Brieven uil de laasstaö.
/ie Eene.
Zondag 24 Maart 1895.
39ste Jaargang No. 2975
Politiek overzicht flsr week.
BIJVOEGSEL.
F E U I 1„ I. K T
ROMAN
van
Georg Bendler.
Buitenlandsch Nieuws.
Rotterdam, 23 Maart 1895.
XXXVIII.
Het ijs is nu uit onze haven verdwe
nen en de beurt- en vrachtschippers, die
den winter lang, tot stilzitten gedoemd
waren, kunnen nu trachten met hard wer
ken de geleden schade te herstellen.
De binnenvaart was ruim twee maan
den gestremd en de arme bootbevolking,
die gedurende den zomer niet in staat was
wat over te leggen voor het barre jaarge
tijde, die leetde van de hand in den tand,
die van het luttele vrachtloon een groot
gezin onderhouden en een hoog leggeld
betalen moest, heeft bittere, nijpende
kommer te verduren gehad. Overal in de
Maasstad deed zich de invloed van het
toe-ë water zwaar gevoeleu; het grootste
deel der werkliedenbevolking leelt van
den handel, hetzij als sjouwers aan de
booten, hetzij als uitvoerders van de den
handel betreffende vakken, zeilmaken, tuig-
werk enz., hetzij als verkoopers van ar
tikelen voor opvarenden die allen een on
vrijwillige werkstaking van weken met den
treurigen aankleve van dien te houden ge
had en er zijn weder vele weken van aan
houdende en drukke bezigheid noodzake
lijk, om de gevolgen daarvan te boven ts
komen.
Juist in een stad als deze doet de win
ter zoo enorm veel kwaad. De arme schip
pers, door hun isolement, meer dan de an
deren, hebben daarvan te lijden gehad; ik
heb enkelen hunner bittere klachten hoo-
reD uiten. Er waren dagen dat er geen
stuk eten aan bourd was en geen penning
om wat te koopen. Dan moest de lommerd
dienen om sieraden van vroeger, waar allen
zooveel prijs op stelden, te gelde te ma
ken, tot het tijdelijk voorzien in dringen
de behoelte. Als ook dat op was, gingen
sommigen hunuer met een treurig in al
lerijl bij elkaar geschraapt handeltje den
boer op; sommigen maakten en tuigden
miniatuurscheepjes, om die aan herbergiers
kwijt te raken; weer anderen ja, wat die
deden, ik weet het nitt en zij kunnen er
zelf niet aan terug denken, nu alles weer
in orde is, of de tranen komen hen in de
oogen.
God, God, wat droeve weken zijn
dat geweest.
Er is groote blijdschap alom, dat de
winterheerschappij voorbij is. Aan de b to
men puilen de groene knoppen uit, de
lieve lente is gekomen en met haar een
hernieuwd vertrouwen op het leven, een
versche hoop op de toekomst.
Ik sprak daareven van den lomm6rd.
Ja, die heeft het druk gehad, heel druk.
Het zeer hooge huis ligt volgestapeld tot
den nok, met goederen vn allerlei aard;
flinke sommen geld zijn uitbetaald en daar
vaart de sLd, die Slechts twaalf pCt.
rekent, heel wel bij. Heel menscbbevend
dunst mij dat niet; tw alf pCt. is geen
kleinigheid, vooral niet voor menschen die
uit armoe wegbrengen wat hen lief eu noo-
dig i«; twaalf procent in deze omstandig
heden is, laat ons dit eerlijk erkennen,
iets als woekerwinst. Eu dan moet men
weten, dat de lommerd ingesteld is, om
aan het gewetenloos bedrijf van lieden zon
der eerlijkheid, die walgelijk speculeerden
op de ellende hunner medeschepselen, paal
en perk te stellen. Nu, de lommerd vol
doet nu goed, alleen de intrest is te hoog.
Ik kom op een en ander nader terug en
ik zal dan tevens iets vertellen van de
houders der huizen van verkoop met
recht van wederinkoop, die hier nog altijd
hun treurig bedrijf mogen uitvoeren.
De vereeniging van deze gemeente met
de kleinere gemeenten Charlois en Kralin
gen heeft een massa werk aan den winkel
gebrachtde regeerders met hun uitge
breid corps ambtenaren hebben de handen
vol, om alles naar den eisch te regelen.
Allereerst zullen de Charlozers en de Kra-
lingers mogen deelen in ons vriendelijk
voorrecht, het betalen van inkomstenbe
lasting. Wat zij zeer zeker op voldoend
hoogen prijs stellen! Tan moet er gere
geld worden: de kwestie van de bewaking.
Dat zal heel gemakkelijk kunnen geschie
den.
Immers het betreft hier een gemeente
met een omtrek van een kleine vier uur
gaans en daarin is met een korps van
vier honderd dienders, niet zco heel veel
aan te vangen.
We zullen dus allereerst moeten hij
gen een belangtijke uitbreiding van dat
korps en vervolgens ook de instelling van
32.
Neumann had reeds zijn derde kop kof
fie voor zich, wreef zich bebagelyk de ban
den en was zeer blijde na een lange spoor-
reis zijn vrouw voor zich te zien. Hij hield
een lange, morrende redevoering over de
inrichting der Belgische spoorwagens en
luchtte zijne ontevredenheid over alles en
nog wat, wat bij, om deze badplaats te berei
ken, had moeten doorstaan.
„ALoo de hoofdzaak is echter: Henri en
de vrouw zijner keuze hebben elkander! Eer
gisteren." Daarop had bij slechts gewacht
en was toen afgereisd. Eenige dagen vrij
moest de jonge echtgenoot nu wel hebben.
Het kan ook zeer geschikt, want het was
in de zaken miserabel stug. Ja, ja, Klaartje,
ik zie ons voor den volgenden winter voor de
goedkoopte in de volksgaarkeuken eten. Nu
dat zou ook wel gewennen. Ik zee juf
frouw Christina, boonen met spek zijn ook
niet te verachten."
Maar ge zoudt ons van de bruiloft verha
len," herinnerde Klaartje.
Bruiloft! Nu daar is niet veel van te ver
tellen, wanneer twee oude bokken voor een
zelfden wagen gespannen worden
„M ar man!" zeide Klaartje met een blik
op Christina, maar deze verzocht Neamann
verder te vertellen, want hij deed het zoo leuk.
„Nu ziet ge maar eens!"riep Neumann
nit, „een ieder beval ik altijd beter dan aan
uNu, toen zij zoo daar naast elkander ston
den in de kerk ik had hen in over-
weging gegeven dit achterwege te
laten, alleen op het stadhuis en daarmee bas
ta! Maar toen kreeg ik den wind van vo
ren. Nu dan, toen zij daar naast elkan
der stonden,hoorde ik iemand naast mii zeg
gen, da» zij te zamen minstens 100 jaar ond
waren. Dat hadden zij er nu van De hoofd
zaak kwam nu echter nog eerst aan, toen de
predikant hen vrotg - nu ge weet wel, wat"
at geschiedde toen
»De kleine mao rekt zich uit, maakt zich
zoo groot mogelijk en met luide stem, zoo
dat een ieder het in de kerk booren kon,
2egt hij: Ou i ce rtainementl Het
was om je ziek te lachen.
„Na de plechtigheid ging men naar een
*8de tante van de bruid. Daar dineerde men
met ongeveer twaalf personen. Het eenige
pikante dat er was, was mijn eigen toast.
Waarachtig het is waar; ik zal mij zelf an
ders niet te spoedig prijzen. Om negen uur
nam het joDge paar afscheid, om hare huwe
lijkswoning op to zoeken en ons anderen bleef
niet anders over, dan hen treurig na te zien
Wanneer ik mij voorstel, dat
Clara die haar man kende, hield hem de
hand voor den mond. Hij wist dat hij haar
het slot kon sparen en zweeg dus.
Hij had 's avonds, toen Christina naar bed
gegaan was, gelegenheid genoeg, zijn vrouw
tje alles te vertellen. Vier weken was hy
bijna van haar gescheiden geweest. Nu was
er waarlijk genoeg te vertellen, want brieven
vond hij afschuwelijke dingen. En voor zijn
vrouw behoefde bij zich niet te ontzien, dan
kon bij zeggen wat hem voor den mond kwam.
„Ja, ja Klaartje gij zijt en blijft de beste".
„Wanneer gij dat maar meeat,' zeide zij,
„want ge hebt Christina een paar blikken
toegeworpen, die mij bijna ijverzuch
tig hadden gemaakt."
Hij lachtte luid- „Schoon is ze, dat moet
gezegd worden. Maar voor mij zou ze
niet geschikt zijn. Zij heeft zooiets, zoo
ja ik weet eigenlijk niet wat, maar wat mij
ontzag inboezemt."
„Dat zou u ook zeer ondragelijk geweest
zijn," merkte Klaartje op. „Zijt gij nog bij
Hoppe geweest?"
„Natuurlijk, en daarover wilde ik juist met
je praten."
„Hoppe was zeer gelukkig, toen hij ver
nam, dat het meisje met jou mee was; hij
vertelde mij dat Helbig de navorschingen
naar haar gestaakt had. Van uit het hotel
was geen enkel spoor te ontdekken. Ook de
politie had geen enkele inlichting kunnen
geven, wat ook zeer natuurlijk is. Zij is
dadelijk, nadat zij bij ons gekomen is, weder
vertrokkken, dus behoefden wij haar niet
aan te melden."
„Natuurlijk,zeide Klaartje, „en ik geloof
dat dit de hoofdoorzaak geweest is, dat zij
met mij gegaan is Zij had zich nu eenmaal
in het hoofd gezet, \oor Helbig verborgen
te blijven. En hoeveel moeite ik ook aan
wend, ik kan haar dat plan niet uit het hoofd
praten."
„Die vrouwen met hare hamelhooge denk
beelden; bet mag gaan zoolang zij bij ons is,
maar als de harde onverbiddelijke wereld er
zich mede bemoeit, zjjn zij weldra verloren.
„Zjj wil na onze thuiskomst op eigen voe
ten staan, een betrekking zoeken of iets an
ders. Nog beden morgen heeft zij mij ver
klaard, dat dit haar vaste wil is."
Neumann haalde de schouders op. „Dat is,
een afdeeling rijdende politie, zooals die
reeds in groote steden van Europa sedert
lang bestaat en uitstekend voldoet. Een
korps ruiters, onder leiding van een in
specteur, zal dan gedurende, den nacht aan
houdend de ronde moeten doen. Bovendien
zal een korps wielrijdende dienders worden
opgericht.
Ziedaar het fin-de-siècle.
Onze brave nachtswachts die „één heit
de klok* riepen, onze nachtwacht?, waar
voor „wij niet vreezen mochteD, want die
goede brave man, maakt dat ik gerust kan
wezeD en weer rustig slapen kan", zooals
onze goede van Alphen zoo roerend placht
te zingen, zijn al sedert lang ter ziele. In
hun plaats zullen we nu krijgen fietsrij-
dende mannen en waar vroeger het oeni-
ge denkbare malheur was dat een klep
verminkt of een diender verkouden was
zullen we nu krijgen gezanik met sprin
gende banden met slippende wielen en
met in den modder duikelende rustbe
waarders.
Een oud man, die „het land heelt aan
al die uieuwerwetsigheid, die maar geld
kost en bij de zeer verstandige vaderen
niet bekend was," verklaarde mij heel
ondeugend
»Nu zullen de heeren nog vlugger aan
den haal kunnen gaan, als ze met zijn
vieren of vijven een dronken man tegen
komen Ik onderschrijf deze verklaring
niet, o neen, mijn hoogachting voor ons
korps rustbewaarders is ontastbaar. Zelfs
niettegenstaande het feit, dat het getal dief
stallen en inbraken en vechtpartijen en
straatongeregeldhelen met den dag toe
neemt.
Nog andere dingen moeten geregeld wor
den.
De voornaamste daarvan zijn de gas
verlichting en de waterleiding. He gemc-
tivterde vraag van de gean xeerde dorps
bewoners om „meer licht» kan voorloopig
alleen beantwoord woiden met "wacht maar,
't komt wel," msar na niet te langen tijd
hoopt men hen allen in het zonnetje, allias
de gaslantarenlichtjes te zetten. Maar dan
zal eerst de raad de noodige dubbeltjes die
nen te vinden.
Ook de waterleiding vraag zal tot be
slissing worden gebracht, met bekwamen
spoed. Yoor wat Charlois betreft, is dat
zeer noodzakelijk. Daar werd allerellen
digst water gedronken en 't is met 't oog
op den naderenden zomer een gebiedende
eisch, dat dit veranderd worde
Zooals men ziet, een beeleboel bezigheid
en groote drukte op de bureaux. Over 't
algemeen varen de geanexeerden er wel
bij, oi'gezoDderd Datnurlijk wat betreft
de inkomstenbelasting.
Maar weet ge, wie er niet goed bij va
ren
De schutterplichtigenl die zien de anex-
atie met oogen, groot van droefheid en
toorn. Want het was lange jaren in de
Maasstad gewoonte, dat lui die in de ter
men vielen voor een aanstelling tot land-
verdediger, een kamer zochten in Char
lois of in Kralingen, waar geen werkelijke
schutterij bestaat. Zij gingen er niet wo
nen, neen, zij bleven stilletjes in de Maas
stad, maar zij deden op het bureau van
den burgelijken stand aangifte van een
verhuizing en dan waren zij van alles af.
De lui bij wien zij .kamers huurden, wa
ren mede in de zaak betrokken die, logen,
als er een onderzoek werd ngesteld, dapper
ten voordeele van hun would-behnurders
en deze waren, met een uitgave van een
paar gulden in de week, van alle last af.
De autoriteiten wisten, dat zij belatafeld
werden, maar wettige bewijzen vonden zij
nooit.
Yoor de schutterplichtigen en voor de
lui die kamers verhuurden, is dus de an
nexatie ee groote slag.
D,
onzin. Wanneer de nood komt, zal de vaste
wil wel veranderen."
„Ik geloof het niet, van dat deeg is zij
niet gebakken."
„Nu, Helbig zal het zijne wel doen; hij
moet zeer in de war zijn. Een wonder is dat
niet, zijn thuis is tegenwoordig ook
riet gezellig. Zooiets vergeeft zijn vrouw hem
zjjn geheele leven niet. En daarenboven, bij
heeft bet meisje zielslief. Hoppe zegt,
meer lief dan de andere. Hij hoopt
altijd nog, dat, als hij haar verblijf ontdekt
heeft, zij met hem terugkeeren zal, natuur
lijk dan eerst wanneer de bruiloft van de
andere achter den rug is. Want voor dien
tijd, dat ziet bij zelf in, is daarvan geen
sprake."
„Ik geloot van lator ook niet."
„Dat hangt van zijn vrouw af."
„En vm het meisje, want, zooals
„Och wat, dit zal wel veraoderen. In ie
der geval, zooveel heb ik begrepen, dat voor
baar gezorgd zal worden."
„De hoofdzaak is," zeide Klaartje, „dat
zij van dit alles niets te weten komt, vooral,
niet, dat de anderen weten waar zij zich be
vindt. Wanueer zij dat ontdekte, was tij in
staat ons midden in den nacht te verlaten.
Alzoo," en zij dreigde hem met den vinger
„mond houdenl Wanneer gij mij dat belooft,
zal ik u ieis vertellen."
Neuman beloofde te zwijgen als het graf,
en vertrouwende op deze belofte, vertelde
Clara hem, wat Christina haar had medege
deeld. De verhouding tegenover Streicheo-
berg, op welken grond zij dÏ9 ontbonden had
en hoe onvermurwbaar zij op dit gebied was.
Zoo min als Klaartje zoo iets begrijpen kon,
was het Neumann ook mogelijk, zich zoo
i6ts voor te stellen. „Overspannen* zeide hij,
Daarna zag hij vol genot zijn lieveling aan ou
zeide vergenoegd: „dan waart gij toch ge
lukkig anders. Wanneer wij ons met derge-
lijken onzin hadden bezig gehoudenl Wat zeg
jjj
„Ach," zeide zij, „zulke gedachten heb ik
ook gehad. Maar ik denk, een ieder moet
maar doen na ir eigen goedvinden, en daarbij
kan ieder van igen standpunt gezien, vol
komen gelik heoben
„Klaartje, gij zjjt de beste, de verstandig
ste en wat meer zegt, gij zijt de mijne,"
riep Neumann uit.
Yoor zij naar huis gingen, moesten de
Neumanns nog bezoek ontvangen, wat op
Klaartje veel indruk maakte. Op een achter
middag, toen zjj juist de koffie gebruikten,
kwam de minister, zooals hij zeide, om naar
het welzijn van zijne vriendin te vernemen.
Zijne lieve vriendin maakte hem met dean-
Wij verzoeken onze lezers ons te ver
gezellen naar de oevers van de TAAG.
't Is SPANJE, dat in dit overzicht in
de eerste plaats uwe aandacht trekt.
Eene algemeene verwarring en beroering
binnenslands en opstanden in de bezit
tingen, doen dit land heden in 't bijzon
der van zich spreken.
Sedert de heer Sagasta als president
minister optrad, bezit dit land eene
liberale regeering en dito meerderheid in
de Kamer.
Spanje bezit het bijzondere voorrecht,
evenals Griekenland en Servië, dat de
politieke inzichten der kiezers, vrij alge
meen met den regeeringsbarometerstand
oveieen komen.
Wanneer, misschien reeds deze week,
de conservatieve leider Canova's del
Castillo aan 't bewind wordt geroepen,
deren bekend en de excellentie scheen het
daar zeer behageliik te vinden. Het was na
meer dan een nur, dat hij, zooals hij beweer
de, zeer ongaarne vertrok. Hij verzocht Neu
mann hem op zijne wandeling te vergezellen.
Hij schepte behagen in bet practische van
dezen man. Neumann willigde gaarne in, zoo
dat zij te zamen vertrokken. Clara zag hen
met schitterende oogen na. „Ziet ge, dat al
les danken wij u, Christina." Waarop deze
half weemoedig, half geringschattend ant
woordde: „Was hij maar duizend mijlen ver.
Maar het is u aangenaam, niet waar?"
Het gesprek der beide mannen liep eerst
over algemeene zaken, om echter zeer spoe
dig op ander terrein te geraken. Neamann
bemerkte heel goed, dat het den minister te
doen was, iets omtrent Christina's lot en
scheiding van den huize Helbig te weten te
komen. Langs omwegen, scheen hij zijn doel
te willen bereikeo. Hij was werkelijk zeer
dankbaar voor het zooeven aangenaam door
gebrachte uur. Het was eigenlijk te veel
goeds in eens. Door zulk een mooi meisje
in kennis te komen met een sohoone vrouw.
Hoe of dat toch gekomen was En of zij
werkelijk niet meer tot Helbig zou terug
keeren Daar moest toch een geheim ach
ter zitten.
„Ja, vrouwen hebben zoo hare ideeën,"
meende Neuman.
„Ideeën, wat voor ideeën vroeg de minis
ter. alsof hij Neumann niet begreep. Ed waar
achtig eer hij het zelf b merkte, had Neu
mann er alles uitgeflapt. „Helbigs dochter,
werkelijk?" vroeg de minister. Neuman
knikte. „Waartoe ook al die geheimen. On
der mannen behoeft men zich niet te genee-
ren 1 Zijne vrouw had wel gewenscht, dat hij
zwijgen zou, maar het had hem te zwaar
op het harte gedrukt. Ook de minister was
mededeelzamer geworden. Hij gevoelde, dat
hij daardoor nog meer zou te weten komen.
„Ja de vrouwen," zeide hij, „overal hebben
zij de hand in. Eerst kort geleden heb ik
daar nog een voorbeeld van gezien." Eu nu
vertelde bij, zonder namen te noemen, de
geschiedenis van Streichenberg. Juffrouw
Christin» kende hem, het was een leeraar
van haar geweest.
Neumann bad met de grootste opmerkzaam
heid toegelui-terJ, en de grootste moeite ge
daan, ooi niets te laten merken. Maar hij
hield het niet lang uit'
„Excellentie!* rif-p hij uit, „ik heb mijn
vrouw beloofd te zwijgen. Maar daar wij
onder ons zijn, wil ik u het rechte vertel
len. Zij is het zelf."
„Wie?" vroeg de minister met goedge-
speelde verbazing.
wordt met de gewijzigde regeering de
kamer ontbonden Het leger van ambte
naren ontvangt uit Madrid de noodige
instructies, en aan de hand van hen,
komen de meeste kiezers plotseling tot
de overtuiging, dat de bloei en welvaart
van hun land en vooral ook hunne per
soonlijke belangen, het dringend nood
zakelijk maken, om hunne stem op de
regeeringscandidaten uit te brengen.
In SERYIË en BULGARIJE ver
krijgt de regeering op eene nog een
voudiger manier de meerderheid. Men
vraagt eenvoudig den kiezer, voor hij
tot de stembus wordt toegelaten, zijn
ingevuld stembriefje te vertoonen. Is dit
naar den zin der regeering ingevuld,
dan mag hij van zijn kiesrecht gebruik
maken indien niet, dan wordt hij door
den sterken arm, eenvoudig buiten de
deur gezet.
Bij de jongste verkiezing in Bulgarije,
brachten in Tirnova van de 7 a 8000
kiezers slechts 600 hnnne stem uit. De
overgroote meerderheid, die hunne stem
op den gewezen minister Stamboelof,
wenschte uit te brengen, werd den toe
gang tot de stembus ontzegd. Toen men
ten slotte met geweld van zijn recht
poogde gebruik te maken, gaf het mili
taire cordon vuur op de burgers, waarbij
eenige werden gedood.
De heer Crispi heeft er in ITALIË
heden nog iets anders op gevonden. In
verscheidene kiesdistricten, in 't bezit
der oppositie, is men plotseling tot de
ontdekking gekomen, dat de kiezerslijs
ten sinds lang foutief waren. Deze zijn
thans met de noodige ernst herzien en
wel met dit gevolg, dat in Palermo,
Catania, Napels, Milaan, Carara en nog
meer plaatsen in het vereenigd konink
rijk, duizende kiezers zijn geschrapt;
eigenaardig, meest allen, die door hun
lidmaatschap van bestaande kiesvereeni-
gingen, als tegenstanders van de regee
ring bekend stonden.
Is het bij dergelijke wetsverkrachtin
gen nog te verwonderen, dat het volk
in oproeping manifestatiën van zijne ge
zindheid blijken geeft Is het te ver
wonderen, dat geheime genootschappen
in 't donker wroeten en werken, dat
politieke misdaden aan de orde van den
dag zijn
Om op SPANJE terug te komen, al
daar is geheel onverwacht eene crisis
uitgebroken. Eenige onbesuisde artikelen
„Nu, wie anders dan onze Christina."
„Wat gjj zegt! En wil zjj hem nn niet
meer hebben?"
Neumann knikte weder„Hare geboorte.
Alsof die daar iets mede te maken heeft,
Dwaas en overspannen, niet waar
De minister haalde de schouders op
„Zooals men het neemt, zoo iets kan van
zeer verschillende zijden worden bezien. Het
komt op de bijzondere omstandigheden aan.
En dan telt de opvatting van de tegenpar
tij ook mede. Zij vreesde wellicht te wotden
afgewezen, en dat kan haar trots niet ver
dragen."
Dat wilde er bjj Neamann niet in. „Op
recht gesproken, excellentie, zoudt gjj u aan
zoo iets storen
„Van mij is hier geen sprake," antwoord
de fbij ontwijkend, terwijl bjj zijp horloge
nit den zak baalde. Toen zjj gereed stonden
afscheid van elkander te nemen, kwam hij
nog ,eens op deze zaak terug. „Eu heeft zjj
hem waarachtig lief
„Tot gekwordens toelichtte Neumann
in. „Maar excellentie,ik bid u," en daarbjj
wees bjj op zijn mond.
„Dat laat zich begrijpen. Natuurlijk. Tot
wederziens, mijnheer Neumann. Mijne compli
menten san de dames."
Nadenkend schreed bjj verder. Of hjj zelf
er zich aan storen zou? Waarom elgenljjk?
Was hij geen vrjj man De andere
moest rekening houden, met zjjn toekomst.
Miar zco dacht bij verder De vrije
man is een onde man, en sij bemint den onvrije,
denjouge. En wellicht is haar handeling een
teeken, een uiting van waarachtige liefde.
En zou de vrjje man niet spoedig esn dwa
ze man zjjn „Onzin," onzinmompelde
hjj een stapte het strand op.
Sedert twee maanden was Cbistina uit
Blankenberghe teruggekeerd. Telkens weder
had het echtpaar Neumann beproefd, baar
van baar plan af te bouden en haar over te ba
len, bjj hen te blijven. Alles was te vergeefs
geweest. Zeker, zjj was er de brave lieden
zeer dankbaar voor; maar afhankelijk zjjn,
wilde zjj niet. Goed, zoo redeneerde zjj, in
hare verbitterde oogenblikken, goed, ben ik
iemand die geschuwd en vermeden moet
wordeo, toch zal ik iets bezitten wat mg
niet ontnomen kan worden: mjjne onafhan
kelijkheid.
Het ontbrak baar niet aan aanbiedingen
ook van andere zijden. Hoppe was zelfs bjj
baar geweest in haar nederig kamertje, dat
zij nu bewoonde. Royaal zag er het niet
uit, maar zjj moest suinig doen met het klei
ne kapitaaltje, dat zij het hare noemde. De-