Brieven lil de Maasstad.
A. R. SlOQS.
D.
Binnenlandsch Nieuws
dat invoerrechten, matig geheven, voordeel
moeien opleveren, voor landbouwer, arbei
der, znivelbereider en vetweider en op den
keper beschouwd, voor de geheele Neder-
landsche maatschappij.
Bij eene matige heffirg, behoeven de
broodprijzen zoo miniem te stijgen, dat
alle arbeiders er tegelijk om moes'en vragen.
1 kilo brood toch is nog geen kilo graan,
want goed roggebrood bevat neg p m. lj3
water, en wittebrood is slechts vcor onge
veer de helft graan en voor de andere
helft melk, water, gist enz.
Maar, zal men mij toevoegen, die ver
betering geldt alleen voor het platteland
en de kleine stad, die van de welvaart van
het plateland afhangt, maar voor de
groote centra's der bevolking, zal het na-
deelig zijn. Mijne meening is echter ge
heel andtrs.
Bot kapitaal verplaatst zich langzram
maar zeker, van het platteland naar de
steden- en van Nederland naar het bui
tenland, zou ik er bij kunnen voegen,
en bij mij staat het vast, dat bij dtzen
voortgang, Amsterdam binnen 25
jaar met 400.000 arme platte landbou
wers overstelpt zal worden en Rotterdam
en andere groote centra's, naar verhouding,
en wat zal aldaar het gevolg zijn: overgroote
armoede, werkloosheid en al de gevolgen
van dien, en kwam dar, die overgroote en
ondragelijke armtnzorg, voor rekening al
leen van dat langzaam naar de steden
verplaatste groot kapitaal, dan zon het
evenwicht ook langzaam heistellen, maar
het kan niet anders of de nijverheid en
de middenstand, worden er hot zwaarst
door gedrukt en ook daar moet ten laatste
ook alle welvaart wijken.
Het beste van uwe vergadering hopend,
teeken ik Hoogachtend,
Uw medestander:
J. Kuilman.11
Bij monde van den heer J. Koomen
wordt mededeelirg gedaan dat de heer
Jb. Stammes zich noemt protcctionist, maar
Diet ter vergadering kon verschijuen.
De uitslag der stemming over de ze
ven heeren die het gewenscht comi'é zou
den vormen, was spoedig bekend. Direct
werden gekozen, de heeren Be Boer, Wie-
ringerwaard, met 19; Korver, den Helder,
roet 19; A. SloosWinkel, met 18; Baclcx
Wieringerwaard, met 18; J.Koomem, Winkel,
met 17 en 7. KomenWaard polder, met 15
stemmen; terwijl in de herstemming tus-
schen de heeren: S. Keet te Schagen en D.
Breebaart teWinke), de eerste werd gekozen.
Alle heeren namen de benoeming aan.
Na bespreking der propaganda—middelen,
dragelijkste is, zij hebben gelijk."
„Zij bestrijden u, omdat gij hen overvleu
geld hebt. Ik meen echter, als ik, dom
kind u een raad geven mag, gij moet u
niet met dergelijke gedachten kwelllen.
Wellicht is be'geen, gij vroeger voor
waar hieldt, slechts valsch geweest, anders
waart ge niet op den tegenwoordigen weg
geraakt."
Hij schudde bet hoofd. „Zoo is het niet,
ofschoon het mij ook zoo voorkwam. Ik
weet maar al te goed, hoe zulks gebeurt.
Eerst gaat het langzaam, bg een geringe
zaak, om ergens voet te winnen, om zich
bekend te makeD, om oprien te verwekken,
ter wille van de ijdelheid. Bij mij waren er
nog bijzonders omstandigheden 1 Dat kunt
gij het beste weten.En wanneer men dan een
maal den duïvel één vinger heeft toegesto
ken, is men weldra op zijne dwaalwegen
verzeild en doet men vergeefsche moeite,
door ze te willen verlaten. Vergeef mij, het
is toch zeer ondankbaar van mij, den korten
tijd dat ge bij mij zijt, u te vergallen, door
mijne klachten te niten, maar ik beb
ook niemand anders op de wereld."
„Spreek slechts," zeide zij, „het zal u
het harte lichter maken."
„Ja dat is wel mogelijk, maar uw onbe
dorven gemced kan zich dat alles niet voor
stellen."
„Ik begtijp alles zeer goed, en ik geloof
dat je beter-ik, wanneer het ernstig op do
proef wordt gesteld, glansrijk de overwin
ning zal behalen."
„Mijn beter ik?" riep bij nit, „het komt
mij dikwijls voor, alsof ik reeds dat verloren
beb." Maar toen hij zag dat baar gelaat be
trok, voegde hij er uau loe: „neen, neon,
ge hebt gelgk, dat kan ik nooit verliezen,
wanneer ik u bezit; maar ik zal u nog
iets zeggen, dan weet ge hoe het met mij
gesteld is."
„Eindig liever," antwoordde zij, „anders
zegt ge nog, dat ge uw taalkennis ook aaD
mij te danken hebt en zegt gij alle mogeljjke
fraaiigheden van mij, die mij in uw oog zoo
begeerenswaard gemaakt bebben."
„Dat gelooft ge zelf niet, wat ge daar
zegt, ge weet even goed als ik, wat ik
zeggen wilde, dat alles geschied is om uweut-
wille."
„Des te erger, dan zal eenmaal het oo-
genblik komen, waarop gij inziet, dat ik
zulk een offer niet waard ben en daarom is
het wellicht beter, dat gij het in het geheel
niet brengt."
Hij lachtte schel, „Dwaas meisje, dat gij
zijt en dwaas die ik ben. Kan ik mijne
oogen blindheid en mijn hart stilstand ge
bieden Waarom zijt gij mij in den weg
gekomen, bartenveroveraarster Gij hebt
mij aan n verbonden, en u nu te kannen
aanbieden wat gij noodig hebt, zal mijn
streven zijn. Waarom hebt ge mijn ganscbe
denken en doen in beslag genomen, zoodat
alles wat ik verricht, slechts vcor o ge
schied Ik ben als een vogel in een kooi.
Ik wil tot n vliegen, maar de koperen sta
ven versperren mij den weg, en wanneer
ik de kooi verbrijzel, kan ik wel vliegen,
maar de kracht ontbreekt mij, u mede te
voeren. Dat verlangen naar die kracht ver
teert mij. Dat is de oorzahk van al mijn
lijdeo. In vrijheid gedresseerd 1 Zoo klintt
bet mij in de ooren, ja de dressuur is wer
kelijkheid en de vrijheid is slechts verguld!*'
Wordt vervolgd.
na vaststelling der contributie voor leden
op f 0.25 en na ernstige gedachten-wisseling
over het succes dat de landbouwer heeft
bij het bezoek van voor hem opgerichte
scholen, vraagt de heer Jan Koomen van
Winkel, of hij mee mag deelen waarom
bij protectronist is. Hij vraagt dat, naar
aanleiding van de meening van den heer
Keet, dat het protectionisme voor ambte
laren niet van belang is. De heer Koomen
stelt door voorlezing zijner brochure de
wenschtlijkheid voor het heffen van graan
rechten in helder licht.
De vergadering tcont haar ingenomen
heid met bet handschrift en geeft den heer
Koomen in overweging om hit gedrukt te
laten versprei len.
Bij het uitspreken der wenschelijkheid,
dat de ijversar9 voor beschermende r>ch-
ten in hun streven zullen slagen, sluit de
voorzitter de bijeenkomst.
Rotterdam, 21 Februari 1895.
XXXIV.
Vóór honderd jaar was er in de Maas
stad geen soephuis. Of er toen geen ar
moede was, wett ik niet, dit alleen mocht
ik vernemen van de heeren bestuurders
derRotterdamsche soep- uitdeeling, dat zich
in December van hit jaar 1800 twaalf
heeren vereenigden om, in navolging van
de jRumforsche soep' in Engelind spijs-
uitdeelingen te houdeD, welk plan door de
heeren stadsbestuurders bij proclamatie
warm werd aanbevolen. Ir. de volgende
jaren tot '26, hield men niet geregeld uit-
deelingen, alleen in zeer strenge winters
deed men dat. In 1826 werd besloten de
oitdeelirgen permanent te beschouwen en
voortaan werden elk jaar, gedurende een
twaalftal weken de uitdeeliogen gehouden.
In het cholerajaar 1853 kookte men 24
weken achtereen en in de laatste jaren,
ook in dit jaar duurden de uitdeelingen
van December tot Maart.
Zoo hebben wij thans ons soephuis naar
den eiscb. Ja, naar den eisch is het, en
wat er vandaan komt is naar den eisch.
Of het erwtensoep is, of rijstensoep of bo-
tersoep, 't is alles goed eetbaar en smakelijk
en lekker. Men heeft mij een bord van
het tweede voorgezet en maar zelden heb
ik zoo'n soepja gegeten.Puur kracht, mijne
heeren, een delicatesse. Een soephuisbord
soephuissoep is iets extra-fijn». De gebrui
kers zijn 't helaas, niet ellen met mij eens,
velen zijn er onder hen die het noodzake
lijk vinden „voor de flauwe smaak" er een
borrel op te gieten, zulke ondankbaren...
Des nachts te twee uur worden in het
soephuis de vuren onder de enorme oven
ketels aangemaakt. Dan brandt er een
llauw gispitje en in 't halve licht daar
van loopen de mannen en vrouwen, er
zijn er vur, en allen zijn engelachtig wit
gekleed, in groote beweeglijkheid dooréén.
Als 't vuur helder opvlamt, klimmen
zij met ladders op de planken verheven
heden tegen den ketelmnur en zetten de
groote wateikranen open. In breede stroo
men golft het water de zwarte ruimte in,
sissend eerst borrelende dan, en weldra in ge
lijken luid-klaterenden val.
Als de ketelB bijna vol zijn worden de
kranen gesloten en de ingrediënten in het
water gekletsenorme hoeveelheden ge
hakt vleesch, erwten of rijst, of wel de
inhoud van talrijke gevulde bolervaaljes.
Zoolang alles boven het gloeiende vuur
in borrelende koking dooreenwoelt zetten
zich de witte mannen op de planken ver
hevenheid neer en lezen bet Nieuwsblad
of vertellen elkaar moppige geschiedenissen.
Een nieuweling onder hen heeft altijd het
genoegen de treurige historie van den in
zijn ambt gestorven collega te vernemen.
Een griezelige geschiedenis, lezers, hoor
maar
Op een zekeren nacht was een Rotter-
damsche soepkoker in slaap gevallen, op
den rand van den ketel en, al droomende,
hnd hij een drukkeling gemaakt in het
kokende nat. Hu 1 zijn kameraden misten
hem niet, zij geloofden hij is een borrel
gaan drinken nu een half unrhij zal
twee borrels gedronken hebbenna drie
kwartier :drie borrels; na een uur vier
borrels en na twee uur: hij zal dronken wezen
en nitt kunnen komen
Helaas, de arme kerel kookte onder
wijl I
De vrouw van den gesloofden man
bracht de waarheid aan het daglicht, zij
at 't middags van de soep en een „nauw
merkbare, eigenaardige" smaak, herinnerde
haar zoo levendig aan haren Louw die, dat
zij in één alles begreep, in tranen uitbar
stte en op »hooge btenen' naar het soep
huis ging. De kameraden stelde nadat de
deeling was afgeloopen, een onderzoek in
en toen vonden zij op den bodem een
beentje, dat behoord moest hebben aan
den sterk geprocouceerden neus van
hunnen vermisten collega. Op het
vernemen daarvan stak de rampzalige
weduwe zich onmiddelijk in het zwart,
vroeg en kreeg hulp van Armenzorg en
deelde in de couranten mee dat de be
droefde weduwe van den op bedroefde
wijze aan zijn eind gekomen soepkoker
met zes blocivn van kinderen, ncgtejoDg
om het treurige verlies te beseffen, de
zaak in kruidenierswaren op dt zeilde vrij-
voort zon zeiten.
Booze tongen beweren nu dat de ge
kookte aoepkoker in volmaakt rauwen
toestand in een provinciestadje een goed
beklante herbeig drijft. Wat daarvan aan
is, weet ik niet, het verhaal wordt gedaan
en telkens weer gedaan, iets zal er wel
van aan wezen.
Dit en andere vertellingen en een dutje
korten den tijd. Des morgens legen 9
uur komen de vrouwen die voor de be
diening zijn aangewezen, de dikke baas
doet zijn in'rede en men is nu binnen
gerei d.
Maar ook buiten is men vaardig.
Wie tegen 10 uur de Prinsenstraat
doorkomt, voelt zich den neas aangenaam
prikkelen door een walmende lauwe soep
geur en hij ziet er voor 't soephuis eenige
dozijnen mannen en vrouwen staan, gewa
pend met emmers en keteltjes.
Luitjes van allerlei slag, meest huismoe
ders die in drukke conversatie zijn, huis
vaders die zwijgend rondkijken, jonge
dochters die nijdig aan 't twisten zijn, ou
de en jonge tabakspruimende mannen, be-
hoeftigen, alleen wachtende op een portie
van het overschot na afloop van de uitdee
ling aan de meer—bevoorrechten. A oor in
de rij staan kinderen, die al om half
negen door hunne ouders zijn uitgestuurd
om een goed plaatsje te veroveren, vlak
bij de deur, om zoo meer zekerheid voor
het krijgen van een portie te hebben.
'k Mag maar lije da se war rijaal ge
kookt hebbe vandaag, zegt een huismoe
der, gisteren was 't hommeles, der
bleef waarachtig haast niemendal over. Jes-
ses Betje, dring toch zoo niet, laat ieder
op s'n plaasie blijven
Zeg? antwoordt Betje een
aanvallige duizend wek ige schoone zeg,
verheel'je niks hcor, ik dring niet, maar
jij mot ook altijd vooran staan, iederen
middag haal je het beste weg.
Nou, wat doch ie dan, ik bin een
getrouwde vrouw en jij bent een vrije
meid.
Is 't waar Betje, ben jij nog vrij
vraagt een jonkman en hij doet die vraag
vergezeld van een zoo uitdrukkelijke
armkneep dat Betje dreigt hem de jrbar-
sens' in te zullen slaan.
Er dreigt ruzie te komen maar de wacht
houdende diender komt gelukkig tusschen-
beiden .net een kort bevel „Moei houwe
jullie daar, of je gaat er uit'
Binnen is de uitdeeling nu in vollen
gang, de mannen gieten met groote lepels
de soep in een lager hangende trog uit
den ketel en de vrouwen vallen met le
pels van een bepaalde maat in port'.ën de
emmers en de kannen.
De baas verkoopt de kaartjes, zeven
centen de portie. Tot dien verkoop is de
commissie genoodzaakt geworden om een
einde te maken aan een allerschandelijksten
handel die door hebzuchtige vrouwen op
straat gedreven werd.
Hij doet dat heel opgewektEen
portie, asjeblieft Jan, daar hei je niet
genogt én Jan Vier porlie's, da's 28
centen Keetje. Heb je zoo'n honger Keet-
ie
Om twee uur worden de buitenwachtenden
binnengelaten en de deur gaat op slot.
^Zoolang de voorraad strekt' wordt elk
hunner een portie soep verschaft.
Velen moeten »Leg' heengaan, die heb
ben het land en mopperen luid. De kin
dertjes thuis hadden zoo vast op een mond
je warme soep gerekend en na krijgen ze
nietsDe armoe thuis is zoo groot en er is
zooveel honger!
In een half uur zijn ook dezen
geholpen. Om drie uur vertrekken de be
ambten, de deuren worden zorgvuldig ge
sloten en er is nu rust in 't soephuis tot
deu volgenden nacht.
Lezing; gehouden inde Af-
deeling WINKEL van Volksonder
wijs, door deu Heer W. J. van Hoog
straten te Edam, op Dinsdag 19 Febru
ari 1895.
De Voorzitter der Afdee'ing, de hier K.
Vries, heette te half acht uit naam van het
Bestuur de aanwezigen, ongeveer een 150
tal damt 8 en heeren, welkom en opende
de virgadering. Hij twijfelde niet of velen
der aanwezigen zagen met genoegen hun
ouden vriend nog eens voor hen optreden
en dat hij juist oordeelde bewees het ap
plaus, dat op zijne openingsrede volgde.
De Heer van Hoogstraten het woord ver
kregen hebbende, zeide, dat het hem aan
genaam was geweest, toen het Bestnur hem
had uitgenoodigd voor de Afdeeling op te
treden, aangenaam, omdat het was in zij
ne oude gemeente, waar hij nog zooveel
vrienden en kennissen heeft, aangenaam,
omdat het was voor de Afdeeling van
Volksonderwijs, waarvan hij steeds geduren
de zijn verblijf in Winkel lid was geweest.
Moeielijk echter was 't hem gevallen een
onderwerp te vinden, waarover hij zou
spreken. Op het gebied van onderwijs toch
is reeds zooveel gesproken en geschreven,
dat er niet veel over blijft, waarvan ge
zegd kan worden, dat het nieow is.
Hij zou daarom spreken over iets, dat
algemeen bekend is en trachten het oude
en bekende te verlevendigen en daarom
koos hij het woord recht, met het oog op de
school.
Het woord recht is een ond woord. De
idee van recht heeft reeds ingang gevon
den in de oudheid, in de tijden der eerste
samenleving. Uit den bandeleozen tijd, toen
ieder deed, wat hem goed scheen, werd
i allengs een betere toestand geboreD, en
lieerde het volk plichten kennen, die het
jegens de maatschappij te vervallen had
Die plichten te regelen gaf aanleiding tot
het geschreven recht. En thans gepaalde
de spreker zich tot het recht op t gebied
van 't onderwijs. Het recht van lederen
Nederlander is, dat er over.1 voldoend
openbaar lager onderwijs gegeven wordt,
voor alle kinderen toegankelijk. Het kind
heelt recht op goed onderwijs, het heeft
recht op plaatsing in de school. Is het
middelbaar en hooger onderwijs voor enke
len, omdat het een geheel ander kirakter
draagt dan het lager, daar het van veel
langer duur is en opleidt tot bijzondere
maatschappelijke betrekkingen en beroepen,
het lager onderwijs is voor ieder; elk kind
heeft van nat are daarop aanspraak, het is
rechtens de grondslag voor de algemeene
ontwikkeling. Het lager onderwijs, hetzij
openbaar of bijzonder, is dus een ernstig
volksbelang, want het volk heeft behoefte
ran goed onderwijs. Hoewel een woord
van lof uitende over hit bijzonder onder
was, waar van menige school met de openbare
kan wedijveren, toonde spreker zich een
warm voorstander van de openbare, daar
deze de kinderen van verschillenden rang
en stand samenbrengt. Scheiding zal er
blijven bestaan, maar die wordt aanmer
kelijk verzacht, doordat de kinderen van
armen en rijkon gedurende de kinderjaren
samengaan. Wat klinkt het niet aange
naam, als we de uitdrukking hooren we
hebben samen schoolgegaan, wat een in
vloed ten goede oefent het eene kind uit
op het andere, niet alleen in de school,
maar oik op de speelplaats, niet alleen bij
het spel, maar ook bij het ravotten. De
schooljaren vergeet 't kind nooit en daar
om moet het samengaan van allerlei kin
deren, het besef Van gelijke rechten en
plichten een machtigen invloed uitoefenen
op het latere leven. Het is voor het heil
des kinds, dat het goed onderwezen worde
en toch groeien er nog zcovelen op, zon
der onderwijs te ontvangen, 't zij door
eigen willekeur of door willekeur der ou
ders. Vandaar de wensch van velen naar
eene wet op den leerplicht. Leerplicht,
eene teedere snaar wordt daarmede aan
geroerd bij ons Nederlanders, die zoo vrij
heidlievend zijn en ons niet gaarne laten
dwingeD, al is 't ook in 't goede. Toch wordt
het aantal voorstanders van leerplicht steeds
grooter, waartoe de vermeerdering van het
aantal bijzondere scholen veel bijdraagt.
Evenwel zal de invoering van leerplicht
evenals de uitvoering met veel moeielijk-
heden gepaard gaan, denken we maar
eens asn de verplichte schoolgeldheffing.
Spreker is een voorstander van kosteloos
openbaar lager onderwijs, doch om den
strijd, die geëindigd heette, maar niet is
gtëindigd, we zien het aan de verplaatsing
ervau in da gemeenteraden, niet te verer
geren, achtte hij 't niet goed thans op af
schaffing van schoolgeld aan te dringen.
Wel zou hij wer.schen, dat in de wet
niet alleen een minimum maar ook een maxi
mum van schoolgeld werd opgenomen, om
zood rende een willekeurig opdrijven ervan
tegen te gaan.
Dat er strijd is op onderwijsgebied, is
niet te betrcureD, mits die strijd ernstig
gevoerd wordt en ten goede komt aan het
volkskind. Hierna schetste de spreker het
volkskind met zijne rechten op eene goe
de opvoeding en goed onderwijs, rechten
waarvan het zich zelf niet bewust is, maar
die wij weten. Het huisgezin kan niet ge
ven, wat 't kind noodig heeft, de school
moet erin te hulp komen, huis en school
moeten samenwerken, samen de zaden van
kennis en deugd ia de harten der kinde-
riu uitstorten. Dan, maar ook dan alleen
zullen zij tot bruikbare leden der samen
leving gevormd wordeD.
Na de pauze behandelde spreker meer
het onderwijs zelf met zijne leervakken,
methoden, veranderingen en verbeteringen,
die voor en na ingevoerd zijn. Hij wees op
de noodzakelijkheid van verlenging ran den
schooltijd vooral voor de meisjes, op her-
halingsonderwijs, maar dat geen inhalings-
ondtrwijs moet zijn, en dat rekening moet
houden met het piactische leven, op de in
deeling in klassen, op bezoldiging der on
derwijzers, pensioenverzekering san wedu
wen en werzen van onderwijzers,en hij spoor
de de leden van Volksonderwijs aan, mede
te werken tot bereiking van het doelgoed
onderwijs voor a le kinderen. Er moet be
langstelling gewekt worden bij 't volk voor
goed onderwijs en trouw schoolbezoek,
want van eene krachtig ontwikkelde volks
overtuiging is meer beil te verwachten dan
van eene wet, die all s regelt ea pasklaar
maakt. Komt dan eindelijk eene wet op
den leerplicht, dan kunnen we zeggen, dat
is op ons teirein. Een voorbeeld hiervan
geeft ons de regeling van het lager ouder
wijs bij de wet van 1806, De Maatschap
pij tot Nut van 't Algemeen betrad niet
het gebied van den Staat, maar omgekeerd
de Staat 't gebied van 't Nut.
Vertraagt daarom niet, zeide de spreker
ten slotte, maar toont door Uwe belang
stelling en medewerking, dat gezegd kan
worden In Nederland wordt 't recht op
onderwijs erkend en gehandhaafd, in Ne
derland wordt ieder Kind ondeiwezen.
Met een wcord van dank aan den spreker
voor zijne lezing, die tintelde van liefde vcor
de kinderen des volks, en aan de aanwezi
gen voor hunce talrijke opkomst, sloot de
Voorzitter de bijeenkomst.
Dinsdag vergaderde de
afdeeling Tesstl tan de Holl. Maatschap
pij van landbouw te TEXEL om de bran
dende quaestie der graanrechten te
bespreken. De heer Dijk leidde het vraag-
stuk iD, Yolgms zijne meening, zou met
de invoer van graanrechten de boer be
deelde van de schatkist worden. Voor de
veefokker vooral zou het nadeelig zjjn
Hoogere graanprijzen zouden ten gevolgd
kunnen hebben, dat men zich alhier meer
ging toeleggen op graanbouw, waardoor de
schapenfokkerij, waarvoor Tessel's bodem
natuurlijke voordeelen aanbiedt, achteruit
zou gaan. Hij gaf vervolgens eenige bere
kening: L. als vtrbruik en invoer hetzelf
de, 2. als het vrrbraik minder werd, 3.
als eigen teelt minder invoer tengevolge
had. De uitslag wss in twee gevallen ze
ker verlies en in één geval een onzekere
winst. De heffing van giaanrech'en was dan
ook zeker niet het middel om verbetering
te brengeD.
Bij stemming bleken 28 van de 31 aan
wezigen tegen heffing.
Met 26 stemmen tegen 5 werd tot het
honden van een tentoonstelling dit jaar
besloten. Dv. H
Als een zeldzaamheidmag
gemeld worden dat de heer G. Stins den
12 Febr. een reisje heeft gedaan van 't
WAARLAND naar ALFEN aan de Rijn,
op de schaats, 's Morgens 7 uur werd de
tocht aanvaard en dis middags half vijf
was de plaats van bestemming bereikt.
Maandags daarop werd langs der zelfden
wig de terugtocht gedaan. En dat in
Februari
De reder ij kerskamer Phi*
lothechllie te WIERINGERWAARD'
geelt dtzen winter geene uitvoering. In
beginsel wa3 besloten tot opvoering van
het tooneelstuk pilaar Gustaaf1 door
W. W ij k e r, doch nu de uitgave van
dat stuk eenigszins werd vertraagd, hieft
men besloten de uitvoering uit te stellen
tot het najaar.
Woensdagavond was er in
de Bos te WINKEL eene ongewone druk
te en heerschte er een feestelijke stem
ming.
Het Fanfare-corps bracht namelijk eene
serenade aan zijnen waardigen Directeur,
den heer A. Egmond, bij gelegenheid zij
ner 12è-jange eclitvereeniging. Eene aan
gename verrassing was het voorden jubi
laris, toen zijn muziekcorps hem dit hul-
debewijs bracht, maar daarbij was het een
welverdiende hulde, want de heer Egmond
is het, dia gemaakt heeft, dat velen iu de
gemeente zich aan de meziek wijden niet
alleen, maar ook op wedstrijden eervolle
onderscheidingen hebben verworven.
Een vreeselijke dood!
In de Pottenstraat te UTRECHT, zou
de in den nacht van dinsdag op woens
dag, omstreeks 1 ure, eene ruim 73—ja
rige juffrouw, die aldaar met eene cudere
zuster en oude huishoudster een boven
hui» bewoont, zich van de keuken naar
haar sla pkamer begeven, doch had het
ongeluk bij hit verlaten van de keuken
te struikelen, waardoor de brandende pe
troleumlamp welke zij in de hand droeg
brak. Ongelukkig kreeg zij den inhoud
van de lamp over hare kheding, welke
oniridde lijk daarop in brand geraakte. In
haar angst vluchtte zij naar haar slaap
kamer, doch viel daar bewusteloos op den
grond neder, in welken toestaud zij door
den benedenbewoner, die op haar angstge-
schrei was toegesneld, werd gevonden. Ge
holpen door de huishoudster, die inmid
dels was ontwaakt, gelukte htt deze om
de juffouw, de nog altijd brandende klee-
diDg van het lijf te rukkm. Zij had ech
ter reeds zulke hevige brandwonden beko
men, dat de geneeskundige, wiens hulp
men had ingtroepen, haar onmiddellijk naar
het St. Audrea Gesticht liet vervoeren,
waar zij weinige uren later onder de he
vigste pijnen bezweek.
Sedert 8Januarijl. wordt
te ALMAAR veimist II. E. 38jsar, klerk
op het hypotheek- en kadasteikantoor.
Uit naam der echtgeuoote die ver
moedt dat hij zelfmoord heeft
gepleegd, verzoekt de commissaris
van politie te ALKMAAR opsporing en
bericht.
Een adres aan de Tweede
Kamer, aandringende op invoerrechten op
granen, dat eenige weken in 't hotel Be
drie gemeenten te HEEREN VEEN ter on-
derteekening heeft gelegen, mocht geen ea*
kelen naam verwerven.
TeAarle-Rikstel (Noord-
Bradam) werd dezer dagen een boerea-
knecht, die zich langer dan goed voot
hem was, in een hoi berg had opgehouden,ov r
dit feit door zijn baas onderhouden. Be
knecht ontstak hierover zoodanig in toorn,
dat hij zijn baas het vleesch enden nagel
van den middelsten vinger beet, zoodat
het been overbleef. De vrouw van den
landbouwer, die op het hulpgeroep van
haar echtgenoot was toegesneld, werd 6"
veneens mishandeld, waarop man en vroutf
in de weide vluchtten. Op waarschuwing
der dienstmeid, wisten zich eindelijk eeni
ge personen van den woestaaid meester
te maken. De Rijkspolitie, die de zaak
in handen heeft, zal zeker wel zorgen»
dal dit onmensch voor eenigen tijd onscha*
lijk gemaakt wordt,
B ij de w e k e 1 ij k s c h e The®
Thomson's verloting is Woensdag
Februari "95 de prijs van f 25. - ten
deel gevallen aan Mej. Van Walcheren t®
Kampen; de premie van 5 Kilo Thee »an
den winkelier, den Heer J. G. Hoodhoek-
Hegt aldaar.
Snelpersdruk van J. Winkel te Schage®*