~u Pt*. k n 11 e tn van heden van het Kan. Gesundheitsamt luidt min der gunstig over de cholera. Sprankels. Thackerat. matigde. Waren ze dan niet zwak van ka rakter, zinnelijk, gemeen? Zeer zeker; 't waren waarlijk geen onschuldige slachtof fers van miskenning en laster. Maar wat wordt gewoonlijk vergeten? Dat tegenover die enkelen vele an-ieren staan, óók talentrol, óók geniaal, óók «mannen van beteekenis", maar die, al waren ze ook allesbehalve volmaakt, aich wel deugdelijk wisten te beheerschen, en evenzeer door hnn rechtschapenheid als door hun gaven anderen tot een zegen waren. Wat wordt gewoonlijk vergeten Dat er ook honderden domme en onwe tende lui zijn, die allesbehalve zedelijk en edel genoemd kunnen worden, die inte gendeel even zinnelijk en hartstochtelijk en gemeen zijn, als die enkele anderen, waarop gewezen wordt door dat bekende spreekwoord. Wat is de vloek van dat ellendige en leugenachtige spreekwoord? Dat 't een vrijbrief wordt voor enkelen, die soms in verstand en vernuft uitstekend boven velen, om alles te doen, wat ze verkiezen, en dat het aanleiding geeft aan anderen om bij die dusgenaamde genieën alles maar door de vingers te zien. Dat 't aanleiding geeft om te denken en te verkondigen, dat er tweëerlei moraal ie, éóne voor de genialen, een andere voor den gewonen burgerman. Dat het aanlei ding geeft om uit hel oog te verlieten, waar het 't allermeest op aankomtte streveB naar een evenredige ontwikkeling van verstand en hart en geweten, en zóó te worden, wat ieder worden kan en wor den moeieer menich in de vol ste en diepste en edelste be teekenis van het woord. D. J. W B. Rolt. Aievmblad. Verdwijning van kinde- ren. Uit vele gemeenten op Sicilië waren in de laatste dagen tal van kinderen spoor loos verdwenen. Men vermoedde dat de onde alom bekende muzikant Carmelo de hinderen medegelokt had. Men door zocht het bosch, waar deze man zich ge woonlijk ophield en kwam aan een grot, waaruit jammerklachten van kinderen op rezen. Bij het binnentreden weken de carabiniers en de menschen, die hen ver gezelden ontzet terng. Op den grond lagen een aantal kinderen met opengesneden onderlijf, terwijl een kind geheel ontkleed en aan handen en voeten gebonden, de foltering zijner kameraadjes moest aan schouwen. Slechts met moeite konden de carabiniers den onmensch Carmelo, die be kende, dat hij op deze wijze 24 kinderen van het leven beroofd had, tegen de woe dende bevolking beschermen. Carmelo ver klaarde, dat hem een spook verschenen was, dat bem gezegd had 50 onschuldige kinderen te dooden en met hun bloed de aarde te drenken. Hij zou dan iederen in den aardbodem verborgen schat kunnen vinden. De onverlaat is naar een krank zinnigengesticht overgebracht. Uit het leven van Mac- Mahon. De Katholieke Gids geeft de volgende schets nit het leven van Maar schalk Mac. Mahon. Op zekeren dag trok Mac Mahon met zijn kolonne door de woestijn. De marsch duurde reeds verscheidene uren, en de vermoeienis, meer bepaald nog de ondra gelijkste dorst maakte het langer voort trekken schier ondoenlijk. Dan zie, eens klaps richten de afgematte paarden de kop pen omhoog; zij binneken en beginnen sneller te gaan, want huu onbedriegelijk instinct doel hen de nabijheid van water bemerken. Aller gezichten helderen nu weer op, de kolonne marcheert vlugger, en waarlijk na weinige oogenblikken hoort, daar ruischt in aller ooien het op wellende water van eene bron. Kolonel Mac-Mahon, aan het hoofd der colonne, treedt nu ijlings vooruit en on derzoekt de bron. Dit onderzoek bleek geenzins overbodig. Naar oorlogsgebmik hadden Afrikaansche vijanden lijken in het water geworpen en heel de bron was zoo doende vergiftigd. Zonder doodsgevaar kon hier dus niet worden gedronken. Maar al wie ooit iets gelezen heeft over dorstljjden on- 1 der de heette luchtstreken, zal het kun nen begrijpen, dat niettegenstaande al de walgiDg en het git, dat de lijke verspreid den, de arme soldaten van het vreemden legioen toch hun dorst wenschten te lesschen. Nn nam Mac-Mahon hier de eenige bonding aan, welke hem paste. Hij, die het leven zijner soldaten verantwoorden moest, hij plaatste zich met getrokken degen bij de bron en zijn bevel lnidde Al wie drinken komt, is een kind des doods. Helaas! Dit was te veel voor een zijner soldaten. Verbitterd over zijn lijden en te leurgesteld, treedt eensklaps deze krijgsman naar voren, legt aan op de borst van den overste en trekt zijn geweer af. Door een allerwonderlijkst toeval even wel ketst het geweerMac-Mahon blijft ongedeerd en de booswicht is weerloos. Wat stond hier nu te gebeuren? Naar aller verwackting kon er nieta anders ge schieden, dan dat er onmiddellijk een peleton werd opgeroepen, dat den oproerling moest neerschieten. Maar jnist deze oproeping gebeurde niet. Eerst blijft Mac-Mahon eene wijle sprakeloosdaarna echter komt hij nader en nu vindt hij de volgende vredelievende oplossing. Bij, de kolonel, verklaart, in hetgeen zooeven is geschiad, bepaald een aanval van waanzin te zienen, op die verklaring doorgaande, wil hij geen enkele straf voor den waanzinnige. Was het wonder, dat na deze daad van heldenmoed in den kolonel, ook de krij gers leerden om aanstonds weer helden te zijn f Alle kwellingen van den dorst wer den opnieuw aanvaardgehoorzaam en stil verliet iedereen de bron, en juist hij, op die den kolonel had gevuurd, hechtte zich zoo hartstochtelijk aan Mac-Mahon, dat hij later zijn ordonnans is geworden. Een daremsti van konin gin Louise tan Pruisen, De spaarzame koning Fredrik Wilhelm III merkte eens op de naaitafel der konin gin Louise een mooie nieuwe muts en vroeg zijn echtgenoote naar den prijs er van. „Het is Diet altijd goed,' antwoordde glimlachend de koningin, „als de mannen weten, wat de kleeren der dames kosten; zij hebben er toch geen verstand van en vinden alles te duur „Maar je kant het mij toch wel even zeggen, ik zou het zoo graag willen we ten." „O ja, zij is heel goedkoop en kost maar vier thaler." „Maar verschrikkelijk veel geld voor zoo'n ding." Aan het venster staande, bemerkt de koning een invalide der garde, dien hij tot zich wenkte. „De dame daar" zegt hij tot den man, „heeft veel geld. Wat denk je wel, oude kameraad, dat ze daar voor die muts heeft gegeven?" De onde soldaat haalt de schouders op, en zegt eindelijk: „No, een paar stuivers zal ze wel hebben gekost.' „No, hoor je het 1' riep de koniDg uit. „Ach wat,-— stuivers! Yier thaler heeft zij er voor betaald. Ga nu naar haar toe en laat je van haar evenveel geven." Lachende opende de koningin baar beurs en drukte den soldaat vier blinkende tna- lers in de hand. „Maar hoor een?," voegde zij er bij, «die voorname meneer daar heeft veel meer geld dan ik ga naar hem toe en laat je het dubbele geven.' En de konir.g was niet zoo goed, of hij moest den verheugden veteraan acht thaler in de hand stoppen, terwijl de koningin luide lachte. Dikwijls nog zag de koning den ouden man, ook na de dood van zijn onvergetelijke gemalin, en dan gaf hij hem altijd itts en zeide er bij „Brandes, herinner j\j je nog?" Legenden nit Afrika. In zijn boek: „Mijn zwarte makkers en hun vreemde verhalen1' verhaalt Stanley een aantal legenden, die hem gedurende zijn reizen door de inboorlingen aan het leger- vuur werden verteld. Elke verteller kreeg voor zyn geschiedenis een stok laken. Al le legenden, die een Aziatisch karakter dra gen, en das te Zsnzibar zijn ingevoerd, heeft hij nit de verzameling weggelaten. Tot de vermakelijkste vertellingen behoort die, welke hij onder den titel „De listige schildpadden en de kraanvogel" weergeeft. Het is een oude legende uit Lganaa, waarin bericht wordt, dat, toen de kraan vogels en de schildpadden eens hongerle den, zij besloten hnn eigen moeder te doo- den en op te eten. De kraanvogel verfu de zijn voornemen naar behooren en het paar deed zich aan bet vleesch der ver moorde te goed. De slimme schildpad viel het echter niet in zijn moeder te dooden, hij zette zijn makker een stuk gom-elas- tiek voor en zeide hem, dat hij er nje °P moest letten, dat het gerecht wat taai was, want dat haar moeder zeer oud was ge weest- Prachtig wordt verhaald hoe de kraan vogel moeite doet een stuk van het gom elastiek af te scheuren en te verslinden, en hoe dit stuk bij het mislukken dier poging terugspringt en tenslotte den kraan vogel,den koning der vogels, verwondt. Maar door de babbelzucht eener P*P®fasl' ontdekt de kraanvogel hoe de scbudpa zijn eed heeft geschonden en zweert zien te wreken. Nu vermoordt hij de moeder van de schildpad en braadt deze, zonder dat de slimme pad, die ruikt dat het moe der is, het vleesch wil aan roeren. Berde dieren bakken elkaar voortdurend allerlei poetsen, totdat de schidpad de slang voor zich wint, die op den boom klimt waar de kraanvogel zijn nest heeft en dezen doodt. Dan neemt de slang het lijk tusschen zijn tanden, laat zich naar beneden glijden, gaat naar het huis van de schildpad en legt e- ze het lijk van den kraanvogel voor de voe ten. Bij de schildpad steeg de vreugde ten top. Zij verzoekt de slang aan het rijke maal deel t. nemen, dat het lichaam van den kraanvogel oplevert. Door deze legen de bewijzen de inboorlingen hunne theorie, dat ook de door de natuur weinig begaaf- de dieren zeer veel sluwheid bezitten. —Opeen landbouwkundige school vroeg de leeraarWat is de beste tijd om appelen te plakkenluks an - woordde een der leerlingen Als de boer met zjju rug naar ons toe staat en er geen hond in den boomgaard is. Een muzikaaltafelservies heeft een aanzienlijke engelsche dame als bruidsgeschenk ontvangen. Ieder bord speelt zoodra het op tafel is nedergezet, een vroo- lijke melodie. Soepborden spelen een marsch, platte borden drie verschillende stukken, namelijk elke twaalf borden hetzelfde stak. De desseitbordjes spelen opgewekte melo dieën om de vroolijke stemming gaande te houder. Een euvel is echter, dat niet alle borden tegelijk nedergezet worden, zoodat zij niet gelijk opspelen, maar doorelkander, hetgeen het effect wel eenigzins bederft. Sedert ger uimen tijdwas het Duitsche stadje Quendlinburg veront rust door annonieme brieven, die in menig gezin den vrede verstoorden en tweedracht zaaiden. Na lang vorschen werd de oor sprong van die brieven ontdekt bij drie dames uit hoogere kringen, de vrouw en de volwassen dochters vau een fabri kant, tegen wie door de talrijke belaster den en benadeelden een aanklacht bij de justitie werd ingediend. Het hoofd van het gezin echter, een achtenswaardige man, geheel vreemd aan de eerlooze handelingen der zijnen, wist met veel moeite en door een storting van 500 mark in de armenkas te verkrijgen, dat de aanklacht ingetrokkeuwerd, waarbij hij zelf recht deed over de schuldigen. "Vijf jaar lang hadden zij haar laster rondegestrooid, vijt Jaar lang zullen zij daarvoor ook boe ten. Zij zijn voor dit tijdsverloop van alle vermakelijkheden: bals, partijen, voorstel lingen, uitgesloten en mogen de grenzen der gemeente niet overschrijden, dus geen zomeruitstapjes of badreisjes meer. Elke Kerstmis moeten zij honderd paar kousen eigenhandig gebreid aan het weeshuis af leveren en bovendien moet de oudste dochter, die de hoofdschuldige is, een half jaar lang het trottoir voor de ouder lijk woning boenen. Cholera. Te Pefersburg zijn den 17 Juli 208 personen aangetast en 82 gestorven. Den vorigen dag bedroeg het aantal lijders, volgens officieel .bericht 713. De nood is thans zóó hoog gestegen dat alle andere belangen teruggedrongen zijn. De bladen laten zich met heftige ver ontwaardiging en vol welverdiende verwij ten nit tegen het stadsbestuur, dat zich maanden lang met doellooze en twijfel achtige bouwplannen heeft beziggehouden, berekeningen van millioenen gemaakt, maar niet de minste aandacht heeft gewijd aan den gezondheidstoestand en aan de midde len, die men had om een cholera-epidemie te bestrijden. De gezondheidscommissie maakt plannen en doet goede voorstellen, maar, daarbij blijft het ook, bovendien is haar voorzitter zelf ziektot dusverre is er slechts óón gecombineerde vergadering van gezondheids- en hospitaalscommissie gehouden en op die vergadering werd niets tot stand gebracht, daar de gezondheids commissie geen volmacht heeft om over de gemeentekas te beschikken en het noodige geld mist tot bestrijding der epi demie. De commissie aan handen en roeten ge bonden, bezit geen overwicht, geen vol macht, niets, kortom er heerscht de grootste wanorde en werkeloosheid terwijl de chole ra al sneller en sneller om zich heeigrijpt. Hoofdzakelijk wijzen de bladen op twee wonde pietken in den gezondheidstoestand der stad. \ooreerst de Karpowka, een ka-j naai dat midden door de stad loopt en waarmee het jammerlijk slecht gesteld is. De Karpowka, die geheel vervuild en in een mestpoel is herschapen, behoorde krach tig uitgebaggerd en verdiept te worden, opdat een snellere strooming het ophoo- pen van afvoer uit de hnizen mogelijk maakte. Dat denkbeeld was uitmuntend, maar ongelukkig werd dit opgedragen aan den stedelijken aannemer, van wiec alge meen bekend is, dat hij het werk zoo lang mogelijk doet dure». Hij damt een gedeelte van de Karpow- ka af, plaatst in het andere gedeelte een baggermachine en begint nu op zijn elf- en-dertigst het werk. Hoe meer er echter gemalen wordt, des te meer verandert het afgedamde gedeelte in een groen—zwart stinkend moeras, dat nu in het geheel geen strooming meer heeft, terwijl de afvoerbui- zen van dat sfads—gedeelte, benevens van het Peter-Paulshospitaal, er zich rijkelijk in ontlasten. De gezondheidscommissie heeft dezen mestpoel gezien, er een rapport over ingediend bij het gemeentebestuur, maar dit stoort er zich niet aan. Het werk wordt volgens overeenkomst afgemaakt, het kan nu niet geschorst wor den, de aannemer zou schadevergoeding eischen en daar heeft de stad geen geld voor. Een tweede kweekplaats voor de epi demie is het Klulikowo-veld, waar men tiet stedelijk vuilnis neerwerpt. De regen van de laatste dagen heeft aldaar een le gioen van bacillen opgewekt, die er welig tieren. Tevergeefs dringt de commissie ook op maatregelen aldaar aan. Zij stelt voor, het geheele veld met 15000 ton turf te bedekken maar het blijft bii voorstellen, zelfstandig kan zij niet han delen en het gemeentebestuur blijft in ge breke. Een der bladen geeft den voorzit ter der commissie den verstandigen raad, zijn post neer te leggen, wanneer hij on gesteld is. Tijdens de epidemie moet een gezond en krachtig man de leiding der ge- zondheids—commissie voeren. lot aan den avond van den 16en Juli zijn in het gebied van den Weichsel in Dmtschland 24 gevallen van cholera en sterfgevallen vastgesteld. Duidelijk blijkt ook thans opnieuw het drinkwater de voornaamste oorzaak van de verspreiding der cholera te zijn, daar nagenoeg alle aangetaste^ persouen schip- per., oo werkers of andere personen zijn. die op het water vertoeveD. Pb5! °Penbaar<le «cl» vooral te wlaÏT V™" 8 geVoüen' te Schidhtz waar 4, en Torn waar 8 gevallen voor kwamen en voorts te Fordan, Brahemüo- de, Gr. Wolz, Schilno, Pieckel, Dnrsekau en Bohnsack, waar de gevallen sporadisch waren. Ook in Gallicië en in de Boekowina breidt zich de cholera nit. In Gallicië kwa men van 3 tot 19 Juli 32 ziektegevallen met 9 sterfgevallen voor, en in het geheel sinds den aanvang der epidemie in April 199 gevallen met 102 sterfgevallen. Perziken zijn heerlijkste vruchten en aan tal van gevels vindt men dan ook perzikboomen. Jammer, dat deze van ziekten en ongedierte veel te lijden hebben. De oorzaak hiervan is hun vroeg, tijdige wasdom. De perzikboom toch be gint al te groeien of zich te ontwikkelen als hem nog twee maanden koud en onge stadig weer kan treffen en de grond dos nog kil is. Een groote last is de ziekte bekend onder den naam van «bet wit". Een afdoend middel er tegen is echter het poten van uien langs of om den boom. Het schijnt dat prei eveneens het kwaad voorkomt. De gebreken die men heeft, rijn dik wijls nog mear te vergeven, dan de mid delen, die men aanwendt om ze te verber gen. Ba Rochefancould Niemand kan verlangen, gelukkig te zijn goed te handelen en goed te leven, als hij' niet tegelijk wenscht goed te zijn, te handelen en te leven. Spinoza. Een waarheid verliezen, maakt wijzer dan een waarheid vinden. Niet in het bereiken, doch in het stre ven naar het doel, ligt het grootste genot. Velen die verwoed strijden naar het bezit voor geld. Weren te laat inzien hoe weinig waarde dit heeft. Men komt tot de ellende door zijne eige ne misdaden; tot de fortuin door die van andere. Ed. Pailxeron. Een denker is alleen hij, die niet alleen helder, doordringend, maar ook moedig denkt; die ernstig en nauwgezet genoeg is de resultaten van zijn oordeel te aanvaar den, ook als die hem menige dwaling ont- rooven die hem dierbaar en eerwaardig was geworden, en hem isoleeren van zijn om- geving en zijn tijdgenooten. Mevr. Qüarles. Met groote menschen gaat het dikwijls als met groote huizen; hoe hooger men komt, hoe lediger is het binnen. De waarheidsliefde is een bloem van 't paradijs en haar zaden hebben nooit wortel geschoten buiten de poorten. George Eliot. Begin met succes te hebben, en er zullen altijd domooren zijn, die aan uw talent ge- looven. Wanneer een kind aan de moeder een tiende teruggaf van de zorgeD, die zij koesterde voor het jeugdig wicht, zoo was zij bevoorrecht boveu allen. Een besluit te nemen in groote ziken is voor velen gemakkelijker, dan bij klei nigheden. Verwaarloos nooit de gelegenheidom een vriendelijk woord te zeggen. Een land man kon geen open plaats in zijn bosschea zien. Als hij wandelen ging, had hij altijd eenige eikels bij zich, die hij in den grond stak, waar er maar een phats voor was. „Eikels heeft men voor 'toprapen", zeide hij; „maar als ze tot beomen zijn gegroeid, verspreiden ze nut en zegen". Zoo kost een vriendelijk woord ook weinig. Maar het kan bemoediging en vertroosting geven. r7Tfinrmjv OTTJUMrur r> I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 11