1!
i6- k L
dl
Dondercla? 31 Januari 1895
39ste Jaargang ïfo. 2959.
De Eene.
KORPS MARINIERS.
Binnenlandscli Nieuws.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL
fiüureau: SCHAGSvUT, liaan, 3) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.26iedere regel meer 5ct
Groote 'letters worden naar plaatsruimte berekend.
ROMAN
van
gewesten verblijf houdt.
Tot belooning van langdurigen,
trouwen en eerlijken dienst
zijn chrevrons en m e d a i 11 es in
gesteld, waaraan geldel ij ke toela
gen verbonden zijn, en krijgt men, wan
neer men blijft doordienen, aan
spraak op Pensioen.
AMSTERDAM, October 1894
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen,
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter
kennis van de ingezetenen dier gemeente,
dat het kohier der grondbelasting op
de gebouwde— en ongebouwde eigendom
men over het dienstjaar 1895 op 21 dezer
door den Heer directeur der directe Belas
tingen enz. te Amsterdam is executoir ver
klaard en op heden aan deu Heer Ont
vanger der directe belastingen binnen deze
gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daatbij belang
heelt, wordt alzoo vermaand op de voldoe
ning van zijnen aanslag beboorhjs achtte
geven, ten einde alle gerechtelijke vervol
gingen, welke nit nalatigheid zouden voort
vloeien, te ontgaan.
Schagen, den 23 Januari 1395.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
S. BEKMAN.
Tot nadere aankondiging kunnen bij
het Korps Mariniers als V r ij w i 11 i-
ger in dienst treden, op de onderstaan
de voorwaarden, ongehuwde per
sonen van een goed gedrag, die
lust hebben hun land aan den wal
en aan boord te dienen, en wat
van de wereld willen zien.
VOO» WA A K O KW
I. Personen boven de 19 doch be
neden de 34 jaren oud, ontvangen
een Handgeld van f140.—
II. Personen boven de 18 doch be
neden de 19 jaren oud, ontvangen
een Handgeld vanf 120.
FEUILLETON.
Georg Bemller.
21.
Wat Streichenberg in de zaal aanschouw
de, interresseerde hem verduiveld weinig.
Wat voor belang zou hij stellen in al die
schoone koopvrouwen, waarvan hij er toch
geene kende. En al die onnutte zaken, die
er verkocht werden, schenen hem niet der
moeite w»«rd, om voor te blijven stilstaan
en ze te bezichtigen. Wat natte hem al de
ze kleinigheden, die hij toch in zijn en-
zaam leven niet gebruiken kon? Zijn arbeid
en niets anders dan zijn arbeid, was het
eenige waar hij voor leefde en reeds was
bij van plan terug te keeren, toen hem de
wenscb van den minister inviel, om het ro-
zenpaviljoen te gaan zien. „Dat moet ge in
alle gevallen gaan bezoeken," had de mi
nister gezegd. Bij zon daarom daar zijue iu-
koopen doen 1 Hij weet eigenlijk wel nie
mand, wie bij die bloemen schenken kon, maar
hij moest toch iets koopen En bloemen ver
welken toch immers spoedig, zooals al het an
dere wat schoon is 1
Door dergelijke gedachte bezig gehonden,
schreed hij voorwaarts en zag nauwelijks
om zich heen. De bezoekers hadden zich
voor een groot deel reeds verwijderd, zoo
dat er nu en dan slechts een eDkele wan
delaar hem tegenkwam, en die hem vol
strekt niet nit zijne droomerijen wekte. Een
heerlijke genr doet eensklaps zijne zenuwen
wonderlijk aan, en noopt hem plotseling op
te zien en daar staat hij nu vlak voor het
bloemen-wonder. Bij kan evenwel niet da
delijk zijn inkoopen doen, -want de jonge
dame staat met den rug naar hem toege
keerd en vult hare korven met een nieuwen
voorraad bloemen.
Zoodoende staat Streichenberg een oogen
blik alles in oogcnschonw te nemen. Daar
draait zij zich om, zeif aan een roos gelijk
en als zg hem ontwaart, blijft zij met boog
rood gelaat staan, en de woorden bester
ven haar in den mond.
Eerst na geruimeu tijd, was bij zichzelf
e er zoo meester, dat hij zeggen kon:
•^^wist niet, dat ik u hier aantreffen
III. Wanneer men vroeger goed ge
diend heeft bij een der
Korpsen van het Leger of van de
Marine, kan men bovendien op een
leettijd boven de 34 jaren worden
aangenomen, en ontvangt men
dan voor ieder jaar, dat tot het
volbrengen van het 40e levens
jaar nog verloopen moet, */4 van
f 140.— als Handgeld.
IV. Jongelingen boven de 17 doch be
neden de 18 jaren oud, ontvangen
een Handgeld van f 100.—
V. Jongelingen boven de 16 doch be
neden de 17 jaren oud, ontvangen
een Handgeld van f 80.—
Men verbindt zich voor 6 jaren
wanneer men ouder dan 18 jaren
js en voor 8 jaren wanneer men den
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt. De lengte moet minstens 1,56 M.
ijn.
Over te leggen bewijsstukken:
1. Extract Geboorte-register.
2. Bewijs van goed gedrag vanaf het
12e levensjaar, af te geven door den
Burgemeester.
Zij die vroeger gediend hebben en met-
langer dan 3 maanden den dienst ver
laten hebben, kunnen in plaats van
dit Bewijs, hun paspoort vertoonen.
3. Bewijs van voldoening aan. de Wet
op de Nationale Militie (zoo noodig),
4. Bevolkingskaart.
5. Miliciens met groot verlofbovendien
hun verlofpas.
6. Minderjarigenbovendien een gelega
liseerd bewijs van toestemming om
bij het Korps Mariniers in dienst te
te treden, afgegeven door dengene die
het ouderlijk gezag uitoefent.
N.B. Deze bewijsstukken wor
den voor den Militairen Dienst
ten Raadhuize kosteloos opgemaakt.
Waar men zich tot dienstneming
aanmeldt.
Indien er garnizoen in de
plaats is, dan kan men zich tot dienstne
ming aanmelden op het Garnizoens
bureau, aan alle Kazernes en bij
Hoe klopte haar bet harte, zij voelde bet
bonzen van bare slapen. «Ook ik ver
wachtte u hier niet," was haar wederant
woord.
„Dat geloof ik wel, anders hadt gij mij
op mijn smeekbeden wel autwoord gestuurd."
Zij herademde, nu was er tenminste een
reden om hot gesprek door te zetten. „Op
uwe smeekbede zeide zij, en zag hem
verwonderd aan. „Ik wist niet dat gij mij
iets verzocht hadt."
„Heeft juffrouw Lehrs u dan niet
Aan haar open oog zag hij, dat zij eer
lijk van niets wist en nn vatte bij moed,
om zelf datgene te zeggen, wat hij anderen
had willen opdragen te doen, en schuw om
zich ziende, of zij niet beluisterd werden,
boog bij zich tot haar over en sprak op
haastigen en hartstochtolijken toon
„Juffrouw Cbristina, hetgeen ik gedaan
beb, is niet geweest, een gebrek aan eer
bied jegens u. Ik wilde u niet beleedtgen,
het was een grootseh gevoel, dat mij aldus
deed bandelen. Ik was mijzelf op bet oogen-
blik geen meester meer, dat allesoverheer-
scbende gevoel werd mij te sterk, en bet
beheerse'nt mij nog, en beeft mij nog geen
oogenblik verlaten en zal mij," dat
sprak bij nog zachter, als een ademtocht,
„nooit, nooit, mijn g8heele leven lang niet
verlaten 1"
Zij zag om zich of nergens hulp kwam
opdageo. Hij greep hare band. Zij duride
zicb niet verroeren, om geen opzien te wek
ken. „Laat mij," zeide zij met angstige en
gedempte stem„bedenk toch, waar wij
zijn
„Niet eerder," antwoordde hij snel, „tot gij
mij toestaat, u te komen bezoeken en n te zeg
gen
„Mijn God," riep zij nit, „durft gij dat
nog van mij verlangen na al wat voorge
vallen is 1"
Zij deed een schrede voorwaarts alsof zij
zich wilde losrakken, en bet prieel uit-
suellen. Hij trad haar echter in den
weg-
„Wanneer ik u dan toch zeg, dat ik zon
der u Hij werd door de stem van Eli-
sabeth Hoppe in de rede gevallen, die ach
ter hem stond."
„Zijt gij daar, dokter 1 En zulk belangrgk
bezoek bebt gij, Cbristina? Dat verheugt
mij werkelijk, dat tk nu juist terugkeereu
moest. Ik ben zoo juist van de andereu ge
scheiden, daar bet voor mij meer dan tijd
is naar huis te gaan. Overigens, uw rader
is in goed gezelschap, Hij laat mevrouw
Neumann alle mogelijke bijzonderheden van
de fantj-fair zitn. Daarbij ben ik geheel
elk militair. Indien er geen gar
nizoen in de plaats is, dan moet men
zich naar het Raadhuis begeven,
waar men de noodige inlichtingen kan
verkrijgen, hoe men verder heeft te han
delen.
De personen die geneeskundig
geschikt zijn bevonden, worden op
Kosten van het Rijk door de
Garnixoens-Gommandanten naar A m-
sterdam gezonden,en keeren insgelijks
op 's Rijks kosten terug, indien zij
aldaar afgekeurd mochten worden.
DE AANBREN G-P R E MIE be
draagt
f 15.- voor personen van 18-40 j, oud.
flO.—
f 5.-
17-18
16-17
De Mariniers zijn in garnizoen te
Amsterdam, te Rotterdam
of te Willemsoord, [gemeente hel
der) en dienen bij afwisseling
aan boord van alle soorten van
Schepen en Vaartuigen van Oorlog.
Hij die in dienst komt met het ern
stige plan om een flink en braaf
militair te worden, kan verzekerd
zijn, dat het hem bij het Korps Mari
niers goed zal gaan.
Men komt in dienst als Marinier 3e
klasse en kan al spoedig bevorderd
worden tot Marinier 2e klassedaarna
wordt men Marinier le klasse, indien
men zich slechts goed gedraagt,
geschikt en bekwaam is. Bovendien
heeft men de gelegenheid om Korporaal
Sergeant of Fourier, Sergeant-Majoor en
Adjudant-Onderofficier te worden.
Na 2 jaren dienst krijgt 'men bij
goed gedrag een Certificaat, waar
aan het recht verbonden is om op de
jas een Koninklijke Kroon te mogen
dragen, en waarvoor een geldelijke toe
lage wordt gegeven. Verder kan men
zich toelagen verzekeren door zich t e
bekwamen in het Schieten
zoowel met het geweer als met ge
schut. Bij verblijf aan boord wordt
een hoogere Soldij getrokken,
die op nieuw verhoogd wordt
wanneer het schip in de overzeesche
overbodig." Zij zeide dit alles op onbevan
gen toon, zonder haar doelChrisiina van
Streichenberg te vorlossen, te laten bemer
ken.
Christina antwoordde nietshaar gingen
alleen wondorlijke gedachten door het hoofd.
Streichenberg had zich echter fluks her
steld. „Wij twisten om een bloem. Maar do
juffrouw is niet te vermurwen. Zij is onver
biddelijk wat de prijs harer rozen betreft.
Mijne schoonste woorden vinden toch geen
geboor."
Elisabeth doorzag hem evenwel gi heel en
al. „Door Helbig was zij van ae geheele
zaak op de hoogte gebracht, en begreep
dus nu miar al te duidelijk dat het bier om
meer dan een roos handelde.
„Betaal maar, waarde dokter," zeide zij
en zag hem guitig aan. Een oud koop-
raanswoord luidt: „Koopen is later berouw
krijgen 1 Zoo raad ik u aanBetaal en ver
geet 1 Dat is het wijste, leder zal het eenmaal
ondervinden."
Streichenberg had deze vrouw kunnen
vermorzelen, omdat zjj juist gekomen was
op het beslissende oogenblik. Want bij wist,
dat bij weder in genade was aangenomen
geworden hij had bet gezien aan de oogen
van Christina, die wel angstig, maar niet
minachtend en toornig hem hadden aange
zien, zooais voorheen op de buitenplaats. En
nu moest bij haar toch verlaten.
„Geel mij dan toch de roos, die gij voor
de mooiste houdt," zeide hij met bevende
stem, terwijl hij een goudstuk in de schaal
wierp.
Cbristina was lang in tweestrijd, wat zij
doen zon. Toen nam zij echter een roos,
en gaf hein die, zonder een woord te spre
ken.
Elisabeth zette baar werk voort: „Wees
zoo goed, beer dokter, en breng mg een
eindwecgs wegHet is zoo verbazend ver
velend alleen te gaan 1"
Hij bcog en liep nevens haar de zaal
uit.
Christina verborg haar gloeiend gelaat in
de rozen. Hoe verrukkelijk en verheflend,
deed haar die geur aan, en zij wekte ver
langens in haar ziel op.
Eerst de nadering van nieuwe bezoe
kers, deed baar weder tot ziebzelf ko
men.
„Dat was vandaag een dag van triomf voor
u» gÜ j°Dg kind-''
Nu was ook de tweede dag voorbjj.
Eerst laat in den nacht waren Christina
en Helbig thuisgekomen.
„Goeden nacht, kind!" had Helbig ge-
Tengevolge der vacature ontstaan door
het bedanken van den heer Jb. Kooij
heeft het Bestuur van den Polder W1E-
RINGERWAARD, den heer K. A.
Schenk no. 1 geplaatst op de voordracht
tot heemraad.
In de op dinsdag 12 Pebr.
te houden vergad. der Afdeeling WIE-
BINGERWAARD der Holl. M.ij. van
Landbouw, zal door den heer Dr. L. Mul
der, uit Haarlem, een voordracht worden
gehoudeD, over bewerking en bemesting
van grond, mestbewaring, hulpmeststoffen
enz.
Dr. Schaepman als publi
cist.
Volgens de //Maasbode® zou dr. Schaep
man weldra ophouden medewerker aan
het //Centrum" te zijn. Er zal een nieuw
en eigen orgaan van dr, Schaepman ver
schijnen, dat elke week of tweemaal in de
maand uitkomt in het formaat van de
„Staatkundige brieven'' van mr. Van Hou
ten.
Te WINSSEN, gemeente Ewijk, heeft
een jonkman, 's avonds laat in opgewon
den toestand thuis komende, zijn revol
ver ter hand genomen. Daarmede allerlei
kunsten uitvoerende, ging een schot af en
trof een aan tafel bezig zijnde naaister in
het hoofd. Er bestaat katis op levensbehoud.
Door sommigen wordt nog getwijfeld,
of hier slechts aan een ongeluk te denken
is.
zegd. „Gij bebt u uits'ekend van nw taak
gekweten." Vervolgens was zij hare kamer
binnengetreden, bad de denr gesloten en las
nn ongestoord, don brief dien zij den geheelen
dag angstig in haar zak verborgen bad ge
houden. Onder de mand met gele rozen had
zij hem gevonden, toen zjj de bloemen aan
het rangschikken was. Hoe de brief daar
gekomen was, wist zij niet, ook de lakei
had er haar geen uitsluitsel van kunnen ge
ven. Genoeg, zij had hem gevonden, en in
vliegende baast doorgelezen, voordat de eer
ste kooper verschenen was, was er zeer door
aangedaan geweest en alle andere dingen
hadden geen indruk op haar gemaakt.
En toen zij nu, te midden der nachtelijke
stilte, wederom deze hartstochtelijke woorden
las, toen voelde zij baar hart sneller slaan
en zag zij angstig om naar de deur, als zou
iemand in het halfdonker bare gloeiende wan
gen,zwoegenden boezem en schitterende oogen
zien. Daar stond het nu klaar eu duidelijk,
wat haar den ganscben dag in de ooren ge
klonken bad en toonloos spraken hare lippeD
bet na, al was het haar onmogelijk het te
gelooven:
„Nog bloeit in mijn kamer de roos; gij
hebt voor mij de schoonste uftgezocht en
dat geoft mij moed, u te schrijven. Het wa
ren zeer gelukkige tijden voor mij, zonder
dat gij er eenig denkbeeld van had, toen ik
u mocht leeren. Toen ge nauwelijks de kin
derschoenen ontwassen, aan mijne leiding
werd toevertrouwd, mocht ik in uwe onbe
dorven ziel schouwen, en was het mij geen
zwaar werk, al nw gedachten na te gaan
en ze te leiden.
„O, gij kuüt u niet voorstellen hoe geluk
kig ik was, wanneer ik bemerkte dat ieder
woord van mij, dat verstandig was, dat ie
dere daad die zelfverloochenend was, bij n
wederklank en vereering ondervond. Ik kon
en mocht leeraar zijn in den scboonsten zin
van het woord. Een leeraar; niet zooals on
ze rooster ons dat op school voorschrijft;
neen, zooals mij het hart ingaf. Ik mocht
u weergeven en aantoonen al datgene wat
in mijn oog goed en schoon, bezienswaardig
en belangrijk ken heeten.
„Nooit is mijn beroep mij zoo dierbaar ge
weest als in dien tijd, zóó lief zelfs, dat ik
niet bemerkte eD niet bemerken wilde, dat
bet kind tot jonkvronw was opgegroeid. Het
kind had zich ontwikkeld en telken dag meer
kreeg ik a lief.
Geloof mjj, niet plotseling is het gevoel
van lielde in mijn hart gekomen; langzaam,
maar zooveel te zekerder en vaster. Ik ben
niet jong genoeg meer, om aan een plotseling
gevoel te hoorzamen. Ea daarom gevoel ik
Benoemd tot millitairen commandant van
Lombok, met ingang van den datum waarop
de generaal-majcor der inf. J. A. Vetter het
opperbevel op Lombok za! nederleggen, de
kolonel der infanterie L. Swart.
Een vergissing. Verle-
den week werden op de veemarkt te
LEEUWARDEN een 18-tal runderen, als
verdacht, lijdende te zijn aan mond- en
klauwzeer, afgezonderd.
Gelukkig voor den veehandel is echter
gebleken, dat de districls-vtearts zicli had
vergist, want verleden vrijdag werden de
dieren weer vrijgelaten. Door de respec
tieve eigenaars is een verzoek om schade
loosstelling opgezonden aan de regeering.
Dezer dagen waseenvrouw
op het Eiland t e STEVENSWEERT, be
zig oliekoeken te bakken terwijl een buur
vrouw bij haar stond te praten, of, zooals
het in den volksmond heet: ze stonden ba
ren te binden. Toen ze nu olie in de pan
wilde gieten, nam ze bij vergissing de pe-
tioleum-flesch, en goot daarvan een ge
deelte in de pan; eensklaps sloeg de pe
troleum in brand, de vlammen deelden zich
mede aan een partij om de kachel hangen
de kinderkleeren, welke grotendeels ver
brandden en was er geen hnlp opgedaagd,
dan zoude het daar niet bij gebleven zijn.
Ze heeft beloofd niet meer te »bire binje."
Moordie IJ ZEND IJ KE.
Over deze zaak worden nog de volgen
de bijzonderheden meegedeeld
In het gehucht „het Molentje", onder
de Zweeuwsche gemeente IJzendijke, woon
de bij hare familie de 38—jarige Prudence
Aldeweireldt. Deze was maandag 21 Ja
nuari in den namiddag een kennis gaan
bezoekeu, zekeren D. Goossens, die op 20
minuten afstand van haar woonde.
Dinsdagmorgen kwam een zoontje van
Goosens op „het Molentje", en vertelde
daar, dat hij onderweg aan het putje een
jas en een muts had zien liggen. Op dit
bericht giag zekere Ed. de Witte onmid
dellijk tijken en vond den kapmantel en
muts van Prudence.
De broeder van de verslagene, die ook
kwam zien, vroeg aan het zoontje vaD
het heviger wellicht dan een ander: ik kan
niet meer terng; ik kniel voor u neder; ook
wanneer ik u niet in mijne nabijheid heb,
kniel ik voor u neder, en wanneer ik n
in dat onzalig uur oneerbiedig genaderd ben,
zoo denk dan daaraan, dat gij mij de stral
daarvoor reeds ruimschoots gegeven hebt en
wanneer dat nog niet genoeg is, zie dan in
den spiegel, aanscbonw uw beeld, en gij zolt
bet kunnen begrijpen en mij het van
ganscher harte vergeven!
Waarom ik n dit alles schrijf? Wel, om
dat het mij van het harte moet, omdat ik
bet niet langer kan verdragen, omdat ik
geen anderen raad weet.
„O, hoeveel had ik niet willen geven, als
ik hedenmiddag, toen ik u in het prieel van
rozen zag staan, van uwe rozenlippen had
mogen hooren, dat ik mocht jobbelen, dat
mij de zonden vergeven waren; of dat ik
gewogen maar te licht bevonden was gewor
den. Want de onzekerheid is niet langer te ver
duren. Vergeef mij daarom mijn list, ik wist
geen ander middel om u te bereiken.
„En zoo sta ik dan voor het groote kruis
punt van mijn leven. Wilt gij de mijne wor
den, Christina? Niet nn, dat was te verme
tel om te vergen, want eerst moet ik hoog
stijgen op den maatschappelijken, ladder om te
toonec wat ik kan, Mg vervult een nog
nooit gekenden moed en hoe vermetel het
ook klinken mag: waDneer gij, groetend
on wenkend slaat, aan het einde van de baan
die naar miin doel voert, bij God ik zilbet
bereiken. Tot zoolang blijven wij vereend
door de band onzer liefde, wij zullen elkan
der zien, eikander spreken, elkander sterken
en hopen op de toekomst. Gij zult voor mij
zijn, een in 't geheim verworven edelsteen,
die ik en den stroom der alledaagschheid beb
weten te ontdekken en die ik den wereld
toonen zal wanneer het oogenblik is aange
broken.
Wanneer gij gevoelt, dat nw hart mij zal
kunnen liefhebben, zcoals het mijne n reeds
langen tijd doet, geef mij een teeken. Neen
een enkele roos van uw voorraad en beves
tig die boven aan het prieel. Ik zal n
vandaag niet weder doen ontstellen, ofschoon
ik nog niet weet hoe ik het verdragen zal,
met u onder één dak te zgD, zonder n te
mogen aanschouwen. Ik zal 's avonds ds
zaal betreden, en wanneer de roos in de
hcogte bloeit, zult gij van mij hooren. Is zij
er niet, ik zal uw levenspad dan niet weder
kruisen."
Christina liet het blad in haar schoot
zinken en keek lang voor zich uit de donke
re kamer in, die slechts schaars door de
nachtlamp werd verlicht. Nog eenmaal trok