Een droom in de Duinen.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Schagen, 9 Mei 1894.
Zondag 6 Mei haddt u onder bfgnn-
stiging van goed weder, nranr met een
zeer sterken wind, alhier de wedstrijden
van de Algemeene Nederlaudsche Wielrij
ders Bond plaats.
Burgerlijke Stand.
Gemeente Sclidgeii.
Gem, Oudearspel,
1 zij hem fluts het vocht in het ge-
Uat slingeren. Want zij heeft nu een af-
huw van dat mooie gezicht met dat
kleine kneveltje, van dat innemend uiter
lijk, dat haar ondergang geweest is. O,
met hoeveel vreugde zou zij hem de oo
gen uit het hoofd hebben gekrabd! Zij
wordt geheel beheerscht door een ge
voel van wraakzuchtige wreedheid. Zij
weet dat die daad haar in de gevangenis zal
brengen. Goed! Maar hij die booswicht,
zal teminste niet meer als een mooie jon
gen in de faubourg rondwandelen in zijn
wit werkmanspak en met't rozeroode muts
je op het hoofd. Met oen oog en met ver
schroeide wang zult gij geen meisje meer
het hoofd op hol brengen. Begrepen,
schurk
In haar koortsachtige opgewondenheid
voelt Mélie behoefte aan eenige bewe
ging. Zg kan onmogelijk langer blijven
stilstaan en loopt eenige malen het trot
toir op en neder.
Op eens hoort zij, vlak naast zich, een
mannenstem, die zachtjes zegt
Goeden avond, juffrouw Mélie.
Zij kijkt verschrikt op, doch herkent
terstond haar buurman van dezelfde ver
dieping, den werkman Yictor, die zijn
klein slapend dochtertje op den arm
draagt.
Zij kent hem welhet is een goede
man die Yiclor, die nooit drinkt en op
wien niets is aan te merken. Hij heeft
veel leed ondervonden. Hij is laat ge
trouwd en met een vrouw, die veel te
jong was voor hem, een onbezonnen ding
dat ten slotte van hem is weggeloopen.
Hij is nu veertig jaar, maar zijn baard
is reeds grijs en hij heeft geheel het
uiterlijk van een oud man. De buren
noemen hem altijd „vader Yictor", en
zij hebben gelijk, want hij leeft uitslui
tend voor zijn kind. Iedereen heeft me
delijden met hem en behandelt hem met
eerbied.
Die ontmoeting, op dat oogenblik,
brengt Mélie nog meer in de war. Heb
ben zij niet beide hetzelde leed te dra-
gen P
Victor bemoeit zich nooit met het
gebabbel der buren. Hij heeft dus nooit
gehoord, dat Mélie een minnaar had.
Maar wel hoort hij eiken avond, al is
het nog zoo laat, in haar kamertje door
de dunne wanden het eindeloos getik
harer naaimachine en daarom is bij vol
bewondering voor dat werkzame meisje.
Niet waar juffrouw Mélie, gij doet
evenals ik Eerst nog een luchtje
geschept voor het tijd is om te slapen...
Kijk, mijn kleine Georgette is alvast
maar bij voorbaat begonnen
Hij boog het gelaat even voorover
naar het slapende kind, dat met het
kleine hoofdje tegen zijn bestoven boe
zeroen geleund lag, en drukte een zach-
ten kus op de lichtblonde haren.
Me'lie is onwillekeurig bewogen Zij
zal immers ook weldra moeder zijn. Zij
is het reeds.
Gij houdt zeker veel van uw Ge
orgette
Zij is het eenige wat ik bezit, dat
weet gij wel, antwoordt de werkman.
Maar het is geen gemakkelijk werk een
klein kind te verzorgen, voor een man
die geheel alleen staat op de wereld
Gelukkig heb ik overdag voor haar de
kinderbewaarplaats, en langzamerhand
leert men het werk als moeder ook wel.
Tegenover dien zwaarbeproefden man,
die zoo zachtzinnig en zulk een goed va
der voor zijn kind is, ondervindt Mélie
onwillekeurig een gevoel van weldadige
kalmte. Ja berusten, en dan werken en
leven voor het kind, dat zij verwacht.
Zij zou het kunnen, zij zou het moeten.
Maar toch, die nietswaardige Anatole.
Moet hg dan niet En terwijl zij
het doosje met vitriool onder haar om
slagdoek vaster omklemd houdt, zegt zij
op somberen toon:
Vertel mij eens, vader Yictor, hebt
gij, na al het leed wat gij ondervonden
hebt, nooit er over gedacht om u te wre
ken
Hij kg kt haar verwonderd aan.
Weineen, nooitMaar ik heb
wel eens een andere gedachte bij mij
voelen opkomen, ook slecht, maar die ik
toch heb weten te overwinnen. Ziet ge,
juffrouw Mélie, er zijn menschen, die,
wanneer men hun kwaad doet, altijd het
eerst er aan denken om zich te wreken,
desnoods om een moord te begaan. Maar
toen mijn vrouw van mij is weggeloopen
had ik geen andere gedachte dan te wil
len sterven. Maar dat kon niet, begrijpt
gij, om de kleineEn nu, tegen
woordig, vind ik in haar mijn troost voor
alles.
Ditmaal voelt Mélie de tranen in de
oogen komen. Ja, die mooie Anatole
hij is nog altijd aan den overkant, in
het Café Progrès kan rustig zijn
Partij biljart uitspelen en naar huis gaan.
Zij de verstootene, zal zich niet meer
°P hem wreken. Zij schaamt zich nu in
wendig over haar boosaardig voornemen
'an zooeven, en over dat afschuwelijke
^Dg, dat zij nog steeds onder haar ka
nnen omslagdoek verborgen houdt.
v.~~ Kom, ik ga naar huis, zegt vader
ïctor terwijl hij zijn dochtertje, dat
0or den slaap een weinig naar omlaag
18 gezakt, wat hooger opschuift, zooals
Bjoeders dat weten te doen. Zij wordt
zwaar, mijn Georgette, zij is ook al
'jaa vier.... Tot weerziens, juffrouw.
-^oen, ik ga zoover met u mede,
-woordt Mélie haastig. Ga maar
Ik m 'k hen dadelijk weer bij u.
een L°e eTen n°S h^er den winkel
6011 kaars koopen.
Mélie loopt een eindje het steegje in
cn werpt het blikken doosje met het
bijtende vocht in de goot, vervolgens
haalt zij den werkman spoedig in. Zij
strekt de beide handen uit haar
handen die rein zijn gebleven van mis
daad en zegt:
Yader Yictor, gij zult wel ver
moeid zijn door dat zware pakje op uw
arm. Laat mij uw kind een poosje dra
gen. Letterkundig Bijvoegsel R. Nbld.
Niet ver van 't frissche strand en half in 't duin
verscholen,
Aan 't stille plekje, dat een elk tot rusten lokt,
En dat zoovelen met begeerige blikken zoeken,
Ligt daar een badgast, ongedwongen uitge
strekt,
Terwijl zijn blikken onbestemd in 't ronde
dwalen.
De middagzon werpt breede stralen over
't zeevlak
En ieder golfje is als schittrend diamant.
Nabij den badgast, in het witgeverfde huisje,
Daar staat de stoere boot, die redding bracht
aan velen,
Die in den woeston kamp met storm en
onweersvlagen,
Een wisse prooi zich waanden van den wree-
den dood.
Het oog des rustenden ontdekt iets van een
opschrift
Aan 't huisje. Nader het beschouwend, ziet
hfj daar
Het roode kruis, waarbij een bus is aangebracht,
En leest„het werk der liefde en het red
dingswezen."
„Zelfs hier aan 't verre Noordzeestrand," dus
spreekt hij somber,
„Aan 't duin op eiland, dat als kranke men
bezoekt,
„Vervolgt ons nog die beedlarij!"
En wrev'lig momp'lend
Omklemthij als een vrek zijn welgevuldebeurs.
De zon schijnt warmer en de lucht wordt
immer lauwer,
De zeewind streelt met lieflijk suizen slaap
en wang
En speelt genotvol met de lokken van dei)
badgast
Die moede, en verblind door't licht, de oogen
sluit
En na een poos zich overgeeft in Morpheus'
armen.
Toch hoort hij in den droom het gonzen van
de zee
En ziet zijn oog de rustig kabbelende vlakte,
Tot plotseling, met donderend geweld, de
golven
Opslaan, vernielend alles wat hen tegenstaat,
En uit elkander spattend, telkens hooger
stijgen.
Ginds, aan den horizont, verschijnt en donkre
vlek,
Een masteen schipin strijd met voort-
gezweepte golven,
't Gelaat des slapers toont in wilde bange
trekken
Wat ak'lig schrikbeeld in den droom hem kwelt.
Wie is 't
Die op vaneengereten planken, handen
wringend,
Dan in vertwijflng aan het boord zich klem
mend, stom,
Reikhalzend staart naar 't duin Die man
hij is het zelf I
Hij hoort in 't noodweer slechts het bonzen
van zijn hart,
En voelt elk oogenblikhet schip al dieper zinken!
Daar nadert redding pijlsnel op'nen zich
de deuren
Van 't onaanzienlijk loodsje achter 't kale duin.
Met zielsverlangen hangt zjjn blik aan 't roode
kruis
Dat met do vlag der reddingboot verzinkt en
opduikt
Doch nader komt aan 't wrak met eiken
riemslag meer.
„Heer!" bidt zjjn hart, .laat toch dien mannen
het gelukken,
„Die, met verachting van het doodsgevaar,
misschien
„Ten koste van hun eigen leven, alles wagen,
„Mjj weg te voeren van den rand van 't open
graf."
Doch, voor hjj nog die bèe heeft uitgesproken,
vallen
Reeds mast en stengen neer. En met een
schril len kreet
Stort ook hij in den vloed en worstelt met
de golven.
Te laat!.... zijn arm verlamt, hij wijkt, hij
kan niet meer!
Daar is de reddingboot Hierhelp 1
en hij ontwaakt.
Verbijsterd ziet hij om zich. Ha fhij iigt
nog rustig
Op 't veilig plekje in het duinzand en de zee
Is stil; de lucht is helder en de golfjes krullen
Zich even slechts, alsof ze spotten met zijn
angst
En lachen, als hij zelf, om al 't benauwde
droomen.
En toch hij siddert, O, hoe vrees'lijk zou
het z\jn
Als, wat hij straks daar droomde, aan hem
werd bewaarheid.
Zooals, helaas l te dikwijls...
Neen weg met dien droom
Geen m ensch bespiedt hem.Slechtsde meeuwen
die rondzweven
Door 't luchtruim, waren levende getuigen
van zijn nood
Bij 't dwaze droomen, en nog zjjn ze er,
maar die dieren
Verraden 'tniet, waarom zijn hand de geld
beurs zoekt.
Hij treedt op 't huisje toe, en onder 't roode
kruis
Valt in de bus „voor 't reddingswerk* een
rijke gave
Terwijl de bêe wordt uitgesproken„Machtig
Godi
„Behoed een ieder in den kamp met storm
en golven
„En leer ons eerbued hebben voor het red
dingswerk I"
Naar het Duitsch.
Van uit Amsterdam, Haarlem, Alkmaar
en Hoorn waren tochten uitgeschreven,
waaraan door velen was deelgenomen.
Niettegenstaande de atdfilings— wedstrijd
was vaslge itc'.d t<gen 1 uor, was hetreeds
bijna 2 uur voordat men hiermede een
aauvaDg r>am. Minder aangenaam was het
dat men het programma wat aanvangstijd
betreft n'«t beter nagekomen is, daarwele
personen met hnnne voertuigen de beleefd
heid hadden gehad, de een of andere ge-
legenüeid op te zoeken om niet hinderlijk
te zijn voor de deelnemers, en dus liefst
een paar nar hebben staan wachten, wat
de nu reeds bestaande antipathie tegen
wielrijders iö deze streek, zeer zeker niet
zal doen vermindereu. Mat was het doel
der Schager Vereeniging, ongetwijfeld toch
wel propaganda maken voor haar sport;
haar sport geliefd tc maken bij velen hier
in den omtrek; maar dit wordt, wanneer
men het publiek negeert, volstrekt niet
verkregen. Ook het verdere afwerken van
het programma liet te wenschen over, de
Handicap—race over zoogenaamd 10
K. M. viel in figuurlijken en letterlijken
zin te water.
Wat toch moet men anders bij een
Handicap—race op dezen afstand doen, dan
aan één stak doorrijden met de grootst
mogelijke snelheid, waarover men te be
schikken heeft? En hoe is dat nu moge
lijk bij een weg met zulke scherpe bochten,
waar bij de twee eersten al reeds de helft
der rijders öf vielen of te water reden?
Voor Hen aangekondigden Pijpenwedstrijd,
zullan de liefhebbers en kijkers zeker een
anderen dag nitgenoodigd worden, want
deze bleef maar geheel en al achterwege.
Aan deatdeeiingswedstrijd, uitgeschreven
door de A. N. W. B. namen deel De
Kettinggangers en de Haarlemsche F «loei-
pede Club, beiden van Haarlem; Alasca
de Amsterdamxche Athletische Club, de
Amsterdamsche Vtlocipède Club, Edo en
Achill*s, allen van Amsterdam.
De Hoornsche Wielrijders Vereeniging
was verplicht zich terug te trekkeD, daar
hare rijders niet waren opgekomen.
De uitslag was als volgt: len'prijs met
een gem. tijd van 50 mio. 9 sec., de
Amsterdamsche Athletische Club; 2en
prijs in 50 min. en 44 seconden, de Haar-
lemsche Vélocipède Club en 3en prijs in
51 min. 4 sec., Edo.
De af te leggen afstand bedroeg 25 K.M.
cp den weg van Schagen naar de Kolk-
sluis, voorbij het Zand, en terug.
Aan den gelijktijdig op hetzelfde traject
gehouden personeelen wedstrijd namen 8
rijders deel. De le prijs tevens het
kampioenschap van Noord Holland, werd
gewonnen door den heer Doornekamp van
Amsterdam in 46s/. min.de heer Schram
men van Amsterdam behaalde den twee
den in 474/(, terwijl de heer C. Witteveen
van Haarlem den derden verwierf in 48
minnten, 'deze prijs werd echter door den
heer Witteveen niet geacceptoerd.
De uitslag der Handicap—race isle
prijs de heer Lionard te Haarlem, de 2e
prijs de heer Lucas te Haarlem en de 3e
prijs de heer Baron te Amsterdam.
Door onze Harmoniekapel werd een volks
concert op de Marktplaats gegeven, dat
door vele belangstellenden werd bijgewoond.
Een zeer gezellig diner in het bonds-
hote! van den heer A. Vader hield vele
wielrijders prettig bijeen.
Door den trein alleenzijn 146 rijwielen
vervoerd gewordendus kan men aanne
men, dat ongeveer ruim 200 wielrij
ders onze gemeente bezocht hebben.
Op verzoek van den heer
Mr. Buchner schoolopziener in het
arrondissement den Helder, zal naar aan
leiding der lezing door den heer Roep het
vorige jaar over #Htt onderwijs in Han
denarbeid in de Volksschool" dit jaar op
de vergadering van onderwijzers eene ten
toonstelling van voorwerpen p'.aats hebben
die op de Schager Huisvlijtschool
zijn vervaardigd. De heer Ter Linden zal
op genoemde vergadering met de leerlin
gen der Zangschool de bekende Cantate „de
St. Nicoiaasavond" teu gehooie brengen.
In de op heden door de
Schager Harddraverij-Vereeniging West-
friesland^ gehouden algemeene Vergade
ring werd ter vervanging der vacature
van den beer Waiboer, die als zooda
nig bedankte, tot bestuurslid gekozen,
de heer Dr. A. C. Melchior.
Verslag der vergadering van den Baad
der gemeente Schagen, gehouden
op Dinsdag 8 Mei 1894, des
morgens ten 10 ure.
Aanwezig alle leden.
Na lezing en goedkeuring der notulen,
werd medegedeeld, dat was ingekomen
een schrijven van den heer G. C. J.
Zijlstranieuw benoemd onderwijzer aan
de O. L. School alhier, dat hij met 1
April 1.1. in functie was getreden.
Verder was ingekomen een adres Heij-
ligers c.s., houdende verzoek, wijziging
der politieverordening, betrekkelijk het
vasthouden der honden. Voor heo toch
in onze gemeente, die er een hond op
na houden, en in zaken zitten of bij
hun huis een open erf hebben, is het
niet te ontgaan, bij de voorgenomen
strakke handhaving van het tegenwoordig
politie-reglement, meermalen bekeurd te
zullen worden.
Verscheidene burgers loopen gevaar
tegen hun wil, gedecreteerd te worden
tot onwilligen, tot wetsovertreders.
Door den heer üoogschagen gevraagd
naar het advies van B. en TV. ten deze,
deelt Voorz. de heer S. Bermanmede,
dat B. en W. zich onthielden van advies.
De heer v. d Maaten wil wel tot de
gevraagde herziening overgaan, mits tege
lijkertijd besloten worde van de luxe
honden hooger belasting te heffen en
daarentegen het houden van trek- en
andere diensthonden, welke dan natuur
lijk niet los mogen loopen, onbelast te
laten.
De heer W. Roggeveen Cz. wil de ver
ordening laten, gelijk zij thans is. Spr.
1 herinnert zich nog zeer goed den overlast
welken, voor deze verordening in werking
trad, de burgerij bij hunne uitstallingen
had van de losloopende honden. Het gaat
nu toch niet aan, ten gelieve van enkelen,
aan de burgerij weder denzelfden last te
laten geworden. Maar ook is Spr. tegen
verhooging van belasting. Daarin ziet
Spr. een onbillijkheid tegenover hen, die
het minder goed kunnen betalen.
De heer C. Bijpost wil op het verzoek
afwijzend beschikken, niet, om den last
der neringdoenden, maar uit een oogpunt
van landbouwbelang, Spr. herinnert er
aan hoe verleden jaar 1 schaap van hem
en van een buurman P/j schaap door
honden zijn verscheurd en ook nog 1
schaap is te water gejaagd, waardoor het
verdronk. En nooit is het uitgekomen,
door wiens honden dat ongeluk is be
rokkend. De politie zocht er toch wel
naar. Het gaat niet aan, om de liefheb
berij van enkelen meer genoegen te doen,
ten kosten van velen.
Ook tegen verhooging der belasting op
de luxe-honden komt Spr. op. Dat zou
zijn de gemeentekas bevoordeelen ten
nadeele van den landbouw.
De heer Hoogschagen vraagt of het de
bedoeling is dat alle honden, op het
kohier voorkomende, en dat zijn er 200,
zouden mogen losloopen.
Al was het enkel, dat de 57 in de
eerste klasse aangeslagen honden, voor
die vrijheid in aanmerking kwamen,
toch zou Spr. dat getal veel te groot
vinden.
Do Voorzitter, de heer S. Beman,
merkt op, dat als art. 57 der politie
verordening, betreffende het houden van
honden, ongewijzigd blijft, het kwaad
blijft bestaan dat hij, als uitvoerder der
wet, verplicht zal zijn ieder oogenblik
bekeuringen uit te oefenen jegens vele
ingezetenen, die, volgens spr's overtuiging
overigens gaarne zullen medewerken, tot
handhaving der gemeente-verordening,
doch machteloos zijn tegenover de onover
komelijke bezwaren, welke ten hunnen
opzichte bestaan tegenover die zeer be
perkende bepaling in art. 57.
Spr. raadt aan te bepalen, dat het
houden van trek-, jagers- en slagershon
den valt onder verband van art. 57.
Daarentegen wilde spr. in overweging
geven, de luxe-honden van dat verband
vrij te stellen. Dat de landbouwers van
die luxe-honden overlast zouden krijgen,
kon spr. niet aannemen.
Daarentegen zullen dezelfde landbou
wers overlast houden van die honden,
welke buiten de kom der gemeente ge
houden worden.
De heer C. Bijpost beweert dat het
juist luxe-honden geweest zijn, die ver
leden jaar de schapen op de Nes ver
scheurden.
Met 2 tegen 9 stemmen werd het voor
stel van den voorzitter verworpen.
Voor stemdeq de heeren Hazeu en
v. d. Maaten tegen de heeren D. Smit,
J. Govers, W. Roggeveen, P. Buis, C.
N. Vlaming, C. A. Roggeveen, C. Bijpost,
Jb. Stammes, en C, Asjes.
Daardoor moet dus geacht worden dat
op het bedoeld adres afwijzend is be
schikt.
Door het bedanken van den heer Jb.
Hopman was opengevallen de betrekking
van Lid van College van Zetters. Ter
keuze moest nu een voordracht van 2
personen aan den heer Commissaris der
Koningin worden voorgelegd. De heeren
P. Buis en C. N. Vlaming werden bij
stemming op deze voordracht geplaatst.
Ter voorziening in de vacature klok
luider, ontstaan door het vertrek van D.
Slot, werd gekozen A. v. Scheijen.
Ten behoeve van den dienst 1893 der
gemeente—comptabiliteit, werd af- en
overschrijving verleend tot een bedrag
van f 1213.69.
Nog werd goedgekeurd uit de post
Voorz. uitgaven te kwijten een bedrag
ad f 7.26 voor onkosten verbonden aan
de maatregelen tot beteugeling van het
klauwzeer.
Voorts werd aan B. en "W. opgedra
gen in aansluiting op het bepaalde bij
de provinciale verordening op de wegen,
door den bevoegden ambtenaar te laten ver
vaardigen de liggers en kaarten der wegen
in de gemeente.
Ter bestrijding dezer kosten werd aan
B. en W. blanco crediet verleend.
Naar aanleiding van de aanbieding van
het beredeneerd verslag over den toe
stand der gemeente in 1893, werd be
sloten, dit verslag voor de leden ter visie
te leggen.
Wijders was ingekomen een schrijven
van het Polderbestuur van Schagen, waar
bij voor het jaar 1894, de huur van het
raadhuis op f150. en die van de waag
op f 50. werd voorgesteld.
Tevens bood het Polderbestuur den
eigendomdier gebouwen aan de gemeen
te aan voor de koopsom ad 1 4000. on
der voorwaarde, dat de Polder zijne ver
gaderingen des Zaterdags ten raadkuize
kan blijven houden, zonder eenige ver
goeding zijnerzijds.
Op voorstel van den heer Berman, wordt
dit punt in Comité behandeld. De heer
C. Bijpost verklaarde zich tegen de be
handeling in Comité.
Nadat de vergadering was heropend,
stelde Voorz., de heer 8. Berman, in ver
band tot het in de geheime zitting be
sprokene, voor: dat raadhuis en waag
door de gemeente voor f 4000,van
den Polder zullen worden aangekocht, met
voorbehoud, dat, zoolang bedoeld gebouw
niet van bestemming of eigenaar veran
dert, de Polder zijne zittingen aldaar op
de gebruikelijke dagen zal kunnen hou
den.
Op dit besluit zal de goedkeuring ge
vraagd worden van Provinciale Staten,
wanneer namelijk de Polder zijnerzijds
op dit bod ingaat.
De koop kan niet ingaan voor 1 Ja
nuari 1895. Tot zoolang blijft de ge
meente huurster van het perceel.
Ten opzichte van de voor dezen koop
benoodigde geldleening, werd aan B. en
W. opgedragen, te onderzoeken welke de
beste wijze van leening zal zijn.
In verband van de door den heer C.
üoogschagen gemaakte opmerking, of het
niet wenschelijk is, terzelfder tijd over
te gaan tot een converteering der gemeente
schuld, werd aan B. en "NV. opgedragen
te onderzoeken in hoeverre hiertoe krach
tens de thans loopende verbintenissen
met het „Gemeente-Crediet" zal kunnen
worden overgegaan.
Bij de rondvraag deelt Voorz. op eene
door de heeren Roggeveen en Hoogschagen
gedane vraag mede, dat het onderzoek
naar het drinkwater bij de gemeente
school nog niet is afgcloopen.
Door den heer v. d. Maaten wordt ge
vraagd in hoeverre het mogelijk is, nu
de wegen in onze gemeente volgens Prov.
Regl. niet meer onder het verband van
ons politieregelemont staan ten opzichte
van het rijden met hondenwagens, de be
palingen van onze verordening te hand
haven.
Voorz. antwoordt, dat zoolang de lig
gers en kaarten,waarvan zooeven is gespro
ken, nog niet zijn vastgesteld, alle we
gen nog moeten worden beschouwd onder
dat verband te staan, en zal voorz. dan
ock de bepalingen gestreng handhaven,
en zullen de voerlieden van dergelijke
voertuigen zich voor overtreding hebben
te wachten.
Niets m er ter bespreking zich voor
doende, werd de vergadering gesloten.
Zij die achterstaande ad-
vertentie lezen over de Walluer Soirée,
zullen ongetwijfeld vragen wie, wat is
die mijnheer Wallner?
Wij meenen daarop niet beter antwoord
te knnnen geven, dan aan de hand van
eenige recencies uit groote bladen, omtrent
het optreden van Dr. Siegfried Wallner in
verschillende plaatsen in Nederland.
De Prov. Gron. Courant van 21 Nov.
schrijft
Als bypnotiseur nam de heer Wallner
eene proeve met een der genoodigden, die
daaraan eerst na eenig tegenstribbelen ge
volg gaf. Op eeu stoel gezeten en strak
iu de oogen gezien, die langzamerhand slo
ten, viel het medium in een vasten slaap.
Het volbracht daarna de beveleo van den
hypnotiseur, o. a. om het hoofd recht op
te houden en van den stoel op te staan,
waarna de heer W. den persoon weer deed
ontwaken, die niet wist, dat hij iets an
ders had gedaan dan slapen, dat evenwel
maar eenige minuten duurde.
In 't Euschedees. hAdvertenliéblad\ezea «ij:
Een van de verbazingwekkende proeven
welke Dr. W. leverde op 't gebied van 't
lezen van iemands gedachten, was deze:
Aan de hand van een dei aanwezigen, die
de plaats wist waar eene speld verborgen
was en die aan niets anders dan daaraan
denken mocht, haalde hij een sigaar, waar
in tijdens zijn afwezigheid deze gestoken
was uit iemands zak en trok de speld er
weer uit.
De Amsterdammer van 28 Maart schrijft:
Dit gedachtenlezen berust, zeide de heer
W., alleen op opmerkingsgave en tastzin.
Wie zijn vijf zintuigen goed scherpt, zal
het gemakkelijk vallen de wonderen van
den ^zesden zin" te volbrengen. Maar het
eisebt eeuige oefening.
Vervolgens werden diereu gehypnotiseerd;
een duif en een konijn werden in hypno-
tischen toestaud gebracht en bleven als
verdoofd liggen.
Daarna werd de betooveriug opgeheven
en het konijn sprong op het tooneel rond
alsof hef voor tooneelist in de wieg was
gelegd. Geen spoor van Lampenfieber of
debuutkoorts
Het laatste deel der séance was 't merk
waardigste. De heer W. begaf zich onder
't publiek, beval een der aanwezige heeren
in te slapen, en de man iu 't geheel niet
hierop verdacht, sloot de oogen en viel in
diepen hypnotischen slaap, waarin hij alies
deed wat de heer W. hem bevaL
Met een tweeden heer ging 't eveneens
zooroet dit sujet werd de bekende proef
van Donato gedaande man verstijfde ge
heel en al, zoodat hij met de voeten op
een stoel en het hoofd op een anderen zoo
stijf lag als een plank en een zware man
op hem kon gaan zitten, zonder dat hij
doorboog.'
Ons dunkt dat zeer velen met ons deze
gelegenheid wel niet zullen laten voorbijgaan
om deze wetenschappelijk knost met eigen
oogen te gaan aanschouwen en bewonde
ren.
Onze plaatsgenoot de heer
P. v. d. Struijf is bevorderd tot
Bregadier-Majoo r-effectief.
Ingeschreven van 5 tot en met 8 Mei '94.
Geboren Wilhelmina Geertruida, d, v.
Pieter Boekei en van Johanna Hommert.
Ondertrouwd
GetrouwdGeene.
Overleden
Ingeschreven: van 1 30 April 1894.
GeborenJacob, z. v. Cornelis Smit en
Guurtje Smit. Niesje, d. v. Arie de Jager en