Alllllig ÏÏÏCDWS-,
AiuriBitie- k LiiümUi
De E
Donderdag 15 November 1834.
38ste Jaargang Bo. 2889.
en
Dit lilad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIES in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Binnenlandsch Nieuws.
Uitgever J. WINKEL.
Bureau: SfHAGEX, Laan, 4.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Censt-
ADVERTENTIEN van l tot 6 regels f 0.25iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
FEUILLETON.
ROMAN
van
Georg Itendler.
g'
Het mond— en klauwzeer
is thans ook uitgebroken op de KRUL
(eene «tal), te Kolhorn (eene «tal) en in
den Waardpolder (eene sta!),respectievelijk
bij Fethman, Sliiier en de Wed. Fm. Ook
langs deu Meeldijk zijn enkele stallingen
besmet.
Zondagavond heeft het
Fanfarecorps te WINKEL, zijne eerste uit
voering in dit seizoen gegeven voor een
talrijk publiek.
De uitvoering is uitstekend geslaagd en
na afloop daarvan werd van gelegenheid
tot dansen een druk gebruik gemaakt.
Den 8 sten November van
dit jaar zag men, alsof hel midden in den
hooitijd was, op het land van den beer K.
Boekei in de Weere, gemeente WINKEL,
vier grasmaaiers lustig maaien.
Den len Mei is het vee uit de weide ge
gaan en werd het land voor hooiland be
stemd. Daarna is het gras driemaal ge
maaid en de laatste snede was zelfs zeer
goed.
Wel eere zeldzaamheid in dezen tijd van
het jaar. En wat een verschil bij verleden
jaar: du overvloed van gras en toen groo
ts schaarschte.
B ij de herstemming voor een
lid van de Tweede Kamer, zijn teANNA-
PAULOWNA 185 stemmen uitgebracht.
Zondagnachtj. 1. ontstond
er aan de Van Ewijkssluis bij den heer
Smit, een begin van biand door broeing
van hooi in een klamp. De brand werd
geblnscht door beide gemeentespuiten.
De heer C. Stammes,
candidaat-notaris, ia bij Kon. besluit be
noemd tot notaris te den HELDER.
ordt
Uit MONNIKENDAM
gemeld
Bij hel «looper. van een oud pakhuis
aldaar, vond men in de opening tusschen
de balken, in zakje?, ruim 110 goudstuk
ken, voor het meerendeel van het jaar
1620. In de nabijheid van dat pakhuis
werd reeds vrorger in andere huizen geld
gevonden.
Een aangenaam voorval
overkwam Zondag een Haarlemschen predi
kant, die eene preekbenrt te NOÖRD-
WIJKERHOUT zou vervullen. Vertrou
wende op een gezegde van een conducteur
dat de trein, die tegen 9 uur van Haar
lem in de richtiug den Haag vertrekt, te
Piet Gijzcnbrug stopte, had hij in dien trein
plaats genomen. Toen deze (een sneltrein)
niet te Piet Gijzenbnrg stilhield, bracht de
predikant de «noodrem" in werking eu
nadat de trein tot stilstand was gebracht,
verzocht bij te mogen uitstappen. Dit werd
hem echter niet toegestaanhij moest tot
Leiden doorgaan en bovendien werd pro
ces-verbaal opgemaakt. (11. C.)
-- De hoeren Messchaert en
Röntgen zullen, tengevolge van het groote
succes op hun concertreis door het land be
haald, om aan veler verlangen te voldoeD,
in sommige plaatsen nogmaals optreden.
He tongeval te CHARLOIS
Maandag is het lijk van den 10-jarigen
A. N. ter aarde besteld en wijl de ge
neeskundige had verklaard, dat het kind,
zooals men weet, met een klomp op het
hoofd geslagen, gestorven was door verstik
king in drift en nijd, was alles uit en werd
de dader niet vervolgd. Dat was evenwel
niet naar den zin der familie, die zich
wendde tot den officier van justitie te Dord
recht. Woensdag kwam het gerecht in
Charlois. Het lijkje werd opgegraven en ge
schouwd door dr. J. De Groot te Cbarlois
en dr. Verhoeven uit Rotterdam, en enkele
getuigen werden gehoord.
Het publiek is zeer nieuwsgierig naar
3.
Thtsi zelf, was eerst uiet zeer verheugd
over deze groote verandering. Zij was reeds
lsngtamerhand een echt pedant kind gewor
den, die elbe afwijking van deu gewonen
regel, reeds onaangenaam en vervelend vond.
Zij kon zich niet anders de dingen voor
stellen, dan zij dat ze reeds jaren voor zich
gezien bad; dat juffrouw Kleinholz 's mor
gens op haar ontwaken stond te wachten,
•to dadelijk toe te snellen en haar bij het
aantrekken der kleeren, die altijd op dezelf
de plaats hingen, behulpzaam te zijn. Nu
*as het op eenmaal anders geworden, en
sjj was niet weinig verwonderd, toen zij den
Volgenden morgen nog slaapdronken, een
vreemde gestalte voor haar bed zag. Ja, na
*erd het baar duidelijk, dat was het vreem
ds meisje. Thesi draaide zich om, eu deed
'8 sliep,
Eerst moest die andere de Kamer «erlateD.
Z'J kon toch Diet in bet bijzijn van een
'reemde opstaan. Zij had zich zeker te veel
tawogen, want Christina had bemerkt dat
*9 ontwaakt was en trad nader.
«Goeden morgen, Thesi 1* Zij had haar
jspon nog niet aangetrokken; de naakte ar-
®8o en schoaders waren nog boog gekleurd
®°or het friascbe water, dat er zooeven in
overvloed was overheen geworpen. De klai-
08 Thesi, die iD haar witte kleederc-n wel
engeltje geleek, schaamde zich, dat zij
voor het oog van een vreemde in haar bed
«Goedenmorge^Cbristina,* antwoordde zij;
z9 gevoelde eobter, dat zij er nog iets by-
'pegen moest, want het was tecb haar gast
'8 da6r voor haar stond. Eerst trok zij
^bter haar dekens tot pan de kin op. ,Uebt
8y goed geslapen, den eersten Dacht
«Heerlijk; Maar uwe bedden zijn ook zoo
ttcht.'
«kerkelijk?" vroeg Thesi met het gewone
van een vei wend kind, dat ticb van
®e' gemak en genot van de baar omgeven-
I® geriefelijkheden, een niet al te best aenk-
ed vormen kan. «Was dan het uwetbuis
""et zoo zacht?"
«Kan je begrijpen!* Ter bekrachtiging ha-
pr uitroep sprong zij op het bed v»d Ihe-
óie een verschrikt gelaat trok. Haar bed
•i nog «co glad alsof er nog niemand op
^'•pen had, terwijl de kussens en de
den uilslag van dit onderzoek en algemeen
verwacht en hoopt men, dat de deug
niet zijn straf zil ontvangen, daar hij hier
zeer ongunstig bekend staat. Ondeugende
jongens zijn er bij honderden. Gemeen on-
deugenden gelnkkig nog maar weinig. Die
dienen gestraft, als 't noodig is. Moedwillig
kippen doodgooien, een geit de pooten sa
menbinden en verdrinken, een meisje met
een boodschapmandje aan den arm het geld
afstelen en 't kind op den koop toe in 't
water duwen, dat zijn altemsal geen gewo
ne kwajongensstreken. De schoolkameraad
van A. N., zoon eener arme weduwe,
wordt dagelijks Datr school gebracht en
weer van daar gehaald, omdat men ook
vroest voor het leven van dit kind, en wel
licht niet zonder grond.
De heer 2. Wit Gt. gepen-
sioneerd als onderofficier der kon. Mare-
chaussé's, wonende te BAR8INGERHORN,
is den lilden dezer in functie getreden als
veldwachter der gemeente Vreeswijk.
Bij beschikking van den
Minister van Binnl, Zaken is, op verzoek
van dr. P. C. F. Frowein te Den HEL
DER, om den burgemeester dier gemeente
aan te schrijven den heer F. in staat te
stellen zijn betrekking ais lid van dea
Raad te aanvaarden, na het afleggen
van een belofte, geantwoord, dat de
Minister, gelet op de ingewonnen ambts
berichten, adressant te kennen geeft, dat
met het ong op de toepassing, steeds aan
art. 39 der gemeentewet gegeven, bepaal
delijk, ook bij het Kod. besluit van 19
Maart 1884, er voor tusschenkorast der
Regeering in deze geen termen zijn.
Dronken achter het lijk
van zijn kind
Een visscher te GORINCHEM, die za
terdagmorgen zijn kiud moest begraven,
was deD vorigen avond ter zake van het
maken van burengerucht en het zich in
veiregaanden beschonken toestand berin
den, naar het politiebure.au overgebraoh'.
en moest dien morgen, nog niet geheel
kons van Christina's bed wild dooreen lagen
Het zag er vrij onordelijk ait in de kamer,
op eiken stoel lag een kleedingstuk. Thesi
word het bang te moede. Als dat joffrouw
Kleinholz eens zag. De pantoffels van Chris
tina waren onder het ledikant gevlogen, toen
zij boven op het bod sprong. „Gij moet u
dadelijk icrder aankleeden," reide zij. „Juf
frouw Kleinholz vindt zulks niet gepast.*
„Die is zeker wel streng?" vroeg Chris
tina en stond op. „Wanneer men zijn plicht
niet doet,* zeide de andere met over
tuiging.
Christina keek haar onthutst aan. Ooder
plicht kan men zooveel rangschikken! Fluks
kleedde zij zich verder aan en zie, daar stak
de gefreesde haar hoofd door de deurope
ning. En Christina had juist zooveel op het
hart waarnaar zjj bare nieuwe vriendin vra
gen wilde.
Christina had niet bemerkt, dat hare ver
schijning eigenlijk aan Thesi niet aangenaam
was. Alles vond zij hier zoo schoon, 100
overheerlijk, veel beter dan zij het ooit ge
wend geweest was! Moeilijk evenwel viel het
haar, ziob in de nieuwe omgeving te
schikken. Hier waren lastig te onthouden
bepalingen omtrent tucht en orde, die haar
ab 't ware tegelijk werdeu opgedrongen, die
nauwelijks geleerd, ook weder spoedig ver
seten waren, omdat net kind van de nuttig
heid van dit alles niet overtuigd was. Zij
was thuis vroeg gewend, om zelfstandig op
te treden, en moest nn telkens bare afhan
kelijkheid gevoelen, tot in de kleinste din
gen. Wie had haar thuis iets voorgeschreven,
wanneer zij gaan of blijven wilde, zwijgen
of praten wilde, tegenwoordig of afwezig
zijn wilde. Wanneer m°n het wat meer aan
haar eigeD wil had overgelaten, had het dik
wijls beter atgeloopen.Maar die eeuwige voor
schriften waarschuwingen,berispingen, maak
ten haar het spoor bijster. Zi) deed waar
lijk baar best, om alles zoo goed mogelijk
te doen, maar had zij het dan weer verkor
ven, daD gaf zij niet zichzelf, maar de vele
voorschriften de schuld vsn alles. Had zij
bij dit alles nog maar tecs ten weinig bulp
en steun gevondeD. M ar neen, Thesi was
van dit alles zoo diep doordrongen, en ver
dedigde het met zuk ern I eilig.-n ernst, dat
het verschrikkelijk was. Christina had vol
strekt geen reden om over Thesi te klagen;
zij was vriendelijk, volstrekt niet heertcb-
zuchtig, maar eeuwig en altijd boorde men
uit baar mond: .dat mogen wij niet,* en
dat braobt Cristica somwjjlen tot vertwijfe
ling. Wanneer deze maar eenmaal ongehoor
zaam had willen zijn. dat had haar heel
vuel waard geweest. Al was bet alleen maar
om juffrouw Kleinbolt te plagen, tegen wie
Christina reeds van den eersten dag af, een
I hevige anthipathie had opgevat. Maar ook
ontnuchterd, huiswaarts gezonden worden,1
om zijn treurigen plicht te gaan vo!bren-i
gen.
Te LOOSDRECHT is bij
den kleerbleeker H. H., van achter een
hoop ruigten waardoor zij wis ingesloten,
eer. kip te voorschijn gekomen, die daar
12 dagen had doorgebracht zonder
eten of drinken.
Het dier was zeer vermagerd, doch
overigens goed in orde.
Het schatten bergende
schip Lutine hoadt weder de belangstel
ling gaande van al wat TERSCHELLIN
GS R is. Door een geheel nieuw gedacht
systeem, wil men het door duikers moge
lijk maken, het wrak te naderen, door het
namelijk te omringen door een wal van
zakken gevuld met zand. Men zegt, dal
daartoe wel 70,000 zakken vol zullen
noodig zijn. Is die beoogde wal aange
bracht, dan denkt men een schelp— of
zandzuiger aan het werk te zetten en op
die wijze te beletten, dat het vloeizand da
delijk de weggewerkte specie vervangt.
Heeft men het wrak op die wijze van wa
ter bevrijd, dan belet niets den duikers
de nog altijd niet gevonden staven goud
op te halen.
Door eenlandbonver te
BOZUM werden dezer dagen drie levende
eenden naar een kennis te Utrecht gezonden,
maar hij verzuimde ze de vlerken te korten,
's Anderen daags mocht hij ontwaren, dat
een dezer eenden, onder onmiskenbare
teekenen van blijdschap, weer bezit nam
van haar oude erf.
Uit een kermiswagen van
zekere Feije te "WINSCHOTEN is eene
brandkast met f 6000 a 10,000 gestolen.
Het drietal knechten van Fjije is, zooals
uit de nasporingen der politie blijkt, jl. Don
derdagmorgen vroegtijdig met de stoomtram
vertrokken in de richting Stadskanaal, en
dienzelfden middag ruim 12 uur met den
trein van Zuidbroek met plaatsbiljetten
voor Breda. Te Winschoten zijn in eene
sloot bij den zaagmolen van de firma Post
de opengebroken ijzeren geldkist en een
breekijzer van aanzienlijke afmeting terug
gevonden. Iemand die met een langen stok
bij zich om eene afsluiting heenstapte en
met den stok in het water steunde, stoot
te op een hard voorwerp en ontdekte op
die wijze de geledigde kist, zoomede het
andere voorwerp.
In de gemeente H E E R-
HUGOWAARD is opnieuw een cnrsns
geopend voor vrij willigen oefeningen in
den wapenhandel met 23 jongelieden.
Drie en twintig jongelieden zijn er op
3 scholen in de gemeente lang niet te
vinden die gebruik maken van herhaling
onderwijs.
Waarlijk een treurig verschijnsel.
Een molenaarsknecht te
BUDEL is door één der wieken van den
windmolen gegrepen en terstond gedood.
Dooi Q. M. de Koningin—
Regentes is een ruim gedeelte bijgedragen
in de reiskosten van een gezin, dat wegens
armoede uit Amerika naar hier is
teruggekomen.
Arm Friesland.
Aan „Het Dgbld" wordt geschreven.
Dat het collectief genomen ontslag van
den Raad der Friesche gemeente WEST-
STELLINGWERF veel sensatie verwekt
in Friesland, ligt voor de hand. Im
mers Westelingwerf is niet de eenige ge
meente die in financicelen nood verkeert
en ten einde raad is. Ook in Opsterland
staat het er allertreurigst voor, terwijl ook
in andere gemeenten het water de lippen
nadert. De uitgaven voor onderwijs zijn in
de laatste jaren belingrijk gestegen en niet
minder de subsidie voor (t Armbestuur,
een gevolg van de toenemende werkloos
heid, waardoor de armoede en dientengevol
ge het onderhoud van behoeftigen schrikba
rend toeneemt.
Daar de arbeidersbevolking in de bouw-
dit gevoel moest zij in haar binnenste op
sluiten. In de tweede weok dat zij in bet
huis van Helbig was, hoorde zij juffrouw
Kleinholz uaderbij komen, en zeide tot The
si: „Daar komt do onderoffiieierl* Maar dat
was haar niet meegevallen. Thesi bad haar
zeer verstoord aangezien en terechtstellend
gezegd: Maar Christina?"
Wanneer zij er aan dacht, hoe zij met
hare moeder te zanten aan tafel zat! Daar
was ook wel een wit laken over gespreid,
maar gaon zilveren schalen stonden daar op
en ook geen wijn in kristallen glazen; geen
dienaars giDgen geruischloos rond te dienen
zjj haalde zelf het eenvoudige maal uit de
keuken. Maar dan mocht zij ook praten,
zooals het haar in haar hirt opkwam, en
zeer dikwijls stemde haar moeder in met
haar lachen, wanneer zij zich niet te moe
gevoelde, en zjj mocht water drinken, wan
neer zij dorst bad, en behoefde er niet ang
stig op te letten, in welke hand zi) mes en
vork had. En wanneer men zich daarin nu
eens vergiste, was dat dan zoo erg, dat men
daarvoor een opsnljjke berispingmoest krijgen?
Zij kon dat niet inzien. En wanneer juffrouw
Kleinholz met verheffing van stem, zoodat
iedereen het hoorde, haar deze fouteu ver
weet, dan gevoelde zij, boe aller blikken zich
op haar richtten. Thosie, als iemand die het
gepleegde vreeselijk vindt, mevrouw Melanie
met een lichte uitdrukking vau spot op het
gelaat, als wilde zij zeggen „Hoe kan men
het ook anders verwachten." Slechts Helbig
scheen haar dan bi) te staan. Op zijn ge
laat kwam een ontevredon trek, die scheen
te zeggen: „Laat dat kind toch met rust,
Zij kan toch niet alles in eens leeren." O'
Ja, zij zag alles heel goed en bedroog zich
uiet. Maar zij wilde hem eer aandoen. Dat
had zij zich vast voorgenomen. En zooder
dat zij wist waarom, zag zij in Helbig haar
bondgenoot. Niet om de anderen te behagen,
neeD, slechts om zijnentwille ontwaakte hare
eergierigheid. En voor al bare moeite en
last, voDd zij zich zelf rijkelijk beloond,
wanneer haar pleegvader na het middagmaal
haar hartelijk de hand drukte alsof bij zeggen
wilde: „Heden hebt gij n uitstekend gedra
gen." Wat kon hy haar toch krachtig de
band drukken! De anderer kusten slechts
even baar hoofd. Dasr had, sonder dat xij
wist hoe hdl geschied was, zieh een band
tusschen hen beiden geslingerd, die dagelijks
vaster werd aangehaald.
Mevrouw Elisabeth Hoppe was niet in ge
lijke mate tevreden over den afloop van de
boodschap van baar man, als deze zeif. Dui
zend golden verhooging ?Dat was alles? Die
had hij, hoewel niet dadelijk, toch in de
volgende jaren wel verkregen. „Gij verstaat
de kanst niet," sprak zt] tot hem. „Ik in
uw plaats. Na ik zou er mijn voor
deel mede gedaan hebben. Maar gij werkt
maar voor een ander tot laat in den nacht,
en wanneer de gelegenheid zich dan aan
biedt, waar men u noodig heeft, en u daar
voor zulk ceu belooniog goeft, dan deukt gij
dat er een wonder van vrijgevigheid geschied
is, en straalt gij van vreugde. Zooals ik u reeds
gozegd heb: Ik in nw plaats, nu, dat beloof
ik je, dan zoudeu er andere dingen gebeu
ren.*
Hoppe luisterde rustig ton, en liet zich in
bet genot van een kop koffie niet storen. Hy
kende deze revolotionnaire predikatiën van
zijn jonge vroaw reeds laDg, die nooit mot
bare plaats in de wereld tevreden was. Hij
zweeg, waut wat hij er ook tegen mocht
gezegd hebben, bet zou alles nutteloos ge
weest zijn.
.Maar natuurlijk Wanneer tij u noodig
hebben, dan is het lieve mijnbeer Hoppe
hier en lieve mijnbeer Hoppe daar, eu dan
vliegt en draalt de lieve mijnheer
Hoppe precies zooals xij het daar verlan
gen 1*
De man trok de wenkbrauwen op. Toen
hij altijd nog niets zeide schikte «ij dichter
op hem toe en werd zij dringender.
„Waarom hebt gij mij nog niet gizegd,
wat gij op die reis doen moest Want
dat daarbjj bijzondere zaken in het spel
waren, praat gij my niet uit bet hoofd.
Dat was nu nog eens een gelegenheid ge
weest, om uw slag te slaan. Nu is het weer te
laat.'
.Slag slaan 1 Wat slag moet ik dan toch
slaan vroeg Hoppe onwillig.
„Hoe kan zoo'n man dat nog vragen.
Het is toch ongeloofelyk. Heb ik het u dan
niet reeds dikwijls genoeg gezegd, hoe hoog
mijn streven gaat, en waarbeeu het uwe
nog geleid moet worden vroeg zij, en ha
re oogen bliksemden, alsof zy de geheele we
reld veroveren wilde. „Deelhebber
en medebestuurder der firma moet i
gij worden, en wanneer gij slechts
een spoor van wilskracht bezat, zou het u
gelukken.*
„Maar ElisabelbIk bid je, praat toch
niet znlke zotte praat 1 Ten eerste valt daar
aan volstrekt niet te denken, en ten tweede
waarvoor ion ik zoovele zorgen op mijne
schonderg lader; is deze vaste positie nu
niet veel beter Ik wil waarachtig niet eens
met Helbig ruilen
„Gij wellicht niet, maar ik. Ik wil ook
wel eens boven zitten evenals de anderen
en niet slechts uit genade en barmhartig
heid toegelaten worden. Want dat is my
reeds lacg duidelijk gewoideu, wanneer zij
niet moe6tcn, zouden zij ons niet uitnoodi-
gen. En dat i cg wel eenmaal per jaar I
En dan die neerbuigende vriendelijkheid!
En dsn die blikken van al die opgeblazen
creaturen„«ie is die kleine, nederige
vrouw Dat heb ik zelf mooten aanhooren
dat zij mij zoo noemdeD. „Die met die mooie
armen?* Erg lief van bon,dat zij .dat
nog bemerktao. „Och ja, dat is de vrouw
van den oudsten boekhouder der firma 1"
Hebt gij 't wel verstaan Boekhouder zeg
gen ze dan i Het is ougoloofelijk Eu daar
moet meu dan rustig onder blijven. Ea
wanneer men het niet langer sou willen
dragen, moet men het toch doen, ter wille
van de kinderen
Hij zag haar verwonderd aan.
„Ter wille van de kinderen Maar myn
hamel, en wij hebben ze niet."
„Maar wij zullen se krijgen, daar kunt ge
zeker vanjzyn,* antwoordde zij met grootea
nadruk. En weder flikkerde hare levendige
oogeD.
Die vrouw was niet slechts eergierig,
maar ook nieuwsgierig. Zij had zoo gaarne
de opdracht van haar man in meer bijzon
derheden gekend. Want dat er iets geheime
achter stak, dat stond by haar vast, als
een paal boven water, dat had hare vrou
welijke schranderheid, baar reeds van het
eerste oogenblik af doen raden. Maar nu
stioi zij bij haar man op eeue niet te ver-
murven btrdheid. Hemzelf was de xa tk ook
zeer onverklaarbaar voorgekomen, hy had
op de plaats veel gezien en gehoord, dat
veel stof tot nadenken gogeven had; maar
daar hem verboden was te praten of te on
derzoeken, zoo was het ook bet beste, dat
hij dit op zijn deaken toepaste. Een goed
beambte deukt niet, rooende hij, dan ont
gaat men ook alle lust. En daarom dacht
hij ook niet. Maar zijn vrouw liet hem niet
met rust.
Eens had zy hem gevraagd, of hij niets
omtrent den vader van het kind te weton
gekomen was. Hij bad er geen gezien, was
het antwoord. Dat een halve wees geen
vader had, wist zij; maar of hij niet gehoord
bad, wie en wat de vader geweest was eu
wanneer hy gestorven was, of iets an
ders, dat van belang was.
Maar bet hielp niets. Op alle vragen
kreeg zij ten antwoord, het is mij niet be
volen het te onderzoeken en dan heb ik
bet ook natuurlijk niet gedaan.
Juist wilde zij wederom bare ontevreden
heid over zooveel slaafschbeid te kennen
geven, toen bet meisje het bezoek van juf
frouw Kleinholz kwam meiden.
Dat bracht de arme man tot wanhoop.
„Om hemelswil, Kleinholz riep hy, nam
aiju hoed en vluchtte de zijkamer in, het aan
zjn vrouw overlatende, om het bezoek te
ontvangen.
Wie Kleinholz kende, kul hem moeten
gelijk geveu.
WORDT VERVOLGD.