Gemengd Nieuws.
Qe slechtste Gemeente.
Eene geschiedenis uit de zending
in ARKANSAS.
Burgerlijken Stand.
Ciiem. Zïjpe.
-ctpr Tak blootstelle aan de verdenking overreden, om hun boozen wfg te verlaten.
AAnrtr lrriieroliaf rlia Kini< F Ir mi koon
begin eener krijgslist, die hier
©i;
T3rk zou staan met een soort van kwa
Ik trouw."
pe bewoners van Flint Point, een berg-
r«trict in Arkansas, waren een goddeloos
lkie en stoorden zich niet aan den bij-
Li en de predikers, ja, het behandelde
igatsten zelfs op zeer onwaardige wijze.
jiet het oog op de enkele blanken, die
0nder de zwarten bevonden, besloot
geestelijke deze post niet als verloren
te geven en hoopte, dat het hem door
rolharding zon mogen gelukken om de
l^rgbewoners op bet goede pad terug te
brengen.
De eene prediker na den andere werd
Bjar Flint Point gezondeD, maar zij keer
den telkens met ontmoedigende berichten
terng.
De jonge Adam Boyle, een man van
jensachtigen lichaamsbouw die het niet
jon schelen als het er toe kwam om er
cet de vuist op te slaan, verklaarde, dat hij
bet wilde ondernemen om de lieden tot re-
je te brengen.
^lk wil onder hen gaan en hen bekee-
©D,' zeide hij.
>Ja, om er heen te gaan is niets,"
antwoordde een oud heer, die Flint Point
YHtëger met vliegende rokspanden had moe
ten verlaten. „Zij zullen u gaarne zien ko
men, want ze zijn hegeerig naar predika
ten, De moeielijkheden [ontstaan slechts
nit hun gebrek aan sympathie.*
„Ik onderneem het in elk geval,' vol
hardde de jonge Boyle, terwijl hij zijn
hemdsmouwen opstroopte en een tevreden
blik op zijn gespierde armen sloeg. „Ik
geloof, dat ge u allen te bang hebt la
ten maken en in plaats van hen te leeren
jat ge geen vrees kendet, uw gebrek aan
moed verried."
Prediker Boyle begaf zich naar Flint
Point en zond boden uit om aan te kon
digen, dat hij den volgenden Zondag in
het bedehui» zou prediken. De oude Gabe
Lane, Tom Prout en de vier gardners-
jongens hadden geen onderhoud gehad
sedert de laatste prediker hen verlaten
had.
Toen de Zondag kwam was de kerk o-
vervol. De oude Gabe Lane, die op den
voorsten stoel plaats genomen had, zag
er met zijne witte haren en zijn langen
baard zoo patriarchaal uit, dat men hem
voor den president van den kerkeraad had
kannen houden.
Tom Pront zat, met de kin op een Hic-
koryknuppel gesteund, dien hij tusschen de
knieëa hield, dadelijk achter den ouden
Gabe. De andere „révivalisten* zooals zij
zich noemden, zaten achter deze twee en
wachten in zichtbare spanning op het be
gin van den preek.
Toen de jonge man zulke eerwaardig
uitziende heeren op de voorste banken zag,
dacht hij niet anders, dan dat reeds zijne
verschijning alleen krachtig gewerkt had.
Met vasten stap en vol moed trad hij ach
ter de ruw getimmerde tafel, die als kan
sel diende en zag met groote zelfvoldoe
ning naar de gemeente. Eerst begon hij
eene hymne te zingen, die met zooveel
geestdrift werd meegezongen, als hij niet
had durven verwachten. Hierop volgde een
gebed. Tom Prout hief zijn kin van den
wnppel op en knikte den ouden Gabe
t°e, die met een knippen van zijn wateri
gs oogen antwoordde.
,Miju goede lieden,* begon de joDge
geestelijke, „in mijne omgeving ging het
getocht, dat gij allen op weg naar den
duvel waart.
»Dat ig een politieke leugen,* riep de
oude Gabe."
i?6- ^00t den duivel is bedacht voor
'etkiezingsdoeleiuden," vulde Tom Prout
Ua zonder de kin van zijn stok te heffen,
aarop was de prediker niet voorbereid,
«öeste menschen, gij verstaat mij niet,*
£ag bij voort „ik zeide niet, dat ik het
geloofde
«Het is een politieke leugen,
>e door den dnivel is bedacht.'
tin J°D^e Prediker wischte zich het zweet
et voorhoofd, wierp zijn toehoorders
ilk °n's.^den blik toe en begon weder
Lts Tan ^ezj gemeente verder
te aQ dat zij mij de gelegenheid ge
in i 8Preken. De slechte roep waar-
01 8>J staat
»Het is een politieke leugen,
'e door den duivel is bedacht.'
liet wüi beleediging laat ik mij
td ./c'cev»llen. Gij grijze, oude zondaar
Wj - n.& Ootang met den knuppel, gij
Met H Dlt* oyer^'uden-'
m«n eZ8 woorden liep de moedige jon-
Dat ,afel heen naar hen toe,
«acht ^u'st waaroP de kerels ge-
'ieyen hem aZiLliepen op .hem toe'
je deur ln hoogte en wierpen hem
lidWaa opgestaan en zich overtuigd
- 041 er heelhuids
Ik ga heen.'
Men wilde hem tegenhouden, maar de
man bleef bjj zijn besluit.
Zijn verscijnen in het district werd met
jubel begroet.
De oude Gabe, Tom Prout en de Gardner-
jongens gaven hem de verzekering, dat hij
eeu groot aantal toehoorders zou hebben en
Gabe voegde er bij, terwijl hij met den blik
van een kenner de rokspanden mat: „U
zult een voornaam gezelschap om u zien,
kapitein. Ge behoeft niets anders te doen
dan ze flink toe te brnllen, dan zal men u
interessant vinden.'
„Ik zal ze toebrnllen," antwoordde de
gele kleine, „en ik twijfel er ook niet aan
of men zal veel belang in mij stellen."
>Ja, ge moet maar flink eu niet houte
rig wezen, kaptein,* ouderwees Tom Prout,
„liefelijkheden* gebleven, maar neen, dat
was nog niet genoegheel lang duurde
»»8 ..cr neeinuids van afgekomen
»st' ,je 5 ülj ^et hazenpad en het laatste
iijne in >^emeente Tan hem zag, waren
^«dat Aderende rokspanden.
**tie bij zj 6 200 smadelijk op devlucht gedre
in dezJüe SuPerieuren teruggekomen was
0Etmoedigd> en van oordeel
>h'een >0,I1'.0Pgegeven moest worden.
8^1 èe 'ZL C*n ^lein manDetj* me*
'■"Siaisj^L een 8lu^ vaD een
kan de menschen misschien
„de lui zieo het hier graag, als iemaud
flink roerig is. Doet hij het niet, dan
hondt men hem voor lui en traag.'
„Ik zal er naar trachten, om u van mijn
ernst en vlijt te overtuigen,' antwoordde
de kleine man.
Den volgenden zondag was het bede
huis opgepropt vol. De onde Gabe, Tom
Prout en de overige révivalisten namen
hnnDe gewone zitplaatsen in. De predi
ker stond op en begon eene hymne te
zingen, die met vurig enthousiasme mee
gezongen werd. Ook het gebed werd voor
treffelijk opgenomen.
Toen greep de predikant in zijn beide
rokzakken, haalde twee revolvers te voor
schijn, knchte en sprak Dit is hier de
slechtste gemeente op geheel den aard
bodem."
De oude Gabe keek verrast op en Tom
Prout hief het hoofd met een zenuwachti-
gen ruk van zijn Hickorryknuppel op,
maar geen van beiden kon van verbazing
een woord spreken.
»Ik herhaal," ging de kleine man voor,
„dat dit de alechtste gemeente van heel
den aardbodem is en wil er ook dadelijk
bijvoegen, dat ik mij met geen strijd over
deze bewering iulaat.... hierbij hief hij zij
ne revolvers op.
„Gij oude, wiens haren door een roeke-
loozen levenswandel vóór den tijd vergrijs
den, wat denkt gij van deze mijne bewe
ring? Antwoordt op ondubbelzinnige wij
ze."
„Predikant," antwoordde Gabe, onrus
tig op zijn stoel heen en weêr schuivende,
„ik ben waarlijk op geen argument voorbe
reid.'
„Antwoordt me!' en hij maakte weder
eene fatale beweging met een der revol
vers.
„Nu, ik denk er bijna eveneens als u
over."
„Dat voldoet mij niet. Is het zoo, zoo
als ik gezegd heb, of is het zoo niet
„Nu, prediker, als ik de zaak goed be
zie, dan geloof ik zelf dat deze de slechtste
gemeente op heel den aardbodem is.'
Zoo is het, goed. Nu gij, oude knaap..
tot Tom Prout gewend...
over de zaak
„Ik versta mij niet op
„Ik vraag u niet naar
r
van
„hoe denkt gij
debatteeren."
uwe bekwaam
heid omte argumenteeren. Ik heb mijne be
wering duidelijk genoeg opgesteld. Wat
meent gij er van Toe, spreek op.
„Zoo ongeveer hetzelfde als Gabe.'
Ik wil het duidelijker," en de haan
den revolver werd overgehaald.
„Nu, als gij het dan bepaald weten
moet, ik denk ook, dat het hier de slechtste
gemeente van geheel den aarbodem is.'
„Goed zoo en nu wil ik nog zeggen,
dat als gij n niet rustig gedraagt en niet
goed oppast dat ge dan zoudt mogen
wenschen, dat de wolf u uit de wieg ge
haald had."
Na dvze verklaring, die aan duidelijk
heid niets te wenschen overliet, begon hij
te prediken.
Hij vertelde humoristische geschiedenis
sen en bracht de oude kerels aan het
lachen, toen roerde hij hen, door aangrij
pende en aandoenlijke vertellingen tot
tranen toe. Hij won hen met woorden van
liefde en schilderde hen het geluk van een
vroom leven af, zoodat zij er allen naar
begonnen te verlangaD.
Aan het slot van zijn rede drukten de
révivalisten hem de hand en beloofden
plechtig zich te verbeteren.
Men stond het verzoek der gemeente
van Flint Point toe, dat de kleine gele
man als haar zielverzorger bleef en nu is
deze gemeente niet meer de slechtste, maar
de beste in Arkansas.
De oude Gabe is nu werkelijk president
van den kerkeraad en Tom Prout leidt de
bidstonden op eiken vrijdagavond.
Het is niet gemakkelijk om zendeling
te zijn.
Een huiselijk tooneeltje.
De klok stoDd stil op half vijf. Zij
werden wakker, keken op de klok, vonden
half vijf nog wel erg vroeg, keerden zich
nog eens om en dommelden weer in. Een
uurtje later werden zij weer wakker, weer
keken zij op de klok enmet een
vloek, dat het na nog half vijf was en
een scheldwoord aan het, adres van vrouw
lief die weer zoo stom was geweest, om
de 'klok niet op te winden, waardoor hij
te laat op zijn werk zou komen", sprong
de mau het .bed uit.
De vrouw, beleedigd door den toon
waarop de man haar had toegesproken,
beweerde wel degelijk te hebben opgewon
den en schold terug.
Beiden begonnen zich te fcleeden, maar
iniusschen vonden zij neg tijd genoeg el
kaar eens flink uit te veteren en allerlei liefe
lijkheden naar bet hoofd te slingeren.
J Was het nu maar bg het shngereu met
het niet, of zij begonnen elkaar ook stoe
len eDz. naar het hoofd te slingeren. Daar
konden beiden minder goed tegen; spoedig
zaten zij vol builen en schrammen, en
voortdurend werd zij nijdiger en vinniger,
hij woedender en woester.
Dwars door de ruiten heen wierp hij
ten slotte een stoel op straat, wat dooi
de voorbijgangers nu niet bepaald zoo heel
pleizerig werd gevonden. Toch bleven zij
staan, om te zien wat er nu verder zon
gebeuren en daar vloog een bord nit
het raam en viel rinkelend en tikkend op
de straat in gruis. Nog een bord, kopjes,
schoteltjes, houten; beeldjes, steenen pop
petjes en ten slotte ook „die beroerde
klok', die eigenlijk van alles de schuld
was.
Dat vonden de baren na toch wel wat
al te erg. Dat je nou eris voor een keer
ruzie hebt; nau, als je d'er pleizier in
hebt, dan moet je dat maar weten; maar
zóó, dat de geheele gracht vol meu
belstukken en huisraad komt te liggen,
neen, dat ging toch niet.
Eenige hunner gingen dan ook naar bin
nen en scheidden de Dog voortdurend
vechtenden van elkaar.
Toen buren het zoover hadden gebracht
bekekeQ zij de beiden tegenstanders eens
nauwkeurig en kwamen na veel besprekin
gen tot het besluit, dat ze maar naar een
apotheker moesten worden gebracht, om te
worden verbonden.
„Ik zdu je wat! As hij noar'n apeteker
goal, dan doei ik 't niet," protesteerde de
vron», waarop ook aan dat bezwaar werd
tegemoet gekomen door ieder naar een an
deren apotheek te geleiden.
Na eenigen tijd kwamen zij terug; hij hot
hoofd in doeken en de handen vol pleister,
zij een hand ir. doeken en pleister op den
wang.
Elkaar aankijken deden zij niet; bieden
klaagden hun nood aan de omstanders.
De laatsten wisten de echtelieden langza
merhand weer tol bedaren te brengen, en
het slot van het zaakje was, dat de man
besloot dien dag maar niet naar zijn werk
te gaan.
Gearmd zij met de bij elkaar geraap
te stukkeu in haar boezelaar gingen man
en vrouw de trap hunner woning op, om
te onderzoeken of er misschien nog een
koffiepot te vinden was, die zonder doo-
delijke wonden uit den slag was gekomen
moedor de vrouw moest dan maar een
lekker kommetje koffie zetten.
De kleine
liep.
Ook in onze vijvers leeft een kleine
soort van poliepen, die men in het te
genwoordige jaargetijde kan waarnemen.
De kleine zoetwaterpoliep is een zeer merk
waardig diertjehet is vooral daar te vin
den, waar veel waterlinzen, zoogenaamd
„eendenkroos" drijft. De diertjes worden
1/2 tot 1 centimeter lang, zoodat men ze
in een groote „vochtige kamer* onder het
microscoop goed waarnemen kan.
Men kan ze het best verkrijgen door
eene menigte waterlinzen in een groot,
met rivierwater gevuld glas te doen, en
dit een of twee dagen te laten staan. Na
verloop van dien tijd zal men waarnemen,
dat er zoowel op den bodem als aan den
wand van het glas kleine, penseelvormige
lichaampjes aanwezig zijn. Dat zijn de ge
zochte arm-poliepen of hydra's. Men doet
ze voorzichtig in een voldoend ruim schaal
tje, om het onderzoek te bewerkstelligen.
In infusiorenhoudend water zullen de klei
ne gevangenen al spoedig een verbazende
vraatzucht ontwikkelen.
„Slaat men ze ten tijdlang gade", schrijft
een Duitsch natuuronderzoeker, Dr. O.
Zacharias, „dan bemerkt men, dat zij
langzamerhand hunne vangdraden tot eene
schier ongelooflijke lengte uitstrekken, en
dat de uiteinden daarvan als het ware tot
fijne haartjes verdunnen. In deze
grooter, rijden sneller en ontsporen meer Te Weenen heerscht de
dan in eenig ander land onze stoomboo- laatste dagen een buitengewone hitte,
ten dragen zwaardere lasten, zijn langer Woensdag wees de thermometer 91 gr.
en breeder, haar ketels barsten lichter, in de schaduwer woei een heete sirocco
werpen de passagiers hooger in de lucht en er kwamen verscheiden gevallen van
en haar kapiteins vloeken beter dan ergens zonnesteek met doodelijken afloop voor, bij
werklieden en het trampersoneel.
Een Franich klokkenma
ker te Getiève heeft een klok vervaardigd,
die de uren roept in plaats van ze te
slaan. Door middel van een phonograaf
hoort men„Het is zes uur„Het is
halttien enz.
anders. Onze mannen zijn grooter, breeder
gebauwd en krachtiger, kunnen met elkan-
beter vechten, meer foezel drinken,
der
zoetwate r-p o-
meer slechten tabak kauwen, meer en ver
der spuwen dan de mannen in andere lan-
deD. Onze dames zijn rijker, schooner,
kleedtn zich fijner, geven meeT geld uit,
breken meer harten en voeren ongetwij
feld meer duivelarijen nit dan andereEva's in
Europa, Onze kinderen schreeuwen harder,
groeien sneller en worden verscheidene
jaren eerder meerderjarig dan in andere lan
den.
En wat onze werkstakingen betreftde
ze zijn veel uitgebreider en ingrijpender
en veelvuldiger dan in andere landen. Zij
kosten véél meer geld, en worden door
veel grootere gekken dan overal elders op
het getouw gezet, en de gevolgen ervan
zijn voor de werklieden van veel ingrij
pender aard en vooral veel nadeeliger dan
in andere landen.
Iets van Buffalo Bilt.
Generaal Lew Wallace, de beroemde
schrijver van Ben Hurvertelt eene ver
makelijke geschiedenis, waarvan de held
Kolonel William F. Cody was, dien de
wereld beter kent onder den naam van
Buffalo Bill.
Cody, Wallace, Blunt en nog twee hee
ren, die niet bij het gezelschap behoorden
zaten in de rookkamer van den sneltrein
van Washington naar Chicago. De stem
ming,die er heerschte, was dank zij den
rijkelijk genoten wijn, voortreffelijk en de
drie heeren zongen en lachten zooveel zij
konden. Plotseling viel Cody's blik op
een der heeren en zeide hij „De drom
mel, zie eens, die slaapt daar; ik won
wel eens weteD, hoe iemand kan slapen,
als er zoo'n lawaai wordt gemaakt.'
„Dat is heel eenvoudig', hernam de
andere heer, „deze heer is gehypnoti
seerd."
„Onzin,* lachte Coddy, „ik mocht hem
wel eens zien, die mij wilde hypnotisee-
ren
„Als 't u belieft!" zeide de vreemde,
„ik ben bereid, u in vijf minuten te doen
inslapen, als u dat eene weddenschap van
500 dollaar waard is.»
„Top!" riep Cody. De 1000 dollars
lagen terstond op tafel en vijf minuten
daarna viel kolonel Cody in diepen slaap.
Nu werden met hem de zonderlingste din
gen gedaan, die ik niet alle kan opnoe
men, zegt Wallacegenoeg is het, mede
te deelen dat de kolonel zelfs water dronk
en dat wil veel zeggen voor allen, die den
kolonel kennen. Eindelijk gaf de hypno
tiseur den kolonel een stofpluim in de
hand en voor dezen maakte de kolenel
eene liefdesverklaring.
Hij zonk er voor op de knieën, drukte
het ding aau het hart en kaste het ten
slotte hartstochtelijk.
Op dit oogenblik werd Cody wakker
hij bleef een oogenblik staan, met een
dom gezicht, en wierp toen woedend de
stofpluim weg, terwijl wij van lachen ons
den buik vasthielden. Cody, die spoedig
de zaak van de luimige zijde opnam, be
stelde voor ons een diner, opdat wij zou
den zwijgen over dit voorval, dat zijn pres
tige zou bederveu bij het regiment.
Verslag der vergadering
van den Raad, der gemeente
Wleringerwaard, ge
houden op Woensdag
1 Augustus, des
's morgens
lO'/j ure.
Afwezig de heer V. Bakker met ken
nisgeving.
Na opening der vergadering worden de
notulen gelezen en goedgekeurd. Vervol
gens werd aangeboden de gemeentereke-
kening bedragende in ontvangst
f 12160. 581/*, in uitgaaf f 11307,79 '/2,
dus sluitende met een batig saldo van
f 852.79, en de rekening van het armbe
stuur in ontvangst f2850. in uitgaaf
f2854.70 dus sluitende met een nadee-
lig saldo van f 4.70.
Tot leden der commissie van onderzoek
werden benoemd, de heeren J. L. T.
Groneman en D. Kooij Jz.
Op de voordracht voor zetters werden
na eenige stemmingen geplaatst de heeren
A. K. Kaan en K. A. Schenk
I. Kaan en J, D. Schenk.
Hierna ging de raad in comité ter be
handeling suppl. kohier Hoofd. Omslag.
Na heropening werd in behandeling
genomen een schrijven van de Am
bachtschool te Alkmaar, met het ver
zoek om financieelen steun.
Het Dag. Bestuur adviseerde de sub
sidie niet toe te staan, daar de afstand
te ver was om er van uit Wieringer-
waard van te kunnen profiteeren.
De heer J. L. 1. Groneman verkrijgt
nu het woord en betoogt, dat het zijns
inziens niet aangaat, een adres omtrent
een dergelijke inrichting dadelijk te wij
zen van de hand. De heer Groneman
is
er voor, eerst een bezoek aan deze
de trechtervormi-
mondopening ge-
zeer
houding blijven zij geduldig wachten tot
dat een groot infusiedier of een kleine wa-
tervloo in hnnne onmiddellijke nabijheid
verdwaalt. Een buitengewoon fija tastge
voel doet hen reeds van verre de kleine
golfjes bespeuren, die het drijvende buit-
rtiertje in het omringende water teweeg
brengt, en op een gegeven oogenblik slui
ten mei groote snelheid alle acht voelar
men zich boveu het slachtoffer samen,
waarna het terstond in
ge zich verwijdende
transporteerd wordt.
Laat men de poliep hongerlijden, dan
wordt zij merkoaar kleiner. Ook zijn vang-
draden verkorten zich en worden ten slot
te geheel opgeteerd. Langzamerhand neemt
het hongerlijdende dier den vorm van een
klein groen of bruin bolletje aan, en is
op zekeren dag spoorloos in het omringen-
gende water verdwenen.
Dit is een der merkwaardigste voorbeel
den van zelfverteering, hetgeen tegelij
kertijd een vingerwijzing is om dej diertjes
als men ze onderzoeken wil geen honger
te laten lijden.
Echte Ameii kaaasche
bluf.
Onlangs spraken wij een Amerikaan, en
de wijze, waarop hij zijn vaderland ophe
melde, was merkwaardig genoeg om ze hier
weder te geven
Ja zeide hij Amerika is een glo
rierijk land. Het heeft grootere en lange
re rivieren en zij zijn modderiger? dieper
en stroomen sneller, rijzen hooger, maken
meer geruisch en richten meer schade en
onheil aan dan eenige andere rivieren. Het
heeft meer meren en die zijn grooter en
dieper, klaarder en natter dan de meren
van andere landen. Onze spoorwegen zijn
Boom en-dag. In Frankrijk
beproeft men iets na te volgen, wat uien
in Amerika reeds jarenlang doe», nl. het
vieren van een boomeu-dag." Arborday
heet in Amerika een dag, gewijd aan de
hoornen. Op dien dag, een erkenden feest
dag en vooral, om het feest hoe langer hoe
meer in de volksgewoonte te doea door
dringen, een vacantiedag voer de kinderen,
worden in Nebraska, Colorado, Rhode-Is-
land en Idaho boomen geplant. Die hoo
rnen worden dan geplant ter nagedachtenis
van beroemde mannen, nuttige burgers en
weldoeners van het vaderland; er worden
speeches gehouden, cantates gezongen en
muziekuitvoeringen gegeven; er worden prij
zen, medailles, getuigschriften en soms zelfs
geld uitgedeeld aan hen, die zich door hel
planten van veel boomen of op andere wijze
verdienstelijk hebben gemaakt jegens de
Vereeniging, die dit schoone plan nn 22
jaar geleden in Nebraska op tonw heeft
gezet.
Wat men het volk en vooral de jeugd
op deze wijze leert, is het planten van boo
men, en eerbied voor boomen. En nuttiger
werk kan men al moeielijker doen. In 22
jaar heeft de vereeniging weten te verkrij
gen, dat in vier staten, waar de boonren,
door het onoordeelkundig hakken bijna
verdwenen waren, of waar weinig boomgroei
geweest is, 45G millioen vracht- en andere
boomen zijn geplant.
Een groote belangrijke aanwinst, zoo
wel direct in het hout, dat die boomen
op kannen leveren en de vrachten die
zij afwerpen, als voor het klimaat en de
gezondheid der beplante streken.
In Frankrijk heeft men het ook zoo
ingezien en een „Société des Amis des
Arbres" gesticht. Deze vereeniging wil de
wanbegrippen over de boomen uitroeien en
het aanplanten bevorderen. Ieder lid be
taalt een kleine contributie en neemt de
verplichting op zich, ieder jaar minstens
éen boom te planten. Sommige menschen
betalen geen contributie, wanneer zij zich
verbinden 'sjaars vijf boomen te planten
of te doen planten. En de vereeniging,
die drie jaar bestaat^ heeft in dien tijd tus
schen de 4 en 5000 boomen geplant.
school te brengen, te zien hoe daar ge
werkt wordt; daar men, zooals ook in
het adres vermeldt staat, genegen is al
le inlichtingen te verstrekken. Spr. had
een afschrift gelezen van het adres dat aan
de hooge regeering was toegezonden met
aanvrage om hooger subsidie, en waarlijk,
dat was de moeite waard om te lezen. En
Spr. gelooft,dat die aanvrage meer kans tot
slagen zal hebben, zoo de belanghebben
den zei ven, en wij zijn als 't ware belang
hebbenden, ondersteuning willen ver-
leenen. Spr. oordeelt het beter, deze zaak
danig te onderzoeken, of het noodig zal
zijn, dat de leerlingen de gansche week
daar aanwezig zijn moeten, of men
extern of intern aan die inrichting zijn
moet of kan, kortom, alles goed en de
gelijk te onderzoeken, wellicht dat dan
het prae-advies van B. en "W. anders
zal luiden dan nu.
De heer Jb. Zijp Hz zegt, dat B. W.
ook in dien geest gesproken hebben, zij
achtten de zaak belangrijk genoeg; daarom
was ook besloten, het verslag, dat met
het adres ingekomen was, bij de leden
van den raad rond te zenden. Spr. vond
er niets tegen, die inrichting te gaan zien,
daardoor kan het advies van B. en W.
een volgende vergadering wel anders lui
den.
De heer J. L. 1. Groneman vindt de
gelegenheid te schoon, om de plattelands
timmerlieden, smids, enz., in de toekomst
een betere opleiding te kunnen versohaf
fen. Hoe ongelukkig was het niet vroe
ger, zegt Spr., met het hoefbeslag, de
meeste paarden werden verknoeid daar
in is nu veel verbetering gekomen.
De heer Zijp doet de opmerking of
deze zaak geen spoed vereischt.
De heer 3. L. 1. Groneman vindt het
beter, dat er een maand met onderzoek
verstrijkt, dan dat zoo voetstoots een
afwijzende beschikking genomen wordt.
In dezen geest wordt nu met algemee-
ne stemmen besloten.
Is nu aan de orde het opmaken der
kaarten van wegen en dijken der ge
meente. YanGed. Staten was schrijven ont
vangen, dat zij genegen waren de helft der
kosten te vergoeden, zoo van elke kaart
een dubbel werd gemaakt.
Wordt nu besloten, het maken van dub
bele kaarten op te dragen aan den heer
A. Visser teWieringerwaard voor f 220.
die zich reeds bereid verklaard had,
voor die som dit werk naar eisch te
willen uitvoeren.
Nu volgde de algemeene rondvraag,
waarbij de heer Jb. Zijp Hz. de aandacht
vestigt op het vasthouden der eenden.
Voorzitter beloofde daarvoor zorg te
zullen dragen.
Niets meer tei behandeling zijnde,
werd de vergadering gesloten.
Ingeschreven van 20 27 Juli 1894.
Geboren Jannetje, d. v. Jan Wit en
Neeltje Vries. Gerrit, z. v. Jan Veeter en
Elisabeth Catharina Zuidscherwoude.
Ondertrouwd, Getrouwd en Overleden:
Geene.