AllEIEtl JfiBlIE- AiurtEitifi- L 31. Zeemilitie. De E Donderdag 10 Januari 1835. 39ste Jaargang ITo. 2950. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekW oensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J WINKEL Bureau: StUAGESf, Laan, D 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente Sc hagen. Bekendmakingen. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. ROMAN van Georg' Bendler. Het hoofd van het Plaatselijk bestuur der Gemeente SGHAGEN, brengt bij de ze ter kennis van de Ingezetenen dier gemeente, dat het kohier No. 2 van de Belasting op Bedrijfs- en andere inkom sten over het Belastingjaar 1894/95, op den 28 dezer door den Heer Directeur der Directe belastingen te Amsterdam is exe cutoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. leder ingezeten, welke daarbij belang heelt wo 'dt alzoo vermaand op de voldoe ning van zijnen aanslag behoorlijk acht te- geven, ten einde alle gerechtelijke vervol gingen welke uit nalatigheid zouden voort vloeien, te ontgaan. Schagen, den 31 December 1894. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, S. BEKMAN. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen naar aanleiding van Art. 150 der Militiewet ter kennis van de lotelingen dezer gemeente, dat zij, die genegen zijn om bij de Zeemilitie te dienen zich daartoe moeten aanmelden ter Gemeentesecretarie alhier, voor den lsteu Februari a. s. Schagen, 8 Januari 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. Verslag van de vergade ring van den raad der gemeente ZIJPL, gehouden op Dinsdag 8 Januari 189o, des morgens te 10 ure. Afwezig de heer J. Zeeman, wegens on gesteldheid, en de vacature Kruijer. Na opening der vergadering worden de notulen gelezen en goedgekeurd. Volgt nu: 1. Benoeming stembureau, voor de verkiezing van eeD lid voor den Raad, op Dinsdag 15 Januari 1895. Benoemd werden de heeren: Morra en Nieuwlandtot plaatsvervanger de heer Francis. 2. Schrijven van den heer J. Raat waarin hij mededeelt zijne benoeming als arm voogd aan t« nemen. 3. Melding in het Prov. blad, dat tot zetter der belastingen benoemd is, de heer J. de Moor. 4. Mededeeling, dat de nieuwjaarscol lecte had opgebracht f 473.37 Y2 en ver deeld was onder 310 armen. 5. Schrijven van de gemeente Anna Paulowna, met goedkeuring van het toe laten van kinderen aan de school te 't Zand. 6. Sup. Kohier Hondenbelasting, groot f 20. wat met algemeene stemmen werd goedgekeurd. 7. Rondvraag. De heer v. Beusekom vestigt de aandacht op het eenigen tijd geieden genomen be sluit, wat betreft het afschaften van het gebruiken van koffie en brood op kosten der gemeente. Spr. gelooft niet, dat het de bedoeling van dat voorstel geweest is, daar ook B. W. in te doen deelen; dat zulks verkeerd begrepen geworden is, daar deze toch zoo dikwijls vergaderen moeten; daarom stelt spr. voor B. en W. dat te laten behouden. De voorzitter, de heer Hulst, oordeelt, dat het toch moeilijk aangaat, om wanneer men het werk der gemeente verricht, wat bij aanbestedingen, het opmaken van ko hieren en dergelijken veel tijd rooft, het dan slechter te hebben, dan thuis, waar ik, zoo gaat Spr. voort krijg, koffie en brood en al hetgeen wat in een bnrger gezin gebruikt woidt en dan hier op een droogj© t© ©©©©ten zitten,da.t niet.ix mijn persoon zon even naar huis knnnen gaan, vervolgt de heer Hulst, maar dat is voor heeren Wethouders niet te doen, met het oog op den verren afstand. De heer Feisser geeft te kennen, dat het volkomen in zijn geest was en nog is om B. en W. dat geld te laten behouden. Spr. vindt het volstrekt niet noodig, daar lang over te dehbereeren, laat het gewoon in stemming brengen. „Ik ben de voorsteller geweest,* zegt daar op de heer Hebei, „en ik heb duidelijk ge noeg verklaard, dat liet niet in mijne be doeling lag B. en W. daarin te betrekken. De heer Hulst is van oordeel, dat deze post dan nu op de onvoorziene uitgaven gebracht zal moeteD worden, wat met al gemeene stemmen wordt goed gevonden. De heer Nobel heeft den heer Hulst daar straks hooren spreken van aanbeste dingen, dat brengt hem in de gedachte de aanbesteding van schoolbehoeften, die hij in de Zijper Ct. geadverteerd heeft ge zien; of die advertentie ook naar meerdere bladen was toegezonden? Naar het Biad voor den Boekhandel, licht de heer M. Bossen in. Hetgeen de heer Nobel aanleiding geeft op te merken, dat zulks een zeer goed or gaan voor dergelijke zaken is, want hij is van oordeel dat zoodanige aanbestedingen overbet geheele land,zooveel mogelijk moeten worden bekend gemaakt, wat bij aanbeste ding van ssoids- of metselwerk niet het geval is, daar dit grootendeels door plaats- genooten verricht wordt. Er is brand geweest op de Sint Maartens brug,*zegt de heer Francis„en nu heeft men zich er bij mij over beklaagd, dat daar geen corps bestond; of dat niet mogelijk was en of daar geen kwartiermeester of iets dergelijks kon worden benoemd." De heer Hulst zegt, dat daar, bij de nieuwe indeeling der brandweermannen voor gezorgd zou zijn geworden. Er zou een corps mannen worden benoemd met opperbrandmeester, brandmeesters, enz. Spr. vestigt er de aandacht op, dat bij dezeu brand gekerkt is met een dubbel stel mannen, d. 1. de brandweermannen uit Schagerbrug, die met de spuit meegeko men waren, en particulieren van Sint Maar tensbrug, die reeds een aanvang met het blusscbingswerx uaaaen genomen, en ua» n©» toch niet aanging die mannen toen heen te sturen. Een dubbel stel, vond de heer Scbuijl, was toch wel wat kostelijk ook. Met een ongunstigen wind en sterke droogte, zegt de heer Feisser, had er zeer veel kans bestaan, dat de heele reeks hui zen te Sint Maartensbrug zou zijn afgebrand Bij dezen brand heb ik mijn reglement over het brandwezen eebs nagelezen, gaat Spr. voort, en daar met betrekking tot Sint Maartensbrug een groote onrechtvaardig heid, een groote ongelijkheid, zou men het kunnen noemen, gevonden. Wij hebben hier 4 spuiten voor onze vijf voornaamste dorpen en dat vijfde dat geen spuit heeft is Sint Maartensbrug het verschil dat daar door ontstaat is in 't /oog loopend. Spr. gaf daarna een statistiek die wij hier zoo goed mogelijk weergeven. Burgerbrug bediende met zijn spuit, 271 woningen, waarvan de verste op 1% uur (loopens) afstand verwijderd stond. Schagerbrug, 375 woningen eveneens 1% uur. 't Zand 192 woningen en Oudesluis 156 woningen met een versten afstand van nog geen uur; dus deze beide laatste dorpen te zamen nog 27 woningen minder dan Schagerbrug en met een korteren af stand. Deze ongelijkheden zouden grootendeels weggenomen worden, wanneer te Sint Maartensbrug een spuit geplaatst werd en de perceelen ingedeeld werden op de volgende manier Burgerbrug met 225 woningen met 1 uur versten afstand St. Maartensbrug 188 woningen met 1 uur versten afstand Scha' gerbrug 227 woningen met 1 uur veisten afstand 't Zand 187 woningen met 1 uur versten afstand en Oudesluis met 167 woningen en eveneens 1 uur vetsten af stand. Hierbij werden de wijken en de be doelde perceelen duidelijk aangegeven. Dit bracht het verschil in woningen volgens Spr. veel terug en liet in den afstand een verschil van enkele minuten toe. Als het eenigszins mogelijk was, en de begrooting het toelaat, zou men door het plaatsen van een spuit te Sint Maar tensbrug een groote onbillijkheid wegne men, want de ingezetenen betalen toch ook ia»i.cu ©au uv,„ v.,andwezen en heb- ben er bijna geen genot van. Spr. maasi er juist geen voorstel van, maar wil er alleen de aandacht op vestigeD. De heer Hulst is het met den heer Feisser eens, dat het een onbillijkheid is; maar het aanschaffen van een spuit kost veel geld. Als hier een hnis in brand ge raakt, zal het gewoonlijk afbranden, maar een tweede perceel zullen wij bewaren. Zou dat nn, vraagt de heer Hulst, te Sint Maartensbrng niet kunnen gebeuren? De heer Feisser gelooft, bij gunstige om standigheden wel, maar anders in geen ge val. Er zijn bij brand veelal gunstige om standigheden, oordeelt de heer Hulstwat eenige andere leden aanleiding geelt op te merken, dat daar niet op vertrouwd mag worden. Welnu, zegt de heer Hulst, zon er dan geen middenweg zijn? Wij hebben in onze gemeente 4 goede spuiten, als wij nu eens in de gelegenheid waren een ge bruikte spait te kcopen. Wanneer er dan op de Sint Maartensbrug brand uitbreekt, kannen zij zich dan dadelijk met die spuit helpen en in het ergste voorzien, en kunnen, daar zij tnsschen twee plaatsen in wonen die spuiten hebben, daar hnlp gaan vragen. De heer Nobel vindt dat een uitstekenden middenweg, wat de geheele vergadering dan ook met hem eens is. Daar er Diets meer te behandelen is, sluit de voorzitter de vergadering, maar niet zonder in dit jaar, daar dit de eerste vergadering is, de heeren geluk te wen- schen in kwaliteit als lid van den raad en ook in andere particuliere betrekkingen. Spr. uit den wensch dat de vacature Kruijer zil vervuld worden door een waar dig lid; dat zij allen op aangename wijze znllen samenwerken tot nut van de ge meente. Mej. Petri, vroedvrouw te CALLANTSOOG, is als zoodanig be noemd te H i e r d e (Gelderl.). 16. Wie weet, of de arme piano-onderwijze- rts ook nu heden niet droomde over een hui selijk leven, bescheiden zooals zij dat altijd in vroegere jaren verlangd bad, toen zij nog niet gedwongen geworden was, met het oog op hare moeder, elk aanzoek van do hand te wijzen. Na was het te laat, ja te laat. De kleine spiegel waarvoor zij stond, terwijl zij heur haar in orde bracht, bevestigde bet baar ten volle. Hij toonde baar menigen scherpen trek. En ,(le in het gebergte gekre gen blos, die nu hare wangen kleurde, zou wederom spoedig verdreven worden, door trillers, vingeroefeningen en dergelijken. leis bleef bestaan die oogen, die goede, zach te oogen die hadden nog niets van haar glans verloren. Haar was die bloemruiker een groot ge not, ook al knoopte zij er geen andere ver wachtingen aan vast. Haar moeder had baar gisterenavond toegevoegd, dat zij de uitnoodiging aan Oswald niet gedaan had als een bloote beleefdheid. Waarom had zij de onde achterdochtige vrouw ook verteld, hoe hij haar dien avond bevallen was, in zijn uet oostuum, in zijne sierlijkheid en beschei denheid, hoe men dergelijke menscben heden ten dage maar zelden vindt, hoe schoon bij die romance gezongen had, niettegenstaande hij in het geheel geen stem meer bezat. Hoe aardig hjj haar van zijn kamer verteld had, welke rariteiten en curiositeiten bij daar had bijeengezameld; over zijn voorgeuomen reis bad hij gesproken en wat bij daar al reeds voor bespaard had; hij had haar naar buis gebracht, waarbij zij hem de muziek van de romance verzocht had. Des anderen daags was bij het komen brengen, maar bad bet moeten afgeven, omdat er niemand thuis geweest was. En nu had hij het tijdstip van haar terugkomst nitgevorsebt en bad haar ter verwelkoming, dezen bloemenruiker gegeven. Het was te goed van hem. Terwijl baar dit alles door de gedachte ging,bad zij haar taak geëindigd.Vlug kleedde zich aan, alsof zij reeds vandaag hare lessen noest beginnen, daarna trad zy op de kof. fietafel toe en zette de ruiker midden op de tafel. „Ziet ge moeder, er zijn toch ook nog nette menschen." „I?at komt nergens bij te pas," bromde de oude en begon dadelijk te mopperen over de koffie, dat deze tbuis toch veel slechter was dan op reis, het was een schandaal. Maar zij verkreeg er heden niets door. Hare dochter bad zich voorgenomen, zich niet te spoedig in het ellendige leven van twistende vrouwen te laten terug voeren. Zij vervolgde haar werk met aan haar leerlingen te schrijven dat zij te ruggekeerd was en bereid was het onderricht weder te beginnen. Het eerste antwoord, dat zij daarop ont ving, luidde als volgt „Lieve juffrouw! Hoe blijde was ik, te vernemen, dat gij weder teruggekeerd zijt. Het zal nog veertien dagen moeten dureD, eer het onderricht een aanvang kan nemeD. En dan zal ik alleen gebruik maken van bet onderricht, daar mevroDw Helbig met Thesi en natuurljjkjuffrouw Kleinholz, voor langen tijd op reis gaan. Ik blijf' thuis en zal mijn best doen, door uitstekende stu die en groote oplettendheid nw vertrouwen waardig te worden. Wanneer het beginnen kan, zal ik u melden. Uwe loie leerlinge, Christina Sommer." Wat deze weinige regelen inhielden was spoediger neergeschreven,dan bet besluit daar toe gerijpt was. Het was het resultaat van lang nadenken, overleggen, twijfelen, dat bet gevolg was van besprekingen, te kennen ge ven van wil en andere meer dergeljjke om standigheden. Iets bad de doorslag gegeven, namelijk bet bewustzijn dat het zoo niet langer kon, dat er iets gebeuren moest. Want de ontevredenheid van Melanie over zichzelf en alles, was nog vermeerderd, door de evenwel te laat gekomen bekentenis, dat zij in de zaak met Hoppe, door er zich bij neder te leggen, baar plicht verzaakt had. Nu was ook dat gebeurd en bet gevolg ervan was bij Melanie een groote moedeloos heid, een gevoel, als was zij niet meer waard televen, alsof het heel spoedig met haar zou afloopen, zoodat de arts al heel gauw luchts- veranderiDg, reizen enz. vcorschrijven moest. De bijzonderheden werden daarna besproken en door beide partijen werd het heerlijk ge noemd, dat Helbig en Cbristina thuis bleven. Het was te hopen, dat door een lange schei- dmg de grieven weder zouden worden ver geten en naar een gelukkig samenleven zou worden verlangd. Wanneer de familie zoo zijn afgereisd, zoo was men overeengekomen zouden Helbig en Christioa wederom in de stad gaan wonen. Zoo zal hij, dacht Mela nie, niet zonder bitterheid, ons gezelschap weinig missen. In het volgende oogenblik schaamde zij zich weder over deze jalouzie en deed zich de heftigste verwjjten. Zoo was de avond voor den morgen van vertrek aangebroken, en de beide meisjes zonden voor de laatste maal in dezelfde ka mer slapen. De tijd van te bed gaan, was altijd voor beiden het uur van vertrouwelij- ko mededeelingen. bekentenissen en onthul lingen, bet nur, waarin ondervonden smarten werden uitgeweend, toekomstbeelden werden besproken, waarin zij alles blootlegden, wat op jonge onbedorven meisjeszielen indruk kon maken. Dan bleef niets verborgen en zou raen in haar harten hebben kucnen lezen als in een opengeslagen boek. Dat alles was anders geworden, sedert den dag waarop Streichenberg eensklaps verdwe nen was. Sinds bet gesprek op bet meer, was de eerste schaduw op baar omgang met elkander gevallen, en was het ten duidelijk ste bewezen geworden, dat hunne hechte vriendschap zells den eersten storm niet bad kuDnen doorstaan;Christiua had aan hare ja loezie toegegeven, dat Thesi nog andere go den in baar bart had, behalve haar, kon zg niet vergeven en deze had deels uit schaam te, deels uit vrees voor ontdekking in baar hart verborgen gehouden, wat zij volgens haar beloite van vriendschap verplicht was geweest aan Cbristina te openbaren. Toen alles ontdekt werd, geloofde zij zich zelf door haar verraden zoodoende gingen zij in dezen droeven tijd zwijgend naast el kander, zonder wederkeerig troost te zoeken. En nu maakten zij zich klaar, zich dezen avond stil ter ruste te leggen. Zij waren teruggetrokken en slechts dan, wanneer de stilte ondragelijk werd, viel er een woord zonder beteekenis. „Hoe vroeg is het reeds donkert* zeide Thesi. „Wij zijn aan het einde van Angustns," antwoordde Cbristina. „Gij zult moeite ge noeg bebben, u op deze laDge avonden niet te vervelen." „Ach," zuchtte Thesi, en men wist niet of baar die lange avonden haar dit ach ont lokten, of de japon die zij onmogelijk in den reeds vollen koffer kon krijgen. „Zal ik u helpen?" vroeg Christina en trad op den koffer toe. Thesi draaide zich 1 om, en de haar te hnlp tredende omhelzen de, zeide zij bewogen„Och, gingt gij toch maar met ons." i Het was een van die hartelijke buien, die baar gesloten aard gebeel vreemd waren, wellicht haar oorzaak vindende in haar den keu aan de op handen zijnde scheiding. Iu Cbristina vood anders altijd een goed woord een goede plaats en snel was dan vergeten, wat haar gekrenkt had; maar zij stond nn nog zoo zeer onder den indruk, en bet kwam zoo onverwacht, dat zij niet anders dan verwonderd vroeg „Zoudt gij dat werkelijk willen Thesi was door deze vraag en nog meer door den toon, heel spoedig ont nuchterd. „Hebt gij daaraan getwij feld? Christina haalde de schonders op „Gij moet den rok vouwen, anders gaat hij er niet in. Ziet ge, zoo 1' Weder ontstond eene pauze. Thesi pakte nog verscheidene kleinigheden in haar kof fer, die zij gaarue mede wilde nemeo, on derwijl was Cristina naar het venster ge treden en had haar voorhoofd tegen de rui ten gedrukt, en zag den donkeren nacht in. „Ik dacht", begon Christina na een poos, „gij moest blijde zijn, zoo zonder mij te kunnen leven." Thesi leunde tegen het deksel van de koffer. „En waarom dat?" „Wel, omdat ik n een groot genoe- geo ontroofd heb. Wanneer ik er niet geweest was, hadt gij nog „Wat?" riep Thesi angstig, de bedoeling begrijpend. Christina echter bleef aan het veoster staan en somde op: „Kleine bloemen, klei ne blaadjes, strooit gij met lichte hand goede jonge lenteboden nu, zooals het verder is." Daarbij trommelde zij met hare vingers op de rniten, de maat van het vers aangevend. „Zoo, waart gij het dus werkelijk riep Thesi smartelijk aangedaan, en zette zich op een stoel voor haar bed neder en liet de banden in den schoot val len. Christina draaide zich om en zag haar verwonderd aan. „Kunt gij dat van mij gelooven, Thesi Ba Gij moest u schamen. En wanneer gij het niet waart, waarachtig ik zou u geen antwc-ïuV waardig keuren. Maar ik zal het 1 u zu;g«, niet door mij, door nw eigen vadc-ir ie de zaak uitgeko men; die heeft het 'zcaff^ezien, hoe gg in zijn kamer gekomen zijt, om afscheid te ne men van de vier wanden, die het hooge personage geherbergd hebben. Ziet ge, dat is het, dat mij zoo gekrenkt heeft, niet, om dat gij u hebt laten bepraten, maar omdat I gij geheimen voer mij hebt konnen hebben, daar wij elkander wederkeerig beloofd beb ben Zij kon niet voleindigen. Tbesi was tot baar gegaan en had baar de hand op den mond gelegd en zeide weemoedig„Ik schaamde mij zoo, en toch kon ik niet an ders. En ik ben genoeg gestraft. En wan neer het niet door n uitgekomen is „Wie heelt u dat toch in het hoofd ge praat viel Christioa haar weer in de re den. „Juffrouw Kleinholz zeide „Nu hoor na eeus aan 1* riep Cbristina en hare stem beefde„Moet dan die oude kat altijd mijn levensweg kruisen I En na zijt gij ten laatste nog jaloersch op mg ge worden en hebt geloofd, dat ik hem gelokt had, om hem n te ontnemen Maar be grijp dan toch wanoeer dat zoo was, dan had ik hem dien slap toch niet gegeven Nu, zooveel kan ik u zeggen, gevoeld moet hij dien hebben." Tbesi's gezicht kreeg een smartelijke uit drukking: „die arme mant* „Gg beklaagt hem Dog? Eigenlijk moest het n goed doen, dat ik u gewroken heb. Verheugd gij u daar dan niet over?' Daar vulden l'hesi's oogen zich met tra nen. Zij schudde het hoofd en zeide: „Hg kan bet toch Diet helpen, dat gij zooveel scboo- zijt dan ik." Christina lachtte luid; zij declameerde op luidden toon en overdreven armbewegingen: „O dat gij eeuwig groen mocht blijven, gij schoone tijd mijner joDge liefdel* Toen zij eveDwel bemerkte, dat Tbesi hartstochtelijk zat te schreien ging haar stemming ras in medelijden over. Zij omvatte het meisje en poogde haar tranen te drogen. Dan trok zy haar japon uit, maakte heur haar op,en trok baar schoenen uit En toen zij haar ophief om in bed neder te leggen, bemerkte zij, dat Thesi ODgemerkt een slank meisje ge worden was, dat geeuszins meer aan bet kiüd van vroeger herionerde. Maar ondanks dat, ondervond zij geen tegenstribbelen bij baar hnlp. Tbesi liet alles met zich doen eu drukte haar slechts, toen zij goed en wel onder de dekens lag, innig de band. Zoodoende was de baud opnieuw bezegeld. Christina echter lag nog wakker, toen Thesi reeds lang haar verdriet in den slaap ver geten had en kwelde zich met een goede verklaring voor het woord liefde te geven. Maar het gelukte haar niet, een zin te vin den, die het kon weergeven. „Wat een raar woordl Wat verschillend kan men zieh lief de voorstellen!* Daarna sliep ook zg in. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1