Zondag 21 Octolosr 1394.
30ste Jaargang ITo. 2802.
AimMit- L
dll.
Gemeente Sc hagen.
Bekendmakingen.
Stoomtramweg
WOGNUM-SCHAGEN.
Ook een Maatschappelijk
vraagstuk.
Uitgever J. WINKEL.
jBureau: SCHAGtN, liaan, II 4.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Groote Veemarkt.
Binnenlandsch Nieuws,
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wel houders van
Scliag-en, brengen ten verzoeke
van het bestuui der Naamlooze Ven
nootschap „Stoomtramweg
Maatschappij W est-
Friesland", ter kennis van de
ingezetenen, dat eerlang in deze ge
meente een begin zal worden gemaakt
met het doen van opmetingen, en het
plaatsen van bakens en piketten, ten
behoeve van den door genoemde
Maatschappij ontworpen Stoomtram
weg Wog-num-Schag'eii, en
dat door deze eventueel daardoor aan
eigendommen veroorzaakte schade,
volgens taxatie aan de eigenaren zal
worden vergoed.
Schagen, 16 October 1894.
Burgemeester en Wethouders voor
noemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen brengen ter kennis aan belanghebben
den, dat de Groote Naj aars veemarkt
aldaar dit jaar zal worden gehouden op
den len November.
Schagen den 19 October 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
Het schijnt, dat de tegenwoordige
Regeering zich de wijsheid des volks ten
nutte maakt, die door haar spreekwoor
dentaal leert„wie veel zegt, heeft veel
te verantwoorden". Althans, zij, de Re
geering, zegt niet meer dan hoog noodig
is. En wie gedacht heeft uit de toelich
ting der Staat sbegrooting licht te putten
omtrent de beginselen, waardoor zij zich
bij hare maatregelen en voorstellen laat
leiden, komt bedrogen uit.
Zeker, er worden toelichtingen gege
ven. Maar zij zijn bijna zonder uitzon
dering van administratieven aard en be
handelen de cijfers, niet de leidende ge
dachten.
Zoo vindt men b. v. in de begrooting
van Binnenl. Zaken aangetoond, dat de
bijdragen voor het landbouwvakonderwijs
*el, die voor het ambacht-onderwijs niet
hooger uitgetrokken worden, maar waar
om dit zoo is, blijft in het duister gehuld.
Het is bekend, dat de plattelandsbevol
king onderwijs en wetenschap over het
algemeen weinig waardeert, terwijl de
Werkende stand in de steden en
Vooral de besten daarvan vakonder
wijs op hoogen prijs stellen en dringend
noodig achtenwaarom nu trekt de
peering zich het laatste minder aan
•Hn het eerste
Omtrent de reorganisatie van de Rijks-
landbouwschool en de inrichting van het
hiinbouwonderwijs leest men wel
den toelichtenden staat, niet eens in
oe Memorie van Toelichting, dat de
^aak nog niet genoeg is voorbereid,
maar overbodig ware het toch niet ge-
Wfiest hierbij te voegen, welke plannen
hieromtrent bestaan, opdat de openbare
meening zich daarover kunne uitspre
ken.
Deze stilzwijgendheid is vooral ver
anderlijk bij den Min. van Binnenl.
en, die als Kamerlid en als publicist
nooit gewoon was een blad voor den
Iöünd te nemen.
is dezelfde opmerking van toepassing en
de Min. van Justitie raakt zelfs do be-
ginselvraag niet aan, die ontegenzeglijk
bij een der belangrijkste door hem voor
gestelde maatregelen is betrokken.
De heer van der Kaay wil bij de
Rijkswerkinrichting te Veenhuizen een
tweede gesticht doen bouwen, waar de
huisvestiging der verpleegden naar de ei-
schen der wet kan plaats hebben. Dit
doelt hoofdzakelijk op de nachtelijke af
zondering. Op zichzelf is dit een juist
denkbeeld. De oorspronkelijke gebouwen,
trouwens niet voor eene blijvende be
volking gesticht, bieden geen geschikt
nachtverbljjf aan. De hangmatten, waarin
de verpleegden den nacht doorbrengen,
raken bijna aan elkander. Daarom is
reeds vroeger het eerste gesticht naar
het alcovestelsel ingericht,dat is zoodanig
gebouwd, dat ieder verpleegde een afzon
derlijk nachtverbljjf heeft. Ook in andere
opzichten beantwoordt dit beter aan de
eischen des tijds. En als men dus op
denzelfden voet wil voortgaan, dan zou
er alle reden zijn om het voorstel van
den Minister onvoorwaardelijk te steu
nen. Doch dan zou men daarbij niet
kunnen blijven stilstaan. De Minister
rekent, dat er voor 3000 personen gele
genheid tot huisvesting moet zijn, en als
dit tweede gesticht gebouwd is en het
eerst vergroot wordt, wat ook reeds
in de plannen ligt, heeft men nog
slechts plaats voor 2100 man. In het
derde gesticht zal men er dan nog, na
eenige wijziging, 1100 kunnen opnemen,
maar dat derde gesticht blijft dan in zijn
ouden toestand, en biedt geen gelegen
heid tot nachtelijke afzondering. Hoe men
daarin zal voorzien, „zal later een punt
van overweging moeten uitmaken." Die
overweging behoeft niet lang te duren
en evenmin uitgesteld te worden. Wie
de gestichten kent, weet, dat er van
nachtelijke afzondering in de oude ge
bouwen geen sprake kan zijn zonder
verbouwingen, die van een nieuwen bouw
slechts in naam verschillen.
En dan
Dan heeft men voor ruim 3000 man
plaatsmaar op welken grond steunt
de verwachting van den minister, dat
daarmede in de behoefte voorzien is, als
hij tenminste iets meer beoogt dan voor
ziening in het dadelijk noodige en in
dat wat in de naaste toekomst gevorderd
wordt. Op welken grond steunt de ver
wachting, dat de bevolking in deze
kweekplaats van toenemend pauperisme
niet aanhoudend, niet ver boven de 3Ö00
stijgen zal Daarvan verneemt men mets.
En dat is jammer. Niet slechts, omdat
men nu zoo moeielijk kan beoordeelen,
welke financiëele gevolgen de nu voorge
slagen maatregel bij volledige uitvoering
hebben zal eene vraag die zelfs in
het stelsel, dat bij de toelichting van de
ze begrooting gevolgd is, niet onbeant
woord had mogen blijven, maar vooral
omdat uit de beantwoording dier vraag
de andere, meer belangrijke zou gevolgd
zijn zijn wij met deze inrichting op den
goeden weg
Op die vraag luidt ons antwoord on
voorwaardelijk neen. Wij noemden hier
boven Veenhuizen een kweekplaats van
toenemend pauperisme en zullen daarvan
rekenschap geven. De inrichting hinkt
op twee gedachten. Wat is zijstrafin
richting ot opvoedingsgesticht Zij bedoelt
beiden te zijn en als de meeste dingen
a, doublé itsage deugt zij voor geen van
beiden.
Alvorens verder te gaan, ééne opmer
king, om misverstand te voorkomen. W ij
spreken over het stelsel. Niet over de
toepassing ervan. Deze is o. i. boven lof
verbeven, en alleen daaraan is het te
danken, dat het principieel verkeerde
niet nog erger gevolgen heeft.
De bedelaarsgestichten, toeo zij nog
een onderdeel waren van de Maatschap
pij van Weldadigheid, hadden ten doel
de menschen, die ten koste van anderen
leefden, tot arbeid te bekwamen endoor
arbeid aan een zelfstandig bestaan te
helpen.
Toen de bedelaarsgestichten aan het
Rijk overgingen, kreeg de plaatsing reeds
eenigermate, maar niet volkomen, het
karakter van straf. In het nieuwe stra -
wetboek werd dit karakter er wettelijk
gen. Met dit gevolg dat als straf de
plaatsing in de Rijkswerkinrichting te
Veenhuizen niets afschrikkends heeft.Voor
opvoeding, voor vorming tot arbeid en ar
beidzaamheid is het verblijf te kort en laat
men de verpleegden, in den regel zede
lijk zwakke individuen, weer te spoedig
aan de verleiding der groote maatschappij
over. Wat is daarvan het gevolg Dat
een aantal zwervers, landloopers, bede
laars de Rijkswerkinrichting te Veenhui
zen beschouwen als een lusthof, dien het
Rijk voor hen onderhoudt, waar zij de
winterkwartieren betrekken of hun zo
merverblijf houden. Goed hebben zij het
daar. Van spijs en drank, kleeding en
dekking, ligging en huisvesting worden
zij er beter voorzien dan zij het anders
gewoon zijn. Daarvoor verrichten zij niet
te veel, niet te onaangenamen arbeid,
meestal in de open lucht en onder niet
al te streng toezicht. En als zij door dien
arbeid een uitgaanskas gevormd hebben,
gaan zij met wat geld op zak de groote
maatschappij weer in, om op hun manier
het leven te genieten. En als hun dat
verveelt, of zij het niet langer kunnen
volhouden, dan keeren zij in de kolonie
terog om weer op hun verhaal te ko
men
Tot zekere hoogte is hierin verbete
ring gekomen doordat de verstokte reci
divisten te Hoorn aan eene strengere be
handeling kunnen worden onderworpen,
maar in het wezen der zaak is niets
veranderd. En van opvoeding tot arbeid
is te minder sprake, omdat de slechte
elementen, de bedelaars van beroep, le
ven met hen, die bij goede behandeling
voor de toekomst nog te hopen zouden
geven.
Dezulken zijn er. Er komen er in de
kolonie, die geen luiaards van nature
zijn, wier karakter nog niet bedorven
is, die door ongelukkige omstandigheden
en gemis aan geestkracht om den strjjd
daartegen vol te houden, er beland zijn.
Moet men voor hen, die straf verdienen,
de inrichting zóó wijzigen, dat zij voor
hen niet langer een plaats der verpoozing,
een aangenaam rustoord zij hen die
voor verbetering vatbaar blijken te zijn,
moet men van de anderen afzonderen,
en hen niet te spoedig aan hun lot over
laten. Men moet hen, na hen aan den
arbeid gewend en hun werken geleerd
te hebben, en wellicht na een overgangs
toestand ongeveer gelijk aan die van
de vrije kolonisten in de Maatschappij
van Weldadigheid, die wel tot werken
verplicht, maar niet veroordeeld zijn,
aan een werkkring helpen, niet in de
groote steden maar liefst op het platte
land, bij menschen, die gezind zijn een
evenmensch, die zwak, maar niet slecht
van karakter is, te steunen op zijn pad.
Zoo zou men menigeen kunnen redden,
en zoo het ook slechts weinigen waren,
al wat men doet in deze richting is
winst, winst voor de maatschappij, winst
vooral voor hem, die niet alleen van
een lastpost een nuttig lid van de maat
schappij wordt, maar op deze wijze ook
de achting voor zichzelven en zijne men-
schenwaarde herwint.
Wil men dit, wil men naar verdienste
den een straffen, den ander de reddende
hand toesteken, dan is daarmede het
plan van den Min. v. d. Kaay veroor
deeld, want dit bedoeltbestendiging
van het stelsel, dat beide beoogende, het
eene evenmin doet als het ander, en als
een voortwoekerende kanker in steeds wij
der kring kwaad sticht.
inhei
liep overigens beter af dan men had
meid het brood van den baard haalde,
trok hel haar aandacht, dat het onder
deu schoorsteen ion licht was en toen zij in
den schooraieen keek, zag zij dat die in
brand stond. Bij nader onderzoek bleek
ook dat het geheele perceel reeds in vlam
stond.
Van den inboedel heeft men 1 kalf, 1
kar en eenig huisraad kunDen reddeu. Al
les was verzekerd. Ook de naast het huis
staande boet is verbrand.
B ij de
aloude koor der Ned. her*, kerk te Hip-
polvtushoef op WIERINGEN, dat thans
door bouwvalligheid gedeeltelijk is inee-
stort, heeft uien een tamelijke hoeveelheid
gebroken beelden en deelen van ornamen
ten gevonden. Men hoopt uit de materie
(zandsteen fvan het een^n ander mede
te kunnen opmaken in welk tijdvak dit
koor, dat van tufsteen is gebouwd, werd
gesticht. Volgens sommigen zou het
1100 dateeren. Men zal de
waarschijnlijk voortzetten.
Door de Vereeniging tot
ontwikkeling van den Landbouw in Hol
lands Noorderkwartierwerd de Wed
strijd met Kunstmeststrooiers,
gehouden te ANNA PAULOWNA
de kerk, lacht de onnadenkende menig
te.
Dit gebeurde nog zeer cnlanga in een
onzer Nederlandsche kerken. Na de preek
wilde de waarnemende predikant tegen het
deurtje van den preekstoel leunen, in den
meening dat dit gesloten was. Nochthans
vergiste dominé zich schromelijk en hals
over hoofd buitelde zijn weleerwaarde bij
de trappen neer naar omlaag. Een zeer on
eerbiedig en door velen nauwelijks bedwon-
lachen werd er vernomen. Het onheil
dnrven
verwachten. Met een onbeteekenende hoofd
wonde besteeg de predikant weer den
kansel, om er zijne taak geheel te volein
digen.
Wegens hoogen leeft ij d
heeft de heer K. Breebaart, te WINKEL
bedankt als hoofd-ingeland van de Banne
Winkel van het Ambacht van West—Fiies-
Tan 1 lund, genaamd de Schager- en Niedorper
opgravingen Kogge. As zoodannig is thans gekozeD, de
heer J. Breebaart Kz. te Winkel.
De Gewestelijke vereen i-
j ging Noord-Holland van het Nederlandsch
onderwijzersgenootschap zal op Zaterdag 27
October 1894 te één uur in „Concordia",
Daarvoor hadden zich aangegeven l.R.J. t"
Eerlmanusquert, prov. Groningen. 2. J.
van IVijk, Anna Paulowns. Verbeterde
Schlörs machine. 3. Louis Nagel en Co.,
Arnhem. Riemers Kuns' ncestsToohr
„Triumph' No. II, metS1,, Meter strooi-
breedte, voor één paard, a f 190.4.
Wed. J. C. Massee en Zoon, G >es. 5. A.
P. Riepma, Wildervank. 6. Landré en
GlindermanAmsterdam. Dehnu's kunst
meststrooier No. 2., voor
tale breedte 3.37 Meter,
Meter, inhoud 140 Liter
eene inrichting om de
ting der lengte-as van
één paard to-
werkbreedte 3
voorzien van
wielen in de rich-
de machine te
plaatsen, ten einde daarmede door de dam-
hekkeu te kunnen rijden. Prijs f 185.
6. Wed. J. C. Massee en Zoon. Goes. 8.
G. H. Geerligs, Auna Paulowna. 9. Boeke
en Huidekoper, Gromngen Schlörs Kunst-
mestrooimachine, 2 Meter breed, met eene
verbeterde inrichting, om door smalle
damhekken te kunnen rijden, prijs compleet
f 225.10. A. P. Riepma. Wildervank.
11. Joh. F. Morra, Zijpe. Verbeterde
Schlör. Zes waren ter wedstrijd opgekomen.
De eerste prijs f 100.werd toegekend
aan de heeren Landré en GlindermanAm-
8 erdarn; de tweede f 60.aan den heer
L. NagelArnhem, de derde f 40.aan
de heeren Boeke en Huidekoper, Groningen,
G. H. Ceerligs eu J. C. van Wijk, Anna
Paulowna, die dezelfde machine hadden.
De corainisde van be lordesling was sa
mengesteld, uit de heerenN. Loder v.
Winkel, R. D. Kaan eu J. A. Kaan vau
Wiertugerwaard.
Werd in ons vorig nummer
uil den LANGEN DIJK medegedeeld, dat
de verhoudingen voor de koolboeren niet
zoo bijzonder rooskleurig waren, thans wordt
van andere zijd e uit den Langendijk da na
volgende beschouwing gegeven:
„De landlieden mogen, tengevolge vau
den regenachtigeu eu gureu zomer, slecht
geboerd hebben, niet alzoo de knotbaeren
inhetWestland.de Streek en Langendijk.
De kool had juist haar weer en heeft uit
stekend gedijd. Door de groene rups werd
zij niet gehavend; vandaar dat ze gaaf rast
en zwaar is. De kool van Langendijk, „reu- hanglamp, een sigarenstel en een getee-
zeokool* genaamd, bereikte de zwaarte van kende plaat met de namen der gevers.
wal te AMSTERDAM, een buitengewone
vergadering houden. Op die vergadering zal
de heer Mr. H. Ph. de KanterLid van
de Tweede Kamer der Staten— Generaal,
Oud-Scboolspzieuer, het punt inleiden:
Pensioenverzekering aan weduwen en
weezen van onderwijzers. Op die vergade
ring zal de afdeeling Schagen van het N.
O. G. vertegenwoordigd worden door de
heeren L. J. de Vries te 't Zand, (gem.
Zijpe) eu E. Meijer Drees te Dirkshorn.
Men schrijft ons uit DIRKSHORN
Is het in ons dorpje ge
woonlijk stil, er-rgistermorgen, den 18den,
bij het ontwaken, woei er een enkele vlag
en na verloop van een uur was er bijkans
geen woning vanwaar de Nederlandsche
driekleur niet was uitgestoken. Te 8 ure
was er al vroolijkheid onder de jeugd. Het
was feest. Te 9 ure gingeo de kinderen
naar school, niet om hun gewoon onder
wijs te ontvangen, maar om feest te vieren,
ter herdenking van het 25-jarig-jubile-
um als hootd der school, van deu Heer E.
Meijer Drees.
Bij het biunnenkomen van den jobe-
larie, in de school, welke door eenige da
mes tot feestzaal was ingericht, werd door
de kinderen een welkomstlied gezon
gen.
Daarna werd hem door een der oudste
leerlingen, Jacob Schouten in toepasselijke
woorden en uit mam van alle scholieren,
een gouden horloge als geschenk aangebo
den, waarvoor den dank aau de kinderen
werd toegebracht. Daarna werden nog ee
nige toepasselijke liederen gezongen, eu
werden de kinderen op verschillende ver
snaperingen onthaald, en werd er feest ge-
vibrd, tot men te 1 ure in opgewekte stem
ming huiswaarts keerde.
Te ruim 1 ure werd den Jubelaris
door Burgemeester Wethouders geluk
geweuschl en hem eene dotatie ad. 50
gulden uit naam van de gemeente ter
tund gesteld.
Des avonds werd door 6 personen na
mens vele oudscholieren hem een cadeau
aangeboden, bestaande uit een tafel,
een
Duitsch-
prijs is ge-
Het is intusschen dezer Minister niet
'feeQ. die spreken goud maar zwijgen
acht. Ook op andere hoofdstukkeu
geheel aan gegeven, maar feitelijk bleef
men in de oude richting voortw, rken en
duidt de geheele aard der inrichting aan,dat
men het oorspronkelijk doel blyft beoo-
De gyuinastiekvereeuiug de Weet fries
vau BARSTXGERHORN heeft »an de
gymnastiekvereenigingen te Nieuwe Niedorp,
Schagen, Wieringerwaard en Winkel, een
schrijven gericht, waarin het idee wordt
geopperd, om in elk dier plaa'sen, om de
mrand, een tnrndag te honden, onder
de leiding der voorwerkers der bovenge
noemde vereenigingen.
Donderdagmorgen om
streeks 10 uur brandde de boerenplaats,
staande a.n de Vennik, gem. BARSIN-
GERHORN, beboerende aan den heer
C. A. H n o g s c h a g e n en bewoond
door den hetr D. Wil, tot den grond af.
De bewoners weren afwezig, de dienstmeid
ui t des knecht alleen thuis; ton de
Behalve deze geschenken werden nog ve
le cadeaux zoowel van hier als van elders
door vrienden en kennissen den jubelaris
vereerd.
Zoowel de heer Meijer Drees, als de
schoolkinderen zullen ongetwijfeld een aan
gename herinnering bewaren aan dit jubi
leum.
De landbouwers in de o in
streken vau BREDA hebben veel last vau
een soort kleine witte slakken, welke op
het groenland met millioeDen voorkomen.
Een koolblad op zoo'n land geworpen, we
melt in een oogenblik van dit goedje. Ge
heele akkers zijn kaal gevreten, zoodat
vele boeren niet durven beginnen met het
zaaien van koren. Esn spoedig invallende
kijkje was komen nemen, voelde eensklaps vorstzon aan den plaag een einde kunnen
iets langs de zijden in zijn jaszak glijden, maken.
Toen het gedrang over was stak hij den B ij d e W e k e 1 ij k s c h e T h e e-
hand in den z*k en veelde er een rijks- Thomson-s Verlotin2 is de prijs van f 35
daalder in. Blij lachend voegde de man 0[) Woensdag 17 October 1894 ten deel
zijn vrouw toe „een menscl. weet gt.vallen> «au Mej, Prowee v. d. Zee,
ij «ozeii moet, oio te Tzuminarum (friesland), de premie van5
Haar aeleurd! r;i. vi.. j xó- u i-
4 5 kilo. Er wordt veel naar
land en Belgie uitgevoerd. De
middeld f 2 het honderd'.
Ook hier zijn derhalve de „geleerden"
het niet eeos.
ei vij 1 in de vorige week,
bij bet vertrek van een transport troepen
uit Amsterdam, honderden toeschouwers
opeen gepakt langs de kade bij de boot
stonden, begonnen de soldaten van boord
af, te werpen met het geld dat zij nog
over hadden. Dit was bestemd voor de
betrekkingen en vrienden, doch veel gele
genheid tot oprapen bestond er niet, door
dien de menigte stijf ineengedrongen stond.
Een werkman van elders die met zijn
vronw in de stad vertoefde en ook een
toen maar nooit waar
wat te verdieuei,.*
Zelfs
om een
vaar gebeurd!
m 1 s s t a p
1 n
Kilo Thee, aan den Winkelier, den heer
Zijlstra, aldaar.