Een droom in de Duinen. PLAATSELIJK NIEUWS. Schagen, 9 Mei 1894. Zondag 6 Mei haddt u onder bfgnn- stiging van goed weder, nranr met een zeer sterken wind, alhier de wedstrijden van de Algemeene Nederlaudsche Wielrij ders Bond plaats. Burgerlijke Stand. Gemeente Sclidgeii. Gem, Oudearspel, 1 zij hem fluts het vocht in het ge- Uat slingeren. Want zij heeft nu een af- huw van dat mooie gezicht met dat kleine kneveltje, van dat innemend uiter lijk, dat haar ondergang geweest is. O, met hoeveel vreugde zou zij hem de oo gen uit het hoofd hebben gekrabd! Zij wordt geheel beheerscht door een ge voel van wraakzuchtige wreedheid. Zij weet dat die daad haar in de gevangenis zal brengen. Goed! Maar hij die booswicht, zal teminste niet meer als een mooie jon gen in de faubourg rondwandelen in zijn wit werkmanspak en met't rozeroode muts je op het hoofd. Met oen oog en met ver schroeide wang zult gij geen meisje meer het hoofd op hol brengen. Begrepen, schurk In haar koortsachtige opgewondenheid voelt Mélie behoefte aan eenige bewe ging. Zg kan onmogelijk langer blijven stilstaan en loopt eenige malen het trot toir op en neder. Op eens hoort zij, vlak naast zich, een mannenstem, die zachtjes zegt Goeden avond, juffrouw Mélie. Zij kijkt verschrikt op, doch herkent terstond haar buurman van dezelfde ver dieping, den werkman Yictor, die zijn klein slapend dochtertje op den arm draagt. Zij kent hem welhet is een goede man die Yiclor, die nooit drinkt en op wien niets is aan te merken. Hij heeft veel leed ondervonden. Hij is laat ge trouwd en met een vrouw, die veel te jong was voor hem, een onbezonnen ding dat ten slotte van hem is weggeloopen. Hij is nu veertig jaar, maar zijn baard is reeds grijs en hij heeft geheel het uiterlijk van een oud man. De buren noemen hem altijd „vader Yictor", en zij hebben gelijk, want hij leeft uitslui tend voor zijn kind. Iedereen heeft me delijden met hem en behandelt hem met eerbied. Die ontmoeting, op dat oogenblik, brengt Mélie nog meer in de war. Heb ben zij niet beide hetzelde leed te dra- gen P Victor bemoeit zich nooit met het gebabbel der buren. Hij heeft dus nooit gehoord, dat Mélie een minnaar had. Maar wel hoort hij eiken avond, al is het nog zoo laat, in haar kamertje door de dunne wanden het eindeloos getik harer naaimachine en daarom is bij vol bewondering voor dat werkzame meisje. Niet waar juffrouw Mélie, gij doet evenals ik Eerst nog een luchtje geschept voor het tijd is om te slapen... Kijk, mijn kleine Georgette is alvast maar bij voorbaat begonnen Hij boog het gelaat even voorover naar het slapende kind, dat met het kleine hoofdje tegen zijn bestoven boe zeroen geleund lag, en drukte een zach- ten kus op de lichtblonde haren. Me'lie is onwillekeurig bewogen Zij zal immers ook weldra moeder zijn. Zij is het reeds. Gij houdt zeker veel van uw Ge orgette Zij is het eenige wat ik bezit, dat weet gij wel, antwoordt de werkman. Maar het is geen gemakkelijk werk een klein kind te verzorgen, voor een man die geheel alleen staat op de wereld Gelukkig heb ik overdag voor haar de kinderbewaarplaats, en langzamerhand leert men het werk als moeder ook wel. Tegenover dien zwaarbeproefden man, die zoo zachtzinnig en zulk een goed va der voor zijn kind is, ondervindt Mélie onwillekeurig een gevoel van weldadige kalmte. Ja berusten, en dan werken en leven voor het kind, dat zij verwacht. Zij zou het kunnen, zij zou het moeten. Maar toch, die nietswaardige Anatole. Moet hg dan niet En terwijl zij het doosje met vitriool onder haar om slagdoek vaster omklemd houdt, zegt zij op somberen toon: Vertel mij eens, vader Yictor, hebt gij, na al het leed wat gij ondervonden hebt, nooit er over gedacht om u te wre ken Hij kg kt haar verwonderd aan. Weineen, nooitMaar ik heb wel eens een andere gedachte bij mij voelen opkomen, ook slecht, maar die ik toch heb weten te overwinnen. Ziet ge, juffrouw Mélie, er zijn menschen, die, wanneer men hun kwaad doet, altijd het eerst er aan denken om zich te wreken, desnoods om een moord te begaan. Maar toen mijn vrouw van mij is weggeloopen had ik geen andere gedachte dan te wil len sterven. Maar dat kon niet, begrijpt gij, om de kleineEn nu, tegen woordig, vind ik in haar mijn troost voor alles. Ditmaal voelt Mélie de tranen in de oogen komen. Ja, die mooie Anatole hij is nog altijd aan den overkant, in het Café Progrès kan rustig zijn Partij biljart uitspelen en naar huis gaan. Zij de verstootene, zal zich niet meer °P hem wreken. Zij schaamt zich nu in wendig over haar boosaardig voornemen 'an zooeven, en over dat afschuwelijke ^Dg, dat zij nog steeds onder haar ka nnen omslagdoek verborgen houdt. v.~~ Kom, ik ga naar huis, zegt vader ïctor terwijl hij zijn dochtertje, dat 0or den slaap een weinig naar omlaag 18 gezakt, wat hooger opschuift, zooals Bjoeders dat weten te doen. Zij wordt zwaar, mijn Georgette, zij is ook al 'jaa vier.... Tot weerziens, juffrouw. -^oen, ik ga zoover met u mede, -woordt Mélie haastig. Ga maar Ik m 'k hen dadelijk weer bij u. een L°e eTen n°S h^er den winkel 6011 kaars koopen. Mélie loopt een eindje het steegje in cn werpt het blikken doosje met het bijtende vocht in de goot, vervolgens haalt zij den werkman spoedig in. Zij strekt de beide handen uit haar handen die rein zijn gebleven van mis daad en zegt: Yader Yictor, gij zult wel ver moeid zijn door dat zware pakje op uw arm. Laat mij uw kind een poosje dra gen. Letterkundig Bijvoegsel R. Nbld. Niet ver van 't frissche strand en half in 't duin verscholen, Aan 't stille plekje, dat een elk tot rusten lokt, En dat zoovelen met begeerige blikken zoeken, Ligt daar een badgast, ongedwongen uitge strekt, Terwijl zijn blikken onbestemd in 't ronde dwalen. De middagzon werpt breede stralen over 't zeevlak En ieder golfje is als schittrend diamant. Nabij den badgast, in het witgeverfde huisje, Daar staat de stoere boot, die redding bracht aan velen, Die in den woeston kamp met storm en onweersvlagen, Een wisse prooi zich waanden van den wree- den dood. Het oog des rustenden ontdekt iets van een opschrift Aan 't huisje. Nader het beschouwend, ziet hfj daar Het roode kruis, waarbij een bus is aangebracht, En leest„het werk der liefde en het red dingswezen." „Zelfs hier aan 't verre Noordzeestrand," dus spreekt hij somber, „Aan 't duin op eiland, dat als kranke men bezoekt, „Vervolgt ons nog die beedlarij!" En wrev'lig momp'lend Omklemthij als een vrek zijn welgevuldebeurs. De zon schijnt warmer en de lucht wordt immer lauwer, De zeewind streelt met lieflijk suizen slaap en wang En speelt genotvol met de lokken van dei) badgast Die moede, en verblind door't licht, de oogen sluit En na een poos zich overgeeft in Morpheus' armen. Toch hoort hij in den droom het gonzen van de zee En ziet zijn oog de rustig kabbelende vlakte, Tot plotseling, met donderend geweld, de golven Opslaan, vernielend alles wat hen tegenstaat, En uit elkander spattend, telkens hooger stijgen. Ginds, aan den horizont, verschijnt en donkre vlek, Een masteen schipin strijd met voort- gezweepte golven, 't Gelaat des slapers toont in wilde bange trekken Wat ak'lig schrikbeeld in den droom hem kwelt. Wie is 't Die op vaneengereten planken, handen wringend, Dan in vertwijflng aan het boord zich klem mend, stom, Reikhalzend staart naar 't duin Die man hij is het zelf I Hij hoort in 't noodweer slechts het bonzen van zijn hart, En voelt elk oogenblikhet schip al dieper zinken! Daar nadert redding pijlsnel op'nen zich de deuren Van 't onaanzienlijk loodsje achter 't kale duin. Met zielsverlangen hangt zjjn blik aan 't roode kruis Dat met do vlag der reddingboot verzinkt en opduikt Doch nader komt aan 't wrak met eiken riemslag meer. „Heer!" bidt zjjn hart, .laat toch dien mannen het gelukken, „Die, met verachting van het doodsgevaar, misschien „Ten koste van hun eigen leven, alles wagen, „Mjj weg te voeren van den rand van 't open graf." Doch, voor hjj nog die bèe heeft uitgesproken, vallen Reeds mast en stengen neer. En met een schril len kreet Stort ook hij in den vloed en worstelt met de golven. Te laat!.... zijn arm verlamt, hij wijkt, hij kan niet meer! Daar is de reddingboot Hierhelp 1 en hij ontwaakt. Verbijsterd ziet hij om zich. Ha fhij iigt nog rustig Op 't veilig plekje in het duinzand en de zee Is stil; de lucht is helder en de golfjes krullen Zich even slechts, alsof ze spotten met zijn angst En lachen, als hij zelf, om al 't benauwde droomen. En toch hij siddert, O, hoe vrees'lijk zou het z\jn Als, wat hij straks daar droomde, aan hem werd bewaarheid. Zooals, helaas l te dikwijls... Neen weg met dien droom Geen m ensch bespiedt hem.Slechtsde meeuwen die rondzweven Door 't luchtruim, waren levende getuigen van zijn nood Bij 't dwaze droomen, en nog zjjn ze er, maar die dieren Verraden 'tniet, waarom zijn hand de geld beurs zoekt. Hij treedt op 't huisje toe, en onder 't roode kruis Valt in de bus „voor 't reddingswerk* een rijke gave Terwijl de bêe wordt uitgesproken„Machtig Godi „Behoed een ieder in den kamp met storm en golven „En leer ons eerbued hebben voor het red dingswerk I" Naar het Duitsch. Van uit Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en Hoorn waren tochten uitgeschreven, waaraan door velen was deelgenomen. Niettegenstaande de atdfilings— wedstrijd was vaslge itc'.d t<gen 1 uor, was hetreeds bijna 2 uur voordat men hiermede een aauvaDg r>am. Minder aangenaam was het dat men het programma wat aanvangstijd betreft n'«t beter nagekomen is, daarwele personen met hnnne voertuigen de beleefd heid hadden gehad, de een of andere ge- legenüeid op te zoeken om niet hinderlijk te zijn voor de deelnemers, en dus liefst een paar nar hebben staan wachten, wat de nu reeds bestaande antipathie tegen wielrijders iö deze streek, zeer zeker niet zal doen vermindereu. Mat was het doel der Schager Vereeniging, ongetwijfeld toch wel propaganda maken voor haar sport; haar sport geliefd tc maken bij velen hier in den omtrek; maar dit wordt, wanneer men het publiek negeert, volstrekt niet verkregen. Ook het verdere afwerken van het programma liet te wenschen over, de Handicap—race over zoogenaamd 10 K. M. viel in figuurlijken en letterlijken zin te water. Wat toch moet men anders bij een Handicap—race op dezen afstand doen, dan aan één stak doorrijden met de grootst mogelijke snelheid, waarover men te be schikken heeft? En hoe is dat nu moge lijk bij een weg met zulke scherpe bochten, waar bij de twee eersten al reeds de helft der rijders öf vielen of te water reden? Voor Hen aangekondigden Pijpenwedstrijd, zullan de liefhebbers en kijkers zeker een anderen dag nitgenoodigd worden, want deze bleef maar geheel en al achterwege. Aan deatdeeiingswedstrijd, uitgeschreven door de A. N. W. B. namen deel De Kettinggangers en de Haarlemsche F «loei- pede Club, beiden van Haarlem; Alasca de Amsterdamxche Athletische Club, de Amsterdamsche Vtlocipède Club, Edo en Achill*s, allen van Amsterdam. De Hoornsche Wielrijders Vereeniging was verplicht zich terug te trekkeD, daar hare rijders niet waren opgekomen. De uitslag was als volgt: len'prijs met een gem. tijd van 50 mio. 9 sec., de Amsterdamsche Athletische Club; 2en prijs in 50 min. en 44 seconden, de Haar- lemsche Vélocipède Club en 3en prijs in 51 min. 4 sec., Edo. De af te leggen afstand bedroeg 25 K.M. cp den weg van Schagen naar de Kolk- sluis, voorbij het Zand, en terug. Aan den gelijktijdig op hetzelfde traject gehouden personeelen wedstrijd namen 8 rijders deel. De le prijs tevens het kampioenschap van Noord Holland, werd gewonnen door den heer Doornekamp van Amsterdam in 46s/. min.de heer Schram men van Amsterdam behaalde den twee den in 474/(, terwijl de heer C. Witteveen van Haarlem den derden verwierf in 48 minnten, 'deze prijs werd echter door den heer Witteveen niet geacceptoerd. De uitslag der Handicap—race isle prijs de heer Lionard te Haarlem, de 2e prijs de heer Lucas te Haarlem en de 3e prijs de heer Baron te Amsterdam. Door onze Harmoniekapel werd een volks concert op de Marktplaats gegeven, dat door vele belangstellenden werd bijgewoond. Een zeer gezellig diner in het bonds- hote! van den heer A. Vader hield vele wielrijders prettig bijeen. Door den trein alleenzijn 146 rijwielen vervoerd gewordendus kan men aanne men, dat ongeveer ruim 200 wielrij ders onze gemeente bezocht hebben. Op verzoek van den heer Mr. Buchner schoolopziener in het arrondissement den Helder, zal naar aan leiding der lezing door den heer Roep het vorige jaar over #Htt onderwijs in Han denarbeid in de Volksschool" dit jaar op de vergadering van onderwijzers eene ten toonstelling van voorwerpen p'.aats hebben die op de Schager Huisvlijtschool zijn vervaardigd. De heer Ter Linden zal op genoemde vergadering met de leerlin gen der Zangschool de bekende Cantate „de St. Nicoiaasavond" teu gehooie brengen. In de op heden door de Schager Harddraverij-Vereeniging West- friesland^ gehouden algemeene Vergade ring werd ter vervanging der vacature van den beer Waiboer, die als zooda nig bedankte, tot bestuurslid gekozen, de heer Dr. A. C. Melchior. Verslag der vergadering van den Baad der gemeente Schagen, gehouden op Dinsdag 8 Mei 1894, des morgens ten 10 ure. Aanwezig alle leden. Na lezing en goedkeuring der notulen, werd medegedeeld, dat was ingekomen een schrijven van den heer G. C. J. Zijlstranieuw benoemd onderwijzer aan de O. L. School alhier, dat hij met 1 April 1.1. in functie was getreden. Verder was ingekomen een adres Heij- ligers c.s., houdende verzoek, wijziging der politieverordening, betrekkelijk het vasthouden der honden. Voor heo toch in onze gemeente, die er een hond op na houden, en in zaken zitten of bij hun huis een open erf hebben, is het niet te ontgaan, bij de voorgenomen strakke handhaving van het tegenwoordig politie-reglement, meermalen bekeurd te zullen worden. Verscheidene burgers loopen gevaar tegen hun wil, gedecreteerd te worden tot onwilligen, tot wetsovertreders. Door den heer üoogschagen gevraagd naar het advies van B. en TV. ten deze, deelt Voorz. de heer S. Bermanmede, dat B. en W. zich onthielden van advies. De heer v. d Maaten wil wel tot de gevraagde herziening overgaan, mits tege lijkertijd besloten worde van de luxe honden hooger belasting te heffen en daarentegen het houden van trek- en andere diensthonden, welke dan natuur lijk niet los mogen loopen, onbelast te laten. De heer W. Roggeveen Cz. wil de ver ordening laten, gelijk zij thans is. Spr. 1 herinnert zich nog zeer goed den overlast welken, voor deze verordening in werking trad, de burgerij bij hunne uitstallingen had van de losloopende honden. Het gaat nu toch niet aan, ten gelieve van enkelen, aan de burgerij weder denzelfden last te laten geworden. Maar ook is Spr. tegen verhooging van belasting. Daarin ziet Spr. een onbillijkheid tegenover hen, die het minder goed kunnen betalen. De heer C. Bijpost wil op het verzoek afwijzend beschikken, niet, om den last der neringdoenden, maar uit een oogpunt van landbouwbelang, Spr. herinnert er aan hoe verleden jaar 1 schaap van hem en van een buurman P/j schaap door honden zijn verscheurd en ook nog 1 schaap is te water gejaagd, waardoor het verdronk. En nooit is het uitgekomen, door wiens honden dat ongeluk is be rokkend. De politie zocht er toch wel naar. Het gaat niet aan, om de liefheb berij van enkelen meer genoegen te doen, ten kosten van velen. Ook tegen verhooging der belasting op de luxe-honden komt Spr. op. Dat zou zijn de gemeentekas bevoordeelen ten nadeele van den landbouw. De heer Hoogschagen vraagt of het de bedoeling is dat alle honden, op het kohier voorkomende, en dat zijn er 200, zouden mogen losloopen. Al was het enkel, dat de 57 in de eerste klasse aangeslagen honden, voor die vrijheid in aanmerking kwamen, toch zou Spr. dat getal veel te groot vinden. Do Voorzitter, de heer S. Beman, merkt op, dat als art. 57 der politie verordening, betreffende het houden van honden, ongewijzigd blijft, het kwaad blijft bestaan dat hij, als uitvoerder der wet, verplicht zal zijn ieder oogenblik bekeuringen uit te oefenen jegens vele ingezetenen, die, volgens spr's overtuiging overigens gaarne zullen medewerken, tot handhaving der gemeente-verordening, doch machteloos zijn tegenover de onover komelijke bezwaren, welke ten hunnen opzichte bestaan tegenover die zeer be perkende bepaling in art. 57. Spr. raadt aan te bepalen, dat het houden van trek-, jagers- en slagershon den valt onder verband van art. 57. Daarentegen wilde spr. in overweging geven, de luxe-honden van dat verband vrij te stellen. Dat de landbouwers van die luxe-honden overlast zouden krijgen, kon spr. niet aannemen. Daarentegen zullen dezelfde landbou wers overlast houden van die honden, welke buiten de kom der gemeente ge houden worden. De heer C. Bijpost beweert dat het juist luxe-honden geweest zijn, die ver leden jaar de schapen op de Nes ver scheurden. Met 2 tegen 9 stemmen werd het voor stel van den voorzitter verworpen. Voor stemdeq de heeren Hazeu en v. d. Maaten tegen de heeren D. Smit, J. Govers, W. Roggeveen, P. Buis, C. N. Vlaming, C. A. Roggeveen, C. Bijpost, Jb. Stammes, en C, Asjes. Daardoor moet dus geacht worden dat op het bedoeld adres afwijzend is be schikt. Door het bedanken van den heer Jb. Hopman was opengevallen de betrekking van Lid van College van Zetters. Ter keuze moest nu een voordracht van 2 personen aan den heer Commissaris der Koningin worden voorgelegd. De heeren P. Buis en C. N. Vlaming werden bij stemming op deze voordracht geplaatst. Ter voorziening in de vacature klok luider, ontstaan door het vertrek van D. Slot, werd gekozen A. v. Scheijen. Ten behoeve van den dienst 1893 der gemeente—comptabiliteit, werd af- en overschrijving verleend tot een bedrag van f 1213.69. Nog werd goedgekeurd uit de post Voorz. uitgaven te kwijten een bedrag ad f 7.26 voor onkosten verbonden aan de maatregelen tot beteugeling van het klauwzeer. Voorts werd aan B. en "W. opgedra gen in aansluiting op het bepaalde bij de provinciale verordening op de wegen, door den bevoegden ambtenaar te laten ver vaardigen de liggers en kaarten der wegen in de gemeente. Ter bestrijding dezer kosten werd aan B. en W. blanco crediet verleend. Naar aanleiding van de aanbieding van het beredeneerd verslag over den toe stand der gemeente in 1893, werd be sloten, dit verslag voor de leden ter visie te leggen. Wijders was ingekomen een schrijven van het Polderbestuur van Schagen, waar bij voor het jaar 1894, de huur van het raadhuis op f150. en die van de waag op f 50. werd voorgesteld. Tevens bood het Polderbestuur den eigendomdier gebouwen aan de gemeen te aan voor de koopsom ad 1 4000. on der voorwaarde, dat de Polder zijne ver gaderingen des Zaterdags ten raadkuize kan blijven houden, zonder eenige ver goeding zijnerzijds. Op voorstel van den heer Berman, wordt dit punt in Comité behandeld. De heer C. Bijpost verklaarde zich tegen de be handeling in Comité. Nadat de vergadering was heropend, stelde Voorz., de heer 8. Berman, in ver band tot het in de geheime zitting be sprokene, voor: dat raadhuis en waag door de gemeente voor f 4000,van den Polder zullen worden aangekocht, met voorbehoud, dat, zoolang bedoeld gebouw niet van bestemming of eigenaar veran dert, de Polder zijne zittingen aldaar op de gebruikelijke dagen zal kunnen hou den. Op dit besluit zal de goedkeuring ge vraagd worden van Provinciale Staten, wanneer namelijk de Polder zijnerzijds op dit bod ingaat. De koop kan niet ingaan voor 1 Ja nuari 1895. Tot zoolang blijft de ge meente huurster van het perceel. Ten opzichte van de voor dezen koop benoodigde geldleening, werd aan B. en W. opgedragen, te onderzoeken welke de beste wijze van leening zal zijn. In verband van de door den heer C. üoogschagen gemaakte opmerking, of het niet wenschelijk is, terzelfder tijd over te gaan tot een converteering der gemeente schuld, werd aan B. en "NV. opgedragen te onderzoeken in hoeverre hiertoe krach tens de thans loopende verbintenissen met het „Gemeente-Crediet" zal kunnen worden overgegaan. Bij de rondvraag deelt Voorz. op eene door de heeren Roggeveen en Hoogschagen gedane vraag mede, dat het onderzoek naar het drinkwater bij de gemeente school nog niet is afgcloopen. Door den heer v. d. Maaten wordt ge vraagd in hoeverre het mogelijk is, nu de wegen in onze gemeente volgens Prov. Regl. niet meer onder het verband van ons politieregelemont staan ten opzichte van het rijden met hondenwagens, de be palingen van onze verordening te hand haven. Voorz. antwoordt, dat zoolang de lig gers en kaarten,waarvan zooeven is gespro ken, nog niet zijn vastgesteld, alle we gen nog moeten worden beschouwd onder dat verband te staan, en zal voorz. dan ock de bepalingen gestreng handhaven, en zullen de voerlieden van dergelijke voertuigen zich voor overtreding hebben te wachten. Niets m er ter bespreking zich voor doende, werd de vergadering gesloten. Zij die achterstaande ad- vertentie lezen over de Walluer Soirée, zullen ongetwijfeld vragen wie, wat is die mijnheer Wallner? Wij meenen daarop niet beter antwoord te knnnen geven, dan aan de hand van eenige recencies uit groote bladen, omtrent het optreden van Dr. Siegfried Wallner in verschillende plaatsen in Nederland. De Prov. Gron. Courant van 21 Nov. schrijft Als bypnotiseur nam de heer Wallner eene proeve met een der genoodigden, die daaraan eerst na eenig tegenstribbelen ge volg gaf. Op eeu stoel gezeten en strak iu de oogen gezien, die langzamerhand slo ten, viel het medium in een vasten slaap. Het volbracht daarna de beveleo van den hypnotiseur, o. a. om het hoofd recht op te houden en van den stoel op te staan, waarna de heer W. den persoon weer deed ontwaken, die niet wist, dat hij iets an ders had gedaan dan slapen, dat evenwel maar eenige minuten duurde. In 't Euschedees. hAdvertenliéblad\ezea «ij: Een van de verbazingwekkende proeven welke Dr. W. leverde op 't gebied van 't lezen van iemands gedachten, was deze: Aan de hand van een dei aanwezigen, die de plaats wist waar eene speld verborgen was en die aan niets anders dan daaraan denken mocht, haalde hij een sigaar, waar in tijdens zijn afwezigheid deze gestoken was uit iemands zak en trok de speld er weer uit. De Amsterdammer van 28 Maart schrijft: Dit gedachtenlezen berust, zeide de heer W., alleen op opmerkingsgave en tastzin. Wie zijn vijf zintuigen goed scherpt, zal het gemakkelijk vallen de wonderen van den ^zesden zin" te volbrengen. Maar het eisebt eeuige oefening. Vervolgens werden diereu gehypnotiseerd; een duif en een konijn werden in hypno- tischen toestaud gebracht en bleven als verdoofd liggen. Daarna werd de betooveriug opgeheven en het konijn sprong op het tooneel rond alsof hef voor tooneelist in de wieg was gelegd. Geen spoor van Lampenfieber of debuutkoorts Het laatste deel der séance was 't merk waardigste. De heer W. begaf zich onder 't publiek, beval een der aanwezige heeren in te slapen, en de man iu 't geheel niet hierop verdacht, sloot de oogen en viel in diepen hypnotischen slaap, waarin hij alies deed wat de heer W. hem bevaL Met een tweeden heer ging 't eveneens zooroet dit sujet werd de bekende proef van Donato gedaande man verstijfde ge heel en al, zoodat hij met de voeten op een stoel en het hoofd op een anderen zoo stijf lag als een plank en een zware man op hem kon gaan zitten, zonder dat hij doorboog.' Ons dunkt dat zeer velen met ons deze gelegenheid wel niet zullen laten voorbijgaan om deze wetenschappelijk knost met eigen oogen te gaan aanschouwen en bewonde ren. Onze plaatsgenoot de heer P. v. d. Struijf is bevorderd tot Bregadier-Majoo r-effectief. Ingeschreven van 5 tot en met 8 Mei '94. Geboren Wilhelmina Geertruida, d, v. Pieter Boekei en van Johanna Hommert. Ondertrouwd GetrouwdGeene. Overleden Ingeschreven: van 1 30 April 1894. GeborenJacob, z. v. Cornelis Smit en Guurtje Smit. Niesje, d. v. Arie de Jager en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 3