zweert niet, maar houdt zijn eens gegeven woord. Daarmee basta. Hij xou er alles voor over hebben, als hij je overtuigen kon, dat de zaak zich niet zoo heeft toe gedragen, als je gelooft; wat men je achteraf heeft overgebracht, heeft hij Booit van je vronw en je zeiven gezegd. O, je weet de geschiedenis dus ook al Zooveel te beterhij is een Het scheldwoord, dat hij op de tong had, kwam niet over zijn lippen, want de deur was open gegaan, en degten, wien het gold, binnengekomen. Martijn had de kraag van zijn jas opgezet en was doornat van den herfstregen. Ondanks dat, stond zijn gezicht evenwel altijd in een vrien- delijken plooi en liet hij zijn smakelijk eten' hooren, welke groet door den langen Theodoor natuurlijk niet beantwoord werd. Hij zette de tinnen kan met koffie naast zijn oven op den grond neder, schudde den regen van tijne kleederen en maakte ten slotte tegen Christoffel de opmerking, d»t bij znlk weer, de hond achter de kachel er nog het best aan toe was. Daarna ging hij bedaard aan zijn werk, op twee passen afstands van zijn nieuw bakken doodsvijand. De werkplaats werd langzamerhand vol ler en toen het één uur geslagen had, was het oorverdooverd geraas in volleu gang. Dorus hield zich strikt aan zijn woord. Niets in zijn somber uiterlijk verried, dat de man, wien hij eenmaal de broederhand gereikt had, zich in zijne onmiddellijke nabijheid bevond. De storm had den geheelen nacht ge woed en veel schade op de daken en in de straten van Berlijn aangericht. Vroeg in den ochtend staken de arbei ders der fabriek de hoofden bijeen, want de hevige wind had de kroon van den prachtigen windwijzer naar beneden in het park geslingerd. Dat zal weer gemaakt moeten wor den, altijd als er iemand te vinden is, die zich bij dit weer daarboven durft wagen, zeide de oude Dörr met een zijdelingschen blik op de twee vijanden. Ik wil volstrekt niet hebben, dat gij 't doet, liet Dorus hier onmiddellijk op volgen, Martijn zeide nog niets, maar dacht zooveel te meer. Als die daar naast me 't misschien wagen wilde alleen de schade te gaan herstellen dan was hij de plank geheel en 3I mis. Dat zou er te veel van hebben, alsof hij, Martijn, bang was nog eens naar boven, waar hij al eens gestaan had, te gaan. Kort na het ontbijt kwam er een bood schap van den chef, dat zoodra 't weer het maar eenigszins toeliet, de kroon op den windwijzer bevestigd moest worden. Natuurlijk gold dit bevel de beide mannen, die 't sieraad kort geleden geleverd en boven op het huis aangebracht hadden. Doms maakte dadelijk aanstalten om te gaan. Den leerjongen kon hij ditmaal niet gebruikener moest iemand met soldeer-benoodigheden en komfoor in de hand door het dakvenster naar boven klim men, om op het kleine plat te komen, waar een kleine ladder tegen de dikke ijzeren stang geplaatst moest worden, om het kruis te kunnen bereiken. Tegelijk met Dorus stond ook Martijn op. Ik ga mee, zei hij vast besloten, en deed zijn sloofje af. Doms gaf geen antwoord. Tegen dien uitdrukkelijk uit gesproken w»l was niets te doen. Het was ook eigenlijk niet meer dan billijk, dat Martijn, die toch ook aan deu windwijzer meegewerkt had, zich even goed aan het gevaar blootstelde. Beide namen hun gereedschap op, ver lieten zonder elkaar aan te zien en zonder een woord te zeggen de zaal, gingen de o- pen plaats over, en beklommen de trap, die naar 't dakvenster leidde. Toen ze boven aangeland waren en het hoofd huiten 't Inik staken, begon de storm weer op te zetten, die Martijn zoo om de ooren blies, dat zijn pet afwaaide en over de daken der omliggende huizen heenvloog om nooit meer terug te keereu. Nu bevonden ze zich op het plat, dat hoogstens eene oppervlakte van eenige voe ten in 't vierkant besloeg; ze omklemden de ijzereu stang stevig, bonden het komioor rast en knielden naer om door het Inik het touw omhoog te trekken, waaraan ze bene den zijnde, de ladder en de kroon van den windwijzer hadden bevestigd. Onder hen gaapte een duizelingwekkende diepte en bo ven hanne hoofden joegen donkere onweers wolken, die den hemel verduisterden, in vliegende vaart voort. B »ed?n voor de tal rijke vensters van het fabrieksgebouw kon den zij hunne collega's zien, die de hoof den bij elkaar staken, om met gespannen aandacht al hunne bewegingen gade te slaan. Zij hadden na gelukkig de ladder naar boven gewerkt, en plaatsten haar tegen de stang aan, om te zien of ze wel stevig stond, want van onderen had zij geen anderen steun dan de gladde dakpannen eD de kale afrondicg van de ijzeren stang, die door den feilen wind heen en weder schndde. Het gaat niet, zeide Martijn, men kan de stang niet vasthouden, want de wind staat er vlak op. Het waren de eerste woorden, die de twee mannen met elkaar wisselden. Neen, het gaat niet, herhaalde Doms met een eeutonig geluid in zijn stem. We zullen er dus iets anders op moe ten viudeD, begon Martijn opnieuw. Ik ben van ons tweeën het breedst gebouwd, en zal dus voor ladder dienst doen. Ik bak, gij neemt de kroon en het komfoor in de eene hand, klimt op mijn schouders en grijpt met de andere de ijzeren stang vast ik richt mij dan langzaam in de hoogte op die manier zal het wel gaan ge znlt dan juist hoog genoeg reiken. Dorus wierp een snellen onderzoekenden blik op den spreker. Wat zon hij met dat plan voor hebben Wat 't een eerlijke voor slag, of had hij iets kwaads in den zin Was hij dan toch werkelijk nog valscher dan hij bewezen had te zijn? Wantrouwen maakte zich in die weinige seconden van hem meester, maar toen hij zijn kameraad in het kalme open ge laat zag, schaamde hij zich over eene ver denking, die slechts op een ellendeling van toepassing zou kunnen zijn. Goed, dat zal wel 't beste zijn, zei de hij kortaf. Als je 't maar uithoudt, voegde hij er aan toe, zonder dat zijn gelaat de min ste verandering onderging. Dat zal ik, verlaat je daar gerust op. Zoo gezegd, zoo gedaan. Langzaam ge bukt onder het volle gewicht van het zwa re op hem rustende lichaam, richtte Mar tijn de handen vast om den stang geklemd, zich in de hoogte ep de lange Theodoor, met de voeten op de schouders vau zijn steunpilaar staande, deed hetzelfde. Om beideu gierde en huilde de wind, die we derom tot een storm aangroeide. De zwar te wolk boven hunne hoofden begon zich te ontladen, en viel in groote, zware drup pels neer. Boven Ja! Kunt ge er bij JaStaat ge daaronder vast en zeker Ja 1 Lukt 't met 't optrekken van de kroon en het komfoor? Jawel, best I Ik kan het ophangen. Het zal niet lang duren. Zij moesten hard schreeuwen, om el kaar te kunnen verstaan. Hanne gestalten schenen nietig klein in de oneindige ruirn- te, die hen omgaf't was, of ze ineen smolten met de zwarte regenwolken, die steeds donkerder en zwaarder neerhin gen. Eindelijk vlamde het kolenvuur ia de komfoor op. Doris had met zijn soldeerij- zer het vuur opgerakeld en begou den ar beid. Ik ben bijna klaar, het duurt niet lang meer. Houd 't nog even uit, klonk het van boven naar beneden. Martijn was [niet bij machte een enke le syllabe te antwoorden. Hij voelde aan banden en gezicht een ontzettende, bijna onlijdelijke pijn, vreeselijker dan het prik ken van duizend naalden tegelijk 't was hem alsof een gloeiende slang zich om zij ne leden kronkelde. En dit niet eens, maar nog eens en weer eensDiezelfde helsche pijn, dat schroeien, wat hem zijn verstand dreigde te doen verliezen I Verzengend hee- te druppels tin, bij het soldeeren van bo ven naar beneden gevallen, waren op hem neergedruppeld, en hadden hem het vieesch verbrand. Maar geen geluid, geen kreet ont- perste de pijn aan zijn lippen. De tan den zoo vast opeen geklemd, dat ze anar- sten, de vingers met hasst bovenmeosche- lijke inspanning krampachtig om de ijzeren stang gekiemd zoo hield hij stand. Hij beefde over 't geheele lichaam, hij hoorde het sissen van het tin boven zicb, opnieuw voelde hij het druppelende vuur, maar hij verroerde zich niet. Als hij maar de minste beweging maakte, maar even zijn hand losliet, of een voet verzet te, zou zijn levende last in de diepte neer storten en verpletterd blijven liggeö. Volle tien minuten hield hij het zoo nit, zonder zich te verroeren, zonder geloid te geven. KlaarIk kom naar beneden. Laat je langzaam zakken Ongedeerd kwam zijn kamaraad bene den en ging bij hem voor, tot ze beiden binnen in den toren aanlandden. Langer kou Marlijn zich niet goed houden, de pijn deed hem zijn bewustzijn verliezen. Och, hoor toch naar me, Martijn riep de lange Theodoor in doodsangst uit, om 's hemelswil kameraad, sla toch de oogen op Ik wil er duizend eeden op doen, dat gij een brave vent zijt en ik een ellendeling En werkelijk sloeg Martijn de oogen ein delijk op, richtte zich in de hoogte, onder steund door zijn wedergevonden vriend, en lachte dezen, ondanks zijn hevige pijn trouwhartig toe. 't Is niets, 't gaat wel weer over. Het was de vuurdoop voor onze hernieuwde vriendschap. Dorus zeide niets meer, kon niets meer zeggen, want hij voelde de tranen in zijne oogen opkomen, waarover hij zich schaam de, alsware bet iets onmannelijks. Zoolang ik leef, zal ik zielsveel van je houden, bracht hij eindelijk met moeite en met een onderdrukt snikken in zijn stem uit, terwijl ze samen de trap afgingen, Van Martijn's wonden zijn sinds lang alleen da litteekens overgebleven, maar Dorus hield woord, Christoffel Dörr heeft zich vergenoegd in de handen gewre ven. (Z*tfh. CL) Een huwelijkszwende— laar. ,Een hooggeplaatst officier wenscht in kennis te komen met een gefortuneerde da me of weduwe.' Deze advertentie stond onlangs in een der Berlijnscbe bladen en zekere dame uit Nieder-Schönhausen reflecteerde er op, in de hoop langs dezen niet meer ongebruike- lijken weg, haar weduwstaat te verliezen. In den brief, dien zij weldra als antwoord ontving, maakte de schrijver zich bekend als baron van Rcbr. Kort daarop ont vingen de familieleden, vrienden en be kenden een kennisgeving van de verloving van de weduwe K. en Baron Eranz von Rohr, gepensionneerd kapitein bij de in fanterie. Wat den gelieven aan jeugd ont brak, wisten zij door teederheid aan te vullen. Een enkele maal fchter was het voorhoofd van den edelen baron betrokken. Hij vertelde dan, dat hij een brief ont vangen had van den inspecteur van zijn landgoed, in de nabijheid van Halle ge legen, en dat de toestand veel te wen- schen overliet. Er moesten verschillinde nieuwe gereedschappen worden aangeschaft en aan den anderen kant kon men den grooten voorraad graan niet zonder verlies van de hand doen. Een en ander bracht den ridder, zooils te begrijpen is, in een treurige stemming. De toekomstige baronesse zag dit zeer goed in, en zij taste in haar zak en overhandigde hem een bedrag van 4000 Mark, terwijl zij hem tevens vriendelijk verzocht zich met deze kleinigheid voor- loopig tevreden te stellen. Zoodra zij haar huis verkocht had, zou zij hem meer geld geven. Alsdan zou ook de huwelijksplechtigheid voltrokken worden. Ten einde haar bruidegom de moeite te ontnemen om den weg van Berljjn na»r Nieder-Schönhansen telkens te voet af te leseen, huurde de dame een woning in de onmiddellijke nabijheid vau de hare, welke „von Rohr' Zaterdag zon betrek ken. Doch wie dien dag tevergee.s in de nieuwe woning verwacht werd, was onz„ ridder. Toen men hem echter Zondag ook niet te zien kreeg, beving mevr. een angstig voorgevoel. Maandagmorgen begaf zij zich in de vroegte naar het hoofdbu reau van politie, doch nauwelijks hat zij den naam baron von Rohr' uitgespro ken of de dienstdoende inspecteur liet er op volgen: „Misdadigersalbum, 7e deel, blz. 3, het tweede portret.' Mevrouw K. viel in zwijm, toen zij in het haar ver toonde portret den brnigom herkende en daaronder de beschrijving las: „Scknitzer uit Halle a./S.. wegens oplichting en dief stal een tuchthuisstraf van 91/, jaar oot- dergaan.' —De Augastus-regen van .vallende sterren* vangt gewoonlijk aan den 9den, bereikt den lOden zijn hoog- sten trap en duurt tot 11 of 14 Augus tus. De gelegenheid om de meteoren te zien, zal dus nu gunstig zijn, als er ten minste geen wolken aan den hemel zijn, die in dezen zomer geen zeldzaamheid kannen genoemd worden. De heer A. M. du Celliée Muller schrijft daarover in de Nijrn. Ct. Wij gebruiken het woord meteoren, om dat de uitdrukking 1 vallende sterren' zeer verkeerd denkbeeld van bet wezen der zaak geeftwant de bedoelde lichamen hebben niet dan het uitwendig voorkomen gemeen met die groote, lichtgevende bol len, die men sterren noemt. De meteoren zijn thans nl. te beschou wen als zeer kleine en onaanzienlijke lichaampjes, soms niet meer dau eenige grammen zwaar, die zich om de zon be wegen komen nu deze lichaampjes in aanraking met den dampkring der aarde, dan ontvlammen zij door de hitte, welke het snel doorklieven van de dampkrings lucht doet ontstaan. Enkele malen echter nemen de meteoren grootere afmetingen aan, en vertoonen zich als boliden of vuur bollen zij evenaren dan somtijds bijna de maan in schijnbare grootte, zooals 0. a. het geval was met de verbazend groote bolide, welke ik in 1889 waarnam. Zulk een bolide kan bij het neerstorten op de aarde veel verwoesting aanrichten. Boliden verschijnen dikwerf tegelijk met de bepaalde stroomen de genoemde vuur bol vau 1889 b. v. verscheen tijdens den Augustus-regeu. Onder de sterrenregens nu neemt die van Augustus een eerste plaats in reeds vóór de wetenschap bemerkte het volk die menigte voortschielende lichtpunten in hel dere Augustusnachten, en noemde die de vurige tranen van den H. Laurentius, om dat zij vooral verschenen omstreeks den lOn Augustus. Om die reden spreekt men nog heden ten dage van den Laurentius- stroom. Zooals men weef, schijnen bij groote zwermen alle meteoren uit èen pont van den hemel voort te komendat punt heet straal- of radiatiepunten en is bij den Laurentius-stroom gelegen in het sterren beeld Perseus, waarom men de lichaamp jes van dezen stroom ook de „Peiseïden" noemt. Het sterrenbeeld „Perseus' staat den lOn Augustus omstreeks 10 u, 's avonds in het N.-Ojuist onder Cassiopeia, de bekende W. Aan den noordelijken hemel zullen dus voornamelijk de meteoren verschijnen, hoe wel zij over alle deelen van het hemel gewelf kunnen voortschieten. Waarschijn lijk zullen de meteoren het best waarneem baar zijn in de vroege morgenuren, wanneer Perseus vrjj hoog in het oosten staat. Dat maakt verschil. Een reserve-officier in Frankryk, die een reis deed in zijn district om remonte-paarden te onderzoekon, vond in de gemeente Mal- leviiie een bord met het volgende opschrift voor een boerenhuis .Hier verzorgt m6n paardenvaste prijzenpaarden met een langen Haart 50 ets., paarden met een korten staart 37 cis.u Verwonderd over z e dit verschil in prijs vroeg de officier den boer uitlegging en deze antwoord fwel, dat is heel duidelijk! Een D J zonder staart bedient zich onder het t* om de vliegen te verjagen van zijn V" en in dien tijd eet het niet P Een paard met een langen staart brmkt daarentegen dezen en ondèrwï houdt het niet op met eten. Ziedaar ht verschil De liefde overwint het al lfs het anarchisme. chist Zuliana von Brescia, een jonko» van goeden huize, die herhaaldelijk westen" hel uiten van zijne gevoelens heeft terecht gestaan, heeft nu die gevoelens verzaakt terwille van een meisje, dat hij lief heeft' De politie moet hem nu beschermen tegen zijne vroegere geestverwanten, Een windhoosgepaardmet een hevig onweder en een zwaren hagel heeft te Milaan en in de ometreken der stad groote schade aangericht. Op het tentoon- stellingsterrein zijn de daken van bijna alle gebouwen vernield, de kerken hebben eveneens veel geleden. Twee werklieden zijn gedood, ongeveer 50 personen bekwa men verwondingen, dis hen noodzaakten geneeskundige hulp in te roepen. Volgens de Lancet zijn door dr. Haffkine in Engelsch Voor-Indië 25.000 menschen tegen de cholera ingeënt inet twee soorten van stof, een zwakker en een sterker. Na inenting met de zwakke volgt eenige onpasselijkheid en koorts. Na vijf dagen wordt de inenting met de ster ke stof herhaald en steeds goed verdra gen. Van de personen, die tijdens het heer- schen der cholera te Calcutta ingeënt wer den, is geen enkele aan de ziekte gestor ven. Dr. Klein beweert, dat ook door in entingen met andere stoffen de kans, om door cholera besmet te worden, kan wor den verminderd. De proeven worden nog voortgezet. Berlijn en omstreken zijn Dinsdag geteisterd geworden door een zwaar onweder, gepaard met storm en met een regen als van eene wolkbreuk. In de stad heeft in verscheidene kelderverdiepingen hel water een meter hoog gestaan. Het Tem- pelhofer veld lag van het eene eind tot het andere overstroomd. De velden aan de zuid en deu zuidwestkant hebben erg geleden. In de broeikassen der warmoeziers aldaar heeft het weder groote verwoestingen aan gericht. In Pal ken berg, Abrensfeld en ron dom Muhrovr is alle ooft dooi den storm weggeslagen. Verscheidene spoortreinen had den vertraging. In Eberswalde en Preien- walde kwamen er van de hoogten zulke krachtige watermassa's neder, dat ia de berghellingen overal scheuren zijn ontstaan en boomen werden ontworteld, in de hout vesterijen tusschen Bernau, Biesenthal, Ber- kenwerder en Hermsdorf hebben 9torm en water eene gedachte schade aaugericht. Te Potsdam, waar het onweder minder schijnt te hebben gewoed, is de bliksem in het Nieuwe paleis geslagen en heeft, door de telegra rfgeleidingen gaande, het brandsig- naal in werking gebracht, zoodat de brand weer in bet paleis en in de stad gealar meerd werd. Het gebouw heeft er echter geen schade geloden. Uit Ereienwald aan den Oder wordt nog nader gemeld Ouder het geflikker van hs- vige bliksemstralen ging de regen over in eene wolkbreuk en vielen er van tijd tot tijd hagelsteeoen ter grootte van walnoten. Sommige straten in de stad lagen geheel en al overstroomd, en uren achtereen hebben de bewoners der laag gelegen huizen met hulp der brandweer moeten werken om htt binnengedrongen water kwijt te raken, hf" gedeelte der bevolking moest dien nach nog elders onder dak worden gebracht. I» de bergen werden de gleuven der beeken, die juist geheel waren drooggeloopeu, zo°" danig gevuld, dat het water in krachtigs stroomen er uit opspoot en zich over ye den en wegen verspreidde, terwijl talrij e boomen door den bliksem getroffen en 00 persing van water omvergeslagen wer en. Snelpersdruk van J. Winkel te Schagea|

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 6