Zonda» 20 Mei 1894. 38ste Jaargang No. 2833 Schutterij. FEUILLETON. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en 7 te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden aDVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL Bureau: 8CHAOM, Laan, I) 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Gemeente S c h a g e n. Bekendmakingen, Rijden met Hondenkarren. Het eel,,t j gewordon> het na te j8gen Binnenlandsch Nieuws. Alicicci Nieiws- UUIttltÜ- k LnMil vallen in de strafte bij de wet bepaald. Schagen, den 1 Mei 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, BENIJS. Burgemeester en Wethouders der gemeen te Schagen roepen mits deze op alle zoodanige ingezetenen, die op den lsten Januari 1894 hun 25en jaar van ouderdom zijn ingetre den beneveDS de zoodaniger, die zich van buitenlands in deze gemeente gevestigd hebben, voor zooverre zij nog in een der klassen van de Schutterij vallen, om zich tusschen 15 Mei en 1 Juni a. s. ter Secre tarie dezer gemeente voor den dienst der Schutterij te doen inschrijven, zullende tot ontvangst van hun aangifte te dier plaatse speciaal worden gevaceerd op alle werkda gen, des vooimiddags van 9 tot 12 ore. Tot naricht van belanghebbenden dient Dat als ingezeten in deze worden be schouwd, alle Nederlanders, in het Rijk hun gewoon verblijf houdende, en alle vreemdelingen in het Rijk woonachtig, welke hun voornemen om zich aldaar te vestigen zullen hebben aan den dag gelegd. Dat de aangitte tot inschrijving in alle gevallen voor de ingezetenen van den hier boven bedoelden ouderdom behoeven gedaan te worden, ook dan zelfs, wanneer de belanghebbenden vermeenen tot de vrij gestelden of nitgeslotenen van den schut terlijken dienst te behooren, dat zij, die bevonden zullen worden zich niet voor den lste Juni 1894 te hebben doen inschrij ven, door het Plaatselijk Bestuur ambtshalve worden ingeschreven,en ter zake van hun ver zuim in eene geldboete vervallen, terwijl de zelve daarenboven zonder loting zullen worden ingelijfd. En worden overigens de ingeze tenen aangemaand om zich tijdig van een .eboorts-extract te voorzien, en zich alzoo van hun juisten ouderdom te verzekeren, ten einde de inschrijving behoorlijk ge schiede, en zij alzoo niet komen te ver De Burgemeester van Schagen; Overwegende dat het zitten der bestuurders van hondenkarreu op hunne voertuigen bij het rijden biunen de kom der gemeente, hem de overtuiging geschonken heeft, dat men in den waan verkeert dit te mogen doen, in verband met het bepaalde bij het Pro vinciaal reglement op de wegen in Noord holland dat men echter dwaalt, indien men m6ent, dat reeds door het in werking tre den van bedoeld reglement, art: 90 der algemeene politieverordening van kracht zou zij o beroofd, Waarschuwt belangHebbenden ter voor koming van vervolgingdat het binnen de kom dezer gemeenteaan ied'r bestuurder van een hondenkar verboden is, op zijn voertuig plaats te nemen, Schagen, 10 Mei 1894. De Burgemeester, S. BERMAN. Novelle van KONRAD TELMANN. Leonard giog, nadat hij de gravin een *!)'e had nageoogd, den tuin in. Hij «ver acht ernstig de zooeven gesproken woor- eneen hevig hartkloppen stemde hem onrustig. „Toegrijpen klonk het hem nog n de ooren, .toegrijpen I" Wat zou daarme- 8eweest Had bij dan het te oogenblik laten voorbij gaan voor al de er enkingen, voor al de eerzame, verstandi- ®*eeoredenen Had bij dan toenmaals in heii! 0D8ta'migh6id, in wilde vermetel- v ™oe'en toegrijpen en door zulk een rich t "cHttinnigen streek het geluk aan voor e.nen' ai was het dan ook maar echte 6^U| 6 8Panne tijds, maar toch hot dat h j Wafe' ^et groote geluk En om- Bem n'et gedaan heeft, zou er voor hsm tD| ^6'Uk meer bestaan, was het voor »a. "ast toenmaals hem voorbij vloog, Leonhn^rr0ePel«k 'e'loren? *eder o Wandelde in den tuin heen en geDr Tera^ 2ag hij rozen. Een heerlijke "onk CTf,! hen? «Toegrijpen hui,erde m aanboudend in 't oor. Hjj lokkin,, g er 'n die woorden eene ver- "h'schio °Pges'°'en 1 Moesten die woorden laat Wo n "Steekenen, dat het nog niet te Hg ~7 "og niet hjjfQp ij de kand aan Het voorhoofd Burgemeester en Wethouders der Ge meente Schagen daartoe van Regeerings- wege uitgenoodigd, vestigen hiermede de aandacht van het publiek op enkele der voornaamste verplichtingen, welke het, in- ingevolge de bovengenoemde Wet van 2 October 1893 (Staatsblad No. 149), met 1 Mei 1894 iu werking getreden, heeft te vervullen. Die verplichtingen zijn vervat in de hiernavolgende artikelen ARTIKEL 15, 2. Ieder die optreedt als bestuurder ofbe- heerend vennoot van een hier te lande gevestigde vennootschap, onderlinge verze kering-maatschappij, coöperatieve veteeni- ging, of van eene vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uitoefent,of als boek houder eener hier te iande gevestigde reederij, is gehouden daarvan schriftelijk binnen éé- ne maand kennis te geven bij het be stuur der gemeente waar hij woont. ART. 16. Hier te lande wonende beheerende ven- nooten van Nederlandsche vennootschappen en maatschappijen, als bedoeld in art. 6, 2, en van de in art. 15 bedoelde com manditaire vennootschappen op aandeelen, bestuurders van hier te lande gevestigde naamlooze vennootschappen, coöperatieve en andere vereenigingen en onderlinge verze- keringmaatschappijen, als ook boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen mo gen niet tot het doen van uitdeelingen ot nilkeeringen, waatover volgeDS art. 5, 1 en 2 en art. 6, 2 belasting verschul digd is overgaan, alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeriugen verschuldigde belasting be taald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarvoor verschuldigde belas ting is voldaan. ART. 45. Bestuurders van de bij art. 15 en c be doelde naamlooze vennootschappen, coöpe ratieve vereenigingen, andere vereenigingen en stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekeringmaat— schappijen en sociëteiten, alsook beheeren de vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandee len en boekhouders van hier te lande ge vestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling van ba lans of rekenening een zoodanig uittreksel als uoodig is tot toelichting der winst, uit keeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan den voorzitter der commissie van aan slag, bedoeld bij art, 19, 15 of 2, die den aanslag moet regelen. ART. 47 5. Hij die daartoe gehouden, nalaat de ver plichtingen na te komen, bedoeld bij art. 15, 1 eerste lid, en art. 15, 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25,-. Tb Pun' Tan krankzinnig te wor- aat waarvoor S> En te bezwijken Ut ten» li <it te *'8"gö verzoeking, om de hand Laartoe ri'kke? v">or een zondig genot k®01 bov8 r lmmer8 nooit te laat. Of zou *0'den n D0® eeD 8tldk gesPanunen *HUehén men Hem later zon kunnen 'im onhp't,MaDnLee.r Hö blind en doof, in al Ren»i,t Hen. struikelde? Zijne gedach- '"es? Haj6n. .ln ,Terbijstering. Wat was dit 'n He woorden dier vrouw ®u o» of ge'cgd, dan zij zelve gowe- 11 ttoed THad? En vanwaar had hij fetds zoo'e'8 gekregen Was het tad 1 ODtrouw, dat hij zelfs de moge- ,etI1 gesori'u1''Hersteld, dat deze vrouw tot tot d tn u°d °P eeD 'C0D> als geen En"1 cc ëen00' eener andere mocht toch had hjj een belachelijke tiet Gelijke straf wordt opgelegd in geval van overtreding van art. 45. ART. 47 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400.-. ART. 34, le lid. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rond trekkende uitoefenen, voor zoover zij be hooren tot de bedoelden bij art. la, h en kzijn gehouden, onvermindeid hunne ver plichtingen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na h°t begin van het belastingjaar het eerst bevindeD, bij het gemeentebe stuur schriftelijk aan te melden met opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun be drijf of beroep. Ten blijke dat zij hieraan vol daan hebben ontvangen zij kosteloos een door of vanwege het ho ifd van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aanvraag aan ambtenaren der directe belastingen te ver- toonen. ART. 47. 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgege ven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 150. Voorts wordt nog bijzonder gewezen op de in art, 12, 2, 2e lid, l°.d, aan de ingezetenen van het Rijk verleende be voegdheid, om zich, bij de aanstaande beschrijving, de uitreiking van een be schrijvingsbiljet B te verzekeren door vóór of op 15 Mei a, s. het verzoek daar toe schriftelijk te richten tot den Ontvan ger der directe belastingen over hunne woonplaats. Afgekondigd en aangeplakt te Schagen, den Hen Mei 1894, De Burgemeester, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. gril genoemd, ja bet zelfs opgevat als eene krenking zijner eer, dat Eima verlangde deze plaats te verlaten En dat had zijn trots goprikkeld en hij had het aan zijn manne lijke waardigheid verschuldigd geacht, nu eerst bepaald te blijven Neen, neen, zjj had toch gelijkhij moest werkelijk van deze plaats weg. Hij was hier op weg, zich zeiven te verliezen. Tenzij het niet meer overeenkomstig de waardigheid van een man was, te blijven en der verzoeking het hoold te bieden, in plaats van lafhartig voor haar te vluchten. Dat was de eenige vraag, welke hem nog bezig hield. Leonhard was zoo genaderd tot den oe ver en keek naar de zwanen die op de zil veren golven wiegelend voortdreven. Ginds in de verte stond de Santis in het blauw verschiet der lucht, evenals een beeld uit de fabel. Leonhard dacht onwillekeurig aan de fabel van Ekkehard, die daar boven in het woudkerkje verzoening en loutering ge zocht en gevonden had. Het boek, waar- io dit verhaal stond, was van Elma en zijn lievelingsboek en zij hadden het zich als iets eigenaardigs voorgesteld, dat zij na op hun huwelijksreis dit oord zonden bezoeken. Zon bij nu naar dat kerkje gaan Een lach je speelde er om zijn lippen. Toen hij zich omkeerde, om naar huis te- rog te gaan, want bet scheen hem toe, dat bij slechts Elma in zijne armen hoefde te sluiten en dan was alles goed, stond de gravin voor hem. Zij had een prachtig toi let aangetrokken en baar gelaat straalde in jeugdige friscbheid. Een wolk van wel riekende geur stroomde van haar uit; haar borst en arme prijkten met kostbare siera den. Leonhard stond een oogenblik getrof fen. Hij kon zich de verandering, welke er met haar plaats heeft gehad, niet ver klaren. De gravin daarentegen vermaakte zich in zijne verlegenheid. Er lag terzelf- dertijd iets smachtends en loerends in bare amandelvormige, licht grijze oogen. „Nu?" vroeg zij en keek hem vlak in het gelaat. Ik wilde juist naar mijne vrouw gaan. Zij lachtte. „Wat komt dat er komiek uitVergeef mij Mijne vraag moest ove rigens luiden gij blijtt toch Laten wij zeg gen: tot morgen 1" Ik vrees, u geen bevestigend antwoord te kunnen geven, gravin." Ah!" zij trad een schrede achteruit; hare oogen schitterden hem tegen. .Gij schertst. Waarom dat?" Hij antwoordde met dadelpk, Toen vloog er een lachje over baar gelaat. „Zijt gij misschien bang doctor?" Het klonk zoo balf minachtend, half uitdagend. „Ik Waarvoor?" Hij was zeer rood ge worden. „Voor uwe vrouw, meen ik natuurlijk." „O", riep hij bedaard uit en voegde er plotseling aan toe„Wij zijn van plan, u in Wiesbaden op te zoeken, gravin. Het zou dus geen afscheid zijn. Bovendien zouden wij ons vastgesteld reisplan Diet veranderen. In vier, vijf dagen wanneer ons gezel schap u dan nog welkom is. Op haar gelaat stond eene overgroote ver bazing uitgedrukt. Zjj begreep hem niet meer. Aan haar, de ervarene, geblaseerde dame, gaf deze man daar een raadsel op. Wilde hij eenige dagen van rust en van nadenken, om baar daarna te beter toegerust, tegemoet te kunnen treden Maar hij zag er toch niet naar nit, dat hij bang was nu niet meer. Daar werd zij door iets overvallen, zij wist niet recht, wat het was, öf ver moeidheid, of verveling, öf medelijden, dit eerder met zich zelve, dan met hem, of nijd, nijd, die zonderling genoeg vergezeld ging van een haar geheel nieuw maar daarom niet minder lastig gevoel van achting. In ieder geval was het iets, dat baar als een stortbad overviel. Deze man had tegenover haar zijn standpunt heroverd. Zij wilde hem niet meer aanzien. Zij wilde niet bewonderen; dat was iets, wat haar reeds lang vreemd was geworden. Zij onderdrnkt een zucht tot geeuwen. En met matte stem antwoordde zij eindelijk„Gelijk gij wilt, doctor. Natuurlijk zal mij uw gezelschap altijd en overal welkom zijn. Ten slotte hebt gij ook gelijkConstanz is vervelend, men verlaDgt naar afwisseling. En dan zij lachte behoedzaam, een weidig melancholisch .nietwaar Gij staat toch ook wel een klein beetje onder de pantoftel Zij keek hem aan, omdat zij meende, dat hij ook nu wel zou lachen. En het stond hem zoo goed, wanneer hij in zijne verle genheid lachte; zjjne hulpbehoevendheid had dan iets roerends in haar oog. Maar deze eigenaardige man keek haar met waardige ernst in de oogen en zeide op een tooD, die volkomen eerlijkheid verried„O neen, waarachtig niet. Ik geloof, dat het zeer goed zijn zou, wanneer het zoover kwam, maar dan zou ik mij daarvan natuurlijk niet bewust moeten zjju. Voor alle mannen is het het beste. Een zacht vrouwenbestier maakt ons beter, dan wij van huis nit zijn. Maar ik ben een veel te harJ, grof en zelf standig karakter, dan dat bet voor mij ooit te hopen zou zijn." De gravin haalde de schouders op. Zij weid ongeduldig en zij verveelde zich. Wil de hij haar nu op zijn veormaligen school- Aan den Heer A. WiederThe- ol. Cand. te W o g n u m, is toezegging van beroep gedaan door de Hervormde ge meente te CALLANTSOOG en ook door die te DRIEHUIZEN ZUIDSCHERMER. De heer E. O. Holdeman, cand. te E e r- b e e k ontving toezegging van beroep naar de Herv, Gemeente te KOLHORN. Aan den O o s thnizerweg in de gemeente BEEMSTER heeft zich een geval van pokken voorgedaan. Evenals de vorige jaren zal de WIERINGER VEEMARKT plaats hebben op Woensdag van iedere week, te beginnen den 28 Mei e. k. De kermis te WIERINGER- WAARD staat voor de deur en te oor- deelen naar hetgeen er nu (Donderdag) reeds is, zal het de jeugd niet aan gele genheid ontbreken, de gespaarde centen kwijt te raken. Wij hebben reeds 6 kra men, waaronder één poffertjeskraam, geteld en er zijn twee groote draaimolens, terwijl nog een derde in aantocht is. Bij den heer Boon zal het gezelschap onder directie deKie- viets optreden. Het tooneelgezelschap, onder directie van den heerW. Hart zal zeker mede met een druk bezoek worden vereerd. Wij hopen in het volgend nummer op de ker mis terug te komen. Aan het muziekfeest door het schutterijkorps te ENKHUIZEN na men deel 12 vereenigingen Amstels Fan farekorps van Amsterdam Koningin Wil- helmina, BeemsterConcordiaBeesl VolhardingBerkhoutCrescendoBoven- karspel Stedel. Schuttersmuziek, Dokkum Muziekkorps der dd. Schutterij, Eraneker Maete PuerOosterleekConcordia, Oostzaan Winkels FanfarekorpsWinkel Harmonie en Schutterijmuziekkorps, beiden van Zaandam (het Sted. Muziekkorps der dd. Schutterij te Hoorn bad een deputatie gezonden). Aan elk werd een zilveren herinneringsmedaille uitgereikt. Aan het muziekkorps der dd. schutterij te Zaandam viel bij loting de prijs van f 50 ten deel, waarvoor een muziekinstrument wordt aangekocht. meesterachtigen toon, welken zij nooit in hem bad kannen uitstaan, van de geheimen van zijn huwelijk mededeelen en over zijne des betreffende verwachtingen een voordracht honden Dat mankeerde er nog maar aan. Eigenlijk was hij toch altijd al een ver waand personage geweest, een geboren schoolmeester. Wat haar eens in hem be haagd, haar aan hem geboeid had, was niets geweest, dan zijn bloote dweperij, dan de ze kuische, jeugdige illussie, welko haar ver rukt en mede gesleept had. En die illusie was nu ook weg, was ook al verstikt en be graven in de eerbare welopgevoedheid. Hoe taai, hoe dor was dat alles I „lk vrees, dat ik u ophoud," zeide de Gravin. „Gij wilt weg, zeidet gij zooeven. Wij zien elkaar toch ze ker nog wel aan tafel Dat klonk alsof zij er naar verlangde, van zijn gezelschap nu verlost te zijn. En toch talmde hij. Onderzoekend liet hij den blik dwalen langs de vensters van het huis, als of hij vandaar de beslissing verwachtte. Eindelijk overtoog een hevige blos zijn ge laat. Hij had achter de balf gesloten jalou- ziën aan een der vensters Elma gezieD, die als aan den grond vastgenageld daar stond en naar hen beiden keek, blijkbaar met de begeerte, zelve niet gezien te wor den. Leonhard sidderde. Een onweerstaan baar gevoel van trots en verzet maakte zich van hem meester en hij schaamde zich niet alleen voor zijn weeke, toegevende neigingen, maar voor de vrouw, die zich zelve tot bespiedster verlaagde, die hem in het geheim gadesloeg, of zij hem mischien ook op eenig vergrijp kon betrappen. Hoe was dat toch mogelijk gewordon Hij schudde zich, alsof hij iets leelijks van zich wilde afschudden. x„Ik sta ook nu ter uwer beschikking, gravin," zeide hij hoftelijk. „Ah!" Een kreet van verrassing ontsnapte haar. Zij Leek hem twijfelend aan. Wat be- teekende dat nu weder Zij teekende met haar parasol figuren in het kiezelzand. „Weet gij wat Lees mij nog eens een en ander voor 1 Gij deedt het vroeger zoo dikwijls herinnert gij u dat nog Het was preci68 zulke stille, zonnige morgen als na. Men zon zich kannen verbeelden...." Zij vol tooide den zin niet, maar keek hem aan, vlak in het gelaat. Zij had verondersteld, dat hij wederom zou bloozeD, maar zij bedroog zich. Hij was volkomen kalm en koel gebleven. „Gaarne, mevrouw de gravin. Maar wat moot ik le zen Hebt gij boeken bij u? Wjj zijn zon- j der boekez do wereld ingegaan." „Boeken zij dacht een oogenblik na. O ja, zij bad boeken bij zich, een paar frznsche romans, welke in Parijs geduren de weinige weken in honderdduizende exem plaren waren verkochtmaar dat was geen leetuur voor hem en zjj zou hebben moe ten blozen, wanneer hij haar daaruit had voorgelezen, niettegenstaande het meesterlijk geschreven zedo- en zielsafbeeldingen waren, en niettegenstaande het meeste daarvan door hem wel niet eens goed begrepen zou zijn ge worden. MerkwaardigNooit had zij den monsterschtigen afgrond, welke tusschen het verleden en het heden bestond, zoo duide- lijk overzien, als in dit oogenblik, nu hij haar iets zou voorlezen en zij bem de boe ken, welke zij bezat, niet eens in de hand durfde geven. „Misschien iB er in het hotel wel iets. Wij zullen wel eens zien I Of neen: ga maar alleenzoek. gij, kiest gijik zal intusschen een geschikt hoekje opzoe ken*. Hij ging het hotel binnen en kwam na eenigen tijd met een boek in de hand terug. De gravin vond hij eerst na eenig zoeken in een prieel, hetwelk uitzicht gaf op het meer en op de bergen. Zjj zat in gedachten verzonken en scheen bovendien vergoten te hebben, dat zij hem wachtte. Toen hjj bin nentrad en zijne gestalte het licht in bet prieel onderschepte, sloeg zij de oogen op en een ironisch lachje zetelde er om haren mond. „Waarschijnlijk een boek van Schiller?" dacht zij onwillekeurig, „of misschien wel een van Theodoor Körner „Nu?" vroeg zij luid en zij had moeite een geeuw te on derdrukken. Zij had nu weder berouw over haar voorstel. Zij vreesde dat zij zich zon vervelen. „Gij hebt mjj onbeperkte volmacht ge geven," zeide hij en nam naast haar plaats op een tuinstoel, en begon in het boek te bla deren. Na een poos las hij. In den beginne luis terde zij volstrekt niet naar de woorden, zij boorde alleen zijn stem, welker klank haar tooneelen uit haar jeugd voor den geest tee kende. Het was nog dezelfde diepe, klank rijke stem van vroeger. Zij dacht aan de tien laatste jaren Nu luisterde zij naar het geen hij las. Wat was dat Ja, nu herkende zij het: Goetbe, de „Natuurlijke verwant schap eD aantrekking van gelijke karakters." Dat had hij haar vroeger ook voorgelezen, juist dat zeilde. Zij hadden er toen zelfs veel over gedisputeerd. Lieve bemel! Zij waren nog maar kinderen geweest. Maar waarom las hij dat nu weder? Was het slechts toe val, dat hjj dit bock genomen had?Het outroerde baar zoo, naar hem te luisteren. Maar zijne gedachten waren blijk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1