De Vriend van de Straat.
Sprankel*.
546ste 8TAAT8L0TKR1J.
Getrokken Pr ij zen.
met artsen sis met nachtwaksrs, wij weten
heel goed den weg op de straten, rnsar
wat er in de huizen zelve gebeurt, is ons
geheel onbekend.
Is de geur der bloemen
gevaarlijk
Fieihgrath heeft in zijn heerlijk gedicht
„De wraak der blocmea' geschilderd, hoe
een jong meisje aan den geur der bloe-
raeu s erlt, en Zola laat in een zijner ro
mans insgelijks eene jonge vrouw zich ver
giftigen met bloemen, die zij ophoopt in
hare kamer en waarin zij gaat slapen.
De vraag is nu gedaan sterft men van
den geur der bloemen, of volgt de dood
door het koolzuur, dat de plinten uitade
men Waarheid is het, dat vele menschen
den geur van rozen, viooltjes of lelies niet
kunnen verdragen. Een geval is bekend
geworden, dat een soldaat Zelfs in onmacht
viel bij het ruiken aan een pioenroos.
Maar dr. Mackenzie, de Amerikaansche
arts, heeft eens een proef genomen. Hij
had eene patiënte, die bij den geur van
eene roos in onmacht viel, en zenuwtoe
vallen kreeg. Eens, toe zijne patiënte bijna
hersteld was, bracht dr. Mackenzie haar
eene roos die volstrekt geen geur gaf
ondanks dat viel de dame ouder hevige
hartkloppingen terstond in onmacht. En de
mooie bloem was eigenlijk in het geheel
geen bloem, maar eene nabootsing in
porceleiii. Davruit volgt, dat de bloemen, al
ruiken ze nog zoo sterk, eigenlijk heel
onschuldig zijn, en dat ze eerst gevaarlijk
worden door de ziekelijke verbeelding van
menschen, die geen bloemengaar kunnen
verdiagen.
Een jeugdig misdadiger.
In het Duitsche dorp Seak, dicht bij
de Russische grens, had een boer, Meunier
genaamd, een jeugdigen koewachter ne
gen jaren was de knaap gekastijd voor
een fruitdiefstal. Woedend zei de jongen,
dat hij zich op het vierjarig zoontje van
Meuuier wreken zou. Hij volbracht zijn be
dreiging en doodde het kind in een bosch,
door middel van bijlslagen. Zijn moeder
hielp hem om het lijk t« begraven. De jon
gen was zoo trotsch op zijn daad, dat hij
het in de school vertelde, waarop hij en
zijn moeder in verzekerde bewaring zijn
genomen.
Bloeden Berglucht.
Wij weten sedert geruimen tijd, dat de
berglucht nadrukkelijk en binnen bepaalde
grenzen ook heilzaam op het menschelijk
lichaam werkt. De geuteslieeren beschouwen
het bergklimaat als opwekkend, maar zij
zijn niet in staat om te verklaren op welke
wijze zich deze weldadige iuvloed doet gel
den. Eenig licht in onze kennis van de om
wentelingen, die in het lichaam plaats heb
ben bij het verlaten van de laagvlakte, ont
stond in den jongsten tijd door studies c-
ver de zoogenaamde „bergziekte", die bij
het bestijgen van hooge bergtoppen pleegt
te ontslaan. Hoe hooger wij stijgen, das te
donner wordt de lucht. Zij blijft wel is
wasr in hare samenstelliug ongeveer gelijk,
maar volgens het gewicht is in een liter
berglucht minder zuurstof dau iu een liter
lucht der laagvlakte. Als b. v. aan den zee
spiegel 1 liter lucht 100 deelen zuurstof
bevat, dan daalt de hoeveelheid van dat
gat bij 1000 M. hoogte tot 82.2 pet., bij
2000 M. tot 77.8 pet. en bij 5000 M.tot
bijna de helft nl. 53.5 pet. Met iedere a-
demhaling voert das de long in het hoog
gebergte het bloed minder zuarstof toe dan
in de laagvlakte. Zooals na oederzoekingen
van het bloed van menschen, die zich in
het hooggebergte ophielden, getoond heb
ben, schikt het lichaam zich naar die nieu-
we verhoudingen.
De roode bloedbollettjes zijn het, die zich
in de long met zuarstof belasten en deze
door den bloedsomloop naar alle organen
van het lichaam voeren. Bij een verblijf
in het hooggebergte vermeerdert nu het
aantal der roode bloedbolletjes in den
mensch met vele millioenen, verlaat men
het hooggebergte en keert meu in de laag
vlakte terag, dan neemt het aantal der roo
de bloedbolletjes weer af. De verminderde
lnchtdrukking schijnt de werkzaamheden van
enkele cellen bizonder te verg root sn en
daar de cellen den strijd tagen onze vijan
den, de bacteriën, grootendeela voeren, blijkt
de invloed der berglucht misschien juist
daarom zoo heileam tegen die zooveel voor
komende bacteriën-ziekte, de longtering.
Boter of margarine? Om ze
ker te weten te komen, of boter met mar
garine vermengd is, voeet men er een
weinig zwavelzuur bij. Klenrt de boter
zich dan slechts helder geel of roodachtig
geel, dan is ze onvervalscht, ontstaat ech
ter een donkergele, of bruine kleur, dan
bevat de boter margarine, en kan de ver-
kooper vervolgd worden.
MadameJustine Courront
te Parijs was moeder van twee jongetjes,
een van anderhalf jaar en een van zes
maandeD. Zaterdag moest de moeder een
boodschap doen en liet de beide kinderen
eenigen tijd alleen. Toen zij een half uur
later terug kwam, begaf zij zich onmiddel
lijk naar het wiegje, waarin het jongste
kind lag. Tot hare ontzetting zag zij, dat
de kleine dood was en een lange haarspeld
in het linkeroog had gestoken. De buren,
die op het geschreeuw kwamen toeschie
ten, ondervroegen het oudste ver.tj-, dat
bekende de speld in het oog vau ziju
broertje te hebben gestoken, uit j iloezie.
TeSzatmariseen vrees e-
lijk ongeluk gebeurd. Een stellage stortte
in en sleepte 250 werklieden mee. De
puiohoopen zijn vol dooden en doodelijk
gewonden, die met moeite kunnen worden
te voorschijn gehaald. Het aantal dooden is
nog niet bekend.
Ee.n ware geschiedenis met verdichte namen
van personen en woonplaatsen
door W.
Midden tusschen de schoon* huizen van
het nieuwe gedeelte van Amsterdam stond
een huis, dat hoog en mooi onder de han
den der bouwlieden oprees. Maar nauwe
lijks waren metselaars en schilders gereed
en had de glazenmaker zijn laatste werk
gedaan, of de slaap scheen op het statige
gebouw neer te dalen. De deur bleef
gesloten en de ramen zagen er uit als ge-
slotene oogen.
Nieuwsgierigheid is anders mijn zwak
niet, maar de geschiedenis van dit huis
begon mij te prikkelen. Lmgen lijd on
derzocht ik intusschen te vergeefs. Daar
ontmoette ik toevallig een bekende, die
goed met de stad bekend was en nadat hij
een poos het fraaie huis zwijgend had
aangestaard, hoofdschuddend zjn weg
vervolgde
lk riep hem toe: yEeu ino i
huls."
Mijn bekeude knikte.
„De eigenaar is wel te benij
den.*
„Van de tegenwoordige beziiters van
dit mooie huis, heeft nog geen enkele er
blijdschap over gevoeld," antwoordde de
andere ernstig.
„Gij kent za dus
Hij knikte bevestigend.
«Eu waarom is dit huis nog altijd on
bewoond
„Dat is eene zonderlinge ges. hiel. nis.
En als men die hoort, dan kan me i eeuigeu
twijfel aan de waarheid er vau i.i-t on
derdrukken. Zoo is het mij gegaan. Zo
zal het ook n gaan. En toch is alles waar
en het bewijs daarvoor is juist
net huis.* Na een diepe a-
demhaling ging hij voort „Jaren geleden
kwamen twee leden van eene verarmde
adellijkefamilie naar Amsterim. Hei wa
ren baron P. en zijne moeder. De gerin
ge middelen waarover zij beschikten, ston-
deu hen niet toe, een eigen huis te koo
pen. Zij moesten dus eene kleine gehuurde
woning voor lief nemen en zoo kondeu zij
rondkomen met het kleine inkomen van
den zoon, die ambtenair was.
De P....'s waren geheel onbekend en zoch
ten ook geene kennissen. Op zekeren avond
bezocht da baron eene in de nabijheid van
zijne woning gelegene restauratie om d .ar
iets te eten. llij had een afgelegen plaats
je uitgezocht, waar hij onopgemerkt zijn
eeavoudigen avondmaaitijd nuttigde.
Korten tijd nadat hij was gftan zitten,
nam eem vreemdeling tegenover hem plaats.
Met een vriendelijken groet van dezen werd
de baron tot een gesprek uitgenoodigd,
waarbij de baron, zonder te vragen, met
een goed deel van de levens en lijdensge
schiedenis van zijn tafelgenoot bekend werd.
„De vreemdeling die ongeveer van denzelf
den leeftijd als de baron was, was een Pruis
van geboorte. Hij was na een tamelijk vroolijk
en lichtvaardig leven, nasr Amsterdam ge
komen om daar zijn onderhoud in arbeid
te zoeken. Maar het wilde hem niet goed
gelukken. Waar hij zich aanbood, werd hij
afgewezen en nu, zoo besloot hij zijne ver
telling, rben ik op het punt, dat ik niet
weet, waar het hoofd neder te leggen."
De baron luisterde in bet begin onver
schillig toe. Hij had hem met gen woord
aangemoedigd om zijne geschiedenis te ver
tellen, maar daar de ander de behoefte tot
mededeeling scheen te hebben, liet hij hem
voortgaan.
Spoedig evenwel wekte de vrijmoedig-
beid, waarmee de man zichzelven aan
klaagde en oordeelde over zijn nutteloos
voorbijgegaan '.even, de belangstelling van
den baron. Hij gaf antwoord, de vragen
lokten wedervragen uit en toen de vreem
deling met een duidelijk hoorbaren zucht
eindigde, dat hij zonder dak was, voelde
de baron zich gedrongen, om den bekla
genswaardige zijne hulp aan te bieden.
De baron bereidde den vreemdeling er
op voor, dat zijne omstandigheden hem
niet toelieten om meer dan een eenvoudige
legerstee aan ie bieden, maar dess was
reeds overgelukkig een onderkomen gevon
den te hebben.
De jongelieden verheten te zaraen de
restauratie. De oude moeder van den ba
ron was wel zeer verbaasd, toen zij den
gast in de kamer zag komen, maar zij
voegde zich zonder tegenspraak naar den
zoon en het roerende verzoek van den
vreemdeling. Zij bereidde den gast een
bed.
De morgen kwam en met dezen voor
den vreemdeling de vraag Wat te doen
Hij peinsde en peinsde, maar vond niets.
#Wacht tot mijne terugkomst, dau kun
nen wij uwe aangelegenheid beter bespre
ken,* troostte de baron, toen hij zijn hoed
nam om naar zijn bureau te gaan.
De baron ging, de vreemdeling bleef.
Maar ook de bespreking, toen de baron thuis
kwam, had geen gevolg. Er was geen mid
del te vinden om den vreemdeling arbeid
te verschaffen, hoewel deze genoeg ge
leerd had en zich in alles wilde schikken.
Er bleef niets over, dau wachten wat de
tijd zon brengen en tot zoolang noodigde
de baron zijn van de straat opgenomen
vriend uit, bij hem te blijven en zijne be-
schcidene huiselijkheid te deelen.
Dit ging wekea zoo en de goede lieden
vonden het best met elkander, zoodat het
den baron en zijne moederzeer zwaar viel,
toen de vreemdeling eindelijk na vergeefs
wachten, het voornemen te kennen gaf om
een rijken bloedverwant in Silezië op
te zoeken en Amsterdam te verlaten. De
baron moest zijn gast laten gaan. De zorg
voor zijn huishouden was eigenlijk ook
reeds boven zijn kracht vergroot door den
vreemdeling. Men nam afscheid met de be
lofte door brieven mvt elkander in ver—
biuding te blijven,
»De Pruis was reeds weken en maanden
lang weg, zonder een teeken van leven te
hebben gegeveD. Men herinnerde zich zijner
soms met dat trenrig gevoel, dat komt als
men gelooft zijne goedheid en liefde aan
een onwaardige te hebben verkwist. Daar
komt op zekeren dag een brief met geld.
Hij was vau den Pruit, die den ontvanger
iu weinige hartelijke woorden verzocht de
inliggende som dadelijk tot verbetering van
zijn huishouden te gebruiken.
Vluchtig herdacht hij nog de wisseling
ten goede die in zijn toestand was gekomen,
omdat zija bloedverwant gestorven
was en hem als erfgenaam een
groot bozit had nagelaten.
De brief eiudigde met de belofte, van
den schrijver spoedig persoonlijk in Amster
dam te zulleu komen opzoeken.
yHet duurde ook niet lang of hij kwam.
Hij had alles verkocht en kwam nu met
zija bezit aan geld, met het doel om met de
menschen, die hem in zijne verlatenheid
zooveel liefde hadden bewezen, in rust en
gemeenschapellijke vreugde te leven. Nu
kwam er voor de drie vrienden een korte
tijd van rustig genieten en behagelijk stil
leven.
Een deel van het aanzienlijk vermogen
werd in zekere papieren belegd, het andere
deel moest dienen voor den bouw van een
huis. Na lang zoeken kozen de beide vrien
den een bouwterrein uit op de pLats waar
nu het fraaie huis zonder bewoners staat.
Aan den bonw werd dadelijk begon
nen, maar eer het voor de heft was af
gebouwd, werd de Prnis ziek en stierf in
weerwil van de opofferende zorg van zijn
eenige vrienden. Het bij den advocaat ge
deponeerde testament benoemde hen tot
universeele erfgenamen van den gestorvene.
Den jongen baron, die zelf aan eene
borstkwaal leed, trof de dood van zijn
vriend zeer smartelijk.
De bouw van het huis ging inlnsschen
door en spoedig was het gereed. Toen de
bouwmeester de aannemingssom inontvangst
uam, zeide hij, dat de baron in den vol
genden herfst het mooie huis voldoende
uitgedroogd en bewoonbaar zou vinden.
De baron herhaalde met het hoofd knik
kende ,Tot den volgende herfst...." en hij
ging tot versterking van zijn zeer geknak
te gezondheid naar het zuiden van Frank
rijk.
Hoelang hij daar gebleven is, weet ik
niet, maar toen hij terugkwam, toen was
die herfst over welken de bouwmeester ge
sproken had, lang voorbij.
Buiten lag sneeuw en op den rug van
den Amstel en het IJ dreef het wegdoo-
iende ijs.
En toen ijs en sneeuw geheel gesmol
ten waren, toen was ook de baron heen
gegaan. Inplaats van zijn nieuw, mooi huis
te betrekken, werd hij er voorbij gedragen
Daar zijn laatste rustplaats.
De moeder, die erfgename van den
z on is, kan voorloopig nog
niet besluiten, om het nieuwe huis
te betrekken of te verkoopen En,
zoo staat het daar als een raadsel voor hem
die de geschiedens er van niet kent. Voor
hen echt-r die er van weten, is het huis
een welsprekend bewijs er voor, dat iu de
wereld, hoe boos zij ook is, hoeveel twijfel
er aan goedheid en waarheid en aan de
macht van deze ook mogen bestaan, de
menschenliefde nog steeds in het verbor
gen bloeit en dat hij, die deze bloem
kweekt, daarvoor ook somtijds met
dankbaarheid beloond wordt." Zb/.kl.Ct.
De schoonheid van gelaat en vormen
eener vrouw verwelkt, de schoonheid der
ziel, die spreekt nit de oogen, wijzigt zich
doch kan zich veredelen.
Marktberichten.
SCHAGEN, 16 Augustus
2 Paarden f
Veulens
11 Stieren
23 Geldekoeien(magere)„
10 Vette Koeien
12 Kalfkoeien
20 Vaarzen
Graskalveren
12 Nuchtere Kalveren
350 Schapen (magore)
100 Idem (vette)
Overhouders
230 Lammeren
Bokken en Geiten
30 Varkens (magere)
Idem(velte) per K.G.„
35 Biggen
30 Konijnen
100 Kippen
30 Eenden
7 Duiven
440 Kilgr. Boter
240 Kaas
3000 Kipeieren
500 Eendeieren
1894. Aangev.
70.— a 150—
65.— a 170—
110.— a 180
170 a 270—
150— a 210—
100— a 136—
12— a
12.— a
a
21—
a
10— a
a
14— a
a
8.a
—.10 a
—.10 a
.4C a
—.10 a
-.80 a
-.20 a
2.75 a
2.50 a
20—
21
26—
16.50
18—
10—.
-.75
-.60
50—
-.20
1—
-.30
3—
2.60
Het is onmogelijk, de fakkel der waar
heid door het gedrang te dragen zonder
hier of daar een baard of lok te verzen-
gen- Mevr. Quarles.
Een huis zonder vrouw, gelijkt op een
schoorsteen zonder vuur.
Het is niets zeldzaams, dat iemand zijn
eer verkoopt voor een eereteeken.
Mevr. Quarles.
Stoffelijke welvaart is voor iets, ver-
itandelijke ontwikkeling voor iets meer,
zedelijke beschaving voor het hoogste te
houden- Balsem.
De mannen, die zich het zelfstandigst
roemen, zijn veelal overgevoelig voor lof
tuitingen die zij weten, dat slechts woor
den zijn.
Eeu ernstig genomen besluit moet suel
worden uitgevoerdde beste wil kan wan
kelen, wanneer men uitstelt. Müllner.
Men verslindt met volle teugen den lo
gen dle ons vleit, en men drinkt drnps-
gewijza de waarheid die ons bitter is.
Jean Jacques Rousseau.
Pittig tWG8 ,vr!endea scheiden, sluiten zij
i ,"rs Steunen weg en verwisselende
e°tSlS- Feetham.
j nmmige zwakheden zijn ons aangeboren,
raag is, welke geven ons de meeste moei-
Goethe.
ion^è =miU 13 waarr>P de meeste
jonge mannen stranden.
HOORN, 16 Angnstus 1894. Aangeroerd
Kleine Kaas, hoogste prijs f28—Com
missie f24.— Middelbare f23—, aanger
265 stapels, wegende 76,086 Kilo.
HOORN, 17 Augustus 1894. Aingeward:
202 Schapen van f20.a 31.- per stok
Lammeren f a Varkens f
a per Kilo. Koeien f a
Handel vlug.
EDAM, 16 Augustus 1894. Aangevoerd:
140 stokken boter, per K.G. 47* a 57 ot.
kipeieren f 3.50 a f4— de 100 stuks.
ZAANDAM, 16 Augustus 1894. Aangevoerd
23 stapels kleine kaas, prijs f26.
ALKMAAR, 17 Auguetns 1894. Aangevoerd
Kleine Kaas f 27.50 Commissie f 25.—
Middelbare f26,aangevoerd stapels
wegende K. G.
ALKMAAR, 17 Aug. 1894.
Op de graanmarkt werden aaBgev. H.L.
26 Heet. Tarwe f 7.12* a 75H.L.
Rogge f 4.50 a 5.H.L. gerst f
a H.L. chev. f a 205
H.L. Haver f 3.25 a 3.75. H.L. citroen-
boonen f a 1 HL. bruineboonen
f a Duivenboonen f 8
witte id. f a roodmos-
terdzd. f 11.a Kanariezaad f
a 202 H.L. Karweizaad f 13.25 a
13.85 H.L. groene erwten f 7.50a—-
grauwe f a 55 H.L. vale f 7.50
a 11.Blauwmaanz. f a
3 H. L. Koolzaad f 5.a 8.75
ENKHUIZEN, 15 AUG 1894.
Heden werdeu alhier aangevoerd 20 sta
pels, kaas prijs f 26,— karweizaad f 13.75
a f 14.oud f a mosterdzaad
16—, a 16.75 Maanzaad f a
grauwe erwten f - a Vale dito
8 Wijker Vale dito f 9,—
al3,— Groene dito a Bruins
boonon f 10.a 13.25 Paardenboonen
f a Gerst f 3. a 3.50 Haver
f 3— a 4,-.
Aangevoerd Vette Varkens f 18 a f —,23
per i/, K. G. Magere Varkens f 13,8
16.p. st.Biggen f 7.a 11.Koojj-
nen f 0.40 a f0.75 Kippen f —.60 a f 1.20, Kip
eieren f 3.75 a 4.—. Boter 52* a 60 cent
per pond. Lammeren f a Sebapen f 8
3de Klasse Trekking van 13 Augustus.
Prijs van f 2000: No. 80
f 1500. No. 4670 16226
f 1000: No. 11974
t 400: No. 7958 20700
f 200: No- 2471 17196
f 100: No. 1800 2153 2338 13166
18084 19433
3ste Klasse Trekking 14 Augustus.
Prijs van f 25000 No. 4530
Prijs van f 400; No 4821 17268
f 200; 1811
f 100: 9035 11658 11749 19729
3de Klasse Trekking van 15 Augustus.
Prijs van f 5000: No. 10388
f 1000: 10484 12833 20043
f 400: 16759
f 200; 6436 18434
f 100: 1685 8450 8989 11854
12120
8e Klasse Trekking van 16 Augustus.
Prijs van f1000: No. 16831