AU ei e ei lïjeiffs-, Alm* k Minui d li. Donderdag 24 Mei 1894. 38ste Jaargang No. 2834 fielasöiiLttïBeilrüh- en anflere Inkomsten. n't Wad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en t r dagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden nVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. [ïGEZOSDE* STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL Bureau: ICHAOKA, Laan, D 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. gij dit nummer behoort een bijvoegsel. gemeente Sc hagen. Bekendmakingen. POLITIE. Men met Hondenkarren, FEUILLETON. Kennis te Schagen. Binnenlandsch Nieuws. fer Secretarie dezer gemeente worden ucKtiu2en verzocht omtrent een op de kt 0f de Gedempte Gracht alhier ver- streng roode bloedkoralen. De Burgemeester van Schagen; Overwegende dat het zitten der bestuurders van hondenkarren op haune voertuigen bij het jijden binnen de kom der gemeente, hem de overtuiging geschonken heeft, dat men inden waan verkeert dit te mogen doen, in verband met het bepaalde bij het Pro vinciaal reglement op de wegen in Noord- holland; dat men echter dwaalt, indien meo meent, dat reeds door het in werking tre den van bedoeld reglement, art: 90 der algemeene politieverordening van kracht zon zijn beroofd, Waarschuwt belanghebbenden ter voor koming van vervolgingdat het linnen de kom dezer gemeenteaan ieder lestuurder van een hondenkar verloden is, op zijn voertuig plaats te nemen. Schagen, 10 Mei 1894. De Burgemeester, S. BEKMAN. Burgemeester eD Wethoudeis der Ge meente Schagen daartoe van Regeerings- wege uitgenoodigd, vestigen hiermede de aandacht van het publiek op enkele der voornaamste verplichtingen, welke het, in- ingevolge de bovengenoemde Wet van 2 October 1893 (Staatsblad No. 149), met 1 Mei 1894 in werking getreden, heeft te vervullen. Die verplichtingen zijn vervat in de hiernavolgende artikelen ARTIKEL 15, 2. Ieder die optreedt als bestuurder ofbe- heerend vennoot van een hier te lande gevestigde vennootschap, onderlinge verze kering-maatschappij, coöperatieve vereeni- Novelle van KONRAD TELMANN. niet veel aoht op Leonhard's "ag of het vertrek nu aou plaatshebben; da«entegen vroeg zij tamelijk bits: bet diner?*'0 maa^' le,ker haar toilet voor iWaarom .Omdat gij vrij zi)t i DMd bad den deurknop reeds tosschen hem m®?rs' HlJ wilde het antwoord, hetwelk viel ok,6 '°n^ 'a8> "ie* uitspreken. De deur A- in het slot. Dat rij daarna niet nioo Z1Ctl over b#ar bed wierp, rag hij hü l en vermoedde hij ook niet. Eerst lUrj6. !n*r ^gen zij elkaar weder. Leo- v»and«ii 10 diea tnsscbentijd een flinke rfvel Ken>aakt, gedurende welke hij on- ,fe«s 611 i.Wa8 8ebweld geworden door de ®<*tei)Qat J. de gravin zou kunnen ont- vrage v hem naar Elma zou kunnen •ta een l" ,2aten ZÜ weder met hun drieën Doch T oe der groote tafel in de eetzaal, niet i.pf ?en 8ere8e'd gesprek scheen wel a'k van h kennen komen. Juist omdat "'endslnt l" uC,h moeite gaf, onschuldig, rij .i„h belangstellend te zijn, gevoelde bo^t ondUVr^ Y00r e'kaar en zaten als ge- *k dwang. Zij waren dan '°open was 1 dat het diner eindelijk afge- zfscheM Qi. ^0r' en merkwaardig vormelijk 'aaf 7e' zich naar het plein, Offioibn! Io jj veeds de bagage op de Wd'ï 'aadd® de kellner in gebogen ^aama een0 i °P d® gebruikelijke fooi. de aeKejj' ,Weerziens in Wiesbaden Ü4' bet Dgg had Plaats gehad. En nu kleine a. ,uwd P8ar op het dek van >6rdef Z p°0mboot. die het meer en a»een 8tpKH0 a^voer- En Constant ▼er- ^9 hadden m-61r .en meer *n bet verschiet met '^pg te varen. Het slot ging, of van eene vereeniging of stichting die een bedrjjf of beroep uitoefent,of als boek houder eener hier te iande gevestigde reederij, is gehouden daarvan schriftelijk binnen óé- ne maand kennis te geven bij het be stuur der gemeente waar hij woont. ART. 16. Hier te lande wonende beheerende ven- nooten van Nederlandsche vennootschappen en maatschappijen, als bedoeld in art. 6, 2, en van de in art. 11 bedoelde com manditaire vennootschappen op aandeelen, bestuurders van hier te lande gevestigde naamlooze vennootschappen, coöperatieve en andere vereenigingen en onderlinge verze keringmaatschappijen, als ook boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen mo gen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen, waatover volgens art. 5, 1 en 2 en art. 6, 2 belasting verschul digd is overgaan, alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde belasting be taald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarvoor verschuldigde belas ting is voldaan. ART. 45. Bestuurders van de bij art. li en c be doelde naamlooze vennootschappen, coöpe ratieve vereenigingen, andere vereenigingen en stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekeringmaat schappijen en sociëteiten, alsook beheeren de vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandee len en boekhouders van hier te lande ge vestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling van ba lans of rekenening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uit keeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan den voorzitter der commissie van aan slag, bedoeld bij art, 19, li of 2, die den aanslag moet regelen. ART. 47 5. Hij die daartoe gehouden, nalaat de ver plichtingen na te komen, bedoeld bij art. 15, 1 eerste lid, en art. 15, 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25,-. Gelijke straf wordt opgelegd in geval van overtreding van art. 45. f'tQ«hriep bI Jar ^ortenae Bonaparta de S ;e'Tdr00mo? ia de ziel van ^ktïo^ e' 'erbief zich aan den b0Yen de toppen der boomen ter rechter zijde lag een langwerpig eiland voor ben. Dat was Reicbenau, het doel voor heden. Leonard maakte er Elma met een paar woorden attent op en zij knikte toestem mend met het hoofd. Daarna legde do stoomboot aan en zij stapten uit. Niemand anders dan zij. Zij lieten hun bagage bene den bij hot wachtershaisje aan het strand en, alleen de reistasch over den schouder, wandelden zij langzaam voort op den zon- nigen weg naar het dorp Mittelzel. Daar namen zij hun intrek in bet logement „In den Moor". Overal heerschte in dit plaatsje eene zelfs plechtige stilte. Gasten vertoef den er niet in bet logement en de bewoners waren op bet veld. Alleen eene oude vrouw was thnis gebleven, bij een kind, hetwelk in de wieg lag. Bjj het schommelen van de wieg zong de vrouw met zwakke stem een ond liedje. Toen zij de beide vreemdelingen zag, stond zij op, gaf hen de haDd en heette hen welkom en wees ben een kamer op de verdieping aan, waarna zij naar de kleine terugkeerde. Elma en Leonard spraken niet te veel met elkaar en het was, alsot zjj een paar badgasten waren, die bij toeval elkaar ont moetten, maar voorts ook niets met elkaar badden uit te staan. Onder geleide van een wegwijzer bezich tigden zij de kloosterkerk en hare merkwaar digheden, waarvan het een en ander aan de geschiedenis van „Ekkehard" herinnerde, 't Was wel te veronderstellen, dat de eeuwen oude linden, reeds bun kruinen ten hemel hieven, toen de monnik van St. Gallen op zijn reis naar Hobentwiel in het klooster op Reichemau een onderkomen jzocht. Maar zelfs die herinnering aan deze fabel bracht ons jonge paar niet nader tot elkander. Elma was ontnuchterd, toen zij weder bij den oever waren aangekomen en zij hun tocht naar Oberzell voortzetten. „Ik had mij dat alles geheel anders voorgesteld," zeide Elma, „vooral veel dichterljjker. Het is nn alles zoo nuchter en allsdaags Leonbard bleef ernstig. „Dat is juist het gevaar", zeide bij, „dat wij ons datgene, wat wij verwachten, met onze verbeeldingskracht steeds zoo overdreven voorstellen, hei is al leen luister en genot ons voor den geest roepen. Daardoor worden wij vanzelf onrecht vaardig tegenover de werkelijkheid, die, al geeft die ook werkelijk iets heerlijks en kost baars, toch niet kan beantwoorden aan de ART. 47 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van te* hoogste f 400.-. ART. 34, le "lid. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rond trekkende uitoefenen, voor zoover zij be- booren tot de bedoelden bij art. la, h en i, zijn gehouden, onvermindeid hunne ver plichtingen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na k°t begin van het belastingjaar het eerst bevinden, bij het gemeente be stuur schriftelijk aan te melden met opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun be drijf of beroep. Ten blijke dat zij hieraan vol daan hebben ontvangen zij kosteloos een door of vanwege het ho ifd van dat bestnur onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aanvraag aan ambtenaren der directe belastingen te ver- toonen. ART. 47. 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aaD bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het bevoegd! gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van bet aan een ander afgege ven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste 1 150. Voorts wordt nog bijzonder gewezen op de in art, 12, 2, 2e lid, l°.d, aan de ingezetenen van het Rijk verleende be voegdheid, om zich, bij de aanstaande beschrijving, de uitreiking van een be schrijvingsbiljet B te verzekeren door vóór of op 15 Mei a, s. het verzoek daar toe schriftelijk te richten tot den Ontvan ger der directe belastingen over hunne woonplaats. Afgekondigd en aangeplakt te Schagen, den Hen Mei 1894, De Burgemeester,' S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester van Schagen brengt ter kennis van belanghebbenden dat op de eischen door onze verbeelding gesteld. Fei telijk hebben zij ooszelven bedrogen. Wij moesten eigenlijk nooit eenig beeld scheppen van dat wat bet leven ons breDgen zal en kan. Weet gjj, wat ik geloof, dat de men- schen te veel van 't heilige een beeld maken. Het goddelijke zal en mag geen bepaalde trekken dragen, opdatwij het in elke gestal te erkennen en betrachten kunnen. Wij mo gen er ons zelfs gen beeld van makendoen wij zulks, dan maken wij er iets menschelijks van. Hij had eigenlijk met zijne woorden geen pleidooi meenen te leveren over hun beider positie. Terwijl hij nu zoo vurig die stel ling uitwerkte, kwam hij tot bewustzijn, dat wat hij zeide, zeer nanw in verband kon worden gebracht met hetgeen beiden ter harte ging. Hij zweeg eensklaps en bloosde hevig. Elma antwoordde niets. Het was hem on- du'delijk of zijne woorden haar mishaagd, dan wel tot nadenken geprikkeld hadden. Zwijgend wandelden zij voort. Toch was de wandeling verkwikkend. Overal het beeld van vrede. Toen zij de eenzame kerk van Oberzell bezocht hadden en nu met het dalen der zoo den weg betraden, die door zijn hooge ligging uitzicht gaf op de iD bet verschiet liggende bergen, alsmede op het heerlijke weideveld, toen vroeg Elma eensklaps: „En morgen? Waarheen gaan wij mor gen „Waarom denkt gij nu reeds daaraan? vroeg hg terug. „Ik denk dat het altijd goed is, te weten, wat de volgende dag brengen zal." „Ja, wanneer men dat wistOf neen. Wanneer wij geweten hadden, dat een huwelijksreis, welke wg beraamden, alleen er toe zou dienen, om ons innerlijk van el kander te vervreemden, dan waren wij thuis gebleven „Nu? En? Gij getuigt daar tegen q zei ven „Toch niet. Ik wilde zeggen en toch was het beter zoo. Wg komen nu tenminste ten opzichte van elkaar op een zuiverder stand punt. Wij moesten dezen proeftijd doorma ken." Zij wierp bem een verbaasden blik toe 1 zijn kalme toon, zijn ernstige beelden ver ontrusten baar. „Maar daartoe dient juist de verlovingstijd", merkte zij op. Hij lachte, ,0 neen. Wat komien ver- i looiden er ook van weten, boe het echte met 17 Juni a.s. aldaar aanvangende ker mis slechts zij tot de uitoefening van eenig kermisbedrijf zullen worden toegelaten, die in het bezit zijn eener verklaring van den Burgemeester hunner laatste verblijfplaats, waaruit blijkt dat aldaar gedurende zes weken voor den aanvang der kermis alhier geenerlei besmettelijke ziekte heeft ge- heerscht. Schagen, 22 Mei 1894. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Bij de op gisteren gehou- den aanbesteding van het vernieuwen en onderhouden van verschillende werken ten behoeve van den polder WIER1NGER- WAARD, waren ingekomen zeven bil jetten, t. w. van P. Kuiper te Anna Paulouwna f 1625. van A. Visser te Wieringerwaard f1525. H. Jonker te Anna-Paulonwna f 1460. P. Wilms f 1453. J. Breed Wieringerwaard f 1450. A. Droog tt Barsingerhorn f 1441. G. L. Winder te Helder (Koegras) f 1430. en aan laatstgenoemde gegund. WIERINGERWAARD. Het weer werkt dit jaar al bijzonder weioig mee om ons in de rechtê kermis- stemming te brengen. Wij zouden eer aan kachels dan aan draaimolens gaan denken. Jammer voor de menschen, die van heind- en ver zijn gekomen om hier wat te ver dienen, jammer voor de jeugd, die zich van de kermis zooveel had voorgesteld. Het meest beklagen wij den eigenaar van een der caroussels, die zich een uitga ve van 4 0 gulden heeft moeten ge troosten om eeu standplaats te bekomen en stellig geen 25 gulden zal hebben ontvan gen. Zondagavond trad iD de zaal van den heer Boon een gezelschap op onder directie van den heer H. Kievits van Rotterdam. Het heeft ons weinig voldaan, omdat het programma de noodige afwisseling miste, en op een enkele uitzondering na, alles oude kost was. Het liefst hoorden wij den heer Kievits zelf, die in de voordracht, „de Be delaar" en in het slotnummer „Een las tige Schoonpapa" zich als een uitstekend komiek heeft doen kennen. Bovendien werd het genot vergald door lieden te moede is, die den geheelen dag met en voor elkaar moeteD leven Zij leeren dan immers alleen kennen, wat in het huwelijk het aangename en het schoone is, doch de ernstige en moeielijke toestanden blijven ben verborgen. Evenzoo goed zou men van een leerling bij de tooneelschool wel kunnen beweren, dat hij door zijn met ijver aangevangene studie reeds eeo volleerd kunstenaar geworden zou zijn maar de ware proeftijd breekt eerst aan, wanneer men eenmaal op de planken staat en niet alleen zijn eigen rol moet weergeven, maar in het zamenspel moet bewijzen uitstekend te zijn. Dan wordt de meest begaafde tooneehpeler dikwijls een beklagenswaardige stumper." De zekerheid met welke bij sprak, was Elma onaangenaam. „Dat is misschien gees- telijkzeide zij, „maar ik vind, dat het niet vordert. Wat is uw besluit?" „Wij moeten ons niet eerder verbeelden kunstenaar te zjjn, dan alvorens wij een harde en strenge school van het leven door- loopen hebben. Maar wij moeten er steeds vurig naar streven, bet bepaald eenmaal te worden, vroeger of later." „En wanneer wij nu moeten leeren inzien, dat een samenspel bepaald|niet mogelijk is Hij bleef staan en staarde naar de onder gaande zon, welke het meer en de bergen met purperkleur overgoot. Leonhard's gelaat verried zielesmart. Hij wilde baar naam noemen, maar een schuwe trots sloot bem den mond. Het was de kiesche terughoudend heid welke bem dwong, zijn gemoedsleven verborgen te houden. Eo daar hij zweeg, her baalde zij bare vraag niet, voegde er verder geen woord aan toe, juist alsof zijn zwijgen baar duidelijk genoeg zeide, wat hg dacht Elkaar nog meer vervreemd, dan voor zij uittrokken, keerden zij in de dorpsherberg terug. De avond had de aarde in het schemer duister gehuld. Nog altijd waren de landlieden drnk aan 't hooien. „Voor het niet geheel nacht is, zeide de oude vrouw, houden zij niet op met den arbeid zulk een prachtig hooiweer moet men gebruiken." Maar zij zelve had voor de gasten onder de lieden reeds de avondtafel gedekt. De kleine sliep en als zij het avond eten had opgedragen en 66n karaf met witte Reichenauer er bij zette het was eigen gewas verklaarde zij met trots en de beste kwaliteit nam zij gezellig bij de gasten plaa's en begon te praten. Voor ons jong paar was deze vrg moedig een troepje lawaai-makers uit een naburige gemeente, die zeker nog te weinig van de wereld hebben gezien om zich ongestraft zoo ver van honk te wagen. De tent vaD den heer W. Hart is eiken avond goed bezet, waaruit wij mogen af leiden, dat dit gezelschap hier zijn goeden naam handhaaft. Besluiten wij ons resume met den wensch dat wij een volgend jaar niet weer van zulk een koude kermis mogen thuiskomen. Beroepen naar CAL- LANTSOOG de Weleerw. Heer A. Weeder cand. te Wognnm. Nainschrijving op de le- verantie van grind voor de wegen der banne VALKOOG, te storten aan het ge hucht Groenveld, is bij de opening der biljetten gebleken, dat de laagste inschrijver was, de heer C. Grtotes Cz. te Sint Maar ten, tegen f 2.95 de kub. Meter, aan wien dan ook de gunning ig verleend. De hoogste inschrijvingssom bedroeg f 3.20 de M». De eerste groote lamme- renmarkt, welke Maandag j.1. te TEXEL gehouden wordt mocht ook door tal van vreemde kooplieden bezocht worden. On danks het koude weer was de kooplust niet onbevredigend en de prijzen, die be steed werden, tamelijk goed. Vele partij tjes gingen voor f 9.50 van de hand. De prijs varieerde voorts van f 8 tot f 11.25 per stuk. Donderdag a.s. heeft de eerste groote bezending van lammeren plaats naar de markt te Leiden. Eenige veebooten van elders, benevens tjalkschepen van het eiland, zullen voor het vervoer noodig zijn. Men ziet hier evenzeer met verlan gen uit naar regen als naar warmte. De weiden gingen sinds eenige dagen niet vooruit. De visscherij wierp op TEXEL in de afgeloopen week ruim f 5000.af. Onder die som is ook be grepen wat met rogvisschen, geeptrekken en garnalen-kuilen verdiend is. De ge- heele visschersvloot van het eiland, met inbegrip der haringbooten, geepvletten enz. bestaat uit ruim 200 vaartuigen. De aan bouw van blazerschuiten duurt nog maar steeds voort. Dit jaar werden ook weer nieuwe vaartuigen in gebruik genomen en staan er ook nog weer te Makkum op stapel. heid der bejaarde vrouw werkelijk eene uit komst. Het had bovendien nog een eigenaar dige aantrekkelijkheid, zoo in de schemering van een koelen Juni-avond in het plechtig stille dorp aan de straat te zitten en te luis teren naar de woorden der oude vrouw, die hare verstandige, heldere oogen van den een op den ander liet rusten en op hare bij zondere wijze verstandig en vertrouwelijk praatte over menschen en zaken. Zij vroeg niet, maar vertelde zelve. In hare zeventig jaren had zij velerlei op haar eiland in het Bodenmeer beleefd. Verlaten had zij het nooit voor langen tijd, trouwens zij had het ook nooit begeerd; maar welk een wereld van menschelgk geluk en leed had op dit kleine plekje der aarde zich aan hare oogen ont vouwd. Men kon zich niet begrijpen dat het toch maar zulk een klein plekje was, want al de schakeeringen in de hoogten en diepten vaD het leven schenen er in besloten te zijn geweest. Haar man was reeds lang dood, op het meer verongelukt; dat was een groote ramp geweest. Zij bleel alleen met de drie kinde ren, die allen nog niet mondig warenEn zij had toen niets geen last meer in het leven„Doch ziet gij," zoo verhaalde zij, terwijl zij met hare magere hand eeH traan van de wangen veegde, „wanneer men het andera gekend heeft, meent men juist, dat het zoo onmogelijk vorder kan gaan. Het komt ie mand dan voor, dat hg nog maar voor do helft bestaat. En men is toornig op dengeen, die van ons is gegaan en ons alleen gelaten heeft, toornig en nijdig, want hij heeft bet zooveel beter, verbeeldt men zich. O ja, men heeft dan booze gedachten, men wordt slechtmen begint op God en de wereld te schimpen. En men weet dan niet eens, waar- toe dat alles nog is, waarom de wereld Diet ineenvalt en verdwijnt op hetzelfde oogen- blik, waarin de een ons verlaatde goede God beware u beiden nog lang, lang daar voor, dat een van u dien dag moet beleven Het glaB, hetwelk Elma aan den mond wilde brengen, werd zeer hard op de tafel neergezet. Leonard keek baar een oogenblik aan, doch sloeg bijna onmiddellijk zijne oogen neder. Zijne vingers trommelden zacbtkens op de tafel. Een doodsche stilte heerschte alomme, slechts een licht ruischen der bladeren, verbrak haar. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1