GEMENGD NIEUWS. Influenza. van J. Winkel 0Ê snulden zij dan yan ait haar badkoets naar het water, om zich zoo spoodig mozelijk aan ieders blikken te onttrekken. Terwijl de blonde binnen de afgebakende plaats bleef, zwom de zwarte yoort, zoodat tij weldra uit ieders oog verdween. De opzichters, de „Sauvetenrs", die hier en daar verspreid, tot aan hunne knieën in het water staande, met het opzicht over de veiligheid belast, knorrige mannen, moesten baar dikwijls wenkun en wanneer dat niet hielp, de hoorn laten schallen, om de over moedige te verhinderen, al te ver te gaan en Ie veel van hare krachten te vergen. On gaarne gehoorzaamde tij aan dit sein. Zij ver trouwde op hare kracht. En wanneer zij dan op baar rug liggend, naar de beldore he mel blikte die zich onmetelijk over haar uitstrekte, dan droomde zij van verdwijnen in de eeuwigheid, van waar men Diet weer- komt. Of dat niet het beste was? Wie zou haar missen? Een onnut schepsel zou er minder zijn, dat was alles. Wellicht dat die blonde vrouw daar, die in het water rondplaste, bedroeld zou zijn. En dat zou een onvergeeflijke ondankbaarheid zijn, voor al haar goedheid en zorg. Daarom spaar, uw longen, heeren „Sauve- teurs; spaar uw longen en trompetten; ik kom reeds 01 wanneer het water rustig was, zoodat de opzichters in de boot konden rondvaren, zwom zjj daarheen, vutte met hare beide handen de pont vast en stond eenige oogen- blikken later, zonder iemands hulp, op de voorplecht en dook kort daarop weg, zoodat bet water boven haar hoofd bruiscbte. Wat daar dwarrelde en draaide en schuimde was maar schijn, beneden, daar diep, heel diep, was de talige rust. Waarom kon zij zich niet evengoed in dezen schuimenden vloed rei nigen van dat andere vuil,dat haar aankleedde Maar dat bracht zij weder mee naar de op pervlakte; een eind weegs van de boot dook zij weder op en voegde zich bij bare gezel lin en beiden verdwenen dan zoo spoedig moge lijk in hare badkoets. Heden zaten zij io den achtermid dag op de helling van een duin, ter wijl de kinderen op het strand speel den. De blonde was bezig met pantoffels ie merken, deze zonden dienen als verjaarge- spreekt, dat door die benoeming, de ver houding tosschen Londen en Petersburg veel intiemer zou worden. In stede echter van Staal, werd prins Lobhnof, de gezant te Berlijn, tot genoemde belangrijke post geroepen. Staat baron Staal als Engelscb gezind bekend, prins Lobanof heeft beken de Dnilsche neigingen. De gewijzigde ver bonding van Daitschland tot Engeland heett op deze politieke ommekeer zeker ook van grooten invloed geweest. M«n heelt in Dnitschlsnd begrepen, dat Enge land het drievoodig verbond tracht te ge bruiken voor eigen belangen. Daar deTri- ple echter niet geneigd was, de kastanjes voor het eilandenrijk uit het vunr te halen, giag dit het hof aan deo grooten Slavenstaat maken. Rusland beschouwt echter Enge land als zijn natuurlijken tegenstander. Aan Engeland heeft het zijn isolement in de Zwar te zee te danken, Engeland vei hinderde de bezetting vau Konstantinopel, Engel, stelde aan het voortdringen van Rusland in Azië eene grens, door hel verdrag met Afgha nistan; met één woord Engeland trad steeds op den voorgrond, daar, waar Rusland zijn slag meende te kunnen slaan. Ook Frank rijk ia hoogst naijverig op rijn buurman van over het kanaal. De bezetting van Egypte, waardoor Engeland feitelijk in 't bezit van den zee weg naar Ind kwam, van den weg, door Fransch genie ontworpen en voornarae'ijk door Fransch geld gegraven, kan de Gallische haan slechts noode verkroppen. Daarbij komen nog de tegenstrijdige belangen in Afrika's binnenlaud, en in achter-Indië. Redenen voorwaar te over, om elkaar met scheeve blikken aan te kijkec. Frank rijk zoowel als Rusland hebben de ver koeling tusschen Engeland en Duitschland gaarne gezien en de tegemoetkomende houding dier Staten jegens Duitschland, zal ook wel gedeeltelijk een gevolg daarvan zijn. Boven wezen wij er reeds op, dat de benoeming vau prins Lobanof, als een daad van toenadering beschouwd kan worden.Ook de Russische pers is met de regeering Van houding veranderd. De Moskauer Courant, het orgaan der Panslavisten toont dit duidelijk. Sprekende over de deelneming van Frankrijk aan de Kanaalfeesten, zegt dit blad, dat Frankrijk in geene deele een revanche—oorlog met Duitschland weuscht. De oorlog van 1870 was slechts de vereffiog van een schold, door Napoleon I in 't begin dezer eeuw in Duitschland gemaakt. De zaak kan nu ondtrüng als afgedaan beschouwd worden.'t Is nauwelijks te gdooven, dat dit zelfde blad, nog voor weinige maan den, een hoogst dreigenden toon jegens Duitschland aansloeg, 't Kan verkesren zegt Brederö. Begint de boog zich iangzamerd te ontspannen in Europs, ook aan den duisteren politieken hemel in Oost-Azie beginnen de sterren te fonkelen. Het schijnt China ernst te worden, met de Vredesonderhandelingen, en Japan, dat reeds den druk der oorlogslasten begint te ge voelen, zal de toegestoken hand niet wei- gereu. Op twee Engelsche stoombooten, 't welk zeker wel op een groot gevolg wijst,zijn de Chineesche gezanten naarJapan vertrokken. Reeds had de Chinees che regeering op de drieeischen van Japan de onafhankelijkheid van Korea, betalingen van oorlogsschatting en afstand zijn daden, zijn karakter, daartos moet men van grondgebied, in beginsel besloten, toe bezitten een groole mate van meDschen- te geven. Het laatste punt zal wel de kennis, en om een groote mate van men- grootste zwarigheden opleveren. Wat Japan schenkennis te bezitten, daartoe wordt ge- wenschte of wil is tot heden nog onbe- eischt: het bezit van een groote mate zei kend. Eischt bet de veroverde havens Wei- kennis en deze is zeer enkel en aüeen^e haiwei en Pori-Arthnr of Fromosa, of wel-1 vrucht van veel nederigheid en licht beide? Het gedemoraliseerd- en verne derde China zal al de gestelde eischen moe ten inwilligen, want aan verzet valt niet meer te denken. Mocht nn ma^r het ver goten bloed de beschaving ten goede komen Ia Kore» is reeds in de Argiasstal van knoei erijen en afpersingen een groote opraiming gemaakt. Indien ook China, door dure lessen wijzer geworden, de noodige binnen- laodschs hervormingen invoert, dan zou op den bloedigen oorlogsakker nog een DUlti- tige vrucht kunnen gedijen. —•Ter Overdenking. Aller gemakkelijkst en aller pret tigst. Wat allergemakkelijkst is P Wél, dat is. over andere menschen te oordeelen. Want wanneer men maar een oogenbiik luistert naar de gesprekken in den gezel- ligen of huiselijken kring, of op sociteit, of wéar al niet P dan hoort men, Ja> ik weet niet, in hoe korten tijd, zooveel men schen beooraeelen en veroordeelen, dat 't wel schijnt, alsof niets gemakkelijker is dan dit. En niets prettigers ook. Ja, niets pret tigere. Want 't kan gebeuren, dat iemand een gauschen avond met anderen heeft door gebracht, eigenlijk niets auders doende dan afwezigen vonnissend en afmakend, of hoo- rende vonnissen en afmakend, en dat hij dan nog ten slotte bij het afscheid nemen den gastheer hartelijk dankt voor het recht genoegelijk" avondje, ten zijnen huize doorgebracht Helaas Wat is dan zoo gemakkelijk De ge breken, de dwalingen, de zondige daden van anderen op te merken, te nespreken, te bespotten, uit de hoogte te veroordeelen, den goeden naam iemand te ontnemen, iemands eer en zedelijkheid te doen betwij felen, iemand geestelijk te vermoorden, zonder dat hij weet, wie hem den doode- lijken slag toebrengtiemand bij het pu bliek in minachting te brengen door een dubbelzinnig gebaar of woord, door een meelijdend schouderophalen, door een en kelen spotlach of een veelbeteekenend zwij gen, zonder dat die andere ooit te weten komt van waar eensklaps of van lieverlee die verkoeling hier, die onverschilligheid daér, die boosheid elders, die heftigheid ginds ontstaat Ja, dat schijnt toch ontzaglijk gemak kelijk en prettig, even zoowel voor dusge naamd beschaafden als onbeschaafden..Maar inderdaad is 't toch min,laag,onmenschelijk. Oordeelen over anderen, ja, of we 't willen weten of niet, we kunnen er dik wijl niet buiten, we worden er weer telkens toe gedrongen. Maar als er eenige ernst in ons is, als we eenig begrip hebbeu van menscbenlit-fde, dan weten we ook, dat niets moeielijker is en soms niets pijnlijkrr, dan over anderen te moeten oordeelen en wèl met eerlijkheid, oprechtheid, volkomen billijkheid. Want om een juist oordeel o- ver anderen te vellen, over zijn zonden, schenk voor haar man. De zwarte verdeel de hare opmerkzaamheid tusschen dat werk en de zee. ,Is 't niet mooi vroeg de vlijtige, ter wijl zij baar werk over haar schoot uitbreid de fZeg er toch eens iots van!" De andere lachte: „Zoover gestikte pan toffels mooi zijn kunnen.' „Waarom uiet?' „Voor alles bestaat geen waarom. Dit is een geval van smaak.' Zij schudde het blonde hoord„Wat hebt ge toch wonderlijke ideëen.* „Heb ik .Ja, verwonderlijk* Er oostond een pauze. De blonde arbeidde trots de afkeuring over baar werk, met inspanniog voort. De oogen van de zwar te volgden een zwaluw, die heenvloog, weg, ver weg. „Bgvoorbeeld, dat gi), wanneer wij weer thuis zijn, niet bij mij blijven wilt,' klonk het nu weder van achter het pantoffel-patroon. „Gij hebt immers vooreerst niets anders; in- plaats van zoo alleen in een groote stad te. leven, was het toch het beste „Ik dank u hartelijk voor al nw goedheid Maar eenmaal moet er toch een eind aaD komen. Wanneer ik niet dadelijk na onze aankomst er mee begin, op mijzelf te gaan steunen, zoo komt er nooit iets van.* „Maar eerst moet ge toch weten, wat ge beginnen moet.' „Integendeel. Eerst moet ik alleen staan. V\ anneer wij niet eerst de zweep achter ons hebben „Wat voor een zweep?* „Die van nood en gebrek. Ach, wij zijn allen luiaards, alleu tonder uitzonde ring „Ziet ge, dat is nu weer zoo'n dwaas idee van je I De menschen roemt ge alle lui aards en toch wijst gij alle hulp af!» Het klonk zeker eenigszins gekrenkt, zoo dat de andere uitriep „T ersta mij toch niet verkeerd, li»ve, goede mevrouw Gij verwjjt mij, geen hulp te wil len aannemeu; wat zou ik geweest zijn, wan- neer go mij niet verzorgd en opgenomen badt Kan ik 't ooit vergeten, dat gij uit vrijen wil naar mij toegekomen zijt, om mij tot u te nemen? Dat ik onverdiend als het was, het heb aangenomen, begrijp ik nog veel mee lijden en veel liefde, vaD een diep bewnst- zjja der heiligheid en verhevenheid van ons leveosdoel. En na ontbreekt 't ons dikwijls juist ma%r al te veel san al deze dingeD. TVst is dan onze onafwijsbre plicht Nooit wat kwaad is goed te noemen, nooit oin slechtheid maar te lachen, nooit door een seutimeuteel meelijden gedreven da greozen tusschen goed en kwaad uit te wisschen, nooit het hoofd der losbollen en zondaressen met een stralenkrans van schoonheid en bekoorlijkheid te eieren. Neen, zonde zonde, en dengd deugd te noemen. Maar toch de zwakken, de strui kelenden, de gevallenen le sparen, en al tijd te bedenken, dal wij evenmin al hei ligen en eogelen zijn, als zij. Hen nooit te minachten, ook Diet te vergoden, maar op te zoekeD, wat er goeds is in hun woorden en daden. Als we er onmogelijk bniten kunnen, te spreken over hetgeen hun leven ontsierde, nooit den indruk te gaven, dat we er in groeieD, dat 't voor ons zoo'n soort van liefhebberij is, neeD, maar ,als 't ware te doen voelen en tasten, dat 't ons pijnlijk valt te moe ien doen, wat wij doen, dat 't alléén ge schiedt uil noodzakelijkheid, en dat wij nooit ineenen, daarom juist zocveel beter te zijn dan anderen. Eu als we niet behoeven te oordeelen, in iets anders ons genot zoeken, dan in al die babbclarijen over hein en haar, in dat meededeelen en verbreiden van wat men zegt, en wat men gist, terwijl al die ra e n 's meestal nergens te vinden zijn, als men ze gaat zoeken. Als we niet over an deren behoeven te oordeelen-in alles, wat werkelijk voor ons een onschuldige uitspan ning is na veel inspanning, of in alles, wat het hoofd verheldert, en het hart goed doet en het karakter veredelt; wat ons uooit doet blozen, als we s'avonds ons ter rust neervlijen en ons niet soms doet zuch ten: „al weer een avond verbeuzeld en ver- zondigd!' Niets heerlijkers eu aangenamers te ach ten dan te pogen en te kunneu ontdekken wat er in zoovele menschen te eeren te ach tende bewonderen valt.Van dat genot mee te deelen aan anderen, eu ook zóó anderen en onszelven te maken tot echte menschen, tot wezens, helder van hoofd, en nauwge- gezet van geweten, en krachtig van wil en vurig van liefdetot wezens, die een ze gen zijn, zoowel voor de wereld als voor zichzelve; omdat er kracht en licht en leven van hen uitgaat. Rolt, Nbld. In Pruisen nemen de mi- lionnairs af. Dezen angstkreet slaakt een Berlijnsch blad. De Pruis, die de meeste belastingen betaalt, is de kanonnenkouiog Krupp te Essen was dezs het vorige jaar reeds ach teruitgegaan, toen zijn inkomen berekend werd op 7.190.000 mark, nu is hij maar aangeslagen voor een jiarlijksch inkomen van 6.515.000 mark, een half millioen minder. Rothschild te Frankfort, op «én na de rijkste, is niet voor en niet ach- heden niet. En dan dat verblijf hier, hoe „Luister nu toch eens, Christina l Hoe dik wijls moet ik u nog zeggen, dat ik daarbij het meeste win 1 Mijn hemel, bedenk eens, al wat ik v^n u geleerd heb in demo tijd. Ik schaam mij telken dag meer over mijn-' domheid iD vergelijking met u. Eu dan deuk ik weder, waarvoor zal ik mij schamen, wat in de jeugd verzuimd is, iaat zich moeielijk weder inhalen. Eu mijn jeugdNu laat ik daar maar over zwijgen, maar dat ik voor mijue kinderen niet meer zijn kan, dan een goede verzorgster, ziet ge, dat doet mij leed. Mijn man heeft daar geen leed van. Uem maak ik gelukkig, zooals ik ben. Maar de kinderen En dat zal ieder jaar erger worden, hoe ouder zij worden. Ach was ik maar bslf zoo geleerd als gij 1'' „Maar, lieve mevrouw Neumao 1" „Zeg toch niet altijd weder, mevrouw Neu- manTen eerste Neuman, is aen heel lee- lijke naam en (en tweede, het klinkt stijf! Hoe zult ge mij dan noemen?" „Klaartje, mijn lieve Klara?" „Zoo is bet goed Klaartj9 is mij het liefst. Zoo noemt mij mijn man en zoo heb ben zij allen mij vroeger ook genoemd. Ja, weet ge wat ik deed, wanneer ik in uwe plaats was „Wat deedt ge dan?* vroeg Christina. „Dat zal ik u zeggen, maar niet boos worden eu wegloopen.» Zij vatte Christina bij de band en fluisterde haar in bet oor: „Ik ging alleen op mijn kamer en schreef een langen brief aan hem, en zeide hem daarin, dat ik wat opgewonden gehandeld had en ik bad hem, of hij heden over veer tien dagen zijn wou: Neumann, Koningstraat 24, eerste étage." Veigeets trachte Christina zich los te ma ken. Clara hield haar hand omsloten. „En op het vastgestelde uur, zal hij wederkomen; waarschijnlijk nog vroeger; verlaat u dair- op. En eerst zal hg u beknorren over uw wegloopen en wanneer gij hem de reden zegt, zal hij uitlachen en u een dwaas noemen, hij zal vragen wat hem dat alles aangaat en dan zal alles weder zijn als te voren. Ja wullicht nog veel beter. Want dan behoeft ge u aan niemand meer te storen en kunt doen wat ge wilt.' Wordt vervolgd. fteruitgezaau met zij» inkomen van 5 840.000 mark. No. 3 is een fabrikan in Onpelen en is zeer hard achteruitgegaan, want had hij het vorige jaar nog een in komen van 4.120.000 mark, nu is da in gekrompen tot 2.950.000 mark, alzoo meer dan een millioen minder. 1™. mm, die •Itii'I 8000 merk of ongeveer f 5000 per dag kan opmaken zonder een cent armer te wordenEen Birlijnsch millionair had bet vorige jaar eea inkomen van 2.410.000 mark en heeft dat nog. EeD ander te Kassei is zelfs van 1.925.000 mark gestegen op 2.29o,0UU mark. Het aantal personen in Pruisen dat meer dan één en minder dan twee milli oen inkomen heeft, is met twee verminderd, van 27 op 25 gedaald. Eveneens het aen- tal personen, die meer dan een halt en minder dan een heel millioen hebben, ge daald van 71 op 69. En terwijl er in 1893 nog 390 personen waren met een jaarlijksche inkomen van 200,000 tot 500.000 mark, zijn deze dit vorige jaar gedaald lot 359. Te Londen is de influenza - epidemie in de laatste dagen sterk afgenomen. De geneesheeren hebben verklaard, dat de epidemie thans als geëindigt kan beschouwd worden. Minder gelukkig echter zijn de inwo ners van Weenen, waar de ziekte nog met onverminderde hevigheid optreedt. Er is geen gezin in deze stad, waar niet een of meer personen ziek liggen. In de gasthuizen is geen plaatsje meer open. De voorstelling in de Opera moest uit gesteld worden, daar drie eerste-tenors, Van Dijk, Winkelman en Miiller, door de griep aangetast zijn. Te Petersburg neemt het aantal ziek tegevallen nog toe, doch de ziekte treedt minder kwaadaardig op. Kaarsen met plaatjes. Eenvoudig en gemakkelijk is het middel om de kaarsen op piano of bureau te ver sieren met plaatjes naar eigen keuze. Bij voorkeur neemt men hiertoe versch- gedrnkte plaatjes, uit ons Zondagsblad bij voorbeeld knipt deze uit en drukt ze stevig rondom tegen de kaars. Met een lucifer wordt nu vlug warmte ontwikkeld tegen het papier (dus tegen de rugzijde van het plaatje) en bij het afrollen blijft de inkt op de kaars achter en is dus het plaatje overgedrukt. De verwarming met een lucifer moet glijkmatig, doch vooral niet te lang uitgevoerd worden en bij de keuze van plaatjes verdienen de vetge drukte de voorkeur. Daar een kaars lang eu smal is, moet ook hiermede rekening gehouden worden. Ook decrlqeerplaatjss zijn hiervoor te gebruiken. Een vreeselijk drama is te Haine-St Pierre afgespeeld. De echtgenooten Joue kwamen niet meer overeen en scheidden. De man, ij zerdraaier, bleef te Haine-St. Pierre, de vrouw zocht een dienst te Brusse', Dit gebeurde zes maanden geleden. Zondag 1.1. keerde de vrouw terug, de echtgenooten verzoenden zich met elkaar, brachten te zamen den dag en den vol genden nacht door en 's Maandags keerde de man Vau zijn werk terug, en alle vroe ger leed scheen vergeten. Doch zij bleven niet als daags te voren den nacht samen doorbrengen. De man ging naar zijn kosthuis, en de vrouw zou den volgenden morgen nan Brussel terugkoeren. Eer zij vertrok wilde hij haar nog eens de hand drukken. Hij kwam in het huis, waar zij, in afwach ting van den morgentrein, den nacht had doorgebracht. In hare kamer gekomen haal de hij eensklaps een revolver te voorschijn en schoot eerst zijne vrouw en toen zich- zelven door het hoofd. Beiden waren on- middelijk dood Een vrachtrijder bracht een tonnetje »le op Hawarden-Castle, de bekende verblijfplaats van Gladstone. De ton was nogal zwaar, zoodat onze voorman haar niet alleen kon afladen. Hij riep dus een ouden, armoedig gekleeden man om hem bij het afladen behulpzaam te zijn. ffHei daar, help is even, dan krijg je een potje bier!" De oude man deed wat hem gevraagd was en bleek een stevige en handige hel per te zijn. Tot zijn belooning kreeg hij dan ook het beloofde glas bier. Eersl veel latei hoorde de vrachtrijder welke beroemde helper hij bij dit karwei tje gehad had. Tegen heeschheid enhoes- ten helpt lindebloesemthee, met honing ver zoet. De Beiersche regeering heeft besloten tot het in het groot doen bereiden van tuberculine aan Wyksvee- artsenijschool te München, om de herken ning van parelziekte bij het rundvee te bevorderen. De tuberculine wordt aan de veehouders afgeleverd tegen den kostenden l prijs, zijnde ongeveer 20 ets. per inspui- i ting, I De haaien. Altijd wordt er kwaad gesproken van e haaien, maar hnn goede eigenschappen ziet men over 't hoofd. Weliswaar komen die goede eigenschappen eerst na hun dood te voorschijn. De haaien leveren dan aan l den handel en de nijverheid een aantal op prijs gestalde producten. yQ eerst bevat de haaienlever een olie y achoone kleur, die nooit troebel wordt evenveel geneeskundige verdiensten be»"1 als de leveriraan. De gedroogde huid is marmerd en even glanzend en laai slangenvel, waarmee zij veel overeenko^' heeft. Men overtrekt er byouterkistjes en maakt er boekbanden van, ter»?? schrijnwerkers er zich van bedienen, 0 het hout te polijsten. De vinnen wor^"" zeer gezocht op de Chineesche markten"! men marineert ze en ze dienen dan bij jje' dessert voor een d elicatesse. Een ton haajl envinnen kost soms te Sydney 28 p, 8(* De Europeanen hebben er den smaakno' niet van beet, zooals trouwens van Chineesche lekkernijen men denke slecht aan spinnen en slakkeD. Haaietanden wor den door de bewoners der Ellisoilanden gebruikt om er oorlogswapens van te maken Ook het haaienvleesch, ondanks zijn traan! achtige lucht, en zelfs het geraamte, di9." nen om een zeer goede qnaliteit guano te bereiden. De IJslanders, die een betangrii. ken handel in haaienolie drijven, zendaQ' elk jaar een vloot van honderd schepen uit tot deze visscherij. U it BresJan wordt gemelj dat daar ter stede iemands leven is gere(j door een kanarievogel. Zoo iets zal we[ niet dikwyls voorkomen, waarom wij het verhaal dan ook aan onze lezers meje, deelen. Mijnheer C. had een kanarievogel, die zeer mak was, op het geroep van zijn heer de kooi verliet en zich dan bij hem cm de schrijftafel nederzette. Hij wist dan vooruit dat hij iets lekkers kreeg en wan- neer hij dat uit de hand van zijn heer opgepikt had, streek hij liefkozend met zijn kopje tegen de wang van zijn eige naar. Nu had mijnheer C. de gewoonte om 's avonds, wanneer hij op bed lag een si- gaar te rookeD. Dezer dagen was hij echter ingeslapen en de brandende sigaar uit zijn hand ge. vallen. Het dek was gaan smeulen en in een oogenbiik stond de kamer vol rooi, De kanarievogel kreeg het toen benauwd en ontvluchtte zijn kooi, echter niet eer der, dan nadat hij zijn heer tegen de wan gen gepikt had, waardoor deze ontwaakte en zoodoende aan een groot gevaar onlsnapte.In- tnsschen had het dek zelfs vlam gevat, wat echter gauw gebluscht werd. Dat mijnheer C. van dien avond zijn kanarie op hoo- gen prijs stelt, behoeft wel geen betoog Men schrijft Uit Zwitserland komen ongunstige be richten omtrent de werking van tuberculi ne, bij het gebruik tot onderkenning van tuberculose (z. g. n. parelziekte of pokken) bij runderen. 1 rofessor Hess aldaar waarschuwt tegen het gebruik van tuberculine in sommige gevallen, vooral daar, waar het gebezigd wordt om geheele veestapels, dekstieren en voor de fokkerij bestemde koeien, even als de melkkoeien en melkinrichtingen, aan de entproet op tuburcluose te onderwerpen, Het schijnt n. 1. dat na de enting bij sommige dieren sluimerende tuberculose wordt opgewekt, terwijl door de bijgeko men acute militair-tuberculose, de dieren zeer verzwakt worden. Iudien nu het ziek te-proces na een inspuiting met tubercu line soms in hevigheid toeneemtligi het voor de hand, dat het vleesch en de ra elk. van deze dieren, wanneer zij, zooals dikwijls gebeurt, spoedig geslacht worden, virulenter eigenschappen bezitten dan véór deze inspuiting. Dit neemt evenwel niet weg, dat tuber- euline als ondeikenniugsmiddel van tubereu lose nog altijd groote waarde bezit; indien de ichaamstemperatuur na de injectie bov n 39,5 C. stijgt mag vrij zeker worden aan- gnomen, dat het rund aan parelziekte lij dende is. Alleen is de werking bij hevige en oude gevallen van tuberculose niet ver trouwbaar, daar in zeer veel gevallen hier geen temperatuursverhooging optreedt. Tamme risschen. loen kapitein 1 ulo door Birmartisde en den Irawaddie bevoer, zag hij een ver schijnsel, dat hein veel belangstelling iQ~ boezemde. Bij een klein eiland gekomen, hoorde hij den loods ,tet, tet, tet 1" roepen en op zijn vraag, wat dit moest beteeke- nen, antwoordde de ander„ik roep d® visschen.Ed tot zijn niet geringe verwon dering zag de kapitein, dat op beide zyden van de boot visschen kwamen opdagen, dis zich ten halve lijve loodrecht uit het wa ter ophieven en den bek zoover mogelijk opensperden. Die visschen waren drie tot vier voet lang en hadden wel iets van zee honden. De bootslieden voederden hen met ij®' eu de visschen aten met smaak, 'tIs zeer gewoon bij de Birmanen omdeze ''s' scheu te vangen, echter niet om hen ,e eten, maar om hen een gouden pl®a'Je op den rug te hechten. 'er Courantdrukkerij^ worden alle Druk-^iÜ^ werken billijk en H3 spoedig afgeleverd. Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 6