Ni Ml-
Ailtlltltit-
al.
He E
Donderdag 14 Maart 1395.
39ste Jaargang JÜTo. 2972,
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENtJLEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL.
Bureau: SCHAGKK» Isaan, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Gemeente 8 c h a g e n.
Bekendmakingen.
Dierenmishandeling.
De Burgemeester der gemeente Scha-
gen overwegende:
dat eenigen tijd geleden tegen den
voerman van een voor een rijtuig aan
gespannen paard door de politie proces
verbaal is opgemaakt, omdat deze de
barbaarschheid beging, zijn paard voor
een der logementen op de marktplaats
alhier in het gareel te laten staan wach
ten van 's middags 12 tot 's avonds 9
ure;
dat nu en dan ook bij verbaal wordt
geconstateerd, dat honden voor een naar
hunne krachten overladen wagen worden
voortgezweept, of wel, dat een of an-
den beest op onmenschelijke wijze wordt
voortgepord;
dat in de laatste weken, ondanks de
vermaningen der politie, het treurig
schouwspel bij herhaling vertoond wordt,
dat op de Donderdagsche weekmarkt te
Schagen de nuchtere kalveren met de
meest stuitende ruwheid en (wreedheid
worden behandeld;
dat toch deze dieren, de pooten dik
wijls met een dun, vlijmend scherp
touw gebonden, bij het lossen en laden
Sis gevoellooze voorwerpen op elkander
worden gesmeten, terwijl bij het ver
voer de wagens meer dan boordevol-
geladen zijn en de koppen der beesten
naar beneden afhangen;
dat deze betreurenswaardige mis
handelingen in strijd zijn met de wet en
met de eischen der humaniteit:
met de wet, omdat artikel 455van
ons wetboek van strafrecht bepaalt,
FEUILLETON.
ROMAN
van
Georg Bendler.
32.
dat het verboden is:
le. dieren e6n last te doen trekken of
dragen, welke kennelijk hunne krach
ten te boven gaat;
2e. het vervoer door trek- of lastdie
ren te doen plaats hebben op een
noodeloos pijnlijke ot kwellende
wijze;
3e. dieren te vervoeren op eene noo
deloos pijnlijke of kwellende wijze;
met de eischen der humaniteit,
omdat mishandeling of kwelling van
dieren, ons beter gevoel geweld aandoet
en een bedenkelijken invloed op den
volksgeest uitoefent.
Brengt ter algemeene kennis dat der
gelijke lichtzinnige en afkeurenswaardi
ge handelingen, voor zooverre zij onder
het bereik der strafwet vallen, alhier
met kracht zullen worden tegengegaan.
Schagen, 1 Maart 1895.
De Burgemeester,
S. BERMAN.
Binnenlandse)] Nieuws.
WegeDS plaatsgebrek moet
het verslag van den Raad
der gemeente Zijpe tot een volgend no.
blijven liggen.
de Red.
Hoppe had ook onderwijl niet stil geze
ten. Om Ilelb'g nog te kannen spreken,
voor dat bij naar buiten ging, was Hoppe
tot groote verwondering van Helbig dade
lijk na het eten, weder op bet bureau ver
schenen. Helbig luisterde zonder eenige
ontroering naar Hoppe's verhaal omtient
het bezoek van Christina. Hij wist niet,
welk treurspel zich in zijn huis had aigespeeld.
Waarschijnlijk, zoo vermoedde bij, weder een
onbeschaamdheid van Kleinholz. Hij zou
wanneer bij thuis kwam, dadelijk met het
meiBje spreken, „en, wanneer zij bet dan per
ierce weten wil, welou dan zal ik haar de
waarheid zeggen. Eenmaal moet het toch
gebeuren 1" Dat alles besprak bij even kalm
en bedaard, als gold het de eene of andere
geldelijke aangelegenheid, zoodat Hoppe zich
niet weerhouden kon, daarover zijne verwon
dering te betuigen.
.Waarde Hoppe,* antwoordde Helbig,
„wij kannen in dit leven niet vooruit alles
bezorgen. Dat wat komen moet, komt. In
zaken ia dat anders. Daar is bet wacht
woord vooruit alles berekenenanders ge
raakt men onder den voet. Haar het leven
met al zijne toevalligheden J Ik vraag je,
boe wil je dat alles nu vooruit kunnen be
denken
Zoo ging hij dan op den gewonen tijd
naar buiten, naar zijn villa, niet weinig ver
wonderd, daar alles in groote opschudding
te vindeo, die bij zijne thuiskomst nog ver
ergerde. Men had er op gerekend, dat Chris-
tiua met hem terugkeeren zou, ezi men was
nu niet weinig verwonderd, hem alleen
'buig te zien komen.
Wat zou dat moeten beteekenen? Hijzelf
was niet minder verrasthij had zeker ver
wacht haar thuis te vinden. Melanie kwam
niet voor den dag, zij was op haar kamer,
en ieder bezoek tot haar algewezen,
zelfs van haar dochter, die even radeloos
was als de anderen en evenmin ook wist,
Wat er gebamd was. Zoo moest Helbig wel
beshuti
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen brengen naar aanleiding van het 2e
lid van art. 35 der Wet van 4 Juli
1850 (Staatsblad do. 37) bij deze ter al
gemeene kenuis, dat bij de herziening der
lijsten, aanwijzende de persouen, die be
voegd zijn tot het kiezen van leden voor
de Tweede Kamer der Staten Generaal,
de Provinciale Staten, en den Gemeenteraad,
de namen der volgende personen wegens
het verliezen van een cf meer der gevorder
de vereischten of uit hoofde van overlij
den dasrop zijn geschrapt als.
A. Wegens het verliezen van ren of
meer der gevorderde vereischten
Syvert Bakker, Jan Pieter Blauw, Abel
Braamhorst. Christiaan Broekhuizen Pz.,
Cornelis Brügemann, Theodorus Peeiinga,
Louis Hornong Sr., Arie Kant, Jacob
Kooij, Theodorus Evert Jan Odendaal,
Jan Roggeveen üz., Frederik Arie Swa-
ger, Cornelis Yessies, Jacob Wagenaar.
B. Wegens overlijden Pieter Bekker,
Gerrit Dignurn, Willem Kerkmeer, Cor
nelis de Pater Sr.
Schagen, 12 Maart 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
te
>en zyue vrouw te bezoeken, om daar
Weten te komen, wat er den eigenlijk toch
gebeurd was.
Hij vond haar aan het venster zitten. On
beweeglijk staarde zij naar het park, waar de
ondergaande avondzon de toppen der hoo
rnen met baar laatste stralen streelde. Zoo
bad zij uren lang gezeten en bad zij op baar
man gowacht. Zij was nu geheel kalm ge
worden. Zij had alles overlegd, wat zij hem
zeggen wilde. Wat zij te doen had, stond
haar duidelijk voor oogen.
„Waar is Christina f waren zjju eerste
woorden bij zijn binnentreden.
Melanie wende het hoofd, en uit haar blik
kon men zien, dat er iets zeer ernstigs moest
gebeurd zijn.
Rustig zonder eenige opwinding, vroeg
zij„Is zij weg
„Verdwenen, heden morgen Weet gij dat
daD niet
„Neen, maar bet verwondert mij niet.
Lees dezen brief 1 Wellicht wordt je dan al
les duidelijk.1'
Zij gaf hem den brief, dien hjj haastig door
vloog.
Hij vroeg niet hoe Christina hiervan
kennis gekregen had, hij liet de hand, die
den briel vasthield, slap langs zich vallen.
Melani zag hem doordringend aan. Hare
trekken drukten angstige spanning uit, baar
gelaat was doodsbleek een ijzige rust was
over baar gekomen. „Dat is dus het eind
van een twintigjarige samenleving."
„Melina, bet geschiedde, eer ik jou ken
de»
„Gij begrijpt mij nog heden niet, zooals
gij mij nooit begrepen hebt 1" teide zij hard.
„Wat bekommer ik mij om het verleden?
Ik ben oud genoeg om het dierlijke ineen
mensch te kunnen begrijpen. Het vreese-
lijke bier is, die gemeene leugen, die mijn
huis verpest heeft, die mij van uit alle
boeken spottend aangluurt,en die niet meer
te verdrijven is. O wat martelt mij dat.»
Zij stond op, en zag, met d»n rug Daar
hem gekeerd, het venster uit. Helbig kneep
de lippen opeen en zocht naar een antwoord:
„Had ik kunnen voorzien, wat er gebeuren
zou, ik zou het niet gedaan hebben, ik zou
u alles gezegd hebben I"
„Juist als de dief, die steelt, en hoopt
dat het niet uitkomt."
„Melanie
Zij wendde zich tot hem Wat blief
Is het dan soms niet de groots'e diefstal
wanneer men het vertrouwen steelt Sn
dat hebt gij gedaan. Huichelachtig hebt ge
gesproken over het wel van Thesi, waar
het niets anders gold, dan uw eigen ver
langen te kunnen bevredigen. Ik herinner
Zelden of nooit werd hier
een uitvoering zoo slecht bezocht als die,
welke te WIER1NGERWAARD j.1. Zon
dag door de „Schager Harmonie*
werd gegeven. De op Dinsdag d. a. v. te
geven Zanguitvoeringheeftbepaaldschuldaan
het geringe bezoek. Zij die de uitvoering heb
ben bijgewoond, wenschen de Harmonie
een welgemeend »Tot weerziens*. Goeden
wijn behoeft geen krans. Moge de Har
monie zich door dezen avond niet laten
afschrikken.
De afdeeling HEER-HUGO-
WAARD „de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw* heeft in hare vergade
ring zich tegen de invoerrechten op gra
nen en derhalve tegen de motie Dobbel-
man verklaard. Van dit besluit i tl kennis
geving worden gezonden aan het Hoofd
bestuur, met de mededeeling als hare o-
vertuiging, dat eene dergelijke bescherming
van den landbouw, niet is een algemeen
belang.
De kiezerslijsten voor le
den van de 2o Kamer, Provinciale Staten
en den gemsenteraid wijzen voor de ge
meente HEER-HUGOWAARD 306 kie
zers aan tegen 395 in het vorige jaar.
In de gemeente HEER-HU
GOWAARD circuleert bij de ingezetenen
ter teekening een adres aan den Mini
ster van Waterstaat, Handel en Nijverheid,
ter verkrijging van een personen-halte
op de ontworpen spoorbaan Heer-Hugo-
waard Hoorn, op de plaats waar de
lijn den middenweg zal doorsnijden. Af
schriften hiervan zullen ter kennisneming
worden gezonden aan verschillende corpo-
ratien, aan den heer A. P. de Lange lid
der 2e Kamer der Staten generaal en aan
den heer J. Breebaart Kz. lid der le
Kamer der Staten generaal, met verzoek
om betuiging van adhaesie.
Van af den 14e zal het adres geduren
de acht dagen ter teeknning liggen ten hui
ze van den heer E. lauber.
mij nog maar al te goed, elk door u ge
sproken woord. Gij hebt u niet ontzieD, om
het voorwerp uwer schande onder dat voor
wendsel, saam to doen opgroeien met uw
andere kind, Waarom ziji go niet tot mij
gekomen en bebt een eerlijke bekentenis af
gelegd Hoe ellendig en klein hebt ge mij
u wel voorgesteld, dit ge gelooven kunt,
dat ik voor de waarheid mijue ooren zou
sluiten. Toenmaals, toen ge naar mijn band
dongf, geloof me, hadt ge mij gereed bevon
den! Ru is het te laat. De leugen wreekt
zich, niet do daad. Hoe zal mijn arm kind
die schande kannen dragen; De zonden der
vaderen I Welk een waar woord
„Blqf bedaard, Melanie!" bad bij; „laat
ons alles kalm bepraten. Gij zult inzien, dat
uwe voorstellingen overdreven zijn.
Zij verfrommelde zenuwachtig hare zak
doek tusscbeu de vingers de angst dat The-
si iets zou te lijden hebben van dit alles,
maakte zich weder van haar meester.
Hij probeerde, haar uit elkander te zet
ten, dat de bedreigingen, die in den brief
stonden neergeschreven, afkomstig waren
van iemand die hem geld trachtte af te per
sen, en zich daarom in zijne familiegehei
men trachtte in te dringen. „Tot nu toe,
heb ik dien veut met geeu woo-d verwaar
digd,en deuk dat ook voortaan niet te doon.
Overigens," ging bij voort, toea hij zag, dat
Melanie aanmerkingen wenschte te maken,
„is Ebenauer een man, die zich zoo iets
volstrekt niet zal aantrekken, zulke dingen
begrijpt men als min beter."
Hij was weder geheel en al op zijn ge
mak en trachtte door redaneeringen alles
weder in het reine te brengen. Maar Mela
nie liet zich niet geruststellen, „'t Kan zijn,"
riep zij bitter uit, „dat mannen dergelijke
dingen kunnen goedkeuren. Ik echter ben niet
van plan mijne gevoelens van zedelijkheid
naar denzelfden maatstaf af te meten, en geef
mijn dochter niet zonder vrees over aan een
man, die zoo iets zou goed vinden. Dat is
iets waarvoor ik haar zeer gaarne zou wil
len beschutten. Ik verlang dat gij uw
best doet, om alles wat aanstoot geven kan
te vermijden. Dan is bet uw plicht, te zor
gen, dat de mond van dezen briefschrijver
gestopt wordt."
Hij liep ongeduldig heen en weer. Maar
hij bedwong zich„Nu goed Ik houd het
voor valsch, ik ken mijn wereld betermaar
wees gerust, je wil zal geschieden en je i
dochter zal in allen luister bruiloft vieren."
Zij streek zich als van haar grootste zorg
bevrijd,met den zakdoek langs het voorhoofd.
Vervolgens begon zij opnieuw: „Nu, eudie;
Uit KOLHORN meldt men
ons nu, dat de Soireé welke ten voor-
deele van een te houden Schoolleest
zal worden gehouden, niet op Donderdag
14 Maart, maar op den Eersten Paasch-
dag, 14 April e. k., zal plaats hebben.
Zondag had te KOLHORN
eene uitvoering plvats van de Gymnastiek
Vereeniging „Zie West fries.'1 Hoewel deze
vereeniging slechts een paar jaren oud is,
moet toch erkend worden, dat er correct
en netjes gewerk werd. Vooral de meer
gevorderde klas er was nog een jonge
ook gaf zeer nette werkzaamheden te
zien aan rekstok en brug. Esn woord van
dank zoowel aan den heer Roggeveen
als aan de leden, mag hier
niet ontbreken. De uitvoering werd uit-
slnitend door jongelui bezocht en beslo
ten door een bal, dat nog al lang aan
hield.
Gistermorgen werd door
den winkelier P. de Fries van de KLEI
NE SLUIS een jongen gered, die gevaar
liep te verdrinken. De deugniet had zich
als menig van zijn soort op het broze ijs
gewaagd. Toen de pogingen Diet slaagden,
om den knaap door middel van een stok
te helpen, ging de Vries op het ijs, zakte
er natuurlijk zelf ook door, maar bracht
den jongen en zichzelf daarna op het droge.
Het leger des Heils hield
j.1. Zondag in Veeiburg te ANNA PAU-
LOWNA eene „demonstratie, welke geleid
werd door de dames de Waard en Gerrit-
senrespectievelijk kapitein en luitenant,
bijgestaan door eenige soldaten van den
Helder. Daar het de eerste ma il was, dat
het Leger hier eere verkenning deed, was
de toeloop buitengewoon groot. Niettemin
luisterde het publiek met aandacht naar
zang en toespraken, en in de beste orde
liep deze eerste bijeenkomst af, die vau
half vijf tot half zeven duurde.
Door het dagelijksch be
stuur van ALKMAAR is aan de Tweede
Noord - Hollandsche Trim wegmaatschap
pij te Amsterdam op haar verzoek vergun
ning verleend tot het maken van een aan
vang met de daar te slichten dienstgebou
wen voor den aanleg der stoomtram Pur-
merend-Alkmaar.
Een meisje van 16 jaar
maakte Zaterdagmiddag teDEN-HELDER
een einde 3an haar leven, door zich ten
huize harer tante in den regenbak te ver
drinken.
De vorige week werd te
PERNIS een hooiberg van den heer
T. Van der Pas esn prooi der vlammen
Het is gebleken dat, een zesjarig knaap
je de brandstichter is en dit het hooi met
lucifers heeft aangestoken, De heer Steroe-
ding, hoofd der school, stond voor de klas
en zeide »Wie de hooiberg in
brand heeft gestoken, steekt zijn vinger op."
Dadelijk stak het ventje den vinger op.
E i n d e 1 ij k zal dan toch de
lente komen!
Uit verschillende oorden des lands ont
vangt men bericht, dat de ooievaars zijn
teruggekeerd, en ook, dat de kieviten er
weer zijn.
Eerst nog eens gauw ge
trouwd! Ocder de lotelingen uit BEILEN,
die Woensdagmorgen op reis gingen, om
aan hun mihtieplichten te voldoen, was
er een, die nog denzelfden morgen om hall-
zes in den echt was vereenigd met het
meisje zijner keuze. Aan het gemeentehuis
nam hij afscheid van zijne echtgenoote,om
reeds per eersten trein zijne bestemming
te volgen.
een
andere?"
„Nog wat?" vroeg hjj.
„Christina mag niet weder dit huis be
treden."
„Melanie I"
„Ten minste niet voor Thesi het heeft
verlaten. Wanneer de bruiloft gevierd is, kan
ik het veld ruimen."
Hij scheen die laatste woorden niet ge
hoord te hebben Voorloopig was het hem
slechts om de naaste toekomst te doen. „Dat
kan je geeu ernst zijn, Holsnie I Gij zoudt
het meisje de deur wijzen, als zij terag
kwam
„Houdt ge iets anders voor mogelijk f*
vroeg zij scherp. „Geloott ge dan werkelijk,
dat hier nog ruimte is voor Thesi en haar
Ik hoop, dat ge toch niet al uw fijn gevoel
verloren zult hebben. Zij zelf beef» nobel
gehandeld, toen zij ons verlaten heeft. Dat
spreekt duidelijk voor haar fijn gevoel en
zegt en bewijst mij teu duidelijkste, dat zij
aan die leugen geen deel gehad heelt. En
daarom behoeft ge niet te vreezen, dat ik
baar verlaten zal. Zij zal voor u niet boe
ten. Maar hier is voor haar geen plaats^"
„Maar bedenkt dan toch, dat juist daar
door de zaak opvallend zal worden I"
„Men zal haar," antwoordde zij,„wanneer haar
verblijfplaats ontdekt wordt, eene ondersteu
ning geven, en een plotseling noodzakelijke
reis is verontschuldiging genoeg. Doe, wat
ge kunt, om te weten te komen waar zij is
en ondersteun haar zoo mild ge wilt. Ik zal
u daarin in gesn geval iets in den weg leg
gen. Zij zal altijd nog ontberen. Het woord
is nu juist zoo, als ik toenmaals zeide, toen
er van de toekomst van bet meisje sprake
was In al het andere ken ik mijn plicht,
ik zal doen wat ik vermag, om baar zoo
rijk mogelijk door het leven te helpen. Bij
de eerste poging die gedaan mocht worden,
om het meisje in dit huis te brengen, ver
laat ik het voor altijd. Ontzegt gij a
iedere poging daartoe, dan zal ik het Daast u
uithouden, zoolang mijn kind nog bij mij is.
Men zal niet van mij kannen zeggen, dat ik
mijn gevoel boveD mijn plicht stel. Later
ben ik vrij en kan ik handelen naar eigen
verkiezing. Overigens zal ik nu geen woord
meer in deze aangelegenheid spreken."
Hjj wilde hare hand vatten, zij weerde
hem af„Geen woord meer I Gij weet nu
alles, wat ge weten moet."
Zjj stond op en liet hom alleen. Hij kon
niet zien, hoe (ij ineen sonk in de kamer
daarnaast. Het luatsto greintje barer kracht
was gebroken.
De duisternis was gevallen. liet gouden
Te STEVENSWEERT ligt
jongedochter sinds zes weken sprakeloos
en met gesloten oogen te bed. Zij gebruikt
niets dan een weinig water.
Een jongeling te AMSTEL-
IOL, die bij de laatst gehouden loting
voor de Nat. Militie een dienstplichtig
nummer trok, en kort zijn btoeder door
den dood verloor, wendde zich tot den mi-
nisler,met verzoek hein uit den dienst te ont
slaan, omdat hij thans eenige zoon is.
Op het adres is alwijzend beschikt.
Naar de lel. van wel inge-
lichte zijde verneemt, zal weldra een ont
werp van wet tot instelling van Kamers
van Arbeid het departement van justitie
verlaten. Men schijnt bij de samenstel
ling van dit ontwerp de Belgische wet tot
voorbeeld te hebben gekozen. Het ont-
avondlicht dor zonne was verbleekt. Nevels
stegen omhoog en hulden boom en haag in
bet donker. Helbig bevond zich in den tuin.
Evenals op dien avond toen Streiehenberg
eensklaps vertrokken was, wandelde hij nu
zonder doel heen en weder. Ook toenmaals
had hij zich eenzaam en verlaten gevoeld.
Maar de oorzaak daarvan was een ontstem
ming geweest, die zooals bij wist, zou voor
bijgaan. Toenmaals had hij nog zooveel ge
had, wat hem aangenaam was. Voor alles
zijn kind. dat vriendelijk Iichieude punt van
zijn leven, uit wier bjjzijn hij moed en levens
lust putte. En dan nog Elisabetb, die vrouw,
die hij juist toen zoo bad liofgehad. Daar
had hij een toevluchtsoord gevonden, wan
neer zijn huisgenooten ham het leven ver
onaangenaamden. Wat had het hem gehin
derd, of die leeraar was heengegaan ot dat
hij gebleven was. En die anderen zouden
wel weder spoedig tot bedaren komen.
Dat was toenmaals. Hoe was het sedert dat
tijdstip veranderd Z ja huis had een on
herstelbaar verlies ge roffen. Elisaboth was
dood, en zijn kind, zijn allerhelste was ver
dwenen Hij wist immers niet eens waar
heen, en wanneer het hem mocht gelukken
haar te viudcn, het zou niet eens in zijn
macht staan haar zijn huis weder bionen te
voeren, zijn deur was nu voor haar gesloten.
En het was toch zijn vlaeseh en bloed.
Had zij dan geen gelijke rechten, evenals die
andere?Had hij geen gelijke plichten tegenover
haar beiden Waarom zon er dan in zijn
huis geen plaats zijn voor zijn kind Waar
om Omdat menschelijke instellingen
nu maar eenmaal goedvinden te zeggen, dat
het niet een wettig kind is, dus ^dat zij
geen aanspraken kan maken.
Zijne gedachten werden levendig,zijne schre
den sneller. Omdat and ren dat wilden daarom
behoefde hy er zich toch niet aan te storen.
Een groote leugen had zij bet genoemd.Wat
had hem dan bewogen de waarheid te ver-
zwijgen Niets anders dan dat hij zich be
wast was van bare enge denkbeelden. Had
hij haar werkelijk zoo onbeveroordeeld kuu-
nen gelooven, hij zon niet gelegen hebben.
Ea zij, de andere, Elisabeth hij rekende
na toch eenmaal af ook daarvan was zijn
vrouw de schuld. De omrouw vau een man,
ja men is er zeer handig bij om dien te oordee-
len. Men moest eerst onderzoekeu naar de
oorzaken, wellicbt dat die wijae rechters
dan auders oordeelden. Dan zouden zij ook
wellicht lot de ontdekking komen, dat mannen
twe ërlei dingen niet kunnen verdrag,n, ea
dat is: koelheid en aiwyzing. Wanneer men
ons de bloemen die rondom ons bloeien