Bij voegsel, behoorende bij de Schager Courant, DONDERDAG 5 JULI 1894. fto. 2846. Gemengd Nieuws. Om doorgewreven Dop erwten voor soep te bezigen, neemt men groote, frische doperwten, niet te zacht, niet te geel. Zet ze te vunr met een scheut kokend regenwater, een stukje bo ter, gehakt pieterselie, een snuifje suiker eu een preitje. Als ze botergaar zijn, door een zeef in bouillon wrijven, even door laten koken en op zij van het fornuis warm houden. Zout naar smaak. Met lange stukjes gebakken brood voordienen. Zonderlinge Joligheid, Te Pskow kwam dezer dagen een zon derling proces in behandeling. In de bank der beschuldigden bevond zich de vroege re chef van het spoorweg-station Pctschur de heer Chomuteiuikof. Bij aankomst van een trein was de man dronken geweest, had in het stationgebouw heel wat lawaai ge maakt en door allerlei dwaze bevelen gioo- te verwarring gesticht. Het buffet had hij laten sluiten, maar was zelf met een flesch cognac aan een tafel gaan zitten en had verklaard, dat hij thans eens haadelend zou optreden. Toen het sein voor 't vertrekken van den trein zou gegeven worden, riep hij met daverende stem „Niemand krijgt het in zijn hart om den trein te laten vertrek ken, ik ben hier de baas en de trein moet den geheelen nacht blijven staan, als ik hem niet wil laten gaan.« Ten slotte begon de jonge chef te knikkebollen, viel in slaap en toen ging de trein heen. Een vriend van dezen dwaas, die ook al stationschef was, had gedurende het voor val allerlei dwaze stukken uitgehaald. We gens onbehoorlijk gedrag werd Chomutei- nikof tot 14 dagen gevangenisstraf ver oordeeld. Hij kwam in verzet, maar het eerste vonnis werd bevestigd. Bovendien werd de gek door de spoorweg-maatschap- pij, bij welke hij in dienet was, op staan- den voet ontslagen. Geur in de kamer. Een zuivere, matige kamergeur geen uodeur8 draagt des winters er veel toe bij om het verblijf in eene kamer te veraangena men. Onder de vele „odeurs8, die verkocht worden vindt men zelden iets gewenschts. Wil men zich echter een volkomen zuiver en rein parfum, een aangenaam, frisch luchtje bereiden, dan moet men op de vol gende manier te werk gaan. In een halven liter glycerine legt men vlierbloesem, die in dit jaargetijde, en ook door degenen, die geen eigen tuin hebben, gemakkelijk te verkrijgen is. Den volgenden dag moet men de gly cerine filtreeren, er versche bloesems in leggen en dit 5 tot 6 maal herhalen, tot dat de glycerine genoeg geur heeft aange nomen. Daarop mengt men er een pond keuken zout onder en vult met de daardoor ont stane pap een of andere vaas met deksel. Als men er dat deksel nu en dan afueemt, verspreidt zich terstond eene aangename vliergeur. Wordt die minder, dan behoeft men de vaas maar te schudden. Op die wijze verkrijgt men een parfum, dat twee voordeelen heefthet kost weinig en geeft eenen zuiveren geur zonder eenige minder aangename bijlucht van muskus b. v. ofvan patchouli. Daheim Van de nouw moet de we dergeboorte der wereld uitgaan: hoopvol slaat de wereld op haar het oog. Niet door Amazonenmoed, maar door de macht van het vrouwelijk hart in het huwelijk, in het huis, zal de wereld een betere toe komst tegenmoetgaan. Dynamiet. *Och, had ik maar een kilogram of drie dynamiet bij mijl" zuchtte een jongmensch, die aan tafel maar niet met zijn buurvrouw kon opschieten. Dynamiet? hoe dat zoo, mijnheer?" vraagt de dame eenigsrins verschrikt. uWel, om het ijs tusschen ons te bre ken!" En inderdaad was toen het ijs gebro ken. Bij den fotograaf: Zoo is de pose uitmuntend, alleen wenschte ik wel, dat u uw rechterhand op deze tafel legde. O, neen, dank u. Of wilt ge een boek erin vasthou den? Neen. Nog beter is deze rol, eenigszins geopend: wat dunkt u ervan Doe geen moeite; de rechterhand is al bezet. En tot verbazing van den fotograaf stak mijnheer Peperman - want deze was het in hoogst eigen persoon zijn rechter hand uit, waarin een groote huissleutel stak. Wat beteekent dit mijnheer Wilt u u zóó laten fotografeeren? Wel zekerl zei Peperman. En dat beteekent, dat ik de baas in huis ben, eu anders niemand! Uit dankbaarheid. Een Engelsche hertogin, die het hospitaal voor kinderen, dat onder haar leiding stond, nu en dan bezocht, liep eens alleen door de stratenvan Londen. Een bedelaar, have loos gekleed, en wien men het kon aan zien, dat de drank hem zoo arm maakte, vroeg haar een aalmoes. Maar de hertog in weigerde en ging verder. Een kleine knaap, die de straat veegde- zag dil; m ar hij zag ook, hoe de afge wezen man dreigend de vuist ophief en op de vrouw toeliep. Gezwind vat de jongen nu een kar, die daar stond, en rijdt plot seling tegen den bedelaar aan, die hierop achterover valt. Daarop besmeert ons kevel- tje hem gezicht ea haren met modder, maar wordt nu ook gegrepen door een agent van politie, die hem naar het naaste bureau brengt. De aanzienlijke dame volgt intusschen, en zij geeft zulke voldoende ophelderingen van de zaak, dat de knaap weer losgela ten wordt. Toen zij evenwel, buitengekomen, hem vroeg, waarom hij haar toch zoo verde digd had, vroeg hij integendsel verwon derd: »Kent gij mij niet meer, Myladi? Ik ben Jim, dien gij een sinaasappel gaaft in het hospitaal, toen ik zoo erg de koorts had." Nieuw Leven. A. W. S. Een vrachtrijder te Beets heeft een echt Amerikaansche wijze van verhuizen in practijk gebracht. Zijn woning werd, zooals zij er stond, in een praam geheschen, toen naar de nieuwe plaats ver voerd en daar weer kant en klaar neerge laten. EEN DEBUUT. Naar het Fransch van M. Blowiti. Het was in 1870. De oorlog was juist verklaard. Mac Mahon had order gekregen om de grens over te steken en een beslissenden slag te leveren tegen de gecombineerde le gers van Noord- eu Zuid-Duitschland. In Parijs, zoo goed als in geheel Fran krijk, verkeerde iedereen in een toestand van koortsachtige spanningmaar in de vroolijke hoofdstad trachtten de Parijze- naars de dagen van spanniDg sneller te doen voorbijgaan, door op de verwachte overwinning feest te vieren. Men kon de glazen hooren klinken in de restaurants, op de boulevards, bij de muziek der cafés—chantants en onophoude lijk maakten de rijtuigen op de breede ave nue des Champs Elysées file. Ook de schouwburgen waren goed be zocht, vooral een op de boulevards, op den avond, dat Mele Jeanne de Bolney haar debuut had. De bladen hadden een schitterend suc ces voorspeld voor de mooie, jonge actrice, die zoo wonderbaarlijk begaafd was, en on getwijfeld de ster van het seizoen zou worden. Zij had voor haar debuut „La Dame aux Caméliss8 gekozen, dat toen maals op het hoogtepunt van zijn popu lariteit stond, en de auteur zelf had ge zegd, dat de rol van Marguérite als geschre ven was voor deze talentvolle jonge actri ce, zoo bewonderenswaardig paste zij haar in elk opzicht. Reeds in de eerste acte bleek het, dat haar schoonheid en haar ta lent niet waren overschat. Alleen haar voorkomen had reeds alle harten veroverd. Een onberispelijk figuur, een fijnbesneden gelaat, met lippen, die te gelijk trotsch en teeder waren, met oogen van 'n diep blauw en de vrijmoedigste uit drukking, een volmaakt gevormd hoofd en houding, die elke koningin eer zou hebben aangedaan. Bij het optreden van dit bekoorlijk schep seltje doorliep een gemompel van goedkeu ring de schouwburgzaal en stoorde voor een oogenblik den dialoog. Aan het eind van elke scène weerklon ken luide toejuichingen en na de tweede acte brak er een formeele storm van ap plaus los. Tot hen, die het meest verrukt waren over Jeann's triomf, behoorde ook een jon ge man, die aan den schouwburg verbon den was Louis Belcourt. Door zijn in vloed was het haar gelukt haar debuut te doen, want de directeur van d«n schouw burg gaf anders altijd de voorkeur aan leer lingen van het Conservatoire. Louis had Jeanne al van kindsaf gekend en liefgehad en er was iets oneindig edels en roerends in zijn toewijdende en toch hopelooze liefde. Die liefde was werkelijk van een soort zooals zelden bij mannen wordt waargenomen, want zij had hem niet verblind en hij kon de goede eigenschap pen van zijn medeminnaar den man, wien Jeanne al haar liefde had geschon ken zien en bewonderen. Het was erg romantisch geweest, het engagement van de mooie jonge actri ce. Korten tijd te voren had zij, op de wed rennen te Longchamps, naar de groote tri bune staan kijken, waar Napoleon III en de dames van het hof gezeten waren, toen zij plotseling twee mooie oogen gewaar werd, die haar fixeerden. Zij keek een an deren kant uit, maar een paar minuten la ter keek zij, als betooveTd, weer naar de plaats achter de hofdames en zij zag daar een man van een militair voorkomen, wiens gelaat gebronsd was door de zon van het zuidenhij was van zijn zitplaats opge staan en keek strak naar haar, alsof hij door eenige betoovering geboeid was. Niet lang daarna had Roger de Mor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 5