Alitieei Nitiffs-,
Mmtïilil- Lil
ilal.
(MIG BLOED.
Zondag 10 December 1893.
37ste Jaargang No. 2785.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTEXTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: 8CHAOBI, I.aanII 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.26iedere regel meer Bet
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Zij, die zich nu op ons
blad ABONNEEREN, ont
vangen de lot Januari ver
schijnende nummers gratis,
Binnenlaudseh Nieuws.
Roman van HERMAN HEIBERG.
De Red.
G e d u r en de de laatste da-
gen zijn te CALLANTSOOG uit de Noord
zee aangespoeld 3 zwemboeien, achtereen
volgens gemerkt
Vigilantie L. F. No. 601.
8. S. Cambria-Grimsby.
Lilian Maud-Hull.
alsmede eeDig nieuw bout, bestaande in een
ruim 100-tal balkjes, eenige ellens en
een partij schroten, de laatste voorzien
van een verschillend merkvoorts een
scheepstrap met 23 treden, en een vat
meel.
De school aan de KERK
BUURT, gemeente Haringcarspel
welke dezen zomer reeds gedurende zes
weken gesloten is geweest, wegens rood
vonk ten bnize van het hoofd der school,
is nu weder gesloten omdat daar mazelen
uitgebroken zijn. De school in 't WAAR
LAND is ook al om dezelfde reden geslo
ten geweest en de laatste dagen neemt
het aantal te Dirkshorn school gaande kin
deren van dag tot dag af, zoodat reeds
bijna de helft afwezig is wegens maze
len.
Over het al gemeen zijn de
prijzen der LANGEDIJKER groenten den
laatsten tijd laag en het is niet waarschijn
lijk, dat daarin spoedig verbetering zal
komen. De oorzaak van dezen toestand zit
grootendeels in de hoeveelheid geteelde
groenten. Ieder bouwer wil gaarne een deel
van de hand doen, waardoor de aanbieding
de vraag overtreft en dien ten gevolge de
prijzen laag blijven. Voor uitstekende kwa
liteit wordt tegenwoordig wel veel geld ge
boden, maar onder voorwaarde, dat de ver-
FEUILLETON.
kooper zijne kool tot Maart '94 in zijne
bergplaats moet bewaren en onderhouden.
Dit is echter voor velen eene haast on
aannemelijke voorwaarde, want het onder
houden der kool in den winter kost veel
aag arbeidsloon. Op het veld is geen roode
kool aanwezigalles is in de schuren ge
bracht, die door stroo— of houtbeschieting
voor de koude gevrijwaard zijn. Bij zeer stren
ge koude moet men de kool met kleeden of
stroo »dekken*. De hoeveelheid witte kool,
die nog op het veld staat, is voor het groot
ste deel in rottenden toestan 1 en heeft der
halve voor den handel geen waarde. Ze
wordt dan ook alleen voor mest gohrnikt.
De gele kool, die beter tegen de kou
de. bestand is dan de roode, bewaart men
bij de huizen. De meeste bouwers laten
ze den geheelen wintel daar liggen en be
dekken ze alleen bij zeer strenge koude
met wat stroo, kleeden of sneeuw. Een
ander soort gele kool, de zoogenaamde
taaie gele, blijft den geheelen winter op
het veld staan. Van4de hevigste vorst heeft de
ze kool hoegenaamd niet te lijden - mits
ze maar droog blijft.
Dag aan dag ziet men den Langedijker
bouwer tegenwoordig met paard, ploeg en
spade naar zijne akkers gaan om die voor
het volgende voorjaar in gereedheid te
brengen. Overgebleven struiken, koolbla
deren, en achtergebleven kool worden on-
dergeploegd om als mest te dienen. Als
de vorst geen ijsbanen maakt en dos het
water om de akkers open blijft, heeft de
Langedijker arbeider van du af den ge
heelen winter werk met modder op de ak
kers te brengen, enz. Hij heeft dus niet
te klagen, want het loon is goed, zeiden
we reeds voor een paar weken en de
werktijd niet te lang.
Woensdagnacht brakdoor
een onbekende oorzsak brand nit in de
boerenwoning te ANNA-PAULOWNA-
POLDER, bewoond door D. Op 't Veld.
De bewoners, die allen sliepen, konden
zich slechts in der haast redden. Niets
dan eenige geldswaarde en liet vee is ge
red. Alles was verzekerd.
Te ZUIDBROEK werd
(Vertalingsrecht verzekerd.)
13.
Terwijl Felix von Bendler met Ruih wan
delde, bad mevrouw von Bendler een onder
hond met haren zoon Franz, in diens nieo-
we woning.
Juist dat is beslissend, dat ik geene wel
daden van iemand wil, dia Kurlaud heet!"
zeide eindelijk mevrouw von Bendler na een
lang onderhoud met Franz. .Edmund Kurland
vergat zich tegenover mijne zuster op on
gehoorde wijze; hij verloofde zich met haar,
trok zich later onder een nietig voorwend
sel terug. Ook uwe grootouders braken dien
tengevolge elke betrekking met hem af, want
de wjjze, opwelke hij de verbintenis verbrak
bij gaf karakterverschil als boo'dreden
voor, terwijl toen reeds het gerucht ging,
dat hij zich met een ander verbonden had
was, daar bij baar niets verwijten kon, eene
onvergetelijke beleediging, ja, eene schaam
teloosheid, Ik kan er geen andere uitdruk
king voor vinden. Ik zou denken, dat deze
mededeeling van die geschiedenis u vol
doende moest zijn!" eindigde mevrouw von
Bendler, terwijl zij een koelen blik wierp op
haren zoon, daar zij zag dat hare woorden
niet de gewenschte uitwerking hadden.
„Neen, mama, ik kan mij bij uwe opvat
ting niet neerleggen. Kurland deed u niets;
bij spreekt altijd met de meeste achtÏDg over
n, en ik denk nadat gij mij die teilen
hebt medegedeeld, schijnt het mij toe zeker
heid fe zijn dat hij zooveel in zijn ver
mogen is, wil goed maken, wat bij jegens
mijne overleden tante misdeed. Daar hij weet
hoe zwaar uw lot is, beschouwt bij het voor
zich als een plicht van eer, u uw lot te
vergemakkelijken; naar zijne krachten geeft
hij zich moeite, een krachtig vriend te zijn
voor de kinderen der vrouw, wier zuster hij
eens een teleurstelling moest bereiden, ik
kan mij niet voorstellen dat de schuld hem
alleen treft; ik acht dezen man tot een on
edele handeling niet in staat. Zeker weet
hij ook ook niet, dat gij jegens hem zulke
vijandige gevoelens koestert, want voor zoo
ver ik zijn karkater ken, zou in dat geval
de kiescheid hem weerhouden hebben, mij
een dergelijk aanbed te doen. Zeg zelve,
mama, jg het rechtvaardig, hem voor een
eenmaal begane dwaasheid in de keuze eener
vrouw, nu nog te laten boeten?"
„Gij zoudt dit niet vragen, wanneer gij
mijn trots, mijn gevoel van eigenwaarde be
zat. Bij u bebeerscht bet egoïsme alles, de
zucht naar een rijk leven! Eerst komt gij,
daarna de betere gevoelens van uw karakter,
of liever, die melden zich wel dadelijk aan,
maar uw egoïsme verstikt baar. Wat betee-
kent het prul, hetwelk bij u aanbiedt? Geld?
Dat is bet lokaas van den duivel. Wees
toch een man, verover u door vlijt en vol
harding positie en vermogen; verlaat u niet
op anderen, steek nog minder de hand nit
naar rijke aalmoezen, temeer daar zij voor
u, die zeer hangt aan een weelderig leven,
het grootste gevaar meebrengen. In zulk een
weelde en overvloed niet te gronde gaan daar
toe worden karakters vereischt sterker daD het
uwe. Gij moet u zeiven eeus aan het ver
stand brengen, wie gij zijt, en gij moogt
zelf niet de gelegenheden opzoeken,
welke uwe zwakheden nog zullen doen toe
nemen, maar gij moet die uit den weg gaanl
De geheele zaak heeft onbetwistbaar het we
zen van een luim, een gril; maar zij is niet
de vrucht van rijp overleg. De Kurlands
vervallen altijd in avontuurlijke ideeën en
met geen gunstigen uitslag! Wat beteekent
nu dit gelorccerde aanbod?
„De dingen dezer wereld worden toch
steeds datgene, wat wij er van maken, mama 1"
bracht Franz wijsgeerig in het midden. „Gij
bestempelt iets met dcc naam van luim eu
opdringen], wat mij toeschijnt alleen uit edel
moedigheid voort te spruiten. En tot de zaak
zelve mij bepalende: waarom zou ik dan juist
bepaald moeten struikelen, wanneer een be
schermer mij de middelen ter beschikking
stelt, de wereld te leeren kennen?"
„Ondervinding doet men op in den loop
vsd de jaren, en wijsheid en gematigdheid
ontspruiten aan dtn nood, met aan den o-
vervloed antwoordde mevrouw von Bend
ler kortaf. „Ik zie, dat gij niet naar raad
luisteren wilt, en ook niet genegen zijt, op
mijne wenschen acht te slaan. Gjj zijt de
zelfde gebleven, die gij reeds als knaap
waart. Rijk begaafd door de naiuur, be
kwaam tot alles, zijt gij toch een egoïst,
die zijn gemak en weelde boven alles stelt,
boven liefde, achting en eerbied—"
„Genoeg, genoeg, mama!" riep Franz von
Bendler diep getroffen uit. „Ja, ik ben een
mensch met gebreken, maar ik ben niet
znlk een karakterloos exemplaar, niet zulk
een afschuwelijk egoïst, als gij mij uittee-
kent. Maar steeds moest ik achterstaan
reeds van mijn jeugd af! Felix, de zachte,
vleiende kluizenaar, die was uw afgod. En
dat is zoo gebleven. Uw liefde tot bem was
zacht, teeder, vergevingsgezind voor mij j
waart gij hardvochtig, ongeduldig, dikwijls
eenige dagen geleden het lijk van een
ongeveer twintigjarig meisje uit het water
opgehaald. Wijl niemand wist wie de on
gelukkige was, werd het lijk in het daar
voor bestemde gebouw gebracht. Nadat
het gereingd was, werd het gezicht meer
normaal en kreeg mëh hoop het te zullen
herkennen. Dit nieuws verspreidde zich als
een loopend vuurtje door de plaats.
Den volgenden morgen vond men het
slot verbroken en het gezicht vaD het ver
dronken meisje door wonden geheel onken
baar gemaakt. Het is tot dnsver niet ge
bleken wie deze wandaad gepleegd heeft.
H e i d e-o ntginning!
De heeren Van Ogtrop en Waterschoot
vau der Gracht te Amsterdam in veree-
niging met den heer A. Ledeboer te En
schedé, hebben door bemiddeling van de
Nederlaudsche Heidemaatschappij, ruim
424 H. A. heidegrond aangekocht, om te
worden ontginnen tot bosch en weiden.
In dit jaar zijn op de gronden vau de
heeren Van Ogtrop en Waterschoot van
der Gracht, mede onder Bakel gelegen,
ongeveer 80 H. A., in ontginning ge
bracht onder leiding van genoemde maat
schappij, waardoor aan tal van nijvere
arbeiders werk is verschaft en bij voort
during verschaft kan worden.
Geen wonder dan ook, dat deze nieuwe
aankoop door gemelde heeren met gejuich
werd begroet door de arbeiders nit die
streken, daar niet alleen aan hen werk
verschaft wordt, doch ook een oppervlakte
van p. m. 1200 H. A. nu nog woeste
heide, langzamerhand iu vruchtdragenden
grond zal worden herschapen. Moge dit
vooibeeld velen tot navolging nopen
Werkeloosheid.
Dezer dagen had te AMSTERDAM een
vergadering plaats van burgemeesters en
secretarissen in Noord-Holland, waarop
besproken is de vraag„hoe de gemeen
te besturen te handelen hebben bij even-
tueele aanvraag om werk, gedurende den
aanstaanden winter
De burgemeester van Haarlem, jhr. mr.
J. W. G. Boreel vau Hogelanden, leid
de het onderwerp in en gal een zeer be
langrijk referaat over dit onderwerp. Vele
leden namen aan de bespreking deel. De
vergadering kwam ten slotte tot de slot
som, dat de gemeentekas voor de bestrij
ding der werkloosheid niet mag worden
aangesproken. Wel echter achtte men het
algemeen den plicht der burgemeesters,
hulp te verleenen, door b.v. commissiën
in't leven te roepen.
Sedert eenige dagen zijn
te AMSTERDAM valsche muntbiljetten
in omloop. Zij zijn van de echte te onder
scheiden door eene meer blauwe tintvoorts
dragen zij het jaartal 1892 met de
handteekening Beaufort, als minister van
financiën (in welk jaar de heer Pierson
reeds als zoodanig was opgetreden). Ein
delijk ontbreekt het watermerk. U.D
Bij een teZierikzee gehou
den verkooping van roerende goederen, in
beslag geuonten wegens onvoldane Rijksbe
lastingwas de totale opbrengst f 1.50; een
kar op veeren werd verkocht voor de som
van 25 cents.
De heer Land, lid derTwee-
de Kamer is ernstig ongesteld.
Te N.SC II OONE BE EK (Dr)
verbood een vrouw haar 15—jarigen zoon
het doen van een boodschap. De jongen
ging daaTop naar den zolder en hing zich
op.
Cholera te GOUDA!
Maandagavond is te Gouda opnieuw een
geval van Aziatische—cholera geconstateerd
bij vrouw J., in de Walesteeg. De lijde-
res, die in hare woning verpleegd werd,
is Dinsdagmorgen te 6 uur aan de ziekte
bezweken. Het huis staat onder toezicht
der politie. De huisgenoolen zijn naar het
s f zonderingslokaal in de Korte Akkeren
gebracht.
Tevens wordt nog gemeldt dat een man
aan de cholera is overleden.
De Drankduivel.
Men schrijft uit LEEUWARDEN:
Toen tengevolge vau den sneeuwstorm van
Vrijdag.1.1, de strateB Zaterdagmorgen vol
zelfs liefdeloos. Zet daarom ook een deel
dier schuld op rekeningen van awe beschou
wingen. Gjj ziet mijn beeld in een spiegel,
die bekrast en beduimeld is wilt gij Felix'
beeld zoeken, dan ig er geen vlekje in den
weg. Toen ik Karland's aanbod aan
nam, was mijne eerste gedachte, dat ik daar
door u kon helpen, door een groot deel van
mijn jaargeld aan u af te staan. Dat zou
dan tevens aan Felix ten goedo komen. Ik
ben van plan te arbeiden, mij met nattige
zaken bezig te houden, maar ook ik ben
jong en levenslustig de vreugde van bet
leven te genieten. Is dat dan zoo verwerpe
lijk Ik herhaal: gij stelt uwe opvatting
daartegenover, en daardoor krijgt het mjj
aangebodene een verwerpelijk karakter. Fei
telijk heeft hier niets anders plaats, dan
dat ik voor een bescheiden wissel, waar
mede de mecsten zich moeten behelpen, een
grooteren inruil, en, waDneer ik goed op
mijzelven pas, mij daardoor de kans verschaf,
later een onbezorgd leven te leiden. Wil
dat niet ieder Is dat niet het streven van
alle menschen
„Ik wil niet meer redoneeren", antwoord
de zijn mosder. „Door hetgeen ik gezegd
heb, weerlegde ik reeds uwe mooi ge-
teekendo beschonwing. Ik spreek ook niet
tengevolge van een gril of luim, maar op
grond der door n medegedeelde feiten. Ja, mij
ne liefde nit zich anders tegenover u dan tegen
over uw broeder, maar zij heeft denzelfden
oorsprong en dezelfde kracht. Het vurig
verlangen, n golukkig te maken, leidde al
tijd mijne schreden. Dien God lief heeft,
kastijdt hij. Maar om tot een einde te ko
men dwingen kan ik u niet, zooals vroeger,
toen gjj nog een kind, nog onmondig waart.
Ik heb nu niets anders te doen, dan te zeggen
Ik smesk u, zie er van af om mjjnent
en uwentwille! Maar daar gjj op mijne wen
schen geen acht slaat, blijft mjj niets anders
over, dan heen te gaan." En „adieu*!*
klonk het kort en koud, en de vrouw giog
been, alsof zij een zaak had afge
daan.
Franz aarzelde een oogenblik. Brandende
tranen sprongen bem in de oogen zijn ziel
beefde. Hij wilde haar nasnellen, haar smee-
ken, niet zoo van hem te gaan, ja hjj zou
er toch afstand van doen, als zjj het nog ver
langde.
Maar daar herinnerde hjj baar oonatuur-
Ijjk koel gelaateen jjskorst sloeg om zijn
hart, en de hand, weike reeds op de deur
knop gelegd was, viel slap te
rug.
Toen mevrouw von Bendler in haar hotel
terugkeerde, snelde Felix, dia in haar ka
mer op haar gewacht bad, met alle gebaren
van v reugde haar tegemoethij kostte haar,
geljjk hjj dat gewoon was sedert zijn jon
gensjaren, en zjjn eersto vraag gold het bezoek
aan Franz.
„Het i8, gelijk ik vermoedde, mjjn kind 1"
zeide zjj; een diep leedwezen sprak uit hara
houding. De vrouw scheen veranderd, nu
zjj stond tegenover den zoon, dien zjj lief
had. Met bem was zjj zacht, teeder, bjjna
san bem ondergeschikt, en steeds was haar
blik met eene uitdrukking van inni
ge liefde op hem gericht. Hjj was haar al
les maar ook het eenige in de wereld,
waaraan zij, de eenzame, zich vastklem
de.
Zjj was trots op hem. Zjjae rechtschapen
denkwjjze, zjjn onbaatzuchtigheid, zjjn edel
hart en zjjoe inschikkelijkheid tegeno
ver haar, maakten op haar diepen in
druk.
Anders ernstig en afgemeten, en bjj alle
welwillendheid en waardeering van het waar
achtig goedo somtijds ruw, dikwijls koel o-
verwegend in den omgaDg met anderen, was
zij in de stad, in welke zjj leefde, wel hoog
geacht, maar niet bemind.
Heden moest zjj eens vrij uitweenen.
Hier verloor de etiqette haar macht.
Felix liefkoosde zjjn moeder en had inoig
medelijden met haar smart.
„Mjjn beste, lieve mama!" zeide hjj troos
tend. „Zie toch niet zoo bedroefd. Ik weet,
dat Franz u harteljjk lief beeft, al verstaat
gij elkander nu altijd niet. En al deel ik
ook volkomen uwe meening, dat het beter
ware, dat hjj den langen, moeielijken weg
ging, ik heb toch hoop, dat hjj niet moreel
ten gronde zal gaan. Ten slotte zal hjj toch
weten, wat hjj aan zicbzelven is verschul
digd, reeds uit Heide voor u 1 Het is waar;
dat hjj uw ten volle gerechtigd zelfbewustzijn
niet hooger acht, betreur ik, evenzeer als
ik in velerlei Franz niet begtjjp. Bij kan
somtijds zoo achteloos zjjn, dat men zou
denken, dat er een ander mensch in hem
gevaren is. Maar nu, beste mama, vertel
na eerst hoe alles is gebeurd," eindigde
Felix, en nadat mevrouw von Bendler hem
uitvoerig haar onderhoud met Franz had
medegedeeld, kwam Felix in de gelegen
heid zjjn hartsg.heim ter sprake te bren
gen.
Zeker vond hjj, nadat hjj goëindigd had,
niet .geheel dat, wat bjj verwacht had.
„Waart gij over een paar jaar zoo ver,
dat gjj een vrouw zondt kannen onderhon
den, ik geloof, dat ik mjj geen meisje zon
kunnen denken, dat mij als schoondochter
meer aangenaam zon zjjn. De indruk, welken
ik van haar heb ontvangen, is de gunstig
ste, welken men kan verwachten, en ik vind
haar bovendien buitengewoon schoon. Maar,
mjjn beste jongen, zooals de zaken nu
sneeuw lagen, zette het Gemeentebestuur
een groot aantal werkekoïju aan In t op
ruimen, zoodat 's namiddags om vijf uur
althans de hoofdstraten, de drukste ver
keerswegen en de Singels om de stad, vrij
goed begaanbaar warer.
Helaas als andere jaren, deed zich weer
het verschijnsel voor, dat een zeer belang
rijk deel van het verdiende geld niet kwam
fsn goede der vrouwen en kinderen van
de ^sneeuwscheppers", maar dat de kroeg
houder daarmee ging strijken. Be arbei
ders kroegen vierden Zaterdagavond feest.
't as of de lui bevreesd wareD, dat
Leeuwarden zijn roem, van jiarlijks 17 a
18 L. gedistilleerd per hoofd te gebruiken
over '93 .niet zou handhaven, dat de één
millioen gnlden aan jenever per j»ar weg
gegooid niet vol zou komen, zóó dronk
men. Het is inderdaad ergerlijk, de diepste
armoede zoo vaak met drankzucht en de
gevolgen van dien gepaard te zien gaan.
nfNn eet menig gezin morgen toch weer
eens wat beter", hoorde ik Zaterdag zeg
gen. Ik vrees, dat dat menig in enkele zal
moeten worden veranderd.
Nu wordt in een ingezonden stuk in de
L. Ct. aangeraden, het loon d. g. gelegen
heden in het vervolg uit te keeren in bom
voor eetwaren, enz.
Het ware te wenschen, dat deze maat
regel zou helpen. MaarHet gebeurde
meermalen, dat uitgedeelde eetwaren wer
den verkocht, om jenevercenten te krijgen.
Dat gevaar blijft bestaan, als men bons
geelt. In elk geval, hij verdient een
ffhemel*, die een middel weel te vinden,
om aan het drinken zooal geen einde, dan
toch eenige perk en paal te stellen.
Te WADDINGSVEEN is
een jongen van tien jaar aan cholera ge
storven.
In verschillende gemee n—
ten neemt de influenza in de laatsten tijd
toe. Uit BORCULO meldt men dat daar
in vele huisgezinnen 2 tl 3 personen ziek
zijn, terwijl Dij oude en zwakke menschen
vele sterfgevallen voorkomen. In Ruurloo
werden in de vorige week man en vrouw
uit één huisgezin op één dag begraven.
staan, komt mjj uwe verhouding, noch voor
u, noch voor haar gewenscht voor. Zulke lan-
go verlovingen eischen zeldzame karakter-
eigeuschappen, en de kwelling, elkaar slechts
gedeeltelijk te bezitten, wordt ten langen
leste onverdrageljjk."
„Ik zal trachten, spoedig een voordeelige
betrekking te krjjgen, mama. Na het exa
men hang ik de rechtswetenschap aan den
kapstok en wordt journalist. Ik hoop bjj een
of ander dagblad werk te vinden. Ik voel
de geschiktheid in mjj met de pen iets
te wrochten en daarmede in mjjn onderhoud
te voorzien."
Wat haar zoon daar nu voorstelde, deed
do aristocratische dame ontstellen.
Opgevoed in de strenge beschouwingen,
volgens welke eene verandering in de car
rière, onverschillig of talent dan wel drin
gende omstandigheden met vooruitzicht op
gunstig gevolg daartoe leidden, altijd met
eene ontaarding geljjk gesteld werd, zag
ook zjj in de plannen van haren zoon eene
in hire gevolgen niet na le gane avontuur
lijkheid.
Alle studie dus te vergeefs ten minste
niet voor het oorspronkelijke doel bruikbaar 1
En in plaats vau de, al was Let ook moei-
tetolle, toch voorname carrière van jurist, nu
een schrjjver, een dagbladman eeu jour
nalist Dat stond geljjk met het doen
en laten van iemand, die zjjn carrière was
misgcloopen Zoo vond dan deze vrouw ook
bjj haren meestgelie!den zoon de diDgen
anders, dan zjj gewenscht en verwacht had,
en in de hevige gomoedsontroeriog, in wel
ke zjj zich nu reeds bevond, zsg zjj alles
in de donkerste kleuren.
Wel gelukte het Felix >n den loop van het
gesprek en vooral in de volgende dagen,
wanneer dit onderwerp ter sprake werd ge
bracht, zoo zijn plan te bepleiten, dat zjjne
mami zich verzoende met de gedachte, dat
bjj een andere werkkring zon kiezen, maar
zij wist toch vau hem de belofte te verkrij
gen, dat hij de brug eerst dan achter zich
zou at breken, wanneer bjj een anderen voor
den toekomst veel belovenden werkkring
gevonden had.
Mevrouw von Bendler kon zich maar niet
voorstellen, dat haar zoon, deze zoon, op
wieu zij hare schoonste verwachtingen ge
bouwd had, voor wieu haar een koningskind
als vrouw niet te best scheen, een mau van
de pen zon worden. Aan een groot succes
dacht zij niet; mocht dat het geval zjjü, zjj
zou hem liever in een kleine stad als rech
ter geplaatst zien, dan dat hjj een leer
liag der vrjje kunsten de wereld met zjjn
naam vervolde.
WORDT VERVOLGD.