De Eene. Donderdag 21 Februari 1895. 39ste Jaargang No. 2985. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL. Bureau: SCHACElï, liaan, I) 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 ct. Groote ietters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. uouden remontoir-horloge. Binnenlandseh Nieuws. FEUILLETON. ROMAN van Georg Beudler. „O!" Alfllftl MmtBitis- LuHiivlIiL POLITIE. Ter Secretarie worden inlichtingen ver zocht omtrent een op het ijs tusschen Schagen en Schagerbrug verloren tj Vrijdag 15 Februari ver gaderde de afdeeling WINKEL der Cen trale Liberale kiesvereeniging, on- der leidiDg v*n den voorzitter, den heer D. Breebaart Ks. De penningmeester deed rekening van zijn gehouden beheer over 1894, waaruit bleek, dat aan contributie van 75 leden was ontvangen f37,50 ma kende met het saldo van 1893, zijnde t 37,39 een bedrag van f74,89. De uit gaven hebben bedragen 39,91, zoodat het batig saldo op le Januari 1895 bedroeg: f 34,98. Het ledental bedraagt thans 69. Tot lid van het bestuur werd herkozen de beer H. van Heerikhuizenen tot afge vaardigden naar de vergaderingen der Cen trale voor het jaar 1895, de heeren K. Knecht, D. Breebaart en fl. van Heerik- huizen. Nadat nog verslag was uitgebracht van de vergadering der Centrale, gehou den te Benuingbroek den 23en Mei 1894, werd eenigen tijd gesproken over het on derwerp beschermende rechten. De groote meerderheid verklaarde z ch er voor, ter wijl een drietal leden, hoewel het er naar aanleiding van den besprekingen veel goeds in zag, rich onzijdig hield. De heer Koomen Bt. verzekerde o. a. dat het alleen voor de gemeente Winkel jaarlijks meer dan een ton zal scheler), als beschermende rechten worden ingevoerd. Ook de heer P. Friet, toonde aan, dat de toestand thans voor landbouwers onhoud baar is en graanrechten daarin verbetering zullen brengen. Op de vraag van den heer A. <7. Onne- kes of bescherming in 't belang des latds zal zijn, antwoordde de heer J. Koomen be- 27. Een reeks van deftige en hooggeplaatste lieden, vnlde de sierlijke kamers van Hop- pe's woning. Allen die maar eenigszius in be trekking stonden met bet huis Helbig en Co., waren Daar de woning van den heer Boppe getogen, om aan dieDS vrouw, de laatste eer te bewijzen. De laatste! En zij, bad nog nooit de eer ste eer genoten, n.1. om kennis met hen te maken. Al hare verlangens waren nu ver vuld. Een kind, waai van zij de moeder was, een stoet voorname lieden om baar been verzameld, dut alles zou baar een tevreden glimlach hebben ontlokt, en haar oogen zou den geschitterd hebben, over zulk een eer. Baar hart stond echter stil, bare lippen wa ren verstijfd, en hare oogen waren gesloten, voor altijd. Maar ook hare pijnlijke gedachten stonden ■til, die gedachten, die hare laatste uren zoo hadden verzwaard. Voorbjj waren nu alle zorgen, maar.... voorbij was ook nu alle glans Zij, die alles bereikt h d, moest ook nu alles verlaten. Ook haar droegen ze weg naar de gewone stille plaats, ofschoon met glans en praal en met een stoet van volg koetsen, die de passage op straat strem den. In één dezer bevond zich Christina, alleen. Het was juist zoo uitgekomen, dat de aan komst van mevrouwMelanie precies viel op het aar der begrafenis. Daar men baar de dood van mevrouw Hoppe nog niet had gemeld, was Helbig wel verplicht, baar van het spoor te balen, daardoor was het hem onmogelijk aan de ter aarde bestelling deel te nemen. Hij zet te dit alles Hoppe uitvoerig uiteen, die hem dit onder deze omstandigheden volstrekt niet kwalijk nemen koD. De arme Hoppe was niet veeleischend van nature, dus boe weinig interresseerde hem nu dit alles, nu bij van Diets of niemand eenige notitie nam, en alleen maar dacht aan haar, die nu voor altijd voor hem verloren was. In Helbig's plaats was Christina gekomen, en wie kon «en beter vervangen dan ajj. Het was Hei vestigend, daar ons land bestaan moet van den bodem, hoe meer bouwland er is, des te meer arbeid is er ook, terwijl de arbeid vermindert, als voor bouwland weiland in de plast» komt. Wij dweeptn, zeide hij, niet met bescherming, maar wij worden er toe gedwongen door de tijdsomstandighe den. Ten slotte werd besloten een schrijven te richten nameDS de afdeeling, aan den heer J. Zijp Kz., lid van de 2e Kamer der S. G. voor het kiesdistrict Enkhuizen, ten einde den geachten afgevaardigde de meening der vergadering omtrent bescher mende rechten mede te deelen. Hierna werd de vergadering door den Voorzitter met een woord van dank aan de leden voor hunne opkomst gesloten. Wedstrijd in het Schoonrjden van paren te NIEUWE NIEDORP op Zondag den 17 Februari 1895. Wie zich zondag-nammiddag op schaat sen of te voet naar Nieuwe Niedorp be geven heelt, zal zich dat uitstapje niet be klagen. Het was een lust de menigte van menschen op de Reid te zien, allen vol belangstelling kijkende naar het prachtige rijden der vijftien paren, die aan den wed strijd deelnamen. En het is ook werkelijk een genot ze over de Laan te zien zwe ven van het eene eind der baan naast en terug achter elkander. Door elk paar wer den twee ritten gemaakt en daarbij werd door de commissie van beoordeeling gelet oplengte van den streek, stand van den voet, gestrektheid der beenen, houding van het lichaam en snelheid. De le prijs werd behaald met 141 punten door den heer A. Schipper van Zaandijk en mejuffrouw Uitte van Koog a/d Zaan, de tweede door den heer Jb Kaan en mejuffrouw D. Kaan van Wieringerwaard met 139 pun ten en de derde eveneens met 139 punten doorden heer F. A. F. Groneman en mej. M. Kaan van Wieringe:waard. De eerste prijs was een verguld zilve ren medaiile, de tweede een zilveren en de derde een bronzen medaille. De uitreiking der prijzen had des avonds plaats op de bovenzaal van den beer Ha ringhuizen, waarhij vele belangstellenden tegenwoordig waren. De voorzitter der Nieuwe Niedorper vereeniging van ijs- en volks- vermaken, de heer W. C. Fitter, deed dit, wat den eer sten prijs betreft, met eene zeer luimige toespraak, die alle aanwezigen prettig stem de. De winners van den tweeden en der den prijs waren reeds vertrokken. Een woord van lof sprak hij ook t>ver het rijden van den heer R. C. Blaauboer en zijue dochter mej. T. Blaauboer eu van den heer JF ader en zijne zuster mej. T. F ader, die 138 punten behaald hadden. Met een woord van dank aan de mededingers, aancommissaiissen en keurmeesters enten slotte aan de kunstrijders, waarvan er twee zich in de zaal bevonden, verklaarde hij het feest voor gtëindigd. Het woord van dank aan de kunstrijders, de heeren Doode- man van Nibbikswoud, De Boer en luin van Asendelft, was wel op zijn plaats, want zij hebben veel lot de algemeene vroolijkheid bijgedragen en het kuastrijden gaf eene geschikte afwisseling. De IJscliTb te BARSINGER- HORN en HARING HUIZEN hield Za terdag 16 Februari des middags te 2 ure een hardrijderij voor mannen. De prijzen bestonden uit levensmiddelen: s p e k eu kaas. Aan den wedstrijd namen 17 rijders deel, waarvan de eerste prijs, 4% pond spek en een heele witte kaas, gewonnen werd door R. Bras, de tweede prijs, 4J/2 pond spek en een halve witte kaas, door G. Schouten en de derde prijs, 4ys pond spek en eveneens een halve witte kaas, door Ji. Raven, allen te Hariughuizen woon achtig. De overige deelnemers ontvingen ieder 4J pond spek. Ook hier gaf dus de IJsclub blijk, het vermaak aan het nut tige te doen paren. Men schrijft ons u i t KOLHORN. Zondag j.1. hadt op de haven te Kolhorn de aangekoudigdewsdstrijd op schaatsen voor mannen boven de 18 jaar plaa's, be gunstigd door prachtig weer en bijgewoond do>r honderden toeschouwers. Z.'S en twintig flinke rijders betwistten el kaar de overwinning, waaronder namen die op dat gebied klinken al» klokken, zooals. big zeer naar den zin, dat hij de plechtig heid niet behoefde bij te wonen. Zoo iets was hem, die van alles wat op den dood maar eenigzins geleek, een afschuw had, eeD zeer groote opoffering geweest. Hoe was toch alles anders afgekomen dan hij het zich voorgesteld had; bij had zich voorgenomen, nog vele aangename uren met deze schoone vrouw door te brengen, en nu was zij heengegaan voor eeuwig. Zij was echter gelukkiger geweest dan bij, zij had alles bereikt, wat zij verlaogd had en had zij niet tegen bem gezegd, dat als zij dat alles bereikt had, zij dan gaarne rnst zon hebben Met zulke gedachten troostte Helbig zich, op weg naar het statioD. Cbrtstina's tocht naar bet kerkhot was niet zoo licht. Zij herinnerde zich maar al te levendig de vorige maal, dat zij naar een kerkhof gegaan was, om de eenige die zij toenmaals op de wereld lielhad, de laatste eer te bewijzen. Toeu bad de predikant naast haar gezeten en telkens gesproken over haar verlies, en had getracht haar te troosien ea zij had toeu zoo gaarno geheel alleen met hare gedachten geweest. Maar de go:de man had niets gedaan dan prateD, maar over hear vader had hij geen woord gesprokeD, en niemand had daar iets van gezegd, het scheen of ieder een er bang voor was, dien naam te noe men. En nu viel het haar in, dat zjj niet eens wist, waar haar vader begrave was; naast haar moeder niet, dat had zij wel gezien. Maar waar dan anders Het klonk haar als een verwijt, dat zij nog nooit onderzocht bad, waar haar vader be graven was. Het waren ecLte zwaarmo.dige gedachten, die haar bezighielden, en zij ver gat totaal de tweede groote gebeurtenis, die haar vandaag wachtte, n.1. het wederzien van de van de reis teruggekeerde hoisge- nooten. Zij zon nu dadelijk vanaf bet kerk hof naar de villa rijden. Gereed was daar al les, daar had zij zorg voor gedrageD. En dan Het ga u allen wel; dan vrijheid en onafhan kelijkheid. Het zou haar zwaar genoeg ge maakt worden; zij had het in den laatsten tijd verleerd, de ondergeschikte te zijn. Door dat zij voor bet afrit den kind van Hoppe nog eens was gaan zien, was baar rijtuig het achterste vau de stoet geworden. Zoo was reeds bij haar aankomst de kist nit de lijkkoets getild. Weldra bewoog de stoet zich als een zwarte slang door de don kere lanen van bet kerkhof. Cbristina ging, een kraDS in de hand boudtnd, met neerge slagen oogen achter de anderen aan. Eens klaps hoorde zij baar naam fluisteren. Strei- c hen berg ging aan haro ijjde. „Bier?* vroeg zij, en het scheen baar eene beleediging, dat hij deze gelegenheid bad te baat genomen, om haar te zien. Hij begreep haar. „Niet daaromzeide bij. „De doode kende mij. Ik heb haar toen maals van uit de iancy-fair naar hnis geleid. Arme vrouw. Ik heb baar naar haar rust plaats willen geleiden. Ik hoopte evenwel u ook hier te zien." Zij reikte hem ongemerkt baar vrije hand, die hij zacht drnkte. Zij waren een weinig achter gebleven en spraken fluisterend, zonder evenwel elkaar aan te zien, als hoorden zij niet bijelkander. „Is Helbig ook hier? Ik heb hem nergens ontdekt." Zij schudde ongemerkt het hoofd. Het stootte haar tegen do borst, de reden zijner afwezigheid op te geven. „Waarom niet?" „Hij haalt vrouw en kind van het spoor. Zij komeu juist op dit oogenblik aan. Wij gaan vandaag naar buiten. Ik ook." Hij wilde verder spreken, maar de stoet had hare plaats van bestemming bereikt, zoodat zij weldra niet meer alleen waren. Terwijl de baar werd neergezet en de predikant het gebed uitsprak, boorde Chris tina door twee heeren het volgende gesprek voeren: „Waar is Helbig toch?' „Hjj haalt zijn vrouw van het spoor." Zoo, het is hier ook, de kcningin is dood, leve de koningin!* Vervolgens grijnsden tij bei den. Christana trad een schrede achterwaarts, als wilde zjj dergelijk gepraat niet laDger aanbooren. Het bloed steeg haar naar de wangon. Waarom moesten juist zulke woor den baar oor bereiken. Het was haar of zij plotseling in een diepen algrond zag.Zy wil de Diet verder denken. „O, die ellendige menscben, wanneer hij hier was, zouden zij bem de hand drukken en nu zulke verdacht makingen! Dat kletst achter iemands rug als een paar oude wijven. En hoe weinigen vaD al degenen die hier waren, en zeer treurige gezichten trokken, zouden waarachtig deel nemen in dit voor Hoppe zoo zwaar verlies." Tot staving harer gedachten hoorde Christina, terwijl de geestelijke zijn amen uitsprak, achter zich zeggen: „Hoe hoog is de koers vandaag? Gisteren, ellendig laag.* Daarop antwoordde de ander: „Beroerde boel tegen woordig, men moest maar doodgraver wor- deD, dan heb je eiken dag druk werk.* Alles was voorbij, de stoet g'mg uiteen. Christina bed drie scloppen met aarde op de kist geworpen en haar krans op den verschen gratheuvei gelegd. Onwillekeurig sloeg zy H. van den Berg, (broer van Okke), Joh. de Groot (broer van Atse), diens zood, neveD, Bjlsma, enz. Dat het er dus waim toeging is te be grijpen. De meeste parturen hingen dan ook aan elkaar; Kolhorn, Barsingerhorn, Winkel, Wieringerwaard, Schagen, Alk maar, Anna-Paulowna, Lambertschaag en Nieuwediep hadden alle hun contingent ge leverd, maar geen van hen mocht zoo ge lukkig zijn, prijs of premie te bemachtigen, hoe zij zich ook weerden. Zij werden geslagen, maar met eere. De prijzen werden behaald als volgt: I. Bjlsma, van Medemblik, prijs. D. Visser van Opperdoes, le premie, R. Reek van Opperdoes, 2e premie, en A. Betlehem van Medemblik, 3e premie. Een bijzonder pluimpje komt nog toe aan den heer A. Roggeveen Ws. van Schagen, die bij de laatste zeven werd gesla gen door den prijswinner B jlsmamaar met zulk een klein verschil, dat het voor de keurmeesters moeilijk maakte te beslis sen. Roggeveen was evenwel zelf zoo rojaal te erkennen, dat hij verloor, waardoor hij bij het publiek niet weinig won. Bjlsma achtte hem dan ook niet licht, getuige diens uitdrukking tegen een der keurmeesters, „dat jongie das een stoe- rd" ik heb hem (den prijs) te Amsterdam wel eens gemakkelijker gehaald dan hier." Wat bij de uitreiking der prijzen gezegd werd is dan ook zeker waar. Het waren 26 rijders van de bovenste plank en er is kranig gereden. Om eenigen variatien in het program ma te brengen zal, ijs en weer dienen de, op a. s. Donderdag een ringrijderij worden gehouden door paren, om prijzen van f 10,f8 f6 f4 en f2. Het Stedelijke Museum te ALK MAAR werd in 1894 verrijkt met 3 jpor- tretten nit de 18e eeuw, voorstellende Da niël Ras, schepen, eu zijne echtgenoote, bei de door H. Schmoleen Gesar van Ever- dingen, door hem zelf geschilderd het laat ste is afkomstig nit het door zijne wedu we Helena van Oosthoorn gestichte prove niershuis. Verder werden o. m. ontvangen 6 frag menten van de Gothische banken der Groo te Kerk. Van den catalogus der schilderijen en oudheden wordt een nieuwe druk voorbe reid. Door den Raad van TESSEL is het kohier voor den hoofdelijken om slag vastgesteld tot een bedrag van f 13.736.75. Aai den BURG op Texel is Donderdag-nam middag eene bejaarde vronw, welke aan doofheid leed en daarbij slechts één oog ter harer beschikking had, onder eene ar geraakt, en weinige minuten daarna aan de gevolgen overleden. ANNA PAULOWNA 19 Feb. '95. Gisteren avond hield de heer Staalman, lid van de 2e Kamer, io Veerburg esne politieke lezing, bepaaldelijk in verband met de motie Dobbelman tot heffing van graanrechten. Spreker betoonde zich een voorstander van protectie. De vergadering scheen hiervan mede niet afkeerig te zijn; althans er volgde geen debat. Aan den wedstrijd op schaatsen j. 1. zondag op het OUDE VEER gehouden, werd door 31 personen deelgenomen voor evenveel behoeftigen. De drie laatst aangebleven rijders ont vingen bovendien zelf een prijsje. Het waren: Ih. van der Waal, J. J. Geevert en P. Jonker allen van Auna Paulowna. Honderde toeschouwers, vooral uit den vreemde,woonden,uitgelokt door het schoo ne weder en de fraaie banen, deze hardrijderij bij. Alles liep in de beste orde van stapel. Zekere D. D. van ANNA-PAU- LO WN A werd Zaterdag morgen doodgevro ren aan den weg gevonden, niet ver van zijn woning, op het Breezand. De man maakte dikwijls misbruik van sterken drank, hetgeen ook nu weder het geval schijut geweest te zijn. De jenever (brandewijn) koniDg heeft te N1EUWOLDA een treu rig slachtoffer gemaakt. Een gehuwde vronw ging zich zóó te bui ten, dat ze op den vloer en met de hand in het haardvuur viel. Zoo dronken was rij, een andere richting in dan al de anderen en spoedig was Sireichenberg aan bare zijde Een wijl gingen zij sprakeloos naast elkan- ner voort, beiden nog onder den indrak der plechtigheid. Toen zij daar opdeu giafhenvel stoud, met den krans en de schop in de han den, scheen zij Sireichenberg toe een hooge- priesteres te zijn, die een offer aan baren God brengt. Nn echter schreed zij weer naast hem met lichte, onhoorbare schreden, als een goe de engel, die hem bewaakte. Alles wilde hy doen, al zijn kraehten in spannen, om maar zoo spoedig mogelijk deze goede engel de zijne te mogon noemen. „Heb dank, dat ge bier gebleven zijt,* „Beknor mij liever; ik heb het verdiend. Beknor mij en stuur mij weg." „Integendeel, ik prijs n, omdat ge gebleven zijt. Begrijp toch, dat iederen minuut, die ik met n te zamen zijn kan, mij een groot genot is. Ik heb niets dan jou en mjjn werk en ik werk alleen, om u te bezitten.* „Heb slechts tijd voor je werk," zeide zij en op zijn angstig vrageDden blik, voegde zij er aan toe: „want ik behoor u immers reeds. Daarmede moet ge nu vooreerst tevreden zijn. Ik moet weg, men waeht op mij.* „Blijf nog een enkel oogenblik!" bad hij. „Zeg mij tenminste, waar ik u eens te zien kan krijgen! Schrijf mij dan anders, opdat ik toch een teeken van leven van n krijg; laat mij niet geheel in onwetendheid omtrent u! Wilt ge? Belooft ge 't?" „Laat mjj,* verzocht zij. „Ik kan u niets belooven. Geloof mij, ik denk altijd aan u en ik zorg onophoudelijk voor ons beider belang. Bederf toch niets door ontijdige haast en ongeduld. Ik zal veel, zeer veel te strij den hebben in den naasten tijd. Er zullen warme dagen volgen. Maar dat beloof ik je, wanneer ik het onmogelijk meer kan uithou den, zal ik mijn toevlucht nemen tot jou. Wat zult gij mij antwoorden, als ik plotse ling tot je kom en zeg: „Hier ben ik, neem mij op en zorg voor mij? Dan stuurt mijnheer de regeeringsraad, want dat zijt ge daD reeds, mij weg, met het oog op zijn hooge betrekking en zet mij ar me duivel op straat; zoo doen immers zij, die ten koste van alles hooger op willen,* voegde zij er spottend aan toe. „Christina!" Hij wilde nog meer ant woorden, maar kwam niet terder, want op hetzelfde oogenblik stiet zij een zwakke angst kreet nit. „Weg, om Godswil weg!" Haar scherp oog had tussehen de hoornen Helbig zien aankomen, dio Melaoie aan zijn arm voerende, de middellaan kwam afstappen. Zij had nog juist den tijd een zijlaantje in te slaan en langs een om weg den uitgang te be reiken waar'haar rijtuig wachtte. Nog een afscheidsgroet voor Stieicbenberg, dio haa in de verte gevolgd was. Vervolgens sprom- zij vlug in bet gesloten rijtuig en zag ang stig door de raampjes of niemand haar oal- dekt bad. Niemand kon baar gezien hebben en in dit rjjtuig zou men haar niet zoeken, want het was niet een der rijtuigen van Helbig, maar een huurkoets, welke bij de begraft nisstoet boorde. Sireichenberg zag bet snel wegrijdende rijtuig na, zoolang zijn oog het vermocht to volgen. Vervolgens ging bij naar de 6tad terug. Hij moest vandaag nog veel werken, en hij moest nu voortaan nog vlijtiger zijn, opdat wanneer zjj eenmaal bij hem hulp kwam vragen en eeu toevlucht zocht, hij baar zou kunnen opnemen en verzorgen. - Hij ver snelde zijn schreden. Onderwijl stonden Helbig en Melanie aan het graf van Elisabeth. Dadelijk had Helbig aan het station, eerstent om de afwezigheid van Christina te verontschuldigen en tevens omdat dit nienws bem gaarne van het hart wilde, het doodbericht medegedeeld. Melanie verklaarde oogen blikkelijk naar het kerkhof te willen rijden, om rog vroeg genoeg daar te kanoën zijn om de plechtigheid bij te wo nen. Vergeefs had Helbig haar voorgehouden, dat het te laat was, dat de begrafenis wel reeds zou zijn afgeloopen, dat zij nog min stens een half uur rijden moesten, om het kerkhof te bereikeo, en dat het nu reeds twaalf uur was en volgens zijne berekening kon alles om twaalf uur afgeloopen zijn. Het hielp evenwel Diets, zy bleef op baar stuk staan. Men moest zija plicht doen, te genover een man die reeds sinds een half menschenleven ons trouw ter zijde staat. Zult ge a niet te veel vermoeien, waar schuwde hij. Dat kwam niet in aanmerking verklaarde zij. Zoo moest Helbig, hoe ongaar ne ook, toegeven en ging mede naar het kerkhof terwijl Thesi en juffrouw Klein- holz naar de villa reden. Verlaten lag Elisabeths graf daar nu, be dekt met kransen en palmtakken; slechts bier en daar schemerde de bruine aarde tusschen de half verwelkte bloemen en bla deren door. Melanie leunde op Helbigs arm. „Heeft zy veel geleden?" „Ik geloof het niet. Zij was bijna geen oogenbiik bij haar bewustzijn. Ach laat den dood de dooden. Laten wij er niet meer over praten Zij poogde te lachen. „Gy zijt nog altijd de oude. Wat je ouaangenaam is, schuil je van je. Wel hem, die zoo gemakkelijk over

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1