AiKlECI AiratBitis- LlMIIV Donderdag 26 April 1894. 38ste Jaargang No. 2826. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL Bureau: 8CHAGEX, Laan, O 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5c Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente 8 c h a g e n. Bekendmakingen, De Bedelarij. Kermis. FEU1LLLTON. Tl Jj Novelle van Hermann Heiberg. houden op Woensdag. Aangifte van Verhuizing. Binnenlandsch Nieuws. Landbouw. 5,!i De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat hij bet noodig acht huune hulp in te roepen ter beteugeling van een misbruik dat telken jare grootere verhoudingen asnneemt, na melijk Met nadruk wordt er de aandacht op ge vestigd dat door het geven van geld aan bedelaars, de bedelarij die bij de wet verboden en strafbaar is ge steld, in de hand wordt gewerkt, en dat de straf die de bedelaar beloopt, mede te wijten is aan hen, die hem door hunne gaven steunen. Op grond hiervan worden de ingezetenen dringend uitgenoodigd om personen die van bedelen hun beroep ma ken, iu bun onteerend bedrijf niet te steunen door het geven van geld. Schagen, 17 April 1894. De Burgemeester S. BERMAN. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen ter algemeene kennis, dat de Raad heeft besloten, dat de kermis in deze gemeente zal plaats hebben, en invallen op Zondag den 17 Juni a.s. des namiddags ten 4 ure, om te eindigen op Zondag den 24sten daaraanvolgende. Schagen, 20 April 1894. Burgemeester en Wethouders voomoemd- S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Scha gen brengen ter kennis van belanghebben den, dat wegens het invallen van den Hemelvaartsdag op 3 Mei a.s., de ge wone Donderdagsche Markt al daar in die week zal worden ge- 3 Daar Marie Langbehn hare moeder verlo ren had, kon zij geen enkel pretje medema ken. Daar verlangde zij ook in 't geheel niet naar. Zij gevoelde zich gelukkig, nu zij niet meer afhing van de luimen eener mevrouw. Zij werd eiken dag met zulk eene liefde be handeld, gelijk zij bij hare moeder zelfs niet had ondervonden. Zij had alles, wat zij be geerde ja, bovendien nog had tante Doris een kamer voor haar in orde doen brengen en er een nieuwe piano neergezet. Dat was haar heiligdom, en bloemen ston den op de vensters en een vogel hipte vroo- i ijk door zijn kooi. Op een achtermiddag, het was reeds aan het eind van een warmen zomer, zat Marie in de koele woonkamer der onde dame aan het venster te arbeiden. Om haar ston den de onde meubelen te glinsteren in de zon; een behaaglijke en gezellige goest be merkte men in de geheele kamer, die op gevoelige naturen aangenaam werkt. Ook Marie gevoelde dit alles Mite-Male lag in zijn mand naast den haard en de vogel zat droomerig op zijn stokje. Een zeldzaam tevreden gevoel doorstroom de de ziel van het meisje. Dat alles was na ^an haarGeen norsch gelaat, geen verne derende behandeling meer te verduren te hebben, geen slavin meer te zjjn! Niemand meer minachtend op haar neer, en de hieuwe dag bracht haar geen nieuwe plich- en der dienstbaarheid. Zij was vrij, vrij Schagen 24 April 1894, Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. Burgemeestar en Wethouders van Scha gen brengen, voor zooveel noodig met het oog op het verzuim betrekkelijk het doen van aangifte ter Secretarie, bij verhuizing binnen de gemeente, aan de ingezetenen in herinnering, het bepaalde oij artikel 13 van de politieverordening dezer gemeente, luidende als volgt „Ingeval van verhuizing binnen de ge- #meente zal daarvan binnen acht da- »gea behooren te worden kennis gegeven »ter Secretarie der gemeente, te weten: „Voor een geheel gezin, inwonende dienst- „en werk boden Jaaronder begrepen, door jhet hoofd van dat gezin. yVoor afzonderlijk levende personen door „henzelf. (fVoor de geheel bevolking van gestich ten of andere inrichtingen waar per sonen onder eenig bestuur te zamen wo nnen, door de bestuurders dier inrichtin gen.'' ^Overtreding wordt gestraft met eeDe geldboete van tenhoogste f 1. Sch gen, 24 April 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris. DENIJS. Inde afgeloopen winter- maanden is van de ,/Volksbibliotheek te BARSINGERHORN" gebruik gemaakt door 1C8 personen nit de wijken A. B. C. en D. der gem. Barsingerhorn. Db biblio theek bestaat thans uit 282 verschillende boekwerken in ruim 400 boekdeelen, wel ke verzameling langzamerhand vergroot wordt. Voor liefhebbers vaD geschikte lec tuur is de voorraad dus nog niet spoedig uitgeput. «-«y TT MD y T 1 t/J nJ van zorgen en dagelijks in gezelschap een waarachtig edel hart, dat zij telken da ge hooger en hooger schatte, zi' k0'" ^°U k0' 'ante Horig i. een ou<^e> zieke vriendin was we- ..J-bei°eken- ^een Het was visite. Andre- kad'eD referendaris Möukedorf aan. Hij om 8Dcce8 z>jn examen afgelegd en was, Hm' i!rU8?0n' kÜ zijn familie te logeeren. niet r'e benden elkaar in het geheel blcèrlT6 *'s'en> ze evenals de meeste verre een erwantei), dat zij bestonden Paul was maar „Ifj aafdi8 meosch, was als een heer, Ren it L ™insten opschik gekleed, kij tanfo'n fleurde zijne wangen, to^n k*«r inoi;0'18 D!et aaDir°f> maar Marie met 'f>®> kalme, voorname houding. Hij kon geeen woorden vinden om haar te groeten, temeer niet, daar hij tegenover een schoon meisje stond. Juist dat bij bij deze eerste kennismaking zulk een gek figuur maakte, hinderde bem geweldig, en met moei te gelokte bet hem eindelijk, zichzelt mees ter te worden. Dan echter vloeide den woorden hem van de lippen, en een beschaafder en ontwikkelder persoon kon men zich niet denken. Na zeer gezellig gebabbeld te hebben, nam hij dan ook eindelijk afscheid, en ver zocht Marie tante Doris hartelijk van hem te groeten. Toen hij reeds in de deur stond, wendde hij zich nogmaals om, alsof h9m nu eerst de hoofdzaak vau zijn bezoek in de gedachten kwam, trad op Marie toe en zeide „Hoor eens, lieve Marie, een woordje. Wie weet of wij ooit weer zoo vertrouwe lijk met elkander znllen spreken. Ik heb je een verzoek te doen.' „Ja, kom aan, spreek, Paul „Gy weet hoe de verhouding is tnsschen. mijne familie en tante Doris; maar zoo gij het niet weet, zal'ik het u zeggen. Het is niet tusschen hen zooals het behoort; er is iets, dat niet in den haak is. En de schuld ik moet het bekennen ligt alleen aan de zijde der mijnen. Vader heeft nooit be grepen, hoe hij met zijn inkomen moest rondkomen. Moeder is nit verkeerde liefde toegevend en Hertha is een koode, bereke nende nataur. Maar wie is in staat over zijn eigen schaduw te springen Mij doet het leed, waarachtig leedwant tante Doris is een zeer zeldzame Da- rel. „Wij zijn haar oneindig veel verschuldigd Zoo zij er niet geweest ware, had ik niet kunnen studeeren. Ik vraag u, ik bid u, doe uw best, gebruik al uw invloed, om de verhouding tusschen hen wederom te ver beteren. En ik geef u mijn eerewoord, Ma ria de jonge min sprak op eerlijke, vrij moedige wijze „mij drijven geene bere kenende nevengedachten; slechts mijn govoel spoort mij er toe aan. Ik hoop slechts dat er een verhouding ontstaat, die tasschen bloedverwanten pasteene op achting, en liefde gegrondveste verhouding. Gij kant daar zeer veel toe bijdragen; ik bid u daar har telijk om. „Ik zal niet ophouden, de mijne te heiin- neren, hoeveel en wat al niet zij de oude dame verschuldigd zijn. En na, leef wel Ik weet, dat gij met uw edel hart ik ge voel, welk een goede, nobele ziel er in o woont mij niet hebt misver- Bij den heer K. van der Oord te HEER HUGOWAARD hebben de leerlingen van den heer S. Brugman zondag 22 dezer onder zijn leiding eene goed geslaagde uitvoering gegeven. Dat men van het goede van kinderen niet spoedig te veel krijgt, bewezen de hartelijke toejaichingen van het talrijk op gekomen publiek. Zaterdag heeft aan den Coehoornsingel te ZUTFEN een poging tot moord plsats gehad, gepleegd door V. O., den oppasser van den luitenant der cavalerie Van Doornik, op een der dienstboden van den luitenant, Mina J. geheeten. Omstreeks halt negen 's morgens waren de beide diensbodenen de oppasser bezig om de slaapkamer van dezen schoon te maken. De eene meid zou even water halen, terwijl de andere, Mina J., op de kamer bleef met den oppasser V. O. Nauwelijks had zich de eene meid verwijderd of zij hoorde haar kameraad Miua om hulp roepen. IJiings ging zij tsrug, doch vond den toe gang afgesloten. Zij riep toen den oppas ser bij diens naam, doch kreeg geen antwoord. Terwijl zij nu hulp ging roe pen, wist Mina J. gelegenheid te vinden van den zolder te komen. Zij bleek zeer ernstig door een pistoolschot aan het hoofd verwond te zijn. Toen er hulp kwam (de heer Van Door nik rukte juist met een detachement hu zaren de Nieuwstadspoort uit, zoodat, deze gewaarschuwd, zich met eenige huzaren naar zijn huis spoedde) vond men den op- ;asser v. O. op zijn kamer badende in zijn bloed, met het hoofd hangende in een riem, op den grond zittende, en met een schot door het hoofd. Bij het lijk vond men een afgevuurd, ouderwelsch tweeloopspi stool. Het bleek, dat hij reeds den geest had gegeveu. De verwonde dienstbode Mi na J. is in het Ziekenhuis opgenomen, doch schijnt niet levensgevaarlijk ver wond te zijn. Het lijk van v. O. is naar de garnizoens ziekenkamer overgebracht. Daar de getroffene, die men hoopt te be houden, nog steeds grootendeels bewuste. staan.' Enzij lachte hem eenvoudig toe,dreigend met baar vinger, en zeide „Ik geef u mijn woord, dat ik handelen zal, zosals gij van mij verwacht, Paul. Maar ook zonder uw bede geschiedde bet reeds en zon het ook in de toekomst geschied zijn.' „O, gij lief, goddelijk moisje f' Wilde de jouge m m uitroepen, maar hij bedwong zich, omdat zijn uitroep zijn innerlijk gevoel valsch zou uitdrukken, bij bukte zich, drukte eeu kus op haar hand en verliet ijlings de kamer. Zij hoorde boe bij de trap afliep, den gang doorging en daarna het luide geklingel der huisbel. Achter de bloempotten echter zag zij hem na, totdat zij verhinderd werd, hem verder na te zien. De herfst was voorbij gegaan, de winter was gekomen. De rozen waren reeds lang •ntbladerd, en door de koude, door de win terzon boschenen straten, en bniten over bet veld, waar een tijd te voren de vogel zijn vroolijk lied deed hooren, gierde nu de wind, zoo het kon om alles te vernie tigen In het huis van Doris Waterkant zag het er niet nit zooals het wezen moest, zooals Marie het zoo gaarne wenschte. Bij het be gin van den winter, nadat zij ter eere van Marie een schitterend feest gegeven had, en elk in verbazing gebracht had, door hare vroolijkheid, was Doris Waterkant .ziek ge worden. Een koortsachtige toestand wilde haar maar niet verlaten, trots alle zorg en oppassing, en daar baar eetlust zeer gering was, verlieten de krachten haar al zeer spoedig. Wanneer Marie geduldig en bedaard aan het bed vau de oude zat, om haar voor te lezen, sliep zij gewoonlijk spoedig in, en wan neer zij uit bare sluimering ontwaakte, ver langde zij wederom naar rust. Niemand mocht haar ook bezoeken. Ook baar belang stelling in de buitenwereld en voor wat er om haar voorviel, stierf langzamerhand weg. Zij vroeg niet naar dezen of genen, slechts dan liet zij eenige belangstelling blijken, wan neer Marie haar mededeelde, dat Mön- kedorf er geweest was, om naar de zieke te vragen. De mededeeling van Marie, dat Hertha zich verloofd had met een officier, den ba ron Karl von Immsohoff, scheen hare belangstelling gaande gemaakt te hebben. Zij vroeg dadelijk na deze mededeeling loos bleef, ken zij nog niet gehoord worden, en ligt de ware toedracht in het duister. Dader en slachtoffer stonden gnnstig be kend; minnenijd wordt vermoed de aanlei ding tot de misdaad te zijn geweest. Zaterdag werd te MONNI KENDAM aangevoerd 784,000 stuks an sjovis. Voor de in de afgeloopen week gevangen visch werd 35 cent de 100 be taald. Algemeen wordt eene groote vangst verwacht. Als een groote zeldzaam heid meldt men, dat in de omstreken van DEVENTER de rogge reeds in de aren staat. Lage aanranding! Toen Zondagavond een oppassend jon geling uit BLARIKUM langer dan ge woonlijk op zijn thuiskomst liet wachten, werden zijn ouders ongerust en gingen zij hem zoeken in de richting, waarin hij ge woon was huiswaarts te keeren. Het duur de niet lang of de jonge man werd gevon den, maar in een zeer deeruiswaardigen toestand op een veld in de nabijheid van den Laarderweg. Hij lag daar bewusteloos uitgestrekt, met de kenteekenen van zwa re mishandeling, op het lichaam waarneem baar. Gelukkig had hij nog kracht ge noeg om mede te deelen, dat de daders van dit snoode bedrijf waren een zestal hem bekende personen uit Laren, die hem op weg hadden aangevallen en vreeselijk mishandeld. De toestand van den jongeling is zeer bedenkelijk. De justitie heeft zich met de zaak bemoeid, zoodat verwacht mag worden, dat de aanvallers hun straf üiet zullen ont gaan. Zondagavond 22 April 1.1 hadden we het genoegen te SINT-MAAR TEN het Zarggezelschap ffOrpheus" van OUDCARSPEL, te hooren onder directie vau den heer J. Fis sldaar. Dit gezelschap, dat reeds een gevestig- den naam bezit,bestond uit een 50-tal leden vrouwen mannenkoren. Het uitgebreid programma, dat 21 nummers bevatte, kon vergeleken worden met eeu t a 1 e 1, waar op velerlei gerechten waren opgedischt en waarvan ieder ten volle kon genieten. Hoe groot ook het aantal mocht zijn, de wijze waarop de nummers werden aangeboden, deed voor 't meerenaeel allen goed smaken, ja zelfs enkele daarvan werden op aanhou dend verlangen van het flink opkomend au ditorium aau het slot herhaald. De afwis seling nu vrouwen-, dan mannenkoor, ge mengd koor of vrouwen- en mannenkooren in éón nummer gezongen, maakten dezen avond lot een waar kunstgenot, dat zeker nog grooter zou geweest zijn, indien het Gezelschap had kunnen beschikken over eene zaal, die aan de eischen eener goede acustiek voldeed. Worden dergelijke lokalen ten platte lande hoogst zelden aangetroffen, toch mag erkend worden, dat #Orpheus* het in technische uitvoering reed» tot eene aanzienlijke hoogte heeft gebracht en aldus ook het oor van den kunstliefhebber heeft kunnen bevredigen. Wij wenscben vau har te gaarne „Orpheus* nog meermalen in ons midden te zien optreden. JLJen uitstekend, middel. Het is algemeen bekend, welk een groo te schade het mond-en klauwzeer onder het vee kan aanrichten, en treurig genoeg, heeft men geen beproefd middel tegen deze vreeselijke ziekte kunnen vinden. Thans is dit ontdekt en daarom haasten wij ons er de veehouders mede bekend te maken. Dit geneesmiddel wordt geleverd door den wilden Thijm of Kwendel (Thymus Ser- pyllum L). De wilde Thijm is een op heide-, duin en zandgrond zeer algemeen voorkomend zodevormend heestertje, dat bij de minste kneuzing zeer aangenaam en doordringend riekt en dunne, liggende of opstijgende stengels en takken voortbrengt, waarvan de toppen des winters sterven, doch het lagere gedeelte aan nieuwe loteD het aanzijn geeft, die in het volgend jaar bloeien. Genoemde stengels en takken zijn nu eens meer, dan eens minder behaard, nu eens aan twee, dan weder aan alle vier Marie van vertelde gehoord naar bijzonderheden, en alles, wat zij er had. „Dus zij hebben ook mij hier weder bui- tengelatou, Marie? Ja, gij neemt hen toch steeds in bescherming Maar daar hebben wij het ai weer. Zelfs da naaste bloedver wanten worden niet om raad gevraagd. Zij vreesden zeker mijne raadgevingen, omdat het een zeer dwaze partij is een jong mensch zonder een duit.' „Mair tante 1 Hoe kunt ge na zoo pra ten Slechts bezorgheid met het oog op uw toestand heeft hen daartoe geleid. Zij heb ben u niet willen hinderen.' „Neen, neen, mijn lief kind! Ik weat het beter. Het is zoo, als ik het gezegd beb. En ik wil mij er ook niet over beklagen Het doet mij slechts leed, dat zij zoo wei nig achting voor zichzelf hebben, dat zij zoo grenzeloos oppervlakkig en egoïstisch zijn „Toch niet, tante 1 Zij hebben een ander karakter Ik weet hoe hoog zij u schatten. Paul bij voorbeeld „Ja, Paul! Dat is een nobel meDscb, maar die anderen t Doch laat ze maarWij hebben niets meer met elkander gemeen 1 Zij kunnen mij en ik hen missen; zij doen en ik doe wat ik wil; dan zijn wij quitte. Krenkingen heb ik moeten verduren, zeer zware. Ik zie hen tot in hnn bart! En dat is bet juist. Ik weet, boe het er daar uitzietHet is daar een vruchtbare bo dem, maar er groeit niets dan onkraid. Wat deze zomer en herfst gedaan hebben, ging hen niet van barte, het was weder doch laten wjj «r van zwijgen 1 Laat hen, ik zal ook zonder hen rustig kunnen ster ven „Maar tautc, lieve tante. Ik bid u, spreek niet zoo. Praat ook niet van sterven. Gij zult nog laDg, lang leven! Ik bid daar om iederen dag. God, ik weet bet, zal n nog lang voor mij spa ren „Hebt gij mij dan lief, mijn kind?' „Mijn goede tante?' Het meisje sprak diep bewogen en boog zieb voorover tot de onde neer. Deze echter omhelsde baar met bare arme en fluisterde„Ja ik geloof u. Eén mensch heb ik, die mij liefheeft zonder nevenbe doeling; dat zijt gij, mijn lief kind. Heb dank Nog een leeft er!' fluisterde Marie „en n u moet ik bet n zeggen er is er een, die n zeer lief heeft en die ik ook lief heb „Wat hoor ik! Spreek! Neen, neen, ik zal mij niet opwinden Het doet my genoegen. Gij hebt iemand lief Is het iemand, dien ik ken En bij bondt van mij, zegt gij Ja, tante, Paul beet hij en hij behoort tot de fpmilie, die u verdriet gedaan heeft, maar hij eert u waaarachtig en hij zal nooit vergeten, wat gij voor hem hebt godaan „Paul, Paul is hetl Ja dat is een goed bericht. Marie gij hebt den juiste gekozen. Dat maakt mij gelukkig zeer gelukkig of schoon ofschoon „Gij meent, tante „Ja mijn kind, ofschoon ik n dan weder ontberen moet, weder alleen zijn zal, wach tende op een tronw zorgzaam mensch Ik ik wordt oud en zwak ik gevoel het. De beste dagen zijn voorbij. Wat God mij nu nog geven wil, is toegift.' Het meisje antwoordde niets. Zij brak plotseling m luid geween nit, en viel voor het bed neder. En eerst nadat de oude haar wat had toegesproken,werd haar zwijgen verbroken en riep zij heftig uit: „Gij weet, dat ik u nooit, nooit zal ver laten, maar juist omdat ik dat niet wil en mag, daarom beb ik tot nog toe gezwe gen over wat mijn bart gevoelde. Eb dat ik dat nu verget.n heb, daarover weeu ik, daar over heb ik berouw. Vergeef mij 1 Maar ik vermocht bet niet tegen te houden. Eu niet waar! Wie zal ik mijn geluk en mijn leed anders toevertrouwen, dan aan u> Gij die meer voor mij geweest zijt dan mijne moe der ja alles, wat ik heb en alles wat ik verlangde, hebt gij mij gegeven 1 „Eu weet dan mijn besluit is onveran derlijk, tante ik heb zoo juist beslist. Ik heb Paul op zijn vraag geantwoord, dat ik hem niet lief genoeg had, em hem geheel toe te behooren Ik mocht hem derhalve niet toebehooren.' „Hoe, dat hebt ge gedaan, gy dwaas kind? Dat deedt ge om mijnentwille 1 En gjj meent, dat uwe moeder gij noemt mij uwe moe der en het is zoo zulk eeu offer zal aan nemen Acb, mijn kind Dan kent gij mij in bet geheel nog nietWat zon mij nog gelukkiger kunnen maken, dan u gelukkig te zien, en daarenboven hebt gy mijn hoog ste wensch vervuld." Maar het gelaat vau Marie helderde bjj deze woorden niet op. WORDT VERVOLGD. J l I I f r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1