Al min eo lïiEiis-,
AlïEftEltiE- LllMliL
Zondag 2 December 1834.
38ste Jaargang No. 2939
markt politie.
Imtionale^militie.
Uitgever J. WINKEL.
Itureau: SIHACEH» liaan, II 4.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
i Bijvoegsel.
Schagen, 1 Dec. 1S94.
de Dir. Postk. Schagen,
Heyii^ers.
emeente Schagen.
||je fc e n d 111 a k n g- e n.
Inschrijving.
Binnenlandseh Nieuws.
pit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
i te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
iVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
3EZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
)e ondergeteekende brengt ter al-
jeena kennis, dat van 3 lot en
pt 6 clec. e.k. het niet geoorlooft
meer dan één postpakket op
nelfde kaart te verzenden.
Jelanghebbenden worden uitgenoo-
1, zorg tedragen voor eene flinke
rpakking, zoodat beschadi-
Diet kan voorkomen; de adressen
'den omslag van het pakket te
rijven of daaraan stevig te bevesti-
i en tevens een los adres in het
^et te sluiten.
laten, of wiens voogd buiten s lands
gevestigd is, in de Gemeente waar hij
woont
4°. van den bniten 's lands wonenden
zoon van een Nederlander, die ter zake
van 's lands dienst in een vreemd land
woont, in de Gemeente, waar zijn vader
of voogd het laatst iu Nederland gewoond
heeft.
ART. 17. Voor de Militie wordt niet
ingeschreven
1°. de in een vreemd Rijk achtergeble
ven zoon van een ingezeten, die geen Ne
derlander is
2°. de in een vreemd Rijk verblijf
houdende ouderlooze zoon van een
vreemdeling, al is zijn vcogd ingeze
ten
8°. de zoon van den Nederlander, die
ter zake van 's lands dienst in 's Rijks
overzeesche bezittingen of koloniëo
woont.
ART. 18. lste en 2de lid. Elk, die
volgens art. 15 behoort te worden inge
schreven, is verplicht zich daartoe bij
Burgemeester en Wethouders aan te ge
ven tasschen den 1 en den Sisten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ont
stentenis is zijn vader, of, is deze overle
den, zijne moeder, of, zijn beiden overle
den, zijn voogd tot het doen van die aan
gifte verplicht.
ART. 20. Hij, die eerst na het intre
den van zijn 19de jaar, doch vóór het
volbrengen van zijn 20ste, ingezeten
wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats
heeft, ter inschrijving aau te geren bij
Burgemeester en Wethouders der Gemeen
te, waar de inschrijving, volgens art. 16,
moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de
zinsnede van artikel 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het re
gister van het jaar, waartoe hij volgens
zijnen leeftijd behoort.
Afgekondigd en aangeplakt voor de
eerste maal te Schagen, den 1 Decem
ber 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Openbare vergadering van den
Raad der gemeeute SCHAGEN, op
DINSDAG 4 DECEMBER 1894, des voor-
middags ten 10 ure.
Punten van behandeling
1. Ingekomen stukken.
2. Wijziging besluit tot het aangaan
eener geldleeutug.
3. Wijziging begrooting 1895.
4. Vaststelling suppletoire begrootiDg.
5. Verzoek vergunning tot planten van
boomeu Noordzijde Marktplaats.
6. Jaarlijksche verpachting marktgel-
den, ene.
7. Inrichting slottoren tot arrestanten-
kamer.
8. Benoeming leden vaste Com missiën.
9. Snppl. kohier Hondenbelastingen eu
Hoold. omslag.
Werkeloosheid en werkverschaffing zijn
aan de orde van den dag en niemand
zal zich verwonderen, dat daarover ook
bij de behandeling der StaatsbegrootiDg
in de afdeelingen der Tweede Kamer
gesproken werd.
Met een beroep op antecedenten ver
klaarde men in het Voorloopig Verslag
over Binnenlandsche ZakeD, in den Mi
nister Van Houten, geen voorstander
te zien van „de pogiDgen van gemeen
tebesturen om door in-cultuur-brenging
van woeste gronden, de openbare armen
zorg voor een deel in den vorm van
werkverschaffing uit te oefenen.'
Men behoeft niet met antecendenten te
rade te gaan om te weten te komen,
dat de Minister van deae zaak geen
voorstander is. Hij toont in zijn ant
woord, dat hij de vraag waarop het
aankomt, niet eens goed begrijpt, wat
alleen daaraan te wijten kan zijn, dat
hij zich de moeite niet gegeven heeft
om zich op de hoogte te stellen, daar
toch de zaak zelve zoo bijzonder inge
wikkeld of moeilijk te begrijpen met
küRGEMEESTER en WËTHOU-
[RS van Schagen
Overwegende de wesschely kheid om de
markt aangevoerde boter in een
DkVTlj lokaal ten verkoop uit te stallen;
Gelet op art. 109 der Algemeene Poli-
Lerordeuing voor die gemeente;
Brengen ter algemeene keunis dat het
j af 1 Januari des volgenden jaars tij-
ha het houden der wekelijksche Boter-
Likt verboden zal zijn, in het daarvoor-
lemde Beorslokaal der I.andbouw-So-
rit fCeres*, te rooken.
Overtreding van dit verbod is strafbaar
leeDe geldboete van ten hoogste f 10.
Schagen, 30 November 1894.
emeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
(Art. 19 der Wet.)
rgemeester en Wethouders der ge-
lts Schagen
ogen ter openbare kennis, dat de
ilijke ingezetenen, geboren in het
1876, zich ter i n s c h r ij v i n g
Ie Nationale Militie behooren aan
•vlden ter Gemeente-Secretarie, tus-
mden lsten en den 81sten Januari 1895.
W die inschrijving zal zittiog wor-
gehouden iederen werkdag van des
middags 9 ure tot des namiddags 4 nre.
beider wordt de aandacht gevestigd op
staande artikelen der wet van den
■t» Augustus 1861 (Staatsblad N°. 72),
betrekking hebben op de insckrij-
Wr de Militie
^T. 15. Jaarlijks worden voor de Mi-
'^geschreven alle mannelijke ingeza-
*L! die op den lsten Januari van het
'kin 19de jaar waren ingetreden.
ingezeten wordt gehouden:
kij, wiens vader, of, is deze ovei-
"b «lens moeder, of zijn beiden over-
*iens voogd icgezettn is volgens
*e' ran den 2Ssten Juli 1850 (Staats-
}.N°. 44
kij, die, geen ouders of voogd heb-
gedurende de laatste, san het in
"fle zinsnede van dit artikel vermel-
voorafgaande, achttien maanden
letland verblijf hield
1 Eij, van wiens ouders de laBgstle-
e. ingezeten was, al is zijn voogd
-igezeten, mits hij binnen het Rijk
houdt.
'JCr ingezeten wordt niet gehouden
/teem deling, behoorende tot eenen
b waar de Nederlander niet aan den
'',c"ien krijgsdienst is onderworpen, of
~n aanzien, der dienstplichtigheid
ginsel van wederkeerigheid is aan-
jj 16. De inschrijving geschiedt
1 van een ongehuwde in de Geroeen-
®*i de vader, of, is deze overleden,
®er> of sijn beiden overleden, de
j* *oont;
*an een gehuwde en van fen we-
r in de Gemeente, waar hij
"•van t. j- i r 'S Evenals in het Voorloopig Verslag ge
antwoord aan het Kon. Besl. van 30 Mei
1894, No. 65, waarbij aan de gemeente
Schoterland een gevraagd voorschot voor
ontginning van woeste gronden gewei
gerd werd. Daarna gaat hij voort„Hij
heeft evenwel naar aanleiding van dat
Kon. Besl. aan Gedeputeerde Staten van
Friesland en Drenthe meegedeeld, dat
daaruit niet mocht worden afgeleid, dat
zijnerzijds ontginning van woeste gron
den van gemeentewege niet zou kunnen
worden bevorderd.
Hij gaf tevens aan die colleges te
kennen, dat hij zich vereenigen kon
met het gevoelen van zijn ambtsvoor
ganger, dat er geen bezwaar bestond om
bij het uitbrengen van een advies om
trent gevraagde Rijkssubsidiën, in de
kosten van de huishouding der gemeente,
rekening te houden met eventueele
plannen van werkverschaffing als armen
zorg
doch dat, zal werkverschaffing inder
daad als armenzorg kunnen worden be
schouwd, zij naar zijne meening moest
voldoen aan de volgende voorwaarden
1°. dat het werk uitsluitend verschaft
worde aan hen, die bedeeling behoeven,
en dat de verplichting tot werken de
voorwaarde zij, om voor bedeeling in
aanmerking te komen
2°. dat als gevolg van dit beginsel de
exploitatie op zoodanige wijze plaats
hebbe, dat de tewerkgestelden, zonder
die exploitatie belangrijk te verstoren,
hun gewoscn maatschappelijken arbeid
kunnen hervatten, zoodra daarvoor ge
legenheid is, en dat de loonen zoodanig
worden bepaald, dat ze de grenzen eener
onvermijdelijke bedeeling niet of weinig
overschrijden en voldoende beneden het
peil der loonen voor den gewonen maat
schappelijken arbeid blijven, om voor de
tewerkgestelden de hervatting van dien
arbeid aantrekkelijk te maken."
De Minister beschouwt dus het te
verschaffen werk als een soort van
dwangarbeid, eensdeels bestemd om van
het vragen van bedeeling af te schrikken,
anderdeels om naar het einde te verlan
gen.
De ervaring heeft sinds lang geleerd,
dat de schoone verwachtingen, die som
mige welmeenende, maar met de practijk
des levens weinig bekende menschen
zich daarvan voorspiegeld, en nimmer ver
wezenlijkt werden en ijdel gebleken zijn.
Wat verschillende gemeentebesturen in
Friesland beoogden en in Drenthe ver
wezenlijkt hebben, is dan ook iets an
ders, iets beters. Zij willen geen bedee
ling in den v»rm van dwangarbeid,
maar voorkomenclat bedeeling noodig zij,
door gelegenheid te geven tot vrucht-
dragenden, loonenden arbeid, die hem,
die er zich mee bezighoudt niet verne
dert, maar verheft. Het doel was, woeste
gronden in cultuur te brengen.
Of het nu beter is, een
vraag, die ook in het Voorloopig Verslag
geopperd wordt die woeste gronden
tot bouwland aan te leggen, zooals men
in Friesland van plan was te doen, dan
wel tot boscb, zooals in Drenthe geschied
is, blijve in het midden gelaten. In het
algemeen zouden wij aan het laatste de
voorkeur geven, maar merken op, dat
plaatselijke omstandigheden hierbij groot
gewicht in de schaal leggen, en dat dit
in ieder geval een vraag van uitvoering is,
waarop het beginsel niet behoeft af te
stuiten.
Men lette hierop, want dit is het
geen de zaak, die beoogd werd, prin-
cipieël onderscheidt van wat den Mini
ster bij zijn antwoord voor den geest
zweefde de woeste grond, eigendom van
of aangekocht door de gemeente, zon
door den daaraan te verrichten arbeid
vruchten geven, en bovendien zon de
verbetering van den grond waardever
meerdering doen ODtstaan. Op grond van
deugdelijke berekeningen, bevestigd door
de ervaring, elders reeds opgedaan, zou
die arbeid dus aan de gemeente voordeel
opleveren, en zou als voordeelbreDgenden
arbeid beheerd worden. Men zon daar
das niet te werk stellen menschen, die
bedeeling komen vragen, ODgeacht of zij
al of niet voor dien arbeid geschikt zijn,
maar geschikte arbeiders, ongeacht of zij
anders al dan niet moeten bedeeld worden.
Maardan helpt het niets voor de
armenzorg en daarvoor weid het toch
gedaan Kortzichtigheid alléén kan zóó
doen spreken.
Zeker. Op deze wijze schept men geen
toevluchtsoord voor allen, die bedeeling
komen vragen. Op deze wijze krijgt men
niet tegenover hetgeen men aan bedeeling
uitgeeft, een zekere, kleinere of grootere
waarde aan verrichten arbeid; maar men
verkrijgt iets beters, iets, dat geldelijk
misschien, hoewel niet zeker,
minder gunstig is, maar dat uit zedelijk
en maatschappelijk oogpunt, veel hooger
waarde heeftmen vermindert het aan
tal dergenen, die bedeeling noodig heb
ben, men handhaaft een grooter aan
tal menschen op dien sport van den maat
schappelijken ladder, waarop zij zelfstan
dige voor zichzelf en de hunnen zorgen
de medeburgers blijven men voorkomt
de uitbreiding van het aantal dergenen,
die op kosten van andere leven en déér-
door in gevoel van eigenwaarde, vertrou
wen op eigen kracht achteruit, niet zelden
zedelijk te gronde gaan.
Door de waardevermeerdering van den
grond, neemt de welvaart der gemeente,
door de zich uitbreidende gelegenheid tot
degeljjken arbeid, de welvaart der inge
zetenen toe. En men mag het aan het
inzicht der plattelandsgemeentebesturen
gerust overlaten om te voorkomen, wat
veelal in groote steden het gevolg van
zoodanige verbetering van toestanden is
het toevloeien van arbeidskrachten van
buiten af.
Als de zaak ook voor de gemeenten zelve
voordeelig is, hebben zij er toch geen
Rijkssteun bij noodig, zal men wellicht
opmerken
En die opmerking is niet geheel on
gegrond. Intusschen is het denkbaar in de
tegenwoordige verhoudingen, dat gemeen
tebesturen niet alleen niet de middelen be
zitten, maar zich die ook niet kunnen
verschaffen, om zulke plannen uit te voe
ren, temeer omdat vooral bij bosch
cultuur de tijd tusscheu den aanvang der
werkzaamheden en het terugkeeren der
daaraanbestede gelden,dikwijls zeer lang is.
Dan echter is geen subsidie noodig of
zelfs gewenscht, maar een voorschot, zoo
als de gemeentebesturen gevraagd heb
ben, of liever nogde waarborging van
rente en aflossing eener door de gemeen
te te sluiten leening, Doch ook dit is
eene zaak van betrekkelijk ondergeschikt
belangde hoofdzaak is, dat, als men
wel onderscheidt, men hier te doen heeft,
niet met eene vervanging van een deel
der armenzorg, maar met voorkoming van
armenzorg door het uitbreiden van de
hoeveelheid werk, ten voordeele der ge
meente van on ten voordeele van den ar
beidende stand, en dus in hooge ma
te in het algemeen belang.
Men meldt ous uit SCHAGEKBRUG:
Donderdagmorgen had alhier op den weg
naar Schagen, vlak voor de woning van
den heer Hulst, een zeer ernstig ongeluk
plaats. Twee harddravende boeren, die
op weg waren naar de Schager Veulen-
markt, wilden een derde rijtuig voorbijha
len, de een aan den linker en de ander
aan den rechterkant. In han woestheid
lett en sij noch op schoolkinderen, noch op
andere voetgangers en dsardoor reed de-
geen, die naar den linkerkant uithaalde,
den heer Viestadt omver en over het lichaam,
waardoor deze zijn sleutelbeen brak en bo
vendien nog vele kwetsuren bek wam .Te hopen
is het, dat deD woesten rijder langs ge
rechtelijken weg, aan het verstand zal wor
den gebracht, dat dergelijke woest
heden niet passeD bij negentiende-eeuwsche
menschen.
Ofschoon de tijdsomstan-
digheden op TEXEL van dien aard zijn,dat
er weinig last tot feestviering bestaat, zal
de jaardag van Sint-Nicolaas toch wel weer
op de oude wijze worden herdacht. Vooral
aan den Burg belooft de gebruikelijke
maskerade weer vrij algemeen te zullen zijn.
De viering van den Siut-Nicolaas-avond
op Texel, heeft nog altijd veel overeen
komst met het carnaval van elders.
De heer J. P. Nohd Thomson
verzocht ons, mede té aeelen, dat bij de
op 80 November gehouden verloting onder
de goede oplossingen van het prijsraad
sel der Alewyn's Haver-
stroopastillees, de prijs van f 25.
ia ten deel gevallen aan den heer
Jan T p m a. ten huize van L. Plukker,
Zilverpad, J 114, te Zaandam.
Een echtpaar op TEXEL,
dat tot de trouwe vereerders van Bacchns
behoort, zou voor eenige dagen na het hou
den van een drinkgelag zeker heel slecht
zijn weggekomen, als niet vrij toevallig red
ding in den nood ware opgedaagd. Nrdat
de dran klief hebbers gretig menig graantje
hadden gepikt, zon 't paar zich ter rosto
begeven. De vrouw voorzag eerst nog eeos
terdege de kachel, doch vergat in de con
sternatie 't deksel dicht te doen en draai
de den sleutel nagenoeg geheel om. Bon
kend lag 't echtpaar weldra en ademde al
spoedig niets dsn damp en kolenstof in.
Toen 's morgens iemand de deur opende,
kon hij nauwelijks een flauw schijnseltje
van het lamplicht nog waarnemen, zoo
veel damp stond er in het vertrek.
Het kostte toen heel wat moeite om het
bedwelmde echpaar weer tot bewustzijn te
brengen.
Wonderlijke genoeg, was man en vrouw
zeer spoedig het gevaar weer te boven.
Toen onlangs nabij de
HELDER5CHE kust de aanwezigheid van
groote scholen sardines was geconstateerd,
ging ook de blazerschuit ^Generaal Booth",
zijnde een boegingsvaartuig met stoomver-
mogen, ter visscherij nit.
Een bijzonder groote raamkuil werd in
zee neergelaten en daarmede werd de
visscherij op sardines uitgeoefend. Naar be
weerd wordt, zijn de resultaten nog al
gunstig geweest. Soms werden per dag 120
manden sardines gevangen. Men bespeurt
van de aanwezigheid dezer vischjes nage
noeg niets meer.
Bij de wekelijksche Thee
Thomson's verloting is op Woensdag 28
Nov jl. de prijs van f 25. ten deel geval
len aan tnejuff. van der Meer te Gorredijk
(Friesland), de premie van 5 Kilo Thee aan
den winkelier, den heer G. F. van der
Meer aldaar.
Reclame. Te WINSCHOTEN
werd Donderdagmiddag jl. door den stads
omroeper bij bekkenslag bekend gemaakt,
dat 's avonds in het lokaal van het heils
leger de grootste oplichter en verleider van
Winschoten zou ontmaskerd worden. Velen
spoedden zich naar het lokaal om er een
plaatsje te veroveren. Ze werden echter lee-
lijk teleurgesteld. Een der leiders deelden
n.1. de aanwezigen mede, dat de grootste
oplichter en verleider van Winschoten was
de satan, die ook Eva in het paradijs
verleid had. Hoewel er op deze mededee-
ling een hevig rumoer ontstond, liep alles
nog in vrede af.
In 1844 overleed te BEER-
TA (Gr.) mej. Jantje Oomkens, die naar
men zegt, een vermogen naliet van omstreeks
zeven ton, waarvan een deel aan inrichtin
gen en particuliere personen was vermaakt
doch eenander deelzoo luidt het verhaal—
geen bestemming had. Erfgenamen deden
zich op, doch later moest gebleken zijn,
dat de naaste verwanten niet deelden in de
erfenis. Heel wat artikelen zijn daarvoor
geschreven in de provinciale bladen, onder
scheiden pogingen werden aangewend om
de erfenis los te krijgen en verschillende
zaakwaarnemers profiteerden van de gnn-
stige gelegenheid als raadgevers.
Het schijDt echter, dat er werkelijk
termen bestaan om te gelooven, dat de
ïechte wijze heeft plaat gehad, althans de
rechtbank te M inschoten moet dezer da
gen twee erfgenamen gerechtigd hebben, de
nalatenschap ouder voorwaarde van boedelbe
schrijving te aanvaarden. Voor verschillende
bekende Groniger familiën is dit een
quaestie, die nog al gewicht in de schaal
legt, wijl sommigen hunner er voor een
som van f 50,000 bij betrokken moeten
zijn. Met groote belangstelling ziet men
ook thans, evenals bij vroegere procces-
sen over die zaak, den uitslag tegemoet.
E e n - e n - d e r t i g duizend
gulden gered!
Een commissionnair in diamant te AM
STERDAM, verkocht aan twee kooplieden
aldaar eenige partijen ruwe diamant voor
f 81,000 ruim, die Donderdag jl. betaald
moest worden. In plaats van geld kwam
echter een telegram uit Antwerpen, afge
zonden door een der koopers, dat hij zijn
portefeuille met al de diamant verloren
had. De verkooper, die terstond hierop
sar Antwerpen was afgereisd, vond zijn
debiteur aiaasr tiet en spoedde aich hierop
lot zijn advok^at, door wiens optreden het
mocht gelukken, aan te toouen, dat de
diamant niet verloren was, doch dat men