Gemengd Nieuws. Burgerlijke Stand. Gemeente Schagen. Gein. Wieringen. Gem. Heer-Hugowaard. Ter Courantdrukkerij van J. Winkel worden alle Druk-| werken billijk en Ja spoedig afgeleverd. Hij meent dat de treurige toestand van heden, noch de schold is van den Staat, noch van de ingewikkelde onderwijstoe standen, maar voornamelijk van de stille be lasting waarmede de onderwijzers tot he den in hun lot hebben berust. Spr hoopt, dat de tijd spoedig voorbij moge zijn, dat een onderwijzersvrouw bij het verlaten harer woning, niet weet waar een op°n deur te vinden; dat de vrouw des oDdei wijzers han denwringend bij het ziekbed van den echt genoot staat, niet wetende, waar zij in de toekomst, brood voor zich en hare kinde ren zal vinden. Na'i uitspreken van dezen algemeen toege- juichten wensch, gaf de voorz. het woord aan de heer J. de Vries hoofd der school te Het Zand. In eene uitgezochte rede zet inleider zijne denkbeelden omtrent deze brandende kwestie uiteen. Met een klem mend betoog zet Spr. uiteen, hoe het wel en wee van de onderwijzers met de han gende kwestie is verbonden. Meer en meer en steeds sterker, werd het in den onderwijzerwereld gevoeld, dat zal de toekomst van een oordeelkundig, onderwijs verzekerd worden, er een betere salarieering en een pecsioensverzekering voor weduwen en weezen moet komen, want zonder deze zal da toewijding des onder wijzers aan zijn werk, een te zwaren strijd vorderen. Er wordt door sommigen beweerd, zegt Spr., dat menig ouderwijzer ten onrechte achterstaat bij veldwachters, kantoorkler ken, arbeiders, en dat het schande is, dat hij als koopwaar overeenkomstig de markt betaald wordt. Ruim 75 pCt. der onder wijzers genieten thans een inkomen boven f 800 en dat moge genoeg zijn met een zninig budget om met vrouw en drie kin deren te leven, er iets van overhouden, er iets van te kunnen afstaan om zich ka pitaal te verzekeren,op dat na den dood des mans, vrouw en kind geen bittere armoe behoeven te lijden, dat gaat niet. En die vrouw kan niet met een meestersknecht ot provisor of bediende het bedrijf kaars mans voortzetten, en die vrouw kan niet, omdat zij tijdens het leven haars mans als een juffrouw moest leven, gelijk de vrouw van een arbeider, als werkster, strijkster, enz. in de beho.iftea van haar gezin gaan voorzien. Deze toestand brengt een ver klaarbare voortdurende angst voor de zijnen in 't hart van den onderwijzer en nu mo ge men zeggen ,'t is zijn eigen schuld, dat hij dit beroep heeft gekozen." Ik trek ook geen partij voor hem, voor zijn per soon ik beweer, dat die angst nood zakelijk afbreuk moet doen aan het onder wijs, en dat het daarom te betreuren is, dat de onderwijzer staat als op een zin kend schip, zonder pomp. Want nu ver schaft hij, waar 't kan, zich er eene door les geven, les geven van den ochtend tot den avond, of hij wordt courantier, boekhouder, administrateur enz. enz. enz. Zijn tijd en zijn krachten wijdt hij daar aan, en of dat altijd kan geschieden zon der nadeel voor de school, betwijfel ik. Goed onderwijs en eene opvoeding van zoo vele uiteenloopende individuen eischen den onderwijzer geheel; hij moet voor de school zijn, wat R. K.-geestelijke is voor zijn parochiehij moet leven in zijn school, als de geleerde io zijn laboratorium. Stu- deeren moet hij om zijn kennis en alge- meenen blik te verruimen, om zijn onder wijs zoo helder mogelijk te doen zijn en dit vraagt tijd. Men bouwt uitstekende schoollokalen, verschaft vele dure leermid delen, doch dit zijn gepleisterde graven en blijven het, als de alles bezielende adem er in ontbreekt, als de onderwijzer er niet in en mee werkt met gausch zijn ziel. Hij is het, die de school maakt. Geen metho de, hoe uitstekend ook in elkaar gezet, vervangt hem geen leermiddel, hoezeer ook •anschouwelijkheid en begrippenvorming ten dienste, heeft waarde zonder hem; geen schoollokaal, hoe opwekkend en tot werk- zaam-zijn nitnoodigende, schenkt last en rust, waar de sleur zijn drempel betreedt en de matte blik des onderwijzers of diens norsch en ontevreden oog de ruimte inblikt. Het is daarom, dat spr. het dubbel be treurt, dat hij grijpt, grijpen moet, naar wat tot pomp op zijn zinkend schip kan dienen, op gevaar af, dat de lading prijs gegeven wordt. Er zijn menschen, vervolgt de heer de V r i e s, die meeneD, dat ©en onderwijzer bet zoo moeielijk niet heeft, al erkennen ze terstond volmondig, dat zij genoeg te stellen hebben met hun eigeD kroost, om lust te gevoeleD, de orde onder nog meer belhamels te bewaren. Dezulken meent hij toe te moeten roe' om een even behoorlijke belooning te ge nieten, als de aiubetnaar aan wien men zijne penningen toevertrouwd Is zijn dienst miuder waard dan die van den di recteur van een postkantoor P Spr wil geen vergelijking maken, hij coemt die catigo- riën van ambtenaren ook niet, omdat hij ze te hoog bezoldigd vindt, hun hunne be tere positie misgunt, maar alleen om er op te wijzen, dat de onderwijzer bij zijn gewichtige taak, zooveel lager bezoldigd wordt. Als de onderwijzers om hoogere be zoldigingen en verzekering van de toekomst der onzenvragt-n, can gebeurt dat niet wijl dat in de lucht zit, maar uit het levendig besef dat zij onder de tegenwoordige om standigheden, vooral ten platte lande ge- raar loopen, hun plicht te verzaken of liever niet naar behooren te vervullen, 't Is iu 't belang der school, van goed opvoe- deod onderwijs, waar naar men tegenwoor dig verlangt, waaraan de onderwijzer zijn goed recht verleent om aan te mogen dringen op betere salarieering en een pensioenfonds voor vrouw en kinderen; en 't is geen egoïsme of ijdele zelfverheffing die hem daartoe beweegt. Deze uitstekend ge bouwde rede mei den gloed der overtuiging uitgesproken, maakte op al de aanwe zigen een diepen indruk en do luide bij valsbetuigingen bewezen, dat de Spr. de tolk aller gedachten was geweest. Het debat, na de pauze, werd ingeleid door den heer van Varikdie iu het be lang der zaak thans alleen op eene rege ling der weduwen- en weezen-pensioenen wenscht aan te dringen. Is dit doel eens bereikt, dan zal de jaarweddeukwestie als noodzakelijk gevolg op den voorgrond treden. De heer Klerk schaart zich geheel aan de zijde van den heer van Varikdoch een andere groep, waarvan de heer Gazon als woordvoeder optrad, meende dat bij de geringe traktementen velen eene bijdrage van 5 pCt voor genoemd fonds, boven de krachten giDg. De heer Garan wenscbt zoo als niet eerst verbetering van traktemen ten, dan toch de beide kwesties gelijktijdig opgelost. De heer Berman, Burgemeester van Schagen, het woord verkrijgende, be tuigt zijne warme symphathie met hetgeen er thans op onderwijzersgebied plaats vindt. Met genoegen heeft hij den inleider ge volgd; gaarne zag hij als vergoeding voor de vele plichten, die Staat en Gemeente den onderwijzer stellen, diens jaarwedde daar mee in evenredigheid gebracht. Maar de vraag is of men het Gemeente-budget op vele plaatsen nog mag en kan verhoogen. Nu reeds bedragen de onderwijs-kosten in tal van gemeenten reeds 1js der begrooting, en daar waar men algemeen hongere uit gave bij geringere ontvangst waarneemt, kan vau beduidende verhoogingen geen sprake zijn. Het raadsel waren volgens ZEd. Achtb. gemakkelijk opgelost, indien de ouderwijzers Rijksambtenaren waren. De kwestie tusschen de twee aanwezige stroo mingen werdteu slotte bij stemming in't reine gebracht,waaruit bleek dat 50der aanwezigen iu de eerste plaats bij de Tweede Kamer en de hooge Regeering op eene pensioen-regeling voor weduwen en weezen wenschten aan te driogenjterwijl een 20-tal meer licht iu eene betere regeling der jaarwedde zag. Met een hartelijk woord van dank aan al de aanwezigen.en in 't bijzondere aan den inleider,de sprekers,en aan den heer Berman die als Burgemeester toonde de groote be langen van de onderwijzers ten volle te waardeereD, waarmee voorzitter de Gemeen te Schagen van harte geluk wenscht, sloot de heer van Albada deze gewichtige bij eenkomst. Een tweetal adressen aan de Tweede Kamer der Staten Generaal en aan ZEx. den Minister van Binnenlandsche Zaken, werden na afloop de vergadering door al de aanwezigen onderwijzers geteekend. pen, wat de ware school van hare diena ren verlangt. De school zegtGij mijn dienaar, gij zult hier binnenkomen met een vriendelijk, opgeruimd gemoed en gelaat, want mijn kinderkens zijn de bloemen des velds ge lijk, zij hunkeren naar warmen zonneschijn. Gij zult steeds zijn kalm en bedaard, opdat geen verkeerde zenuwprikkeling uwerzijds een plooi legge in het karakter der mij nen, welke er later niet meer is nit te wisschen, opdit het jeugdige gemoed ontvan kelijk blijve voor uwe wijsheidslessen en zedeleer. Gij zult zijn en blijven de ge duldige, de onderzoekende, de trouwe wachter over lichaam en geest want wie binnen mijn moren komen, hebben niet alle dezelfde talenten ontvangen en vele wegen leiden tot hart en ver stand. Gij zorgt te hebben het gezag, dat de orde en tucht bewaart, onder de hon derden zonder stok en gevangenis, een ge zag dat eerbied voor 't gezag kweekt, want jong gewend is oud gedaan, en de gehoor zaamheid aan den meester waarborgt de gehoorzaamheid aan de wet. Zijn deze eischen niet gewichtig genoeg 1081 en 180 1, Of hoe een professor er in loopen kan! Een professor deed op zekeren dag de heerlijke ontdekking, dat een boven een staldeur geplaatste steen het jaartal 1081 droeg. „Dien steen moet ik in mijn verzameling hebben, het koste wat het wil," zeide de professor. Hij bracht den eigenaar vau den stal, een boer, een bezoek, en vroeg dezen met groote begeerigheid „Hebt ge dien steen niet nit de rnïnen van gindsch kasteel gehaald t" „Het kan wel zijn, dat mijn grootvader hem daar vandaan gehaald en boven de staldeur gemetseld beeft," was het ant woord. De professor vroeg, hoeveel hij voor den steen moest betalen. ipAls u me honderd gulden geeft, breng ik hem u thuis." „Het is 'n boel geld," zeide de profes sor, „maar breng hem maar bij me thuis, dan zal ik je het geld uitbetalen." Toen de boer volgens afspraak, den steen bij den professor thnis kwam bren gen, bekeek de professor hem van alle kanten om zijD oogen te verlustigen aan deze eerbiedwaardige oudheid, niet zonder vrees, dat de steen door het transport ge leden mocht hebben. „Wat is datriep hij uit. »Dat is de goede nietOp den steeD, dien ik van u gekocht heb, stond het jaartal 1081, ter wijl op dezen steen het moderne jaartal 1801 staat, hetgeen bewijst dat de andere precies 720 jaar onder ia." „Dat beteekent niets," zeide de boer. „De metselaars hebben den steen onderst boven gezet, omdat hij zoo beter in den muur paste. U kunt hem draaien zooals u wilt, dat kan mij niet schelen, maar mijn geld moet ik hebben.' De professor gaf den boer de honderd gulden en nog een rijksdaalder toe om den steen weer mee te nemen en zijn mond te houden. TeToledo, heeft een vijf- tienjarige knaap twee kinderen vermoord en de lijkjes verminkt. De knaap had te veel gelezen over de misdaden van Jack the Ripper. Vat het garnizoen te Glo- gau zijn 170 man ziek, met clolera-achti- ge verschijnselen. Professor Fluegge is be last met een onderzoek, Kan men zonder tong spreken f Algemeen heerschle de meemng, dat de tong noodzakelijke is, om geluid te kunnen voortbrengen ten minste om te kunnen spreken. Dit wordt echter ten stel ligste door den Engelschen professor Hax- leij ontkend en er bestaan dau ook meerde re voorbeelden van, dat menschen zonder tong zeer goed spreken konden. Zoo werd bijvoorbeeld in het jaar 4-84> na Christus op bevel van Hunerich, 60 Christenen de tong uitgesneden, maar het duurde niet laDg, of eeuigen hunner begon nen weer te prediken. Maar zoover behoeft men niet in de geschiedenis terug te gaan, om dergelijke voorbeelden te vinden. In 1742 deed een zekere Matgareth Cutting haar examen voor de Royal Society in En geland. Geen spoor van een tong was er in haar mond te vinden, en toch sprak zij bijna even goed als de anderen. Jussieu verhaalt van een meisje, dat zonder toDg geboren werd en toen zij 17 jaar oud was, was er niemand die, zoo hij het niet wist, in ernst zou kunnen beweren, dat zij gesn tong had. Aan haar spraak was het hoege naamd niet te bemerken. Uit deze voorbeelden blijkt dus ten dui delijkste, dat het volstrekt niet noodzakelijk is, een tong te hebben, om te kunnen spreken. In Noorwegen is het drankverbruik per jaar en per inwoner 18, in Duitschland 45 liter. In Noorwe- is er een drankhuis op de 6600, in Prui sen op de 203 inwoners. Te Cotrona is een moord gepleegd tijdens een zitting vac de recht bank. Bij de behandeling van een proces ging de aanklager den beschuldigde te lijf en sneed hem met een mes, dat hij uit den zak haalde, het hoofd af 1 Dit ging alles zoo snel, dat men geen tijd had tusschenbeide te komen ja, de schul dige kon ontkomen Een Oosterscbe legende. De jonge Abdul wilde een wijs man worden, en ging derhalve naar een man, die in Bassora woonde, Hassan genaamd, die wegens zijn spaarzaamheid vermaard was, om van hem te leeren. Hassan heette hem welkom en ging da delijk met hem naar de markt, om het onderricht te beginnen. Eerst kwamen zij bij den bakker, en vroegen of hij versch brood had. Ja, heer, antwoordde de bakker, brood, zoo versch als boter. Ge ziet, zeide Hassan tot zijn metgezel, dat het beter zou zijn eerst boter te koo- pen, omdat het brood daarmede vegeleken wordt. Nq gingen zij naar den boterkooper en vroegen hem naar zijn waar. Mijn boter is zoo kostelijk als de fijnste olijfolie, antwoordde de koopman. Dan zullen wij toch maar liever da delijk olijfolie koopen, zeide Hassan, en zij begaven zich naar een koopman, die olijfolie verkocht. De beste olijfolieriep deze hun reeds van verre tegemoet. Zoo helder en zuiver als water Toen klopte Hassan zijn jonge leerling lachend op den schouder. Ziet ge wel, mijn vriend, zeide hij, wij behoeven geen brood, geen boter of olie te te koopen. Water is het beste van alles, en dat kunnen wij nit de bron halen, zon der dat vrij er voor moeten betalen. Alle dingen hebben hun waarde slechts in de verbeelding der menschen, en spaarzaam heid is niets anders dan aan die ingebeel de waarde niet te hechten. Intusschen waren zij aan de bron ge komen en dronken water. Abdul was echter jong en sterk en gevoelde, dat het water zijn honger niet stildedus zeide hij tot Hassan Heer, ik ben zoo wijs nog niet als gij, daarom zal ik een brood koopen. Maar toch heb ik in dit ééne uur genoeg voor mijn geheele leven vau u geleerd. Ik dank u van ganscher harte. Al u m i n i u m-n i e u w s. Over eene zeer opmerkelijke, door Tram- bach te Görlitz ontdekte eigenschap van het aluminium-metaal wordt van daar het volgende medegedeeld Legt men op een stuk aluminium-blik een houtje, dat met eeu oplossing van su blimaat ot van potaschloog bevochtigd is, zoodat het goed met de oppervlakte van het metaal in aanraking komt, dan vormt er zich op het raakpunt een witte laag kleiaarde, die zich weldra zoodanig ver groot, dat zij het houtje afwerpt. En nu krijgt men een uiterst verrassend schouw spel te zien. De witte massa begint als gras te groeien, breidt zich onder levendi ge bewegingen naar de kanten uit, en vormt tegelijkertijd sneeuwwitt», zijdeachtig glinsterende draden, die een lengte van wel l'/j centimeter bereiken en buitengewoon sierlijke, in alle opzichten aan gloeiende planten herinnerende figuren doen ontslaan Het uitgroeien en de bewegingen der keurig gevormde draden uit het metaal le veren een hoogst verrassend en merkwaar dig schouwspel op. Ofschoon reeds het bestrijken der opper vlakte van het metaal met de bovenge noemde vloeistoffen voldoende is, worden de figuren door het opleggen der houtjes toch veel fraaier, en de bewegingen nog veel levendiger. Be Nederlander. Ingeschreven van l 9 Nov. 1894. Geboren Grietje, d. v. Maarte» Hoog land en Elizabeth Jozefina Thiessen. Ondertrouwd en Getrouwd Geene. OverledenGerrit Dignum, echtgen. van Wilhelmina Maria Lodowina Mick- linghoff, oud 47 jr. en 4 md. Ingeschreven van 1—31 October 1894. GeborenJan z. v. Jacob Pronk en Voltj'e Hejjblok. Maartje d. v. Arie Butter en Tr\jn- je Rotgans. IJze z. v. Jan Koster en Geertje de Haan. Ondertrouwd:) Q Getrouwd Oveileden: Geertje Wiegeman, oud 16 m. d. v. Bertus Wiegenaar en Maartje Scbeltus. Albert Kraan, oud 7 maanden, z.v. Arie Kraan en Mina Lenghaus. Pieter de Jong oud 68 jaren, echtgenoot van Gesbrecht Wa- gemaker. Ingeschreven van 1—31 October 1894. Geboren: 7 Oct. Nicolaas z. v. J. Wester en A. Bibo. 14 dito. Catharina Margaretha d- v. J. Does en A. ZDp.21 dito Bartbolomeus z. v. J. Groot en J. Ruiter. 21 dito. Johan- nes z. v. A. Blokker en A. van Echdom. 28 dito. Vrouwtje d.v. J. van der Oord en A. Leeghwater. OndertrouwdPistor Mienes wed. v. Cor- nelia Egmond en Dirkje Kakes. 26 dito Jan de Ruiter en Antje Mienes. Overleden28 Sept. Cornelis Boots wedn. van Agatha Buscher, eerder van Antje Quant, 71 jaar, overleden te Amsterdam. 5 Oct. Mar garetha Anna d. v. N. Commandeur en G. Schouten 2j. 31 dito Jan Homke, echtgenoot v.Neeltje Dubbeld,43 j. Marktberichten. SCHAGEN, 8 Nov. 1894. Aangev. 12 Paarden f 55a 150. Stieren a 150 Geldekoeien(magere)„ 90.a 180. - - - - 170._ a 250.— 170.— a 260.— 30 Vette Koeien 50 Kalfkoeien 40 Vaarzen 70.a 130.— 100 Graskalveren 30.a 70. 25 Nuchtere Kalveren 4.a 14.— 350 Idem (vette) 20.a 27. 260 Overbouders 11.a 16.50 34 Varkens (magere) 10.a 13. 5 Idem(vette) per K.G., —.38 a .40 40 Biggen 4.a 7. 40 Konijnen .40 a .60 50 Kippen .30 a 1.50 60 Eenden .40 a —.50 475 Kilgr. Boter 1.05 a 1.15 120 Kaas .25 a .35 1000 Kipeiereu 5.50 a 6.— HOORN, 8 Nov. 1894. Aangevoerd Kleine Kaas, hoogste prijs f 27.—, Com missie f25.Middelbare f24.50, aangev. 275 stapels, wegende 82856 Kilo. HOORN, 9 Nor. 1894. Aangevoerd. Schapen van f21.— a 31.— per stuk Lammeren f 15.a 20.—. VarkeDB f —.40 a —.42 per Kilo. Koeien f a Handel vlug. ZAANDAM, 8 Nov.1894. Aangevoerd 12 stapels kleine kaas, prijs f25.50. EDAM 8 November. Aangevoerd 125 stuks boter, 5 Hg. 55 a 57' ct., kipeieren 6.50 a f 7.- ALKMAAR, 9 Not. 1894. Kleine Kaas f 26.50 Commissie f 25.50 Middelbare f 26.50 aangevoerd 350 stapels wegende 130000 K. G. ALKMAAR, 9 Nov. 1894. Aangevoerd totaal HL. 369 H.L. tarwe f 5.50 k 6.—, 245 H.L. rogge f 4.— a 4.40, H L. gerst f a 669 H.L, id. chev. f 4.— a 4.60. 1709 H.L. haver f 2.25 a 3.10. 300 HL. boonen, paarden- f 5.— a 5.25, H.L. bruine- f 14.50 a 15.H.L, citroen- f 17.a duiven- f 5.75 a f witte, f 17.— a f 18.50, 358 H.L. erwten, groene- f 8.50 a 19.—, grauwe f 15.— a 21.—, H.L. vale- f 11.a 18.— witte- a 126 H.L. mosterdzaad, rood f 11-14.50, geel f 5.a 16 H.L. karwijzaad f 15.25 a 14 H.L. Koolzaad f a H.L.. lijnzaad f a 23 H.L. kanarie zaad f 8.75 a 43 H.L. blauw maanzaad f 8.a ENKHUIZEN, 7 Nov. 1894. Heden werden aangevoerd 11 stapels kaas, prija 25,— per 50 KG. De prijzen der zaden waren als volgt: Karweizaad f 15.a f 15.25 Mosterdzaad 10.a 13.Maanzaad f 7.50 a 8.50 Groene erwten 10.a 14.Vale erwten 16.— a 18,Wjjker Valefll,— a 13,— Grauwe erwten f 16.— a 20.— Bruine boonen f 13.a 16.— Paardenboonen f 5.— a 6.—, Gerst f 2.50 a 3.50, Haver f 2.50 a 3.—. Aangevoerd Vette Varkens f .18 a f .22 per KG. Magere Varkens f 12.a f 15.p. st. Biggen f 5.a 8.— Ko nijnen f 0.40 a f 0.80, 75 KippeH f 0.80 a f 1.50, eieren f5.— a 5.25 per 100 stuks. Boter f 60 a 62<per kop. Schapen f—a Lammeren f a per stuk. Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 8