Zondag 20 Januari 1895.
39ste Jaargang No. 295S._
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL.
Bureau: §€H1C<B]V, Laan, I) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
De opmerking is gemaakt, en zij schijnt
oppervlakkig niet zonder grond, dat de
door het Bestuur der Liberale Unie in
overweging gegeven punten voor de samen
stelling van een nieuw programma,
een zoo grooten omvang hebben en voor
veel te langen tijd arbeid zouden ver
schaffen. Bij eenigszins nadere overwe
ging moet men die bedenking, zoo zij
in ernst gemeend is, wel laten vervallen.
Ja, als men met den tot dusver gebe-
zigden tred voortgaat, dan heeft men
aan dat programma voor meer dan een
eeuw werks genoeg. Maar als de wet
gevende macht langzaam, uiterst lang
zaam voortschrijdt, gaat de tijd met zijn
steeds nieuwe eischen en behoeften niet
even traag vooruit, en de vraag, waarop
het aankomt, is dus nietof er voor
de wetgevenden macht te veel te doen
is, maar wel vooral of er voor
de behoeften in Staat en Maatschappij
te veel gevraagd wordt, en dat zal wel
niemand beweren. Hoe men over de
onderwerpen, die in den brief van het
Unie-bestuur vermeld staan, zelf [denken
moge, laten wij in het midden, maar
dat iemand de noodzakelijkheid eener
opzettelijke overweging en beslissing zou
willen ontkennen, kunnen wij niet aan
nemen.
Binnenlandsch Nieuws.
E)e Heer lamberts te Winkel.
Mr. A. P. de Lange, zal Dins
dag 22 Jan. optreden te ZUIDSCHAR-
WOUDE, in de openb. verg. der kies-
vereen. „Vrijheid."
Alismm lïitiij-,
Mmtsitit- Laiiim
Maar bovendien en vooral, omdat de
arbeid der wetgevende macht in de verste
verte geen gelijken tred houdt met het
op elk gebied toenemen der behoeften
waarin voorziening noodig is, en der
eischen, op welke vervulling met recht
wordt aangedrongen staat op den
voorgrond een wijziging van het kies
recht. Daardoor hoopt men een volks
vertegenwoordiging te bekomen, die meer
spoed weet te maken met het nemen
der maatregelen op maatschappelijk ge
bied die terecht het leeuwenaandeel heb
ben verkregen in de ontwikkelirg der
denkbeelden van het bestuur der Libe
rale Unie, dat daarmede getoond heeft
een open oog te hebben voor de meest
dringende behoeften van onzen tijd, voor
de roeping eener waarlijk liberale partij.
Als
men een voorbeeld noodig heeft
om aan te toonen, dat inderdaad een
andere koers gevolgd moet worden op
maatschappelijk gebied, dan wordt ons
dit geleverd in het vraagstuk der werk
liedenverzekering. De tegenwoordige Re
geering wenscht een staats-lij (rentenbank
op te richten. Niet zonder bevreemding
hebben wij dit een stap in de goede
richting hooren noemen. Het is een
stap in de verkeerde richting voor hen,
die de staatsbemoeiing binnen de engst
mogelijke grenzen willen beperken, want
de gelegenheid om zich lijfrenten te ver
zekeren, wordt door bijzondere maat
schappijen en instellingen in overvloed
aangeboden. Dat die maatschappijen en
instellingen aan de verplichtingen, die
zij op zich namen, zullen voldoen, daar
voor vindt men voldoenden waarborg in
de omstandigheid, dat het vertrouwen
van het publiek een onmisbare voor
waarde is voor haar bestaan en voor
de uitbreiding van haar werkkring Yan
den anderen kant zijn die maatschap
pijen en instellingen door haar eigen
belang genoodzaakt, krachtige pogingen
aan te wenden om den kring barer deel
nemers uit te breiden en daartoe niet
alleen aanhoudend werkzaam te zijn,
maar ook evenzeer verplicht om zich
zoo veel en zoo spoedig mogelijk te
richten naar de eischen en behoeften
van het publiek. Terwijl de ambtenaar
van den Staat rustig zal afwachten, tot
belanghebbenden zich bij hem aanmelden,
zal de agent eener bijzondere maatschappij
ze opsporen, en hun, die er geen belang
bij meenen te hebben, hnn belang doen
inzien en kennen. Dat het pensioen
fonds voor den N ederlandschen werkman
|tot dusver zoo weinig bijval vond, moet
o.i. voornamelijk hieraan geweten worden,
dat niemand persoonlijk belang heeft
bij de uitbreiding van het aantal
verzekerden. Voorts zal de Staat
op dit gebied slechts nieuwe vormen,
,nieuwe combinaties in het leven roepen,
Jals hij door de openbare meening daartoe
genoopt ia. De bijzondere maatschappij laste vallen, en een andere talrijke groep
of instelling zal, in haar eigen belang, van personen hetzelfde lot deelachtig
voor nieuwe behoeften nieuwe voorzie- wordt, omdat hun kostwinner stierf, zon
ningen scheppen, en dus steeds sneller der hun eenige hulpmiddelen tot het
en beter aan de eischen van de maat- winnen van hun brood na te laten,
schappelijke behoeften voldoen.
Er is meer. Er is niet alleen behoef-
Yoor hen daarentegen, die meenen, te aan dringende voorschriften, ook aan
dat in het belang van den Werkenden hulp. Slechts wanneer de Staat alles doet,
Stand de Staat handelend moet optreden,
wordt door het oprichten eener staats-
lijfrentebank niet voorzien in datgene,
wat in de allereerste en voornaamste
plaats voorziening eischt.
Wat is dit Niet om de gelegenheid
te openen, zoodanige verzekeringen te
sluiten, maar om te verkrijgen, dat zij
gesloten worden. Wat is hiertegen het
voornaamste bezwaar Ditdat men in
het onzekere is, wie daarvan de lasten
moet dragen.
Er zijn er, die beweren, dat de Staat
verplicht is dien last te dragen.
is die overbodig omdat de Staat alles doet.
Doch bij elke andere combinatie doet zich
het bezwaar gevoelen, dat voor de bejaarde
werklieden de premies te hoog zijn. Moet
men nu aan die oude menschen of aan
hun werkgevers of aan beiden zoo zware
lasten opleggen, Of moet men hen van
de voordeelen der verzekering uitsluiten
Het eene noch het andere komt ons aan
nemelijk voor, maar is slechts te vermij
den, als de Staat aan het verzekerings
fonds een bijdrage schenkt, die toelaat,
ook aan oudere menschen de pensioenen
of uitkeeringen te verschaffen, al hebben
Èr zijn er, die meenen, dat de werk- j zij daartoe niet voldoende premies betaald
gever daartoe verplicht is.
Er zijn er, die den werkman zeiven
den last willen doen dragen.
Er zijn er eindelijk, die de lasten over
de drie, of over de twee laatsten ver-
deelen willen.
Welk dier stelsels de vo irkeur zou
verdienen, wenschen wij nu buiten be
schouwing te laten. Wij wenschen al
leen aan te toonen, dat bij ieder daarvan
het optreden van den Staat noodig is,
niet tot het geven eener gelegenheid om
verzekeringen te sluiten, maar om te be
palen, dat zij gesloten moeten worden
en wie de kosten bo'alon moet.
Wanneer de Staat geheel of ten deele
met de kosten belast zou worden, is
daaromtrent alle betoog overbodig. Het
gebiedt zich alsdan vanzelf.
Worden de werkgevers in de zaak be
trokken, dan zal men bij velen een zeer
gewenschte medewerking vinden. Reeds
nu toch verzekeren vele werkgevers hun
personeelhetzij tegen ongelukken en
ziekte, hetzij bij ouden dag of overlijden.
Waarom doen allen dit niet P
Yoor een deel natuurlijk uit zelfzucht,
maar voor een ander deel toch ook uit
de zeer verklaarbare oorzaakdat zij
daardoor in ongunstiger verhouding komen
tegenover hunne mededingers.
Als A. de premies betaalt voor de
verzekering van zijn personeel, en B.
niet, dan zal B. of tegen lager prijzen
kunnen werken of leveren öf wel aan
zijn personeel hooger loon kunnen geven,
en in beide gevallen tegenover A bij
den scherpen wedijver in alle vakken
het voordeel aan zijne zijde hebben.
Wordt aan allen een gelijke verplichting
opgelegd, dan staan allen in dit opzicht
gelijk, en dan zal, wij zijn daarvan zeker,
geen enkele werkgever bezwaar hebben
tegen een maatregel, die hem ontheft van
de noodzakelijkheid om in verschillende
omstandigheden ten zijnen eigen kosten
de helpende hand uit te steken, of
onbarmhartig zijn werklieden aan hun
lot over te laten.
De daardoor aan de schatkist te stellen
eischen zullen dus van tijdelijken aard
zijn, omdat, als de verzekering algemeen
verplichtend wordt gesteld, de bejaarde
werklieden allengs afsterven en de nieuw
aankomenden allen moeten verzekerd
worden.
Dit, niet de noodzakelijkheid van het
openen der gelegenheid tot verzekering,
zou de wenschelijkheid kunnen bepalen
van staatsverzekeringsbanken of van een
door den Staat gesteunde instelling.
Wij zouden aan een staatsinstelling de
voorkeur geven en wel om deze reden
er bestaat nog geen voldoende statistiek
voor de premieberekening. Daaruit volgt,
dat de tarieven naar den regel, dat
men het zokere voor het onzekere moet
nemen waarschijnlijk te hoog zullen
zijn. Is dit het geval, dan is van den
Staat meer dan van eenige bijzondere
maatschappij verlaging der tarieven te
verwachten, en in de tweede plaats leve
ren die nu te hooge tarieven, waar
aan de Staat zich voorloopig wel zal
moeten houden eenige tegemoetkoming
tegenover den steun, dien de Staat voor
de bejaarde verzekerden o. i. verleenen
moet.
De sociëteit „Ons Genoegen" te Winkel,
die gedurende den winter steeds haren leden
cn ook niet-leden een nuttigen en aangena-
mon avond verschaft, had voor den 13den
Januari daarvoor uitgeooodigd den beroem
den declamator den heer P. H. Lamberts Jr.
van Amsterdam.
Te acht nnr ongeveer opende de Voor
zitter der sociëteit, de heer Abr. Sloos, met
een hartelijk welkom aan de aanwezigen,
waaronder ook van andere plaatsen, de bij
eenkomst en gaf het woord aan den heer
Lamberts, die de rij zijner voordrachten
opende met een gedicht van Franjois Coppé,
„Een nacht in 1870." Onder adt-mlooze stilte
cn vol bewondering werd naar de voordracht
I van dit aandoenljjk gedicht geluisterd, want
meesterlijk was de wijze, waarop de spreker
Maar gesteld nu, dat men den werk- ^en gemoedstoestand der heldin van 't ver
man de premies voor zijn verzekeringen daa'i d'e ®en gewonden Beierschen officier,
wil laten betalen. Dan is Staats-tusschen- dfn h"®11 beminde, ver
pleegde, weergaf.
De hoofdschotel van den avond was bet
komst noodig om de verplichting daar
toe in de wet
ders niets van
op te nemen, daar er an-
komt. De werkman zal
tweede stuk
De oude Admiraal
i wo v/uue aumiii... en zgne omgeving,
in zijn jonge jaren wel een bijdrage be- aanschouwelijk voorgesteld. En wat stuk, èn
talen aan een ziekenfondsbij eenige wat voordracht aangaat, het publiek heeft
uitbreiding van dit stelsel zich misschien ervan genoten, zooals maar zelden op 't
ook aansluiten bij een verzekering tegen platteland geschiedt. We zagen eu we hoor-
ongelukkenmaar om zich voor den
ouden dag en bij overlijden te verzeke
ren, daaraan
denkt hij niet. Dat is nog
zoo ver weg. En het leven geeft zooveel
te genieten en zijn middelen om
daarvan partij te trekken, zijn zoo be
perkt En als de dagen komen, dat hij
wel daaraan denkt, dan zijn inmiddels
de premies te hoog geworden. Niet voor
een begrafenisfonds, waarvan in den re
gel ieder werkman lid wordt, maar wel
voor een uitkeering bij overlijden, die de
overblij venden in staat stelt in hun onder
houd te voorzien wel voor een pensioen,
dat hem in staat stelt, als hij niet meer
werken kan. zich zelf te verzorgen.
Daarom moet de Staat hier een voor
allen geldend voorschrift gevenniet
alleen, hoewel ook, in het belang der
werklieden ze'f, maar vooral ook in het
algemeen belang, omdat daardoor voor
komen wordt, dat een groot aantal per
sonen op hun ouden dag verarmen, en
daardoor der openbare liefdadigheid ten
den de verschillende personen voor ons
we zagen en hoorden den gemoedelijken,
godvruchtigen admiraalden kindervriend,
den weldoener, den vijand van femelarij, den
rondborstigen oud-zeeman. We zagen en
hcorden hem in droevige en in vroolyke
cogenblikken, maar altijd als den liefheb
benden, goeden en edelen zeeman. We kon
den het ons voorstellen, dat zoo'n man zich
ongeschikt achtte om, kort en bondig als hij
in zijne uitdrukkingen was, lid van den Raad
ia zijne gemeente te zijn en naar ellenlange
nietszeggende redevoeringen van sommige
medeleden te luisteren.
En de bootsman en zuster Barbara en de
andere personen, die ten tooneele gevoerd
werden
Laat ons volstaan met te zeggenDe
oude Admiraal en zijne omgeving is een
stuk, dat verdient gelezen en herlezen te
worden; maar wie in de gelegenheid is bet
den beer Lamberts te hooren voordragen,
verzuime niet daarvan gebruik te maken.
Dat de spreker ook in bet voordragen van
luimige stukken uitmunt, bewees hij door de
voordrachten, die nn volgden. 1. De drie
reizigers, die in eene dorpsherberg, waar
maar ééne legerstede disponibel was, wilden
logeeren en die ieder voor zich begeerden.
Het was een moeielijk geval voor de drie
beeren, doch toen de eerste, die rechter was,
mededeelde, dat hij meer dan 30 jaren als
rechter gezeten, de tweede, een officier,
hoe lang hij vorst en vaderland gediend en
waar hij gelegen had en de derde, een
predikant, dat bij 40 jaren in den dienst
des Heeren had gestaan, zeide de waard,
dat de legerstede den laatste toekwam, want
na 40 jaren gestaan te hebben, mocht hij
wel eens rustig liggen.
2. De drie vriendinnetjes, zwart, bruin
en blond, die van eene schoone, maar te
schoone toekomst droomden en ten slotte
bedrogen nitkwamen.
3. Het verhaal van oom Jan, waarin deze
van oom Pothot en tante Pothof, van vroed
schap van Putten, den apotheker, vertelt;
hoe Van Putten en oom Pothof als echte
patriotten, maar als onechte ruiters met ver
roeste sabels tegen de prinsgezinden ten
strijde trekken en boe ten slotte oom Pothof
Annemie van Putten tante Pothof maakt
en universeel erfgenaam wordt van Van
Putten's apotheek; het was een genot dit
alles door den heer Lamberts te zien voor
gesteld.
En hiermede was hij aan het einde zijner
voordrachten.
De Voorzitter zeide: „Wij hebben een
recht genoeglijkenprettigen en schoonen
avond gehad en dat hebben we, Mijnheer
Lambertus, aan U te danken. Onze ver
wachting was hooggespannen, maar gij hebt
die nog overschreden."
Hierna gaf hij als den wensch van de
leden der sociëteit te keDnenden beer
Lamberts nog menigmaal als spreker in bun
midden te zien optreden. En toen do voorzitter
vroeg nog iets te willen geven,met de verzeke
ring, dat hij dan de vergadering zou sluiten,
was de heer Lamberts terstond bereid en gaf
nog te hooren de Eerste lokkemetief, Mieke,
wat scheelt U eu „hoe sommige juffrouwen
praten.
De beide eerste waren in het Over-
betuwsch, dat de spreker zoo onberispelijk
voordroeg, dat een Gelderschmac zou zeggen
Heere mien tied, 't is of die mienheer al
zien léven ien de Bètuw geweund het, zoo
mooi duut ie 't.
Bijde wekelijksche Thee
Thomson's verloting is op Woensdag 16 Jan.
'95 de prijs van 25. ten deel gevallen
aan Mej. B. van den BrandDanielstolper-
straat 45 huis, Amsterdam. De premie van
5 Kilo Thee aan de Winkelierster Mej.
A. M. Gramer Danielstolperstraat 47 al
daar.
Verslag van de vergade-
ring van den Raad der gemeente AN
NA PAULOWNA, gehouden op dinsdag
15 Januari 1895, des morgens te 10 ure.
Tegenwoordig alle leden.
De beer Th. J. Waller opent de ver
gadering en deelt den heeren raadsleden
mede, dat de heer Jelles verlof heeft, voor
familie—omstandigheden een reis te doen
naar Friesland.
Vervolgens worden de notulen gelezen
en goedgekeurd.
Het kohier van den Hoofd, omslag,
dienst 1894, loopende tot een bedrag vau
f 178,53 werd na eenige discussie met 6
tegen één stem, die van den heer Foreest,
aangenomen.
Wordt vastgesteld het Suppl. Hondenbe-
van een bedrag van f 18.
Wordt door de heer Ih.J. Waller mede-
deeling gedaw, dat na dc aangebrachte wij
zingen, de gemeente-begrooting voor 1895
door Ged. Staten is goedgekeurd.
De heer Geerligs vraagt bij de alge-
meene rondvraag, of bij dc politie—veror
dening niet bepaald is, dat de ingezetenen
zand moeten strooien, voor de door hen
bewoonde perceelen.Hetgeen door den Voor
zitter ontkennend wordt beantwoord.
De heer Geerligs zou zulks toch zeer
wenschelijk vinden, daar de wegen op som
mige punten zoo goed als onbegaanbaar
zijn.
De voorzitter vindt znlks ondoenlijk,
daar de pla tsen waar geen huize staan dan
tcch even goed onbegaanbaar zouden blijven.
Ed bovendien, het is nergens, in geen enke
le verordening opgenomen.
De heer Schenk zou het goed oordeelen
zulks beleefd aan de ingezetenen te laten
verzoeken, waarmede de heer Waller het
eens is, ofschoon hij daar weinig resul
taat van verwacht.
De heer v. Wijk vestigt de aandacht
van den Raad op het feit, dat de werkeloo-
zen,die door de werkverschaffing van arbeid
worden voorzien, weldra zonder arbeid zul
len zijn, daar er niets meer te verrichten
valt.
De hetr Ih. J. Waller zegt zulks zeer
te betreuren, maar het is niet de taak der
gemeente, om daarin te voorzien.
De heer v. Wijk verzekert, dat hem
zulks bekend was, maar hij wilde er nog-
thans de aandacht op vestigen.
De heer Schenk zegt, dat Woensdag een
vergadering van het Armbestuur zal wor
den gehouden, wellicht dat bij dat eolle-
ge hulp gevonden kan worden voor dit
doel.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Bij deopDinsd-agte ZIJPE
gehouden verkiezing voor een lid van den
Raad, vacature Kruijer, is gekozen, den
heer G. Vrijburg, met 119 stemmen.
Nog waren uitgebracht, op de h.h.J.
Jz. de Wit 38 en A. Kruijer 11 stemmen.
Ter
zeewering te
een gedeelte
zwaard.
Het werk,
versterking van de
CALLANTSOOG zal aldaar
duin eerstdaags worden ver
waarvan
de
kosten geraamd
waren op f 675. is aanbesteed.
De laagste inschrijver was de heer J. Ol-
denburg te Bergen, voor de som van ƒ658.-
Te CALLANTSOOG is uit
zee aangespoeld een vat hars, een paar
stukken hars, alsmede eenig nieuw hout, ge
merkt J. A. 8.
Een onverwachte Kerst-
misvreugde viel eene familie te LINDEN
ten deel. Een sedert eenige jaren doofstom
meisje van 7 jaren werd door de ontvan
gen Kerstmisgesehenken zoo innig verheugd,
dat het plotseling de spraak terugkreeg.
Ook het gehoor was tegelijkertijd terugge
keerd. Men kan zich de vreugde der ou
ders voorstellen.
Een gehuwde vrouw te
ROTTERDAM, 25 jaar oud, wilde Zon
dagmiddag in haar woning een kooltje
vuur uit de kachel halen. De vrouw droeg
een japon, die zij dikwijls aan had, Wan
neer zij haar man, een petroleum venter, in
het pakhuis hielp. Het vuur kwam in
aanraking met die japon, waar
door het kleedingstuk terstond in volle
vlam stond en de vrouw zulke hevige
brandwonden bekwam, dat zij des avonds
in het Ziekenhuis, waarheen zij terstond
gebracht was, aan de gevolgen is overleden.
Lazen we eenigentijdge-
leden in het N. v. d. Dag, eene beschrijving
van het Binnengasthuis te AMSTERDAM en
de behandeling der patiënten aldaar, zagen
we daarin een oud verpleegde zijue dank
baarheid over de door hem ondervonden
behandeling uitdrukken, verleden zaterdag
is eeue patiënte, Mej. Brugman te LUTJE
WINKEL, na een verblijf van 51 dagen uit
het gasthuis genezen in hare woning te
ruggekeerd. Zagen velen, die haar kenden,
de hooggeachte vrouw henen gaan, niet
lang na haar vertrek kwam het voor de
familie en kenissen verblijdend btricht, dat
de operatie met uitstekend gevolg had
plaats gehad. Geen wonder, dat de gene-
zene met dankbaarheid terug denkt aan de
liefderijke verpleging in het gasthuis onder
vonden en dat zij ieder, die door operatie als
anderszins kan gered worden, zal aanraden,
zich in het Binnengasthuis te laten opne
men. Een woord van lotjkomt in dezen ook
toe aan Lr. W. Melchior te Winkel, op
wiens aanraden en door wiens welwillende
bemoeiingen zij er toe overgegaan is, zich
naar Amsterdam te begeven.
Toenemende armoede.
Steeds wordt geklaagd over de toene
mende armoede en niet miuder klagen de
gemeentebesturen over de steeds hooger
stijgende kosten van het armwezen, die
voor een goed deel de inkomsten verslinden.
En dat die klachten niet overdreven zijn
of ten onrechte worden geslaakt, blijkt hier
uit, dat volgens de N. G. Ct.
de over 1893 gesloten en dezer
dagen door Gedep. Staten van Gronin
gen goedgekeurde gemeenterekeningen, de
kosten van het armwezen in dat jaar
(alleen aan subsidiën aan de verschillende
armbesturen) bedragen hebben een som
van f 367,274, terwijl die in 1887 bedroegen
f 235,608, alzoo in slechts zesjaren tijds
een vermeerdering van f 141,666.
Een inhalig heer.
Een vermogend ingezetene te KRALIN
GEN, is eigenaar van een Villa aan de
Plas, een uitgestrekt water, dat 's winters
een groote aantrekkelijkheid voor schaat-