Oude brieven. lei vrij was, liet men 105 vertrekken. En deze was ?t die Favari bijna had rerpletterd. men rond hem bewusteloos, oneereer een halren kilometer roor het station Z. Een herige koorts volgde, en meer dan een dag zweelde hij tusschen leren en dood, maar hij kwam er van op. 't Was hem echter niet meer mogelijk dienst te doen; angst en schrik hadden hem te erg geschokt. Hij rroeg om ontslag en betrok een huisje, dat rer ran den spoorweg verwijderd lag. Hij reist nooit en wil nooit hebben dat men orer de spoor spreekt, want het woord alleen is roldoende, hem in een te doen zakken. Kamper Courant. De romanschrijrer Barmond Fugère werkte hard sedert den morgen in zijne mooie rilla te Fontensj-aux-Roses. Ontel bare rellen papier ruide hij met zijn groot, regelmatig schrift en wierp ze, nog Toch tig op een zware eikenhouten tafel. Een werkezel, die Barmond, een kranig arbeider der gedachten, die zich door zijn talent eene voorname plaats in de letter kundige wereld had weten te rerore- ren. Van tijd tot tijd leunde hij achterover in zijn leunstoel en rookte eren uit een meerschuimen tabakspijphij zat dau te droomen. Hij dacht aan zijn eerste succes, zijn eerste jaren van moeielijken arbeid. Hij zag zichzelf weer als beambte bij het open baar onderwijs, die in 't geheim rerzen schreef, de beste ran zijn leven en ze tus schen papieren en documenten verborg. Hij herinnerde zich ook zijn kamertje in de straat, waar de artsenijschool wasal zijn meubelen bestonden uit een ijzeren le dikant, eenige stoeleD, een waschtafel en boeken, die hij aan de stalletjes voor ge ringen prijs kocht. Ja, hij had den strijd om het bestaan ge kend. En zijn huwelijk. Daarin was hij gelukkig geweest, want hij had zijn ideaal gevonden, de vrouw die hem begreep, de moedige en getrou we vriendin, die hem zoo dikwijls had gesteund als hij moedeloos was. De slechte tijden lagen ver achter hem. De roem had zich wel laten bidden, maar hij was toch gekomen. Twee kinderen waren gekomen en had den aan den huiselijken haard nieuwe teederheid en wederkeerige liefde gebracht; een jongen en een meisje. De kleinen speelden juist in den tuin voor het prieelze holden rond, schreeuw den om 't hardst en zagen er uit als rozen in de morgenzon. Rajmond was opgestaan en aan het venster geleund, keek hij gelukkig glim lachend toe; bij dit tooneeltje vergat hij de vellen papier, die nog tot »copie" moesten gemaakt worden. II. Hij zit weer te werken en schetst den antipathieken persoon van zijn roman, een Bankier die tot alle misdaden bereid was, om zich te verrijken. Het sloeg half twaalf op de pendule. Hij had wel wat rust verdiend en hij wilde uaar den tuin gaan. De copie borg hij in een lade van zijn secretaire. Daar zag hij achter in een hoekje een pakje papier liggen, met een rood lintje saamgebon den. W at waren dat roor brieven In ge dachten maakte hij het lintje los. De brieven lagen roor hem op tafel, de mets e waren op de vouwen gescheurd. Hij begon er een te lezen. Het waren minnebrieven. Eene beele correspondentie. Maar van wien 1 Nergens namen. Oreral het benale begin ,Dierbare aangebedene', waarop een andere onver anderd antwoordde, Lieve engel." O, nu was hij niet meer onverschillig. Hij verslond de brieven die o»errlo< van liefde. Tot wien was die correspon dentie gericht?.. Een vermoeden een rreeselijk vermoeden kwam in hem op. Aan wie anders konden die brieven be- hooren dan aan Juliette, zijne vrouw O, die vreesdij ke gedachte En hy keek naar de datums: twee jaar na zijn huwelijk. Het was dus waar I Hij, de eerlijke man, die door twintig jaar hard te werken 6en naam verworven had, hij werd bedro gen, schandelijk bedrogen! Hij verborg het hoofd in de handen en weende als een kind. Die vergeelde papieren dat was zijn verloren geluk, zijn bezoedelde naam. Hij sloeg met zijn vniit op tafel en wierp de brieven op den grond. Wat moest hij doen Hij liep de kamer op en neer als een waanzinnige. Hij keek in den spiegel, om aan zijn gelaat de gewone kalme uitdrukking te geven. Daar werd zachtjes aan de deur geklopt, Hij antwoordde niet en bleef staan met den rng naar de denr. Een blond kopje vertoonde zich, het was Juliette. #Mag ik binnen komeD?' vroeg zij en kwam met uitgestoken armen op hem toe, III. Hij keerde zich om. Zij deinsde verschrikt over zijn ontsteld gelaat terug. Hij greep haar heftig bij de polsen en wees naar de brieven. jpWat is dat P' „Dat Ze had zich losgemaakt en bukte zich. Hij volgde haar bewegingen om op haar gelaat eenige rerwarriiig te lezen. Ze had de brieven opgeraapt en voor haar man staande met tranen in de oogen, zei ze eenvoudig: Gelooft dus...?' „Of ik geloofde Wie zou znlke be wijzen loochenen Ze begon luid te lachen, zoo hartelijk dat Rajmond zich ontwapend gevoelde. »0, die leelijke jaloersche man, die in laden snuffelt en zulke dingen vindt," Daarna ging ze ernstig voort. *Js weet even goed als ik, dat mijne zuster Jeanne voor haar huwelijk verkeerd heeft met een jong officier, Paul Daubrun; die brieven zijn hunne correspontentie.Hoe die hier komt Toen mijn zuster met Mau- giere trouwde, deelde een lafaard, anoniem natuurlijk, hem mede, dat zijne vrouw met Daubrun omgegaan had. Maugière, die e- veu jaloersch is als jij, vond ongelukki gerwijze dit pakje brieven. Mijn zuster kwam iu wanhoop bij mij en smeekte mij haar le redden. En weetje wat ik deed?" fWelnu?' „Ik ging naar haar man en zei, dat de brieven van mij waren en ik ze haar in bewaring had gegeven, opdat jij ze niet vinden zou.' nf Je bent een engel,' zei Rajmond, z'n vrouw kussende. En arua in arm gingen ze ontbijten. KI Ctv.Rott. C h i n ee den. Wie tien iche spreekwoor- te leggen, re- slechtst ver mijlen heeft af kene negen voor de helft. De voet Jer lamp is het Jicht. De best gesloten deur is die welke men kan laten openstaan. De vlek zit slecht op een plaats, en be- derft toch het heele kleed. Hoe meer iemand 's avonds drinkt op de gezondheid van anderen, des te minder gezond is hij zelf 's anderen 's morgens. Do et gij aan politiek, lees dan de bladen van den dagmaar doet gij aan wijsbegeerte, lees dan die van het vorig jaar. de spreekkamer In van een Ja mama, ik studeer veelik ben de eerste geweest ia de aardrijkskunde. Dat is flink I roept mama verheugd uit. Meu stelde ons de vraag, hoeveel provincinciën Nederland heeft. Toen heb ik geantwoordtien. Wat? en ge bent de eerste ge weest Ja, de andere meisjes hadden geantwoord negen. D,eParijsche koetsier Mo- rean vond in zijn,rijtuig een tamelijk groot pak, dat daarin was achtergelaten door een heer, dien hij had gereden. Door nieuws gierigheid gedreven, deed hij hel open en bemerkte, dst het aan effecten tenminste voor eene waarde van 600,000 fs. bevatte. De eerlijke koetsier bracht het pak onmid dellijk naar het bureau zijner Maatschappij. Daar weigerde men het aan te nemen en ried hem het bij den politie commissaris der naaste wijk te brengen, wat hij ook deed. iHtusschen liep zekere L. F., wonende in Rae Jacob, naar het commissariaat zijner wijk en verhaalde daar het volgen- do Mijne moeder is onlangs overleden. Hare erfenis is geliquideerd en ik was door mijne medeërfgenamen gelast de ef fecten naar den notaris te brengen. Ik ben echter in mijn rijtuig ingeslapen en heb daar mijn pak vergeten. Eerst toen ik thuis kwam bemerkte ik wat er gebeurd was.' Een dag later vernam hij dat het pak was teruggevonden. Er is thans een onder- zrek geopend, om te weten of de man waarheid sprak. Afschuwelijk vrachtgoed. Uit Piacerna wordt gemeld, dat daar onlangs met een goederentrein, uit Kala- brië, een kist arriveerde met het opschrift: „Gezouten vleeseh. Vrachvrij. Wordt af gehaald. Bestemd voor K. B." Men sloeg de kist in den goederenloods op. Na twee dagen echter steeg een al- schuwelijke stank uit de kist op, waarom die werd geopend. Men vond er het lijk van een mensch in, waarvan het hoofd was afgesneden, dat ter zijde van het lichaam lag. Een vreeselijke misdaad moet zijn gepleegd en de justitie zoekt met groote inspanning naar den dader. Snelpersdruk van J, Winkel te Schagen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 6