Ojeilarn les,
Chr. Speels,
TE HUURT
Db STIER
Tl'
rini
J. WINKEL,
bij J. BREED,
KARNMACHINE,
545ste STAATSLOTERIJ.
Getrokken Pr ij zen.
Marktberichten.
Advertentiën.
van jongens van den gymna-
stiekcursus te Barsingerhorn.
de g Westfriesen de Scha-
ger Rederijkerskamer,
op Zondag 1
o "r11 *vw*J
Tuinman, zich te SCHAGEN,
op de LAAN, gevestigd hebbende, be
veelt zich bij de ingezetenen van Schagen
en Omstreken ten zeerste aan voor
het aanleggen en onderhouden
v»n tuinen, boomgaarden,
en al wat verder tot dat vak behoort.
bij Jb. Kistemaker.
Er wordt gevraagd
ill
omstreeks 40 jaar Jbij,
KI. v. Zoonen,
MMIL
kunnen direct werk bekomen,
WIERINGERWAARD.
No. 2155, N. R. s.
Dagelijks beschikbaar,
Hekgeld
SCHAGEN, Hoogzijde.
Beveelt zich beleefdelijk aan tot het
leveren van Heeren- en Jonge-
lieeren-Costuums, Demi-
saisons en Pantalons etc.welke
alles in eigen werkplaats, onder toe
zicht van een zeer bekwaam coupeur
worden vervaardigd.
Tegen zeer lage en concurreerende
prijzen.
i
ii
worden ten spoedigste en
net afgedrukt in de Boek
drukkerij van
te Schaden.
Dat zon alleen het geval zijn als wij
bijv in ons district Alkmaar eene herstem-
min2 kregen tnsscheneen radicaal, als
j/r. Treub (die ook reeds door de Radi
cale kiesvereniging met den meesten spoed
werd gedeclameerd) en Mr. Kraakman, de
eventoeele candidaat der Katholieken en
Antirevolutionairen, welke een beslist par
tijganger van den heer Schaapman wordt
geheeten en die als zoodanig in de kies
rechtkwestie ook zal staan aan de zijde
der Regeering,
Worden wij voor een dergelijke keuze
geplaatst, dan achten wij het uit het oog
punt van partijbelang het voorzich
tigst ons te bepalen tot den gelegenheids-
candidaat Kraakman.
Het klinkt wel fraai, te zeggen, ter be
reiking van het doel steun aan het mi
nisterie" moeten we over geschilpunten
heenstappen en kameraadschappelijk met
de Radicalen meewerken maar Spr. vraagt
aan de liberale kiezers of die medewerking
ook dan nog geoorloofd is, als wij door die
medewerking ons zelven in het gevaar
brengen, het politiek overwicht in ons di
strict prijs te geven aan de Radicalen, wier
program wij zooals het thans luidt, nooit en
nimmer zullen kunnen onderschrijven.
Door den heer IV. Koggeveen wordt me
de de candidatuur van den heer Treub
bestreden op grcnd dat hel behoud van
den schrijfproef voor de toekenning van
het kiesrecht, gelijk de Regeering het voor
stelt, door de Radicalen dezer dagen is
prijsgegeven en het dus staat te duchten,
dat de Radicalen, willen zij aan hun pro
gram trouw blijven, de Regeering ten slot
te moeten tegenwerken.
Door den heer Ds. A. JV. van Kluijve
wordt nu een warm en uitvoerig pleidooi
gehouden voor de handhaving der candida
tuur van den heer Mr. W. v. d. Kaay.
De heer van Kluyve houdt vol dat door
Mr. W. v. d. Kaay niet zou zijn gehan
deld in strijd met den wensch der kiezers,
dat Mr. v. d. Kaay in 1891 ons niet
meer beloofd heeft, dan hij is nagekomen,
dat de heer v. d. Kaay als hebbende i t
qualiteit van lid der Tweede Kamer de
grondwet trouw gezworen, in zijne amen
dementen heeft medegewerkt tot uitbrei
ding van het kiesrecht zoover ais eerlijke
uitlegging der grondwet zulks toelaat
dat de heer v. d. Kaay in zijne amende
menten getoond heeft, het kiesrecht zoover
uit te breiden, dat ook de flinke werk
mansstand niet meer uitgesloten blijft
Ook wees de heer v. Kluif ve er op, dat
des heeren v. d. Kaay's optreden vol
strekt niet in strijd was met de meerge
noemde motie Plomp, welke motie dooi
Spr. werd voorgelezen en die nu bleek zeer
vaag te zijn gesteld; dat de heer v.d. Kaay
in zijne amendementen, om getrouw te
blijven aan art. 80 der grondwet, het ver
band tusschen kiesrecht en census niet had
uit het oog verloren, doch evenwel te dien
aanzien tot de uiterste grens was gegaan.
Ook het beroep op het manifest der libe
rale Unie, waarop J. Wiukel zich beriep,
meende de heer Ds. v. Kluyve te kunnen ont
zenuwen, door te verklaren dal de Liberale
Unie z. i. niet gold als de wegwijzer voor de
Liberale partij.
Spr. meent dat men het in een man als
de heer v. d. Kaay moest roemen, dat hij zijn
eed aan de grondwet getrouw bleef.
Door J. Wintel werd de candidatuur
van den heer Mr. W. v. d. Kaay niet
minder warm bestreden. Yoor Spr. gold
slechts deze politieke wet, waaraan de li
berale kiezers zich hebben te houden, nml.:
trouw aan het program in 1891 vastge
steld, trouw aan het liberale beginsel,
en.... samenwerking met da Regeering."
Maar dan ook mag de heer v. d. Kaay
niet de candidaat zijn van den Bond. Spr.
erkent gaarne, dat door den heer v. d.
Kaay in vele andere omstandigheden de
Liberale Vaan is hoog gehouden; gaarne
betuigt Spr. zijne bewondering, zijn eerbied
voor een man als de heer v. d. Kaay
die, nit den burgerstand ontsproten, het zoo
ver in de wereld heeft gebracht, een man
van zoo groote beteekenis is geworden.
En wat de heer van Kluyve zeide om
trent het gewicht der Liberale Unie tegen
over de Lib. partij dit verbaast J.
Winkel ten zeerste, en hij vraagt, hoe het
dan te rijmen is, dat niemand minder dan
de heer v. d. Kaay zelve, toen hij, bij zijne
Candidatuur in '91 hier in Schagen een
lezing houdende, door de Radicalen
Tak van H i 1 v e r s u m en Calisch v. Am
sterdam heftig bestreden, de betrouwbaar
heid der Liberalen en dus ook zijne ei
gene betrouwbaarheid concludeerde uit
het toenmalig Manifest der Lib. Unie,
-welk manifest nu zoo verloochend wordt.
Maar tochdit verschil ten opzichte
der kiesrecht-uitbreiding belet ons, den
heer v. d. Kaay te herkiezen.
Dat de heer v. d. Kaay getrouw
o'eef aan zijn eed aan de grondwet
*°Q dan de heer v. Kluyve daarmede wil-
en heweren dat de 32 liberalen, die ook
rouw aan de grondwet zwoeren en met
e regeering mede-werkten hun eed
9eschonden zouden hebben Dat wil Spr.
net veronderstellen.
a'^e heer v. d. Kaay alleen een juiste
1 egging van art. 8C der grondwet zou
geven, vindt Spr. twijfelachtig; te meer daar
Wet* k Z008SDaam^e al-of-niet-grond-
rin 'f=heid van het tegenwoordig R-gee-
eS-ontwerp na velerlei geschrijf en
is Tweede Kamer, toch geacht
het Zlin opgelost, doordat art. 3. van
tegenwoordige wetsontwerp is aange-
,£m®n' en tot degenen die daar voor
doen behoorde ook de heer van der Kaay.
niet l Bree* meent dat de kiezers
t kunnen uitmaken of de heer v. d. Kaay
opzichte van de uitlegging van art. 80
het al of niet bij het rechte einde heeft.
Voor de kiezers is alleen van belang hoe
de h.er v. d. Kaaij in dsn laatsten tijdis
opgetreden en dat optreden is niet naar
den wensch der kiezers.
Door den heer 1. Koomen At. v. Kol-
horn, wordt mede de Candidatnnr v. d. Kaay
bestreden, daar wij bij verkiezing alleen
hebben te letten op ons program dat eene
afspiegeling is van het program mani
fest der Liberale ÜDie. Wij staan nu voor
de keuze: of den afgevaardigde v. d. Kaay
bf het Ministerie steunen. De keuze is hier
voor de kiezers niet moeielijk. Het begin
sel gaat boven de persoon.
Hierna werd daar geen andere Can-
didaten werd voorgesteld, de vergadering
door den heer Ds. A. W. v. Kluyve ge
sloten, terwijl Spr. wees op het critieke
van den toestand, in welken wij verkeer en
op het gevaar, dat ous district loopt.
Een ieder zij in zijn gemoed te volle ver
zekerd.
Verslag der politieke lezing,
Dinsdagavond ten lokale van
den heer Blauw gehou
den, door den heer
MrM. W. F. Treub
van Amsterdam.
Door den heer Huizinga van Heer-
Hugowaard werd deze vrij talrijk be
zochte vergadering geleid. Spr. wees op
den gewichtigen tijd in welken wij
nu door de ontbinding der Tweede Ka
mer verkeeren. De uitslag der a s. ver
kiezingen zullen ons doen zien in welke
districten eene overwinning zal zijn be
haald op de conservatieven.
Volgens Spr. komt het er minder op
aan, of de overwinning aan eenige par
tij komt, maar voor Spr. blijft het in dit
district de vraag iemand te vinden van wien
wij met reden kunnen verwachten, dat hij
het wetsontwerp Tak zal steunen en ver
dedigen. Van daar dat de Radicale
Kiesvereeniging den heer Treub candi
daat stelde en hier dezen avond deed op
treden.
De heer Mr. M. W F. Treub, het
woord nemende, verklaarde niet beter te
kunnen doen, dan zijne denkbeelden om
trent de kiesrechtkwestie uit een te zet
ten.
Zonder overdrijving noemde Spr. het
tijdperk, hetwelk wij nu doorleven, ui
terst gewichtig, ja, Spr. meent
dat ons land, wat betreft het politiek le
ven geen zoo belangrijk tijdvak als thans
na de grondwetsherziening van '48 heeft
aan te wijzen.
Reeds in 1844 is door Thorbecke in
eene zijner beroemde redevoeringen te
Leiden verklaard, dat het beginsel van
Algemeen Kiesrecht ligt in de geschiede
nis dezer eeuw en dat de 19de eeuw
het Algemeen kiesrecht tot werkelijkheid
zou brengen.
Later in '48 toen Thorbecke aan het
bewind kwam, is het een zijner eerste da
den geweest, een eersten stap te doen op
dien weg, door de instelling der directe
verkiezingen gebaseerd op een zoo laag
mogelijk gestelden census. Thorbecke ging
toen zoo niet terstond over tot het algem.
kiesr.omdat dit toen nog geen volkswil was.
Sedert dien tijd is mede door Thor-
becke's werken en spreken en schrijven,
hoe langer hoe meer volksontwikkeling
gekomenhet volk werd zijn recht meer
bewust.
Het volk leerde sedert inzien, dat zij
er niet in mochten berusten, dat de sa
menstelling van het staatsbestuur buiten
hen omging; dat hunne belangen bij de
staatsregeering even goed betrokken zijn
als die der bezittende klassen dat het
volk ook stem in het kapittel moet
hebben. Zoo langzamerhand is het denk
beeld toegenomen dat het komen moet
tot algemeen kiesrecht, en dat elke grens
lijn, welke ons daarvan scheidt, maar
eene willekeurige is. "Was 25 jaar gele
den, de stem van hem, die om alg. kies
recht riep, als die van een roepende in
de woestijn, thans is bijna ieder er
van overtuigd dat de 4e stand het recht
heeft op het kiesrecht.
Zoo kan men getuigen, dat ook in
Nederland, al is het dan niet vlug, de
gedachten toch loopen en wij nu bijna
algemeen overtuigd zijn, dat de ontwik
keling van den staat langs geleidelijken
weg tot het doel voorttot betere ver
deeling van het maatschappelijk inkomen,
tot vermindering der klove tusschen de
standen.
Thans durft geen conservatief meer
openlijk zeggen dat het kiesrecht nu
vergenoeg is uitgebreid.
Zoo ook is in 1891 bij de algemeene
verkiezing de leuze van alle partijen
(misschien uitgezonderd een groot deel
der katholieke) door Liberale, Radicalen,
A—Revolut. als de voornaamste leuze ge
steld:
Uitbreiding van kiesrecht.
Deze leuze werd gesteld, omdat men
in 1887 bij de grondwetsherziening nog
gepoogd had een klein dammetje op te
werpen.
Het Manifest der Liberale Unie stel
de de leuze, dat de wetgever aanstonds
zou overgaan tot de uitbreiding van het
kiesrecht voor zoover als eene eerlijke
uitlegging der grondwet toeliet.
Spr. herinnert er aan hoe de Radica
len toen opkwamen tegen die vrij alge
meene, nietszeggende tormule, die volgens
hen aanleiding moest geven tot een zee
van misvattingen.
De kiezers vertrouwden op den goe
den wil der candidaten en zoo was het
in '91 mogelijk, dat onder eenzelfde for
mule conservatieven en vooruitstreven-
den werden afgevaardigd, die elkaar
in de Kamer konden bestrijden, waar
door niets tot stand kon komen.
In '91 heeft men ons om die voor
spelling gehoond; de feiten hebben thans
ons, Radicalen, in het gelijk gesteld.
Hierna schetste Spr. in korte trekken
den gang der parlementaire geschiedenis
van '91 tot heden, waarin de aankondiging
en de indiening van Tak's wetsontwerp
tot uitbreiding van het kiesrecht, met de
eindelijk gevolgde Kamerontbinding.
Spr. wees er op hoe het in hoofdzaak
de Alkmaarsche afgevaardigde, de heer
v. d. Kaaymet zijn vriend van Houten
zijn geweest, die door de indiening van
hunne amendementen welke niets an
ders waren dan een Contra-voorstel, de
aanneming van het regeeringsontwerp
hebben vertraagd en tegengewerkt.
De vrienden van v. d. Kaay verwe
ten den minister dat hij uit kop
pigheid het wetsontwerp na de aanne
ming van het amendement de Meijier had
ingetrokken.
Zij, die dat zeggen, spreken een onwaar
heid
Bij de behandeling van Art. 4, het
welk niet anders was dan de practische
uitwerking van het door de Kamer aan
genomen art. 8, was het amendement
de Meijier een dier vele bruggetjes, wel
ke heeten gelegd te zijn om tot over
eenstemming te geraken tusschen Re
geering en Kamer, maar tengevolge van
welke verzoening het kiesrecht wel zou
zijn ingekrompen maar niet uitgebreid.
En minister Tak, die ofschoon wel
geneigd tot tegemoetkoming in de onder-
deelen te recht begreep, dat hij voor
zijn beginsel finale uitbreiding
moest pal staan, trok het regeerings
ontwerp in.
Maar de Min. moest dit ook doen,
omdat hij wist, hoe door v. d. Kaay. Roel
en Zijp een nieuwe afgrond voor hem was
gegraven, in hun amendement over de al
of niet grondwettigheid hunner bewering
dat al wie geneeskundige hulp genoot
voor zich of zijn gezin, van eenige lief
dadige instelling of van de gemeente,
van het kiesrecht was uitgesloten. Dien
valstrik mocht Tak niet alwaehten.
Stel dat de Kamer verklaard had dat
de grondwet de toelating tot het kies
recht van dezulken uitsloot dan zou
de min. de kiezers niet tot scheidsrech
ter hebben kunnen stellen, en hadden
we een kiesrechtinkrimping gekregen,
waai'door, onoverdreven, een lOO.OOOwerk-
lieden juist van dat recht zouden zijn
uitgesloten.
Op hot juiste tijdstip heeft Tak een
einde gemaakt aan het drijven der con
servatieven, als v. d. Kaay c. s. die
openlijk wel zeggen, dat zij
uitbreiding willen, doch on
der het voorwendsel vantrouw
aan de grondwet, alles inhet
werk stellen om werkelijke
uitbreiding tegen te houden.
Daarom beveelt Spr. het den kiezers
aan, bij de verkiezing er niet naar te
vragen: is de candidaat liberaal, radicaal,
antirevolutionair of katholiek, terwijl hun
ne verdere meeningen over de ontwikke
ling der sociale toestanden in het duister
blijven dezelfde fout als in 1891
en waarvan het onvermijdelijk gevolg zal
zijn, dat we, al is het dan op ander ter
rein, in het voorjaar, van het volgende
jaar hetzelfde treurige schouwspel krijgen
als dit voorjaar dat de door eenzelfde
partij gekozen afgevaardigden elkaar be
strijden maar de kiezers moeten den
candidaat beslist afvragen of hij met Tuk
wil meegaan.
De heer Treub verklaart, dat hij van
den beginne af aan bij zijn optreden in
het politiek leven, getuigd heeft dat hij
wel degelijk met minister Tak meegaat
zonder in het minst in strijd te komen
met hetgeen hij als afgevaardigde aan de
Grondwet verplicht is.
Spr. dringt er op aan, dat de kiezers
niet alleen van den Candidaat eischen,
zijne verklaring met Tak mee te kunnen
gaan, maar de kiezers verlangen ook van
den afgevaardigde zijn meening te hooren
omtrent het amendement v. d. Kaay
RoelZijp. Want al wie het met dat
amendement eens is, kan niet voor uit
breiding van kiesrecht heeten te zijn.
Spr. herinnert er aan, hoe hij steeds
alle door de grondwet uitdrukkelijk ge
noemde uitsluitingen breeds veel te be
zwaarlijk heeft gevonden.
Met betrekking tot de door den M£n.
nog gehandhaafde schrijfproef, verklaart
Spr. die overbodig en nadeelig te vinden
overbodig, omdat hetzelfde met het cou
loirstelsel en de teekening eener pre
sentielijst kan worden verkregen nadee
lig, omdat het vele kiezers zal terug hou
den, daar zij zich aan de formaliteit
der schrijfproef niet willen onderwerpen.
Maar toch zal Spr. niet om die
schrijfproef tegen het regeeringsontwerp
stemmen.
Ten slotte verklaart Spr. er op gestaan
te hebben, zijne denkbeelden omf.rent die
punten zoo duidelijk mogelijk mede te
deelen, opdat er bij de kiezers geen ver
schil zal bestaan omtrent hetgeen Spr.
zal doen als men hem tot afgevaardig
de kiest.
Thans komt het voor de kiezers er op
aan of zij zullen kiezen eer i afgevaardig
de die de Regeering steunen en dekies-
het kiesrecht willen vastknoopen aan het
bezit en die niet zoover willen gaan als
de grondwet toelaat.
Spr. herinnert nog aan een citaat uit
de welbekende, beroemde redevoeringen
van den grooten Thorbeckeden vader van
het Liberalisme, waar deze getuigde
„Wanneer met toenemenden rijkdom
aan den eenen, armoede aan den ande
ren kant, zich uitbreidtwanneer de rijke
nog rijker; hij, die weinig heeft, nog armer
moet worden, wat is de wetgeving, die
alleen staatsburgerschap aanbiedt onder
eene door weinige bereikbare voowaarde,
wat is die wetgeving, tenzij ironie?
„Persoonlijk standsvoorrecht heet af
geschaft, opdat aan bekwaamheid en ver
dienste hare natuurlijke baan worde ge
opend maar een op bezit van uitwen
dige goederen gegrond stelsel van voor
recht komt in de plaats. Burgerstand
beteekent opnieuw, een deel, eene klas
se van het volk. Te midden eener maat
schappij, op gemeen recht der leden ge
bouwd, wordt eene onoverklimbare grens
tusschen bevoegden en onbevoegden ge
sticht. Wie vindt den toon, waarin de
ze dissonnant zich oplost
Het is de minister Tak, besluit de
heer Treub, die dien toon heeft aange
slagen maar ook het was de heer
van der Kaay, die weigert met mi
nisterie mede te gaan.
Daarom, Kiezers, weet wel, wat gij doet
kiest gij een oonservatief als v. d.
Kaaydan behoudt gjj den dissonnant, en
zij t gij oorzaak, dat hetgeen wat nu gewei
gerd wordt, dan geëischt en ge
nomen zal worden, maar met bot
singen. Zoo iets te voorkomen
moethet streven der kiezers
z ij n.
Na de pauze, treedt de beer Visser
Sociaal-Democraat, v. Oudcarspel in het
debat. Spr. verwondert er zich over dat
de Radicalen zoo een twee drie met hun
Candidatuur voor den dag kwamen en
betoogt dat het voor de Soc.-Democraten
er al heel weinig toe doet, of er een
Liberaal dan wel een Radicaal wordt ge
kozen, want beiden hechten zich aan het
bezit van eigendom.
Dat de heer Treub zich bij het begin en bij
bet einde zijner rede beroept op Thorbecke,
den vader van het Liberalisme, beschouwt
hij als miets anders dan gevlei aan de
Liberalen, van wier steun de Radica
len het bij deze verkiezing moeten hebben.
De Radicalen hebben de laatste jaren
anders hard genoeg gescholden op de
Liberalen.
Spr. zegt, dat de Radicalen in hunne
beloften al even onbetrouwbaar en vaag
zijn al de Liberalen, want de heer Treub
sprak wel over het wetsontwerp, doch
hij zette niet uiteen wat het verder pro
gram der Radicalen bevat.
De heer Treub had wel veel mooie
woorden gebruikt, maar dat waren ge
legenheidswoorden.
De heer Treub kan wel veel beloven,
hij heeft nog geen zitting gehad in het
parlement. Eerst later zal dan moeten
blijken, wat de heer Treub zal doen.
Verder ontwikkelde de Spr. breedvoe
rig het sociaal-democratisch beginsel.
Door den heer Treub werd op afdoende
wijze de beschuldiging weerlegd, als zou
hij Thorbecke geëerd hebben uit vleie
rij jegens de liberalen van dit district,
en voert ook aan dat door de Radicale par
ty nooit te velde getrokken is, tegen het
grootsche werk van Thorbecke.
Hierna bespreekt de heer Treub ee-
nigzins uitvoerig het radicaal program.
Ten slotte wijst hij er op, dat het spel
der Soc. Democraten, om steeds te roe
pen dat er geen verbetering der soc. toe
standen mogelijk is zonder der revolutie,
zal moeten lijden tot eene geweldige ca-
tastrophe, tot groote schade de maat
schappij, maar ook tot verderf van den ar
beidenden stand.
Hierna yerkreeg de beer Visser nog
eens het woord, die evenwel geen nieuw
gezichtspunt wist aan te geven.
Daarna sloot de heer Huizinga deze
bijeenkomst met den wensch, dat op 10
April wij elkaar zullen kunnen geluk-
wenschen met de zegepraal, op den con
servatieven geest behaald.
Correspondentie.
•S. te Barsingerhorn.
Uw stuk kan niet geplaatst worden,
indien gij uw naam voor ons verborgen
houdt. de Red.
kool a groene-erwten 11.50
a 14.— grauwe f 14.a 17.wijker va
le a Blaowraaanï. a-
vale 7,— a 14.—.
2ste Klasse Trekking van 27 Maart.
Prijs van f 20000 No. 7435
f 1500: 14294
j, i 1000: No, 14920
f 400: 3324 17168
f 20010689
f 100 3834 5553 9517 9562 12468
13295 14809 17796 19268
ALKMAAR 23 Maart 1894,
Kleine Kaas f 32,50 Commissie f
Middelbare f28,— aangevoerd 6 stapels
wegende 3492 K.G.
ALKMAAR 23 Maart 1894.
Op de gr. tasmarkt werden aangevoerd 1022
Hectol. Tarwe f 5.50 a 7.
H. L. roggef 9-a 0..H.L
gerst f 0.— a 0.—, id. chev. f5,— a
5,50 H.L. haver f 3.35. a 4—;citroen f 10.—a
reiihTuithreMm^ïö^wprWl' ;paardeboon. sn f 5.50 a 0.— broineboonen
"f.*" LVÏfi maken 6._ f 8 dl,i,„boon„ o.- 0.-
witteid, 11.—alA.50 geel mosterzd. f
met welwillende medewerking van de
Gymnastiekvereeniging
ten huize van den heer A. S/otemaker
te Barsingerhorn.
Aanvang 7" 7a uur. Bal na.
Entreé 33 cents. Zie verder programma.
om met Mei a. s. te aanvaarden, een zeer
net W oonhuis vaD alle gemakken voor
zien, met flinken tuin, waarin diverse
vruchtboomen, te Groetpolder, bij
Kolhorn,
te WIERINGERWAARD.
een nieuwe
te bevragen bij
I). ROGGEVEEN Cz.
te Schagen.
uitgezonderd ZONDAGS.
Zondagsmorgens van 5 tot 8 aur en
Zondagsnamiddags van 2 tot 57, UHr.
van 1 tot en met 5 a f 2.per Koe.
boven de 5 Koeien k f 1.50 per Koe.
BARSINGERHORN, T„
(Meeldijk.) j n. iiater.
zal, dan wel dat de kiezer, s iemand als
d. Kaay en van Houten willen, die
v.
a—Kanasriezaa-Li 6,75 a 7.-