De man iet Je ijzeren tin.
Prijsraadsel 1 25.
Ken slimme verdediging.
hoeken veel tal. ijker is dan i't ie greid- doch in plaats san naar hel Liefdehuis die op een kameel zat 6ü zich door de
hoektn, ligt het voor de baat, dat bet ge-
getal armen daar veel grooter is dan in
de greidgemeenten. In de gemeente Op-
sterland beeft men bijna den geheelen hoof-
delijken omslag noodig voor subsidie aan
't armbestuur.Dat het Rijk jaarlijks buitenge
wone subsidie verleent aan de noodlijden
de gemeenten, is eene soort van bedee-
liog, die geen recht van bestaan heeft. Iedere
gemeente moet in haar eigene behoeften
konnen voorzien en dat kan zeer gemak
kelijk, als de kosten voor het armweezen,
onderwijs, politie, enz., door 't R ij k
worden betaald.
Al die zaken zijn maar op de schouders
der gemeenten geschoven, die ze onmoge
lijk kannen dragen. Daarbij k >mt nog, dat
de groote landbezitters soms buiten de ge
meenten wonen, waarin hunne eigendom
men gelegen zijn en geen enkelen cent in
den hoofdeiijken omslag dier gemeenten
betalen, maar wel bijdragen tot de gemeen
tekas van de stad waar zij zich metterwoon
hebben gevestigd.
Wijziging der geweeutewet is dringend
noodzakelijk. Seder jaren is daarop door
verschillende collegiën aangedrongen, maar
helaastot nog toe vergeefs.
Vooral in den a. s. winter zullen de
Armbesturen het zwaar te verantwoorden
hebben, want [daar de oogst der aardappe
len (het hoofdvoedsel voor den arbeider)
grootendeels is mislukt, zal het getal ar
beiders, die bij de Armvoogden aanklop
pen kolossaal groot zijn:
Inderdaad tal van Friesche gemeenten
gaan een donkere toekomst tegemoet.
Onder de landbouwers in
de provincie Groningen circuleert een adres
aan de Tweede Kamer met klachten
over hetslecht gebruik der
s u b s i d i n, nit 's Rijks schatkist toe
gekend, ter verbetering en veredeling van
het paardenras Volgens de hengst-
houders, die dit adres hebben opgesteld, lie
pen die snbsidiën steeds uit „op bevoor
rechting van enkele particuliere vriendjes
en corporatie», die nooit of nimmer het be
wijs hebben geleverd, dat fokkerij iu hun
richting tot iets goeds heeft geleid, maar
ateeds heeft gestrekt en men was daar
zelfs trotsch op om bet particuliere ini-
tiaiief den kop in tp drukken, zoodat dit
een concurrentie heeft te voeren, die niet
eerlijk mag genoemd worden en bijna od-
mogelijk is, om vol te bouden trgen die
van Staatswege zoo belangrijk gesubsidi
eerde vereenigingen.'
Adr. beweren, dat de van Rijkswege aan
gewezen beoordeelaars, kapitein Punt en
de heeren Bogaers en Panmar, getoond
hebben, volstrekt niet op de hoogte zijn
en paarden hebben geïmporteerd en in het
stamboek hebben opgenomen, met erfelijke
gebreken behept. Zij eindigen als volgt:
„Deze toestanden mogen en kunnen niet
langer stilzwijgend worden aaDgezien en
gedoogd, dal alles, wat oiet preferent is
verklaard, van de jaarlijksche bekroningeu
en uitkeerir.gen uit 's Rijks schatkist wordt
geweerd. Dat kan de bedoeling niet ge
weest zijn van den Ned. wetgever, toen
deze zulke belangrijke subsidiën aan de
verschillende vereenigingen heeft toegekend
en het is om deze reden, dat ondergetee-
kenden met de meeste vrijmoedigheid hun
bezwaren onder de aandacht van u Hoog-
mogenden meenen te moeten brengen, met
eerbiedig, maar dringend verzoek, dat het
u mogen behagen deze oneerlijke en on
billijke concurrentie tegen de particuliere
liefhebbers te doen ophouden, dat onmid
dellijk zal geschieden als de Rijkssubsidie
wordt ingetrokken, die nooit had moeten
worden toegekend, om reden daarvan steeds
een verkeerd gebruik is en wordt gemaakt,*
{Het Vaderland
Naar aanleiding van het
verbod voor den invoer van levend vee
nit Holland in Duitschlacd, heeft de fir
ma Krupp te ESSEN, in Venloo een ei
gen slagerij opgericht, voor het slachten
van vee en den uitvoer van het verkre
gen vleesch ten behoeve van hare arbei
ders.
Oplichting en maagden-
roof
Donderdagmiddag kwam een vreemde
ling in de herberg van zekeren Giebels,
bij sluis 10 der Zuid-Willemsvaart (ge
meente ASTEN), om een glas bier te
drinken. Al pratende vernam hij, dat de
zoon des huizes lijdende was aan een kwaal.
Nu hierop wist de vreemdeling raad. Als
de ouders er in toestemden, zou hij den
jongen medenemen naar het klooster te
Achel, vanwaar hij dan binnen een paar
dagen geheel en al genezen naar het ou
derlijk huis kon terugketren. Daar dit
'voorstel dankbaar werd aangenomen, toog
het tweetal spoedig op weg. Te "Weert
te gaan, is de sinjeur met het kind in
de richting van Eindhoven vertrok
ken.
De jongen, die Vrijdagmorgen, tever
geefs op zijn metgezel wachtte, ging naar
huis terug en veraam daar wat er ge
beurd was.
De politie is dadelijk van een en ander
in kennis gesteld.
Thans meldt men dat de ontvoerder
te Turnbont is aangehouden.
Mina G., het meisje, is Zondagavond
weêr teruggekeerd. De politie heeft haar
met haren ontvoerder te Turnhout opge
spoord, waar Rats'genoemde voorloopig
in hechtenis wordt gehonden.
CI10LEK
De laatste choloralijder te HAAR
LEM, Van Driel, die in zijne woning aan de
Leidsche vaart werd verpleegd, is thans
ook geheel hersteld. Zijne woning is onder
politie-toezicht ontsmet.
Gister morgen is te AA RL AN
DERVEEN een geval van cholera asiitica
geconstateerd bij een meisje van 6 jaar, dat
eergisteren nit Haarlemmermeer was aange
komen.
Haar vader was Zondag aan die ziekte
overleden.
üemennd Nieuws.
f 25 wordt verloot onder de in te zenden
oplossingen van onderstaand prijsraadsel.
Oplossingen moeten worden ingezonden
vóór 23 November e. k. met bijvoeging
vim duidelijken naam en adres aaD het
bureau van dit blad.
AMijn geheel is een volzin bestaande
uit zes woorden 14 lettergrepen of 43
letters en is eene aanbeveling voor een
algemeen erkend middel tegen de onaan
gename verkoudheid of hoest.
\B) 35-13-8-11-24-2-17 is de naam
van een oud-minister van Fiuanciën.
Op de (C) 5-9-23-31-2-33-23-30-31-
20-40-41-39-23-6 te Antwerpen heeft
dit artikel de gouden medaille verwor
ven.
Bij het koopen van het artikel eische
men D16-19-3-21-7-17 met {E) 7
daar er bedriegelijke namaak bestaat met
{F) 3-13.
De kinderen verheugen zich reeds op de
komst van (ff) 43-39-17-38-23-13-14
34-19-16-18-4.
(H) 37-8-29-16-27-42-23-25-26-8-20
is een vorstelijk verblijfplaats.
De J 21-22-23-10-34-12-21 was in
het jaar 1894 in Frankrijk zeer overvloe
dig.
(K) 42-13-8-28-17-1-36-26-32-15 is
geld waard zegt het spreekwoord.
De oplossing moet geschreven worden
op onderstaand nit te knippen formu
lier.
OPLOSSING.
A.
C.
D-
E.
F.
G.
J-
K.
Naam en Voornaam
Straat
Gemeente
No.
gelijkmatige bewegingen van het dier he^n
en weer liet wiegelen. Juist was daar een
bron en de kameel bleef «tian om te drin
ken. De ruiter steeg af en legde zich bij
de bron neder met den teugel in de
hand.
Bij den baard des proleets, je hebt
dasr een mooi stak vleesch," zeide hij tot
Sid-Ben-Abdallah.
Ja, Allah zij daarvoor geprezen, ant
woordde de oude.
Is het dnur geweest
Het heeft twimig stuivers gekost.
Dan heb je een goeden koop ge
daan.
God heeft barmhartigheid met de
armen
Moge hij uw huis met zegen ver
vullen zeide de jonkman, terwijl hij zich
weder op zijn kameel zeite.
Gij toont, dat gij uw hart met u
meedraagt, antwoordde Sidi-Ben-Abdallah,
die voor den ander in beleefdheid niet
wilde onderdoen.
Daarop ging ieder weer zijns weegs.
Hoe nader Sidi-Ben-Abda!lah bij het
kamp kwam, des te meer lieden ontmoet
te hij en ieder vroeg hem, hoeveel hij voor
zijn vleesch gegeven had.
En de goede man was nog altijd zacht
moedig en vriendelijk, de spreuk indach
tig „Gaduld is de sleatel tot geluk", en
gaf ieder onvermoeid het verlangde ant
woord.
Bij elke schrede die hij verder deed,
hield men hem staande, om dezelfde vraag
tot hem te richten
Wat heb je voor dat stuk vleesch
gegeven
Twintig stuivers.
Maar nu liep hij snel, want nn begon
hij ongeduldig te worden een gevoel van
wreveld kwam in hem op, toen hem tel
kens door degenen, die hem ontmoetten,
weder hetzelfde gevraagd werd.
Eindelijk maakte zijn zachtmoedigheid
plaats voor toorn en toen dezelfde vraag
hem voor de zes-en-twintigste maal weder
gedaan werd greep hij den vrager aan en
klopte hein duchtig af, hem toeroepende
.Bil Allah dat heeft mijn vleesch gekost.
Weet 't nu
En links en rechts kreeg de ongelukki
ge vrager er langs.
Het geluste den armen zondenbok voor
al de vorige vragers, zich los te rukken
en te ontvluchten. Een hond
was de eenige, die er voordeel bij had,
want onder de kloppartij maakte hij zich
meester van bet stnk vleesch en liep er hard
mee weg, tot groot verdriet van Abdal-
lah, die, nadat hij weer bedaard was ge
worden, berouw over zijn drift had. Hij
kwam in ziju tent aan en dacht over het
gevaar, van met een stuk vleesch laDgs
den landweg te gaan.
Zoodra de afgeklopte inan ia het kamp
kwam, haastte hij zich den Kadi of rech
ter zijn ongeluk te vertellen en deze liet
oogenblikkelijk Sidi-Ben-Abdallah in de ge
vangenis werpen.
De dsg, waarop hij voor den rechter
gebracht zou worden, brak aan de gehee-
Le bevolking stroomde naar de woning van
den Kadi. Het spreekwoord zegt: „De
arme is een vreemdeling in zijn eigen laud."
Hier was niemand armer dan deze oude
man, dus had hij ook geen enkelen bescher
mer.
„Dat wordt voor hem een geschiedenis
van twintig stokslagen op den rug en tien
onder de voetzolen*, waren al de aanwezigen
van meening.
Hoe heet gij vroeg de rechter zeer
ernstig.
Sidi-Ben-Abdallah was zeker verward,
want bij deze vraag liet hij het. hoofd
hangen, legde de handen kruiselings op de
borst en zeide
Er is maar één God en Mohamed is
zijn profeet
Toen de Kadi en de geheele vergade
ring deze heilige woorden hoorden, bogen
allen zeer diep in vrome deemoedig
heid.
Waar woont gij? vroeg de rechter.
een
Een oud Arabier zwoegde tegen een
zandige helliog op. De terugweg naar zijn
tent viel hem moeielijk, want over zijn
schouder droeg bij aan zijn stok een groo-
ten lamsbout, dien hij in het naaste dorp
gekocht had.
Hij heette 8idi-Ben-Abdallah. Zijn
klefderen waren versleten en gescheurd en
getuigden van zijn armoede. Zijn muilen
sloften erbarmelijk en zijn bournous of
'gekomen was het reeds donkerder gewor- mantel, die eenmaal wit was geweest, was
den, waarop de vreemdeling den jongen
voorsloeg daar te logeeren; hij zelf zou
dan naar Achel gaan en zijn patiënt den
volgenden morgen komen halen.
In plaats van uaar Achel te gaaD,
-ging ons heerschap denzelfden weg terng
en kwam Vrijdagmorgen vroeg weder in
de herberg van Giebel aan, met de mede-
dec.ling, dat de jongen binnen een paar
dagen uit Achel naar bet ouderlijke huis
zou terugkeertn. Bovendien verzocht hij
f 15 ten behoeve van het klooster.
De eenvoudige herbergier, ten zeerste
met den weldoener van zijn kind ingeno
men, gaf hem het gevraagde en sprak
tevens over zijn 17 jarige dochter, die
ook iets scheelde. Daar weten ze in bet
Liefdehuis te Helmond wel raad op, sprak
de vreemdeliog. Het meisje mott maar
metmij meegaan, dan zal ik haar daar bren
gen. En werkelijk ging het meisje mee,
nn niets anders dan een vuile lap die hem
aan flarden om het lijt hing.
Maar hij stapte rustig door en als een
goed Muzelman getroostte hij zich zijn lot.
Onderweg ontmoette hij een armen dui
vel.
Allah late zijn zegen over uw aan
gezicht stralen zeide deze tot Sidi-Ben-
Abdallah.
Allah schenke u vrede antwoordde
de oude.
Een mooi stuk vleesch, dat je daar
draagt, zeide de arme.
Ja, Allah zij daarvoor geprezen.
Wat heb je er voor gegeven
Twintig stuiver.
Dat is niet duur. Allah behoede u
zeide de reiziger.
Sidi-Ben-Abdallah ging verder, al klap
pende n.et afshffende sandalm of muilen.
Toen kwam hem een jonkman tegen,
De oude boog het hoofd en zeide ander
maal
Er is maar één God en Mohamed
is zijn profeetWeder bogen allen eer
biedig.
Waarom hebt gij dezen man gesla
gen? Wat heeft die ongelukkige u gedaan?
Hij vroeg u immers alleen maar wat het
vleesch u gekost had
Sidi-Ben-Abdallah antwoordde niet; bij
bad slechts nog inniger; dat God hem
mocht helpen en zeide wedei
Er is maar één God en Mohamed
is zijn profeet
De kadi begon eene onaangename ze
nuwtrilling te gevoelen.
Wilt ge dan in het geheel niet
antwoorden riep nu de rechter, wiens
geduld ten einde was.
Maar oDze oude bleef onverstoorbaar en
zeide slechts met gebogen hoofd
Er is maar één God, en MaLomed
is zijn profeet
Nu kon de Kadi het niet langer inhou
den.
Hij greep zijn schoenen en smeet ze
Sidi-Ben Abdallah naar het hoofd-
Abdaliah nam zeer bedaard de schoe
nen van zijn rechter op, en kuste ze
eerbiedig en trad op hun eigenaar toe,
zeggende
KadiGij die een wijs, rechtvaardig
en heilig man ouder ons zijt, die door
allen vereerd wordt, gij slaat mij, omdat
ik viermaal tegenover u een heilig woord
heb uitgesproken. Hoe kan het u doen
verwonderen, dat ik maar, die_ een arm on
wetend man ben, een van mijnsgelijken
geslagen heb, die mij voor de zes-en-
twintigste maal noodzaakte, een met heilig
woord uit te spraken 1
De Kadi bewonderde de wijsheid van
den man en liet hem dadelijk in vrijheid
stellen,
Toen trad Sidi-Ben-Abdallah andermaal
op den rechter toe, die. juist zijn schoenen
weder aar trok en sprak
Geduld is de sleutel tot geluk.
V.B.
Er bestaat eene zonder-
ling methode om blokken of platen ven
gegot n ijzer te doorboren. Men neemt cl.
een stang van zwavel en geeft die eene
doorsnede van den vorm, die hel te ma
ken git moet hebben. Dit is heel gemak
kelijk, omdat zwavel licht smelt en in de
zen toestand alle mogelijke gedaanten aan
neemt. Het ijzer wordt nu tot lichtrooden
gloed verhit, waarna men de zwavelstang
op het punt plaals, waar het git ge-
wenscht wordt, Zij gaat er, oin zoo te zeg
gen, als in boter in en geeft een gat van
precies den vorm harer doorsnede.
{De Horlogemaker.)
Het was stampvol iu den „Salon des
Yarriétés*. Het grootste aantrekkingsnum
mer. „De man met de ijzeren kin*, leun
de met over elkander geslagen armen te
gen de deur van een kleedkamer in afwach
ting, dat het zijn beurt was om te gaan.
Zijn gelaat, met de zwarte, dikke wenk
brauwen, wijde neusvleugels, grooten
mond en ontzettend groote kaak, droeg
een sombere, bijna woeste uitdrukking, als
hij het meisje beschouwde, dat hem iu zij
ne toeren zoo sssisteeren.
Dit meisje had iets uiterst frisch en
jeugdigs, ondanks haar tooneel-costuum. Zij
had rozen op de wangeu, die daar niet op
geblanket waren.
Men kon haar niet beschouwen zonder
zich te verwonderen hoe zulk een rein,
schoon kind in zoodanige omgeving geko
men was. De. jonge man, wmrmede zij nu
had staan praten, ging heen en de ernstige
man naderde haar.
„Je beloofde mij, hem niet meer te
zullen ontvangen, Bessie,' zeide hij ver
wijtend. Da stem van den somberen man
klonk verrassend teeder.
„Beloften zijn als korstjes, Bill. Ze bre
ken," lachte zij.
Dat kan wezen. Maar ik heb je moe
der beloofd op je te zullen passen en dat
doe ik."
„Je bent jaloersch, Bill. Dat heb ik je
al meer gezegd, anders zou je mij niet
over mijnheer Percy gesproken hebben.
Maar het geeft je niets, ik neem je nooit.
Als ik huw, moet mijn man een fatsoen
lijk man zijn."
De aderen in zijn nek en op het voor
hoofd zwollen op zijn gelaat werd vuur
rood, toen bleek.
„Zeg dat niet, Bessie, dat niet. Als je
dat tegen mij zegt, dan word ik duivelsch
en dan zou ik je kunnen verscheuren.
Wat heb ik gezegd Neem het mij niet
kwalijk, Bessie."
Het meisje lachte.
„Ik ben niet bang voor je, Bill, al ben
je nog zoo boos. Ik zeg, dat ik je niet
hebben wil en wat meer is, ik ben er ze
ker van dat mijuheer Percy mij een en
gagement zal aanbieden als danseres en
chanteuse. Dit is de laatste week, dat wij sa
men werken.*
Met moeite overwon de sterke man den
hartstocht, die in hem opwelde.
Hij antwoordde eenvoudig
„Je zult het niet doen, Bessie. Je zegt
het, maar je kant mijn hart niet bre
ken.*
„U moet optreden, Mr. Jones," zeide
een tooneelknecht. De man met de ijzeren
kin en het lachende meisje traden op het
tooneel.
Te Baverley, een klein dorp in Stafford-
shire waar de ernstige msn was geboren,
was hij bekend onder den naam van Bill
Jones. Maai deze benaming bracht hem
geen geld op. Het publiek zou er niet op
gesteld zijn geweest een Bill Jones op te
zien treden, ringen van enorm gewicht met
de tanden van den grond heffende of een
ijzeren kolom op de kin balanceerende,
als de scherpzinnige agent, die hem in een
mijn ontdekt had, waar hij juist een zij
ner zwaarste toeren te zien gat, niet op het
idee gekomen was een seusatie-naam te
vinden. Eu hij vond er een. „De man met
de ijzeren kin."
„Zij" rolde de ijzeren kolom op zijne
plaats en rolde hem weder weg, als hij op
den grond viel. Zij beproefde met beide
handen, maar het gelakte haar nooit, het
gewicht op te heffen, wat de man zoo ge
makkelijk met zijne tanden van den grond
tilde. Dan stond zij stil terwijl hij, zooals
altijd, haar een gordel omdeed, haar met
de hand boven het hoofd hief en haar rond
droeg als een kind zijn pop.
Als hij dat eenige oogeublikken had vol
gehouden, bleef hij staan, het haar op den
grond zakken en maakte haar gordel los.
Zij hief zich dan op de teenen, naderde
het voetlicht en boog onder een storm van
bijvalschbetuigingen en terugroepingen.
Bessie Graddock kwam van hetzelfde
dorp.
De dikke jongen had haar liefgehad,
toen zij een meisje, een kind was. Zij be
handelde deD sterken man; die in een week
armen
salaris aan, waardoor de ouder,
zouden weigeren. Zij volgde hem R Bl<*
gehoopt, dat zij hein zou huwen 'J
wondering en vleierij hadden haarhVj1*"
hol gebracht. coofj
De toeren werden evenals alle av
snel achtereen uitgevoerd. Het meisJ
te de kettingen vast aan de ar me
den reus en wierp de stukken onrP
publiek, als hij ze had gebroken
De sterke man zag haar san.
Het orkest speelde een wals i'n lac
tempo; het publiek wachtte op het8^"0
schijnen van „den man met iIp - Ter"
kin.* 1JZete»
„Misschien de laatste maal," 6acL
toen hij het meisje ophief: Misschi-n J'
laatste maal, en ik zon Hij Ver(j "e
deze gedachte, maar niet geheel. Zii
nu in zijn macht. J
Waarom liet hij haar niet vallenPDe d
dnr jalouzie grijnsde hem aan. Hooger
'0-
op
op
hooger
dan ooit
te
hij haar
ren.
Sneller speelden de violen. Toen i-
weet niet hoe het gebeurd is s.l
zijn kracht hem te begeven, hij deed
misgreep naar den ring aan haar
en zij viel.
Verschrikt door den val, was zij niei k-
machte zich te bewegen en bonsde l
hoofd hard-krakend op het podium,
Het volgend oogenolik lag de „man
de ijzeren kin op zijn knieën enbooehK
over de roerlooze gestalte.
„Spreek Bessie, spreek," gilde hij. Oh
mijn God, wat heb ik gedaan, ik héb'h^
vermoord." ,at
Het was niet misschien de laatste maal
maar d e laatste.
Bessie Graddock sprak niet meer —zj
had haar Dek gebroken. En de man, die
haar beminde met een heiligea hartstocht
en meende niet zonder haar te leven wist
dat hij haar vermoord had.
„Ik ben de oorzaak van haar dood*
straf mij. „Ik hief haar hooger op dan ik
kon, en verdien dus straf.*
Hij scheen bang te zijn dat de rechters
hem zouden vrij spreken.
„Neen, neen," schreeuwde hij. „Ik »jj
uw medelijden niet. Ik heb haar vermoord
hang mij op.*
„Je moest liever heengaan, arme jon
gen."
Zij gaven hem het lijk over en hij
ging er mede mar Baverley. Hij betaalde
de begrafenis-kosten, richtte een kruis op
het graf en gaf aan de Craddock's al het
geld, dat hij had verdiend. Toen, niet in
staat zich los te rukken van de plaats,
waar Bessie lag, keerde hij terug naar de
mijn, gebroken naar lichaam en ziel.
Zijne oude makkers ontweken hem. Een
uitvoerig bericht van het ongeluk had in
alle bladen gestaan, en daar men wis', hoe
innig hij Bessie had bemind en hoe zeer
zij zich van hem had afgewend, begonuen
zij aan de waarheid daarvan te twijfelen.
Toen het geld, dat hij John Craddock en
zijne vrouw gegeven had, verteerd was,
overlaadden deze beiden hem met bittere
woorden. Maar zijn oude fierheid scheen
hem verlaten te hebben. Hij gaf nooit een
toornig antwoord, maar nam hunne verwij
ten aan als een gedeelte van zijne straf.
De dorpsbewoners verwonderden er zich o-
ver, want de beste meusch van Baverley
zon Bill Jones nooit een kwaad woord ge
geven hebben. Toen zij van zijn aanhou
dende terneergeslagenheid hoorden, zeiden
zij tot zich zelve: „Hij zal den een of an
dere dag nog eens wanhopend worden.
En zij hadden gelijk.
Het was zonderling, misschien, maar Je
kinderen volgden hunne ouders hierin niet
na.
Zij ontweken hem niet en in hun ge
zelschap scheen hij zijn leed te vergeten.
Zelden liep hij zonder een zwerm jongen'
en meisjes.
Zijn lievelingen waren de beide W*
dock's, Bessie's broeder en zuster. >°°f
hen kon hij niet genoeg doen. Maar eens
kwam vrouw Craddock hem tegen. Da»*
kinderen hingen aan zijn arm nie.
ernstig als zij er anders uitzagen 16 e
aan een kant.
„Waarom maakt gij u van deze krD
reu ook meester vroeg zij.
„Om hen te vermoorden, evenals
eie P*
Hij sidderde, liet de kinderen «f
ging met gebogen hoofd verder. H'J
proefde nooit meer de kleinen te°n|®
ten, maar toch kwam hij ze dikwijls e2w'
als zij naar school gingen
Dan stak hij de straat
voorbij waren, wendde hij
hen na zoolang hij kon.
Bes-
et
be
over en al'
2ich om e"14®
f 480 kon verdienen, evenals den
mijuwerker.
Toen de agent zeide, dat het nummer
veel meer aan zou trekken,a'.s een meisje
hem assisteerde, dacht Bill onwillekeurig
Bessie was reeds een jaar dood. c
winter. De sneeuw lag hoog °P"tn-ff3p
John Craddock lag in bed, maar *85
ker. ugQjdö
Iels scheen hem te hinderen. tUJ
een vreemd geruisch. Er was geen 111 <a
op straat, in Baverley te middernac
al ware dat het geval geweest, dan z
sneeuw toch het geluid der voetstapp
gesmoord hebben. .y^a
„Het moet de hagel zijn,* ze'"e
zijn peluw oprijzende. t bei
Het volgend oogenblik was hi)
uit. De kamer was vol rook. gjinA'
wordt wakker*, schreeuwde hij. 4jj.
Zoo snel mogelijk hunne ^'ee „od»
trekkende, vlogen zij de straat op. \r»i>J-
huis stond reeds in lichte laaie. e
de als teer. De dichtstbij zijnde spD
op drie 'mijlen afstand. gte®*
„Brand, brand', gilden |zij.
men hf.rhaalden de kreet. De bu
aau Bessie en hij schreef en bood haar ten zich zoowel mogelijk hulp