Alitieei Nitiffs-, Mmtïilil- Lil ilal. (MIG BLOED. Zondag 10 December 1893. 37ste Jaargang No. 2785. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTEXTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: 8CHAOBI, I.aanII 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.26iedere regel meer Bet Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Zij, die zich nu op ons blad ABONNEEREN, ont vangen de lot Januari ver schijnende nummers gratis, Binnenlaudseh Nieuws. Roman van HERMAN HEIBERG. De Red. G e d u r en de de laatste da- gen zijn te CALLANTSOOG uit de Noord zee aangespoeld 3 zwemboeien, achtereen volgens gemerkt Vigilantie L. F. No. 601. 8. S. Cambria-Grimsby. Lilian Maud-Hull. alsmede eeDig nieuw bout, bestaande in een ruim 100-tal balkjes, eenige ellens en een partij schroten, de laatste voorzien van een verschillend merkvoorts een scheepstrap met 23 treden, en een vat meel. De school aan de KERK BUURT, gemeente Haringcarspel welke dezen zomer reeds gedurende zes weken gesloten is geweest, wegens rood vonk ten bnize van het hoofd der school, is nu weder gesloten omdat daar mazelen uitgebroken zijn. De school in 't WAAR LAND is ook al om dezelfde reden geslo ten geweest en de laatste dagen neemt het aantal te Dirkshorn school gaande kin deren van dag tot dag af, zoodat reeds bijna de helft afwezig is wegens maze len. Over het al gemeen zijn de prijzen der LANGEDIJKER groenten den laatsten tijd laag en het is niet waarschijn lijk, dat daarin spoedig verbetering zal komen. De oorzaak van dezen toestand zit grootendeels in de hoeveelheid geteelde groenten. Ieder bouwer wil gaarne een deel van de hand doen, waardoor de aanbieding de vraag overtreft en dien ten gevolge de prijzen laag blijven. Voor uitstekende kwa liteit wordt tegenwoordig wel veel geld ge boden, maar onder voorwaarde, dat de ver- FEUILLETON. kooper zijne kool tot Maart '94 in zijne bergplaats moet bewaren en onderhouden. Dit is echter voor velen eene haast on aannemelijke voorwaarde, want het onder houden der kool in den winter kost veel aag arbeidsloon. Op het veld is geen roode kool aanwezigalles is in de schuren ge bracht, die door stroo— of houtbeschieting voor de koude gevrijwaard zijn. Bij zeer stren ge koude moet men de kool met kleeden of stroo »dekken*. De hoeveelheid witte kool, die nog op het veld staat, is voor het groot ste deel in rottenden toestan 1 en heeft der halve voor den handel geen waarde. Ze wordt dan ook alleen voor mest gohrnikt. De gele kool, die beter tegen de kou de. bestand is dan de roode, bewaart men bij de huizen. De meeste bouwers laten ze den geheelen wintel daar liggen en be dekken ze alleen bij zeer strenge koude met wat stroo, kleeden of sneeuw. Een ander soort gele kool, de zoogenaamde taaie gele, blijft den geheelen winter op het veld staan. Van4de hevigste vorst heeft de ze kool hoegenaamd niet te lijden - mits ze maar droog blijft. Dag aan dag ziet men den Langedijker bouwer tegenwoordig met paard, ploeg en spade naar zijne akkers gaan om die voor het volgende voorjaar in gereedheid te brengen. Overgebleven struiken, koolbla deren, en achtergebleven kool worden on- dergeploegd om als mest te dienen. Als de vorst geen ijsbanen maakt en dos het water om de akkers open blijft, heeft de Langedijker arbeider van du af den ge heelen winter werk met modder op de ak kers te brengen, enz. Hij heeft dus niet te klagen, want het loon is goed, zeiden we reeds voor een paar weken en de werktijd niet te lang. Woensdagnacht brakdoor een onbekende oorzsak brand nit in de boerenwoning te ANNA-PAULOWNA- POLDER, bewoond door D. Op 't Veld. De bewoners, die allen sliepen, konden zich slechts in der haast redden. Niets dan eenige geldswaarde en liet vee is ge red. Alles was verzekerd. Te ZUIDBROEK werd (Vertalingsrecht verzekerd.) 13. Terwijl Felix von Bendler met Ruih wan delde, bad mevrouw von Bendler een onder hond met haren zoon Franz, in diens nieo- we woning. Juist dat is beslissend, dat ik geene wel daden van iemand wil, dia Kurlaud heet!" zeide eindelijk mevrouw von Bendler na een lang onderhoud met Franz. .Edmund Kurland vergat zich tegenover mijne zuster op on gehoorde wijze; hij verloofde zich met haar, trok zich later onder een nietig voorwend sel terug. Ook uwe grootouders braken dien tengevolge elke betrekking met hem af, want de wjjze, opwelke hij de verbintenis verbrak bij gaf karakterverschil als boo'dreden voor, terwijl toen reeds het gerucht ging, dat hij zich met een ander verbonden had was, daar bij baar niets verwijten kon, eene onvergetelijke beleediging, ja, eene schaam teloosheid, Ik kan er geen andere uitdruk king voor vinden. Ik zou denken, dat deze mededeeling van die geschiedenis u vol doende moest zijn!" eindigde mevrouw von Bendler, terwijl zij een koelen blik wierp op haren zoon, daar zij zag dat hare woorden niet de gewenschte uitwerking hadden. „Neen, mama, ik kan mij bij uwe opvat ting niet neerleggen. Kurland deed u niets; bij spreekt altijd met de meeste achtÏDg over n, en ik denk nadat gij mij die teilen hebt medegedeeld, schijnt het mij toe zeker heid fe zijn dat hij zooveel in zijn ver mogen is, wil goed maken, wat bij jegens mijne overleden tante misdeed. Daar hij weet hoe zwaar uw lot is, beschouwt bij het voor zich als een plicht van eer, u uw lot te vergemakkelijken; naar zijne krachten geeft hij zich moeite, een krachtig vriend te zijn voor de kinderen der vrouw, wier zuster hij eens een teleurstelling moest bereiden, ik kan mij niet voorstellen dat de schuld hem alleen treft; ik acht dezen man tot een on edele handeling niet in staat. Zeker weet hij ook ook niet, dat gij jegens hem zulke vijandige gevoelens koestert, want voor zoo ver ik zijn karkater ken, zou in dat geval de kiescheid hem weerhouden hebben, mij een dergelijk aanbed te doen. Zeg zelve, mama, jg het rechtvaardig, hem voor een eenmaal begane dwaasheid in de keuze eener vrouw, nu nog te laten boeten?" „Gij zoudt dit niet vragen, wanneer gij mijn trots, mijn gevoel van eigenwaarde be zat. Bij u bebeerscht bet egoïsme alles, de zucht naar een rijk leven! Eerst komt gij, daarna de betere gevoelens van uw karakter, of liever, die melden zich wel dadelijk aan, maar uw egoïsme verstikt baar. Wat betee- kent het prul, hetwelk bij u aanbiedt? Geld? Dat is bet lokaas van den duivel. Wees toch een man, verover u door vlijt en vol harding positie en vermogen; verlaat u niet op anderen, steek nog minder de hand nit naar rijke aalmoezen, temeer daar zij voor u, die zeer hangt aan een weelderig leven, het grootste gevaar meebrengen. In zulk een weelde en overvloed niet te gronde gaan daar toe worden karakters vereischt sterker daD het uwe. Gij moet u zeiven eeus aan het ver stand brengen, wie gij zijt, en gij moogt zelf niet de gelegenheden opzoeken, welke uwe zwakheden nog zullen doen toe nemen, maar gij moet die uit den weg gaanl De geheele zaak heeft onbetwistbaar het we zen van een luim, een gril; maar zij is niet de vrucht van rijp overleg. De Kurlands vervallen altijd in avontuurlijke ideeën en met geen gunstigen uitslag! Wat beteekent nu dit gelorccerde aanbod? „De dingen dezer wereld worden toch steeds datgene, wat wij er van maken, mama 1" bracht Franz wijsgeerig in het midden. „Gij bestempelt iets met dcc naam van luim eu opdringen], wat mij toeschijnt alleen uit edel moedigheid voort te spruiten. En tot de zaak zelve mij bepalende: waarom zou ik dan juist bepaald moeten struikelen, wanneer een be schermer mij de middelen ter beschikking stelt, de wereld te leeren kennen?" „Ondervinding doet men op in den loop vsd de jaren, en wijsheid en gematigdheid ontspruiten aan dtn nood, met aan den o- vervloed antwoordde mevrouw von Bend ler kortaf. „Ik zie, dat gij niet naar raad luisteren wilt, en ook niet genegen zijt, op mijne wenschen acht te slaan. Gjj zijt de zelfde gebleven, die gij reeds als knaap waart. Rijk begaafd door de naiuur, be kwaam tot alles, zijt gij toch een egoïst, die zijn gemak en weelde boven alles stelt, boven liefde, achting en eerbied—" „Genoeg, genoeg, mama!" riep Franz von Bendler diep getroffen uit. „Ja, ik ben een mensch met gebreken, maar ik ben niet znlk een karakterloos exemplaar, niet zulk een afschuwelijk egoïst, als gij mij uittee- kent. Maar steeds moest ik achterstaan reeds van mijn jeugd af! Felix, de zachte, vleiende kluizenaar, die was uw afgod. En dat is zoo gebleven. Uw liefde tot bem was zacht, teeder, vergevingsgezind voor mij j waart gij hardvochtig, ongeduldig, dikwijls eenige dagen geleden het lijk van een ongeveer twintigjarig meisje uit het water opgehaald. Wijl niemand wist wie de on gelukkige was, werd het lijk in het daar voor bestemde gebouw gebracht. Nadat het gereingd was, werd het gezicht meer normaal en kreeg mëh hoop het te zullen herkennen. Dit nieuws verspreidde zich als een loopend vuurtje door de plaats. Den volgenden morgen vond men het slot verbroken en het gezicht vaD het ver dronken meisje door wonden geheel onken baar gemaakt. Het is tot dnsver niet ge bleken wie deze wandaad gepleegd heeft. H e i d e-o ntginning! De heeren Van Ogtrop en Waterschoot vau der Gracht te Amsterdam in veree- niging met den heer A. Ledeboer te En schedé, hebben door bemiddeling van de Nederlaudsche Heidemaatschappij, ruim 424 H. A. heidegrond aangekocht, om te worden ontginnen tot bosch en weiden. In dit jaar zijn op de gronden vau de heeren Van Ogtrop en Waterschoot van der Gracht, mede onder Bakel gelegen, ongeveer 80 H. A., in ontginning ge bracht onder leiding van genoemde maat schappij, waardoor aan tal van nijvere arbeiders werk is verschaft en bij voort during verschaft kan worden. Geen wonder dan ook, dat deze nieuwe aankoop door gemelde heeren met gejuich werd begroet door de arbeiders nit die streken, daar niet alleen aan hen werk verschaft wordt, doch ook een oppervlakte van p. m. 1200 H. A. nu nog woeste heide, langzamerhand iu vruchtdragenden grond zal worden herschapen. Moge dit vooibeeld velen tot navolging nopen Werkeloosheid. Dezer dagen had te AMSTERDAM een vergadering plaats van burgemeesters en secretarissen in Noord-Holland, waarop besproken is de vraag„hoe de gemeen te besturen te handelen hebben bij even- tueele aanvraag om werk, gedurende den aanstaanden winter De burgemeester van Haarlem, jhr. mr. J. W. G. Boreel vau Hogelanden, leid de het onderwerp in en gal een zeer be langrijk referaat over dit onderwerp. Vele leden namen aan de bespreking deel. De vergadering kwam ten slotte tot de slot som, dat de gemeentekas voor de bestrij ding der werkloosheid niet mag worden aangesproken. Wel echter achtte men het algemeen den plicht der burgemeesters, hulp te verleenen, door b.v. commissiën in't leven te roepen. Sedert eenige dagen zijn te AMSTERDAM valsche muntbiljetten in omloop. Zij zijn van de echte te onder scheiden door eene meer blauwe tintvoorts dragen zij het jaartal 1892 met de handteekening Beaufort, als minister van financiën (in welk jaar de heer Pierson reeds als zoodanig was opgetreden). Ein delijk ontbreekt het watermerk. U.D Bij een teZierikzee gehou den verkooping van roerende goederen, in beslag geuonten wegens onvoldane Rijksbe lastingwas de totale opbrengst f 1.50; een kar op veeren werd verkocht voor de som van 25 cents. De heer Land, lid derTwee- de Kamer is ernstig ongesteld. Te N.SC II OONE BE EK (Dr) verbood een vrouw haar 15—jarigen zoon het doen van een boodschap. De jongen ging daaTop naar den zolder en hing zich op. Cholera te GOUDA! Maandagavond is te Gouda opnieuw een geval van Aziatische—cholera geconstateerd bij vrouw J., in de Walesteeg. De lijde- res, die in hare woning verpleegd werd, is Dinsdagmorgen te 6 uur aan de ziekte bezweken. Het huis staat onder toezicht der politie. De huisgenoolen zijn naar het s f zonderingslokaal in de Korte Akkeren gebracht. Tevens wordt nog gemeldt dat een man aan de cholera is overleden. De Drankduivel. Men schrijft uit LEEUWARDEN: Toen tengevolge vau den sneeuwstorm van Vrijdag.1.1, de strateB Zaterdagmorgen vol zelfs liefdeloos. Zet daarom ook een deel dier schuld op rekeningen van awe beschou wingen. Gjj ziet mijn beeld in een spiegel, die bekrast en beduimeld is wilt gij Felix' beeld zoeken, dan ig er geen vlekje in den weg. Toen ik Karland's aanbod aan nam, was mijne eerste gedachte, dat ik daar door u kon helpen, door een groot deel van mijn jaargeld aan u af te staan. Dat zou dan tevens aan Felix ten goedo komen. Ik ben van plan te arbeiden, mij met nattige zaken bezig te houden, maar ook ik ben jong en levenslustig de vreugde van bet leven te genieten. Is dat dan zoo verwerpe lijk Ik herhaal: gij stelt uwe opvatting daartegenover, en daardoor krijgt het mjj aangebodene een verwerpelijk karakter. Fei telijk heeft hier niets anders plaats, dan dat ik voor een bescheiden wissel, waar mede de mecsten zich moeten behelpen, een grooteren inruil, en, waDneer ik goed op mijzelven pas, mij daardoor de kans verschaf, later een onbezorgd leven te leiden. Wil dat niet ieder Is dat niet het streven van alle menschen „Ik wil niet meer redoneeren", antwoord de zijn mosder. „Door hetgeen ik gezegd heb, weerlegde ik reeds uwe mooi ge- teekendo beschonwing. Ik spreek ook niet tengevolge van een gril of luim, maar op grond der door n medegedeelde feiten. Ja, mij ne liefde nit zich anders tegenover u dan tegen over uw broeder, maar zij heeft denzelfden oorsprong en dezelfde kracht. Het vurig verlangen, n golukkig te maken, leidde al tijd mijne schreden. Dien God lief heeft, kastijdt hij. Maar om tot een einde te ko men dwingen kan ik u niet, zooals vroeger, toen gjj nog een kind, nog onmondig waart. Ik heb nu niets anders te doen, dan te zeggen Ik smesk u, zie er van af om mjjnent en uwentwille! Maar daar gjj op mijne wen schen geen acht slaat, blijft mjj niets anders over, dan heen te gaan." En „adieu*!* klonk het kort en koud, en de vrouw giog been, alsof zij een zaak had afge daan. Franz aarzelde een oogenblik. Brandende tranen sprongen bem in de oogen zijn ziel beefde. Hij wilde haar nasnellen, haar smee- ken, niet zoo van hem te gaan, ja hjj zou er toch afstand van doen, als zjj het nog ver langde. Maar daar herinnerde hjj baar oonatuur- Ijjk koel gelaateen jjskorst sloeg om zijn hart, en de hand, weike reeds op de deur knop gelegd was, viel slap te rug. Toen mevrouw von Bendler in haar hotel terugkeerde, snelde Felix, dia in haar ka mer op haar gewacht bad, met alle gebaren van v reugde haar tegemoethij kostte haar, geljjk hjj dat gewoon was sedert zijn jon gensjaren, en zjjn eersto vraag gold het bezoek aan Franz. „Het i8, gelijk ik vermoedde, mjjn kind 1" zeide zjj; een diep leedwezen sprak uit hara houding. De vrouw scheen veranderd, nu zjj stond tegenover den zoon, dien zjj lief had. Met bem was zjj zacht, teeder, bjjna san bem ondergeschikt, en steeds was haar blik met eene uitdrukking van inni ge liefde op hem gericht. Hjj was haar al les maar ook het eenige in de wereld, waaraan zij, de eenzame, zich vastklem de. Zjj was trots op hem. Zjjae rechtschapen denkwjjze, zjjn onbaatzuchtigheid, zjjn edel hart en zjjoe inschikkelijkheid tegeno ver haar, maakten op haar diepen in druk. Anders ernstig en afgemeten, en bjj alle welwillendheid en waardeering van het waar achtig goedo somtijds ruw, dikwijls koel o- verwegend in den omgaDg met anderen, was zij in de stad, in welke zjj leefde, wel hoog geacht, maar niet bemind. Heden moest zjj eens vrij uitweenen. Hier verloor de etiqette haar macht. Felix liefkoosde zjjn moeder en had inoig medelijden met haar smart. „Mjjn beste, lieve mama!" zeide hjj troos tend. „Zie toch niet zoo bedroefd. Ik weet, dat Franz u harteljjk lief beeft, al verstaat gij elkander nu altijd niet. En al deel ik ook volkomen uwe meening, dat het beter ware, dat hjj den langen, moeielijken weg ging, ik heb toch hoop, dat hjj niet moreel ten gronde zal gaan. Ten slotte zal hjj toch weten, wat hjj aan zicbzelven is verschul digd, reeds uit Heide voor u 1 Het is waar; dat hjj uw ten volle gerechtigd zelfbewustzijn niet hooger acht, betreur ik, evenzeer als ik in velerlei Franz niet begtjjp. Bij kan somtijds zoo achteloos zjjn, dat men zou denken, dat er een ander mensch in hem gevaren is. Maar nu, beste mama, vertel na eerst hoe alles is gebeurd," eindigde Felix, en nadat mevrouw von Bendler hem uitvoerig haar onderhoud met Franz had medegedeeld, kwam Felix in de gelegen heid zjjn hartsg.heim ter sprake te bren gen. Zeker vond hjj, nadat hjj goëindigd had, niet .geheel dat, wat bjj verwacht had. „Waart gij over een paar jaar zoo ver, dat gjj een vrouw zondt kannen onderhon den, ik geloof, dat ik mjj geen meisje zon kunnen denken, dat mij als schoondochter meer aangenaam zon zjjn. De indruk, welken ik van haar heb ontvangen, is de gunstig ste, welken men kan verwachten, en ik vind haar bovendien buitengewoon schoon. Maar, mjjn beste jongen, zooals de zaken nu sneeuw lagen, zette het Gemeentebestuur een groot aantal werkekoïju aan In t op ruimen, zoodat 's namiddags om vijf uur althans de hoofdstraten, de drukste ver keerswegen en de Singels om de stad, vrij goed begaanbaar warer. Helaas als andere jaren, deed zich weer het verschijnsel voor, dat een zeer belang rijk deel van het verdiende geld niet kwam fsn goede der vrouwen en kinderen van de ^sneeuwscheppers", maar dat de kroeg houder daarmee ging strijken. Be arbei ders kroegen vierden Zaterdagavond feest. 't as of de lui bevreesd wareD, dat Leeuwarden zijn roem, van jiarlijks 17 a 18 L. gedistilleerd per hoofd te gebruiken over '93 .niet zou handhaven, dat de één millioen gnlden aan jenever per j»ar weg gegooid niet vol zou komen, zóó dronk men. Het is inderdaad ergerlijk, de diepste armoede zoo vaak met drankzucht en de gevolgen van dien gepaard te zien gaan. nfNn eet menig gezin morgen toch weer eens wat beter", hoorde ik Zaterdag zeg gen. Ik vrees, dat dat menig in enkele zal moeten worden veranderd. Nu wordt in een ingezonden stuk in de L. Ct. aangeraden, het loon d. g. gelegen heden in het vervolg uit te keeren in bom voor eetwaren, enz. Het ware te wenschen, dat deze maat regel zou helpen. MaarHet gebeurde meermalen, dat uitgedeelde eetwaren wer den verkocht, om jenevercenten te krijgen. Dat gevaar blijft bestaan, als men bons geelt. In elk geval, hij verdient een ffhemel*, die een middel weel te vinden, om aan het drinken zooal geen einde, dan toch eenige perk en paal te stellen. Te WADDINGSVEEN is een jongen van tien jaar aan cholera ge storven. In verschillende gemee n— ten neemt de influenza in de laatsten tijd toe. Uit BORCULO meldt men dat daar in vele huisgezinnen 2 tl 3 personen ziek zijn, terwijl Dij oude en zwakke menschen vele sterfgevallen voorkomen. In Ruurloo werden in de vorige week man en vrouw uit één huisgezin op één dag begraven. staan, komt mjj uwe verhouding, noch voor u, noch voor haar gewenscht voor. Zulke lan- go verlovingen eischen zeldzame karakter- eigeuschappen, en de kwelling, elkaar slechts gedeeltelijk te bezitten, wordt ten langen leste onverdrageljjk." „Ik zal trachten, spoedig een voordeelige betrekking te krjjgen, mama. Na het exa men hang ik de rechtswetenschap aan den kapstok en wordt journalist. Ik hoop bjj een of ander dagblad werk te vinden. Ik voel de geschiktheid in mjj met de pen iets te wrochten en daarmede in mjjn onderhoud te voorzien." Wat haar zoon daar nu voorstelde, deed do aristocratische dame ontstellen. Opgevoed in de strenge beschouwingen, volgens welke eene verandering in de car rière, onverschillig of talent dan wel drin gende omstandigheden met vooruitzicht op gunstig gevolg daartoe leidden, altijd met eene ontaarding geljjk gesteld werd, zag ook zjj in de plannen van haren zoon eene in hire gevolgen niet na le gane avontuur lijkheid. Alle studie dus te vergeefs ten minste niet voor het oorspronkelijke doel bruikbaar 1 En in plaats vau de, al was Let ook moei- tetolle, toch voorname carrière van jurist, nu een schrjjver, een dagbladman eeu jour nalist Dat stond geljjk met het doen en laten van iemand, die zjjn carrière was misgcloopen Zoo vond dan deze vrouw ook bjj haren meestgelie!den zoon de diDgen anders, dan zjj gewenscht en verwacht had, en in de hevige gomoedsontroeriog, in wel ke zjj zich nu reeds bevond, zsg zjj alles in de donkerste kleuren. Wel gelukte het Felix >n den loop van het gesprek en vooral in de volgende dagen, wanneer dit onderwerp ter sprake werd ge bracht, zoo zijn plan te bepleiten, dat zjjne mami zich verzoende met de gedachte, dat bjj een andere werkkring zon kiezen, maar zij wist toch vau hem de belofte te verkrij gen, dat hij de brug eerst dan achter zich zou at breken, wanneer bjj een anderen voor den toekomst veel belovenden werkkring gevonden had. Mevrouw von Bendler kon zich maar niet voorstellen, dat haar zoon, deze zoon, op wieu zij hare schoonste verwachtingen ge bouwd had, voor wieu haar een koningskind als vrouw niet te best scheen, een mau van de pen zon worden. Aan een groot succes dacht zij niet; mocht dat het geval zjjü, zjj zou hem liever in een kleine stad als rech ter geplaatst zien, dan dat hjj een leer liag der vrjje kunsten de wereld met zjjn naam vervolde. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1