Een Actrice.
Hier bij ons te lande.
Gemengd Nieuws.
Z\ eDv b8at
De keuze van een Muaiekinjt»
ment.
speelde een 4-jarig meisje, terwijl zij een
fluit in den mond bad zij struikelde, en
het instrument drong diep in de keel.
Spoedig aangebrachte hulp van een arts
baatte niet, waarom men het kind naar
Hoorn vervoerde, waar het geopereerd werd.
Men vreert voor haar spraakvermogen; zelfs
voor haar leven.
Op een bovenkamer in de
Oranjeboomstraat 73 te ROTTERDAM, is
dezer dagen door de politie aangetroffen
het huisgezin van een schoenmaker, waar
van de man aan keelziekte, de vrouw
en een kind aan de pokken leed. Het
huisgezin was geheel verarmd en vervuild,
daar de man niets verdiende en hij met
zijne vrouw de deui niet uit kon gaan.
Ook schaamden zij zich nog om hunnen
nood bekend te maken. Thans is man,
vrouw en een kind door de zorg der po
litie in het ziekenhuis opgenomen, terwijl
het Burgerlijk Armbestuur zich het loi
der overige kinderen heeft aangetrokken.
Door de HAARLEMSCHE re-
chercheurs is aangehouden en naar het
huis van arrest overgebracht, de 20-jarige
Anna Boom, geboren en wonende te
Schermerhor n, dïe zich te Alkmaar
had schuldig gemaakt aan diefstal van een
viertal horloges.
Tot Dijkgraaf van den
polder CALLANTSOOG is benoemd, de
heer J. P. Zipp te Callantsoog.
Werd reeds het vermoe
den uitgesproken, dat de daders van den
diefstal bij de Wed. Schamp te Hees bij
Nijmegen ec die van de gepleegde dief
stallen in het Florapark te Haarlem, wel
eens dezelfde personen' konden wezen, om
dat het betrekkelijke signalement veel o-
veieenkomst met elkander heeft, thans
wordt die waarschijnlijkheid nog sterker,
opidat als verdachten van de diefstallen
te Haarlem worden opgegeven de personen
Ern§t of Doris Bron en Karei Johann Au
gust Zepp, die ook te Nijmegen gewoond
hebben en als steenhouwers daar ook
werkzaam waren.
Een bewoonster van de
Marnixstraat te AMSTERDAM maakte
d.d. de gansche buurt in opschudding
door te beweren, dat haar vier gouden tien
tjes waren ontstolen. Na ruim twee uur te
hebben geraasd, vond zij ze terug in
de gewone bewaarplaats een kous.
CHARLOIS.
te Charlois meldt
Doodslag te
Omtrent een doodslag
men
Toen Vrijdagmiddag de school uitging,
ontstond lusschen eenige jongens een vecht
partij, hetwelk trouwens wel
meer plaats
heeft. Toen dat te erg begon te worden,
werden de jongens van elkander getrok
ken en naar verschillende kanten verwij
derd. Niemansverdriet kwam echter weder
terug en gaf Pors onverhoeds een klap in
het gezicht; deze trok daarop de klomp
uit, en trof N. daarmede zoo ernstig ach-
heer Hoppe af, woonde de begrafenis bij,
nam het kind onder zijne bescherming en
bracht het daarna naar het uitgekozen pen
sion. Hij beriohtte zijn cbef alles tot in de
kleinste bijzonderheden en nam diens hooge
tevredenheid in ontvangst.
Na eenige dagen liet Helbig andermaal
mijnheer Hoppe bij zich in zijn werkkamer
komen. „Ik beb een besluit genomen, dat u
zeer verwonderen zal, maar ik vervul daar
mede een reeds lang gekoesterden wensch
mijner vrouw. Zij vindt namelijk, dat onze
dochter te eenzaam opgroeit en heeft mij al
reeds lang geleden gesmeekt, een vreemd
kind iD huis te nemeD om (net Therefee te
zamen op te groeien. Ik kon mij nooit het
nnt daarvan voorstellen,»» heb mij echter
steeds daartegen verzet, daar het altijd zeer
gevaarlijk blijft, een aoodanigen stap te doen
die een verbinding met vreemde menschen
tengevolge heelt, en alle onaangenaamheden
en verdrietelijkheden, dio daarmede gewoon
lijk samengaan."
Mijnheer Hoppe knikte toestemmend.
„Nu biedt zich hier evenwel onverwacht
een gelegenheid aan, om den wensch van mij
ne vrouw te vervullen, zonder in deze ge
varen te geraken. Ik ken de afkomst van de
ze kleine Chiistina, ben door mijn voogdij
schap nauwkeurigmet alles bekend,'t kind beeft
zich, zooals gij mij verteld hebt, in de
drie jaar, dat gij het niet gezien hebt, zeer
goed ontwikkeld, het portret dat gij mede
gebracht hebt, heeft mijne vrouw en mij goed
aangestaan, in één woord, ik neem Chris-
tina bij mij in huis."
„Dat gelukskind!" riep mijnheer Hoppe
uit en schudde als bewijs zijner grootste ver
wondering, het hoofd.
„Of bet een geluk voor de kleine is, moe
ten wij afwachten; het is nu onder de tegen
woordige omstandigheden het beste. Nu mijn
heer Heppe, breng het kind nog beden avond
in mijn woningik zal u tnsschen acht en
negen nar opwachten'Als ons de kleine dan niet
bevalt, zoo kan alles nog ongedaan gemaakt
worden. In bet tegenovergestelde geval blijft
zij in mijn buis. Hij weet, ik boud van snel
afwerken. En dat zulke dingen zonder er veel
over te redeneeren moeten ailoopen, behoef
ik u niet te zeggen. Wanneer gij ook dit
Voor mij doen wilt, zult gij mij daardoor
ten zeerste verplichten."
Mijnheer Hoppe boog, bjj wijze van toe
stemming.
„Dos afgesproken; ik verwacht u heden
avond met het kind op den vastgestelden tijd.
En nog iets mijn heer Hoppe; ik zal den kassier
order geven, dat hij uw salaris met duizend
golden kan verhoogen. De verbooging kan
reeds gerekend worden te zijn ingegaan met
deo aanvang van dit jaar."
Precies klokslag acht verscheen mijnheer
Hoppa met het kind, en reeds dienzelfden
nacht sliep de kleine Christina in het hnis
van Helbig.
WORDT VERVOLGD.
ter hei oor, dat bij neerzeeg en terstond
dood wss.
Het bleek nn dat de jongen met den
scherpen kant geraakt was, want een smal
le modderstreep was op de plaats zichtbaar.
De dader nam de vlucht en werd eerst laat
teruggevonden.
De verslagene was bet eenige kind zij
ner onders.
Door den burgemeester is proces-verbaal
opgemaakt, terwijl de geneeshreren Broek
smit en Van der Toren met een onderzoek
werden belast.
Door de geneesbeeren is geconstateerd
Jat de dood van den jongen Niemansver
driet moet toegeschreven worden aan ver
stikking door drift, en dus niet ten ge
volge van den hem toegebrachte!) slag met
een klomp.
Moord te DOETINCF1EM.
Door den rechter-couimissaris ter instruc
tie van strafzaken te Winschoten zijn don
derdag 4 getuigen gehoord, naar aanleiding
van het ten laste gelegde aan Jaantje R.,
huisvrouw van Jan Heemejjer, te Ondedijk.
gemeente Einsterwold thans in hechte
nis verdacht van valschheid in ge
schrifte.
Naar men verneemt moet Jaantje R.
voor eenigen tijd bij den vermoorden B.
te logeeren geweest zijn.
Ongeregeldheden te IJlst.
Men meldt uit IJlst van 2 November:
Geprikkeld naar het schijnt, door het
succes van den dag, den gunstigen afloop
eener verkiezings—campague, welke klaar
blijkelijk een anti-burgemeesterlijk karak
ter droeg, bewoog zich gisteren avond tot
laat in den nacht een zeker deel van het
publiek, waaraan de opgeschoten straatben
gels in den regel, en ook hier, het groot
ste contigent leveren, langs de straten, om
op zijne wijze tegen den burgemeester te
manifesteeren.
Dat de heer L. Huisman door zijne ei
genaardige, zeer persoonlijke opvatting van
het burgemeesterschap, het hier bij alle
partijen verkorven heeft, is reeds lang een
publiek geheim. Het publiek in 't algemeen
blijft het natuurlijk afkeuren, dat hij steeds
alle vermakelijkheden, welke hij persoonlijk
opzijn godsdienstig standpunt afkeurt, ver
biedt of belet. Waar bij daarbij ook de be
langen der neringdoenden treft, krijgt hij,
zooals vanzelf spreekt, ook dat deel der
burgerij tegen zich. Waar hij haast de
eenige gegoede is, die de werkverschaffing
niet steunt, verliest hij ook de sympathie
der arbeiders, die hem toch al niet gun
stig gezind waren wegens het verbieden
der St. Nikolaas-loterijen, enz. en het te
genwerken der hardrijderijen, welke zaken
anders een werkeloos arbeider nogal eens
een stuivertje in den zak brengen. Dat hij
met behulp van een volgzame meerderheid
in den Raad de diensturen san ons tele-
phoonkantoor ingekort heeft, kan hem
door enkele indnstrieele firma's hier vooral
niet vergeven worden. En nog niet zco
lang geleden heeft hij de Gereformeerden
(in de wandeling nog altijd doleerden) zeer
gegriefd door eene kiesrereeniging in het
leven te roepen en zich zelfs het voorzit
terschap daarvan te laten aanleunen, wel
ke klaarblijkelijk tegen de doleerendon
front wenschte te maken.
Het gevolg is dan ook al dadelijk ge
weest, dat bij de jongste verkiezing van
twee leden voor den gemeenteraad de dol
leerenden ééne lijn hebben getrokken met
de liberalen, de volkspartij en de synoda-
ien, en deze er hunne candidaten door kre
gen, terwijl de mannen der (burgemeester-
Iijke) kiesvereeniging Tegen de revolutiein
eiken vormhet evangelie, vielen, niettegen
staande de heer Huisman zelfs gedreigd
had in dat geval zijn ontslag te zullen He
men.
Dit alles en nog veel meer, maakt het
eenigzins verklaarbaar, dat het volk" hier
telkens weer elke gelegenheid schijnt aan
te grijpen om tegen den burgemeester te de-
monstreeren.
Zoo ook weer gisterenavond. Uit blijd
schap over den afloop der herstemming van
dien dag bewoog het volk zich zeer luidruch
tig langs de straat en stak telkens, bij voor
keur vóór des burgemeesterswoning, vuur
werk af, zoodat de politie genoodzaakt was
zich tot laat in den nacht voor het huis
van den heer Huisman te posteeren.
Alle listige pogingen der manifestanten
om de politie daar vandaan te lokken, door
op andere punten der stad vuurwerk te
ontsteken en teertonnen te branden, mis
lukten zij bleef waar zij was. Overigens
schijnt de politie zeer verstandig opgetre
den te zijn en hebben slechts enkelen nit
het manifesteerend publiek eenige klappen
opgelcopen, terwijl wel het ernstigste feit
daarbij was, dat een hulpagent van politie
een stuk uit den baard werd gerukt.N.A.CA
had gekrigcn. De dtur, die reeds gesloten
was en waaraan hij nu eerst klopte, werd
niet geopend. Op de vraag, wie er was,
kreeg de vronw tot antwoord«doe maar
open
Toen de vrouw haar man liep, (deze
was niet thuis) hoorde zij buiten roepen
„die is toch niet thuis. Ge wildet my
geen gulden geven, nu zal het u vijtig gulden
kosten.
Op het gegil der vrouw, die naar boven
was gevlucht, kwamen de buren, maar toen
was de inbreker reeds verdwenen.
CDOLER 4.
Te ROELOF AREN DS V EEN, ge
meente A 1 k e m a d e, heeft zich een
nieuw geval van Aziatische cholera met
doodelijken afloop voorgedaan en wel bij
een 68-jarigen werkman.
Te WEESP zijn Yrijdag en Zater
dag weder twee gevallen van Aziatische
cholera voorgekomen, waarvan een met doo
delijken afloop.
Te WOUBRUGGE is een tweede
geval van Aziatische cholera voorgekomen.
De lijderes, de vrouw van een schipper,
bezweek nog denzelfden dag.
Het geld regeert in menig oord,
En naar zjjn stem wordt slechts gehoord.
Al is een zaak ook nog zoo slecht,
Het geld maakt haar toch altijd recht.
Al noemt men tienmaal kennis macht,
Toch heeft het geld veel grooter kracht.
Wie 't heeft is steeds de groote Piet.
Hier bij ons te lande gebeurt dat zoo niet.
De man is hoofd van het gezin,
En zorgt maar voor een ruim gewin.
Hij is de baas bij wel en wee.
De vrouw blijft altijd nummer twee.
Maar als zij den pantoffel zwaait,
Is't vast dat haar haan koning kraait.
Maar waar men ooit zoo'n toestand ziet,
Hier bij ons te lande gebeurt dat zoo niet.
Een anarchist duldt geen gezag;
'tls iets dat hij niet lijden mag.
Hü preekt veel liever deze leer:
„Geen Hoogste Macht, geen meesters meer l"
Een mensch is minder dan een os;
Dus moordt h(j lustig er op los.
'tls vreeselijk wat zoo geschiedt.
Hier bij ons te lande gebeurt dat zoo niet.
De muzelman belooft nooit trouw,
Aan eene en dezelfde vrouw
Maar elders ja, belooft men 'twel,
Doch meestal is dit katjesspel.
De man moet dikwijls 's avonds laat,
Nog eens voor zaken wel op straat,
Hoe of dit vrouwlief ook verdriet.
Hier bij ons te lande gebeurt dat zoo niet.|
De Samojeden drinken traan,
Waarvoor z(j niet tei herberg gaan.
Zij kennen geen jeneverplaag,
En ook geen stuk dus in hun kraag,
Yaak zijn zij vet, maar toch bekwaam.
Zij kennen nauw cognac bij naam,
Terwijl men er geen dronkaards ziet.
Hier bij ons te lande gebeurt dat zoo niet.
Drukt de belasting hier en daar
De ingezetenen wat zwaar,
Zooals in een naburig rijk,
Dan neemt men daarheen nooit de wijk.
Nu eens wordt dit, dan dat belast;
Onaangenaam wordt men verrast,
Lijdt daardoor schade en veel verdriet.
Hier bjj ons te lande gebeurt dat zoo niet.
Wat gaan er in het Frankenland,
Niet velen boven staat en stand.
Men wil er heel voornaam maar zijn,
En offert alles aan den schijn.
Al heeft de maag het meer dan taai,
Toch z\j de kleeding net en fraai
Men offert alles aan de swiet,
Hier hij ons te lande gebeurt dat zoo niet.
„Toch wijte men 't den lande niet,
Wat of er in een land geschiedt,"
Dit leerde reeds Hugo de Groot,
Toen hem de vreemdling schuilplaats bood.
Waar men moog toeven op onze aard,
De goede trouw blijv' steeds bewaard!
Ga recht door zee, wat 't lot ook bied'.
Gelukkig het land waar dit altijd geschiedt.
Jan Courage.
Moord te EIJGELSHOVEN.
Vrijdag is Daar gevangenis te Maasstricht
overgebracht zekere S., de vermoedelijke
dader van den moord te Eijgelehoven. Naar
men verneemt, zou hij volle bekentenis
hebben afgelegd. Van de zware verwon
dingen, die hij zelf bij de vechtpartij op
deed, zal hij waarschijnlijk geheel herstel
len.
Een zeldzaam brutale
aanranding had te NIEUWERKERK a/d
IJsel plaats. Donderdagavond tusschen ne
gen en tien uur vervoegde zich een per
soon bij den winkelier L. B. op 's-Gra-
venweg, die een venster van het winkel
raam afhaakte en vervolgens alles stuk
sloeg, zoodat noch van ruiten noch van het
houtwerk iets heel bleef.
De persoon, die dit alles deed, was ie
mand die als bedelaar voor een paar weken
om een galden gevraagd en natuurlijk niet
„En wie zal later den naam van me
vrouw Kingsbourne dragen, Eduard F®
Zij zaten in zijn kamer en het was zijn
moeder, die deze vraag deed.
De jonge man bewaarde het stilzwij
gen de beantwoording Van die vraag had
hem zoo gemakkelijk toegeschenen, maar
nu de tijd werkelijk gekomen was, dat hij
zijn geheim aan de wereld moest mededee-
len, zag hij, dat die plicht onaangenamer
was, dan hij zich had voorgesteld.
Zijn moeder bemerkte zijn aarzeling
zij schreef die echter toe aan de mogelijk
heid, dat hij geheel onbekend was. met
haar inzichten omtrent het huwelijk; daar
om vervolgde zij
„Ik ben zoo verheugd, te hooren, dat
je wilt gaan trouwen, Ed. Ik geloof, dat
het heel goed is, jong te trouwen. Je va
der en ik waren beiden twee-en-twiutig, en
wij hebben er nooit spijt van gehad.
Daarenboven haar oog gleed over een
photografie van een meisje, gekleed in 't
costuum van Margaretha uit „Faust®
als een man jong hawt, loopt hij geen ge
vaar voor zulk soort dingen Wie is zij,
Ed., als ik vrageD m8g.®
„Haar naam is Lieford, Lily Lieford,
moeder."
>01 Ik las iets omtrent haar in de
courant. Heel mooi moet ze zijn, uitmun
tend spelen Ken je haar persoonlijk F"
«Ja, moeder."
De jor.ge man bloosde. Mevrouw Kings
bourne dacht, dat zij alles begreep en was
gelukkiger dan ooit, met het plan van
haar zood, dat hij wilde huwen.
nWelnu" hernam zij, «revenons h nos
montons. Wie zal den naam van mevrouw
Kingsbourne dragen Ik heb dikwijls ge
dacht, dat het Annie Chester wasdie
zou je wel passen en als ik mij niet vergis,
houdt ze ook wel van je. Of Alice Win-
stanley I Die is heel aardig en je maakte
haar nog al het hof met kerstmis, ts het
Aliee, die je hart veroverd heeft, Ed
Zi' had een luchtigen toon aangeslagen,
onbewust van den strijd, die in zijn ziel
woedde
«Neen moeder, 't is noch Annie, noch
Hij wachtte een oogenblik, toen liet hij
er haastig op volgen:
Het meisje, dat beloofd heeft mijn
vrouw te worden is zq, wier portret daar op
den schoorsteen staat.... Lily Lieford.'
Zijne moeder sprong op.
Lilv Lieford F" riep zij. «Jouw echl-
genoote!' De mogelijkheid, dat haar zoon
met een actrice zou huweD, was nimmer bij
haar opgekomen en het eenige, wat zij kon
zeggen, was
®.°'Ed!" - j -t
Yoor een vrouw als zij, voor iemand uit
baar stand, kon Lily niet in vergelijking
komen met Alice. Een tooneelspeelster
Zij was zoo verbaasd en zoo geschokt te
vens, dat Ednard eenige oogeu blikken ont
stemd het stilzwijgen bewaarde. Toen hij
mis Lieford gevraagd had, zijn vrouw te
worden, had hij zich niet verheeld, dat er
moeielijkheden te overwinnen waren, dat
hij tegen vooroordeelen zou moeten strij
den; maar hij had gehoopt, dat die strijd
gemakkelijker zou zijnEenmaal begon
nen, kon en wilde hij ook niet terng
treden.
«Ik heb alles overwogen, moeder, wat
u tegen een huwelijk kon inbrengen, maar
ik vraag u, moeder, mij te vertrouwen, zoo-
al» u altijd hebt gedaan; want geloof me,
Lily Lieford is en is altijd geweest, een
goed meisje.®
Hij wachtte een oogenblik om te zien,
welke uitwerking dezen woorden hadden
want hij zelf was overtuigd van de abso
lute waarheid zijner woorden; maar de
vooroordeelen zijner moeder waren diep
geworteld en hij was voorbereid op een
hevige oppositie.
Mevrouw Kingsbourne antwoordde niets.
Op haar gelaat was echter dnidelijk het
plan leesbaar, dat zij uitwerkte en
waarvoor zij zoo plotseling gesteld was.
Haar zwijgen verontrustte hem echter
niet. Hij vatte moed uit het feit, dat zijn
plan klaarblijkelijk nog der moeite waard
was, overwogen te worden. Het was altijd
nog iets, dat zijn voorstel niet direct van
de hand werd gewezen.
Hij ontveinsde zich niet, dat alle actri
ces geen heiligen zijn; hij wilde niets in
brengen tegen de meening, dat het tooneel
een plaats is, waar de zedelijkheid op een
laag peil staat, maar zou er geen uitzon
dering zijn op den regel Waarom zou
het artistenleven zedeloozer zijn dan ande
re beroepen F
't Is een vooroordeel, dat hier zijn scep
ter zwaait, maar jnist de strijd tegen voor
oordeelen is zeer zwaar. Komt men in Zwe
den en Noorwegen, daar worden altisten
beschouwd als gewone meDsehen, zij ver-
keeieu in de voornaamste kriogen en zij
hebben het aan zich zelf te wijten als zij
daaruit geweerd worden.
Jonge dames uit den voomaamsten
stand, zelfs dominé's dochters volgen een
tooneelloopbaan zonder iets geringer te
worden geschat dan het fatsoenlijkste meis
je.... maar hierZeker, het tooneelleven
brengt gevaren mede, misschien inwendig
veel grooter dan een ander beroep.
Maar onwetendheid is geen onschuld,
en de reinste vrouw is niet zij, die nooit
in de gelegenheid is geweest te struikelen,
maar zij, die, omringd door gevaren, toch
smetteloos blijft. En deze overweging was
het ook geweest, die hem bewogen had,
Lily tot vrouw te vragen en aan vooroor
deelen het hoofd te bieden.
„Indien ik daar niet zoo van overtuigd
was, moeder," zeide hij, „als ik overtuigd
ben van mijn liefde, die ik u toedraag,
nimmer zon ik Lily gevraagd hebbeD, mijn
vrouw te worden, nog minder zou ik om
uw toestemming hebben verzocht."
Eenig gernisch achter hem,deed-hem bet
hoofd onwenden.
«Lily riep hij verbaasd, «jij hier
Zij stond op den drempel. Haar gelaat
was zeer bleek en tranen schitterden in
haar blauwe oogen.
«Ik ben gekomen om te zeggen, dat ik
uw uituoodiging, om te komeu dineeren,
niet kan aannemen," zeide zij, met beven
de stem. «Toen ik u hoorde praten en be
merkte, dat er iemand bij je was, wilde
ik wachten, tot je alleen zou zijn. Dedeor
was niet gesloten en zoo heb ik ge
hoord wat er gesproken is."
Er heerschte eenige oogenblikken een
onaangename stilte Moeder en zoon zagen
angstig naar het schoone meisje met de
bevende lippen, doodsbleek gelaat en be
traande oogen.
Zijn moeder wilde iets vragen, maar
een beweging van haar kind belette
dit.
niet tot den jongen man.
Ik weet niet, of n ook
Lduard sprak nooit veel i
maar indien dit werkelft *J*
dochter,i
l0Te'WH
biddan,dathaarlSve„;3
zijn, dan het voor mij wai^jjO
staande in de wereld,' toen'-i"1*
Wa8' Z°nder 8eld' ^nder vljC
zonder kleederen, glecht8
tunrlijke gaven, hoe kon ik
dat mijn bestaan andeis zou
geweest is Op zekeren mör<2"' V!
twee maanden met den
worsteld, ontmoette een i
ood vriend Van mijn
toen ik naar hnis
waar ik werkzaam
8'ng
0f'a-dw
ader) mij y
*an dm
*as en stpij
engagement aan zijn tooneel
En ik.., ik nam zijn - V°°r'
redde mij uit den
mij uit den verscStr>l
stand waarin ik verkeerde. Mi i M
thans vrij voorspoedig, ik wiJ.D let*.
varen van het tooueelleven J 433 >k
ontzettende gevaren voor °Dt!5%
bekennen en toen op zekerend'
ma-donna ziek was eg ik h
was mijn carrière en mijn n Ur ">1
Dat is mijn geschiedenis, ma.!"®
inzien blijkt mij, dat het beter
ik mijn belofte, uw zoon geH.JV1
medelijden
Ik
uw
lnt*t
coch Q«
vraag
giffenis, ik wil het stroikeJbu
moederlijken trots niet zijn ii 1
schande is actrice te zijj e
zal ik die schande alleen*e'nui d
gen Ie i
Zij had de laatste woorden 0R v
toon geuit, maar zich naar de 5
dend, maakte hetzelfde gevoel i T
het binnentreden ondervonden
weer van haar meester, en met
de schreden, als
voort.
'wkeien-
ln een droom, -
o t tj
Mevrouw Kingsbourne wsa echt*
sprongen, had haar hand gegrenen '"-
tegenstaande zij tegenstand bood l i''
Lily naar de plaats, waar vZlT* 1
«Men jongen," zeide
trilde van aandoening, «schenk m:j ltr,
haar groot onroc'
Is waar, het was misschien «U^t,
i^waar Ednird*—
fenis. Ik heb haar
t Is waar, het was misschien
gedachten, maar daarom misschien te"L
ter. Laat mij het goed maken.NeemC
Het leven is hard voor haar
ik wil haar thans niet weder aan 'i 'qj.
19 een goede
geluk prijs geven, Zij
vrouw!'
En hij - Hij breidde zijn armenuitj
geen woord werd gewisseld men hooti
slechts snikken, maar het waren vicwf»
tranen, die vloeiden.
Hoe komt het toch, dat in onze daga
zooveel aan muziek gedaan wordt en slecht
zeer enkele zich boven het middelmah
verheffen
Reeds jong dwingt men oDze kioden
een of ander instrument te leeren bespeli
maar welk resultaat verkrijgt men na a
6- of 7-jarige studie?
Ze hebben eene zekere bekwaamheidii
de techniek opgedaan, maar hoe weinijn
zijn er, die dieper in de muziek doordra
gen, hoe weinigen zien in haar de kunst,
die men met het volste recht de god»
lijke noemt F
De meesten beoefenen haar om de w
veling te verdrijven, met hunne bekwum-
heden te schitteren, of in gezellige kiinft
een paar walsen ten gehoore te kunna
brengen. Dat is reebt treurig, want de m»
ziek moet niet het zingenot, maar
veredeling van den mensch dienen; q
moet het hart opheffen, moet de brug rij1
die van het aardsche naai het oneinoigi
voert. Zij moet ons een troosteres in -'ui^
en leed zijn en op zonnige dagen de inter
warmer makeD.
De muziek is een dochter der wj
Bij de vorming iD de toonkunst let
veel te weinig op de individueele uag®|
vaD den leerling. ..i
De piano beheerscht onzen
eene model-inslrumeut geworden.
O, niemand zal ontkeDDen, dat e
een volmaakt instrument is, als
een meesterhand wordt bespeeld, ®44''
„Ik ben bevreesd, Eduard,® zeide
Lily terwijl hnn oogen elkaar ontmoetten
„dat er een vergisseng heeft plaats gehad,
Ik dacht niet totdat ik je heden er over
hoorde spreken, dat je werkelijk van plan
was, met mij een huwelijk te sluiten. Ik
ben een goed meisje, maar als je mijn ver
leden kent, zal je zelf oordeelea, dat ik
niet in uw stand pas eD daarom... daar
om wil ik je liever je woord teruggeven,
dat is beter voor ons beiden Het viel mij
zoo moeielijk mijn verleden te vertellen, ik
stelde het uit nogmaals en nogmaals, maar
t is nog niet te Hateen kind uit de arme
volklussa voortgekomen, past niet als echt-
genoote voor een man uit den hoogeren
stand."
Tranen beletten baar verder te spreken,
de ingehouden snikken deden haar gestalte
krampachtig schudden.
loen weudde zij zich tot zjjn moeder,
UC1J wij uau uug goou mui;
die in schoonheid van klack ue Pu
komen. Is de viool nog Diet wel:.
dan de piano F Hooren wij
menschelijke stemmen F Ook a."
dient meer opmerkzaamheid, dan
heden toe geschonken werd; w
ten dan onze kinderen bijna j
leeren spelen? Wij doen er ben
zen dwang eene afkeer varJ knjfff
wij het beter doen, dan zullen
betere resultaten krijgen. eD e0tlf*
kinderen, voordat zij een ïnstru'
bespelen, gelegenheid geven, 1
instrumenten meesterlijk te
spelen, dan geven wij hun een
enkel uur bepaalt dan hunn
Hunne neiging zal hun V°f
nen en de sluimerende t"
roepen. de
Langzamerhand gaat men
over, de smaak wordt ?e 6 '#ln*
gelegenheid te geven, kunsten*4 „j
vormt zich hun schoonheids
gevoel, hun liefde voor muZ^D buY
prettiger is bet niet, als m
den verschillende instrun^1' i
worden; de kinderen zu ejjeei sc^
meer inspannen om het ge
te doen klinken. kw*1
Z o o'n z a a k j e is e, js Jk»1
Evenals Care in Neder 1
Dnitschland de voornaa®:
een paardenspel of, g6''!
dig 'deftig zegt
Ernst Renz, de grondveste. b;
sche „kunstrijdersdynastie