Uit en voor (ie Pers.
Liberale Unie.
GEMENGD NIEUWS.
als krachtig middel tot bevordering van
den bloei van het ambacht, maar boven
al tot verheffing van den werkman i n en
door zijnen arbeid. De commissie van
dien wedstrijd, toegerust met den zede
lijken steun en sympathie van een bree-
de schaar van mannen, die allen hun in
stemming met het beoogde doel hebben
betuigd, vleit zich, dat ook u het lot van
den werkman ter harte gaat, dat ook Gij
hem steunen wilt in zijn dikwijls moeite
vollen strijd om het bestaan.
Ten einde de deelneming aan bedoel
den wedstrijd zoo algemeen mogelijk te
maken, komt het de Commissie gewenscht
voor, die wedstrijd tweeleedig uit te schrij
ven: zoogenaamd vrijen wedstijjd waar
bij ieder naai eigen keuze kan inzenden
wat door hem vervaardigd is en een zoo
genaamd gebonden wedstrijd, waarbij elk
deelnemer verplicht wordt te werken
naar een hem te verstrekken teekening,
schets of programma. De ingezonden
werkstukken zullen beoordeeld worden
door een Jury van deskundigen, gedeel
telijk, door de inzenders zelve te kie-
iedere maal dat volgens zijn huisklok een
uur om is, naar den toren en slaat daar
het uur op de klok.
n I 5 te LDik' 3 te Beayei' 2
loonen beneden den plaa'seljjken standaard in legt. Doch ook kan iel eens te A,gieur i te Seraing
y i s a I wan Mo*
bestaat
in
Boveudien kwamen
k Angr«?e,
I® te Aabt
verscheidene Steif.
en tfegen langduriger arbeid dan den plaat- bier de oorzaak van «ijtt DeSi»»i i ---
selijk gebruikelijken. Dit nu zal, ofschoon Het eenige wat te doeni en gevallen aan cholera m kleinere BelaiSche
toch alreeds het wegnemen der aanaetasie p te geineenten voor in de provincie Luit
gewonnen zijn. ALiai is eenmaal j die te verbranden,
echter het
brei var.
geren.
Een voorbehoedmiddel
is
in
zen.
Er zijn ovenwei aan de uitvoering van
dit plan betrekkelijk groote uitgaven
verbonden, hoofdzakelijk voor bekronin
gen, publiciteit, voorschotten aan werk
lieden, die zich geen materialen kunnen
aanschaffen, enz.
De Commissie met hoeveel opgewekt
heid hare taak ook aanvaardende, is even
wel niet bij machte deze onkosten uit
eigen middelen te bestrijden.
Klopt ook Uw hart warm voor den
werkman, die er alles voor over heeft,
langs eerlijken en ordelijken weg tot
lotsverbetering te geraken, wilt ook Gij
hem schragen in zijn streven naar zede
lijke en materieele verheffing, helpt ons
dan in ons pogen, de liefde tot het am
bacht te vermeerderen en den werkman
in nuttigen arbeid uitspanning to doen
zoeken.
Overtuigd als de Commissie is, dat
Gjj ons Uwen geldelijken steun niet
zult onthouden, durf zij U met vrijmoe
digheid om een bijdrage tot dokking der
kosten verzoeken, door invulling van bij
gaand biljet, dat uiterlijk binnen 14 dagen
door een der ondergeteekenden zal wor
den afgehaald.
De Commissie voornoemd,
C. BOSMAN, Eere-Yoorzitter.
H. J. DE GROOT, Voorzitter,
G. LOOMAN, Yice-Yoorzitter.
S. DE LANGE P. Bz., Ie Secretaris.
G. N. ITZ, 2e Secretaris.
N. A. CONIJN, Penningmeester.
N. J. VAN VUUltE, Bommissaris.
A. SIEBERT COSTER, Commissaris.
Do verbouw van vroege aardappelen
in Drechterland wordt van jaar tot jaar
belangrijker; de aanvoer op vier
markten levert daarvan het bewijs; in
de vorigo week werd te Enkhuizen 12.000
te Bovencarspel 10.000 te Broekerhaven
8000 en te Mcdemblik 5000 halve hec
toliters aan de markt gebracht.
Dank zij veel vraag voor het buiten
land blijven de prijzen hoog, zoodat de
verbouwers goede zaken maken.
Het uurwerk der gemeen
te-klok te VEERE is sedert eenige dagen
defect en heeft zijn werk gestaakt. Om
nu toch de gemeentenaren op de hoog
te van den tijd te houden, gaat de smid
isch geval te brengen, alleen om dat nw
koortsachtig gevoel, telkens naar nienwe
bevrediging haakt. En wanneer niet het lot
mij gunstig geweest was, zoo zou ik nu
die rol van schaduwbeeld spelen. Wees o-
vertuigd, dat het niet nw kostbaar persoon
tje was, waarvoor dat alles is geschied,
het waren ooreraken voor mij, om geen
medeminnaar te dulden. Gij echter zijt mij
van dat oogenblik af onverschillig gewor
den. Eigenlijk is het bestaan van het scha
duwbeeld nog niet geheel en al bezworen,
mogelijkerwijs heeft Wladimir wel iets an
ders gedaan, dan men hoopt.'
„Wolf, is dat uw laatste woord?'
„Komediante,' sprak hij honend.
Toen sprong zij op. Baar gelaat veran
derde oogenblikkelijk, roodat geen spoor van
schoonheid meer daarin te bekennen was.
Hare oogen spraken van haat en beleedigde
ijdelheid. Haar hals zwol op van woede en
ijverzucht.
Zij strekte de hand naar hem uit, en de
woorden vlogen haar nit den mond, toen
zij riep„Gij wilt my tot vijandin hebben,
goed danwat ik voor o aan liefde ge
voelde, heelt zich alles in vjjandschap ver
anderd. En gelijk gij mij behandelt, zoo zal
het u weder gaanKedergetrapt, zonder
erbarmen znlt ge worden en ellendig te
gronde gaanIk zie bet vooruit dat zal
uw lot zijn En ik zal lachen om n, wanneer
gy terneder ligt.'
Zij was verdwenen, en Wolf zag haar
met spottend opgetrokken lippen na. Zij had
de denr reeds achter zioh dichtgetrokken,
toen hij nog op dezelfde plek stond. Wat
deerden hem toorn en vloek van deze vrouw,
na een nieuwe ster zyn pad verlichtte?
Slechts het gevoel van zijne overwinning,
dat hy sterk gebleven was, deed hem baar
peinzend nazien.
Hy deed zijn brie) naar Leipzig op do
post en reed met zyn vossen door de dier
gaarde. Toen hij terugkeerde ommootte hij
e n paar te paard: baron von Henkel, van
wien bij voor eenigen tijd dertigduizend
gulden gewonnen had, op "zijn hengst, en
naast hem op een schimmel, Bertha. De baron
groette zeer deltig, doch met byzonderen blik.
Een vriend was hij zeker niet. Bertha scheen
voor niemand, dan voor haar metgezel oogen
te hebben.Rakelings redon zij elkander
voorbij.
WORDT VERVOLGD.
Prof. Drucker heeft thans het voor
zitterschap en het bestuurslidmaatschap
der Liberale Unie neergelegd. Zijne func-
tiën worden voorloopig waargenomen door
den vice voorziter, mr. T. Yan Hettin-
ga Tromp, te Leeuwarden.
Als penningmeester treedt op mr. L.
W. Ebbiugo te Kampen. Mr. Maeales-
ter Loup heeft het lidmaatschap van het
bestuur aangenomen.
Arbeidsvoorwaar
den in bevstelilcen.
Door de heeren H. L. Drucker te
Leiden, F. II. Van Malsen te 's Giaven-
hage en C. Muijsken te Amsterdam is
namens de arbeidersraden in de ge
meenten, alsmede uit naam van die te
Bolsward, Franeker, Haarlem en Zutfen
zoowel tot den Minister van Water
staat, Handel en Nijverheid als tot zijn
ambtgenoot van Oorlog een adres gericht,
luidend als volgt
„De bovenvermelde arbeidsraden zijn
eenstemmig van oordeel, dat de bepa
lingen in de algemeene voorschriften
van werken onder het beheer van
het departement van Uwe Excellentie,
voorkomend bij artt. 4 of 16, uitbreiding
behoeven en wel in dien zin, dat de ar
beiders beschermd worden tegen het ge
vaar, dat het loon ingekrompen wordt
en de werktijd te veel uitgebreid, aan
gezien de aannemers, op dat punt door
geen bepalingen in het bestek gebon
den worden.
Zij meenen, dat, waar bij het opma
ken van de ramingen niet gerekend wordt
op vermindering van loonen of overdrij
vingen van» den werktijd, liet ook wen-
schelijk is daaromtrent bepalingen te ma
ken, die den aannemer binden.
Die verbetering zou, naar het oordeel
van bovengenoemde arbeidsraden, in be
ginsel kunnen vastgesteld worden in de
algemeene voorschriften, terwijl voor ie
der werk afzonderlijk in het bestek zelf
cijfers en bepalingen konden worden op
genomen.
Yoor ieder ontwerp toch moet op de
plaats zelve door den daarmee belast
zijnden ambtenaar worden onderzocht
naar de gesteldheid van het terrein, de
draagkracht van den bodem, de gelegen
heid tot aanvoer van bouwstoffen, de
kosten van vervoer, enz. enz.; onderzoe
kingen niet alleen van technischen, maar
ook van administratieven aard.
Daaraan zou zich zeer goed aanslui
ten een onderzoek omtrent loon en werk
tijd, teneinde zoowel voor de begrooting
als voor het bestek der inachtneming
der plaatselijke toestanden, de cijfers vast
te stellen.
De leden van bovengenoemde arbeids
raden, die nagenoeg allen met de inrich
ting van bestekken en de uitvoering van
werken bekend zijn, waren bescheiden-
lijk van oordeel, dat dergelijke bepaling
geen of weinig bezwaar in de uitvoering
ontmoeten zal en veel kwaad kan voor
komen maar wenschen bovendien op
te merken, dat de ondervinding, bij de
uitvoering der werken op te doen, uw
ambtenaar spoedig in staat zal stellen om
naar uw voorschriften, het gevolg van
die bepalingen bij de uitvoering der wer
ken na te gaan en zoo noodig verbete
ringen voor volgende bestekken voor te
bereiden en aan te vragen."
De Nederlanderredactie Mr. A.
Ketdijk c. s. merkt te dien opzichte nog
op
Wat ons vooral genoegen doet in dit
verzoekschrift is de herkomst ervan.
Toen hier te lande het opnemen van
dwingende bepalingen omtrent loon en
arbeidsduur in bestekken voor nit te
voeren werken het eerste werd gepleit
door dezulken, die met de bestudeering
van maatschappelijke feiten zich bezig
houden toen heette hetoch, dat zijn
van die denkbeelden, die uitgebroeid
worden in de studeerkamer, maar waar
voor de man der practijk de schouders
ophaalt.
Toen woordvoerders der werklieden
daarvoor op de bres sprongen, hoorde
men zeggenook alweer onmogelijke
eisch, gelijk er van dien kant zooveel
worden gesteld.
Toen enkele gemeenten daarmede een
proef wilden nemen, werd er geroepen
niets dan zwakheid om te offeren aan
een mode van den dag.
Maar allengs is er instemming aan be
tuigd door mannen, aan wie niemand
de bevoegdheid tot oordeelen op dit
stuk, uit practische oogpunt bovenal,
ontzeggen kan.
Zoo ook weer hier. De heer Van Mal
sen behoort tot de grootste werkgevers
der residentie in de bouwvakken, de
heer Muijsken tot de voornaamste archi
tecten der hoofdstad. In elke der ge
noemde arbeidsraden zitten der zake
kondigen uit de rijen der patroons. En
let wel, eenelemming werd door al die
arbeidsraden besloten, bij de regecring op
liet nemen van den maatregel aan te
dringen.
Of dan ditmaal de aandrang doel zal
treffen
In allen gevalle maken wij ons niet
de illusie, dat de maatregel terstond van
verre strekking wezen zal. Vermoedelijk
zal hij aanvankelijk hiertoe zich bepalen
dat gewaakt wordt tegen het betalen van
niet veel, ten minste
iets gewonnen zijn. Maai is
deze weg betreden dan zal men er wel
dra ook wel verder op voortschrijden. „i»ntru
Dan zal men vanzelf gedrongen worden doopen der pn_e p
tot beperking van dien gebruikelijken, hontssch, mes en e
maar onredlijken arbeidsduur. En dan Moderne opvoeding
zal het, aldus voorbereid, ten slotte ko- g,,gej>n,L Een Ei gJschman deel e in
men tot wettelijke voorschriften omtrent je Standard zijn ervaringen mee omtren
den arbeid óók van volwassen mannen ;en dertienjarig meisje dat in een ^°'ir
in het algemeen. school (kostschool) onderwjjs genoten n
Ook ten deze zal worden bewaarheid, gn njel wejnjg trots was op
n
dat veel, wat gisteren werd bespot, he
den in ernstige overweging wordt geno
men als juist erkend om overinogeii
toegepast te worden.'
G oed nieuws
De Haagsche correspondent der N.
Gr. Cl. schrijft
Naar luid van de geruchten, die hier
en daar de ronde doen, wachten ons in
de nieuwe zitting talrijke verrassingen.
Om van belaeling- en kieereehlvoonlellen
nu niet eens te spreken, hoor ik dat er
zeer belangrijke voorstellen in aantocht
zijn tot herstel van ons marine-materieel
en dat weer drie groote schepen, van geheel
nieuw type, zullen worden voorgedragen,
bestemd om hier te lande te worden ge
bouwd, op dezelfde wijze als de drie
pantserdek-vaartuigen, waarvan het eer
ste straks naar zee gaat en de beide an
dere dra te water zullen worden gelaten
te Ylissingen, misschien wel tijdens
het bezoek van onze Koninginnen en
door Koningin Wilhclmina-zelfter ge
legenheid der her-onthulling van de Ruy-
ter's standbeeld. Gij begrijpt dat zulk een
voorstel van 't Kabinet—Roëll-van Hou
ten nog wel wat voeten in de aarde zal
hebben.
Maar ik vernam ook dat op ander gebied
groote dingen op komst zijn Zich zijn
redevoering bij het vorig bcgrootingsde-
bat herinnerende, waarin hij sprak van
rijpe vruchten, die dadelijk waren te pluk
ken, moet de heer van Houten een wij
ziging gereed hebben van de begraveniewel
waardoor de lijkverbranding hier te lande
zal worden gewettigd, nog voordat het
crematorium te Hilversum gereed is.
Voorts moet, hoofdzakelijk op aandrang
van den Minister van Binnenlandsche
Zaken, een algemeene regeling van het
eedevraagsluk in wording zijn. Ik heb
nog van velerlei andere gewichtige za
ken hooren gewagen, waarmêe zich de
Ministers bezig houden, maar voor
het oogenblik kan het met
somde wel gaan. Men
hebben zich over de
heid van 't Kabinet zeer
het opge-
zal reden
werkzaam-
te verheu
gen.
De koningin bij den oogst.
Een der bijzonderste vermaken onzer
koningin, dus wordt uit Brussel gemeld,
is op dit tijdstip der groote zomerhitte,
in persoon het binnenhalen van den oogst
in liaar domein van Laken te besturen.
H. M. bewaakt insgelijks het afdoen van
het hooge gras der uitgestrekte plantsoe
nen van het koninklijk park. Het is een
klein legers maaisters en maaiers die
voor dit werk gebezigd worden. Allen
hebben een strooien hoed met breede
randen van hetzelfde maaksel op het
hoofd.
Uren en uren blijft de koningin bij
haar werkvolk, waaraan bevel gegeven
is, zich aan bare tegenwoordigheid niet te
storen, en te handelen en te zingen, als
of zij alleen waren. Als het. gras is
afgedaan en in bussels gebonden, dan
komen de groote breaks van het kasteel
en men laadt er het hooigras op. De
eerste break wordt steeds gevoerd door
de koningin zelve en verleden jaar is
aan H. M. zelfs op haren tocht een klein
ongeluk overkomen.
Aan eene kromming van den weg
sloeg het rijtuig, gevoerd door de konin
gin, om op den boord eener gracht. De
doorluchtige voerster rolde op den grond
en kwam gelukkig terecht zonder eenig
letsel te bekomen, te midden van een
hoop hooi. Een paar maaiers, die boven
op de vracht lagen, waren in de gracht
terecht gekomen. Toen de koningin ver
nam, dat niemand eenige letsel bekomen
had was zij zelve de eerste om uitbun-
ding over het voorval te lachen.
Buiten een goed loon en voedsel wor
den aan de maaisters der koningin eiken
dag flinke eierenkoeken met spek voor
gezet.
Te Pilzen, in Boheme,
hoorde men Zondagnacht tegen twaall
uur een hevigen knal. De menschen
stormden verschrikt uit hunne huizen.
Het bleek dat in de nabijheid van het
Deutsche Haus een bom was ont
ploft. De ruiten van eenige huizen in de
buurt zijn gesprongen. Drie personen zijn
hetgeen zij
geleerd had. „Zij was,' aldus'schrijft John
Buil, „in de chemie, de botanie,
phvsiologie, het Fransch en hel boetseeren
ouderwezen en, dcor dit kleine wereld won-
der eeni^szins beteuterd, durfde ik ».o
haast niet wagen eenige vragen tot haar
te richten. Eerst iü de chemie. Ik vroeg
haar naar de bestanddeelen van de atmos
feer en was eenigszins verbaasd, toen zij
verklaarde in bet geheel niet te weten wat
atmosfeer was. Toen ik haat vertelde dat t
lucht was, gaf zij ten antwoord daarvan
niet te weten, wel van stikstoffcoudende
voedingsmiddelen. Op mijn vraag wat
stikstofhoudend was, werd ik verrast met
het woord „Yet." Van de phvsiologie wist
zij mij niets anders dan het aantal been
deren in de hand te vertellen; over de
juistheid van het antwoord kon ik niet
oordeelen, daar ik zelf het aantal niet ken.
Een vraag op het gebied der botanie wilde
ik, om mijn onkunde niet te verraden,
niet doen, maar zij maakte het mogelijk
over haar kennis daarzan fe oordeelen,
door mij te vragen of moerbeziënbladeren
op rozenstruiken groeiden. Zij wilde
met de bladeren een zijdeworm voeden
die dan een vlinder en daarna een pop
worden moest. Een buitengewone omzet
ting van den natuurlijken loop der din
gen. Het Fransch was verschrikkelijk
Zij vroeg mij wat de woorden Dieu el mon
troit beteekenden, die zij uitsprak op zijn
Engelsch. Zij was zeer verbaasd, toen ik
haar vertelde dat het Fransch was. Alleen
d .t et „en" beteekende, wist zij. Ook ko
ken had zij geleerd. Toen ik haar echter
vroeg hoe zij aardappelen kookte, antwoord
de zij, dat die in kokend water moesten
geworpen worden.
En dat meisje heette nn een goede leer
linge
Uit wellevendheid. Yan
den Engelschen premier, Lord Rosebery,
wordt het volgende staaltje van kiesche
wellevendheid verteld.
In de maand Mei 1889 was er eene
avondpartij in Berkeley Square en des mor
gens had Lord Rosebery in Piccadilly een
Schotschen landbouwer, dien hij kende, ont
moet en hem uitgenoodigd des avonds „een
kijkje te komen nemen.'
De landbouwer verscheen te behoorlijker
tijd in zijn Zondagspak. Alles ging goed
tot aan het souper. Nadat verscheidene
lekkernijen genuttigd waren, kwam er room
ijs aan de beurt. Dat was iets nieuws voor
den Schot. Na er een lepelvol van geno
men te hebben deed hij alle moeite om
zijne onaangename gewaarwording te ver
bergen, maar hij achte zich toch verplicht
zijn gastheer van zijne bevinding te ver
wittigen. Gij weet er zeker niet van,
Mvlord, fluisterde hij hem toe, maar ik
meen het u te moeten zeggen met dien
pudding hebben ze u bedot; hij is be
vroren.
Lord Rosebery begreep dadelijk hoe het
er mee gesteld was. Met volkomen beleefd
heid en den schijn aannemende alsof hij
critisch onderzocht, proefde hij het room
ijs. Ja, het is zoo, zeide hij; dat is
huel vreemd! en na met een van zijne be
dienden gesproken te hebben, kwam hij bij
den Schotschen landbouwer terug en zeide:
u't Is in orde; ik heb gehoord, dat het een
nieuw soort van pudding is, die zij opzette
lijk laten bevriezen," en den arm van
zijn vriend nemende, leidde hij hem de ka
mer uit.
^ooral in die aan de Maas gelegen.
Te Laval b e g o n g i s t e r het
proces in een geruchtmakende zaak. De
kapelaan Bruneau staat terecht, beschul
digd den piiester Fricot te hebben ver
moord. De kapelaaD, die op zijn dorp onJ
zijn vroomheid en liefdadigheid algemeen
was bemind, leidde ondertusschen een wild
leventje in een naburige stad. Daarvoor
nam hij het geld van de armen en van de
kerk; toen de priester 't had ontdekt zon
hij dezen hebben vermoord. Vadert
TePisain Italië is de d i-
recteur der tramway-maatschappij het slacht
offer geworden van een' anarchist. Hij js
op dezelfde wijze om 't leven gebracht als
president Carnot en de journalist Bandi
te Livorno. De moordenaar is ontkomen
Kijkjes in het leven.
ZOO ZIJN ER.
Daar in Nederland, zoo iet8} aj8 Wat
hier volgt, nooit voorkomt, mo;ten wij nit
den vreemde vertellen.
Marie Terpens was een gezonde,
stevige boerenmeid van 15 jiren, t3en zij
nit het dorp in de stad kwam en bij een
In Sempervirens wordt het
volgende medegedeeld omtrent een middel
tegen muizen.
Wij hadden het vorig jaar op onze
kweekerij een ontzettende last yan mui
zen en met kennelijke voorkeur wierp het
ongedierte zich op eenige bakken met zaai
lingen van Kentia Forsteriana. Wat weer
ook tegen deden, dag aan dag vonden wij
tien, twintig afgevreten plantjes dood op
haar pot liggen. Na veel vergeefsche po
gingen om de pl-ag meester te worden,
«.olgden wij ten slotte den raad op, ons
door een oud vakman, die van deze beproe
ving hoorde, gegeven. Wij namen op diens
aanwijzing een spons, knipten die in zeer
kleine stukjes, welke in vet gebraden wer
den totdat ze hard waren. Deze lekkernij
strooiden wij uit in de bakken waar de
muizen zich veel ophielden, en zie, weldra
vonden we de opgezwollen lijkjes van tal
der snoepster». Wij bleven met het mid
del werken en alle
gedood.
muizen werden er door
I I -j" m h!" P?fn we, het ^g meermalen toe,
gekwest, waarvan een ernstig. Bij het K de ge»olg. Het is dus onfeil
gebouw van de arrondissementsrechtbank
en dat van het kantongerecht zijn ook
bommen gevonden, maar de gloeiende lon-
baar
- B
ten werden nog bijtijds door de politie
ui'gebluscht.
Yeelal hebbende kool-
ij twee te Rome
houden anarchisten heeft men o,
gevonden
voor
a&nge-
T a. een lijst
Iwi. u88?SCh? »bourgeois", die
a m waren.
bestemd
,T.Bliikens de beide
laatste
?!an.:e" i"1 0.pEWuelLiD?.0!.u^a?' démo'
die zich onder aan den stronk veitoont. Wau-
neer men dit doorsuijdt dan ontdekt men
weldra de maden van den koolvlieg, die
j de jonge planten steekt, en er zijn eieren
de 2e helft van de maand Juni
in de plaatsen met
zijn in
in B-lgië
c iaa eene bevolking boven
de 5000 zielen 25 sterfgevallen aan choie
voorgekomen, waaivan 12 te Jemeppe,
meubelmakersvronw een dienst kreeg! Tien
jaren diende zij trouw en eerlijk, toen zij
Michiel Lang, van wien zij reeds jaren
lang hield, terug zag. Het duurde niet lang
of zij werden een paar en Marie keerde nit
de stad naar haar dorp terng. De jaren
kwamen en gingeD. Marie. had twee jon
gens en een meisje, die waren al groot ge.
worden en Michel had zich het drinken aan
gewend.
De gezonde, stevige boerenmeid was zelf
een oude vrouw van 50 jaren geworden
die den rechten lust in het leven niet meer
had, omdat de zwakheid van Michiel steeds
grooter werd, zoo zelfs, dat zij den lieven
God dikwijls bad, dat Hij haren man tot
zich zou nemen.
Eindelijk gebeurde dit, maar toen was
zij toch ook niet gelukkig, ze werd treurig
en schreide veel, dag en nacht om Mi
chiel.
Ook dit veranderde, want desmartdnuit
niet eeuwig, al is zij nog zoo zwaar. Ma-
rytje de dochter wilde trouwen en de moe
der vond dit goed. „Ik kom dan bij u
inwonen, want de vrouwen van uwe broe
ders houden niet van mij en ik moet toch
eene plaats hebben, waar ik slapen en spin
nen kan.' Marytje nam er genoegen me
de, zij dacht weinig aan het slapen en zoo
was de bruiloft gekomen en de moeder was
bij haar.
Met den man van Marytje zou het wel
gaan, maar hij had ook zijne moeder nog en
die woonde ook bij hen in en twee schoon
moeders bij elkander, dat gaat zelden goed
op de wereld.
Marie had bovendien haar geld aan hare
zoons gegeven en aanMarytje slechts een uit
zet, want meisjes krijgen altijd minder. De
zoons waren echter het kruid niet waard, zij
maakten het geld op, ze verspeelden het, hun
eigen geld en dat van hunne moeder en
toen gingen zij naar zee. De schoonmoeder
van Marytje deed er haar verwijten over,
Marytje klaagde bij haar moeder en beiden
hebben zij er over geschreid. Toen zij een
tijdlang geschreid hadden, zei de moeder:
„weet ge wat, Marytje, ik ga weer naar
de stad, naar de meubelmakersvrouw.' Zij
meende het niet en had gedacht, mijn eigen
Kind zal mij niet verstooten op mijn ouden
dag. Maar Marytje had gelachen onder tranen
en gezegd, „ge hebt gelijk moeder, de men-
belmakersvrouw zal u niet verstooten.
„Meent ge dat,® had de moeder gevraagd.
„Ja, dat denk ik,» had Marytje geantwoord.
En toen is oude moeder gegaan.
De menbelmakersvronw stond in de
huisdeur en zag de straat op.
„Zie, man, is dat Marie Terpens niet,
die daar komt.
„Meent ge dien langen boer," RcM®
haar man.
„Och wat, spot niet, het is onze Marie.
Marie, waar komt ge vandaan en hoe g44'
het xiet uwe kinderen P"
„O vrouw, ik heb geen kinderen meeri
zegt Marie en weent.
„Wat is dat en wat moet dat, Marie,
gij zijt een oude vrouw en weent al3 889
kind?"
Marie vertelt hoe het gekomen 13 e9
hoe zij alleen was en wat Marytje geZ^5
had en dat zij nu niet meer w®
waar zij htt moede hoofd zou nederleg
gen.
„Ga naar huis, Marie," zeide de ®-
belmakersvrouw, „haal uw spinnen*®
uw bed en kom weder bij ons.' 7®
kwam weder. En na jaren is zij gestorV f
en de kinderen van de meubelmakersvro
vertellen na nog hoe goed en vr00®
was. Marytje benam zich het le?eD' l8.
zij hoorde dat haar man gestolen h
re broeders zijn in de golven om^e.°mer.
En zoo kreeg ieder zijn deel, Marie
pens en Michiel Lang en Marytje 8
broeders.
BIJGELOOF. fifl
Aangaande de neiging tot bijge
Rumenië bevatte een aldaar uitge&
tijdschrift onlangs hel volgende!
Nergens ter wereld misschien ej^ a|3
bijgeloof een zoo hoogen trap berei
in het Balkan-koninkrijk. Het
nergens zoo slecht aangeschreven
Menige huisheer vermijdt zijn eig8ü ^-gte
daarmede te nom meren en 10 8 t].
hot Js blijft kamer 13, wanneer
thans nog gevonden wordt, doorg „jëfl
Ook de Vrijdag wordt door