Brieven lil de Maasstad. A. R. SlOQS. D. Binnenlandsch Nieuws dat invoerrechten, matig geheven, voordeel moeien opleveren, voor landbouwer, arbei der, znivelbereider en vetweider en op den keper beschouwd, voor de geheele Neder- landsche maatschappij. Bij eene matige heffirg, behoeven de broodprijzen zoo miniem te stijgen, dat alle arbeiders er tegelijk om moes'en vragen. 1 kilo brood toch is nog geen kilo graan, want goed roggebrood bevat neg p m. lj3 water, en wittebrood is slechts vcor onge veer de helft graan en voor de andere helft melk, water, gist enz. Maar, zal men mij toevoegen, die ver betering geldt alleen voor het platteland en de kleine stad, die van de welvaart van het plateland afhangt, maar voor de groote centra's der bevolking, zal het na- deelig zijn. Mijne meening is echter ge heel andtrs. Bot kapitaal verplaatst zich langzram maar zeker, van het platteland naar de steden- en van Nederland naar het bui tenland, zou ik er bij kunnen voegen, en bij mij staat het vast, dat bij dtzen voortgang, Amsterdam binnen 25 jaar met 400.000 arme platte landbou wers overstelpt zal worden en Rotterdam en andere groote centra's, naar verhouding, en wat zal aldaar het gevolg zijn: overgroote armoede, werkloosheid en al de gevolgen van dien, en kwam dar, die overgroote en ondragelijke armtnzorg, voor rekening al leen van dat langzaam naar de steden verplaatste groot kapitaal, dan zon het evenwicht ook langzaam heistellen, maar het kan niet anders of de nijverheid en de middenstand, worden er hot zwaarst door gedrukt en ook daar moet ten laatste ook alle welvaart wijken. Het beste van uwe vergadering hopend, teeken ik Hoogachtend, Uw medestander: J. Kuilman.11 Bij monde van den heer J. Koomen wordt mededeelirg gedaan dat de heer Jb. Stammes zich noemt protcctionist, maar Diet ter vergadering kon verschijuen. De uitslag der stemming over de ze ven heeren die het gewenscht comi'é zou den vormen, was spoedig bekend. Direct werden gekozen, de heeren Be Boer, Wie- ringerwaard, met 19; Korver, den Helder, roet 19; A. SloosWinkel, met 18; Baclcx Wieringerwaard, met 18; J.Koomem, Winkel, met 17 en 7. KomenWaard polder, met 15 stemmen; terwijl in de herstemming tus- schen de heeren: S. Keet te Schagen en D. Breebaart teWinke), de eerste werd gekozen. Alle heeren namen de benoeming aan. Na bespreking der propaganda—middelen, dragelijkste is, zij hebben gelijk." „Zij bestrijden u, omdat gij hen overvleu geld hebt. Ik meen echter, als ik, dom kind u een raad geven mag, gij moet u niet met dergelijke gedachten kwelllen. Wellicht is be'geen, gij vroeger voor waar hieldt, slechts valsch geweest, anders waart ge niet op den tegenwoordigen weg geraakt." Hij schudde bet hoofd. „Zoo is het niet, ofschoon het mij ook zoo voorkwam. Ik weet maar al te goed, hoe zulks gebeurt. Eerst gaat het langzaam, bg een geringe zaak, om ergens voet te winnen, om zich bekend te makeD, om oprien te verwekken, ter wille van de ijdelheid. Bij mij waren er nog bijzonders omstandigheden 1 Dat kunt gij het beste weten.En wanneer men dan een maal den duïvel één vinger heeft toegesto ken, is men weldra op zijne dwaalwegen verzeild en doet men vergeefsche moeite, door ze te willen verlaten. Vergeef mij, het is toch zeer ondankbaar van mij, den korten tijd dat ge bij mij zijt, u te vergallen, door mijne klachten te niten, maar ik beb ook niemand anders op de wereld." „Spreek slechts," zeide zij, „het zal u het harte lichter maken." „Ja dat is wel mogelijk, maar uw onbe dorven gemced kan zich dat alles niet voor stellen." „Ik begtijp alles zeer goed, en ik geloof dat je beter-ik, wanneer het ernstig op do proef wordt gesteld, glansrijk de overwin ning zal behalen." „Mijn beter ik?" riep bij nit, „het komt mij dikwijls voor, alsof ik reeds dat verloren beb." Maar toen hij zag dat baar gelaat be trok, voegde hij er uau loe: „neen, neon, ge hebt gelgk, dat kan ik nooit verliezen, wanneer ik u bezit; maar ik zal u nog iets zeggen, dan weet ge hoe het met mij gesteld is." „Eindig liever," antwoordde zij, „anders zegt ge nog, dat ge uw taalkennis ook aaD mij te danken hebt en zegt gij alle mogeljjke fraaiigheden van mij, die mij in uw oog zoo begeerenswaard gemaakt bebben." „Dat gelooft ge zelf niet, wat ge daar zegt, ge weet even goed als ik, wat ik zeggen wilde, dat alles geschied is om uweut- wille." „Des te erger, dan zal eenmaal het oo- genblik komen, waarop gij inziet, dat ik zulk een offer niet waard ben en daarom is het wellicht beter, dat gij het in het geheel niet brengt." Hij lachtte schel, „Dwaas meisje, dat gij zijt en dwaas die ik ben. Kan ik mijne oogen blindheid en mijn hart stilstand ge bieden Waarom zijt gij mij in den weg gekomen, bartenveroveraarster Gij hebt mij aan n verbonden, en u nu te kannen aanbieden wat gij noodig hebt, zal mijn streven zijn. Waarom hebt ge mijn ganscbe denken en doen in beslag genomen, zoodat alles wat ik verricht, slechts vcor o ge schied Ik ben als een vogel in een kooi. Ik wil tot n vliegen, maar de koperen sta ven versperren mij den weg, en wanneer ik de kooi verbrijzel, kan ik wel vliegen, maar de kracht ontbreekt mij, u mede te voeren. Dat verlangen naar die kracht ver teert mij. Dat is de oorzahk van al mijn lijdeo. In vrijheid gedresseerd 1 Zoo klintt bet mij in de ooren, ja de dressuur is wer kelijkheid en de vrijheid is slechts verguld!*' Wordt vervolgd. na vaststelling der contributie voor leden op f 0.25 en na ernstige gedachten-wisseling over het succes dat de landbouwer heeft bij het bezoek van voor hem opgerichte scholen, vraagt de heer Jan Koomen van Winkel, of hij mee mag deelen waarom bij protectronist is. Hij vraagt dat, naar aanleiding van de meening van den heer Keet, dat het protectionisme voor ambte laren niet van belang is. De heer Koomen stelt door voorlezing zijner brochure de wenschtlijkheid voor het heffen van graan rechten in helder licht. De vergadering tcont haar ingenomen heid met bet handschrift en geeft den heer Koomen in overweging om hit gedrukt te laten versprei len. Bij het uitspreken der wenschelijkheid, dat de ijversar9 voor beschermende r>ch- ten in hun streven zullen slagen, sluit de voorzitter de bijeenkomst. Rotterdam, 21 Februari 1895. XXXIV. Vóór honderd jaar was er in de Maas stad geen soephuis. Of er toen geen ar moede was, wett ik niet, dit alleen mocht ik vernemen van de heeren bestuurders derRotterdamsche soep- uitdeeling, dat zich in December van hit jaar 1800 twaalf heeren vereenigden om, in navolging van de jRumforsche soep' in Engelind spijs- uitdeelingen te houdeD, welk plan door de heeren stadsbestuurders bij proclamatie warm werd aanbevolen. Ir. de volgende jaren tot '26, hield men niet geregeld uit- deelingen, alleen in zeer strenge winters deed men dat. In 1826 werd besloten de oitdeelirgen permanent te beschouwen en voortaan werden elk jaar, gedurende een twaalftal weken de uitdeeliogen gehouden. In het cholerajaar 1853 kookte men 24 weken achtereen en in de laatste jaren, ook in dit jaar duurden de uitdeelingen van December tot Maart. Zoo hebben wij thans ons soephuis naar den eiscb. Ja, naar den eisch is het, en wat er vandaan komt is naar den eisch. Of het erwtensoep is, of rijstensoep of bo- tersoep, 't is alles goed eetbaar en smakelijk en lekker. Men heeft mij een bord van het tweede voorgezet en maar zelden heb ik zoo'n soepja gegeten.Puur kracht, mijne heeren, een delicatesse. Een soephuisbord soephuissoep is iets extra-fijn». De gebrui kers zijn 't helaas, niet ellen met mij eens, velen zijn er onder hen die het noodzake lijk vinden „voor de flauwe smaak" er een borrel op te gieten, zulke ondankbaren... Des nachts te twee uur worden in het soephuis de vuren onder de enorme oven ketels aangemaakt. Dan brandt er een llauw gispitje en in 't halve licht daar van loopen de mannen en vrouwen, er zijn er vur, en allen zijn engelachtig wit gekleed, in groote beweeglijkheid dooréén. Als 't vuur helder opvlamt, klimmen zij met ladders op de planken verheven heden tegen den ketelmnur en zetten de groote wateikranen open. In breede stroo men golft het water de zwarte ruimte in, sissend eerst borrelende dan, en weldra in ge lijken luid-klaterenden val. Als de ketelB bijna vol zijn worden de kranen gesloten en de ingrediënten in het water gekletsenorme hoeveelheden ge hakt vleesch, erwten of rijst, of wel de inhoud van talrijke gevulde bolervaaljes. Zoolang alles boven het gloeiende vuur in borrelende koking dooreenwoelt zetten zich de witte mannen op de planken ver hevenheid neer en lezen bet Nieuwsblad of vertellen elkaar moppige geschiedenissen. Een nieuweling onder hen heeft altijd het genoegen de treurige historie van den in zijn ambt gestorven collega te vernemen. Een griezelige geschiedenis, lezers, hoor maar Op een zekeren nacht was een Rotter- damsche soepkoker in slaap gevallen, op den rand van den ketel en, al droomende, hnd hij een drukkeling gemaakt in het kokende nat. Hu 1 zijn kameraden misten hem niet, zij geloofden hij is een borrel gaan drinken nu een half unrhij zal twee borrels gedronken hebbenna drie kwartier :drie borrels; na een uur vier borrels en na twee uur: hij zal dronken wezen en nitt kunnen komen Helaas, de arme kerel kookte onder wijl I De vrouw van den gesloofden man bracht de waarheid aan het daglicht, zij at 't middags van de soep en een „nauw merkbare, eigenaardige" smaak, herinnerde haar zoo levendig aan haren Louw die, dat zij in één alles begreep, in tranen uitbar stte en op »hooge btenen' naar het soep huis ging. De kameraden stelde nadat de deeling was afgeloopen, een onderzoek in en toen vonden zij op den bodem een beentje, dat behoord moest hebben aan den sterk geprocouceerden neus van hunnen vermisten collega. Op het vernemen daarvan stak de rampzalige weduwe zich onmiddelijk in het zwart, vroeg en kreeg hulp van Armenzorg en deelde in de couranten mee dat de be droefde weduwe van den op bedroefde wijze aan zijn eind gekomen soepkoker met zes blocivn van kinderen, ncgtejoDg om het treurige verlies te beseffen, de zaak in kruidenierswaren op dt zeilde vrij- voort zon zeiten. Booze tongen beweren nu dat de ge kookte aoepkoker in volmaakt rauwen toestand in een provinciestadje een goed beklante herbeig drijft. Wat daarvan aan is, weet ik niet, het verhaal wordt gedaan en telkens weer gedaan, iets zal er wel van aan wezen. Dit en andere vertellingen en een dutje korten den tijd. Des morgens legen 9 uur komen de vrouwen die voor de be diening zijn aangewezen, de dikke baas doet zijn in'rede en men is nu binnen gerei d. Maar ook buiten is men vaardig. Wie tegen 10 uur de Prinsenstraat doorkomt, voelt zich den neas aangenaam prikkelen door een walmende lauwe soep geur en hij ziet er voor 't soephuis eenige dozijnen mannen en vrouwen staan, gewa pend met emmers en keteltjes. Luitjes van allerlei slag, meest huismoe ders die in drukke conversatie zijn, huis vaders die zwijgend rondkijken, jonge dochters die nijdig aan 't twisten zijn, ou de en jonge tabakspruimende mannen, be- hoeftigen, alleen wachtende op een portie van het overschot na afloop van de uitdee ling aan de meer—bevoorrechten. A oor in de rij staan kinderen, die al om half negen door hunne ouders zijn uitgestuurd om een goed plaatsje te veroveren, vlak bij de deur, om zoo meer zekerheid voor het krijgen van een portie te hebben. 'k Mag maar lije da se war rijaal ge kookt hebbe vandaag, zegt een huismoe der, gisteren was 't hommeles, der bleef waarachtig haast niemendal over. Jes- ses Betje, dring toch zoo niet, laat ieder op s'n plaasie blijven Zeg? antwoordt Betje een aanvallige duizend wek ige schoone zeg, verheel'je niks hcor, ik dring niet, maar jij mot ook altijd vooran staan, iederen middag haal je het beste weg. Nou, wat doch ie dan, ik bin een getrouwde vrouw en jij bent een vrije meid. Is 't waar Betje, ben jij nog vrij vraagt een jonkman en hij doet die vraag vergezeld van een zoo uitdrukkelijke armkneep dat Betje dreigt hem de jrbar- sens' in te zullen slaan. Er dreigt ruzie te komen maar de wacht houdende diender komt gelukkig tusschen- beiden .net een kort bevel „Moei houwe jullie daar, of je gaat er uit' Binnen is de uitdeeling nu in vollen gang, de mannen gieten met groote lepels de soep in een lager hangende trog uit den ketel en de vrouwen vallen met le pels van een bepaalde maat in port'.ën de emmers en de kannen. De baas verkoopt de kaartjes, zeven centen de portie. Tot dien verkoop is de commissie genoodzaakt geworden om een einde te maken aan een allerschandelijksten handel die door hebzuchtige vrouwen op straat gedreven werd. Hij doet dat heel opgewektEen portie, asjeblieft Jan, daar hei je niet genogt én Jan Vier porlie's, da's 28 centen Keetje. Heb je zoo'n honger Keet- ie Om twee uur worden de buitenwachtenden binnengelaten en de deur gaat op slot. ^Zoolang de voorraad strekt' wordt elk hunner een portie soep verschaft. Velen moeten »Leg' heengaan, die heb ben het land en mopperen luid. De kin dertjes thuis hadden zoo vast op een mond je warme soep gerekend en na krijgen ze nietsDe armoe thuis is zoo groot en er is zooveel honger! In een half uur zijn ook dezen geholpen. Om drie uur vertrekken de be ambten, de deuren worden zorgvuldig ge sloten en er is nu rust in 't soephuis tot deu volgenden nacht. Lezing; gehouden inde Af- deeling WINKEL van Volksonder wijs, door deu Heer W. J. van Hoog straten te Edam, op Dinsdag 19 Febru ari 1895. De Voorzitter der Afdee'ing, de hier K. Vries, heette te half acht uit naam van het Bestuur de aanwezigen, ongeveer een 150 tal damt 8 en heeren, welkom en opende de virgadering. Hij twijfelde niet of velen der aanwezigen zagen met genoegen hun ouden vriend nog eens voor hen optreden en dat hij juist oordeelde bewees het ap plaus, dat op zijne openingsrede volgde. De Heer van Hoogstraten het woord ver kregen hebbende, zeide, dat het hem aan genaam was geweest, toen het Bestnur hem had uitgenoodigd voor de Afdeeling op te treden, aangenaam, omdat het was in zij ne oude gemeente, waar hij nog zooveel vrienden en kennissen heeft, aangenaam, omdat het was voor de Afdeeling van Volksonderwijs, waarvan hij steeds geduren de zijn verblijf in Winkel lid was geweest. Moeielijk echter was 't hem gevallen een onderwerp te vinden, waarover hij zou spreken. Op het gebied van onderwijs toch is reeds zooveel gesproken en geschreven, dat er niet veel over blijft, waarvan ge zegd kan worden, dat het nieow is. Hij zou daarom spreken over iets, dat algemeen bekend is en trachten het oude en bekende te verlevendigen en daarom koos hij het woord recht, met het oog op de school. Het woord recht is een ond woord. De idee van recht heeft reeds ingang gevon den in de oudheid, in de tijden der eerste samenleving. Uit den bandeleozen tijd, toen ieder deed, wat hem goed scheen, werd i allengs een betere toestand geboreD, en lieerde het volk plichten kennen, die het jegens de maatschappij te vervallen had Die plichten te regelen gaf aanleiding tot het geschreven recht. En thans gepaalde de spreker zich tot het recht op t gebied van 't onderwijs. Het recht van lederen Nederlander is, dat er over.1 voldoend openbaar lager onderwijs gegeven wordt, voor alle kinderen toegankelijk. Het kind heelt recht op goed onderwijs, het heeft recht op plaatsing in de school. Is het middelbaar en hooger onderwijs voor enke len, omdat het een geheel ander kirakter draagt dan het lager, daar het van veel langer duur is en opleidt tot bijzondere maatschappelijke betrekkingen en beroepen, het lager onderwijs is voor ieder; elk kind heeft van nat are daarop aanspraak, het is rechtens de grondslag voor de algemeene ontwikkeling. Het lager onderwijs, hetzij openbaar of bijzonder, is dus een ernstig volksbelang, want het volk heeft behoefte ran goed onderwijs. Hoewel een woord van lof uitende over hit bijzonder onder was, waar van menige school met de openbare kan wedijveren, toonde spreker zich een warm voorstander van de openbare, daar deze de kinderen van verschillenden rang en stand samenbrengt. Scheiding zal er blijven bestaan, maar die wordt aanmer kelijk verzacht, doordat de kinderen van armen en rijkon gedurende de kinderjaren samengaan. Wat klinkt het niet aange naam, als we de uitdrukking hooren we hebben samen schoolgegaan, wat een in vloed ten goede oefent het eene kind uit op het andere, niet alleen in de school, maar oik op de speelplaats, niet alleen bij het spel, maar ook bij het ravotten. De schooljaren vergeet 't kind nooit en daar om moet het samengaan van allerlei kin deren, het besef Van gelijke rechten en plichten een machtigen invloed uitoefenen op het latere leven. Het is voor het heil des kinds, dat het goed onderwezen worde en toch groeien er nog zcovelen op, zon der onderwijs te ontvangen, 't zij door eigen willekeur of door willekeur der ou ders. Vandaar de wensch van velen naar eene wet op den leerplicht. Leerplicht, eene teedere snaar wordt daarmede aan geroerd bij ons Nederlanders, die zoo vrij heidlievend zijn en ons niet gaarne laten dwingeD, al is 't ook in 't goede. Toch wordt het aantal voorstanders van leerplicht steeds grooter, waartoe de vermeerdering van het aantal bijzondere scholen veel bijdraagt. Evenwel zal de invoering van leerplicht evenals de uitvoering met veel moeielijk- heden gepaard gaan, denken we maar eens asn de verplichte schoolgeldheffing. Spreker is een voorstander van kosteloos openbaar lager onderwijs, doch om den strijd, die geëindigd heette, maar niet is gtëindigd, we zien het aan de verplaatsing ervau in da gemeenteraden, niet te verer geren, achtte hij 't niet goed thans op af schaffing van schoolgeld aan te dringen. Wel zou hij wer.schen, dat in de wet niet alleen een minimum maar ook een maxi mum van schoolgeld werd opgenomen, om zood rende een willekeurig opdrijven ervan tegen te gaan. Dat er strijd is op onderwijsgebied, is niet te betrcureD, mits die strijd ernstig gevoerd wordt en ten goede komt aan het volkskind. Hierna schetste de spreker het volkskind met zijne rechten op eene goe de opvoeding en goed onderwijs, rechten waarvan het zich zelf niet bewust is, maar die wij weten. Het huisgezin kan niet ge ven, wat 't kind noodig heeft, de school moet erin te hulp komen, huis en school moeten samenwerken, samen de zaden van kennis en deugd ia de harten der kinde- riu uitstorten. Dan, maar ook dan alleen zullen zij tot bruikbare leden der samen leving gevormd wordeD. Na de pauze behandelde spreker meer het onderwijs zelf met zijne leervakken, methoden, veranderingen en verbeteringen, die voor en na ingevoerd zijn. Hij wees op de noodzakelijkheid van verlenging ran den schooltijd vooral voor de meisjes, op her- halingsonderwijs, maar dat geen inhalings- ondtrwijs moet zijn, en dat rekening moet houden met het piactische leven, op de in deeling in klassen, op bezoldiging der on derwijzers, pensioenverzekering san wedu wen en werzen van onderwijzers,en hij spoor de de leden van Volksonderwijs aan, mede te werken tot bereiking van het doelgoed onderwijs voor a le kinderen. Er moet be langstelling gewekt worden bij 't volk voor goed onderwijs en trouw schoolbezoek, want van eene krachtig ontwikkelde volks overtuiging is meer beil te verwachten dan van eene wet, die all s regelt ea pasklaar maakt. Komt dan eindelijk eene wet op den leerplicht, dan kunnen we zeggen, dat is op ons teirein. Een voorbeeld hiervan geeft ons de regeling van het lager ouder wijs bij de wet van 1806, De Maatschap pij tot Nut van 't Algemeen betrad niet het gebied van den Staat, maar omgekeerd de Staat 't gebied van 't Nut. Vertraagt daarom niet, zeide de spreker ten slotte, maar toont door Uwe belang stelling en medewerking, dat gezegd kan worden In Nederland wordt 't recht op onderwijs erkend en gehandhaafd, in Ne derland wordt ieder Kind ondeiwezen. Met een wcord van dank aan den spreker voor zijne lezing, die tintelde van liefde vcor de kinderen des volks, en aan de aanwezi gen voor hunce talrijke opkomst, sloot de Voorzitter de bijeenkomst. Dinsdag vergaderde de afdeeling Tesstl tan de Holl. Maatschap pij van landbouw te TEXEL om de bran dende quaestie der graanrechten te bespreken. De heer Dijk leidde het vraag- stuk iD, Yolgms zijne meening, zou met de invoer van graanrechten de boer be deelde van de schatkist worden. Voor de veefokker vooral zou het nadeelig zjjn Hoogere graanprijzen zouden ten gevolgd kunnen hebben, dat men zich alhier meer ging toeleggen op graanbouw, waardoor de schapenfokkerij, waarvoor Tessel's bodem natuurlijke voordeelen aanbiedt, achteruit zou gaan. Hij gaf vervolgens eenige bere kening: L. als vtrbruik en invoer hetzelf de, 2. als het vrrbraik minder werd, 3. als eigen teelt minder invoer tengevolge had. De uitslag wss in twee gevallen ze ker verlies en in één geval een onzekere winst. De heffing van giaanrech'en was dan ook zeker niet het middel om verbetering te brengeD. Bij stemming bleken 28 van de 31 aan wezigen tegen heffing. Met 26 stemmen tegen 5 werd tot het honden van een tentoonstelling dit jaar besloten. Dv. H Als een zeldzaamheidmag gemeld worden dat de heer G. Stins den 12 Febr. een reisje heeft gedaan van 't WAARLAND naar ALFEN aan de Rijn, op de schaats, 's Morgens 7 uur werd de tocht aanvaard en dis middags half vijf was de plaats van bestemming bereikt. Maandags daarop werd langs der zelfden wig de terugtocht gedaan. En dat in Februari De reder ij kerskamer Phi* lothechllie te WIERINGERWAARD' geelt dtzen winter geene uitvoering. In beginsel wa3 besloten tot opvoering van het tooneelstuk pilaar Gustaaf1 door W. W ij k e r, doch nu de uitgave van dat stuk eenigszins werd vertraagd, hieft men besloten de uitvoering uit te stellen tot het najaar. Woensdagavond was er in de Bos te WINKEL eene ongewone druk te en heerschte er een feestelijke stem ming. Het Fanfare-corps bracht namelijk eene serenade aan zijnen waardigen Directeur, den heer A. Egmond, bij gelegenheid zij ner 12è-jange eclitvereeniging. Eene aan gename verrassing was het voorden jubi laris, toen zijn muziekcorps hem dit hul- debewijs bracht, maar daarbij was het een welverdiende hulde, want de heer Egmond is het, dia gemaakt heeft, dat velen iu de gemeente zich aan de meziek wijden niet alleen, maar ook op wedstrijden eervolle onderscheidingen hebben verworven. Een vreeselijke dood! In de Pottenstraat te UTRECHT, zou de in den nacht van dinsdag op woens dag, omstreeks 1 ure, eene ruim 73—ja rige juffrouw, die aldaar met eene cudere zuster en oude huishoudster een boven hui» bewoont, zich van de keuken naar haar sla pkamer begeven, doch had het ongeluk bij hit verlaten van de keuken te struikelen, waardoor de brandende pe troleumlamp welke zij in de hand droeg brak. Ongelukkig kreeg zij den inhoud van de lamp over hare kheding, welke oniridde lijk daarop in brand geraakte. In haar angst vluchtte zij naar haar slaap kamer, doch viel daar bewusteloos op den grond neder, in welken toestaud zij door den benedenbewoner, die op haar angstge- schrei was toegesneld, werd gevonden. Ge holpen door de huishoudster, die inmid dels was ontwaakt, gelukte htt deze om de juffouw, de nog altijd brandende klee- diDg van het lijf te rukkm. Zij had ech ter reeds zulke hevige brandwonden beko men, dat de geneeskundige, wiens hulp men had ingtroepen, haar onmiddellijk naar het St. Audrea Gesticht liet vervoeren, waar zij weinige uren later onder de he vigste pijnen bezweek. Sedert 8Januarijl. wordt te ALMAAR veimist II. E. 38jsar, klerk op het hypotheek- en kadasteikantoor. Uit naam der echtgeuoote die ver moedt dat hij zelfmoord heeft gepleegd, verzoekt de commissaris van politie te ALKMAAR opsporing en bericht. Een adres aan de Tweede Kamer, aandringende op invoerrechten op granen, dat eenige weken in 't hotel Be drie gemeenten te HEEREN VEEN ter on- derteekening heeft gelegen, mocht geen ea* kelen naam verwerven. TeAarle-Rikstel (Noord- Bradam) werd dezer dagen een boerea- knecht, die zich langer dan goed voot hem was, in een hoi berg had opgehouden,ov r dit feit door zijn baas onderhouden. Be knecht ontstak hierover zoodanig in toorn, dat hij zijn baas het vleesch enden nagel van den middelsten vinger beet, zoodat het been overbleef. De vrouw van den landbouwer, die op het hulpgeroep van haar echtgenoot was toegesneld, werd 6" veneens mishandeld, waarop man en vroutf in de weide vluchtten. Op waarschuwing der dienstmeid, wisten zich eindelijk eeni ge personen van den woestaaid meester te maken. De Rijkspolitie, die de zaak in handen heeft, zal zeker wel zorgen» dal dit onmensch voor eenigen tijd onscha* lijk gemaakt wordt, B ij de w e k e 1 ij k s c h e The® Thomson's verloting is Woensdag Februari "95 de prijs van f 25. - ten deel gevallen aan Mej. Van Walcheren t® Kampen; de premie van 5 Kilo Thee »an den winkelier, den Heer J. G. Hoodhoek- Hegt aldaar. Snelpersdruk van J. Winkel te Schage®*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 2