Blauw.
Cafe
De wraak van den Arabier,
PLAATSELIJK NIEUWS.
Jf
a. V3n het huis der weduwe.
1 1
Tuin
Blauw.
Tuin
Schene.
Schene.
kis
bleek
kis
Beate
café
Burgerlijken Stand.
Gemeente Schagen.
Marktberichten.
over te brengen, eens even nadacht
-trf zich zeiven zeidejfWaarom zou
zo0 jets verspreiden Wie is er mede
ba*t Immers niemaD^ maar hoeve-
worden er geschaad Waarom zon ik
0 ander willens en wetens misschien het
1 trouwen in een derden persoon voor
Vj ontnemen, dcor allerlei onwaardig ge-
^bbel, dat zéér waarschijnlijk niet eens
^rheid bevat Zoo men er toe kon ko
men, eerst iedereu keer, dat men een
•aatje wilde rondstrooien, eenige uren te
lachten en na te denken, zouden in ten mi
nimum wan tijd de meeste lasterpraatjes
en kwaadsprekerijen van onze aarde ver
fijnen. Bij dezen ruil zon niemand ver
liezen, maar velen ontzaglijk winnen
gene hoofdvereischte om tot nadenken
le komen is ontwikkeling en tle eenige weg
ontwikkeling ia arbeid- Hoe komt men
tot bahbelarijtjes P Door met de handen
j„ den schoot naar buiten te zitten gluren
een druk begane straat en op te letten
reIke kennissen, hoeveel maal en op wel
ke wijze zij elkander groeten ot aanspre
ken, door het nimmer-eindigende visites-ma
ken, die tijd-moord eener weinig uitvoeren
de dames-wereld: door het nagaan der gan
gen en wegen onzer buren, enz. Ging iede
re Vrouw en elk meisje in plaats daarvan
dien tijd gebruiken tot eenigen arbeid,
liefst met het hoofd, maar zoo niet, dan
met de handen, hoe oneindig boter
ion het zijn voor den algemeenen toestand,
en vooral, hoeveel waarlijk gelukkiger zou
ieder barer persoonlijk zich voelenHet is
een feit, dat evengoed als het gelaat, het
karakter de plooi aanneemt van de achter
docht, geboren uit het naspeuren van ieders
gangen; het peil van g*- lachten en opvat
tingen daalt, het geloof en het vertrouwen
in menschen wordt langzamerhand gedood
door uitsluitend het verkeerde te onderstel
len en uit te spreken.
Het maken van een eenvoudige Fransche
thema is toch altijd nog nuttiger dan het
bepraten en uitpluizen van allerlei beu
zelachtige verhalen, zelfs van de meest on
schadelijke. De wereld zal in dat opzicht
niet vooruitgaan, zoolang niet ieder meisje
een vaste werkkring heeft of, zich uitslui
tend wijdt aan den een of anderen tak
ean wetenschap of kunst. Bezigheid voor
hoofd en handen alleen, kan het peil van
geest en karakter hoog houden. Laten wij
allen te samen ons best doen, de ekster te
vangen en te vernietigen. CHATTERBOX.
Overgenomen uit het Rott. Nieuwsblad.
Het is nu eenige jaren geleden, dat een
voorname Ros met zijn jonge vrouw naar
Cairo kwam en Egypte voor de eerste
maal bezocht. Daar hij met Oostersche
gastvrijheid onthaald werd, wilde hij ook
niet achter blijver, en deed nu alles, om
zijn natie eer aan te doen. Zijn tuinen en
vertrekken, op het kostelijkst ingericht,
waren een toonbeeld van Aziatische weelde
en wemelden van gasten en bezoekers, zoo
wel Europeanen als Oosterlingen. De jonge
Russin, door de nieuwheid van dit alles
verrukt, gaf zich geheel over aan den in
druk, dien het op haar maakte. De liefe
lijke tonen der muziek, de helderheid van
den zuidelijken hemel, de specerij-achtiga
geuren, die uit de aan de Nijl gelegen
lusthoven tol haar overwaaiden, en eindelijk
de verheven gedenkteekenen van het be
roemde Egypte, brachten haar in een
levendige opgewondenheid, welke haar ge
laat van verhoogde schoonheid deed blin
ken. De eenvoudige schilderachtige dracht
van haar verwijderd vaderland, haar rij
zige gestalte en de bevalligheid van al
kaar bewegingen trokken aller oogen tot
zich. Men had haar voor een der trekz wa
nen kannen houden, welke het noorden
der zuiderzon als eeu zinnebeeld van edele
waardigheid, bevalligheid en reinheid toe
zendt.
Onder de op het feest genoodigden on
derscheidde zich een jonge Arabische scheik,
lezid genaamd, die eerst onlangs te Cairo
was aangekomen osa Mehemed-Ali zijn dien
sten aan te bieden. Yezid sprak FraDseh,
dat hij van een slaaf leerde, dien het lot
gedurende den Egyptischen veldtocht in
kanden van zijn vader had geleverd. Meer
malen hadden zij zich over Europeesche
seden en gebruiken, kunsten en weten
skappen met elkander onderhouden en de-
f® gesprekken, welke den Franscben slaaf
et harde van zijn toestand, minder voel-
en den Arabier de eenzaamheid aan-
f>ena&m maakten, eindigden nimmer zon-
dat de jonge scheik het gesprek op de
^ttzopeesche vrouwen gebracht had. Zoo
n er de schaduw zijner palmboomen ge-
had Yezid vaak met stil verlang-,
het meer beschaafde Europa nage-
jj.t en zich het bezit van een leveDSge-
a'8 hoogst wenschelijk voorgesteld.
e' zoodra had hij de jonge Russin
8«ien, en hij volgde overal haar schreden,
zij was het, die hem deed beslaiten,
xtaV Ta^er'and t® verlaten en uich bij de
yan den Oosterschen hervormer aan
wlmten. Met ieder oogenhiik vermeer-
e zijn onrust. De weinige, eeuvoudige,
T eeT°elvolle woorden, welke de jonge
om 101 ^em r'chtte, waren toereikend,
Ir iH9 j hart in vuur en vlam te zetten.
*110 drift wendde hij zich tot haar gemaal,
ctr spr.k hij, zonder zich aan de
n, H^ders te ïtoren, „ik bemin uw vrouw
(t V*.ida 1 IeTeD> ih verlang haar tot
is te dnnr voor u, en zelfs de schatten
van den pacha, al bedroegen ze ook 2000
benrzen, zouden niet toeieikend zijn om
dit kleinood te koopen.'
,lk bied u 3000 beurzen," riep de Ar-
bier haastig,
„Ik neem ze aan,* sprak de Rus la
chend „'t zon dwaas zijn, zulk een som
van de hand te wijzen."
,Over drie dagen zult gij ze hebben
ik breng ze zelf.'
Inmiddels hadden de gasten zich mee-
reudeels verwijderd, en na de drukte en
het gewoel van den avond volgde meer
stilte en rust. De beide echtgenooten, be
nevens eenige vrienden, die nog gebleven
waren, onderhielden zich over het geëin
digde feest en genoten de koelte van een
heerlijken nacht, welke in Afrika na de
hitte van den dag zoo verkwikkend is en
daar de schaduw en de kalme rust onzer
Europeesche bosschen vervangt. Men sprak
over het eigenaardige van de kleederdracht
over het karakter en de zeden der inboor
lingen, welke zoo geheel van de Enropen-
scbe verschillen. In het eind deelde de
Ros nog het hem door den scheik gedane
voorstel mede en merkte lachend op, welk
groot opzien iets dergelijks in Petersburg
maken zou. Een Spaansch consul hoorde
hem hierbij echter met zulk een ernstig ge
laat aan, dat het den Rus bevreemdde en
hij vroeg»Vergis ik mij, of ziet gij in
het gebeurde iets bedenkelijks
*Gij zijt in een moeielijk geval geraakt,"
antwoordde de consul na eenig nadenken
„vieemd in dit land, zijn n deszelfs ge
bruiken eö zeden onbekend. Weet dan, dat
de Mahomedaansche wet voor haar belij
ders zeer streng en voor den vreemdeling
onverbiddelijk is. In die door onwetende
lieden bewoond land wordt eeu woord zoo
heilig gehouden als bij ons een verzegeld
schrift. Het voorstel van den scheik was
ernstig gemeend, en hij zal bij het gezegde
blijven.Vertrouw mijn ondervinding. Ik raad
u, uw vrouw terstond van hier te verwij
deren en dan een reden voor haar plotse
ling verdwijnen te bedenken, welke uw te
genpartij geloovig moet aannemen eu die
gegrond genoeg is, om den met hem aan-
geganen koop te verbreken."
De Rus verbleekte bij d;ze woorden, daar
hij thans maar al te goed begon in le zien,
aan welk onberekenbaar gevaar zijn onbe
zonnenheid hem had prijs gegeven, te meer,
daar zijn vrouw, die hij innig liefhad, hem
in dit vreemde land zijn vaderland moest
doen vergeten en hij er met haar de ge
lukkigste dagen hoopte door te brengen.
Hij vo'gde dus den raad van den consul
en verwijderde haar oogenblikkelijk.
De noodzakelijkheid van dien maatregel
bleek dan ook spoedig, toen de scheik
zich ten bepaalden tijde bij hem liet aan
melden en eenige slaven medebracht, die
de 3000 beurzen droegen, welke hij den
Rus wilde voortellen.
#Hieris uw geld, geef mij nu uw vrouw,"
sprak de scheik.
#Het doet mij leed, jonge man,* ant
woordde de Rus, »niijn vrouw is gisteren
nacht plotseling overleden en daarom vindt
gij mij in zoo groote verslagenheid en rouw.
Behoud uw geld, want het gezicht daar
van verzwaart mijn lijden nog."
#Hoe, uw vrouw dood riep de scheik
half razend. ,,Is dat waarheid F Intus-
tusschen is bij God geen ding onmogelijk,
ik moet uw woord gelooven en mij aan
rnija lot onderwerpen.
Sedert drie dagen was zij, die gij be
weent, mijn eigendom de dood alleen hefft
mij baar ontroofdde prijs, dien gij voor
haar eischtet, behoort n, want het woord
van een Muzelman is heilig. Breng mij
echter tot haar, opdat ik baar nog eens
voor de laatste maal zie.'
„Vergeef mij, dat ik aan dien wensch
niet voldoen kan, want onze geestelijke
bidden bij het lijk en verrichten daar de
voorgeschreven plechtigheden.'
yDan moet ik gaan, daar uw godsdien
stige gebruiken mij heilig ziju moeten,
evenals n de mijne,' hernam de Arabier
weenend en verwijderde zich.
Na een uur werd de Rus voor den ka
di geroepen en vond daar den scheik, die
onbewegelijk eu zwijgend aan zijn zijde zat.
„Gij hebt een Muzelman bedrogen," riep
de rechter hem toe. Nadat gij uw vrouw
aan dezen man verkocht hadt, liet gij haar
heimelijk wegbrengen. Een van Alexandrië
komend getuige heeft haar onderweg ont
moet. „Jonge Scheik,' vervolgde hij,
zich tot den Arabier keerende, ,welke
schadeloosstelling verlangt gij
„Geene,* antwoordde de scheik, haalde
van onder zijn mantel een dolk te voor
schijn, trad op den Europeaan toe en door
stak hem het hait. Daarna verliet hij lang
zaam de rechtszaal en vervolgde droevig
zijn weg naar de woestijn.
H
r'08, :>ord - l haar mij af en zeg slechts,
i r,,j dat fij voor mijn geluk verlangt."
tuss^l dit zonderlinge voorstel
'"tier oen en aan de schoonheid zij-
vJ'oujj ®0et lachte gelante Oostersche
«^.ik is n<»Europsaan gewoon is,
hij, „mijn vrouw
Schagen, 14 Augustus 1894.
Ten gevolge van de ont
zettende en aisicliuwelijlie
misdaad gepleegd op Mej. de Wed.
Beute en hare bij haar inwonende
nicht Anna Beiersverkeeren wij in onze
gemeente nog ten zeerste onder den ver
pletterenden indruk daarvan.
Terwille onzer Lezers, die buiten on
ze gemeente wonen, volge bier een be
knopt verbaal van dezen vreeselijken,
dubbelen moord.
Zondagmorgen, zoo ongeveer tegen
zeven uur, trad een meisje den winkel
der weduwe Buete binnen, doch daar op
haar herhaald geroep niemand verscheen,
liep het meisje naar den naast aan wo
nenden buurman, de Haan, of die
de weduwe, die buitengewoon doof was,
even wilde waarschuwen. Toen de Haan
nu in de keuken, welke achter den
winkel lag, keek, zag hij daar de wedu
we vermoord op een stoel zitten.
Terstond waarschuwde de Haan onze
politie en den waarnemenden Burge
meester, den heer W. A. Hazeu.
Het ontzettend gerucht had intusschen
een talrijke menigte voor het huis doen
samenstroomen.
Uit het toen in loco ingesteld onder
zoek bleek dat de Wed. Beute Zaterdag
avond onder hare bezigheid snijboo-
nen snijden moet zijn in slaap ge
raakt en zij zoo overvallen werd. Met een
bijl heeft men haar toen de hersenen in
geslagen en haar daarna met een gewoon
tafelmes den hals nagenoeg geheel afge
sneden. Daar men haar s' morgens nog
in zittende houding en met het snijboo
nenmesje in de hand vond, is het te
veronderstellen, dat zij reeds door den
bijlslag het bewustzijn heeft verloren.
Na die misdaad heeft men de tbij haar
inwonende nicht Anna Beiersdie reeds
zich te bed had begeven, doch vermoe
delijk door het gedruisch in huis ont
waakt is, in haar bed overvallen en met
een groot vleeschme» uit den winkel
eveneens vermoord, neen geslacht.
Uit de lijkschouwing is gebleken dat
het meisje zich wanhopig heeft verde
digd. Men vond haar nog met den eenen
voet verward in het beddelaken, terwijl
haar lichaam op den grond lag.
Uit de omstandigheid dat aan bei
de lijken brandplekken zich bevonden
en uit de op de grond en aan de kleeren
der beide slachtoffers zich bevindende
petroleumvlekken, moet verondersteld
worden, dat men na den moord door
brandstichting getracht heeft, elk spoor
dezer afgrijselijke misdaad uit te wis :hen.
De beide kasten in de slaap' amer
waren opengebroken en de inho d der
laden over den grond geworpen Een
kappenstel,enkele effecten en een bundeltje
bankpapier heeft men laten liggen.
In den zak der weduwe heeft men
ook het losse geld laten zitten.
De moord op Anna Beiers moet za
terdagnacht omstreeks 11 uur plaats ge
had hebben. Omtrent dien tijd tenmin
ste hebben een tweetal ingezetenen, die
den scheerwinkel van Boesgrenzende
aan het perceel der weduwe, verlieten,
toen zij de woning der weduwe passeer
den, een angstig gegil gehoord van „o
God! o God!" Een van hen had toen
reeds de hand op de klink der voordeur,
om binnen te treden, doch op de op
merking van den ander, dat er wel meer
malen tusschen de weduwe en haar nicht
een scherpe woordenwisseling plaats had,
trad men niet binnen.
Met een derde ingezeten, die toevallig
kwam aanloopen, luisterden zij nog eeni
gen tijd, doch alles bleef stil en donker.
Even later zagen de beide eerste per
sonen, die nog een poos waren blijven
kijken, dat iemand tot vier-, vijfmaal een
lucifer aanstak en eindelijk een klein
lichtje werd opgestoken, waaruit zij meen
den te moeten opmaken, dat de twist
was bijgelegd en door de weduwe eeu
nachtlicht was aangestoken.
Dat alles geschiedde tusschen elf en
half twaalf.
Later, even na twaalven trok het van
het huisgezin van Boesnog op zijnde,
de aandacht, alsof er over de schutting
geklommen werdwaarop de hond op de
plaats gelaten werd zonder eenig gevolg
evenwel. Nog even later meent men de
bel der voordeur van de woning der
weduwe nog te hebben hooren overgaan.
Yan de schutting tusschen de erven
van het perceel der Weduwe en dat van
Boes, bleken des Zondagsmorgens
een paar planken afgebroken.
Of er evenwel gedacht moet worden
aan het bestaan van twee moordenaars,
dan wel van een, niets geeft eenige
aanwijzing. Ook kan nog niet geconsta
teerd worden of er wel eens diefstal is
gepleegd.
De geheimzinnigheid en het zonder
linge in deze geschiedenis baart natuur-
hjk groote verontrusting.
Hoe het mogelijk is, dat men om dien
tijd, en nog wel op het drukste deel
der Laagzijde van de Gedempte Gracht,
zulk een vreeselijk feit onopgemerkt en
onverlet heeft kunnen plaats vinden,
blijft een raadsel.
Zondagmiddag met den trein van
twaalven kwamen van het Gerecht uit
Alkmaar, de heeren J. Lulofs Umbgrove
substituut-officier van justitie en A. C.
Lagerweyrechter-commissaris, benevens
don plaatsvervangend griffier, terwijl het
visum repertum werd verricht door Dr.
Melchior van hier en Dr. J. Thomas van
Alkmaar.
Ook de heer Jhr. Mr. D. v. Foreest
kantonrechter was bij het gerechtelijk
onderzoek aanwezig.
Op last der Justitie zijn door onzen
plaatsgenoot, den heer Niestadt, photogra-
fieën genomen der slachtoffers.
Maandagmorgen i3 de leiding van het
gerechtelijke onderzoek overgegaan in
handen van den Officier van Justitie,
Mr. Karseboom. Tal van personen zijn in
verhoor genomen en de Justitie is dag
en nacht onverpoosd aan den arbeid,
om in deze raadselachtige historie eenig
spoor te vinden, hetwelk kan leiden tot
de ontdekking van den barbaarschen
moordenaar.
Wij zullen onze Lezers niet lastig val
len met de opsomming van eenigerlei
vermoeden. Als er werkelijk iets officieels,
iets positiefs kan worden gemeld, zullen
wij dit per bulletin bekend maken.
Maandagavond is onze Burgemeester
de heer S. Berman van zijn reis terugge
komen.
Een platte grond van het terrein ge
ven wij hier nog tot verduidelijking.
P 1 a a t s j e.
achterdeur.
deur.
Rommelkamer.
- stoel.
I i
bed.
Achterkamer.
deur.
1
1 1
i i
1 1
Voorkamer.
deur.
winkelramen.
1 1
1 1
a>
e
Voorstraat.
b. van het terrein
Weiland.
Sloot
boet
boet
Tuin
Boes.
Laagzijde, Gedemptegracht.
Heden (Woensdag) namiddag ten één
ure heeft de plechtige teraardebestel
ling der beide slachtoffers plaats
gehad. Op den weg van het sterfhuis
naar de begraafplaats en op den dooden-
akker had zich een buitengewoon talrij
ke menigte vergaderd.
Voor de lijkbaar der weduwe werd een
krans gedragen; haar lijkbaar werd ge
torst door de buren daarna volgden
de lijkbaar der jeugdige Anna Beiers
voorafgegaan door verschillende kransen
en gevolgd door de leden der dames-
Zang vereeniging Euphoniaen haar di
recteur, den heer ter Linden.
Op uitnoodiging van den heer J. N. Al,
den executeur-testamentair, v. Alkmaar,
werden de beide lijkbaren mede gevolgd
door:
de heeren Ds. W. A. v. Kluyve v. Scha-
gen, Jb. Al, Jb. v. Twisk v. Alkmaar
A. BernardB. A. Grotegoed v. Amster
dam W. Alfrink, N. Hofmeester, R. v.
Lieshorst v. AlkmaarP. de Beurs Jeu.
v. HelderL. Kroon v. Dirkshornmej.
N. Bulter v. Dirkshorn mej. A. de Beurs
en mej. Marg. Aid. Beiers v. Helder;
de heeren P. Blok v. Amsterdam
Oudt v. WinkelG. Oudt v. Amsterdam
mej. Ir. Blok v. Amsterdammej. Clas.
Jabroer v. Alkmaar; mej. Wed. P.
C. Veen en de heerenC. Franken, A.
Bak, C. Franken Jt., A. Posker en W.
Vlaskamp van Schagen.
Nadat de beide verzegelde lijkkisten in
de groeve waren neergelaten, trad de
WelEerw. Zeergel. Heer Ds. A. W. v.
Kluijve nabij de groeve en sprak met
diep ontroerde stem ongeveer het volgen
de
„Het is met een gevoel van den diep-
sten weemoed, dat ik hier sta; gij be
grijpt allen, dat ik afwijk van de gewoon
te om een woord aan huis te spreken,
wanneer ik het niet gedaan had, zou men
het mij verweten hebben.
Deze vreeselijke tijding trof ons in het
diepst onzer zielhoe is het mogelijk
dat zoo iets ontzettends in onze vreed
zame gemeente kon plaats grijpen; en
dan te denken dat twee vrouwen, die
nooit iemand hebben in den weg gestaan
nooit iemand hebben leed gedaan, het
slachtofier werden van zoo gemeene, lage
hebzucht te denken dat uit gemeene, lage
hebzucht eeu paar onschuldige vrouwen
het leven werd benomen, wellicht om
een weinig geld.
Is 't wonder, dat we diep innig mede
lijden gevoelen, en dat een vreeselijke
verontwaardiging zich van ons meester
maakte, die nog niet is gestild; do aar zij
leett nog voort; de gedachte, dat het nog
niet mocht gelukken eenig spoor te ont-
I dekken, treft ons in het diepst onzer ziel.
Wie had er iets tegen deze vrouw
13 jaar lang heeft zij, zooals een vrouw,
die alleen staat, dat doen kan, geworsteld
en gewerkt; zij wist zich een goed bur
ger bestaan, te verwerveneen eerlijk
stuk brood 7e verdienen, men had respecj
voor haar.
En dan dit onschuldige meisje,
nevenslachtoffer gevallen is; het is o.
zettend om aan te denken; het is om nooit
te vergeten. Zij bekoorde een ieder door
hare lieftalligheid en vriendelijkheid, zij is
eveneens het slachtoffer van lage, gemeene
hebzucht; wij gevoelen innig medelijden.
Maar toch geloof ik, dat ik spreek uit
naam van duizenden, wanneer ik zeg,
dat zij liever zijn in de plaats dezer
vrouwen, dan in de voetstappen van den
ellendigen mensch, die haar van het leven
beroofd heeft.
Ziet eens, toch, terwijl die gedachte
ons overmeestert, ons vast houdt, voel
ik, dienaar van het Evangelie, hetwelk
mij zoo liet is, iets in mij, dat mij doet
zeggen: mannen, broeders, zusters geen
gedachte van haat en wraakhet Evan
gelie van Christus spreekt niet van
wraak, maar van ontferming, goedertieren
heid, medelijden.
Er is iets in de natuur van den mensch,
dat vreeselijk is op zoo'n oogenblik en
toch zou ik gaarne willen, dat velen van
hier gingen met een bede tot God, voor
den ellendigen moordenaar, dat het een
maal licht in zijn ziel moge worden, dan
eerst is het bloed dier vrouwen gewro
ken dat is goddelijke wraak. Laat de
aardsche gerechtigheid intusschen zich
van haar plicht kwijten.
Laat ons afscheid nemen van deze
vrouwen en zeggen slaap zacht, rust in
vrede elke gedachte aan wraak wor
de verbannen uit het hart en de bede
om vergiffenis blijve op de lippen."
Hierna trad de heer ter Linden naar
voren en gaf als directeur van Euphonia,
mede namens hare leden uiting hunner
deelneming. „Wij hebben Anna Beiers
zoo ging hij onder diepe ontroering voort,
„jaren gekend, vooral de laatste l1/,
jaar als lid der vereeninging zij is altijd
gebleven een opgeruimde, vriendelijke,
hartelijke meid. Rust zacht, lieve vrien
din."
Daarna werd uit naam der familie
door den heer N. Al dank uitgebracht
voor de heerlijke en troostvolle woorden,
dank aan het bestuur en de leden van
Euphonia voor den zoo mooien krans, ge
schonken, dank aan alle buren, vrien
den en kennissen, voor de laatste eer aan
beide overledenen bewezen.
Door enkele der naastbestaanden werd
hierna aarde op de lijkkist geworpen.
Onder groote verslagenheid verliet de
talrijke menigte den doodenakker.
Als appendix deelen wij hier mede,
dat op initiatief van den heer J. P. Backx
onder goedkeuring van den Ed. Achtb.IIeer
Officier van JustitieMr. Karseboom zich
een voorloopige commissie heeft gevormd
tot het bijeenbrengen van gelden, als pre
mie uit te loven voor het ontdekken
of aanwijzen van den daderof de daders
van dezen moord. Deze voorloopige com
missie is gevormd door de heerenJ.
P. BackxS. BermanDs. A. W. van
KluijveWA. HazeuBr. S. de Boer
Dr. MelchiorJ. v. d. MaatenW. Rogge
veen Cz., Jb. Denjs Jz.t J. M. Koelman,
Verhoef *n J. Winkel.
Deze Commissie zal reeds heden avond
ten 8 ure vergaderen ten lokale van den
heer W. Roggeveen Cz.
Ingeschreven van 11 14 Augustus 1894.
GeborenTrijntje, d. v. Dirk Rood en
van Anna de Graaf.
Ondertrouwd en Getrouwd Geene.
Overleden; Jansje Stoel, weduwe
Gerrit Beute, oud 55 jaar en 5 maanden.
Antje Beijers, oud 17 jaar en 10 maanden.
Gcni Zïjpe.'
Ingeschreven van 27 Juli 3 Aug. 1894.
Geboren Pieter, z. v. Ditk Klok en
Trijntje Kroon. Cornelis, z. v. Willem de
Leeuw en Cornelis Oosterman.
Ondertrouwd en GetrouwdGeene.
Overleden Neeltje Paarlberg, 80 jaar,
Echtgen. van Jan Nieawland.
Ingeschreven van 3 10 Aug. 1894.
GeborenWiepke, d. v. Jan Eibes
en Saartje Harms Blink, Echtel. wonende
te Leek.
Ondertrouwd en Getrouwd Geene.
OverledenPieter de Leeuw, 26 jr.
Koopman, z. v. Jan en Elisabeth Zuidscher-
woude.
Hoorn, 10 aug. 1894. Aangevoerd:
H. L. Rogge
5 Tarwe
7 Garst
9 Haver
Witte Erwten
Groene dito
Grauwe dito
Vale dito
Bruine boonen
Geeleboonen
Witteboonen
Paardenb.
Karweizaad
Mosterdzaad
11 Paarden
9 Koeien
4 Kalveren
173 Schapen
Lammeren
34 Varkens
Zeugen
120 Biggen
Kip-Eieren per 100
f
a
4.25 a
3.- a
3.25 a
a
8.50 a
14.a
10.— a
7.50 a
a
9.50 a
5.25 a
a
a
75.- a
,120— a
9.— a
18.— a
a
14.— a
a
6.a
3.25 a
6.50
4.—
4.-
io!-
17.-
14.50
11—
11—
5.75
150—
240—
18—
28—
2350 koppen boter 50 a 52* ceots per