Toen te negen nor Zondagavond, het kan ook iets later zijn geweest, de kinde ren van den heer Van der Scheer, naasten buurman van den heer Meinders, te bed waren gebracht, hoorden de moeder, echt- genoote, dienstbode en kinderen, in 't kort alle huisgenooten van den heer v. d. S. een luid geschreeuw, voortkomende uit de bovenkamer van Meinders. Nu wist de fa milie v. d. S., dat de kinderen van Mein ders wel eens ondeugend warenze dach ten dus in 't eerste oogenblik, dat de kin deren gestraft werden. Het gegil werd echter luider; bij v. d. Scheer wierpen ze de tuindeur open, de achterdeur van de kamer achter den winkelde dienstmeid van Meinders kwam over de schutting zien, die de tuinen achter beide woningen scheidt en riep #0 juffrouw, laat mijnheer Van der Scheer toch dadelijk komen, Jans- je is vermoord Dadelijk snelde V. d. S. buiten om naar de woning van Meinders, onmiddel lijk gevolgd door zijn bedienden ze vonden het twaalf-jarig dochtertje, half zittende, half hangende met het hoofd naar beneden in de embrasse van het overgordijn. Het kind werd terstond uitgestrektze was nog warm, maar helaas, de levensgeesten kon den niet meer worden opgewekt. Midde lerwijl kwam ook de echtgenoote van den heer V. d. S. toesnellen, na eerst de dienst meid van Meinders naar dr. Clinge Doren bos gezonden te hebben, terwijl de bedien de van V. d. S. Jocter Foek ging roepen. De heer V. d. S. zelf ging de politie waarschuwen en onmiddellijk verschenen de beide gemeente politie-agenten op de plaats van den moord. Bij de lijkschouwing bliek dat de dienst meid van Meinders erge krabben in 't ge zicht had. Maandagavond, waren die krabben niet alleen nog zeer goed zichtbaar, maar het was zelfs duidelijk te zien, dat ze eent on langs waren toegebracht. Bij de schouwing bleek verder duidelijk dat het arme dochtertje van Meinders niet was opgehangen, maar met de hand gesmoord was. Zeer waarschijnlijk is de moord in de bovenzijkamer geschied. Deze kamer komt uit, in een gang, waaraan ook de boven- voorkamer, ingericht voor slaapkamer, grenst. In die kamer is vlak naast een der ramen welke op de straat uitzien, een kast in den inunr. In die kast bewaarde de heer Mein ders zijn geldswaarden. Aan deze kast wa ren speren van braak te zien. Dnidelijk was het merkbaar, dat men geprobeerd had de deur van die kast te o- penen. Het blik, waarmede de kastdeur is be dekt, was eenigszins omhoog gebogen ook was het papier er gedeeltelijk afgehaald. Toen het niet was gelukt de kastdeur te brief liggen, dieB ik n gisteren toonde," zeide de boekhouder met neergeslagen blikken. sIk heb den brief weggenomen, vernietigd, omdat ik dacht, dat het publiek niets omtrent nwe verhouding tot den heer Schrötter be hoefde te weten," Geertruida antwoordde niets. Zij herinner de zich de waarschuwing van hare nieht, en de overeenstemming van de woorden van den heer Wegelin met deze waarschuwing maakte een pijnlijken indruk op haar. De smart over den dood van haar oom, de geheim zinnigheid van zijn dood, dit werd alles terzij de gedrongen door de gedachte, dat men haar zou kunnen verdenken. „Deze brief bestaat niet meer en gij be hoeft niets te zeggen," zeide mjjnheer We- gelin en verwijderde zich na een doordrin genden blik op de schoone, onbewegelijke ge stalte gsslagen te hebben. Geertruida vermomde zich en ging naar de werkkamer van den ouden heer Benne- witz. Zij zag hier de dienstboden verzameld en hoorde hoe een politiebeambte, die tus- schen heu stond, zich ontevreden uitliet over het verwijderen van het lijk uit depo sitie waarin het gevonden was. „Wie heeft het lijk verwijderd?" vroeg bij. „Dat bsn ik geweest," sprak mijnbeer We- gelin. „Ik heb mijnheer met behulp van Latscb opgenomen, en op zijn bed neerge legd, omdat ik dacht, dat de arts hem we der tot zijn bewustzijn zou konnen brengen." „Weet gij niet, dat bij verdachte sterfge vallen, de lijken niet van hun plaats geno men mogen worden, totdat een volledig on derzoek is afgcloopen?" „Ik geloofde niet dat menheer Bennewitz dood was, en zag niets verdachts. Do wond aan het hoold beb ik eerst bemerkt, toen ik daarop opmerkzaam werd gemaakt.' De beambte maakte zijn aanteekeningen en ging in de slaapkamer. Geertruida volgde hem, en vond den doMer, die haar onbekend haar moordenaar of moordenaars haar, om het te doen toorkomen, dat zij zich door ophanging van het leven had beroofd, aan de klos van de gordijnen voor het zijvenster hebben opgehangen. Toen de heer Van de S. het meisje vond, lag de klos op den grond dat meisje hing half in de embrassede dienstmeid beweerde, dat zij de klos had losgerukt. De dienstmeid Henriette Momber werd nog Zondag-avond in tegenwoordigheid der eerste getuigen door den burgemeester vaD Bossnm in verhoor genomen. Na aankomst van den heer Meinders te Bussom onderging zij een tweede veihcor en daarna werd zij in voorloopig arrest ge bracht, terwijl een paar uur later ook de artillerist Koeleman uit Naarden werd ge haald en te Bussum in liet srrestantenlo- kaal voorloopig werd gevangen gezet. Maandag-namiddag duurde het gerechte lijk onderzoek van ongeveer ééa uur tot omstreeks acht uur. Te zes uur bpgaf zich de justitie met den burgemeester van Bussum naar het huis van den heer Meinders, en daar werden eerst de verdachte dienstmeid en daarna de artillerist Koeleman in tegenwoordigheid van den heer v. d. S. met het lijk gecon fronteerd en verder in verhoor genomen. Henriette's verklaringen bleken in strijd met dis van den voornaamsten getuige v. d. S., daarna echler heeft zij bekend, dat niet tij de moordenares wasmaar dat haar vrij erde artilleristhet kind had vermoord die, zooals zij mededeelde, haar in den tnin, snel wegloopende, ontmoette, wat in strijd is met haar verklaring dat het kind toen nog leefde, en dat zij eerst op het gerucht naar boven is gegaan. De artillerist Koeleman, zoowel als Hen riette Momber, legden de grootste onver schilligheid aan den dag. Van andere zijde vernemen wij nog, dat Henriette Momber en Koeleman beiden hebben bekend, dat zij zondag den moord hebben gepleegd. Koeleman moet eerst te half zes uit het huis var. Meinders zijn vertrokken. Daarna is hij te zeven uur teruggekomen, zich toe gang tot de woning van Meinders ver schaflende door het raam boven de achter deur. Hij moet zich toen boven hebben schuilgehouden, en zon zich later ook weer door het raam hebben verwijdetd. Koelman is 22 jaar en ziet er tenger, weinig mannelijk uit. Henriette Momber is 21 jaar oud en is een flink gebouwde deerne. Toen zij gister-avond, na haar verhoor ten hnize van den heer Meinders, gekleed in blauw katoen jurk en witte boezelaar voor, bloots hoofds, een doek los om den hals geslagen, weer in het rijtuig (een gewone open koets) stapte, werd zij door de honderden, was, met het lijk bezig. Felicitas stond op den achtergrond. Naar oordeel van den geneesheer en dat door de politie- dienaar opgeschreven werd, was de dood van mijnheer Bennewitz door een kogel veroorzaakt, die hem nit een klein schietwapen, van achter in het hoofd gescho ten was. Felicitas bevestigde, dat de doode zittend gevonden was, zoodat de door den arts opgegeven verklaring veel schijn van waarheid had. De politiebeambte verzamelde de lieden uit huis in de arbeidskamer van den vermoorde en vroeg hen, wat zij van deze zaak wisten Eerst zeiden Felicitas en Geertuida dat, zij oom opgezocht, en hem toen dood gevon den hadden. Dan gaf de heer Wegelin ver slag van hetgeen hij gezien, gehoord en ge daan had. Latsch werd ondervraagd, Betly, het ka mermeisje, Katharina, de keukenmeid, vroaw Friche, een weduwe, die in bet sousterrein woonde en het zware huiswerk doed, Karei, een borst die Larsch in zijn werkzaamheden bijstond, en eindelijk Joban, die zijn woning in den tnin bij deD stal bad. Zij allen kon den geen inlichtingen omtrent den moordenaar geven, noch zeggen hoe en wanneer hij zich bad laten binnenslniten. Ook de drie kler ken, die boiten mijnheer Wegelin op de twee de verdieping woonden, waren niet bij mach te iets van belqDg te vertellen. Zij hadden eerst op het kantoor vaD het ongeluk ge hoord. De politibeambte sloot zijne aanteekenin gen in een couvert en liet het den koetsier aan zijn snperiear brengen en bleef zelf in buis om de uitgangen van bet huis te bewaken. De dokter bleef wachten op de komst van den officier van justitie. Hij onderhield zicb met de dames in de wooDkamer en gaf baar kal- meerende middelen in. WOEDT VEE VOLG D. UVA Eerst, nadat de artillerist verscheidene malen was verhoord en hem de zware hand boeien waren aangedaan, verklaarde hij, dat de dienstbode bet meisje had ver moord. Het huis van den heer Meinders staat thans ledig. Het zal in de eerste nachten worden bewaakt. Ook in deze moord-geschiedenis speelt de geheimzinnige onbekende een rol. Er moet, zoo wordt te Bussem door verschil lende personen beweerd, nog een tweede militair in de zaak zijn betrokken; deze zou 's namiddags in beschonken toestand mei Koeleman, nabij het huis van Mein ders gesproken hebben. Naar dezen soldaat wordt nu door de politie gezocht. Ter kenschetsing van de omstandighe den, waaronder het misdrijf is gepleegd, zij nog vermeld, dat Jansje Meinders bij de lijkschouwing haar manteltje nog aan had. Het 3-jarig broertje dat tijdens den moord thnis was, heeft aan den rechter van instructie verklaard, dat de meid zijn zusje de hand voor den mond heeft gehouden en met de andere hand in de keel heeft gegrepen. De militair heeft daaraan medegeholpen. Bij een nauwgezet ouderzoek vau de uni form van Koeleman bleken aan een paar knoopen van zijn korte jas zich bloedspo ren te bevinden en eenige haren, die in kleur overeenkwamen met die van het vermoorde meisje. Op beeterdaad betrapt. Uit ZWOLLE wordt gemeld De heer Th. E. F. Heerlens, wonende op „villa Flora" in de Veeralleé alhier, hoorde gistermiddag volk op een der bo venkamers, waarop hij een paar knechten van den naast hem wonenden tuinman E. Wind te hulp riep, die boven op de vlie ring een vreemdeling (Duitscherj verscho len vonden liggen, terwijl op den overloop klaar lagen om mede te nemen een jas, broek en een paar molières van bedoelden heer H., welke uit een kleerenkast waren gehaald. Op telefonisch bericht verschenen een inspecteur van politie met 2 agenten, die den Duitscher fouilleerden en in zijn bezit vonden 2 zwarte ondermutsen, waaraan 2 paar gouden cautillebelleD, 'n koralen beurs met zilv. knip en 'n doosje ben. eenig los geld een en ander bevattende ruim t 46 en 4 zijden dasjes, alles ontvreemd uit eene on gesloten kast, toebehoorende aan de dienst bode van den heer H., Bertha Sijevens; een drietal perziken welke hij uit den tuin had ontvreemd. Bedoelde Duitscher, volgens zijn opge ven genaamd Friednch Johan Heinrich Jur- gens geb. te Lugtenberg, vroeger zieken bewaarder in Duitschland, werd vervolgens geboeid naar het pohtie-bureau overge bracht en in arrest gesteld. Moord aan de Ceintuur baan te AMSTERDAM. Draaier, de man, die aan de Boerenwetering in een ark woont en reeds eenmaal in hechtenis was als ver. moedelijke moordenaar van den heer Schut den vermoorden slager is opnieuw in hech tenis genomen. Ruzie met zijn vrouw heb bende, liet hij zich ontvallen, dat bij haar mit hetzelfde mes van kant zou maken, waarmede hij het Schut gedaan heeft. de tcho CHOLERA. Te AMSTERDAM zjn een nienw ziektegeval en een sterfgeval aan Aziati sche cholera voorgekomen. Totaal der aan getasten 35, dat der overledenen 13. Met het oog op enkele gevallen van Azi atische cholera, welke zich in Amsterdam hebben voorgedaan en na overleg met den inspecteur van het Geneeskundig Staats toezicht in Noord-Holland, geeft de Burge meester der gemeente aan de ingezetenen den raad, om voorzichtig te zijn bij het ge bruik van ooft, inzonderheid pruimen, eu te zorgen, dat dit niet anders dan in vol komen rijpen toestand worde genuttigd. Te MAASTRICHT is sedert de vo rige opgave een persoGn door cholera aan getast en een daaiain overleden. Het to taal der aangetasten bedraagt 62, dat der overleden 30. Te HAARLEM is een saidwerker vau 23 jaar dcor de cholera aangetast. Te KINDERDIJK, gemeente Alblasserdam, is een geval van cholera met doodelijken afloop voorgekomen bij een schipper, liggende met zijn vaartuig aan de werf der heeren Jonker aldaar. jucYiuun, uuc Toen kwam de uitlegging. Ze, mijnheer en mevrouw, hadden een nienw huis laten bouwen en dat nieuwe huis ook nieuw ge- meubeleerd. En zooals alle rijke menschen dat hebben, ze hadden crediet genoeg en de leveranciers (hoe noodig de arme drom mels hnn geld misschien ook moesten ge bruiken) waren niet dringend in hunne aanmaningen. Mijnheer zette intijds de te betalen sommen (want ze hadden het geld voor alles klaarop rente. Binnen 't jaar werd alles betaald. De rente nn ja, dat was een cadeautje van mijnheer voor me vrouw en mevrouw kocht en betaalde het zilveren koffic-sei vies, dathaar niets kostte Mevronw had gelijk en rekende goed. Timmerman en meubelmaker en behanger hadden 't haar niet gegeven, maar de rijke mevronw kocht het,., voor 't geld dier leveranciers. Want er was niet vooraf de bepaling gemaakt, dat eerst over een jaar betaald zou worden; die rente was dns niet het zedelijk onbetwistbaar eigendom van mijn heer of mevrouw. 't Servies kostte haar niets. Maar 't kostte dien armen leveranciers misschien vrijwat hoofdbrekens, om hun crediet op te houden, als ze tenminste méér zulke af nemers haddenmisschien kostte 't zelfs de lui vrijwat vernedering, om hier of daar geld te leenen voor 't voldoen eener re kening, terwijl hnn eigen, eerlijk verdiend geld op rente uitstond voor Mevronws ser vies. Zou noch die mevrouw, noch die mijn heer daaraan ook maar éen oogenblik heb ben gedacht Dan zouden ze hebben moeten inzien, dat het servies vrij veel, ja veel te veel kostte een deel van hunne zedelijke waar digheid. Of.telden ze dat minder mis schien Daar zijn meer voorbeelden van. Zoo hoorden wij immers indertijd van een groot-industrieel, die jaarlijks ettelijke dui zenden aan belasting moest betalen, doch dat nimmer deed op den daarvoor wette lijk vastgestelden tijd. Vergeetachtigheid Toch niet, bij een man van zaken. Hijzelf gaf een andere verklaring. „Zie", zoo re deneert hij, „als ik wacht tot het laatste, tot zoo'n groot pakket „In naam des Ko- nings', dan heb ik een bagatel onkosten, en ik kan de belasting toch minstens een halfj aar langer in den zak houden, dat scheelt mij meer dan honderd gulden al reken ik ook alleen maar gewone rente en geen handels voordeel De man bedacht niet, dat hij daardoor mee schuld had aan de soms zoo slscht- voorziene gemeentekas in de plaats zijner inwoning; hij bedacht niet, dat hij (en mis schien meer van die hoog-3angeslagenenl) schuld droeg aan de noodzakelijkheid, dat de gemeente zoo nu en dat „tijdelijk kas geld meest opnemen" bij een kassier, die daaraan natuurlijk ook verdiende, zoodat wat hij op zijne manier uitspaarde, eigen lijk niets anders was dan de belasting, die anderen weer moesten opbrengen ter dek king van de rente voor opgenomen kas geld. In waarheid dns ook is die uitgespaar de rente van verschuldigde belasting niets anders dan iets, dat hem niets kostte, en toch ook geen cadean; maar eenvoudig 't geld vau anderen. Als zoo iemand gezonde hersenen heeft, en ze wil en durft gebruiken, moet nij wel een nietig klein begrip hebben van zijn ei gen zedelijke waardigheid. Och, lezers, gebruikt allen eens uw ge zond verstand en tracht ook in dit opzicht eens te komen tot meer zelfkennis door zelfonderzoek, en of ook gij zelfs soms zoo'n koffieservies hebt dat u. niets kost Ordel. Hervorm. e n anecdote van Paga- uini Bij een concert te Ferrara had°hij den vreemden invB], zich door een dan ser terzijde te doen staan, die bij elk mu ziekstuk dansen uitvoerde. Te midden van het applaus, klonk er een gefluit van de galerij, ioen paganini terugkwam, zeide hij, dat hij het gezang van verschillende vogels op ziju viool zou nabootsen. Al vorens daarmee te beginnen, kwam hij zoo ver mogelijk op de avant-scèae en boot ste het balken van den ezel na. n'aar, dat is voor den fluiter," zeide hij. oedend snelde het galerij-publiek caar be neden, klom over het orchest en Paganini moest door de artlsten-denr vluchten. Hij verliet errata onmiddellyk. na de geboorte ontstane hr.rdhoörish a* doofheid, wordt in het eerste fe, gewoonlijk niet opgemerkt. Het is aan te bevelen op etnigen afstand kind achter zijn rug te zingen ol te fl "iT Een kind met een normaal onUiïS gehoor zal het hoofd dadelijk Ila4t plaats wenden vauwaar het geluid i Wordt na herhaalde proefnemingen Tl hoofd niet omgekeerd, dan moet dadelfit een dokter geraadpleegd worden, daar i verstoringen in het gehoororgaan bij vroegtijdige behandeling niet zelden JI! succes behandeld kunnen worde» Wordt er geen acht op geslagtn d kan naderhand er niets meer aan ^ed worden. De ouders moeten verder it&j opletten, of in normalen toestand het kind steeds door den neus ademt. Haalt het kind adem door den geopenden mond dan is dat een bewijs voor een ziekelijke 'st> ring der nens-ademhaling. Duurt zulk een toestand eenigen tijd, Jan is geneeskundi- ge hulp weder noodzakelijk. Iu de meeste gevallen lijdt het kindn» neus-katarh en de genezing hiervan h jt zooverre van groot gewicht, dat kinderen die hiermede behebt zijn, minder gaarm leeren eu niet scherpzinnig zijn, terwijl de- ze verschijnselen verdwijnen, als het kind ge- nezen is. Een amusante dronke- mansgeschiedenis doet op het oogenblik ia de Italiaansche pers de ronde. Men verhaalt te Rome, dat een dezer zondagen koning Humbert geheel alleen eecige oude achterstraten doorwandelde. Wilde hij zichzelven op de hoogte stellen van de wijze waarop de armen in zijn rijk den dog des Heeren doorbrengen Het is niet bekend. Zeker is het, dat Humbert van Savoie bijna door een dronkaard werd omvergeloopen, die van den eenen kant der straat naar den anderen zwierde en de sierlijkste cirkels beschreef. Daar her kende de dienaar van Bacchusden koning tardea hij was er zoo door ontdaan, dat hij op de knieën viel, bijna geheel ontnucb- en stom van schrik. Humbert van Savoie beproefde den man tot bedaren te brengen, vroeg hem zijn middelen van bestaan en eindelijk Wilt ge, dat ik iets voor u doe Ik verdien het zoo weinigantwoord de ander bescheiden. Toen de koning hem evenwel bleef s»n- moedigen, waagde hij het te zeggen Dat Uwe Majesteit mij dan toesta voor zijne rekening in alle herbergen ra" Rome te drinken wat ik wil Ondanks zijn goeden wil moest koning Humbert hem dit verzoek weigeren. Sire, de rest is mij onverschillig riep.... de philosoof hem na. Mej. AliceS. tooneel»p«®|- ster aan een schouwburg in een voorstad van Berlijn, zond de volgende aankon diging van haar huwelijk aan vrienden en kennissen jfct „Allen vrienden en bekenden de medee* ling dat ik weldra in eene nieuwe, door mij nog nooit bezette rol zal optreden- Het stuk heet „Het Huwelijk', als me despeler heb ik den heer Hans E. '*J hem hangt het af, of het stuk een blij'P of een treurspel zal worden. Een kin wordt het zeker niet, want ten eerste ons vreeselijke ernst en teu tweede W men dat er in het „huwelijk' niet v«l lachen." Sp ij kers in vruchtboom e°" Naar het schijnt, wordt in Amerika al eens gebruik gemaakt van het van verroeste spijkers in de stammen boomen, ten einde die tegen ziekten t® schermen. Dit is het geval bij pereD" ook bij jierzikbooman. Een geval wordt daarbij vermeld, bij in een perzikboomgaard alle boomen heel dood waren ten gevolge van keTe,' ven, die in het hout leefden, met u' dering slechts van een drietal, dat ui gewoon uitstekend stond. De eenige bek oorzaak voor dit verschil waren de spïI die de eigenaar in die drie bonnen g gen had, om zoo het hout te bewaren, proef was dus geheel gelukt. Een „chemical writer' verklaar- e als volgtu De oxydatie van ijzer sap der plant doet ammoniak 9 dat met het opstijgend sap in e'k 1 ceJoi^, het blad zal doordringen, in zulk een^ dat insecten daar niet tegen kunne'- ze schrijver beveelt daarom »aD» stam een half drzijn spijkers te sim Of het middel goed en de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 2