Ojeilarn les, Chr. Speels, TE HUURT Db STIER Tl' rini J. WINKEL, bij J. BREED, KARNMACHINE, 545ste STAATSLOTERIJ. Getrokken Pr ij zen. Marktberichten. Advertentiën. van jongens van den gymna- stiekcursus te Barsingerhorn. de g Westfriesen de Scha- ger Rederijkerskamer, op Zondag 1 o "r11 *vw*J Tuinman, zich te SCHAGEN, op de LAAN, gevestigd hebbende, be veelt zich bij de ingezetenen van Schagen en Omstreken ten zeerste aan voor het aanleggen en onderhouden v»n tuinen, boomgaarden, en al wat verder tot dat vak behoort. bij Jb. Kistemaker. Er wordt gevraagd ill omstreeks 40 jaar Jbij, KI. v. Zoonen, MMIL kunnen direct werk bekomen, WIERINGERWAARD. No. 2155, N. R. s. Dagelijks beschikbaar, Hekgeld SCHAGEN, Hoogzijde. Beveelt zich beleefdelijk aan tot het leveren van Heeren- en Jonge- lieeren-Costuums, Demi- saisons en Pantalons etc.welke alles in eigen werkplaats, onder toe zicht van een zeer bekwaam coupeur worden vervaardigd. Tegen zeer lage en concurreerende prijzen. i ii worden ten spoedigste en net afgedrukt in de Boek drukkerij van te Schaden. Dat zon alleen het geval zijn als wij bijv in ons district Alkmaar eene herstem- min2 kregen tnsscheneen radicaal, als j/r. Treub (die ook reeds door de Radi cale kiesvereniging met den meesten spoed werd gedeclameerd) en Mr. Kraakman, de eventoeele candidaat der Katholieken en Antirevolutionairen, welke een beslist par tijganger van den heer Schaapman wordt geheeten en die als zoodanig in de kies rechtkwestie ook zal staan aan de zijde der Regeering, Worden wij voor een dergelijke keuze geplaatst, dan achten wij het uit het oog punt van partijbelang het voorzich tigst ons te bepalen tot den gelegenheids- candidaat Kraakman. Het klinkt wel fraai, te zeggen, ter be reiking van het doel steun aan het mi nisterie" moeten we over geschilpunten heenstappen en kameraadschappelijk met de Radicalen meewerken maar Spr. vraagt aan de liberale kiezers of die medewerking ook dan nog geoorloofd is, als wij door die medewerking ons zelven in het gevaar brengen, het politiek overwicht in ons di strict prijs te geven aan de Radicalen, wier program wij zooals het thans luidt, nooit en nimmer zullen kunnen onderschrijven. Door den heer IV. Koggeveen wordt me de de candidatuur van den heer Treub bestreden op grcnd dat hel behoud van den schrijfproef voor de toekenning van het kiesrecht, gelijk de Regeering het voor stelt, door de Radicalen dezer dagen is prijsgegeven en het dus staat te duchten, dat de Radicalen, willen zij aan hun pro gram trouw blijven, de Regeering ten slot te moeten tegenwerken. Door den heer Ds. A. JV. van Kluijve wordt nu een warm en uitvoerig pleidooi gehouden voor de handhaving der candida tuur van den heer Mr. W. v. d. Kaay. De heer van Kluyve houdt vol dat door Mr. W. v. d. Kaay niet zou zijn gehan deld in strijd met den wensch der kiezers, dat Mr. v. d. Kaay in 1891 ons niet meer beloofd heeft, dan hij is nagekomen, dat de heer v. d. Kaay als hebbende i t qualiteit van lid der Tweede Kamer de grondwet trouw gezworen, in zijne amen dementen heeft medegewerkt tot uitbrei ding van het kiesrecht zoover ais eerlijke uitlegging der grondwet zulks toelaat dat de heer v. d. Kaay in zijne amende menten getoond heeft, het kiesrecht zoover uit te breiden, dat ook de flinke werk mansstand niet meer uitgesloten blijft Ook wees de heer v. Kluif ve er op, dat des heeren v. d. Kaay's optreden vol strekt niet in strijd was met de meerge noemde motie Plomp, welke motie dooi Spr. werd voorgelezen en die nu bleek zeer vaag te zijn gesteld; dat de heer v.d. Kaay in zijne amendementen, om getrouw te blijven aan art. 80 der grondwet, het ver band tusschen kiesrecht en census niet had uit het oog verloren, doch evenwel te dien aanzien tot de uiterste grens was gegaan. Ook het beroep op het manifest der libe rale Unie, waarop J. Wiukel zich beriep, meende de heer Ds. v. Kluyve te kunnen ont zenuwen, door te verklaren dal de Liberale Unie z. i. niet gold als de wegwijzer voor de Liberale partij. Spr. meent dat men het in een man als de heer v. d. Kaay moest roemen, dat hij zijn eed aan de grondwet getrouw bleef. Door J. Wintel werd de candidatuur van den heer Mr. W. v. d. Kaay niet minder warm bestreden. Yoor Spr. gold slechts deze politieke wet, waaraan de li berale kiezers zich hebben te houden, nml.: trouw aan het program in 1891 vastge steld, trouw aan het liberale beginsel, en.... samenwerking met da Regeering." Maar dan ook mag de heer v. d. Kaay niet de candidaat zijn van den Bond. Spr. erkent gaarne, dat door den heer v. d. Kaay in vele andere omstandigheden de Liberale Vaan is hoog gehouden; gaarne betuigt Spr. zijne bewondering, zijn eerbied voor een man als de heer v. d. Kaay die, nit den burgerstand ontsproten, het zoo ver in de wereld heeft gebracht, een man van zoo groote beteekenis is geworden. En wat de heer van Kluyve zeide om trent het gewicht der Liberale Unie tegen over de Lib. partij dit verbaast J. Winkel ten zeerste, en hij vraagt, hoe het dan te rijmen is, dat niemand minder dan de heer v. d. Kaay zelve, toen hij, bij zijne Candidatuur in '91 hier in Schagen een lezing houdende, door de Radicalen Tak van H i 1 v e r s u m en Calisch v. Am sterdam heftig bestreden, de betrouwbaar heid der Liberalen en dus ook zijne ei gene betrouwbaarheid concludeerde uit het toenmalig Manifest der Lib. Unie, -welk manifest nu zoo verloochend wordt. Maar tochdit verschil ten opzichte der kiesrecht-uitbreiding belet ons, den heer v. d. Kaay te herkiezen. Dat de heer v. d. Kaay getrouw o'eef aan zijn eed aan de grondwet *°Q dan de heer v. Kluyve daarmede wil- en heweren dat de 32 liberalen, die ook rouw aan de grondwet zwoeren en met e regeering mede-werkten hun eed 9eschonden zouden hebben Dat wil Spr. net veronderstellen. a'^e heer v. d. Kaay alleen een juiste 1 egging van art. 8C der grondwet zou geven, vindt Spr. twijfelachtig; te meer daar Wet* k Z008SDaam^e al-of-niet-grond- rin 'f=heid van het tegenwoordig R-gee- eS-ontwerp na velerlei geschrijf en is Tweede Kamer, toch geacht het Zlin opgelost, doordat art. 3. van tegenwoordige wetsontwerp is aange- ,£m®n' en tot degenen die daar voor doen behoorde ook de heer van der Kaay. niet l Bree* meent dat de kiezers t kunnen uitmaken of de heer v. d. Kaay opzichte van de uitlegging van art. 80 het al of niet bij het rechte einde heeft. Voor de kiezers is alleen van belang hoe de h.er v. d. Kaaij in dsn laatsten tijdis opgetreden en dat optreden is niet naar den wensch der kiezers. Door den heer 1. Koomen At. v. Kol- horn, wordt mede de Candidatnnr v. d. Kaay bestreden, daar wij bij verkiezing alleen hebben te letten op ons program dat eene afspiegeling is van het program mani fest der Liberale ÜDie. Wij staan nu voor de keuze: of den afgevaardigde v. d. Kaay bf het Ministerie steunen. De keuze is hier voor de kiezers niet moeielijk. Het begin sel gaat boven de persoon. Hierna werd daar geen andere Can- didaten werd voorgesteld, de vergadering door den heer Ds. A. W. v. Kluyve ge sloten, terwijl Spr. wees op het critieke van den toestand, in welken wij verkeer en op het gevaar, dat ous district loopt. Een ieder zij in zijn gemoed te volle ver zekerd. Verslag der politieke lezing, Dinsdagavond ten lokale van den heer Blauw gehou den, door den heer MrM. W. F. Treub van Amsterdam. Door den heer Huizinga van Heer- Hugowaard werd deze vrij talrijk be zochte vergadering geleid. Spr. wees op den gewichtigen tijd in welken wij nu door de ontbinding der Tweede Ka mer verkeeren. De uitslag der a s. ver kiezingen zullen ons doen zien in welke districten eene overwinning zal zijn be haald op de conservatieven. Volgens Spr. komt het er minder op aan, of de overwinning aan eenige par tij komt, maar voor Spr. blijft het in dit district de vraag iemand te vinden van wien wij met reden kunnen verwachten, dat hij het wetsontwerp Tak zal steunen en ver dedigen. Van daar dat de Radicale Kiesvereeniging den heer Treub candi daat stelde en hier dezen avond deed op treden. De heer Mr. M. W F. Treub, het woord nemende, verklaarde niet beter te kunnen doen, dan zijne denkbeelden om trent de kiesrechtkwestie uit een te zet ten. Zonder overdrijving noemde Spr. het tijdperk, hetwelk wij nu doorleven, ui terst gewichtig, ja, Spr. meent dat ons land, wat betreft het politiek le ven geen zoo belangrijk tijdvak als thans na de grondwetsherziening van '48 heeft aan te wijzen. Reeds in 1844 is door Thorbecke in eene zijner beroemde redevoeringen te Leiden verklaard, dat het beginsel van Algemeen Kiesrecht ligt in de geschiede nis dezer eeuw en dat de 19de eeuw het Algemeen kiesrecht tot werkelijkheid zou brengen. Later in '48 toen Thorbecke aan het bewind kwam, is het een zijner eerste da den geweest, een eersten stap te doen op dien weg, door de instelling der directe verkiezingen gebaseerd op een zoo laag mogelijk gestelden census. Thorbecke ging toen zoo niet terstond over tot het algem. kiesr.omdat dit toen nog geen volkswil was. Sedert dien tijd is mede door Thor- becke's werken en spreken en schrijven, hoe langer hoe meer volksontwikkeling gekomenhet volk werd zijn recht meer bewust. Het volk leerde sedert inzien, dat zij er niet in mochten berusten, dat de sa menstelling van het staatsbestuur buiten hen omging; dat hunne belangen bij de staatsregeering even goed betrokken zijn als die der bezittende klassen dat het volk ook stem in het kapittel moet hebben. Zoo langzamerhand is het denk beeld toegenomen dat het komen moet tot algemeen kiesrecht, en dat elke grens lijn, welke ons daarvan scheidt, maar eene willekeurige is. "Was 25 jaar gele den, de stem van hem, die om alg. kies recht riep, als die van een roepende in de woestijn, thans is bijna ieder er van overtuigd dat de 4e stand het recht heeft op het kiesrecht. Zoo kan men getuigen, dat ook in Nederland, al is het dan niet vlug, de gedachten toch loopen en wij nu bijna algemeen overtuigd zijn, dat de ontwik keling van den staat langs geleidelijken weg tot het doel voorttot betere ver deeling van het maatschappelijk inkomen, tot vermindering der klove tusschen de standen. Thans durft geen conservatief meer openlijk zeggen dat het kiesrecht nu vergenoeg is uitgebreid. Zoo ook is in 1891 bij de algemeene verkiezing de leuze van alle partijen (misschien uitgezonderd een groot deel der katholieke) door Liberale, Radicalen, A—Revolut. als de voornaamste leuze ge steld: Uitbreiding van kiesrecht. Deze leuze werd gesteld, omdat men in 1887 bij de grondwetsherziening nog gepoogd had een klein dammetje op te werpen. Het Manifest der Liberale Unie stel de de leuze, dat de wetgever aanstonds zou overgaan tot de uitbreiding van het kiesrecht voor zoover als eene eerlijke uitlegging der grondwet toeliet. Spr. herinnert er aan hoe de Radica len toen opkwamen tegen die vrij alge meene, nietszeggende tormule, die volgens hen aanleiding moest geven tot een zee van misvattingen. De kiezers vertrouwden op den goe den wil der candidaten en zoo was het in '91 mogelijk, dat onder eenzelfde for mule conservatieven en vooruitstreven- den werden afgevaardigd, die elkaar in de Kamer konden bestrijden, waar door niets tot stand kon komen. In '91 heeft men ons om die voor spelling gehoond; de feiten hebben thans ons, Radicalen, in het gelijk gesteld. Hierna schetste Spr. in korte trekken den gang der parlementaire geschiedenis van '91 tot heden, waarin de aankondiging en de indiening van Tak's wetsontwerp tot uitbreiding van het kiesrecht, met de eindelijk gevolgde Kamerontbinding. Spr. wees er op hoe het in hoofdzaak de Alkmaarsche afgevaardigde, de heer v. d. Kaaymet zijn vriend van Houten zijn geweest, die door de indiening van hunne amendementen welke niets an ders waren dan een Contra-voorstel, de aanneming van het regeeringsontwerp hebben vertraagd en tegengewerkt. De vrienden van v. d. Kaay verwe ten den minister dat hij uit kop pigheid het wetsontwerp na de aanne ming van het amendement de Meijier had ingetrokken. Zij, die dat zeggen, spreken een onwaar heid Bij de behandeling van Art. 4, het welk niet anders was dan de practische uitwerking van het door de Kamer aan genomen art. 8, was het amendement de Meijier een dier vele bruggetjes, wel ke heeten gelegd te zijn om tot over eenstemming te geraken tusschen Re geering en Kamer, maar tengevolge van welke verzoening het kiesrecht wel zou zijn ingekrompen maar niet uitgebreid. En minister Tak, die ofschoon wel geneigd tot tegemoetkoming in de onder- deelen te recht begreep, dat hij voor zijn beginsel finale uitbreiding moest pal staan, trok het regeerings ontwerp in. Maar de Min. moest dit ook doen, omdat hij wist, hoe door v. d. Kaay. Roel en Zijp een nieuwe afgrond voor hem was gegraven, in hun amendement over de al of niet grondwettigheid hunner bewering dat al wie geneeskundige hulp genoot voor zich of zijn gezin, van eenige lief dadige instelling of van de gemeente, van het kiesrecht was uitgesloten. Dien valstrik mocht Tak niet alwaehten. Stel dat de Kamer verklaard had dat de grondwet de toelating tot het kies recht van dezulken uitsloot dan zou de min. de kiezers niet tot scheidsrech ter hebben kunnen stellen, en hadden we een kiesrechtinkrimping gekregen, waai'door, onoverdreven, een lOO.OOOwerk- lieden juist van dat recht zouden zijn uitgesloten. Op hot juiste tijdstip heeft Tak een einde gemaakt aan het drijven der con servatieven, als v. d. Kaay c. s. die openlijk wel zeggen, dat zij uitbreiding willen, doch on der het voorwendsel vantrouw aan de grondwet, alles inhet werk stellen om werkelijke uitbreiding tegen te houden. Daarom beveelt Spr. het den kiezers aan, bij de verkiezing er niet naar te vragen: is de candidaat liberaal, radicaal, antirevolutionair of katholiek, terwijl hun ne verdere meeningen over de ontwikke ling der sociale toestanden in het duister blijven dezelfde fout als in 1891 en waarvan het onvermijdelijk gevolg zal zijn, dat we, al is het dan op ander ter rein, in het voorjaar, van het volgende jaar hetzelfde treurige schouwspel krijgen als dit voorjaar dat de door eenzelfde partij gekozen afgevaardigden elkaar be strijden maar de kiezers moeten den candidaat beslist afvragen of hij met Tuk wil meegaan. De heer Treub verklaart, dat hij van den beginne af aan bij zijn optreden in het politiek leven, getuigd heeft dat hij wel degelijk met minister Tak meegaat zonder in het minst in strijd te komen met hetgeen hij als afgevaardigde aan de Grondwet verplicht is. Spr. dringt er op aan, dat de kiezers niet alleen van den Candidaat eischen, zijne verklaring met Tak mee te kunnen gaan, maar de kiezers verlangen ook van den afgevaardigde zijn meening te hooren omtrent het amendement v. d. Kaay RoelZijp. Want al wie het met dat amendement eens is, kan niet voor uit breiding van kiesrecht heeten te zijn. Spr. herinnert er aan, hoe hij steeds alle door de grondwet uitdrukkelijk ge noemde uitsluitingen breeds veel te be zwaarlijk heeft gevonden. Met betrekking tot de door den M£n. nog gehandhaafde schrijfproef, verklaart Spr. die overbodig en nadeelig te vinden overbodig, omdat hetzelfde met het cou loirstelsel en de teekening eener pre sentielijst kan worden verkregen nadee lig, omdat het vele kiezers zal terug hou den, daar zij zich aan de formaliteit der schrijfproef niet willen onderwerpen. Maar toch zal Spr. niet om die schrijfproef tegen het regeeringsontwerp stemmen. Ten slotte verklaart Spr. er op gestaan te hebben, zijne denkbeelden omf.rent die punten zoo duidelijk mogelijk mede te deelen, opdat er bij de kiezers geen ver schil zal bestaan omtrent hetgeen Spr. zal doen als men hem tot afgevaardig de kiest. Thans komt het voor de kiezers er op aan of zij zullen kiezen eer i afgevaardig de die de Regeering steunen en dekies- het kiesrecht willen vastknoopen aan het bezit en die niet zoover willen gaan als de grondwet toelaat. Spr. herinnert nog aan een citaat uit de welbekende, beroemde redevoeringen van den grooten Thorbeckeden vader van het Liberalisme, waar deze getuigde „Wanneer met toenemenden rijkdom aan den eenen, armoede aan den ande ren kant, zich uitbreidtwanneer de rijke nog rijker; hij, die weinig heeft, nog armer moet worden, wat is de wetgeving, die alleen staatsburgerschap aanbiedt onder eene door weinige bereikbare voowaarde, wat is die wetgeving, tenzij ironie? „Persoonlijk standsvoorrecht heet af geschaft, opdat aan bekwaamheid en ver dienste hare natuurlijke baan worde ge opend maar een op bezit van uitwen dige goederen gegrond stelsel van voor recht komt in de plaats. Burgerstand beteekent opnieuw, een deel, eene klas se van het volk. Te midden eener maat schappij, op gemeen recht der leden ge bouwd, wordt eene onoverklimbare grens tusschen bevoegden en onbevoegden ge sticht. Wie vindt den toon, waarin de ze dissonnant zich oplost Het is de minister Tak, besluit de heer Treub, die dien toon heeft aange slagen maar ook het was de heer van der Kaay, die weigert met mi nisterie mede te gaan. Daarom, Kiezers, weet wel, wat gij doet kiest gij een oonservatief als v. d. Kaaydan behoudt gjj den dissonnant, en zij t gij oorzaak, dat hetgeen wat nu gewei gerd wordt, dan geëischt en ge nomen zal worden, maar met bot singen. Zoo iets te voorkomen moethet streven der kiezers z ij n. Na de pauze, treedt de beer Visser Sociaal-Democraat, v. Oudcarspel in het debat. Spr. verwondert er zich over dat de Radicalen zoo een twee drie met hun Candidatuur voor den dag kwamen en betoogt dat het voor de Soc.-Democraten er al heel weinig toe doet, of er een Liberaal dan wel een Radicaal wordt ge kozen, want beiden hechten zich aan het bezit van eigendom. Dat de heer Treub zich bij het begin en bij bet einde zijner rede beroept op Thorbecke, den vader van het Liberalisme, beschouwt hij als miets anders dan gevlei aan de Liberalen, van wier steun de Radica len het bij deze verkiezing moeten hebben. De Radicalen hebben de laatste jaren anders hard genoeg gescholden op de Liberalen. Spr. zegt, dat de Radicalen in hunne beloften al even onbetrouwbaar en vaag zijn al de Liberalen, want de heer Treub sprak wel over het wetsontwerp, doch hij zette niet uiteen wat het verder pro gram der Radicalen bevat. De heer Treub had wel veel mooie woorden gebruikt, maar dat waren ge legenheidswoorden. De heer Treub kan wel veel beloven, hij heeft nog geen zitting gehad in het parlement. Eerst later zal dan moeten blijken, wat de heer Treub zal doen. Verder ontwikkelde de Spr. breedvoe rig het sociaal-democratisch beginsel. Door den heer Treub werd op afdoende wijze de beschuldiging weerlegd, als zou hij Thorbecke geëerd hebben uit vleie rij jegens de liberalen van dit district, en voert ook aan dat door de Radicale par ty nooit te velde getrokken is, tegen het grootsche werk van Thorbecke. Hierna bespreekt de heer Treub ee- nigzins uitvoerig het radicaal program. Ten slotte wijst hij er op, dat het spel der Soc. Democraten, om steeds te roe pen dat er geen verbetering der soc. toe standen mogelijk is zonder der revolutie, zal moeten lijden tot eene geweldige ca- tastrophe, tot groote schade de maat schappij, maar ook tot verderf van den ar beidenden stand. Hierna yerkreeg de beer Visser nog eens het woord, die evenwel geen nieuw gezichtspunt wist aan te geven. Daarna sloot de heer Huizinga deze bijeenkomst met den wensch, dat op 10 April wij elkaar zullen kunnen geluk- wenschen met de zegepraal, op den con servatieven geest behaald. Correspondentie. •S. te Barsingerhorn. Uw stuk kan niet geplaatst worden, indien gij uw naam voor ons verborgen houdt. de Red. kool a groene-erwten 11.50 a 14.— grauwe f 14.a 17.wijker va le a Blaowraaanï. a- vale 7,— a 14.—. 2ste Klasse Trekking van 27 Maart. Prijs van f 20000 No. 7435 f 1500: 14294 j, i 1000: No, 14920 f 400: 3324 17168 f 20010689 f 100 3834 5553 9517 9562 12468 13295 14809 17796 19268 ALKMAAR 23 Maart 1894, Kleine Kaas f 32,50 Commissie f Middelbare f28,— aangevoerd 6 stapels wegende 3492 K.G. ALKMAAR 23 Maart 1894. Op de gr. tasmarkt werden aangevoerd 1022 Hectol. Tarwe f 5.50 a 7. H. L. roggef 9-a 0..H.L gerst f 0.— a 0.—, id. chev. f5,— a 5,50 H.L. haver f 3.35. a 4—;citroen f 10.—a reiihTuithreMm^ïö^wprWl' ;paardeboon. sn f 5.50 a 0.— broineboonen "f.*" LVÏfi maken 6._ f 8 dl,i,„boon„ o.- 0.- witteid, 11.—alA.50 geel mosterzd. f met welwillende medewerking van de Gymnastiekvereeniging ten huize van den heer A. S/otemaker te Barsingerhorn. Aanvang 7" 7a uur. Bal na. Entreé 33 cents. Zie verder programma. om met Mei a. s. te aanvaarden, een zeer net W oonhuis vaD alle gemakken voor zien, met flinken tuin, waarin diverse vruchtboomen, te Groetpolder, bij Kolhorn, te WIERINGERWAARD. een nieuwe te bevragen bij I). ROGGEVEEN Cz. te Schagen. uitgezonderd ZONDAGS. Zondagsmorgens van 5 tot 8 aur en Zondagsnamiddags van 2 tot 57, UHr. van 1 tot en met 5 a f 2.per Koe. boven de 5 Koeien k f 1.50 per Koe. BARSINGERHORN, T„ (Meeldijk.) j n. iiater. zal, dan wel dat de kiezer, s iemand als d. Kaay en van Houten willen, die v. a—Kanasriezaa-Li 6,75 a 7.-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 3