de tappen op, vijlt pennen en alles wat in zijn arbeid kan voorkomen. „Zie", zegt hij bij het ontdekken van een tout, „daarom kon het werk niet loo- pen, maar weldra zal het verholpen zijn, dan moet het weer gaan." Ais bij daarna al de afzonderlijke deelen, evenals hij ze uitgenomen heelt, weer ineenvoegt zou men gtlooven dat een mensch geen oogen noodig heeft, of dat de blinde klokken maker die in zijn vingertoppen heeft zitten. Daarin heeft hij ze eigenlijk ook, want zijn fijn gevoel is zijn oog. Voor de omstanders is het een aller- lervreemdste ervaring iemand, als het donker wordt, zijn arbeid ongestoord te zien voortzetten. Zijn werk wordt daarbij zeer geroemd, en zijn vrcolijkheid kunnen millioenen menschen hem bei ij den. Margaretha hr.d bijna haar achttiende jaar bereikt, toen haar ouders ooideelden dat het voor haar meer dan tijd was, om de kosteD, die een grcct huisgezin mede brengen, te helpen verlichten. Margaretha die niets geleerd had, dan zich op de voor- deeligste wijze te kleeden in ieder ge val een vrouwelijke bezigheid die wel wat waard is, maar waarvoor men niets pleegt te betalen moest iets gaan verdie nen. Goed, maar op welke wijze P Heel eenvoudig, zij kon van haar aar dig gezichtje leven. In alle eer natuurlijk! Zij kon buffetjuffrouw worden, dat is een zeer aangename betrekkingmen zet zich fijn gekapt, achter een elegante toon bank, bekijkt zich nu en dan vergenoegd in den grooten spiegel, die aan den tigen- overgestelden wand hangt, schenkt nu en dan een glas bier of likeur in, legt met een eigenaardige beweging vau de hand, de klontjes suiker op een bakje en laat zich voor 't overige door meer of minder jonge, maar zonder uitzondering vroolijke heeren bewonderen. En daarvoor krijgt men een tractement en zelfs zoo nu en dan geschenken. Zoo stelde haar moeder, een vrouw van veel ondervinding, het benijdenswaardige beroep van buffetjuffrouw voor, en daar een dergelijk leven niet in opstand kwam tegen haar eenmaal gevormde idealen en verwachtingen, die zij in de toekomst ver- wezelijkt hoopte te zien idealen gegrond op de lectuur van een menigte romans ging het meisje bereidwillig in op hetgeen haar ervaren moeder haar voorsloeg. Om het heerlijke, verheven doel te kunnen bereiken, had zij niets anders te doen, als baar doopnaam tegen een weinig beter klinkenden te veranderen. Grietje.klonk dan wel wat plat. Inderdaad, na weinige dagen zag men haar achter de toonbank van een der voornaamste café's zitten, zich welgevallig in den grooten spiegel bekijkend. Zij vul de de glazen, legde de klontjes suiker op de bakjes en liet zich bewonde ren. Zij was ongetwijfeld een aardige ver schijning van wier ronde wangen, de zach te, heerlijke dauw der kinderlijke onschuld oog niet verdwenen was. Daarom had de caféhouder een man van zaken, haar da delijk in dienst gen >meD, niettegenstaande zij verbazend onleesbaar schreef, en in 't optellen van getallen, uit twee cijfers geea bijzondere viugheid aan den dag legde, een kunst, die in de meeste gevallen van buffetjuffrouwen geëischt wordt. Maar de caféhouder kon uitstekend rekenen; hij wist precies, tot op een gulden et een cent, hoeveel het waard was, wanneer een buffeljuffrouw zoo onschuldig lachen kou en zonder behulp van kunstmiddelen kon blozen Men kan zich ongeveer een voorstelling van Elsa's deze poëtische naam had zij aangenomen toestand en van de o- verdieven verwrehtingen, die ze koesterde, vormen, als men verneemt, dat zij na acht degen in de ouderlijke woning te rugkwam. Zij was eenvoudig weggtloopen, zonder, zooals dat behoorde, haar dienst op te zeggen. Zij toonde zich uitermate opgewonden, maai wilde geruimen tijd de reden uiet opge ven vi,er deze handelwijze; eerst op het aanhoudend vragen harer moeder, vertel de zij aarzelend, terwijl zij van schaamte kleurde en tranen van toorn haar over de wangen biggelden, dat zij eeu «cava lier", tegen wien ook de caféhouder niet tegenstaande haar verzoek, haar niet be schermen wilde, op eeö geduchte wijze den mantel had uitgeveegd. In stilte verheugde de moeder zich o- ver de braafheid van haar kind en gaf zich alle moeite voo haar iets in een ander café te vinden, maar in ten meer solied, meer burgerlijk. Waarlijk, het was etn verbazend onvergeeflijke fout geweest, een kind in zoo'n voornaam calé te plaatsen, dat alleen door geblas'.erde heeren en geblaseerde handelslui, die nog erger zijn dan de eerste, werd bezocht. Haar nieuwe betrekking was een ge heel andere, veel solider, veel bnrgelij- ker MargarethaElsa schilderde in uitvoerige brieven om haar ouders te bezoeken had zij geen tijd de hoog achting, die iedereen, van af den heer des huizes, tot den jouslen kellner, haar toedroeg en hoe tevreden zij zich gevoel de. Haar ouders vonden het niet zeer aan genaam, dat men het arme kind zoo wei nig vrijen tijd gaf. In 't eerst schreven zij" dit toe, aan de omstandigheid, dat het meisje niet gemist kon worden. Bij hen gold het als een uitgemaakte zaak, dat «hun Margaretha" door haar schoonheid op de bezoekers van 'tcafe denzeltden in vloed morst nitoefeneu als een magneet op ijzer. Maar het duurde niet lang, of zij moesten zich met een andere verklaring tevreden stellen, daar namelijk het bericht kwam, dat hun dochter op t punt stond «hen gelukkig te maken", want een stam gast, „een hooggeplaatst" beambte, was op nas-r verliefd en zou spoedig bij hen om haar lund komen vra- gen De ouders wachtten geduldig op den aan staanden schoonzoon, dagen, weken, maan den. Maar hij verscheen nitt, wel daaren tegen ontvingen zij een bericht, dat hun oudertrots op de gevoeligste wijze kwetste. Zij warm eenige dagen achtereen trooste loos. Het gebeurde kon echter niet meer ongedaan gemaakt worden. Als burger- menschen, die karakter bezitten, gaven zij aan hun diep gezonken dochter te kennen, dat zij hetrrcht verbeurd had zich hun kind te noemen. Het meisje antwoordde hierop, in eeu bi zonder boetvaardigen en zeer eerbiedigen brief,dat zij niet bang behoefden te zijn dat zij 't hen lastig zou maken. Waarom ook Een oud, rijk heer, eveneens een stamgast had zich op de meest onbaatzuchtige en liefderijke wijze over haar ontfermd, daar haar vroegere «beminde" het beter geoor deeld had, niets meer van zich te doeD hooreD. Van dien tijd af kwam haar naam niet meer over de lippen der ouders, uit wier hart zij reeds lang verdreven was door de sleeds toenemende zorgen, die de ande re kinderen baarden, naarmate zij grooter werden. En eigenlijk, goed overlegd, was de oudste uitstekend „verzorgd" en gold het thans voor alles de «tweede" eeu betrekking te bezorgen. Zij had thans een geschikten leeftijd daarvoor bereikt en daar men vroeger met Margaretha dadelijk geslaagd was bij 't zoeken naar een betrekking, moest deze natuurlijk ook buf fetjuffrouw worden. Nog een omstandigheid droeg daartoe lij. Etc goed cudtrhsrt bewaart toch al tijd nog een zekere liefde voor een kind, zelfs al beeft het zich deze liefde geheel onwaardig getoond. Daarom strekte het hun tot troost, van meerdere personen, die Margaretha gezien haddeD, te vernemen, dat zij er zeer netjes uitzag en zeer veel sieraden droeg. Het moest haar dus wel goed gaan en zij moest zich wel gelukkig gevoelen. Zoo gingen er twee, drie jaren voorbij. De ouders dachten nauwelijks meer aan hun „oudste", het was thaDS de „tweede", die hun levensvreugde vergalde. Zij was bnffetjufrouw geworden met hetzelfde ge volg als haar zusterde daaropvolgende was modiste, de vierde tooneelspeelster en de zoon, de trots der familie, was muzi kant, die van de eene kroeg naar de an dere liep en als de bonte hond in de stad bekend stond. Vreugde beleefden zij van niet één kind en daarom was hun ouderdom een aan eenschakeling van ontgoocheling en treurige verrassingen, die een zeer nadeeligen in vloed hadden op hun maatscbappelijüen welstand. De vader, door de zich op zijn hoofd stapelende schande geheel ternedergedrukt, wierp zich in de armen van dien demon, waarbij alle geestelijkzwakke personen hulp zoekeu voor hun wroeging tn zelfverwijt hij we d een drinker, veronachtzaamde zijn zaak, waarvan hij den achteruitgang even eens aan het „ongeluk" toeschreef, dat hem levenslang achtervolgd had en zonk al dieper en dieper. 'loen hij op zekeren kter na deu nacht weder drinkend en spelend (hij scheen toch nog iets van 't geluk te verwachten) te hebben doorgebracht en in de scheme ring van den langzaam aanbrekenden herfst morgen naar huis wilde sluipen, ontmoette hij eenige van zijn vroegere knechts, die «den ouwen uitnoodigden met hen een afzakkertje" te nemen. Daar hij geen haast had om naar hnis te gaar, werd besloten, naar een klein kioegje te gaan, dat in een goeden roi p stor.d, om het vroolijke gezelschap, dat men daar nooit tevergeefs behoefde te zoe ken. Iedereen zal wel een herberg kenDen waar de gasten verdwijnen in den tabaks- •ook, waar e n benauwde lucht den be zoeker tegenstroomt, waar gezongen eu geLchen wordt, ook niet zelden gevoch ten. In zulk een ruimte, in zulk gezelschap bediend door „dames," werd het kleine lestant van het geld, overgehouden van een zondagsavoudpret verteerd Dc oude man was daar reeds lang aan gewoon. Overmoedig probeerde hij met zijn zachte, bevende stem het straatdeuntje mca te galmen, dat een bizonder «onderhou dend" tafelgezelschap juist aanhief. Een opzichtig gekleede vrouw, met een schoon gelaat waarvan echter de natuur lijke kleur door schmink vervangen was en wier oogen en oogwimpers donkerder waren gekleurd om haar schoonhtid te verhoogen, kwam neuriënd nader en om helsde den grijsaard, die met den rug naar haar toestond. „Zoo, wat is het ouwetje", lachtte zij, „be- taal je voor mij een glas Lier Ik heb zoo'n dorst Zij nijgde zich tot den ouden man om hem te kussen; maar toen zij hem in het ingevalleD, dooi kommer en nood door ploegde gelaat blikte, bestierf de lach op haar lippen, zij uitte een gillenden kreet bedekte het gelaat met beiden handen en wendde zich af. De oude man wankelde achteruit. Een oogenblik staarde hij met wijdge opende oogen als een krankzinnige voor zich nit. Zijn mond bewoog zich op en neer als wilde hij spreken, maar geen geluid werd gehoord en toen stormde hij, de voisten tegen zijn slapen gedrukt, de straat op. Dn gasten vonden dit zeer grappig en de zonderlinge gebaren van den ouden man deden een schaterlach opgaan, waarmede allen instemden. „Dat was bepaald een vroegere beminde van je, Olga, hè?" merkte een klein ke reltje op, wiens hoofd in zijn schouders was weggezonken. Olga wreef zich over het voorhoofd, als wilde zij de herinnering aan dit voorval wegwissche»; toen antwoordde zij op haar ouden, luchtigen, schertsenden toon „Het was mijn vader hij ziet er slechts uit.Maar 't is mijn schuld niet, dat ik buffetjuffrouw geworden ben en fin, spreek er niet meer vanKomaan, geef ine een glas bier, want ik heb dorst Zonder zijn antwooid af te wachtten, haalde zij een glas bier en dronk het zonder op te houden, leeg. Buiten wankelde een grijsaard over de straathij weende als een klein kind. Arbische Stoïcijnen. Een reiziger verhaalt in zijn werk over Soudan het volgende „Een man in Khaitoum nam in mijn bijzijn eene gloeiende kool, strekte zijn been uit en legde met de grootste kalmte de kool op tene wonde. Een witachtige rook steeg op, ik hoorde het knetteren van het verbrande vleesch en rook de sterke vetlucht die zich daarvan verspreidde. Ik sloeg den man gade, hij bleef onbeweeglijk, geen spier in zijn gezicht vertrok, en niet het minste teeken van pijn was te bespeuren. Toen bij eindelijk de kool wegnam, zeide hij tot zijn been „Als je in drie dagen niet genezen bent, snijd ik je af," waarbij lij met zijn dolk een beweging maakte.Ik weet niet, of zijn been die waarschuwing ter harte genomen heeft, want ik heb den man niet wedergezien. Maar ik ben vast overtuigd, dat hij het met dezelfde koel bloedigheid afgesneden zou hebbeD, als hij het zeide." Nog een ander voorbeeld. Een kameel drijver vroeg een vrouw, die voor de deur van haar huis zat, om vuur voor zijn si- garette. De vrouw bracht hem op de bloote hand een gloeiende kool. Hij zou het te genover haar lafhartig gevonden hebben, als hij het haar in onverschilligheid voor pijn niet had afgewonnen. Hij nam dus de kool met de vingers aan, legde die op zijn bloot been, wierp de sigarette, die bij gereed had, op den grond, haalde zijn tabak doos uit zijn zak, en draaide lang" zaam en bedaard een nieuwe, terwjjl zijn vleesch brandde. Toen hij inet de sigarette klaar was, nam hij de kool met zijne vingers op en stak zijne sigarette aan. Daarna wierp hij het vuur tegen den grond, maa te voor de vrouw zijn „salam" en ver*0 g de zijn weg. De influenza begint *ee.^ overal op te dagen. In Hessen heerscht zy veel. Te Alzey zijn heele gezinnen door 0 verradtlijke ziekte aangetast. Niet iedereen weet, dat in Italië de oud ste republiek bestaat van den ganschen aar bodem, een republiek die met Bah® niets te maken heeft en geheel 0DaU 0D lijke wetten bezit. Tweemaal per jaar' 1 April en 1 October heeft de voor staat meest belangrijke gebeurtenis P n. 1. installatie der twee nieuwe cousu wel Wij willen er hier, een en ander zoo uit het verleden, als het heden mede^ee 'eu jej. Vijftien eeuwen geledeo reeds is e ne staat gesticht door San Marino, eQ de stichting aanvankelijk het in j roepen van een zendingspost of 0 district beoogde. Gedurende al die ee B dat Italië door verschillende oor beroering werd gebracht, e°reeki de staatje in rustige rust, tot kraChiig 14 eeuw, toen San Marino „„nblieX genoeg voelde, een onafhankelijke p

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2