Uit en voor de Pers. Gemengd .Nieuws. vallen dan smokkel-, stroop-, en vecht partijtjes met zijn vroegere. Er zat dos niets anders op dan te zien om er oit te ko men. Hij lag met nog een paar anderen, waar onder een Duitscher, in de ziekenzaal en van daaruit zon, volgens het beraamde plan het waagstuk worden uitgevoerd. In den nacht van Zondag op Maandag tijdens den hevigen storm, werden eerst 11 beddelakens van de kribben stsvig aan elkander gebonden, de kachel werd terug geschoven het gat in de schoorsteen wijder gemaakt en Brokken voorop naar bo ven. Aan een dwarsijzer, dat zich boven in den schoorsteen bevond werden de lakens bevestigd en Biokken liet zich naar bene den glijden. Aan het einde van het nage bootste touw gekomeD. bleek dit nog ruim zes M. te kort, doch dit hield den waag hals niet tegen om zich in de gracht neer te plonsen; hij zwom deze over en moest zich eenigen tijd in den omtrek schuilhou den voor een schildwacht. Toen kwam hij door het hondenweer blootshoofd en op zij ne kousen, te 7 uur Maandagochtend in zijn vaderland aan. De Duitscher, die hem was gevolgd, durfde zich niet laten vallen en klom weder nsar boven, doch o, ramp, de terugtocht was hem afgesneden doordat de schoorsteen bij zijn eerste passige erg in het ongereede was geraak!; ze dus maar weer ingepikt. Maandagavond nam Brokken weer deel aan een vechtpartij in de wijk Oerle. De politie, daardoor van zijn tegenwoordig heid verwittigd, trachtte hem Dinsdag op te sporen, daar hij voor dit jaar dienst plichtig is. Hij was echter nergens te vinden. Woensdag kwam hij zich vrijwillig ter secretarie aanmelden. Toen hem de boeisn werden aangelegd vreesde hij voor een uitlevering. Zoodra hem echter verzekerd was, dat hij slechts ter beschikking werd gesteld van Gedepu teerde Staten ter voldoening van zijn dienstplicht, bleek hij zeer te vreden en beweerde, daarvoor ook gekomen te zijn. De vra8g, waar hij Dinsdag was geweest werd beantwoord met een »0, toen ben ik een beetje gaan stroopen Hij was zeer ontevreden orer het gevan genisleven in België en noemde het leven in de „paraplu* te Breda een „heerenle ven*. „Al had ik ook geen lakens gehad, dan had ik me toch nog var. boven neer laten vallen, liever dan daar te blijven, want dan was ik nog liever ka pot Een geval van bloedver- giftiging heeft zich te SLOTEN voorge daan bij een vrouw, die een niet veel be- teekenend wondje aan de hand, onvoor zichtig genoeg, in aanraking bracht met inkt. Al heel spoedig zwol de hand en ver volgens de geheele arm op, zoodat genees kundige hulp hoogst noodig werd, en ook onmiddellijk werd ingeroepen. Daardoor werd gelukkig erger voorkomen, ofschoon een operatie aan den bovenarm niet ach terwege kon blijven. De vrouw wordt nog in het Burgerziekenhuis te Amsterdam verpleegd. Door den burgemeester der Friesche gemeente DANTUMADEEL, is per aanplakbiljet aan de ingezetenen het dringend verzoek gericht, wegens de buiten gewoon sterk toenemende bedelarij voort aan niets meer aan de deur te geven en zulks vol te houden. Te H1NDELOOPEN i s i n den ouderdom van 73 jaar overleden de heer A. Buma, oud-lid der Tweede Kamer en der Provinciale Staten van Friesland, de bekende ijverige voorstander van de droogmaking der Zuiderzee. TeMusselknaalwas het Dinsdagavond zeer rumoerig, waarbij van knuppels eu revolvers werd gebruik ge maakt. Een meisje kreeg een schot in den arm, en een lantaarn werd in de vaart geworpen. als medemenschen deed kennen, die door de armoede gedwongen werden om af te wijken van den weg dier deugden, waar op het ouder het genot van welvaart, zoo gemakkelijk is te gaan en te blij ven gaan. Het is jaren reeds geleden om het zoo uit, te drukken, dat Ds. Koetsveld als hofprediker het oor van het Hof be- heerschte, maar de armoede en al de ellende welke zij brengt, al de verkeer de daden, tot welke zij leidt, zijn geble ven, ja zelfs toegenomen. Ds. Koetsveld's beteekenis als schrijver die zeker niet gering is, bleef beperkt, tot de kringen, welke de letterkundige wereld vormt. Daarbuiten, heeft zijn schrijven geen invloed gehad. Hoezeer hij practisch schreef over het practisch leven, het heeft de harten der philantro- pen niet kunnen vermurwen, het heeft de hoofden der Staatkundigen niet kun nen afbrengen van de meening, dat zij Gods water over Gods akker mogen la ten loopen, dat „laat maar waaien" po litiek, de politiek is voor het practisch leven en dat armenzorg en philantropie, de middelen zijn, waarmee de armen moet worden geholpen. Ds. Koetsveld heeft geschreven en ge predikt voor doove ooren. Had men naar hem geluisterd en naar hem hebben zijne woorden gedaan, dan zou de ar moede in ons land nu niet zoo groot, dan zouden de verkeerde daden niet zoo velen, de gevangenissen in ons land niet zoo vol zijn. Maar men luisterde niet en liet de armoede voortwoekeren, de armen voortleven onder toenemende kwellingen opgeroepen door hunnen nood. Omen was wel weldadig. Men gaf zelfs wel zeer veel aan de armen. Allerwege vermeerderde men de instel lingen van armenzorgplilantropische vereenigingen en comités vormden zich onophoudelijk voor allerlei doeleinden. Men danste en musiceerde en décla- meerde zelfs voor liefdadige doeleinden voor de armen. Maar dat alles baatte niet en kon ook niet baten, want men nam de oorzaken voor de armoede niet weg, men legde er den grondslag niet mede voor wel vaart, men wekce er niet mede op tot eigen krachtinspanning, men lag slechts een pleister op de wonde, die, grooter bleek geworden te zijn, zoodra de eene pleister door een andere vervangen moest worden. Spencer predikte ook tegen deze wijze van helpen en leerde, dat arbeid en de prikkel daartoe kennis moet wor den gegeven. Kennis en arbeid, dat is zelfbewust zijn en het kunnen uitoefenen van de plichten tegenover zijn gezin en tegeno ver de geheele gemeenschap dat is het leven, ook van het zedelijke leven, waar aan niet alleen voor de armen, maar ook voor de hoogere kringen behoefte bestaat. Ds. Koetsveld leerde dit ook, maar het heeft weinig geholpen, want men zorgde niet voor arbeid, men opende de bron van welvaart dus niet. Zoo is het gekomendat de armoede meer en meer om zich heen begon te grijpen en slachtoffers eischte. Zoo is het gekomen, dat men aan den vorm der regeering is gaan wijten, wat slechts geweten moet worden, aan het te weinig begrip van hen, die onder den bestaanden regeeringsvorm, belast zijn met de leiding van den gang van za ken. Zoo is het gekomen, dat men alge meen kiesrecht wil, omdat men inziet, dat de omstandigheden, waaronder de ar men leven, niet, gekend worden omdat men begrijpt, dat de armen zelf beter weten wat tegen armoede moet worden gedaan dan de anderen; omdat men gevoelt, dat het vaderland te gronde zal gaan, wan neer niet ieder in staat is om er kracht tot behoud aan te geven door arbeid die welvaart geeft. Is toeneemde armoede niet altijd de voorbode van het tenietgaan van Sta ten? Men weet dit zeer goed en toch, laat men de beste kracht voor de welvaart de landbouw kwijnen en doet daar door de armoede op het platteland en in de groote steden toenemen. Men weet, tenminste men kan het weten, dat door industrie, eigen handel en scheepvaart moeten teruggaan, en dat door dit alles aan de armoede kracht wordt gegeven om voort te woekeren, ten spijt van alle armenzorg en van alle mo gelijk philantropische instellingen, van de blijvende zoowel als van de tijdelijke. Ds. Koetsveld is heengegaan, maar het leed der armen, wat hij teekende, scherp en juist, is gebleven, is zelfs vermeer derd. Dat leed der armen zal nog groo ter worden, het zal nog toenemen, wanneer- geen krachtige, practische maatregelen zullen worden genomen om de armoede weg te nemen, om ieder arbeid te geven, de omgeving geschetst, Armenzorg, het is reeds meermalen n leven Hii heeft He gebleken, staat zoo goed als machteloos gemaakt aan de verheffing der armen uit hunnen nood en aan het komen tot grootere kracht van het gemeenschaps leven Of mag men ze verloren la'en gaan onder den druk der armoedef Wie zich deze vragen stelt, zal het ongetwjjfeld met ds. Koetsveld eens zijn. dat de armoede zoo weinig ir ons land moet worden, dat ze het bewijs er voor levert, dat de practische zin, de zedelijke kracht en de liefde die gevonden worden onder allen die invloed uitoefenen op den gang van zaken, het gsheele gemeen schapsleven beheerschen en dat die allen er slechts aan denken, om het geluk op te bouwen van allen, wier lot te bepalen aan hunne zorgen is toevertrouwd ge worden. Rolt. E bid. moord t e De dubbele FOXHOL Een krankzinng geworden vrouw te Kalkwijk, gemeente Hoogezand (Gronin gen), vertelde aan ieder, die het hooren wilde, dat haar man betrokken was bij een voor ongeveer 7 jaren gepleegden moord op twee mannen te Foxhol (Gro ningen,) wier lijken toen uit het Kalk- wijksterdiep werden opgehaald. Er werd toen wel aan moord gedacht, doch elke aanwijzing ontbrak destijds. De man dier krankzinnige is nu ge vlucht. Armoede. De onlangs overleden Hofprediker Ds. Koetsveld, heeft tamelijk veel over ar moede geschreven. Hij heeft de armoede, de armen en waarin de armen leven. Hij heeft de philantropie geteekend, zooals die zich ^oenover voortwoekerende armoede, opwerpt tot Armverzorging, zonder op 7 r?e.n weet, nu men hiervan over- tuigd is, mag ook verwacht worden, dat men naar practische middelen zal gaan de hoogte te zijn van de toestanden der armen, zonder hen te leeren kennen, zonder hen en hun leed daarom ook te begrijpen. Yan daar dat zoovelen troosteloos worden weggezonden, vandaar dat door de philantropen zoo licht geloofd wordt dat de armen, die om hulp ko men vragen, die hulp niet verdienen en aan hun lot worden overgelaten. Het ii jaren geleden, dat Ds. Koets veld voor de armen schreef, dat hij hen grijpen. Het mag en kan zoo niet blij ven. In de beelden door Ds. Koetsveld ge schetst, die de armoede doen kennen, leert hij ook den moed der armen en de goedheid van hun hart kennen. Moeten deze hoedanigheden niet beter worden gewaardeerd dan tot nu toe ge daan wordt? Behooren zij niet dienstbaar te worden UitNamen wordt eengeval van struikrooverij bericht, dat herin nert aan vroegere onveilige tijden. Aan den weg van Tirlemont naar Leuven, op ongeveer 300 Meters van i de stad wonen in een klein huisje de echtelieden Bonte met hun kinderen, een meisje van vier jaren en een zuigeling. Bonte is een beambte aan den Staatsspoorweg. Zaterdagavond tegen 11 uur verliet hij het huis voor den nacht dienst, vrouw en kinderen slapende ach terlatende, Tegen half drie des nachts, toen de moeder het kleintje verzorgd had, gevoel de zij zelf dorst en stond op en maak- 1 te zich gereed om de trap af te dalen, ten einde water uit de keuken te gaan halen. Het scheen haar toe, dat er niets bij zonders was, alleen deed de wind de vensters en deuren kraken. Maar op het oogenblik, dat zij weer de deur harer kamer opende om te gaan slapen, voelde zij zich opeens bij den keel grijpen en beneden getrokken. Drie donkere gestalten met zwart ge maakte gezichten waren daar en vorder den geld van haar. Tevergeefs beweerde de vrouw, dat zij geen geld hadden, de bandieten bon den haar met een touw om den hals aan de trap vast, hare handen op den rug en een doek voor den mond, opdat zij niet zou kunnen schreeuwen. „Yoor een dag of veertien hebt ge 300 frans gekregen, die moeten wij heb ben, en we zullen het vinden ook." Een der mannen bleef bij haar, ter wijl de anderen het geheele huis door zochten, waar zij ten slotte het geld ook vonden. Toen gingen zij heen, de vrouw gebonden achter latende. Den geheelen naeht, tot des morgens zeven uur bleef zij in dien toestand half geworgd. Toen eerst vonden de bu eu de buitendeur openstaan en vonden zij haar bewuste loos vastgebonden aan de trap. Men heeft reeds drie mannen gevan gen genomen, het is echter nog onzeker of het de drie schelmen zijn. De heer Xte Weenen be- merkte sedert een paar weken dat zijn zoon, 14 jaar oud, leerling in de gemeen teschool, buitengewoon stil en afgetrok ken was, en zijne gewoonten had gewijzigd; hij bleef dikwijls lang weg na de school in plaats van rechtstreeks naar huis te komen. Om te weten wat er van aan was, onderzocht de heer X. de boeken zijns zoons en vond er verscheidene in cijfer schrift opgestelde briefjes in. Zijn nieuws gierigheid werd hierdoor nog meer ge prikkeld. Hij besloot den jongen bij de eerste gelegenheid te achtervolgen. Dat gebeurde zonder dat de zoon bemerkte, dat hij bespied werd. De vader zag de knaap binnengaan in een huis, waar een schoolkameraad, woonde. Hij wachtte tot hij weer heen ging, om op zijne beurt binnen te gaan. Toen hij aan den heer Y., vader van den anderen knaap, het doel van zijn be zoek had uitgelegd, schoot deze in een luiden lach, maar bij het sterk aandrin gen van den heer X. stemde hij toch toe een onderzoek te doen in de kamer zijns zoons, ook een knaap van 14 jaren, ten einde licht te brengen in het geheim, dat den heer X. verontrustte. Wie beschrijft de verbazing der twee vaders, toen zij in eene kast, behendig verborgen tusschen de kleeren en hoeden, naast papieren geheel met cijferschrift bedekt, een geheel materieel van dyna- mitards vonden: ledige sardinendoozen, flesschen glycerine, een zak met wit poe der, enz. De knaap deed slechts na lange onder vraging bekentenissen. Een tiental schoolkameraden en hij zelf, zeide hij, waren van oordeel, dat een hunner leeraren slechte plaatsen gaf, enz. Zij hadden daarom besloten den leeraar met een bom te laten springen. Zij hadden gezworen, dat hij die het geheim zou bekend maken, ter dood zou gebracht worden. De aanslag moest bin nen eenige dagen uitgevoerd worden. Zoo men wel denken kan, maakt die zaak veel opschudding in Weenen. „Onze gezondheid en hoe men die het best kan bewaren." Yersche lucht is voor den mensch veel gewichtiger dan voedsel, hetgeen voor een ieder duidelijk is, wanneer hij slechts nagaat dat men 5 dagen zonder voedsel kan leven, doch zonder versche lucht te zijn zou 10 minuten reeds te lang zijn, en toch ziet men over het algemeen, dat de menschen bang zijn voor versche lucht. Een volwassen peisoon ademt 18 maal per minuut d i. 1080 maal per uur of I 26000 maal per dag en als wij nu we- ten, dat wij bij iedere ademhaling een liter lucht tot ons nemen, dan ontvan gen wij ook 26000 liter versche lucht per dag. Als nu een 200ste deel dezer lucht slecht is, dan is zij voor ons on geschikt. Een brandende kaars heeft zooveel lucht noodig als een mensch, een petroleum vlam 2 maal zooveel eu een gasvlam 3 maal zooveel. Wanneer wij ons dan een kamer voorstellen met een flink bran dende kachel, eenige gas- of petroleum- pitten, soms nog een petroleumkooktoe- stel, en daarbij nog eenige personen, dan kan men begrijpen welk een aanvoer van versche lucht noodig is; om in zulk een kamer goede lucht te hebben, dan dient er steeds een raam open te .staan. In onze slaapkamer is het nog slim mer, overdag, ja, dan wordt er flink ge lucht, maar zoo spoedig wjj naar bed gaan worden de ramen zorgvuldig gesloten. Wij vertoeven ongeveer acht uur of langer te bed, dat is: een derde van ons leven, stellen wij onze gezondheid door ons eigen toedoen in de waagschaal. Ook des nachts moest in onze slaap- vrije toegang worden gegeven aan de bui tenlucht, want verkoudheid, bronchites enz. ontstaan niet door versche maar door bedorven lucht. Des zomers zijn wij veel buiten en houden velen hun ramen open, en toch hoort men dan minder van dergelijke ziekten dan des winters, wanneer wij alles zooveel mogelijk sluiten. De neus is het orgaan, waardoor de ademhaling moet geschieden; door den mond ademen, kan ons zeer veel kwaad berokkenen. Onze bevolking bestaat voor 15 of 20 pet. uit teringlijders, deze lijders spuwen hun slijm op de straat, waar het verdroogt en door den wind wordt voortgedreven; de teringbaccillen echter, welke in die uitwerpselen voorkomen, zijn zeer taai, en kunnen zelfs twee jaren leven. Ade men wij nu door den mond, dan is het zeer verklaarbaar, dat wij blootstaan der gelijke baccillen en ander vuil in te ade men, die in onze longen terecht komen, waaruit zij niet meer te verwijderen zijn terwijl zij, bij het ademhalen door den neus, door de daarin aanwezige haar tjes en kleverig vocht worden tegengehou den. Ieder zorge steeds de melk te koken, daar het gebleken is, dat 15 pCt. van ons vee aan parelziekte lijdende is, welke ziek te dezelfde is als tering. In koffie en thee zit niet het minste voedsel, doch een zeer schadelijk zenuw vergif, als de zoogenaamde cafeïne en theaïne, welke de pepsine van het maag sap neerslaat. Yooral zenuwachtige men- schenwoidt het gebruik dezer dranken ont raden en daarvoor moeten zij cacao gebrui ken of melk, welker voedende bestand- deelen oneindig grooter zijn. De sterke drank, welke ook in ons land zooveleoffe rs eischt, staat gelijk met Prui sisch zuur, opium en kwikzilver, die meest alleen bij apothekers verkrijgbaar zijn. In den Fransch-Duitschen oorlog is ge bleken, dat de gewonde militairen die misbruik maakten van sterken drank, veel minder herstelden, dan zij die daarvan geen gebruik maakten. De Italiaansche spoor wegramp. Over het spoorwegongeluk bij Limito, wordt het voigei.de bericht Behalve de op de locomotief volgen de waggon derde klasse werden tenge volge der gasontploffing ook waggons le en 2de klasse evenals een Pullman slaapwagen door het vuur aangetast, waarbij zich ontzettende tooneelen voor deden, die zelfs de stoutste fantasie ver beneden zich laten. Toen de slaapwag- uon in brand geraakt was, beproefde een Duitsche reiziger met de kracht der wanhoop door 't raampje te springen. Zijn beide beenen zaten echter vastgeklemd zoodat de pogingen van enkele Italaan- sche officieren om den man uit zijn vreeselijken toestand te redden, volko men vergeefsch waren en de ongelukki ge levend verbrandde, zonder dat men iets tot zijn redding doen kon. De aan blik was zoo ontzettend, dat een oog getuige zich de haren uit het hoofd trok, dat hij zjjn revolver vergeten had, om met een kogel aan het lijden van den ongelukkige een einde te maken. Uit een brandenden waggon le klasse kon niet dan met gevaar voor eigen le ven een dame gered worden, die haar kind van 7 maanden in de armen hield. De vrouw was ongedeerd, het kind ech ter was de schedel gespleten. Toen de ongelukkige moeder dit zag, viel zij in onmacht neder, maar zij stond onmiddellijk weder op en liep waanzin nig lachend met het lijk van haar kind op den arm weg, het wijde veld in. Zij is nog niet teruggezien.Ofschoon de gendar- mesware wonderen verrichtten, moesten zij dozijnen van menschen ten prooi laten aan een vreeseljjken dood, daar zij den ongelukkigen, die tusschen de verbrijzel de waggons waren vastgeklemd, onmo gelijk te hulp konden komen. Vele per sonen werden met strikken, die men hun had toegeworpen, uit de vlammenzee ge haald; de meesten hadden zware brand wonden bekomen. Onder de geredden be vindt zich ook de bekende Fransche zanger es Lisa 1' raudin, die met een wonde aan het hoofd er af kwam, maar die al haar geld 80.000 gulden bij de ramp iuschoot. Uit een waggon derde klasse kon den van de 47 slechts 2 gered w orden, den anderen ongelukkigen was bekneld tusschen de verbrijzelde waggon- deelen, een langzame maar »,.l dood beschoren. Het getal ,ere T grooter dan aanvankelijk yj' Een late- bericht uit Milaan 7,?* **i' van Limito afligt, meldt da, öie: gons en twee locomotieven en dat de brand nog niet «S!? Ven*Ü sr Milaan z,j„ ,(f J lijken getransporteerd. De w eQ U klasse waarin 45 menschen r<,g.S°n 3» was gevuld met landverhuizer-" ao>1 merika. Oorzaak van het ongelnt"3®' A- gelegen te zijn in de dikke* miït door de machinisten de skn«l«„ *»*r. kend hebben. niet Gevaarlijk. De zestienjarige zoon van een Ie Berlijn werd rlez-i week a|g ''t-, van een overdreven kunstmakerii' "tl' ge man, die lid is van een athll', - wilde, Ier gelegenheid van zijn zijn vrienden en bekenden eens wat hij wel bij machte wasTed beweerde in staat te zijn een vrienden, die op een tafel zat achter elkander met de tanden' i °!5- vertrek te dragen. Men beweerde T 'Cet onmogelijk was en na wedde hj gulden. Deze weddenschap werd °ra eu op 't volgende oogenblik ge man het kunststuk. Dm eersten J n' door de kamer volbracht hij j 0ID»M° verbazing van de aanwezigen,' zeer loen bn ecüter den sIM- Toen bij echter den tweeden m begon te maken en jaist met tafef°°ï persoon een hoek om moest, zonk hii «i? sehng meen en baadde in zijn bloed.ft bleek thans, dat de bijna geheel uit verband gerukte kaak was gebroken de long gescheurd was. De jon»e stierf, vóór nog een geneesheer tijd «u had, hem te komen bijstaan. Hongerdood vaneen kob. stenaar Eenige dagen geleden werd meld, dat de beeldhouwer Leo Sest Ier te Neupest aan hongertyphus gestorven was. Zijn talent was inderdaad buiten» woon en de Hongaarsche hoofdstad isb® menig fraai beeldhouwwerk verschuldigd.k 't begin van 70 kwam Seszler naar Bu'dj. pest, waar hij de staluen aan den gerij van het gebouw voor kunsten en weten, schappen uitvoerde; hij kreeg til van op drachten. In de laatste jaren ging Sesd# hard achteruit. Hij verloor eeu oog, j( commissies bleven uit en hij gaf zich om aan den drank. In een armoedige woning te Neupest trok hij zich terug en met ziji twee jonge kinderen, sleepte hij daar een rampzalig bestaan voort. Hij was te trotech om aalmoezen te bedelen en zoo verdween het een na het ander in de bank van lee ning. Eenige weken geleden werd Seszler op het ziekbed geworpen en zijn echlge- uoote moest de kussens onder zijn hoofd verknopen om aan eten voor de kinderen te komen. Seszler nam geen voedsel tot zich omdat hij zijn gezin niet lekort wilde doen en zoo stierf hij den hongerdood. Een som van 60 gulden, hem door eenige col lega's toegezonden, kwam te laat om den ongelukkige nog te redden. Zijn einde ii des te treuriger, daar Seszler schatrijke bloedverwanten had. PLAATSELIJK NIEUWS. Schagen 2 Dec. 189S. De lieer D. de Vroomen, stelde ons in de gelegenheid, Donderdag jl kennis te maken met de echtgenooten Hardlooperbenevens den heer v. d. Wtrf. Wat wij van deze artisten hoorder- ren voor een groot deel voordrachten nil den oudsn doos en daardoor zeker min der amusant. De vertolking echter was au goede handen toevertrouwd. De heer v. d. Werf veroorloove ons dt opmerking, dat men op een avondje als Drnderdag niet die stilte kan noch ma? eisch n, waarop hij aanspraak meende U mogen maken, met het goed voorgedrag Ylaggenlied. Zelfs het heiligste verlies' zijn waarde, wanneer men het op een ver keerde plaats en tijd vertoont. Mochten wij ons maanden in eeD^" lukkigen gezondheidstoestand verheugen t schijnt wel dat er thans eene ernst ie* kentering op til is. Op deOpenb.« Scho il ontbraken Vrijdag j.1. ee" zes tal kiudereu wegens ziekte en de zigen toonden door een aanhouden ten en kuchen en mezen, dat de *-■ Novemberdagen, hun ook niet w e kleeren staken. Sedert de Roosuitg^loeid tonJ D.D. den dood door Reje. in onze gemeente geen w®'* rijkerskamer. Eenige jonge JeI thans weder het plau °P^eïl\ te genoemde kamers uit de assct^emeenen I verrijzen en willen zich bij den a - Bte| kuuststroom, die thans door onze 8 vloeit, aan de uiterlijke welspre wijden. De schoolmeester heeft iifl Een paard is er tiaar zijn ugfcaN der dan zijn staart. Hadde i humorist den 30 November_va 1893 de Schager PaardenTt kunnen bezoeken, hij z°u z',^r tegenovergestelde beweerd be ixn Zelden is men zeker in de U^iild geweest, eene zoo uitgelezen 1pn-1 knollen bij elkander te zien a s y denmaikt aanbood, een paar ex- I geheel gelaten. „llefffi»'-'! Dat er weinig ha'.del in <h f(J was, is licht te begrijpen. Wou n kocht werd was vcor de ®lac te0 staart gebonden verlieten de '"l ejjeJS avonds weer onze gemeente, o

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2