Zondag 5 Augustus 1894.
38ste Jaargang ÏTo. 2354
Bij voegsel.
GEMENGD NIEUWS.
De laatste Assaut.
Het is nagenoeg tien jaar geleden, dat
in de hoofdstad van Galitië een scherm
meester woonde, Danieli genaamd Lombar-
diër van geboorte, had hij vóór dien tijd
in het keizerlijke leger gediend. Het
duurde niet lang ol hij was bij alle jon
gelieden, die zich in de kunst van scher
men bekwaamden, zeer gezien, te meer
daar de schermkunst tot den „bon ton*
behoorde en de lesseD, die Zaterdags te
zijnen huize plaats hadden, de meest
bevredigende resultaten opleverden.
Eens vervoegde zich ook de graaf Von
Podstacki ten huize van den schermmee
ster om tot de lessen te worden toege
laten hij was officier bij de cavalerie ge
weest, daarna had hij den dienst verlaten
en, na tal van reizen en avonturen, zocht
hij thans geen ander genoegen, dan dat
hetwelk het huis van zijn oom hem kon
aanbieden.
Het bleek al heel spoedig, dat de graaf
veel had afgeleerd. Hij besloot dus alleen
les te nemen, met Danieli, gedurende den
tijd van eenige weken. Zoo had het onder
wijs reeds esnige dagen plaats gehad, toen
op een zaterdag op den r.ssaut een fleuret
brak, en Danieli onder het rechteroog
werd gewond. Hij was eenigen tijd niet
in staat, zijn lessen waar te nemen. Toen
de graaf twee dagen later terugkwam, zag
hij zich geplaatst tegenover Angela, de
dochter van Danieli. Voor de eerste maal
haar ziende, was hij ten hoogste verrast
en letterlijk verblind. Het meisje, onge
veer twintig jaar oud, was inderdaad een
wonder der natuur, van zeldzame schoon
heid. Haar naam Angela scheen een fijne
ironie. De duivel in eigen pesoon moest
haar peet zijn geweest. Zij had de lenige
en slanke taille van een panter. Haar han
den en voeten, buitengewoon klein, waren
van aristocratische fijnheid en model. Haar
profiel en haar hooge distinctie herinner
den aan de fiere patriciennes van het oude
Bome. Haar blauwe oogen hadden weinig
van een hemelsche uitdrukkingdan he
rinnerde hun blik aan een droomend meer
van onpeilbare diepte, dan aan een vlijmend
scherpe stalen lemmet. Haar prachtige
haartooi, Milaneesch blond, een erfenis van
Germaansche barbaren uit den tijd der groote
volksverhuizing golfde in weelderige lokken
over haar sneeuwwitten hals.
Angela droeg bruine rijglaarsjes en was
gekleed in zwart satijnen japon. Haar boe
zem werd omsloten door een brillanten
maliënkolder, waarvan de buigbaarheid el
ke beweging, elke golving der bewonde
renswaardige taille van de jonge vrouw,
op de meest voordeelige wijze deed uitko
men. Haar blanke armen waren eener go
din waardig. De rechterhand stak in een
handschoen met omslagen en was gewapend
iuet een fleuret. Een kleine helm dekte
haar hoofd, en, koel beleefd stelde zij den
jongen graaf voor, zich met haar te meten,
in de plaats van haar vader.»De graaf nam
dit aanbod volgaarne aan, en weldra kruis
ten zich de beide wapenen. Reeds bij den
eersten stoot werd Von Podstacki getroffen.
Hij glimlachte, moeielijk zijn verlegenheid
verbergend; Angela bleef koel en onverschil
lig. Na twee of drie keeren een stoot te
hebben afgeweerd, raakte zij den graaf voor
de tweede maal. En, toen hij, alsmedege-
sleept, ondanks zichzelven, haar opnieuw,
dach nu met meer hevigheid aanviel, pa
reerde zij kalm den slag, maar wierp zich
toen op hem met de woede eener amazone
in het gevecht. Zij noodzaakte hem ach
teruit te loopen, tot aan den muur, eu
raakte hem voor de derde maaldan sa
lueerde zij haar tegenstander, de fleuret
oinlifg houdend. De graal was dubbel over
wonnen. De opgewondenhi id en opgetogen
heid verbijsterden zijn zinnen. Nooit had
hij zulk een vrouw ontmoet. Zij die den
«eg van zijn veelbewogen leven met rozen
hadden bestrooid, schenen hem thans zon
der eenige bekoring, naast deze stoutmoe
dige, bijna duivelsche jonkvrouw, met haar
gelaat van marmer en haar stalen zenuwen.
De graaf maakte Angela eenige compli
menten zij nam ze met haar gewone koel
heid in ontvangst. Opnieuw zouden zij zich
met elkander meten. Het was Von Pod
stacki onmogelijk haar een enkele maal
te treffen hij werd volkomen overwonnen.
Bij de tweede les was de graaf in 't ge
heel zich zeiven niet meer meesterhij had
zooveel van zijn macht over zich zei ven,
van zijn zelfbewustzijn verloren, dat Angela
hem reeds terstond ontwapende.
Op deze wijze zullen wij nooit verder
komen, zeide zij, met den ernst van een
strengen leermeester. Gij zijt niet genoeg
gevorderd om met goed gevolg aan het
assaut deel te nemen. We moeten nog eens
met de eerste beginselen aanvangen I
Ge bedriegt u, juffrouw, hernam de
graaf levendig, het is niet het gebrek aan
vlugheid en oefening, dat mijn nederlaag
veroorzaakt, maar uw verblindende schoon
heid.
Mijnheer
Het is uw oog, ging Von Podstacki
onvervaard voort, dat mij betoovert, dat mij
ontwapent, dat mij tot slaaf maakt, dat mij
gek doet worden!
Zeg nog een woord, mijnheer de
graaf, en ik verlaat de zaal.
En waarom mompelde Von Podstac
ki, terwijl hij zich van de hand van het
meisje meester maakte. Kunnen de liefde en
de aanbidding beleedigen P Houdt ge mij
voor een eerlooze, uw vertrouwen onwaar
dig?
Neen, antwoordde Angela, haar
blik strak op het edele gelaat van d:n graaf,
vol uitdrukking, vestigend, maar ik ge
loof
Wat gelooft ge dau, Angela
Dat ook ik zou eindigen met u te
beminnen. En dan, wee u, zoo ge met mij
speeldet IWeet dat ik geen meisje ben, dat
zich te vreden stelt met een gedeelte van
uw hart.
Angela, riep de graaf uit, ge maakt
mij tot de gelukkigste aller stervelingen
van het oogenblik af, dat gij er in toe
stemt, zal ik u behooren, u alleen
Den volgenden dag smeekte Von Pod-
siaeki ha r om een onderhoud zij stemde
er in toe. Des avonds ontmoetten de bei
de minnenden elkander op den straatweg
van Lemberg, Gehuld in een mantel en
zorgvuldig gesluierd, kon Angela onmoge
lijk herkend worden. Zij bestegen den Sand-
berg en daar, hoog boven het aardsch ge
woel, onder het groeu verscholen, zwoeren
zij elkander trouw. De schermlessen werden
voortgezet, en de wijze, waarop de schooue
en gestrenge meesteres haren leerling be
handelde, was voor den graaf een nieuwe
bekoring. Toen Danieli zijn lessen hervatte,
bleef Von Podstacki Angela getrouw; zij
waren tijdens de lessen steeds alleen, en
als de schermmeester soms de zaal binnen
kwam, was dit niet uit wantrouwen, maar
alleen wijl hij er wezen moest.
Op een avond ontmoette de graaf er j
een jongen, bleeken man met zwarten
baard en zwarte haren een Hongaar,
die hem vijandige blikken toewierp.
Angela verbleekte, waar zij behield haar
koelbloedigheid zooals altijd. Zij stelde de
beide mannen aan elkander voor
De heer De Logarfry Graal Von
Podstacki
Daarna maakte zij zich gereed om met
deze te gaan schermen; eensklaps kwam
De Lsgarfej tnsschenbeiden, terwijl hij
uitriep
Mijnheer de graaf, veroorloof mij
eenige woorden Ik bemin mejuffrouw en
ik hoop dat ge haar niet door valsche
beloften zult misleiden.
Mijnheer De Lagarfi-y riep de
graaf uit op dreigenden toon.
Ik ken u, graaf Von Podstacki, zei-
de de Hongaar, en ik zal u Angela niet
afstaan zonder haar u te betwisten. Ziehier
twee fleuretten, kies. Een onzer moet wij
ken.
Ik geloof niet, dat het noodig is
de wapens te doen beslissen, hernam Von
Podstackihet is mejuffrouw, die in deze
nitpraak tusschen ons heeft te doen, en onze
plicht is, het zoo wel de uwe als de mijne,
ons aan haar beslissing te onderwerpen.
Verdedig u 1 riep De Lagarfejr uit,
terwijl hij den graaf een der fleuretten
voor de Voeten wierp.
En terstond wierp hij zich op Von
Podstacki, toen Angela zich tusschen hen
in wierp en den Hongaar het wapen ont
rukte. Een blik van haar was voldoende
hem te temmen. Hij viel op de kuiten voor
Angelaen drukte den zoom van haar japon aan
zijn lippen, en snelde naar buiten als een
waanzinnige. Den volgenden morgen vond
men hem dood in het park.
Toen de graaf aan Angela het treurig
nieuws mededeelde, stortte zij geen traan
mear strak vestigde zij den blik op Von
Podstacki, als wilde zij tot in het diepst
zijner ziel lezen.
Helaasmompelde zij, zoo ge mij
mocht verraden, zal het bloed van dien on
gelukkige op uw hoofd nederkoinen
Zonder een woord te spreken drukte
Von Podstacki haar innig aan zijn
borst.*
De herfst naderde, de avonden werden
langer en kouder. Het speelseizoen ving
aan. Eens zag Angela „Willem Teil* aan
gekondigd. Zij kocht een plaats, die niet
veel in 't oog liepwant zij hield er niet
van, aan de onbescheiden blikken der me
nigte te zijn blootgesteld. Des avonds be
gaf zij zich alleen naar den schouwburg
in een donkeren mantel gehuld, het gelaat
verborgen onder een Venetiaansche voile,
slechts denkend aan de genietingen der
heerlijke, muziek van Rossini.
Na het eerste bedrijf, liet ze haar blik
door de zial dwalen, tot zij plotseling op
een loge gevestigd bleef, alsof iets haar,
ondanks haarzelve boeide. Eensklaps liep
een rilling over hare leden, alsof ze op
een adder getrapt had. Twee vrouwen,
moeder en dochter, zonder twijfel,zat;n
in de loge. De jongste was een schooue
blondine. Achter deze stond de graaf Von
Podstacki, haar met zijn blikken verslin
dend en haar met beleefdheden overladend.
Angela had spoedig hare zeltbcheersching
herkregenzij bleef tot het scherm voor
den Isatsten maal daalde, en wist zich nog
te beheerschen toen zij, verborgen achter
een pilaar, in de vestibule bij het uitgaan
van den schouwburg, de beide vrouwen
met den graaf zag voorbijgaan, en zij de
ze haar in het rijtuig zag helpen.
Den volgenden dag, terwijl zij de groot
ste onverschilligheid voorwendde, vroeg
Angela op de schermles
Wie was toch die blonde dame, die
ik gisterenavond in de opera naast u
zag?
De graaf bloosde.
Een bloedverwante, zeide hij, me
juffrouw Rewizka. Vindt ge haar schoon?
Mij bekoort ze niet.
Angela gevoelde zich gernstgesteld.
Eenige weken verliepen de winter had
zijn intrede gedaan in het land en over
dekte de koele doode aarde, met een wit
kleed. Op een middag had Angela inkoo-
pen gedaan, en haastte zij zich huiswaarts
te keeren, toen zij achter zich het vroo-
lijk geklingel van bellen, gevolgd door het
knallen van een zweep hoorde.
Zij zag een slede naderen, rijk versierd,
en getrokken door vier zwarte vurige paar
den, bestuurd door de krachtige hand van
graaf Von Podstacki. De bekoorlijke bloed
verwante, mejuffrouw Rewizka, zat naast
den graaf, gekleed in fluweel en hermelijn
en stralend van geluk. Angela gevoelde den
grond onder hare voeten wegzinken en was
genoodzaakt zich aan den muur van een
huis vast te houden. Zij balde de vnisten
in een opwelling van toorn, maar richtte
toen hare schreden naar de nabijzijnde kerk.
Daar bad zij lang, heete tranen schrei
end.
Dienzelfden avond kwam de graaf.
Wat scheelt u toch? vroeg hij; ge
hebt geweend
Waarom speelt ge deze treurige co-
medie met mij nep Angelazeg liever
vrij uit, dat ge mij niet meer bemint
Ik bemin u alleen
Zweer het
Ik zweer het
En juffrouw Rewizka
Dat is een bloedverwante van mij,
ik heb het u reeds gezegd. Ik ben galant
tegenover haar omdat dit mijn plicht is.
Niets meer.
Angela schudde droevig het hoofd.
Ik weet niet, zeide zij, maar een
invendige stem zegt mij, dat gij ons bei
den bedriegt, dat arme onschuldige kind e-
vengoed als mij, die reeds zooveel om u
geleden heb
Altijd de hersenschimmige vermoe
dens, Angela. Ik bemin u alleen. Houdt
toch eindelijk eens op, met ons beiden te
kwellen.
Zij was wederom gerustgesteld voor enke
le dagen
Op een avond begaf zij zich naar een
juwelier, om een losgeraakten steen in
een bracelet te doen zetten, toen zij een
prachtige parure zag liggen.
Hoeveel kost zij vroeg Angela na
haar bewonderd te hebben.
Hij is verkocht aan graaf Von
Podstacki, die haar voor zijn bruid heeft
besteldzij kost zes duizend golden.
O ja, ik herinner het mij, mompelde
Angels, geheel verslagenmen zegt, dat
hij met juffrouw Rewizka verloofd is.
Juist; het huwelijk heeft binnen
acht dagen plaats.
Angela liep waggelend heen. Op straat
gekomen, gevoelde zij zich beter. De kou
de deed haar goed. Ditmaal evenwel ging
zij niet naar de kerk om er troost te zoe
ken. Zij ging langzaam huiswaarts, deed haar
hoed eu mantel af, eu bleef lang bij het ven
ster zitten peinzen. Daarna ging zij zich met
zorg kleaden. Nog eenmaal, voor het laatst
wilde zij schoon zijn. Zij trok een kasa-
bal aan van Turksche slof, met gond ge-
'oordnnrd en gegarneerd met sabelbont en
tooide haar kapsel met parrlen. Naafloop
''aarvan begaf zij zich nair de schermzaal,
die schitterend verlicht was. Er was nie
mand, de oude hond Danieli alleen, lag
met de pootan uitgestrekt, zich ie koeste
ren voor den haard.
Angela nam van den mnur twee fleu
retten, die zij nauwkeurig beschouwde. De
wijzers der pendule schenen haar niet snel
genoeg te lóopen. Eindelijk scheen het
langverwachte oogenblik aangebroken. Zij
luisterdezij had zich vergisthij was
het niet. Zij had nog den tijd haar onde
dienstbode onder een voorwendsel weg te
zenden. Danieli was naar de sociëteit en
Angela bevond zich dus geheel alleen,
toen de graaf binnentrad. Terwijl hij zijn
jas uitdeed en zijn haar voor den spiegel
in orde bracht, sloot zij de deur en stak
den sleutel in haar zak.
Wat doet ge vroeg Yon Podstac
ki.
Wij zullen ons nader verkleren;
er behoeven geen getuigen bij te
zijn.
Wat scheelt n dan, Angela gij doet
waarlijk vreemd.
Zij nam hem van het hoofd tot de voeten
op dan, terwijl haar oogen vlammen schoten,
plaatste zij zich voor hem, de armen over de
borst gekruist.
Kunt ge ontkennen, dat gij met mij
gespeeld hebt op laaghartige, afschuwelijke
wijze
Alweer die hersenschimmen
Kunt ge ontkennen, dat mejuffrouw
Rewizka uwe bruid is?
Praatjes
Ik heb de parure gezien, die ge voor
haar besteld hebt.
De graaf verbleekte.
Pardon, Angela Veroordeel mij
noodzaken
Familieomstandigheden
niet
mij
Genoeg, antwoordde de Italiaansche.
Gij hebt mijn hart vergiftigd, mijn leven
verwoest; ik kan u niet vergeven. God
misschien zal u vergevenik nooitIk
zal me wreken, want ik ben geen duif
gij hadl dit moeten begrijpen.
Zijt ge krankzinnig
Ik weet volkomen, wat ik doe. Gij
zijt het, die krankzinnig waart, toen ge
mij van lielde hebt gesproken, toen ge ge-
loofdet ongestraft met mij te kunnnen
spelen. Ziehier een fleuret, verdedig u Een
van ons zal sterven.
Gij hebt het verstand verloren.
Dat zou niet te verwonderen zijn....
Aan wien de schuld Herinnert ge u De
Lagarfey? Ook zijn bloed schreeuwt om
wraak. Het is om u, dat de ongelukkige
gestorven is. Aan u heb ik hem ten offer
gebracht. Op uw beurt ga ik u aan hem
ten offer brengen. De rekening zal dan
vere.ffeud zijn.... Kom! verdedig u!
Het oog met een verschrikkelijke uit
drukking op Voa Podstacki gevestigd en
de houding aannemend van een panter, die
zich op zijn prooi werpt, liep Angela op
hem toe, met de onstuimige drift van een
wild dier, dat slechts het verlangen kent
aau zijn wraakzucht bot te vieren de
graaf, zich werktuigelijk verdedigend, wil
loos als 't ware, was bijna onmiddelijk
de rechterarm doorstoken.
Ach! bloed! riep zij uit, dol vaü
woede, wat is dat heerlijk om te zien I en
wat doet dat goed!
En als had het zien van bloed haar nog
woester gemaakt, raakte zij den graaf een
tweede maal, bijna doodelijk, hij verbleekte,
waggelde en hield zich aan den muur vast.
Genoeg, mompelde hij, ik ben over-
-v«.» nat i «v»Dw»iug titri vjüeriruiaa op de knieën
luotiiivu zgn na een- denkt hij wel van mij? Neen. mii pmwt hot I en rien.* -.FffimAlaAlio voJa. t