Blauw. Cafe De wraak van den Arabier, PLAATSELIJK NIEUWS. Jf a. V3n het huis der weduwe. 1 1 Tuin Blauw. Tuin Schene. Schene. kis bleek kis Beate café Burgerlijken Stand. Gemeente Schagen. Marktberichten. over te brengen, eens even nadacht -trf zich zeiven zeidejfWaarom zou zo0 jets verspreiden Wie is er mede ba*t Immers niemaD^ maar hoeve- worden er geschaad Waarom zon ik 0 ander willens en wetens misschien het 1 trouwen in een derden persoon voor Vj ontnemen, dcor allerlei onwaardig ge- ^bbel, dat zéér waarschijnlijk niet eens ^rheid bevat Zoo men er toe kon ko men, eerst iedereu keer, dat men een •aatje wilde rondstrooien, eenige uren te lachten en na te denken, zouden in ten mi nimum wan tijd de meeste lasterpraatjes en kwaadsprekerijen van onze aarde ver fijnen. Bij dezen ruil zon niemand ver liezen, maar velen ontzaglijk winnen gene hoofdvereischte om tot nadenken le komen is ontwikkeling en tle eenige weg ontwikkeling ia arbeid- Hoe komt men tot bahbelarijtjes P Door met de handen j„ den schoot naar buiten te zitten gluren een druk begane straat en op te letten reIke kennissen, hoeveel maal en op wel ke wijze zij elkander groeten ot aanspre ken, door het nimmer-eindigende visites-ma ken, die tijd-moord eener weinig uitvoeren de dames-wereld: door het nagaan der gan gen en wegen onzer buren, enz. Ging iede re Vrouw en elk meisje in plaats daarvan dien tijd gebruiken tot eenigen arbeid, liefst met het hoofd, maar zoo niet, dan met de handen, hoe oneindig boter ion het zijn voor den algemeenen toestand, en vooral, hoeveel waarlijk gelukkiger zou ieder barer persoonlijk zich voelenHet is een feit, dat evengoed als het gelaat, het karakter de plooi aanneemt van de achter docht, geboren uit het naspeuren van ieders gangen; het peil van g*- lachten en opvat tingen daalt, het geloof en het vertrouwen in menschen wordt langzamerhand gedood door uitsluitend het verkeerde te onderstel len en uit te spreken. Het maken van een eenvoudige Fransche thema is toch altijd nog nuttiger dan het bepraten en uitpluizen van allerlei beu zelachtige verhalen, zelfs van de meest on schadelijke. De wereld zal in dat opzicht niet vooruitgaan, zoolang niet ieder meisje een vaste werkkring heeft of, zich uitslui tend wijdt aan den een of anderen tak ean wetenschap of kunst. Bezigheid voor hoofd en handen alleen, kan het peil van geest en karakter hoog houden. Laten wij allen te samen ons best doen, de ekster te vangen en te vernietigen. CHATTERBOX. Overgenomen uit het Rott. Nieuwsblad. Het is nu eenige jaren geleden, dat een voorname Ros met zijn jonge vrouw naar Cairo kwam en Egypte voor de eerste maal bezocht. Daar hij met Oostersche gastvrijheid onthaald werd, wilde hij ook niet achter blijver, en deed nu alles, om zijn natie eer aan te doen. Zijn tuinen en vertrekken, op het kostelijkst ingericht, waren een toonbeeld van Aziatische weelde en wemelden van gasten en bezoekers, zoo wel Europeanen als Oosterlingen. De jonge Russin, door de nieuwheid van dit alles verrukt, gaf zich geheel over aan den in druk, dien het op haar maakte. De liefe lijke tonen der muziek, de helderheid van den zuidelijken hemel, de specerij-achtiga geuren, die uit de aan de Nijl gelegen lusthoven tol haar overwaaiden, en eindelijk de verheven gedenkteekenen van het be roemde Egypte, brachten haar in een levendige opgewondenheid, welke haar ge laat van verhoogde schoonheid deed blin ken. De eenvoudige schilderachtige dracht van haar verwijderd vaderland, haar rij zige gestalte en de bevalligheid van al kaar bewegingen trokken aller oogen tot zich. Men had haar voor een der trekz wa nen kannen houden, welke het noorden der zuiderzon als eeu zinnebeeld van edele waardigheid, bevalligheid en reinheid toe zendt. Onder de op het feest genoodigden on derscheidde zich een jonge Arabische scheik, lezid genaamd, die eerst onlangs te Cairo was aangekomen osa Mehemed-Ali zijn dien sten aan te bieden. Yezid sprak FraDseh, dat hij van een slaaf leerde, dien het lot gedurende den Egyptischen veldtocht in kanden van zijn vader had geleverd. Meer malen hadden zij zich over Europeesche seden en gebruiken, kunsten en weten skappen met elkander onderhouden en de- f® gesprekken, welke den Franscben slaaf et harde van zijn toestand, minder voel- en den Arabier de eenzaamheid aan- f>ena&m maakten, eindigden nimmer zon- dat de jonge scheik het gesprek op de ^ttzopeesche vrouwen gebracht had. Zoo n er de schaduw zijner palmboomen ge- had Yezid vaak met stil verlang-, het meer beschaafde Europa nage- jj.t en zich het bezit van een leveDSge- a'8 hoogst wenschelijk voorgesteld. e' zoodra had hij de jonge Russin 8«ien, en hij volgde overal haar schreden, zij was het, die hem deed beslaiten, xtaV Ta^er'and t® verlaten en uich bij de yan den Oosterschen hervormer aan wlmten. Met ieder oogenhiik vermeer- e zijn onrust. De weinige, eeuvoudige, T eeT°elvolle woorden, welke de jonge om 101 ^em r'chtte, waren toereikend, Ir iH9 j hart in vuur en vlam te zetten. *110 drift wendde hij zich tot haar gemaal, ctr spr.k hij, zonder zich aan de n, H^ders te ïtoren, „ik bemin uw vrouw (t V*.ida 1 IeTeD> ih verlang haar tot is te dnnr voor u, en zelfs de schatten van den pacha, al bedroegen ze ook 2000 benrzen, zouden niet toeieikend zijn om dit kleinood te koopen.' ,lk bied u 3000 beurzen," riep de Ar- bier haastig, „Ik neem ze aan,* sprak de Rus la chend „'t zon dwaas zijn, zulk een som van de hand te wijzen." ,Over drie dagen zult gij ze hebben ik breng ze zelf.' Inmiddels hadden de gasten zich mee- reudeels verwijderd, en na de drukte en het gewoel van den avond volgde meer stilte en rust. De beide echtgenooten, be nevens eenige vrienden, die nog gebleven waren, onderhielden zich over het geëin digde feest en genoten de koelte van een heerlijken nacht, welke in Afrika na de hitte van den dag zoo verkwikkend is en daar de schaduw en de kalme rust onzer Europeesche bosschen vervangt. Men sprak over het eigenaardige van de kleederdracht over het karakter en de zeden der inboor lingen, welke zoo geheel van de Enropen- scbe verschillen. In het eind deelde de Ros nog het hem door den scheik gedane voorstel mede en merkte lachend op, welk groot opzien iets dergelijks in Petersburg maken zou. Een Spaansch consul hoorde hem hierbij echter met zulk een ernstig ge laat aan, dat het den Rus bevreemdde en hij vroeg»Vergis ik mij, of ziet gij in het gebeurde iets bedenkelijks *Gij zijt in een moeielijk geval geraakt," antwoordde de consul na eenig nadenken „vieemd in dit land, zijn n deszelfs ge bruiken eö zeden onbekend. Weet dan, dat de Mahomedaansche wet voor haar belij ders zeer streng en voor den vreemdeling onverbiddelijk is. In die door onwetende lieden bewoond land wordt eeu woord zoo heilig gehouden als bij ons een verzegeld schrift. Het voorstel van den scheik was ernstig gemeend, en hij zal bij het gezegde blijven.Vertrouw mijn ondervinding. Ik raad u, uw vrouw terstond van hier te verwij deren en dan een reden voor haar plotse ling verdwijnen te bedenken, welke uw te genpartij geloovig moet aannemen eu die gegrond genoeg is, om den met hem aan- geganen koop te verbreken." De Rus verbleekte bij d;ze woorden, daar hij thans maar al te goed begon in le zien, aan welk onberekenbaar gevaar zijn onbe zonnenheid hem had prijs gegeven, te meer, daar zijn vrouw, die hij innig liefhad, hem in dit vreemde land zijn vaderland moest doen vergeten en hij er met haar de ge lukkigste dagen hoopte door te brengen. Hij vo'gde dus den raad van den consul en verwijderde haar oogenblikkelijk. De noodzakelijkheid van dien maatregel bleek dan ook spoedig, toen de scheik zich ten bepaalden tijde bij hem liet aan melden en eenige slaven medebracht, die de 3000 beurzen droegen, welke hij den Rus wilde voortellen. #Hieris uw geld, geef mij nu uw vrouw," sprak de scheik. #Het doet mij leed, jonge man,* ant woordde de Rus, »niijn vrouw is gisteren nacht plotseling overleden en daarom vindt gij mij in zoo groote verslagenheid en rouw. Behoud uw geld, want het gezicht daar van verzwaart mijn lijden nog." #Hoe, uw vrouw dood riep de scheik half razend. ,,Is dat waarheid F Intus- tusschen is bij God geen ding onmogelijk, ik moet uw woord gelooven en mij aan rnija lot onderwerpen. Sedert drie dagen was zij, die gij be weent, mijn eigendom de dood alleen hefft mij baar ontroofdde prijs, dien gij voor haar eischtet, behoort n, want het woord van een Muzelman is heilig. Breng mij echter tot haar, opdat ik baar nog eens voor de laatste maal zie.' „Vergeef mij, dat ik aan dien wensch niet voldoen kan, want onze geestelijke bidden bij het lijk en verrichten daar de voorgeschreven plechtigheden.' yDan moet ik gaan, daar uw godsdien stige gebruiken mij heilig ziju moeten, evenals n de mijne,' hernam de Arabier weenend en verwijderde zich. Na een uur werd de Rus voor den ka di geroepen en vond daar den scheik, die onbewegelijk eu zwijgend aan zijn zijde zat. „Gij hebt een Muzelman bedrogen," riep de rechter hem toe. Nadat gij uw vrouw aan dezen man verkocht hadt, liet gij haar heimelijk wegbrengen. Een van Alexandrië komend getuige heeft haar onderweg ont moet. „Jonge Scheik,' vervolgde hij, zich tot den Arabier keerende, ,welke schadeloosstelling verlangt gij „Geene,* antwoordde de scheik, haalde van onder zijn mantel een dolk te voor schijn, trad op den Europeaan toe en door stak hem het hait. Daarna verliet hij lang zaam de rechtszaal en vervolgde droevig zijn weg naar de woestijn. H r'08, :>ord - l haar mij af en zeg slechts, i r,,j dat fij voor mijn geluk verlangt." tuss^l dit zonderlinge voorstel '"tier oen en aan de schoonheid zij- vJ'oujj ®0et lachte gelante Oostersche «^.ik is n<»Europsaan gewoon is, hij, „mijn vrouw Schagen, 14 Augustus 1894. Ten gevolge van de ont zettende en aisicliuwelijlie misdaad gepleegd op Mej. de Wed. Beute en hare bij haar inwonende nicht Anna Beiersverkeeren wij in onze gemeente nog ten zeerste onder den ver pletterenden indruk daarvan. Terwille onzer Lezers, die buiten on ze gemeente wonen, volge bier een be knopt verbaal van dezen vreeselijken, dubbelen moord. Zondagmorgen, zoo ongeveer tegen zeven uur, trad een meisje den winkel der weduwe Buete binnen, doch daar op haar herhaald geroep niemand verscheen, liep het meisje naar den naast aan wo nenden buurman, de Haan, of die de weduwe, die buitengewoon doof was, even wilde waarschuwen. Toen de Haan nu in de keuken, welke achter den winkel lag, keek, zag hij daar de wedu we vermoord op een stoel zitten. Terstond waarschuwde de Haan onze politie en den waarnemenden Burge meester, den heer W. A. Hazeu. Het ontzettend gerucht had intusschen een talrijke menigte voor het huis doen samenstroomen. Uit het toen in loco ingesteld onder zoek bleek dat de Wed. Beute Zaterdag avond onder hare bezigheid snijboo- nen snijden moet zijn in slaap ge raakt en zij zoo overvallen werd. Met een bijl heeft men haar toen de hersenen in geslagen en haar daarna met een gewoon tafelmes den hals nagenoeg geheel afge sneden. Daar men haar s' morgens nog in zittende houding en met het snijboo nenmesje in de hand vond, is het te veronderstellen, dat zij reeds door den bijlslag het bewustzijn heeft verloren. Na die misdaad heeft men de tbij haar inwonende nicht Anna Beiersdie reeds zich te bed had begeven, doch vermoe delijk door het gedruisch in huis ont waakt is, in haar bed overvallen en met een groot vleeschme» uit den winkel eveneens vermoord, neen geslacht. Uit de lijkschouwing is gebleken dat het meisje zich wanhopig heeft verde digd. Men vond haar nog met den eenen voet verward in het beddelaken, terwijl haar lichaam op den grond lag. Uit de omstandigheid dat aan bei de lijken brandplekken zich bevonden en uit de op de grond en aan de kleeren der beide slachtoffers zich bevindende petroleumvlekken, moet verondersteld worden, dat men na den moord door brandstichting getracht heeft, elk spoor dezer afgrijselijke misdaad uit te wis :hen. De beide kasten in de slaap' amer waren opengebroken en de inho d der laden over den grond geworpen Een kappenstel,enkele effecten en een bundeltje bankpapier heeft men laten liggen. In den zak der weduwe heeft men ook het losse geld laten zitten. De moord op Anna Beiers moet za terdagnacht omstreeks 11 uur plaats ge had hebben. Omtrent dien tijd tenmin ste hebben een tweetal ingezetenen, die den scheerwinkel van Boesgrenzende aan het perceel der weduwe, verlieten, toen zij de woning der weduwe passeer den, een angstig gegil gehoord van „o God! o God!" Een van hen had toen reeds de hand op de klink der voordeur, om binnen te treden, doch op de op merking van den ander, dat er wel meer malen tusschen de weduwe en haar nicht een scherpe woordenwisseling plaats had, trad men niet binnen. Met een derde ingezeten, die toevallig kwam aanloopen, luisterden zij nog eeni gen tijd, doch alles bleef stil en donker. Even later zagen de beide eerste per sonen, die nog een poos waren blijven kijken, dat iemand tot vier-, vijfmaal een lucifer aanstak en eindelijk een klein lichtje werd opgestoken, waaruit zij meen den te moeten opmaken, dat de twist was bijgelegd en door de weduwe eeu nachtlicht was aangestoken. Dat alles geschiedde tusschen elf en half twaalf. Later, even na twaalven trok het van het huisgezin van Boesnog op zijnde, de aandacht, alsof er over de schutting geklommen werdwaarop de hond op de plaats gelaten werd zonder eenig gevolg evenwel. Nog even later meent men de bel der voordeur van de woning der weduwe nog te hebben hooren overgaan. Yan de schutting tusschen de erven van het perceel der Weduwe en dat van Boes, bleken des Zondagsmorgens een paar planken afgebroken. Of er evenwel gedacht moet worden aan het bestaan van twee moordenaars, dan wel van een, niets geeft eenige aanwijzing. Ook kan nog niet geconsta teerd worden of er wel eens diefstal is gepleegd. De geheimzinnigheid en het zonder linge in deze geschiedenis baart natuur- hjk groote verontrusting. Hoe het mogelijk is, dat men om dien tijd, en nog wel op het drukste deel der Laagzijde van de Gedempte Gracht, zulk een vreeselijk feit onopgemerkt en onverlet heeft kunnen plaats vinden, blijft een raadsel. Zondagmiddag met den trein van twaalven kwamen van het Gerecht uit Alkmaar, de heeren J. Lulofs Umbgrove substituut-officier van justitie en A. C. Lagerweyrechter-commissaris, benevens don plaatsvervangend griffier, terwijl het visum repertum werd verricht door Dr. Melchior van hier en Dr. J. Thomas van Alkmaar. Ook de heer Jhr. Mr. D. v. Foreest kantonrechter was bij het gerechtelijk onderzoek aanwezig. Op last der Justitie zijn door onzen plaatsgenoot, den heer Niestadt, photogra- fieën genomen der slachtoffers. Maandagmorgen i3 de leiding van het gerechtelijke onderzoek overgegaan in handen van den Officier van Justitie, Mr. Karseboom. Tal van personen zijn in verhoor genomen en de Justitie is dag en nacht onverpoosd aan den arbeid, om in deze raadselachtige historie eenig spoor te vinden, hetwelk kan leiden tot de ontdekking van den barbaarschen moordenaar. Wij zullen onze Lezers niet lastig val len met de opsomming van eenigerlei vermoeden. Als er werkelijk iets officieels, iets positiefs kan worden gemeld, zullen wij dit per bulletin bekend maken. Maandagavond is onze Burgemeester de heer S. Berman van zijn reis terugge komen. Een platte grond van het terrein ge ven wij hier nog tot verduidelijking. P 1 a a t s j e. achterdeur. deur. Rommelkamer. - stoel. I i bed. Achterkamer. deur. 1 1 1 i i 1 1 Voorkamer. deur. winkelramen. 1 1 1 1 a> e Voorstraat. b. van het terrein Weiland. Sloot boet boet Tuin Boes. Laagzijde, Gedemptegracht. Heden (Woensdag) namiddag ten één ure heeft de plechtige teraardebestel ling der beide slachtoffers plaats gehad. Op den weg van het sterfhuis naar de begraafplaats en op den dooden- akker had zich een buitengewoon talrij ke menigte vergaderd. Voor de lijkbaar der weduwe werd een krans gedragen; haar lijkbaar werd ge torst door de buren daarna volgden de lijkbaar der jeugdige Anna Beiers voorafgegaan door verschillende kransen en gevolgd door de leden der dames- Zang vereeniging Euphoniaen haar di recteur, den heer ter Linden. Op uitnoodiging van den heer J. N. Al, den executeur-testamentair, v. Alkmaar, werden de beide lijkbaren mede gevolgd door: de heeren Ds. W. A. v. Kluyve v. Scha- gen, Jb. Al, Jb. v. Twisk v. Alkmaar A. BernardB. A. Grotegoed v. Amster dam W. Alfrink, N. Hofmeester, R. v. Lieshorst v. AlkmaarP. de Beurs Jeu. v. HelderL. Kroon v. Dirkshornmej. N. Bulter v. Dirkshorn mej. A. de Beurs en mej. Marg. Aid. Beiers v. Helder; de heeren P. Blok v. Amsterdam Oudt v. WinkelG. Oudt v. Amsterdam mej. Ir. Blok v. Amsterdammej. Clas. Jabroer v. Alkmaar; mej. Wed. P. C. Veen en de heerenC. Franken, A. Bak, C. Franken Jt., A. Posker en W. Vlaskamp van Schagen. Nadat de beide verzegelde lijkkisten in de groeve waren neergelaten, trad de WelEerw. Zeergel. Heer Ds. A. W. v. Kluijve nabij de groeve en sprak met diep ontroerde stem ongeveer het volgen de „Het is met een gevoel van den diep- sten weemoed, dat ik hier sta; gij be grijpt allen, dat ik afwijk van de gewoon te om een woord aan huis te spreken, wanneer ik het niet gedaan had, zou men het mij verweten hebben. Deze vreeselijke tijding trof ons in het diepst onzer zielhoe is het mogelijk dat zoo iets ontzettends in onze vreed zame gemeente kon plaats grijpen; en dan te denken dat twee vrouwen, die nooit iemand hebben in den weg gestaan nooit iemand hebben leed gedaan, het slachtofier werden van zoo gemeene, lage hebzucht te denken dat uit gemeene, lage hebzucht eeu paar onschuldige vrouwen het leven werd benomen, wellicht om een weinig geld. Is 't wonder, dat we diep innig mede lijden gevoelen, en dat een vreeselijke verontwaardiging zich van ons meester maakte, die nog niet is gestild; do aar zij leett nog voort; de gedachte, dat het nog niet mocht gelukken eenig spoor te ont- I dekken, treft ons in het diepst onzer ziel. Wie had er iets tegen deze vrouw 13 jaar lang heeft zij, zooals een vrouw, die alleen staat, dat doen kan, geworsteld en gewerkt; zij wist zich een goed bur ger bestaan, te verwerveneen eerlijk stuk brood 7e verdienen, men had respecj voor haar. En dan dit onschuldige meisje, nevenslachtoffer gevallen is; het is o. zettend om aan te denken; het is om nooit te vergeten. Zij bekoorde een ieder door hare lieftalligheid en vriendelijkheid, zij is eveneens het slachtoffer van lage, gemeene hebzucht; wij gevoelen innig medelijden. Maar toch geloof ik, dat ik spreek uit naam van duizenden, wanneer ik zeg, dat zij liever zijn in de plaats dezer vrouwen, dan in de voetstappen van den ellendigen mensch, die haar van het leven beroofd heeft. Ziet eens, toch, terwijl die gedachte ons overmeestert, ons vast houdt, voel ik, dienaar van het Evangelie, hetwelk mij zoo liet is, iets in mij, dat mij doet zeggen: mannen, broeders, zusters geen gedachte van haat en wraakhet Evan gelie van Christus spreekt niet van wraak, maar van ontferming, goedertieren heid, medelijden. Er is iets in de natuur van den mensch, dat vreeselijk is op zoo'n oogenblik en toch zou ik gaarne willen, dat velen van hier gingen met een bede tot God, voor den ellendigen moordenaar, dat het een maal licht in zijn ziel moge worden, dan eerst is het bloed dier vrouwen gewro ken dat is goddelijke wraak. Laat de aardsche gerechtigheid intusschen zich van haar plicht kwijten. Laat ons afscheid nemen van deze vrouwen en zeggen slaap zacht, rust in vrede elke gedachte aan wraak wor de verbannen uit het hart en de bede om vergiffenis blijve op de lippen." Hierna trad de heer ter Linden naar voren en gaf als directeur van Euphonia, mede namens hare leden uiting hunner deelneming. „Wij hebben Anna Beiers zoo ging hij onder diepe ontroering voort, „jaren gekend, vooral de laatste l1/, jaar als lid der vereeninging zij is altijd gebleven een opgeruimde, vriendelijke, hartelijke meid. Rust zacht, lieve vrien din." Daarna werd uit naam der familie door den heer N. Al dank uitgebracht voor de heerlijke en troostvolle woorden, dank aan het bestuur en de leden van Euphonia voor den zoo mooien krans, ge schonken, dank aan alle buren, vrien den en kennissen, voor de laatste eer aan beide overledenen bewezen. Door enkele der naastbestaanden werd hierna aarde op de lijkkist geworpen. Onder groote verslagenheid verliet de talrijke menigte den doodenakker. Als appendix deelen wij hier mede, dat op initiatief van den heer J. P. Backx onder goedkeuring van den Ed. Achtb.IIeer Officier van JustitieMr. Karseboom zich een voorloopige commissie heeft gevormd tot het bijeenbrengen van gelden, als pre mie uit te loven voor het ontdekken of aanwijzen van den daderof de daders van dezen moord. Deze voorloopige com missie is gevormd door de heerenJ. P. BackxS. BermanDs. A. W. van KluijveWA. HazeuBr. S. de Boer Dr. MelchiorJ. v. d. MaatenW. Rogge veen Cz., Jb. Denjs Jz.t J. M. Koelman, Verhoef *n J. Winkel. Deze Commissie zal reeds heden avond ten 8 ure vergaderen ten lokale van den heer W. Roggeveen Cz. Ingeschreven van 11 14 Augustus 1894. GeborenTrijntje, d. v. Dirk Rood en van Anna de Graaf. Ondertrouwd en Getrouwd Geene. Overleden; Jansje Stoel, weduwe Gerrit Beute, oud 55 jaar en 5 maanden. Antje Beijers, oud 17 jaar en 10 maanden. Gcni Zïjpe.' Ingeschreven van 27 Juli 3 Aug. 1894. Geboren Pieter, z. v. Ditk Klok en Trijntje Kroon. Cornelis, z. v. Willem de Leeuw en Cornelis Oosterman. Ondertrouwd en GetrouwdGeene. Overleden Neeltje Paarlberg, 80 jaar, Echtgen. van Jan Nieawland. Ingeschreven van 3 10 Aug. 1894. GeborenWiepke, d. v. Jan Eibes en Saartje Harms Blink, Echtel. wonende te Leek. Ondertrouwd en Getrouwd Geene. OverledenPieter de Leeuw, 26 jr. Koopman, z. v. Jan en Elisabeth Zuidscher- woude. Hoorn, 10 aug. 1894. Aangevoerd: H. L. Rogge 5 Tarwe 7 Garst 9 Haver Witte Erwten Groene dito Grauwe dito Vale dito Bruine boonen Geeleboonen Witteboonen Paardenb. Karweizaad Mosterdzaad 11 Paarden 9 Koeien 4 Kalveren 173 Schapen Lammeren 34 Varkens Zeugen 120 Biggen Kip-Eieren per 100 f a 4.25 a 3.- a 3.25 a a 8.50 a 14.a 10.— a 7.50 a a 9.50 a 5.25 a a a 75.- a ,120— a 9.— a 18.— a a 14.— a a 6.a 3.25 a 6.50 4.— 4.- io!- 17.- 14.50 11— 11— 5.75 150— 240— 18— 28— 2350 koppen boter 50 a 52* ceots per

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 3