y Nieuws-, 1 )t Irfiicktci Donderdag 2 Augutus 1894. 38ste Jaargang No. 2853. u. pit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ipVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. jnGEZONDEM STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL Bureau: SCIIAGEN, Laan, I) 4. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer Ec Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel, bevattende de raadsverslagen Anna- paulowna en Zijpe. Bekendmakingen. Vasthouden van Eenden. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. tegen op Zondag 29 Juli 1.1. te Oudkarspel, I COURAN Gemeente Sc hagen. Burgemeester en Wethouders van Scha" «b; Gezien art. 76 van de politieveror- Li'ng dier gemeente brengen bij deze ter slgemeene kennis dat vanaf heden tot en met 20 October a s. de een den binnen die gemeente opgesloten of gehokt motten worden. Nalatigheid is bij de politieverordening itrafbaar gesteld niet eene boete van ten taste ÏO gulden. Schagen, 27 Juli 1894. Roreemeester en Wethouders voornoemd, W. A. HAZEU, Weth. De Secretaris, DENIJS. Maandag is nabij 'tZAND een ongeluk gebeurd, wat zeer ernstige ge volgen had kunnen hebben. Een paard en rijtuig, gereden door Piel Strooier en toebehoorende aan Jan Louwe van de Stolpe, komt aangeredenjop een klei nen afstand van het naderende rijtuig springt eeD wielrijder op zijn wiel, en hoewel hem wordt toegeroepen af te stijgen, wordt hier aan geen gevolg gegeven; daardoor maakt het paard zich zoo beangst, dat het op hol geraakt; dientengevolge slaat het rij tuig om, en het dier holt met het lerroen Roman van August Niemann. 14 Oeertrnida snelde dadelijk naar de kleine herberg, waar zij gewoonlijk hare brieven bracht; tij behoefde evenwel niet den gehea- weg af te leggen, daar de man, die al tijd hare brieven in ontvangst nam, haar reeds halrorwege tegonkwam. Toen deze haar zag, groette hij haar zeer beleefd en wilde voor- hij gaan. Qeertruida hield hem evenwel staan de en gal hem den brief over, dien zij reeds kant en klaar in haar zak gestoken had. toen tij thuig kwam, zag zij dadelijk bij "•sr binnenkomen welk een toorn haar hei- ■Mjjk heengaan veroorzaakt had. Mrs. Black- Mne keek onheilspellend als de donkere j^ht en dreigend als een volkaan, die zijn ara nog binnenhoudt maar zich gereedmaakt 111 alles wat onder zijn bereik komt, te ver basten. Slechts het idee, het telegram naar psig verzonden te hebben en zoodoende einde aan dit lastig bezoek makende, perde eenigszins haar lust naar eon scène. j ^rtruida had ovenwei zoovele andere l 1 '®n. 'lat de toorn der oude dame haar cita Wein'8 belang inboezemde. Tegen Feli- ,Wïs Geertruida heel lief. zij was den en namiddag in haar gezelschap en Tilk i'aD 'i)d den weg die langs de ft. leP. °P* Eindelijk kwam de verbeidde. v jn in de nabijheid van het tuinhek het Iti in "V ontTangst en doorvloog de rege- Li i*?9? daarna zeer tevreden. •komi zeide zij tot hare nicht, daa 89 mij helpen, omdat mijn ge- liof Tan afhangt. Help mij dus, wees t®Btn ma- Wij moeten mrs. Bkckburne's ie laat weerstaan; maar het zal maal zgn." kalm 8Prak Felicitas schijn- leomMa., !8 za' on8 morgen trouwen. Mor- "®d8gaan> leida Felicit^6' 8aarHÖ ^aQ r0edaP" Wut*'deze korte antwoorden haar tiet zien k<.i a^> zo°d*t deze het de ee0C&e 8efoigen moeten er zijn. Gij zijt W'olf 0j PJf5Oon, en voor de anderen zal •g betrstf6 Vlkar'8 zorgen. Het kan wat ^natingij- 6 U 'tnec'lt> «en tuinmao, een «>en-.ch 81Jn wanneer het maar een w8. koau'^h'i ZelJe ^elic'tas. ,Op de perso- *8® slechja natuurlijk niet aan. een paar poppen of machi- achter zich 't Zand binnen, vliegt een steeg in, wordt gestuit door een hek en valt daarover heen in een tuin neder, wat na tunrlijk niet zonder ernstige verwondingen afliep. De personen die in het rijtuig ziten kwa men met enkele kwetsuren vrij. De heer C. Smit e n echt- genoote, weesvader en moeder te BARS1N- GERHORN, zijn als zoodanig benoemd aau het Burgerweeshuis te Naarden. Omtrent de meer-ver- melde waarzeggersfamilie te KOLHORN meldt men dat het gezin, hetwelk laatst met de ten geschenke gegeven tent geplaatst was bij de dorpsvuilnisbelt, nu weder van daar is vertrokken. Bedoeld gezin heeft nu weder in een huis onderkomen gevonden, de man verricht veld-arbsid, terwijl de vrouw de waarzeggelij aanhoudt als bron van buitengewone verdienste. Tot gemeentegeneesheer te WARM EN HUIZEN is benoemd, de heer dr. Grebe de Haanthans te 's Gra- venhage. Voor de vacante betrek- king van Onderwijzeres te LUTJEWIN KEL, op een jaarwedde van f 600, heb ben zich slechts twee sollicitanten aangemeld. Het feest van den gehouden, is in alle opzichten, begunstigd nog door het prachtigste zomerweer, uit stekend afgeloopen. Van uit de huizen en de openbare ge bouwen wapperde Neerland's driekleur en twee uur zal ik met hem zijn. Gij moet als getuige verschillende versieringen tan guirlandes en lampions waren hier en daar aange bracht, de drukke bedrijvigheid op straat en in de verschillende lokaliteiten, de groote menschenmassa in fees'gewaad, de talrijke vreemdelinge;! en vooral de zangkoren met hnnne banieren, dat al les gaf zondagmiddag aan de gemeente Oudkarspel het voorkomen van een groot feestterrein. Men had niet te vragen, waar in Ondkarspel het fees'tertein was, de ge- heele gemeente was het feestterrein. Volgens program had, toen de middag klok tijd gehad had hare twaalf slagen te doen weerklinken, in de kolfbaan van den heer G. Slotmaker Jz„ de ontvangst plaats van de deelnemende zanggezelso'aappen. Bij monde van den heer J. Vitde Voorz. van het Hoofdbestuur, werden de zustervere nigingen, die naar Oudkarspel waren opge togen om het tweede jaarfeest van den Bond te vieren, hartelijk welkom geheeten. Worden dergelijke feesten, wanneer zij in groote plaatsen gehouden worden, nau welijks door het publiek opgemerkt, het deed Spr. goed, er op te kunnen wjjzen, hoe heel de gemeeute zich vereenzelvigde met de eer, welke aan Oudkarspel's ge- mengdkoor Orpheus ten deel viel. Dat ook dit feest bevordelijk mocht zijn aan het doel algemeene beoefening van den zang, waardoor beschaving en veredeling van het hart der menschheid. Hierna werd door Oudkarspel's gemengd koor Orpheushet Welkomstlied, wairvau de woorden waren gedicht door den heer Zomer, den Zangers en Zange ressen toegezongen, tot dank waarvoor zij het daverend applaus der dicht opeenge pakte menigte verwierf. De heer C.Kroon,Mz.burgemeester vanOud- karspel, een man, hoog in jaren, doch nog jong van geest, sprak daarna de „Waarde Vrienden' toe en roemde er op, het groote voorrecht te bezitten, „r.iet in de wieg gesmoord te zijn" en nu op dezen blijden dag de gasten in Oudkar spel welkom te heet!n en hen namens het gemeente—bestuur den eerewijn te kun nen aanbieden. Nadat de eerewijn genoten was, bracht de heer P. Stadt als vice-voorziiter van den Bond, een woord van dank voor de welwillende verklaring van den geachten heer Burgemeester. Dank ook aan Orpheus voor de hartelijke woorden waarmede hij in zijn feestzang de Bondsleden had toege zongen; dank aan het Bestanr van Ond karspel, voor de waardige ontvangst, hen bereid. Den leden van den Bond riep de heer Stadt mede toe, op den ingeslagen weg voort te gaan, terwijl spr. van harte hoop- te, dat eJk het zijne er toe zou moge bij brengen, om dezen feestdag zoo aan ge na» m mogelijk te doen zijn. Des middags ten 2 are werden door de ver- schillende koren gemeenschappelijk uitge voerd a. Door de Mannenkoren Eendracht maakt macht' v. W. G. Nageli; „Verlan gen* v. G. A. Heinze en Hollands-Glo rie* v. R. Hol; dit laatste met begeleiding van het stafmuziekkorps ran de K. N. Marine te den Helder. Door de Gemengde Koren„Morgen lied" van J. B. Kolkman„Nederigheid» van Joh. J. H. Verhuist en „Wilhelmus* van A. falerius. De uitvoering dezer nummers voldeed goed en de eigenaardige raoeielijkheden, aan dergelijken samenzang verbonden, werden uitstekend overwonnen. Nadat te 3 uur de optocht der verschil de zaugvereenigingen had plaats gehad, ving te ruim Sl/2 uur iu de Kerk het Concert, door al de deelnemende vereeni- gingen te geven, aan. Uitgevoerd werden, door 1. Wormerveersche Koraalvereeniging te Wcrmerveer, Directie de heer Kater- a. Psalm VIII van R. Hol; b. Lentelied van G. Kreutzer. nes. Maar het is goed, dat Wolf zoo snel nw zin volgen wil, daar mrs. Blackburne oom getelegrafeerd heeft, en waarschijnlijk hebben wij hier nog slechts twee dagen te leven." W at overmorgen geschiedt, is mij precies hetzelfde." „Lieftallig egoïsmeDus wat er met de door u zoo innig geliefde nicht geschiedt, is je precies hetzelfde; dat laat je dus koud. Of zij, omdat zij u geholpen heeft, gehangen of verbrand zal worden, of wellicht levens lang verbannen wordt, blijft n gelijk. Een aangenaam oogenblik zal ik te doorleven hebben." „Gij zult er u wel weder uithelpen. Ove rigens, wat kwaad zal je geschieden Of is uw hoofd zoo zwak, dat het tegen geen straf predikatie meer kan? Ik dicht, gij hebt het mij tenminste eeDmaal zelf gezegd, dat gij altijd na eon strafpredikatie u zoo wel gevoeldet, zoodat gij er elke veertien dagen wel een zoudt willen hebben?" „Ja, wat de vrienden geschied, daarvan voe len de personen zelf niets „Lieve, beste Fe, wees goed! Overdenk wat gebeuren zal Ik zal onterfd worden, en gij bekomt al het geld." „Wanneer mrs. Blackburne mij den neus afbijt, helpt mij het geld ook niets. Maar mijnentwege, ik zal meegaan, dan kan er gebeuren wat wil.® Den volgenden dag was Felicitas opval lend vroolijk. Zij lachte en babbelde onder de lunob, dat mrs. Blackbnrne baar meermalen bestraffend aanzag en eindelijk ook haar toorn in woorden te kennen gaf. „Wij zullen heden gezamenlijk een wan deling gaan maken," sprak de onde dame. „Dat wil zeggen, ik zal de jonge damea vergezellen. Mr. Blackburne heeft nog werk te verrichten." De meisjes zagen elkander aan. Zij hadden afgesproken, dadelijk na de lunch op te breken. Maar tegenspraak zou gevaarlijk geweest zijn. Zeer prettig, mrs. Blackbarne," zeide Geertruida. „Ik hoop, dat wij een gedachte wandeling zullen maken, het is goddelijk VJQQT.* Ja zeide de oude dame, „en ik be denk 'dan somwijlen, dat de goddelijke lankmoedigheid wel wat overdreven is, want voor de lieden, die heden te Epsom om het gouden kalf dansen, was juist een goede stortregen noodig; dat zou een onbetaalbare §lMr"Blackburne lachte, zooals hij altijd deed, wanneer zijne gemalin dergelijke zoete uitdrukkingen bezigde. Tl* ral miine pantoffels voer scho_nen verwisselen en mijn hoed halen," sprak de dame, terwijl ajj opstond. „Dan kunnen wg tCÖu zij'rich verwijderde, greep Geer- traida de hand barer nicht en zeide: „bnoLj „Nu hangt het alleen van onze beenen af." De meisjes vlogen de trappen af en haal den hoed on parasol. Het was onmogelijk meer mede te nemen. In een gewoon kleed, zonder eeniga waarde bij zich, moest Geer truida dezen stap doen en zich overgeven aan den man, die zij lief had. „Wij wachten aan de tuindeur," riep Felicitas mr. Blackburne toe, die in de eetkamer een sigaar stond aan te steken. Toen sneldon de meisjes den tuin !d, de poort uit, die hen zoo op den weg bracht. Zij gingen snei voort, zoodat zelfs een geducht voetganger haar nauwelijks bad kunnen inhalen, laat staan van de oade dame, die, toen «ij eindelijk de tniodenr uitkwam, geen spoor van de beide meisjes meer kou vin den. Zg waren haar bgna een engelsche mijl vooruit. Rood van toorn, keerda zij terug en zeide tot baren echtgenoot: „Mr. Blackburne, wanneer gg een man waart, die zgn plicht kendet, hadt gij ze niet laten gaan. Zulke onbeschoftheden kunnen alleen gebeuren in een bnis, waar de vrouw niet door haar man gesteund en geholpen wordt." „Zij weet zeker niet, waar wg heen gaan," sprak Geertruida intnsschen tot haar nicht, „en wanneer wij werkelgk vervolgd worden, komen zg te laat. Wolf zal wel reeds wachten. Ik heb hem geschreven, dat hg om half twee bg den vicaris zgn moest; hg heeft het ook beloofd." Felicitas zag op haar horloge. „Het is eerst tien minuten over eenen," zeide zg. „Wg zgn voor half twee bg don vicaris. Het is een leake gebeurtenis. Znlk een ontvoering maakt nog wat opschudding." Daarbij danste zg eenige schreden voort en zond eenige luide juichtonen over bet veld. „Niet waar, en wanneer ik nu weder alleen bij de Blackburnes terug kom, wat voor oogen zullen die lui opzetten I Het is zoo koddig mogelijkEu wanneer oom dan komt een kostelijke grap 1 Ik zal maar zwijgen, ik zeg niets, ik heb meer ondervondea, dat bet het beste is, de ver stokte zondares tespslen, wanneer men iets slechts heeft gedaan. O, hoe vermakelgk zal het zgn 1 Ik haat dat stille leven." „Gg maakt mij waarachtig angstig," zeide Geertraida. „Wees niet zoo vroolijk; het is geen goed voorteekeo, wanneer men van te voren reeds jubelt." „Och, gij bggeloovige zottin riep Fe licitas. „Gg zgt reeds verlost! Uw geliefde wacht op u; het altaar is gereed, de bruid gekleed, de hemel staat voor n open Toen zij den weg tot bet huis van den vicaris bidden afgelegd, was er van Wolf nog niets te zien; maar de vicaris ontving haar beiden op zijo kamer ea begroette haar met koele hoffelijkheid. Hg had reeds de noodwendige papieren in orde georacht en zg lagen voor bem op tafel. „Gij zalt getuige zijn?" vroeg hij Fe licitas. „Ik zal de eer en het genoegen hebben." Hij zag haar vorsobend in het lachende gelaat, en zgn erustig gelaat werd nog don kerder. „De tweede getuige zal zeker uw ver loofde medebrengen zeide hg tot Geer truida. „Ik denk van ja." Vijf minuten fverliepen onder diep stil zwijgen. Ook Felicitas had na den blik van den vicaris geen last meer tot lachen en schertsen. Alle drie zaten zg in de door groen licht beschenen kamer in stille ver wachting, en het gelaat van den vicaris scheen met een henelsch waas overtogeu. Zij sprak van zgne overwinning over we- reldsche begeerten. EiDdelgk rolde buiten een wagen na- derby, hoefslagen werden hoorbaar, ea toen de meisjes naar bet venster snelden, zagen zg een licht tweepersoons wagentje met kleine zwarte paarden bespannen, die door Wolf zelf 'gereden werden. Geen dienaar was bg bem, slechts de meester zelf. Hg riep om iemand die zgn paarden vasthouden zou, en de vicaris zond een knechtje naar boitou, die bij bem als knecht en tuinman te gelijk dienst deed. Vervolgens kwam Wolf Scbrötter binnen begroette zgne toekomstige echtgenoote, baar nicht en den vicaris, keek de kamer rond en zeide„Dus hier zal bet voor ons de kerk en het st&dhnis tegelijk zgn?" In zgn gebaren en gelaat was iets ge dwongens, koels en straks, wat Geertruida zeer tegenviel. Zg bevond zich in zulk eeu weeke en verheven stemmiog dat baar juist ns een hartelgk tegemoetkomen goed ge daan zou hebben. Meer was op Wolfs gelaat de trots over eene overwinning te lezen. Geertroida's blik ontmoette dien van den vicaris, en toen zg daarin medelijden las, werd haar hart door een hevige smart ver vuld. Onwillekeurig vergeleek zg de beide mannen met elkander en zg schenen haar toe de twee belichaamde wezens der aard- sche en der hemelsche liefdel Maar Wolf bad znlk een sterken invloed op haar, dat zg op dit oogenblik den hemel voor de aarde zou hebben willen ruilen en bereid geweest zou zgn hare taligheid op te offeren om de zeker- I heid te bezitten, dat hg haar liefhad. Op Felioitas hadden de begroetingen eveneens een bgeonderen indruk geimakt. Hare trekken namen de uitdrukking van ge spannen verwachting aan. „Gg zijt alleen, mijnheer Schrötter vroeg zg. „Ik dacht, dat ik de eer zou hebben, met eeu uwer vrienden tegelijk als getuige te fuu^eeren." Zg lachte daarbg en dooi boorde hem met hare zwarte oogen. „Van mijn vrienden is op een dag als De inzet van Psalm VIII was valsch; blijkbaar was dit nummer voor de vereen, ▼eel te moeielijk. De zang was te gejaagd, de stemming over het algemeen onzuiver en „in de kolken plaste* het vervaar lijk. „Lentelied* werd beter gezongeD, iets mat in teekening. 2. AvenhorKs Mannenkoor te Aveuhorn, Directeur, de heer Klerk. a. Lentezang v. J. B. Kolkmanb. Wiegelied der verlatene van O. Wolf. De wijze waarop deze ver- eeniging zich van haar taak kweet, was over het algemeen vrij goed, en pleit voor de Diiectie. De uitspraak der woorden was wat sterk, de voordracht was onregelmatig bij het eerste|nummer. In „Wiegelied" was de voordracht iets rustigerhet slot even wel mislukte. 8. Purmerender Mannenkoor te Pur- merend. Directeur, de heer Provely a. Droomend, van Louis Sterk b. Heiwei v. J. Heim No. 1 werd goed gezongen, no 2 zelfs zeer goed toch had het klankgehalte van dit koor iets gedrukts, iets zenuwachtigs. De directie schijnt ons toe aan zeer goede handen toevertrouwd te zijn. Wat betreft het 3de conplet van Heimweh. dacht bet ons dasz der Stürz des Staubbaches' meer geleek op den Stürz eineB Gebirge.» Heusch, dat kraakte en stootte al te wild, het was te rnw. 4. Euphonia (gemengd koor) te Schager- brug, Directie de heer P. Stadt. a. Aan de maan v. Kolkmanb. Tenebrae fac- tae sunt (k capella) v. P. Da. Palestrina. Dit uitstekend saamgesteld en uit zeer degelijke krachten bestaande koor, heelt de overwinning behaald op al de vereenigingen. Mannenkoren en Gemengde Koren kannen feitelijk wel niet met elkaar vergeleken wor den,tenminste wat aangaat klank—effect.Maar ook ten opzichte van de„kunst van zingen" „voordracht, „directie,» is Euphonia allen verre vooruit. Elk lid had zijn stsm in zijn macht. Geen verkeerd accent, geen heden, zoo iets niet te verlangen," antwoord de Wolf. „Zij zgn allen op de renplaats. Zelfs geen rgknecht of jockey heb ik thun; behouden. Allen zgn daarbuiten. Een enke le kerel is bg mg thuis, maar die kon ik niet medenemen, o ndat hij een slag van. een paard tegen den arm heeft ge had." Dan is dit geen goed gekozen tronw- dag." „Het kon zeer zeker beter geweest zgn," zeide bg. „Ik heb twee dravers eersten rang- op de baan. Maar het geluk dat mg hier beschoren is, is zoo groo', dat alle andero zaken er voor achterblgven moeien. Mijn heer de vicaris, ik ben gereed. Wilt gg wel licht nog voor een getuige zorg dra-i gen „Ik zal met mijne huishoudster spre ken." Toen de vicaris naar beneden gegaan wal wondde Geertraida zich met fonkelende oogen tot Wolf. „Het doet mg leed, dat ik n in nw sport-genoegen gestoord heb," zeide zij. „Wanneer bet u echter aangenamer is, zoo verschuiven wij de trouwdag, en gg kunt heden nog naar Epom gaan." „O, nnjne lieve Geertraida, welk een ge dachte 1" riep hg lachend. „Neen, dat zijl bijzaken. Zekerlijk, bad ik het liever gezien, wanneer de rendagen voorbg geweest wa ren. Ik heb daar een donkerbruine mer rie, die ik zeer gaarne juist heden had wil len zien loopen. Maar men moet niet on bescheiden zgn. De onde oom is zeker we der in het gezicht." „Dat nog niet," zeide Felicitas, „maar mm. Blackbarne heeft hem geseind; Geertraida zou dan niet meer veilig bezorgd geweest zgn." „Vanaf heden zal zg een goed thnis hebben," sprak Wolf. „Ik breng mgn Geertruida naar mgn thuis, een half uur van hier, en dan, wanneer mgne koningin beveelt, breken wg op en reizen daarheen, waar heen zij bevelen zal te gaan." Da vicaris keerde terug, en met hem kwam zgue huishoudster. Vervolgens weid met de ceremonie een aanvang genomen. Geertruida legde haar bevend handje in Wolfs krachtigen hand en bet jawoord werd gesprokeo. Bleek en strak als eeD uit mar mer gehouwen heilige vervulde de vicaris zijn pliobt; bleek maar met fonkelende oo gen en trillende leden zag Felioitas toe. De plechtigheid was afgeloopen, en Wolf bood zijn jonge vrouw den arm, om haar naar den wagen te geleiden. Felicitas ver gezelde bet paar, lachte, schertste en was zoo vroolijk als een kind. De vicaris giui- niet mede naar buiton, hg bleef alleen n« een treurige blik op Geertruida geworpen te hebben, die hem nog eenmaal innig do de hand tot afscheid gedrukt bad. WORDT VERVOLGD,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1