De man iet Je ijzeren tin. Prijsraadsel 1 25. Ken slimme verdediging. hoeken veel tal. ijker is dan i't ie greid- doch in plaats san naar hel Liefdehuis die op een kameel zat 6ü zich door de hoektn, ligt het voor de baat, dat bet ge- getal armen daar veel grooter is dan in de greidgemeenten. In de gemeente Op- sterland beeft men bijna den geheelen hoof- delijken omslag noodig voor subsidie aan 't armbestuur.Dat het Rijk jaarlijks buitenge wone subsidie verleent aan de noodlijden de gemeenten, is eene soort van bedee- liog, die geen recht van bestaan heeft. Iedere gemeente moet in haar eigene behoeften konnen voorzien en dat kan zeer gemak kelijk, als de kosten voor het armweezen, onderwijs, politie, enz., door 't R ij k worden betaald. Al die zaken zijn maar op de schouders der gemeenten geschoven, die ze onmoge lijk kannen dragen. Daarbij k >mt nog, dat de groote landbezitters soms buiten de ge meenten wonen, waarin hunne eigendom men gelegen zijn en geen enkelen cent in den hoofdeiijken omslag dier gemeenten betalen, maar wel bijdragen tot de gemeen tekas van de stad waar zij zich metterwoon hebben gevestigd. Wijziging der geweeutewet is dringend noodzakelijk. Seder jaren is daarop door verschillende collegiën aangedrongen, maar helaastot nog toe vergeefs. Vooral in den a. s. winter zullen de Armbesturen het zwaar te verantwoorden hebben, want [daar de oogst der aardappe len (het hoofdvoedsel voor den arbeider) grootendeels is mislukt, zal het getal ar beiders, die bij de Armvoogden aanklop pen kolossaal groot zijn: Inderdaad tal van Friesche gemeenten gaan een donkere toekomst tegemoet. Onder de landbouwers in de provincie Groningen circuleert een adres aan de Tweede Kamer met klachten over hetslecht gebruik der s u b s i d i n, nit 's Rijks schatkist toe gekend, ter verbetering en veredeling van het paardenras Volgens de hengst- houders, die dit adres hebben opgesteld, lie pen die snbsidiën steeds uit „op bevoor rechting van enkele particuliere vriendjes en corporatie», die nooit of nimmer het be wijs hebben geleverd, dat fokkerij iu hun richting tot iets goeds heeft geleid, maar ateeds heeft gestrekt en men was daar zelfs trotsch op om bet particuliere ini- tiaiief den kop in tp drukken, zoodat dit een concurrentie heeft te voeren, die niet eerlijk mag genoemd worden en bijna od- mogelijk is, om vol te bouden trgen die van Staatswege zoo belangrijk gesubsidi eerde vereenigingen.' Adr. beweren, dat de van Rijkswege aan gewezen beoordeelaars, kapitein Punt en de heeren Bogaers en Panmar, getoond hebben, volstrekt niet op de hoogte zijn en paarden hebben geïmporteerd en in het stamboek hebben opgenomen, met erfelijke gebreken behept. Zij eindigen als volgt: „Deze toestanden mogen en kunnen niet langer stilzwijgend worden aaDgezien en gedoogd, dal alles, wat oiet preferent is verklaard, van de jaarlijksche bekroningeu en uitkeerir.gen uit 's Rijks schatkist wordt geweerd. Dat kan de bedoeling niet ge weest zijn van den Ned. wetgever, toen deze zulke belangrijke subsidiën aan de verschillende vereenigingen heeft toegekend en het is om deze reden, dat ondergetee- kenden met de meeste vrijmoedigheid hun bezwaren onder de aandacht van u Hoog- mogenden meenen te moeten brengen, met eerbiedig, maar dringend verzoek, dat het u mogen behagen deze oneerlijke en on billijke concurrentie tegen de particuliere liefhebbers te doen ophouden, dat onmid dellijk zal geschieden als de Rijkssubsidie wordt ingetrokken, die nooit had moeten worden toegekend, om reden daarvan steeds een verkeerd gebruik is en wordt gemaakt,* {Het Vaderland Naar aanleiding van het verbod voor den invoer van levend vee nit Holland in Duitschlacd, heeft de fir ma Krupp te ESSEN, in Venloo een ei gen slagerij opgericht, voor het slachten van vee en den uitvoer van het verkre gen vleesch ten behoeve van hare arbei ders. Oplichting en maagden- roof Donderdagmiddag kwam een vreemde ling in de herberg van zekeren Giebels, bij sluis 10 der Zuid-Willemsvaart (ge meente ASTEN), om een glas bier te drinken. Al pratende vernam hij, dat de zoon des huizes lijdende was aan een kwaal. Nu hierop wist de vreemdeling raad. Als de ouders er in toestemden, zou hij den jongen medenemen naar het klooster te Achel, vanwaar hij dan binnen een paar dagen geheel en al genezen naar het ou derlijk huis kon terugketren. Daar dit 'voorstel dankbaar werd aangenomen, toog het tweetal spoedig op weg. Te "Weert te gaan, is de sinjeur met het kind in de richting van Eindhoven vertrok ken. De jongen, die Vrijdagmorgen, tever geefs op zijn metgezel wachtte, ging naar huis terug en veraam daar wat er ge beurd was. De politie is dadelijk van een en ander in kennis gesteld. Thans meldt men dat de ontvoerder te Turnbont is aangehouden. Mina G., het meisje, is Zondagavond weêr teruggekeerd. De politie heeft haar met haren ontvoerder te Turnhout opge spoord, waar Rats'genoemde voorloopig in hechtenis wordt gehonden. CI10LEK De laatste choloralijder te HAAR LEM, Van Driel, die in zijne woning aan de Leidsche vaart werd verpleegd, is thans ook geheel hersteld. Zijne woning is onder politie-toezicht ontsmet. Gister morgen is te AA RL AN DERVEEN een geval van cholera asiitica geconstateerd bij een meisje van 6 jaar, dat eergisteren nit Haarlemmermeer was aange komen. Haar vader was Zondag aan die ziekte overleden. üemennd Nieuws. f 25 wordt verloot onder de in te zenden oplossingen van onderstaand prijsraadsel. Oplossingen moeten worden ingezonden vóór 23 November e. k. met bijvoeging vim duidelijken naam en adres aaD het bureau van dit blad. AMijn geheel is een volzin bestaande uit zes woorden 14 lettergrepen of 43 letters en is eene aanbeveling voor een algemeen erkend middel tegen de onaan gename verkoudheid of hoest. \B) 35-13-8-11-24-2-17 is de naam van een oud-minister van Fiuanciën. Op de (C) 5-9-23-31-2-33-23-30-31- 20-40-41-39-23-6 te Antwerpen heeft dit artikel de gouden medaille verwor ven. Bij het koopen van het artikel eische men D16-19-3-21-7-17 met {E) 7 daar er bedriegelijke namaak bestaat met {F) 3-13. De kinderen verheugen zich reeds op de komst van (ff) 43-39-17-38-23-13-14 34-19-16-18-4. (H) 37-8-29-16-27-42-23-25-26-8-20 is een vorstelijk verblijfplaats. De J 21-22-23-10-34-12-21 was in het jaar 1894 in Frankrijk zeer overvloe dig. (K) 42-13-8-28-17-1-36-26-32-15 is geld waard zegt het spreekwoord. De oplossing moet geschreven worden op onderstaand nit te knippen formu lier. OPLOSSING. A. C. D- E. F. G. J- K. Naam en Voornaam Straat Gemeente No. gelijkmatige bewegingen van het dier he^n en weer liet wiegelen. Juist was daar een bron en de kameel bleef «tian om te drin ken. De ruiter steeg af en legde zich bij de bron neder met den teugel in de hand. Bij den baard des proleets, je hebt dasr een mooi stak vleesch," zeide hij tot Sid-Ben-Abdallah. Ja, Allah zij daarvoor geprezen, ant woordde de oude. Is het dnur geweest Het heeft twimig stuivers gekost. Dan heb je een goeden koop ge daan. God heeft barmhartigheid met de armen Moge hij uw huis met zegen ver vullen zeide de jonkman, terwijl hij zich weder op zijn kameel zeite. Gij toont, dat gij uw hart met u meedraagt, antwoordde Sidi-Ben-Abdallah, die voor den ander in beleefdheid niet wilde onderdoen. Daarop ging ieder weer zijns weegs. Hoe nader Sidi-Ben-Abda!lah bij het kamp kwam, des te meer lieden ontmoet te hij en ieder vroeg hem, hoeveel hij voor zijn vleesch gegeven had. En de goede man was nog altijd zacht moedig en vriendelijk, de spreuk indach tig „Gaduld is de sleatel tot geluk", en gaf ieder onvermoeid het verlangde ant woord. Bij elke schrede die hij verder deed, hield men hem staande, om dezelfde vraag tot hem te richten Wat heb je voor dat stuk vleesch gegeven Twintig stuivers. Maar nu liep hij snel, want nn begon hij ongeduldig te worden een gevoel van wreveld kwam in hem op, toen hem tel kens door degenen, die hem ontmoetten, weder hetzelfde gevraagd werd. Eindelijk maakte zijn zachtmoedigheid plaats voor toorn en toen dezelfde vraag hem voor de zes-en-twintigste maal weder gedaan werd greep hij den vrager aan en klopte hein duchtig af, hem toeroepende .Bil Allah dat heeft mijn vleesch gekost. Weet 't nu En links en rechts kreeg de ongelukki ge vrager er langs. Het geluste den armen zondenbok voor al de vorige vragers, zich los te rukken en te ontvluchten. Een hond was de eenige, die er voordeel bij had, want onder de kloppartij maakte hij zich meester van bet stnk vleesch en liep er hard mee weg, tot groot verdriet van Abdal- lah, die, nadat hij weer bedaard was ge worden, berouw over zijn drift had. Hij kwam in ziju tent aan en dacht over het gevaar, van met een stuk vleesch laDgs den landweg te gaan. Zoodra de afgeklopte inan ia het kamp kwam, haastte hij zich den Kadi of rech ter zijn ongeluk te vertellen en deze liet oogenblikkelijk Sidi-Ben-Abdallah in de ge vangenis werpen. De dsg, waarop hij voor den rechter gebracht zou worden, brak aan de gehee- Le bevolking stroomde naar de woning van den Kadi. Het spreekwoord zegt: „De arme is een vreemdeling in zijn eigen laud." Hier was niemand armer dan deze oude man, dus had hij ook geen enkelen bescher mer. „Dat wordt voor hem een geschiedenis van twintig stokslagen op den rug en tien onder de voetzolen*, waren al de aanwezigen van meening. Hoe heet gij vroeg de rechter zeer ernstig. Sidi-Ben-Abdallah was zeker verward, want bij deze vraag liet hij het. hoofd hangen, legde de handen kruiselings op de borst en zeide Er is maar één God en Mohamed is zijn profeet Toen de Kadi en de geheele vergade ring deze heilige woorden hoorden, bogen allen zeer diep in vrome deemoedig heid. Waar woont gij? vroeg de rechter. een Een oud Arabier zwoegde tegen een zandige helliog op. De terugweg naar zijn tent viel hem moeielijk, want over zijn schouder droeg bij aan zijn stok een groo- ten lamsbout, dien hij in het naaste dorp gekocht had. Hij heette 8idi-Ben-Abdallah. Zijn klefderen waren versleten en gescheurd en getuigden van zijn armoede. Zijn muilen sloften erbarmelijk en zijn bournous of 'gekomen was het reeds donkerder gewor- mantel, die eenmaal wit was geweest, was den, waarop de vreemdeling den jongen voorsloeg daar te logeeren; hij zelf zou dan naar Achel gaan en zijn patiënt den volgenden morgen komen halen. In plaats van uaar Achel te gaaD, -ging ons heerschap denzelfden weg terng en kwam Vrijdagmorgen vroeg weder in de herberg van Giebel aan, met de mede- dec.ling, dat de jongen binnen een paar dagen uit Achel naar bet ouderlijke huis zou terugkeertn. Bovendien verzocht hij f 15 ten behoeve van het klooster. De eenvoudige herbergier, ten zeerste met den weldoener van zijn kind ingeno men, gaf hem het gevraagde en sprak tevens over zijn 17 jarige dochter, die ook iets scheelde. Daar weten ze in bet Liefdehuis te Helmond wel raad op, sprak de vreemdeliog. Het meisje mott maar metmij meegaan, dan zal ik haar daar bren gen. En werkelijk ging het meisje mee, nn niets anders dan een vuile lap die hem aan flarden om het lijt hing. Maar hij stapte rustig door en als een goed Muzelman getroostte hij zich zijn lot. Onderweg ontmoette hij een armen dui vel. Allah late zijn zegen over uw aan gezicht stralen zeide deze tot Sidi-Ben- Abdallah. Allah schenke u vrede antwoordde de oude. Een mooi stuk vleesch, dat je daar draagt, zeide de arme. Ja, Allah zij daarvoor geprezen. Wat heb je er voor gegeven Twintig stuiver. Dat is niet duur. Allah behoede u zeide de reiziger. Sidi-Ben-Abdallah ging verder, al klap pende n.et afshffende sandalm of muilen. Toen kwam hem een jonkman tegen, De oude boog het hoofd en zeide ander maal Er is maar één God en Mohamed is zijn profeetWeder bogen allen eer biedig. Waarom hebt gij dezen man gesla gen? Wat heeft die ongelukkige u gedaan? Hij vroeg u immers alleen maar wat het vleesch u gekost had Sidi-Ben-Abdallah antwoordde niet; bij bad slechts nog inniger; dat God hem mocht helpen en zeide wedei Er is maar één God en Mohamed is zijn profeet De kadi begon eene onaangename ze nuwtrilling te gevoelen. Wilt ge dan in het geheel niet antwoorden riep nu de rechter, wiens geduld ten einde was. Maar oDze oude bleef onverstoorbaar en zeide slechts met gebogen hoofd Er is maar één God, en MaLomed is zijn profeet Nu kon de Kadi het niet langer inhou den. Hij greep zijn schoenen en smeet ze Sidi-Ben Abdallah naar het hoofd- Abdaliah nam zeer bedaard de schoe nen van zijn rechter op, en kuste ze eerbiedig en trad op hun eigenaar toe, zeggende KadiGij die een wijs, rechtvaardig en heilig man ouder ons zijt, die door allen vereerd wordt, gij slaat mij, omdat ik viermaal tegenover u een heilig woord heb uitgesproken. Hoe kan het u doen verwonderen, dat ik maar, die_ een arm on wetend man ben, een van mijnsgelijken geslagen heb, die mij voor de zes-en- twintigste maal noodzaakte, een met heilig woord uit te spraken 1 De Kadi bewonderde de wijsheid van den man en liet hem dadelijk in vrijheid stellen, Toen trad Sidi-Ben-Abdallah andermaal op den rechter toe, die. juist zijn schoenen weder aar trok en sprak Geduld is de sleutel tot geluk. V.B. Er bestaat eene zonder- ling methode om blokken of platen ven gegot n ijzer te doorboren. Men neemt cl. een stang van zwavel en geeft die eene doorsnede van den vorm, die hel te ma ken git moet hebben. Dit is heel gemak kelijk, omdat zwavel licht smelt en in de zen toestand alle mogelijke gedaanten aan neemt. Het ijzer wordt nu tot lichtrooden gloed verhit, waarna men de zwavelstang op het punt plaals, waar het git ge- wenscht wordt, Zij gaat er, oin zoo te zeg gen, als in boter in en geeft een gat van precies den vorm harer doorsnede. {De Horlogemaker.) Het was stampvol iu den „Salon des Yarriétés*. Het grootste aantrekkingsnum mer. „De man met de ijzeren kin*, leun de met over elkander geslagen armen te gen de deur van een kleedkamer in afwach ting, dat het zijn beurt was om te gaan. Zijn gelaat, met de zwarte, dikke wenk brauwen, wijde neusvleugels, grooten mond en ontzettend groote kaak, droeg een sombere, bijna woeste uitdrukking, als hij het meisje beschouwde, dat hem iu zij ne toeren zoo sssisteeren. Dit meisje had iets uiterst frisch en jeugdigs, ondanks haar tooneel-costuum. Zij had rozen op de wangeu, die daar niet op geblanket waren. Men kon haar niet beschouwen zonder zich te verwonderen hoe zulk een rein, schoon kind in zoodanige omgeving geko men was. De. jonge man, wmrmede zij nu had staan praten, ging heen en de ernstige man naderde haar. „Je beloofde mij, hem niet meer te zullen ontvangen, Bessie,' zeide hij ver wijtend. Da stem van den somberen man klonk verrassend teeder. „Beloften zijn als korstjes, Bill. Ze bre ken," lachte zij. Dat kan wezen. Maar ik heb je moe der beloofd op je te zullen passen en dat doe ik." „Je bent jaloersch, Bill. Dat heb ik je al meer gezegd, anders zou je mij niet over mijnheer Percy gesproken hebben. Maar het geeft je niets, ik neem je nooit. Als ik huw, moet mijn man een fatsoen lijk man zijn." De aderen in zijn nek en op het voor hoofd zwollen op zijn gelaat werd vuur rood, toen bleek. „Zeg dat niet, Bessie, dat niet. Als je dat tegen mij zegt, dan word ik duivelsch en dan zou ik je kunnen verscheuren. Wat heb ik gezegd Neem het mij niet kwalijk, Bessie." Het meisje lachte. „Ik ben niet bang voor je, Bill, al ben je nog zoo boos. Ik zeg, dat ik je niet hebben wil en wat meer is, ik ben er ze ker van dat mijuheer Percy mij een en gagement zal aanbieden als danseres en chanteuse. Dit is de laatste week, dat wij sa men werken.* Met moeite overwon de sterke man den hartstocht, die in hem opwelde. Hij antwoordde eenvoudig „Je zult het niet doen, Bessie. Je zegt het, maar je kant mijn hart niet bre ken.* „U moet optreden, Mr. Jones," zeide een tooneelknecht. De man met de ijzeren kin en het lachende meisje traden op het tooneel. Te Baverley, een klein dorp in Stafford- shire waar de ernstige msn was geboren, was hij bekend onder den naam van Bill Jones. Maai deze benaming bracht hem geen geld op. Het publiek zou er niet op gesteld zijn geweest een Bill Jones op te zien treden, ringen van enorm gewicht met de tanden van den grond heffende of een ijzeren kolom op de kin balanceerende, als de scherpzinnige agent, die hem in een mijn ontdekt had, waar hij juist een zij ner zwaarste toeren te zien gat, niet op het idee gekomen was een seusatie-naam te vinden. Eu hij vond er een. „De man met de ijzeren kin." „Zij" rolde de ijzeren kolom op zijne plaats en rolde hem weder weg, als hij op den grond viel. Zij beproefde met beide handen, maar het gelakte haar nooit, het gewicht op te heffen, wat de man zoo ge makkelijk met zijne tanden van den grond tilde. Dan stond zij stil terwijl hij, zooals altijd, haar een gordel omdeed, haar met de hand boven het hoofd hief en haar rond droeg als een kind zijn pop. Als hij dat eenige oogeublikken had vol gehouden, bleef hij staan, het haar op den grond zakken en maakte haar gordel los. Zij hief zich dan op de teenen, naderde het voetlicht en boog onder een storm van bijvalschbetuigingen en terugroepingen. Bessie Graddock kwam van hetzelfde dorp. De dikke jongen had haar liefgehad, toen zij een meisje, een kind was. Zij be handelde deD sterken man; die in een week armen salaris aan, waardoor de ouder, zouden weigeren. Zij volgde hem R Bl<* gehoopt, dat zij hein zou huwen 'J wondering en vleierij hadden haarhVj1*" hol gebracht. coofj De toeren werden evenals alle av snel achtereen uitgevoerd. Het meisJ te de kettingen vast aan de ar me den reus en wierp de stukken onrP publiek, als hij ze had gebroken De sterke man zag haar san. Het orkest speelde een wals i'n lac tempo; het publiek wachtte op het8^"0 schijnen van „den man met iIp - Ter" kin.* 1JZete» „Misschien de laatste maal," 6acL toen hij het meisje ophief: Misschi-n J' laatste maal, en ik zon Hij Ver(j "e deze gedachte, maar niet geheel. Zii nu in zijn macht. J Waarom liet hij haar niet vallenPDe d dnr jalouzie grijnsde hem aan. Hooger '0- op op hooger dan ooit te hij haar ren. Sneller speelden de violen. Toen i- weet niet hoe het gebeurd is s.l zijn kracht hem te begeven, hij deed misgreep naar den ring aan haar en zij viel. Verschrikt door den val, was zij niei k- machte zich te bewegen en bonsde l hoofd hard-krakend op het podium, Het volgend oogenolik lag de „man de ijzeren kin op zijn knieën enbooehK over de roerlooze gestalte. „Spreek Bessie, spreek," gilde hij. Oh mijn God, wat heb ik gedaan, ik héb'h^ vermoord." ,at Het was niet misschien de laatste maal maar d e laatste. Bessie Graddock sprak niet meer —zj had haar Dek gebroken. En de man, die haar beminde met een heiligea hartstocht en meende niet zonder haar te leven wist dat hij haar vermoord had. „Ik ben de oorzaak van haar dood* straf mij. „Ik hief haar hooger op dan ik kon, en verdien dus straf.* Hij scheen bang te zijn dat de rechters hem zouden vrij spreken. „Neen, neen," schreeuwde hij. „Ik »jj uw medelijden niet. Ik heb haar vermoord hang mij op.* „Je moest liever heengaan, arme jon gen." Zij gaven hem het lijk over en hij ging er mede mar Baverley. Hij betaalde de begrafenis-kosten, richtte een kruis op het graf en gaf aan de Craddock's al het geld, dat hij had verdiend. Toen, niet in staat zich los te rukken van de plaats, waar Bessie lag, keerde hij terug naar de mijn, gebroken naar lichaam en ziel. Zijne oude makkers ontweken hem. Een uitvoerig bericht van het ongeluk had in alle bladen gestaan, en daar men wis', hoe innig hij Bessie had bemind en hoe zeer zij zich van hem had afgewend, begonuen zij aan de waarheid daarvan te twijfelen. Toen het geld, dat hij John Craddock en zijne vrouw gegeven had, verteerd was, overlaadden deze beiden hem met bittere woorden. Maar zijn oude fierheid scheen hem verlaten te hebben. Hij gaf nooit een toornig antwoord, maar nam hunne verwij ten aan als een gedeelte van zijne straf. De dorpsbewoners verwonderden er zich o- ver, want de beste meusch van Baverley zon Bill Jones nooit een kwaad woord ge geven hebben. Toen zij van zijn aanhou dende terneergeslagenheid hoorden, zeiden zij tot zich zelve: „Hij zal den een of an dere dag nog eens wanhopend worden. En zij hadden gelijk. Het was zonderling, misschien, maar Je kinderen volgden hunne ouders hierin niet na. Zij ontweken hem niet en in hun ge zelschap scheen hij zijn leed te vergeten. Zelden liep hij zonder een zwerm jongen' en meisjes. Zijn lievelingen waren de beide W* dock's, Bessie's broeder en zuster. >°°f hen kon hij niet genoeg doen. Maar eens kwam vrouw Craddock hem tegen. Da»* kinderen hingen aan zijn arm nie. ernstig als zij er anders uitzagen 16 e aan een kant. „Waarom maakt gij u van deze krD reu ook meester vroeg zij. „Om hen te vermoorden, evenals eie P* Hij sidderde, liet de kinderen «f ging met gebogen hoofd verder. H'J proefde nooit meer de kleinen te°n|® ten, maar toch kwam hij ze dikwijls e2w' als zij naar school gingen Dan stak hij de straat voorbij waren, wendde hij hen na zoolang hij kon. Bes- et be over en al' 2ich om e"14® f 480 kon verdienen, evenals den mijuwerker. Toen de agent zeide, dat het nummer veel meer aan zou trekken,a'.s een meisje hem assisteerde, dacht Bill onwillekeurig Bessie was reeds een jaar dood. c winter. De sneeuw lag hoog °P"tn-ff3p John Craddock lag in bed, maar *85 ker. ugQjdö Iels scheen hem te hinderen. tUJ een vreemd geruisch. Er was geen 111 <a op straat, in Baverley te middernac al ware dat het geval geweest, dan z sneeuw toch het geluid der voetstapp gesmoord hebben. .y^a „Het moet de hagel zijn,* ze'"e zijn peluw oprijzende. t bei Het volgend oogenblik was hi) uit. De kamer was vol rook. gjinA' wordt wakker*, schreeuwde hij. 4jj. Zoo snel mogelijk hunne ^'ee „od» trekkende, vlogen zij de straat op. \r»i>J- huis stond reeds in lichte laaie. e de als teer. De dichtstbij zijnde spD op drie 'mijlen afstand. gte®* „Brand, brand', gilden |zij. men hf.rhaalden de kreet. De bu aau Bessie en hij schreef en bood haar ten zich zoowel mogelijk hulp

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 2