Gemengd Nieuws. Qe slechtste Gemeente. Eene geschiedenis uit de zending in ARKANSAS. Burgerlijken Stand. Ciiem. Zïjpe. -ctpr Tak blootstelle aan de verdenking overreden, om hun boozen wfg te verlaten. AAnrtr lrriieroliaf rlia Kini< F Ir mi koon begin eener krijgslist, die hier ©i; T3rk zou staan met een soort van kwa Ik trouw." pe bewoners van Flint Point, een berg- r«trict in Arkansas, waren een goddeloos lkie en stoorden zich niet aan den bij- Li en de predikers, ja, het behandelde igatsten zelfs op zeer onwaardige wijze. jiet het oog op de enkele blanken, die 0nder de zwarten bevonden, besloot geestelijke deze post niet als verloren te geven en hoopte, dat het hem door rolharding zon mogen gelukken om de l^rgbewoners op bet goede pad terug te brengen. De eene prediker na den andere werd Bjar Flint Point gezondeD, maar zij keer den telkens met ontmoedigende berichten terng. De jonge Adam Boyle, een man van jensachtigen lichaamsbouw die het niet jon schelen als het er toe kwam om er cet de vuist op te slaan, verklaarde, dat hij bet wilde ondernemen om de lieden tot re- je te brengen. ^lk wil onder hen gaan en hen bekee- ©D,' zeide hij. >Ja, om er heen te gaan is niets," antwoordde een oud heer, die Flint Point YHtëger met vliegende rokspanden had moe ten verlaten. „Zij zullen u gaarne zien ko men, want ze zijn hegeerig naar predika ten, De moeielijkheden [ontstaan slechts nit hun gebrek aan sympathie.* „Ik onderneem het in elk geval,' vol hardde de jonge Boyle, terwijl hij zijn hemdsmouwen opstroopte en een tevreden blik op zijn gespierde armen sloeg. „Ik geloof, dat ge u allen te bang hebt la ten maken en in plaats van hen te leeren jat ge geen vrees kendet, uw gebrek aan moed verried." Prediker Boyle begaf zich naar Flint Point en zond boden uit om aan te kon digen, dat hij den volgenden Zondag in het bedehui» zou prediken. De oude Gabe Lane, Tom Prout en de vier gardners- jongens hadden geen onderhoud gehad sedert de laatste prediker hen verlaten had. Toen de Zondag kwam was de kerk o- vervol. De oude Gabe Lane, die op den voorsten stoel plaats genomen had, zag er met zijne witte haren en zijn langen baard zoo patriarchaal uit, dat men hem voor den president van den kerkeraad had kannen houden. Tom Pront zat, met de kin op een Hic- koryknuppel gesteund, dien hij tusschen de knieëa hield, dadelijk achter den ouden Gabe. De andere „révivalisten* zooals zij zich noemden, zaten achter deze twee en wachten in zichtbare spanning op het be gin van den preek. Toen de jonge man zulke eerwaardig uitziende heeren op de voorste banken zag, dacht hij niet anders, dan dat reeds zijne verschijning alleen krachtig gewerkt had. Met vasten stap en vol moed trad hij ach ter de ruw getimmerde tafel, die als kan sel diende en zag met groote zelfvoldoe ning naar de gemeente. Eerst begon hij eene hymne te zingen, die met zooveel geestdrift werd meegezongen, als hij niet had durven verwachten. Hierop volgde een gebed. Tom Prout hief zijn kin van den wnppel op en knikte den ouden Gabe t°e, die met een knippen van zijn wateri gs oogen antwoordde. ,Miju goede lieden,* begon de joDge geestelijke, „in mijne omgeving ging het getocht, dat gij allen op weg naar den duvel waart. »Dat ig een politieke leugen,* riep de oude Gabe." i?6- ^00t den duivel is bedacht voor 'etkiezingsdoeleiuden," vulde Tom Prout Ua zonder de kin van zijn stok te heffen, aarop was de prediker niet voorbereid, «öeste menschen, gij verstaat mij niet,* £ag bij voort „ik zeide niet, dat ik het geloofde «Het is een politieke leugen, >e door den dnivel is bedacht.' tin J°D^e Prediker wischte zich het zweet et voorhoofd, wierp zijn toehoorders ilk °n's.^den blik toe en begon weder Lts Tan ^ezj gemeente verder te aQ dat zij mij de gelegenheid ge in i 8Preken. De slechte roep waar- 01 8>J staat »Het is een politieke leugen, 'e door den duivel is bedacht.' liet wüi beleediging laat ik mij td ./c'cev»llen. Gij grijze, oude zondaar Wj - n.& Ootang met den knuppel, gij Met H Dlt* oyer^'uden-' m«n eZ8 woorden liep de moedige jon- Dat ,afel heen naar hen toe, «acht ^u'st waaroP de kerels ge- 'ieyen hem aZiLliepen op .hem toe' je deur ln hoogte en wierpen hem lidWaa opgestaan en zich overtuigd - 041 er heelhuids Ik ga heen.' Men wilde hem tegenhouden, maar de man bleef bjj zijn besluit. Zijn verscijnen in het district werd met jubel begroet. De oude Gabe, Tom Prout en de Gardner- jongens gaven hem de verzekering, dat hij eeu groot aantal toehoorders zou hebben en Gabe voegde er bij, terwijl hij met den blik van een kenner de rokspanden mat: „U zult een voornaam gezelschap om u zien, kapitein. Ge behoeft niets anders te doen dan ze flink toe te brnllen, dan zal men u interessant vinden.' „Ik zal ze toebrnllen," antwoordde de gele kleine, „en ik twijfel er ook niet aan of men zal veel belang in mij stellen." >Ja, ge moet maar flink eu niet houte rig wezen, kaptein,* ouderwees Tom Prout, „liefelijkheden* gebleven, maar neen, dat was nog niet genoegheel lang duurde »»8 ..cr neeinuids van afgekomen »st' ,je 5 ülj ^et hazenpad en het laatste iijne in >^emeente Tan hem zag, waren ^«dat Aderende rokspanden. **tie bij zj 6 200 smadelijk op devlucht gedre in dezJüe SuPerieuren teruggekomen was 0Etmoedigd> en van oordeel >h'een >0,I1'.0Pgegeven moest worden. 8^1 èe 'ZL C*n ^lein manDetj* me* '■"Siaisj^L een 8lu^ vaD een kan de menschen misschien „de lui zieo het hier graag, als iemaud flink roerig is. Doet hij het niet, dan hondt men hem voor lui en traag.' „Ik zal er naar trachten, om u van mijn ernst en vlijt te overtuigen,' antwoordde de kleine man. Den volgenden zondag was het bede huis opgepropt vol. De onde Gabe, Tom Prout en de overige révivalisten namen hnnDe gewone zitplaatsen in. De predi ker stond op en begon eene hymne te zingen, die met vurig enthousiasme mee gezongen werd. Ook het gebed werd voor treffelijk opgenomen. Toen greep de predikant in zijn beide rokzakken, haalde twee revolvers te voor schijn, knchte en sprak Dit is hier de slechtste gemeente op geheel den aard bodem." De oude Gabe keek verrast op en Tom Prout hief het hoofd met een zenuwachti- gen ruk van zijn Hickorryknuppel op, maar geen van beiden kon van verbazing een woord spreken. »Ik herhaal," ging de kleine man voor, „dat dit de alechtste gemeente van heel den aardbodem is en wil er ook dadelijk bijvoegen, dat ik mij met geen strijd over deze bewering iulaat.... hierbij hief hij zij ne revolvers op. „Gij oude, wiens haren door een roeke- loozen levenswandel vóór den tijd vergrijs den, wat denkt gij van deze mijne bewe ring? Antwoordt op ondubbelzinnige wij ze." „Predikant," antwoordde Gabe, onrus tig op zijn stoel heen en weêr schuivende, „ik ben waarlijk op geen argument voorbe reid.' „Antwoordt me!' en hij maakte weder eene fatale beweging met een der revol vers. „Nu, ik denk er bijna eveneens als u over." „Dat voldoet mij niet. Is het zoo, zoo als ik gezegd heb, of is het zoo niet „Nu, prediker, als ik de zaak goed be zie, dan geloof ik zelf dat deze de slechtste gemeente op heel den aardbodem is.' Zoo is het, goed. Nu gij, oude knaap.. tot Tom Prout gewend... over de zaak „Ik versta mij niet op „Ik vraag u niet naar r van „hoe denkt gij debatteeren." uwe bekwaam heid omte argumenteeren. Ik heb mijne be wering duidelijk genoeg opgesteld. Wat meent gij er van Toe, spreek op. „Zoo ongeveer hetzelfde als Gabe.' Ik wil het duidelijker," en de haan den revolver werd overgehaald. „Nu, als gij het dan bepaald weten moet, ik denk ook, dat het hier de slechtste gemeente van geheel den aarbodem is.' „Goed zoo en nu wil ik nog zeggen, dat als gij n niet rustig gedraagt en niet goed oppast dat ge dan zoudt mogen wenschen, dat de wolf u uit de wieg ge haald had." Na dvze verklaring, die aan duidelijk heid niets te wenschen overliet, begon hij te prediken. Hij vertelde humoristische geschiedenis sen en bracht de oude kerels aan het lachen, toen roerde hij hen, door aangrij pende en aandoenlijke vertellingen tot tranen toe. Hij won hen met woorden van liefde en schilderde hen het geluk van een vroom leven af, zoodat zij er allen naar begonnen te verlangaD. Aan het slot van zijn rede drukten de révivalisten hem de hand en beloofden plechtig zich te verbeteren. Men stond het verzoek der gemeente van Flint Point toe, dat de kleine gele man als haar zielverzorger bleef en nu is deze gemeente niet meer de slechtste, maar de beste in Arkansas. De oude Gabe is nu werkelijk president van den kerkeraad en Tom Prout leidt de bidstonden op eiken vrijdagavond. Het is niet gemakkelijk om zendeling te zijn. Een huiselijk tooneeltje. De klok stoDd stil op half vijf. Zij werden wakker, keken op de klok, vonden half vijf nog wel erg vroeg, keerden zich nog eens om en dommelden weer in. Een uurtje later werden zij weer wakker, weer keken zij op de klok enmet een vloek, dat het na nog half vijf was en een scheldwoord aan het, adres van vrouw lief die weer zoo stom was geweest, om de 'klok niet op te winden, waardoor hij te laat op zijn werk zou komen", sprong de mau het .bed uit. De vrouw, beleedigd door den toon waarop de man haar had toegesproken, beweerde wel degelijk te hebben opgewon den en schold terug. Beiden begonnen zich te fcleeden, maar iniusschen vonden zij neg tijd genoeg el kaar eens flink uit te veteren en allerlei liefe lijkheden naar bet hoofd te slingeren. J Was het nu maar bg het shngereu met het niet, of zij begonnen elkaar ook stoe len eDz. naar het hoofd te slingeren. Daar konden beiden minder goed tegen; spoedig zaten zij vol builen en schrammen, en voortdurend werd zij nijdiger en vinniger, hij woedender en woester. Dwars door de ruiten heen wierp hij ten slotte een stoel op straat, wat dooi de voorbijgangers nu niet bepaald zoo heel pleizerig werd gevonden. Toch bleven zij staan, om te zien wat er nu verder zon gebeuren en daar vloog een bord nit het raam en viel rinkelend en tikkend op de straat in gruis. Nog een bord, kopjes, schoteltjes, houten; beeldjes, steenen pop petjes en ten slotte ook „die beroerde klok', die eigenlijk van alles de schuld was. Dat vonden de baren na toch wel wat al te erg. Dat je nou eris voor een keer ruzie hebt; nau, als je d'er pleizier in hebt, dan moet je dat maar weten; maar zóó, dat de geheele gracht vol meu belstukken en huisraad komt te liggen, neen, dat ging toch niet. Eenige hunner gingen dan ook naar bin nen en scheidden de Dog voortdurend vechtenden van elkaar. Toen buren het zoover hadden gebracht bekekeQ zij de beiden tegenstanders eens nauwkeurig en kwamen na veel besprekin gen tot het besluit, dat ze maar naar een apotheker moesten worden gebracht, om te worden verbonden. „Ik zdu je wat! As hij noar'n apeteker goal, dan doei ik 't niet," protesteerde de vron», waarop ook aan dat bezwaar werd tegemoet gekomen door ieder naar een an deren apotheek te geleiden. Na eenigen tijd kwamen zij terug; hij hot hoofd in doeken en de handen vol pleister, zij een hand ir. doeken en pleister op den wang. Elkaar aankijken deden zij niet; bieden klaagden hun nood aan de omstanders. De laatsten wisten de echtelieden langza merhand weer tol bedaren te brengen, en het slot van het zaakje was, dat de man besloot dien dag maar niet naar zijn werk te gaan. Gearmd zij met de bij elkaar geraap te stukkeu in haar boezelaar gingen man en vrouw de trap hunner woning op, om te onderzoeken of er misschien nog een koffiepot te vinden was, die zonder doo- delijke wonden uit den slag was gekomen moedor de vrouw moest dan maar een lekker kommetje koffie zetten. De kleine liep. Ook in onze vijvers leeft een kleine soort van poliepen, die men in het te genwoordige jaargetijde kan waarnemen. De kleine zoetwaterpoliep is een zeer merk waardig diertjehet is vooral daar te vin den, waar veel waterlinzen, zoogenaamd „eendenkroos" drijft. De diertjes worden 1/2 tot 1 centimeter lang, zoodat men ze in een groote „vochtige kamer* onder het microscoop goed waarnemen kan. Men kan ze het best verkrijgen door eene menigte waterlinzen in een groot, met rivierwater gevuld glas te doen, en dit een of twee dagen te laten staan. Na verloop van dien tijd zal men waarnemen, dat er zoowel op den bodem als aan den wand van het glas kleine, penseelvormige lichaampjes aanwezig zijn. Dat zijn de ge zochte arm-poliepen of hydra's. Men doet ze voorzichtig in een voldoend ruim schaal tje, om het onderzoek te bewerkstelligen. In infusiorenhoudend water zullen de klei ne gevangenen al spoedig een verbazende vraatzucht ontwikkelen. „Slaat men ze ten tijdlang gade", schrijft een Duitsch natuuronderzoeker, Dr. O. Zacharias, „dan bemerkt men, dat zij langzamerhand hunne vangdraden tot eene schier ongelooflijke lengte uitstrekken, en dat de uiteinden daarvan als het ware tot fijne haartjes verdunnen. In deze grooter, rijden sneller en ontsporen meer Te Weenen heerscht de dan in eenig ander land onze stoomboo- laatste dagen een buitengewone hitte, ten dragen zwaardere lasten, zijn langer Woensdag wees de thermometer 91 gr. en breeder, haar ketels barsten lichter, in de schaduwer woei een heete sirocco werpen de passagiers hooger in de lucht en er kwamen verscheiden gevallen van en haar kapiteins vloeken beter dan ergens zonnesteek met doodelijken afloop voor, bij werklieden en het trampersoneel. Een Franich klokkenma ker te Getiève heeft een klok vervaardigd, die de uren roept in plaats van ze te slaan. Door middel van een phonograaf hoort men„Het is zes uur„Het is halttien enz. anders. Onze mannen zijn grooter, breeder gebauwd en krachtiger, kunnen met elkan- beter vechten, meer foezel drinken, der zoetwate r-p o- meer slechten tabak kauwen, meer en ver der spuwen dan de mannen in andere lan- deD. Onze dames zijn rijker, schooner, kleedtn zich fijner, geven meeT geld uit, breken meer harten en voeren ongetwij feld meer duivelarijen nit dan andereEva's in Europa, Onze kinderen schreeuwen harder, groeien sneller en worden verscheidene jaren eerder meerderjarig dan in andere lan den. En wat onze werkstakingen betreftde ze zijn veel uitgebreider en ingrijpender en veelvuldiger dan in andere landen. Zij kosten véél meer geld, en worden door veel grootere gekken dan overal elders op het getouw gezet, en de gevolgen ervan zijn voor de werklieden van veel ingrij pender aard en vooral veel nadeeliger dan in andere landen. Iets van Buffalo Bilt. Generaal Lew Wallace, de beroemde schrijver van Ben Hurvertelt eene ver makelijke geschiedenis, waarvan de held Kolonel William F. Cody was, dien de wereld beter kent onder den naam van Buffalo Bill. Cody, Wallace, Blunt en nog twee hee ren, die niet bij het gezelschap behoorden zaten in de rookkamer van den sneltrein van Washington naar Chicago. De stem ming,die er heerschte, was dank zij den rijkelijk genoten wijn, voortreffelijk en de drie heeren zongen en lachten zooveel zij konden. Plotseling viel Cody's blik op een der heeren en zeide hij „De drom mel, zie eens, die slaapt daar; ik won wel eens weteD, hoe iemand kan slapen, als er zoo'n lawaai wordt gemaakt.' „Dat is heel eenvoudig', hernam de andere heer, „deze heer is gehypnoti seerd." „Onzin,* lachte Coddy, „ik mocht hem wel eens zien, die mij wilde hypnotisee- ren „Als 't u belieft!" zeide de vreemde, „ik ben bereid, u in vijf minuten te doen inslapen, als u dat eene weddenschap van 500 dollaar waard is.» „Top!" riep Cody. De 1000 dollars lagen terstond op tafel en vijf minuten daarna viel kolonel Cody in diepen slaap. Nu werden met hem de zonderlingste din gen gedaan, die ik niet alle kan opnoe men, zegt Wallacegenoeg is het, mede te deelen dat de kolonel zelfs water dronk en dat wil veel zeggen voor allen, die den kolonel kennen. Eindelijk gaf de hypno tiseur den kolonel een stofpluim in de hand en voor dezen maakte de kolenel eene liefdesverklaring. Hij zonk er voor op de knieën, drukte het ding aau het hart en kaste het ten slotte hartstochtelijk. Op dit oogenblik werd Cody wakker hij bleef een oogenblik staan, met een dom gezicht, en wierp toen woedend de stofpluim weg, terwijl wij van lachen ons den buik vasthielden. Cody, die spoedig de zaak van de luimige zijde opnam, be stelde voor ons een diner, opdat wij zou den zwijgen over dit voorval, dat zijn pres tige zou bederveu bij het regiment. Verslag der vergadering van den Raad, der gemeente Wleringerwaard, ge houden op Woensdag 1 Augustus, des 's morgens lO'/j ure. Afwezig de heer V. Bakker met ken nisgeving. Na opening der vergadering worden de notulen gelezen en goedgekeurd. Vervol gens werd aangeboden de gemeentereke- kening bedragende in ontvangst f 12160. 581/*, in uitgaaf f 11307,79 '/2, dus sluitende met een batig saldo van f 852.79, en de rekening van het armbe stuur in ontvangst f2850. in uitgaaf f2854.70 dus sluitende met een nadee- lig saldo van f 4.70. Tot leden der commissie van onderzoek werden benoemd, de heeren J. L. T. Groneman en D. Kooij Jz. Op de voordracht voor zetters werden na eenige stemmingen geplaatst de heeren A. K. Kaan en K. A. Schenk I. Kaan en J, D. Schenk. Hierna ging de raad in comité ter be handeling suppl. kohier Hoofd. Omslag. Na heropening werd in behandeling genomen een schrijven van de Am bachtschool te Alkmaar, met het ver zoek om financieelen steun. Het Dag. Bestuur adviseerde de sub sidie niet toe te staan, daar de afstand te ver was om er van uit Wieringer- waard van te kunnen profiteeren. De heer J. L. 1. Groneman verkrijgt nu het woord en betoogt, dat het zijns inziens niet aangaat, een adres omtrent een dergelijke inrichting dadelijk te wij zen van de hand. De heer Groneman is er voor, eerst een bezoek aan deze de trechtervormi- mondopening ge- zeer houding blijven zij geduldig wachten tot dat een groot infusiedier of een kleine wa- tervloo in hnnne onmiddellijke nabijheid verdwaalt. Een buitengewoon fija tastge voel doet hen reeds van verre de kleine golfjes bespeuren, die het drijvende buit- rtiertje in het omringende water teweeg brengt, en op een gegeven oogenblik slui ten mei groote snelheid alle acht voelar men zich boveu het slachtoffer samen, waarna het terstond in ge zich verwijdende transporteerd wordt. Laat men de poliep hongerlijden, dan wordt zij merkoaar kleiner. Ook zijn vang- draden verkorten zich en worden ten slot te geheel opgeteerd. Langzamerhand neemt het hongerlijdende dier den vorm van een klein groen of bruin bolletje aan, en is op zekeren dag spoorloos in het omringen- gende water verdwenen. Dit is een der merkwaardigste voorbeel den van zelfverteering, hetgeen tegelij kertijd een vingerwijzing is om dej diertjes als men ze onderzoeken wil geen honger te laten lijden. Echte Ameii kaaasche bluf. Onlangs spraken wij een Amerikaan, en de wijze, waarop hij zijn vaderland ophe melde, was merkwaardig genoeg om ze hier weder te geven Ja zeide hij Amerika is een glo rierijk land. Het heeft grootere en lange re rivieren en zij zijn modderiger? dieper en stroomen sneller, rijzen hooger, maken meer geruisch en richten meer schade en onheil aan dan eenige andere rivieren. Het heeft meer meren en die zijn grooter en dieper, klaarder en natter dan de meren van andere landen. Onze spoorwegen zijn Boom en-dag. In Frankrijk beproeft men iets na te volgen, wat uien in Amerika reeds jarenlang doe», nl. het vieren van een boomeu-dag." Arborday heet in Amerika een dag, gewijd aan de hoornen. Op dien dag, een erkenden feest dag en vooral, om het feest hoe langer hoe meer in de volksgewoonte te doea door dringen, een vacantiedag voer de kinderen, worden in Nebraska, Colorado, Rhode-Is- land en Idaho boomen geplant. Die hoo rnen worden dan geplant ter nagedachtenis van beroemde mannen, nuttige burgers en weldoeners van het vaderland; er worden speeches gehouden, cantates gezongen en muziekuitvoeringen gegeven; er worden prij zen, medailles, getuigschriften en soms zelfs geld uitgedeeld aan hen, die zich door hel planten van veel boomen of op andere wijze verdienstelijk hebben gemaakt jegens de Vereeniging, die dit schoone plan nn 22 jaar geleden in Nebraska op tonw heeft gezet. Wat men het volk en vooral de jeugd op deze wijze leert, is het planten van boo men, en eerbied voor boomen. En nuttiger werk kan men al moeielijker doen. In 22 jaar heeft de vereeniging weten te verkrij gen, dat in vier staten, waar de boonren, door het onoordeelkundig hakken bijna verdwenen waren, of waar weinig boomgroei geweest is, 45G millioen vracht- en andere boomen zijn geplant. Een groote belangrijke aanwinst, zoo wel direct in het hout, dat die boomen op kannen leveren en de vrachten die zij afwerpen, als voor het klimaat en de gezondheid der beplante streken. In Frankrijk heeft men het ook zoo ingezien en een „Société des Amis des Arbres" gesticht. Deze vereeniging wil de wanbegrippen over de boomen uitroeien en het aanplanten bevorderen. Ieder lid be taalt een kleine contributie en neemt de verplichting op zich, ieder jaar minstens éen boom te planten. Sommige menschen betalen geen contributie, wanneer zij zich verbinden 'sjaars vijf boomen te planten of te doen planten. En de vereeniging, die drie jaar bestaat^ heeft in dien tijd tus schen de 4 en 5000 boomen geplant. school te brengen, te zien hoe daar ge werkt wordt; daar men, zooals ook in het adres vermeldt staat, genegen is al le inlichtingen te verstrekken. Spr. had een afschrift gelezen van het adres dat aan de hooge regeering was toegezonden met aanvrage om hooger subsidie, en waarlijk, dat was de moeite waard om te lezen. En Spr. gelooft,dat die aanvrage meer kans tot slagen zal hebben, zoo de belanghebben den zei ven, en wij zijn als 't ware belang hebbenden, ondersteuning willen ver- leenen. Spr. oordeelt het beter, deze zaak danig te onderzoeken, of het noodig zal zijn, dat de leerlingen de gansche week daar aanwezig zijn moeten, of men extern of intern aan die inrichting zijn moet of kan, kortom, alles goed en de gelijk te onderzoeken, wellicht dat dan het prae-advies van B. en "W. anders zal luiden dan nu. De heer Jb. Zijp Hz zegt, dat B. W. ook in dien geest gesproken hebben, zij achtten de zaak belangrijk genoeg; daarom was ook besloten, het verslag, dat met het adres ingekomen was, bij de leden van den raad rond te zenden. Spr. vond er niets tegen, die inrichting te gaan zien, daardoor kan het advies van B. en W. een volgende vergadering wel anders lui den. De heer J. L. 1. Groneman vindt de gelegenheid te schoon, om de plattelands timmerlieden, smids, enz., in de toekomst een betere opleiding te kunnen versohaf fen. Hoe ongelukkig was het niet vroe ger, zegt Spr., met het hoefbeslag, de meeste paarden werden verknoeid daar in is nu veel verbetering gekomen. De heer Zijp doet de opmerking of deze zaak geen spoed vereischt. De heer 3. L. 1. Groneman vindt het beter, dat er een maand met onderzoek verstrijkt, dan dat zoo voetstoots een afwijzende beschikking genomen wordt. In dezen geest wordt nu met algemee- ne stemmen besloten. Is nu aan de orde het opmaken der kaarten van wegen en dijken der ge meente. YanGed. Staten was schrijven ont vangen, dat zij genegen waren de helft der kosten te vergoeden, zoo van elke kaart een dubbel werd gemaakt. Wordt nu besloten, het maken van dub bele kaarten op te dragen aan den heer A. Visser teWieringerwaard voor f 220. die zich reeds bereid verklaard had, voor die som dit werk naar eisch te willen uitvoeren. Nu volgde de algemeene rondvraag, waarbij de heer Jb. Zijp Hz. de aandacht vestigt op het vasthouden der eenden. Voorzitter beloofde daarvoor zorg te zullen dragen. Niets meer tei behandeling zijnde, werd de vergadering gesloten. Ingeschreven van 20 27 Juli 1894. Geboren Jannetje, d. v. Jan Wit en Neeltje Vries. Gerrit, z. v. Jan Veeter en Elisabeth Catharina Zuidscherwoude. Ondertrouwd, Getrouwd en Overleden: Geene.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 3