Alllllig ÏÏÏCDWS-, AiuriBitie- k LiiümUi De E Donderdag 15 November 1834. 38ste Jaargang Bo. 2889. en Dit lilad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIES in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Binnenlandsch Nieuws. Uitgever J. WINKEL. Bureau: SfHAGEX, Laan, 4. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Censt- ADVERTENTIEN van l tot 6 regels f 0.25iedere regel meer 5ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. FEUILLETON. ROMAN van Georg Itendler. g' Het mond— en klauwzeer is thans ook uitgebroken op de KRUL (eene «tal), te Kolhorn (eene «tal) en in den Waardpolder (eene sta!),respectievelijk bij Fethman, Sliiier en de Wed. Fm. Ook langs deu Meeldijk zijn enkele stallingen besmet. Zondagavond heeft het Fanfarecorps te WINKEL, zijne eerste uit voering in dit seizoen gegeven voor een talrijk publiek. De uitvoering is uitstekend geslaagd en na afloop daarvan werd van gelegenheid tot dansen een druk gebruik gemaakt. Den 8 sten November van dit jaar zag men, alsof hel midden in den hooitijd was, op het land van den beer K. Boekei in de Weere, gemeente WINKEL, vier grasmaaiers lustig maaien. Den len Mei is het vee uit de weide ge gaan en werd het land voor hooiland be stemd. Daarna is het gras driemaal ge maaid en de laatste snede was zelfs zeer goed. Wel eere zeldzaamheid in dezen tijd van het jaar. En wat een verschil bij verleden jaar: du overvloed van gras en toen groo ts schaarschte. B ij de herstemming voor een lid van de Tweede Kamer, zijn teANNA- PAULOWNA 185 stemmen uitgebracht. Zondagnachtj. 1. ontstond er aan de Van Ewijkssluis bij den heer Smit, een begin van biand door broeing van hooi in een klamp. De brand werd geblnscht door beide gemeentespuiten. De heer C. Stammes, candidaat-notaris, ia bij Kon. besluit be noemd tot notaris te den HELDER. ordt Uit MONNIKENDAM gemeld Bij hel «looper. van een oud pakhuis aldaar, vond men in de opening tusschen de balken, in zakje?, ruim 110 goudstuk ken, voor het meerendeel van het jaar 1620. In de nabijheid van dat pakhuis werd reeds vrorger in andere huizen geld gevonden. Een aangenaam voorval overkwam Zondag een Haarlemschen predi kant, die eene preekbenrt te NOÖRD- WIJKERHOUT zou vervullen. Vertrou wende op een gezegde van een conducteur dat de trein, die tegen 9 uur van Haar lem in de richtiug den Haag vertrekt, te Piet Gijzcnbrug stopte, had hij in dien trein plaats genomen. Toen deze (een sneltrein) niet te Piet Gijzenbnrg stilhield, bracht de predikant de «noodrem" in werking eu nadat de trein tot stilstand was gebracht, verzocht bij te mogen uitstappen. Dit werd hem echter niet toegestaanhij moest tot Leiden doorgaan en bovendien werd pro ces-verbaal opgemaakt. (11. C.) -- De hoeren Messchaert en Röntgen zullen, tengevolge van het groote succes op hun concertreis door het land be haald, om aan veler verlangen te voldoeD, in sommige plaatsen nogmaals optreden. He tongeval te CHARLOIS Maandag is het lijk van den 10-jarigen A. N. ter aarde besteld en wijl de ge neeskundige had verklaard, dat het kind, zooals men weet, met een klomp op het hoofd geslagen, gestorven was door verstik king in drift en nijd, was alles uit en werd de dader niet vervolgd. Dat was evenwel niet naar den zin der familie, die zich wendde tot den officier van justitie te Dord recht. Woensdag kwam het gerecht in Charlois. Het lijkje werd opgegraven en ge schouwd door dr. J. De Groot te Cbarlois en dr. Verhoeven uit Rotterdam, en enkele getuigen werden gehoord. Het publiek is zeer nieuwsgierig naar 3. Thtsi zelf, was eerst uiet zeer verheugd over deze groote verandering. Zij was reeds lsngtamerhand een echt pedant kind gewor den, die elbe afwijking van deu gewonen regel, reeds onaangenaam en vervelend vond. Zij kon zich niet anders de dingen voor stellen, dan zij dat ze reeds jaren voor zich gezien bad; dat juffrouw Kleinholz 's mor gens op haar ontwaken stond te wachten, •to dadelijk toe te snellen en haar bij het aantrekken der kleeren, die altijd op dezelf de plaats hingen, behulpzaam te zijn. Nu *as het op eenmaal anders geworden, en sjj was niet weinig verwonderd, toen zij den Volgenden morgen nog slaapdronken, een vreemde gestalte voor haar bed zag. Ja, na *erd het baar duidelijk, dat was het vreem ds meisje. Thesi draaide zich om, eu deed '8 sliep, Eerst moest die andere de Kamer «erlateD. Z'J kon toch Diet in bet bijzijn van een 'reemde opstaan. Zij had zich zeker te veel tawogen, want Christina had bemerkt dat *9 ontwaakt was en trad nader. «Goeden morgen, Thesi 1* Zij had haar jspon nog niet aangetrokken; de naakte ar- ®8o en schoaders waren nog boog gekleurd ®°or het friascbe water, dat er zooeven in overvloed was overheen geworpen. De klai- 08 Thesi, die iD haar witte kleederc-n wel engeltje geleek, schaamde zich, dat zij voor het oog van een vreemde in haar bed «Goedenmorge^Cbristina,* antwoordde zij; z9 gevoelde eobter, dat zij er nog iets by- 'pegen moest, want het was tecb haar gast '8 da6r voor haar stond. Eerst trok zij ^bter haar dekens tot pan de kin op. ,Uebt 8y goed geslapen, den eersten Dacht «Heerlijk; Maar uwe bedden zijn ook zoo ttcht.' «kerkelijk?" vroeg Thesi met het gewone van een vei wend kind, dat ticb van ®e' gemak en genot van de baar omgeven- I® geriefelijkheden, een niet al te best aenk- ed vormen kan. «Was dan het uwetbuis ""et zoo zacht?" «Kan je begrijpen!* Ter bekrachtiging ha- pr uitroep sprong zij op het bed v»d Ihe- óie een verschrikt gelaat trok. Haar bed •i nog «co glad alsof er nog niemand op ^'•pen had, terwijl de kussens en de den uilslag van dit onderzoek en algemeen verwacht en hoopt men, dat de deug niet zijn straf zil ontvangen, daar hij hier zeer ongunstig bekend staat. Ondeugende jongens zijn er bij honderden. Gemeen on- deugenden gelnkkig nog maar weinig. Die dienen gestraft, als 't noodig is. Moedwillig kippen doodgooien, een geit de pooten sa menbinden en verdrinken, een meisje met een boodschapmandje aan den arm het geld afstelen en 't kind op den koop toe in 't water duwen, dat zijn altemsal geen gewo ne kwajongensstreken. De schoolkameraad van A. N., zoon eener arme weduwe, wordt dagelijks Datr school gebracht en weer van daar gehaald, omdat men ook vroest voor het leven van dit kind, en wel licht niet zonder grond. De heer 2. Wit Gt. gepen- sioneerd als onderofficier der kon. Mare- chaussé's, wonende te BAR8INGERHORN, is den lilden dezer in functie getreden als veldwachter der gemeente Vreeswijk. Bij beschikking van den Minister van Binnl, Zaken is, op verzoek van dr. P. C. F. Frowein te Den HEL DER, om den burgemeester dier gemeente aan te schrijven den heer F. in staat te stellen zijn betrekking ais lid van dea Raad te aanvaarden, na het afleggen van een belofte, geantwoord, dat de Minister, gelet op de ingewonnen ambts berichten, adressant te kennen geeft, dat met het ong op de toepassing, steeds aan art. 39 der gemeentewet gegeven, bepaal delijk, ook bij het Kod. besluit van 19 Maart 1884, er voor tusschenkorast der Regeering in deze geen termen zijn. Dronken achter het lijk van zijn kind Een visscher te GORINCHEM, die za terdagmorgen zijn kiud moest begraven, was deD vorigen avond ter zake van het maken van burengerucht en het zich in veiregaanden beschonken toestand berin den, naar het politiebure.au overgebraoh'. en moest dien morgen, nog niet geheel kons van Christina's bed wild dooreen lagen Het zag er vrij onordelijk ait in de kamer, op eiken stoel lag een kleedingstuk. Thesi word het bang te moede. Als dat joffrouw Kleinholz eens zag. De pantoffels van Chris tina waren onder het ledikant gevlogen, toen zij boven op het bod sprong. „Gij moet u dadelijk icrder aankleeden," reide zij. „Juf frouw Kleinholz vindt zulks niet gepast.* „Die is zeker wel streng?" vroeg Chris tina en stond op. „Wanneer men zijn plicht niet doet,* zeide de andere met over tuiging. Christina keek haar onthutst aan. Ooder plicht kan men zooveel rangschikken! Fluks kleedde zij zich verder aan en zie, daar stak de gefreesde haar hoofd door de deurope ning. En Christina had juist zooveel op het hart waarnaar zjj bare nieuwe vriendin vra gen wilde. Christina had niet bemerkt, dat hare ver schijning eigenlijk aan Thesi niet aangenaam was. Alles vond zij hier zoo schoon, 100 overheerlijk, veel beter dan zij het ooit ge wend geweest was! Moeilijk evenwel viel het haar, ziob in de nieuwe omgeving te schikken. Hier waren lastig te onthouden bepalingen omtrent tucht en orde, die haar ab 't ware tegelijk werdeu opgedrongen, die nauwelijks geleerd, ook weder spoedig ver seten waren, omdat net kind van de nuttig heid van dit alles niet overtuigd was. Zij was thuis vroeg gewend, om zelfstandig op te treden, en moest nn telkens bare afhan kelijkheid gevoelen, tot in de kleinste din gen. Wie had haar thuis iets voorgeschreven, wanneer zij gaan of blijven wilde, zwijgen of praten wilde, tegenwoordig of afwezig zijn wilde. Wanneer m°n het wat meer aan haar eigeD wil had overgelaten, had het dik wijls beter atgeloopen.Maar die eeuwige voor schriften waarschuwingen,berispingen, maak ten haar het spoor bijster. Zi) deed waar lijk baar best, om alles zoo goed mogelijk te doen, maar had zij het dan weer verkor ven, daD gaf zij niet zichzelf, maar de vele voorschriften de schuld vsn alles. Had zij bij dit alles nog maar tecs ten weinig bulp en steun gevondeD. M ar neen, Thesi was van dit alles zoo diep doordrongen, en ver dedigde het met zuk ern I eilig.-n ernst, dat het verschrikkelijk was. Christina had vol strekt geen reden om over Thesi te klagen; zij was vriendelijk, volstrekt niet heertcb- zuchtig, maar eeuwig en altijd boorde men uit baar mond: .dat mogen wij niet,* en dat braobt Cristica somwjjlen tot vertwijfe ling. Wanneer deze maar eenmaal ongehoor zaam had willen zijn. dat had haar heel vuel waard geweest. Al was bet alleen maar om juffrouw Kleinbolt te plagen, tegen wie Christina reeds van den eersten dag af, een I hevige anthipathie had opgevat. Maar ook ontnuchterd, huiswaarts gezonden worden,1 om zijn treurigen plicht te gaan vo!bren-i gen. Te LOOSDRECHT is bij den kleerbleeker H. H., van achter een hoop ruigten waardoor zij wis ingesloten, eer. kip te voorschijn gekomen, die daar 12 dagen had doorgebracht zonder eten of drinken. Het dier was zeer vermagerd, doch overigens goed in orde. Het schatten bergende schip Lutine hoadt weder de belangstel ling gaande van al wat TERSCHELLIN GS R is. Door een geheel nieuw gedacht systeem, wil men het door duikers moge lijk maken, het wrak te naderen, door het namelijk te omringen door een wal van zakken gevuld met zand. Men zegt, dal daartoe wel 70,000 zakken vol zullen noodig zijn. Is die beoogde wal aange bracht, dan denkt men een schelp— of zandzuiger aan het werk te zetten en op die wijze te beletten, dat het vloeizand da delijk de weggewerkte specie vervangt. Heeft men het wrak op die wijze van wa ter bevrijd, dan belet niets den duikers de nog altijd niet gevonden staven goud op te halen. Door eenlandbonver te BOZUM werden dezer dagen drie levende eenden naar een kennis te Utrecht gezonden, maar hij verzuimde ze de vlerken te korten, 's Anderen daags mocht hij ontwaren, dat een dezer eenden, onder onmiskenbare teekenen van blijdschap, weer bezit nam van haar oude erf. Uit een kermiswagen van zekere Feije te "WINSCHOTEN is eene brandkast met f 6000 a 10,000 gestolen. Het drietal knechten van Fjije is, zooals uit de nasporingen der politie blijkt, jl. Don derdagmorgen vroegtijdig met de stoomtram vertrokken in de richting Stadskanaal, en dienzelfden middag ruim 12 uur met den trein van Zuidbroek met plaatsbiljetten voor Breda. Te Winschoten zijn in eene sloot bij den zaagmolen van de firma Post de opengebroken ijzeren geldkist en een breekijzer van aanzienlijke afmeting terug gevonden. Iemand die met een langen stok bij zich om eene afsluiting heenstapte en met den stok in het water steunde, stoot te op een hard voorwerp en ontdekte op die wijze de geledigde kist, zoomede het andere voorwerp. In de gemeente H E E R- HUGOWAARD is opnieuw een cnrsns geopend voor vrij willigen oefeningen in den wapenhandel met 23 jongelieden. Drie en twintig jongelieden zijn er op 3 scholen in de gemeente lang niet te vinden die gebruik maken van herhaling onderwijs. Waarlijk een treurig verschijnsel. Een molenaarsknecht te BUDEL is door één der wieken van den windmolen gegrepen en terstond gedood. Dooi Q. M. de Koningin— Regentes is een ruim gedeelte bijgedragen in de reiskosten van een gezin, dat wegens armoede uit Amerika naar hier is teruggekomen. Arm Friesland. Aan „Het Dgbld" wordt geschreven. Dat het collectief genomen ontslag van den Raad der Friesche gemeente WEST- STELLINGWERF veel sensatie verwekt in Friesland, ligt voor de hand. Im mers Westelingwerf is niet de eenige ge meente die in financicelen nood verkeert en ten einde raad is. Ook in Opsterland staat het er allertreurigst voor, terwijl ook in andere gemeenten het water de lippen nadert. De uitgaven voor onderwijs zijn in de laatste jaren belingrijk gestegen en niet minder de subsidie voor (t Armbestuur, een gevolg van de toenemende werkloos heid, waardoor de armoede en dientengevol ge het onderhoud van behoeftigen schrikba rend toeneemt. Daar de arbeidersbevolking in de bouw- dit gevoel moest zij in haar binnenste op sluiten. In de tweede weok dat zij in bet huis van Helbig was, hoorde zij juffrouw Kleinholz uaderbij komen, en zeide tot The si: „Daar komt do onderoffiieierl* Maar dat was haar niet meegevallen. Thesi bad haar zeer verstoord aangezien en terechtstellend gezegd: Maar Christina?" Wanneer zij er aan dacht, hoe zij met hare moeder te zanten aan tafel zat! Daar was ook wel een wit laken over gespreid, maar gaon zilveren schalen stonden daar op en ook geen wijn in kristallen glazen; geen dienaars giDgen geruischloos rond te dienen zjj haalde zelf het eenvoudige maal uit de keuken. Maar dan mocht zij ook praten, zooals het haar in haar hirt opkwam, en zeer dikwijls stemde haar moeder in met haar lachen, wanneer zij zich niet te moe gevoelde, en zjj mocht water drinken, wan neer zij dorst bad, en behoefde er niet ang stig op te letten, in welke hand zi) mes en vork had. En wanneer men zich daarin nu eens vergiste, was dat dan zoo erg, dat men daarvoor een opsnljjke berispingmoest krijgen? Zij kon dat niet inzien. En wanneer juffrouw Kleinholz met verheffing van stem, zoodat iedereen het hoorde, haar deze fouteu ver weet, dan gevoelde zij, boe aller blikken zich op haar richtten. Thosie, als iemand die het gepleegde vreeselijk vindt, mevrouw Melanie met een lichte uitdrukking vau spot op het gelaat, als wilde zij zeggen „Hoe kan men het ook anders verwachten." Slechts Helbig scheen haar dan bi) te staan. Op zijn ge laat kwam een ontevredon trek, die scheen te zeggen: „Laat dat kind toch met rust, Zij kan toch niet alles in eens leeren." O' Ja, zij zag alles heel goed en bedroog zich uiet. Maar zij wilde hem eer aandoen. Dat had zij zich vast voorgenomen. En zooder dat zij wist waarom, zag zij in Helbig haar bondgenoot. Niet om de anderen te behagen, neeD, slechts om zijnentwille ontwaakte hare eergierigheid. En voor al bare moeite en last, voDd zij zich zelf rijkelijk beloond, wanneer haar pleegvader na het middagmaal haar hartelijk de hand drukte alsof bij zeggen wilde: „Heden hebt gij n uitstekend gedra gen." Wat kon hy haar toch krachtig de band drukken! De anderer kusten slechts even baar hoofd. Dasr had, sonder dat xij wist hoe hdl geschied was, zieh een band tusschen hen beiden geslingerd, die dagelijks vaster werd aangehaald. Mevrouw Elisabeth Hoppe was niet in ge lijke mate tevreden over den afloop van de boodschap van baar man, als deze zeif. Dui zend golden verhooging ?Dat was alles? Die had hij, hoewel niet dadelijk, toch in de volgende jaren wel verkregen. „Gij verstaat de kanst niet," sprak zt] tot hem. „Ik in uw plaats. Na ik zou er mijn voor deel mede gedaan hebben. Maar gij werkt maar voor een ander tot laat in den nacht, en wanneer de gelegenheid zich dan aan biedt, waar men u noodig heeft, en u daar voor zulk ceu belooniog goeft, dan deukt gij dat er een wonder van vrijgevigheid geschied is, en straalt gij van vreugde. Zooals ik u reeds gozegd heb: Ik in nw plaats, nu, dat beloof ik je, dan zoudeu er andere dingen gebeu ren.* Hoppe luisterde rustig ton, en liet zich in bet genot van een kop koffie niet storen. Hy kende deze revolotionnaire predikatiën van zijn jonge vroaw reeds laDg, die nooit mot bare plaats in de wereld tevreden was. Hij zweeg, waut wat hij er ook tegen mocht gezegd hebben, bet zou alles nutteloos ge weest zijn. .Maar natuurlijk Wanneer tij u noodig hebben, dan is het lieve mijnbeer Hoppe hier en lieve mijnbeer Hoppe daar, eu dan vliegt en draalt de lieve mijnheer Hoppe precies zooals xij het daar verlan gen 1* De man trok de wenkbrauwen op. Toen hij altijd nog niets zeide schikte «ij dichter op hem toe en werd zij dringender. „Waarom hebt gij mij nog niet gizegd, wat gij op die reis doen moest Want dat daarbjj bijzondere zaken in het spel waren, praat gij my niet uit bet hoofd. Dat was nu nog eens een gelegenheid ge weest, om uw slag te slaan. Nu is het weer te laat.' .Slag slaan 1 Wat slag moet ik dan toch slaan vroeg Hoppe onwillig. „Hoe kan zoo'n man dat nog vragen. Het is toch ongeloofelyk. Heb ik het u dan niet reeds dikwijls genoeg gezegd, hoe hoog mijn streven gaat, en waarbeeu het uwe nog geleid moet worden vroeg zij, en ha re oogen bliksemden, alsof zy de geheele we reld veroveren wilde. „Deelhebber en medebestuurder der firma moet i gij worden, en wanneer gij slechts een spoor van wilskracht bezat, zou het u gelukken.* „Maar ElisabelbIk bid je, praat toch niet znlke zotte praat 1 Ten eerste valt daar aan volstrekt niet te denken, en ten tweede waarvoor ion ik zoovele zorgen op mijne schonderg lader; is deze vaste positie nu niet veel beter Ik wil waarachtig niet eens met Helbig ruilen „Gij wellicht niet, maar ik. Ik wil ook wel eens boven zitten evenals de anderen en niet slechts uit genade en barmhartig heid toegelaten worden. Want dat is my reeds lacg duidelijk gewoideu, wanneer zij niet moe6tcn, zouden zij ons niet uitnoodi- gen. En dat i cg wel eenmaal per jaar I En dan die neerbuigende vriendelijkheid! En dsn die blikken van al die opgeblazen creaturen„«ie is die kleine, nederige vrouw Dat heb ik zelf mooten aanhooren dat zij mij zoo noemdeD. „Die met die mooie armen?* Erg lief van bon,dat zij .dat nog bemerktao. „Och ja, dat is de vrouw van den oudsten boekhouder der firma 1" Hebt gij 't wel verstaan Boekhouder zeg gen ze dan i Het is ougoloofelijk Eu daar moet meu dan rustig onder blijven. Ea wanneer men het niet langer sou willen dragen, moet men het toch doen, ter wille van de kinderen Hij zag haar verwonderd aan. „Ter wille van de kinderen Maar myn hamel, en wij hebben ze niet." „Maar wij zullen se krijgen, daar kunt ge zeker vanjzyn,* antwoordde zij met grootea nadruk. En weder flikkerde hare levendige oogeD. Die vrouw was niet slechts eergierig, maar ook nieuwsgierig. Zij had zoo gaarne de opdracht van haar man in meer bijzon derheden gekend. Want dat er iets geheime achter stak, dat stond by haar vast, als een paal boven water, dat had hare vrou welijke schranderheid, baar reeds van het eerste oogenblik af doen raden. Maar nu stioi zij bij haar man op eeue niet te ver- murven btrdheid. Hemzelf was de xa tk ook zeer onverklaarbaar voorgekomen, hy had op de plaats veel gezien en gehoord, dat veel stof tot nadenken gogeven had; maar daar hem verboden was te praten of te on derzoeken, zoo was het ook bet beste, dat hij dit op zijn deaken toepaste. Een goed beambte deukt niet, rooende hij, dan ont gaat men ook alle lust. En daarom dacht hij ook niet. Maar zijn vrouw liet hem niet met rust. Eens had zy hem gevraagd, of hij niets omtrent den vader van het kind te weton gekomen was. Hij bad er geen gezien, was het antwoord. Dat een halve wees geen vader had, wist zij; maar of hij niet gehoord bad, wie en wat de vader geweest was eu wanneer hy gestorven was, of iets an ders, dat van belang was. Maar bet hielp niets. Op alle vragen kreeg zij ten antwoord, het is mij niet be volen het te onderzoeken en dan heb ik bet ook natuurlijk niet gedaan. Juist wilde zij wederom bare ontevreden heid over zooveel slaafschbeid te kennen geven, toen bet meisje het bezoek van juf frouw Kleinholz kwam meiden. Dat bracht de arme man tot wanhoop. „Om hemelswil, Kleinholz riep hy, nam aiju hoed en vluchtte de zijkamer in, het aan zjn vrouw overlatende, om het bezoek te ontvangen. Wie Kleinholz kende, kul hem moeten gelijk geveu. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1