Brieven uil de laasstaö. /ie Eene. Zondag 24 Maart 1895. 39ste Jaargang No. 2975 Politiek overzicht flsr week. BIJVOEGSEL. F E U I 1„ I. K T ROMAN van Georg Bendler. Buitenlandsch Nieuws. Rotterdam, 23 Maart 1895. XXXVIII. Het ijs is nu uit onze haven verdwe nen en de beurt- en vrachtschippers, die den winter lang, tot stilzitten gedoemd waren, kunnen nu trachten met hard wer ken de geleden schade te herstellen. De binnenvaart was ruim twee maan den gestremd en de arme bootbevolking, die gedurende den zomer niet in staat was wat over te leggen voor het barre jaarge tijde, die leetde van de hand in den tand, die van het luttele vrachtloon een groot gezin onderhouden en een hoog leggeld betalen moest, heeft bittere, nijpende kommer te verduren gehad. Overal in de Maasstad deed zich de invloed van het toe-ë water zwaar gevoeleu; het grootste deel der werkliedenbevolking leelt van den handel, hetzij als sjouwers aan de booten, hetzij als uitvoerders van de den handel betreffende vakken, zeilmaken, tuig- werk enz., hetzij als verkoopers van ar tikelen voor opvarenden die allen een on vrijwillige werkstaking van weken met den treurigen aankleve van dien te houden ge had en er zijn weder vele weken van aan houdende en drukke bezigheid noodzake lijk, om de gevolgen daarvan te boven ts komen. Juist in een stad als deze doet de win ter zoo enorm veel kwaad. De arme schip pers, door hun isolement, meer dan de an deren, hebben daarvan te lijden gehad; ik heb enkelen hunner bittere klachten hoo- reD uiten. Er waren dagen dat er geen stuk eten aan bourd was en geen penning om wat te koopen. Dan moest de lommerd dienen om sieraden van vroeger, waar allen zooveel prijs op stelden, te gelde te ma ken, tot het tijdelijk voorzien in dringen de behoelte. Als ook dat op was, gingen sommigen hunuer met een treurig in al lerijl bij elkaar geschraapt handeltje den boer op; sommigen maakten en tuigden miniatuurscheepjes, om die aan herbergiers kwijt te raken; weer anderen ja, wat die deden, ik weet het nitt en zij kunnen er zelf niet aan terug denken, nu alles weer in orde is, of de tranen komen hen in de oogen. God, God, wat droeve weken zijn dat geweest. Er is groote blijdschap alom, dat de winterheerschappij voorbij is. Aan de b to men puilen de groene knoppen uit, de lieve lente is gekomen en met haar een hernieuwd vertrouwen op het leven, een versche hoop op de toekomst. Ik sprak daareven van den lomm6rd. Ja, die heeft het druk gehad, heel druk. Het zeer hooge huis ligt volgestapeld tot den nok, met goederen vn allerlei aard; flinke sommen geld zijn uitbetaald en daar vaart de sLd, die Slechts twaalf pCt. rekent, heel wel bij. Heel menscbbevend dunst mij dat niet; tw alf pCt. is geen kleinigheid, vooral niet voor menschen die uit armoe wegbrengen wat hen lief eu noo- dig i«; twaalf procent in deze omstandig heden is, laat ons dit eerlijk erkennen, iets als woekerwinst. Eu dan moet men weten, dat de lommerd ingesteld is, om aan het gewetenloos bedrijf van lieden zon der eerlijkheid, die walgelijk speculeerden op de ellende hunner medeschepselen, paal en perk te stellen. Nu, de lommerd vol doet nu goed, alleen de intrest is te hoog. Ik kom op een en ander nader terug en ik zal dan tevens iets vertellen van de houders der huizen van verkoop met recht van wederinkoop, die hier nog altijd hun treurig bedrijf mogen uitvoeren. De vereeniging van deze gemeente met de kleinere gemeenten Charlois en Kralin gen heeft een massa werk aan den winkel gebrachtde regeerders met hun uitge breid corps ambtenaren hebben de handen vol, om alles naar den eisch te regelen. Allereerst zullen de Charlozers en de Kra- lingers mogen deelen in ons vriendelijk voorrecht, het betalen van inkomstenbe lasting. Wat zij zeer zeker op voldoend hoogen prijs stellen! Tan moet er gere geld worden: de kwestie van de bewaking. Dat zal heel gemakkelijk kunnen geschie den. Immers het betreft hier een gemeente met een omtrek van een kleine vier uur gaans en daarin is met een korps van vier honderd dienders, niet zco heel veel aan te vangen. We zullen dus allereerst moeten hij gen een belangtijke uitbreiding van dat korps en vervolgens ook de instelling van 32. Neumann had reeds zijn derde kop kof fie voor zich, wreef zich bebagelyk de ban den en was zeer blijde na een lange spoor- reis zijn vrouw voor zich te zien. Hij hield een lange, morrende redevoering over de inrichting der Belgische spoorwagens en luchtte zijne ontevredenheid over alles en nog wat, wat bij, om deze badplaats te berei ken, had moeten doorstaan. „ALoo de hoofdzaak is echter: Henri en de vrouw zijner keuze hebben elkander! Eer gisteren." Daarop had bij slechts gewacht en was toen afgereisd. Eenige dagen vrij moest de jonge echtgenoot nu wel hebben. Het kan ook zeer geschikt, want het was in de zaken miserabel stug. Ja, ja, Klaartje, ik zie ons voor den volgenden winter voor de goedkoopte in de volksgaarkeuken eten. Nu dat zou ook wel gewennen. Ik zee juf frouw Christina, boonen met spek zijn ook niet te verachten." Maar ge zoudt ons van de bruiloft verha len," herinnerde Klaartje. Bruiloft! Nu daar is niet veel van te ver tellen, wanneer twee oude bokken voor een zelfden wagen gespannen worden „M ar man!" zeide Klaartje met een blik op Christina, maar deze verzocht Neamann verder te vertellen, want hij deed het zoo leuk. „Nu ziet ge maar eens!"riep Neumann nit, „een ieder beval ik altijd beter dan aan uNu, toen zij zoo daar naast elkander ston den in de kerk ik had hen in over- weging gegeven dit achterwege te laten, alleen op het stadhuis en daarmee bas ta! Maar toen kreeg ik den wind van vo ren. Nu dan, toen zij daar naast elkan der stonden,hoorde ik iemand naast mii zeg gen, da» zij te zamen minstens 100 jaar ond waren. Dat hadden zij er nu van De hoofd zaak kwam nu echter nog eerst aan, toen de predikant hen vrotg - nu ge weet wel, wat" at geschiedde toen »De kleine mao rekt zich uit, maakt zich zoo groot mogelijk en met luide stem, zoo dat een ieder het in de kerk booren kon, 2egt hij: Ou i ce rtainementl Het was om je ziek te lachen. „Na de plechtigheid ging men naar een *8de tante van de bruid. Daar dineerde men met ongeveer twaalf personen. Het eenige pikante dat er was, was mijn eigen toast. Waarachtig het is waar; ik zal mij zelf an ders niet te spoedig prijzen. Om negen uur nam het joDge paar afscheid, om hare huwe lijkswoning op to zoeken en ons anderen bleef niet anders over, dan hen treurig na te zien Wanneer ik mij voorstel, dat Clara die haar man kende, hield hem de hand voor den mond. Hij wist dat hij haar het slot kon sparen en zweeg dus. Hij had 's avonds, toen Christina naar bed gegaan was, gelegenheid genoeg, zijn vrouw tje alles te vertellen. Vier weken was hy bijna van haar gescheiden geweest. Nu was er waarlijk genoeg te vertellen, want brieven vond hij afschuwelijke dingen. En voor zijn vrouw behoefde bij zich niet te ontzien, dan kon bij zeggen wat hem voor den mond kwam. „Ja, ja Klaartje gij zijt en blijft de beste". „Wanneer gij dat maar meeat,' zeide zij, „want ge hebt Christina een paar blikken toegeworpen, die mij bijna ijverzuch tig hadden gemaakt." Hij lachtte luid- „Schoon is ze, dat moet gezegd worden. Maar voor mij zou ze niet geschikt zijn. Zij heeft zooiets, zoo ja ik weet eigenlijk niet wat, maar wat mij ontzag inboezemt." „Dat zou u ook zeer ondragelijk geweest zijn," merkte Klaartje op. „Zijt gij nog bij Hoppe geweest?" „Natuurlijk, en daarover wilde ik juist met je praten." „Hoppe was zeer gelukkig, toen hij ver nam, dat het meisje met jou mee was; hij vertelde mij dat Helbig de navorschingen naar haar gestaakt had. Van uit het hotel was geen enkel spoor te ontdekken. Ook de politie had geen enkele inlichting kunnen geven, wat ook zeer natuurlijk is. Zij is dadelijk, nadat zij bij ons gekomen is, weder vertrokkken, dus behoefden wij haar niet aan te melden." „Natuurlijk,zeide Klaartje, „en ik geloof dat dit de hoofdoorzaak geweest is, dat zij met mij gegaan is Zij had zich nu eenmaal in het hoofd gezet, \oor Helbig verborgen te blijven. En hoeveel moeite ik ook aan wend, ik kan haar dat plan niet uit het hoofd praten." „Die vrouwen met hare hamelhooge denk beelden; bet mag gaan zoolang zij bij ons is, maar als de harde onverbiddelijke wereld er zich mede bemoeit, zjjn zij weldra verloren. „Zjj wil na onze thuiskomst op eigen voe ten staan, een betrekking zoeken of iets an ders. Nog beden morgen heeft zij mij ver klaard, dat dit haar vaste wil is." Neumann haalde de schouders op. „Dat is, een afdeeling rijdende politie, zooals die reeds in groote steden van Europa sedert lang bestaat en uitstekend voldoet. Een korps ruiters, onder leiding van een in specteur, zal dan gedurende, den nacht aan houdend de ronde moeten doen. Bovendien zal een korps wielrijdende dienders worden opgericht. Ziedaar het fin-de-siècle. Onze brave nachtswachts die „één heit de klok* riepen, onze nachtwacht?, waar voor „wij niet vreezen mochteD, want die goede brave man, maakt dat ik gerust kan wezeD en weer rustig slapen kan", zooals onze goede van Alphen zoo roerend placht te zingen, zijn al sedert lang ter ziele. In hun plaats zullen we nu krijgen fietsrij- dende mannen en waar vroeger het oeni- ge denkbare malheur was dat een klep verminkt of een diender verkouden was zullen we nu krijgen gezanik met sprin gende banden met slippende wielen en met in den modder duikelende rustbe waarders. Een oud man, die „het land heelt aan al die uieuwerwetsigheid, die maar geld kost en bij de zeer verstandige vaderen niet bekend was," verklaarde mij heel ondeugend »Nu zullen de heeren nog vlugger aan den haal kunnen gaan, als ze met zijn vieren of vijven een dronken man tegen komen Ik onderschrijf deze verklaring niet, o neen, mijn hoogachting voor ons korps rustbewaarders is ontastbaar. Zelfs niettegenstaande het feit, dat het getal dief stallen en inbraken en vechtpartijen en straatongeregeldhelen met den dag toe neemt. Nog andere dingen moeten geregeld wor den. De voornaamste daarvan zijn de gas verlichting en de waterleiding. He gemc- tivterde vraag van de gean xeerde dorps bewoners om „meer licht» kan voorloopig alleen beantwoord woiden met "wacht maar, 't komt wel," msar na niet te langen tijd hoopt men hen allen in het zonnetje, allias de gaslantarenlichtjes te zetten. Maar dan zal eerst de raad de noodige dubbeltjes die nen te vinden. Ook de waterleiding vraag zal tot be slissing worden gebracht, met bekwamen spoed. Yoor wat Charlois betreft, is dat zeer noodzakelijk. Daar werd allerellen digst water gedronken en 't is met 't oog op den naderenden zomer een gebiedende eisch, dat dit veranderd worde Zooals men ziet, een beeleboel bezigheid en groote drukte op de bureaux. Over 't algemeen varen de geanexeerden er wel bij, oi'gezoDderd Datnurlijk wat betreft de inkomstenbelasting. Maar weet ge, wie er niet goed bij va ren De schutterplichtigenl die zien de anex- atie met oogen, groot van droefheid en toorn. Want het was lange jaren in de Maasstad gewoonte, dat lui die in de ter men vielen voor een aanstelling tot land- verdediger, een kamer zochten in Char lois of in Kralingen, waar geen werkelijke schutterij bestaat. Zij gingen er niet wo nen, neen, zij bleven stilletjes in de Maas stad, maar zij deden op het bureau van den burgelijken stand aangifte van een verhuizing en dan waren zij van alles af. De lui bij wien zij .kamers huurden, wa ren mede in de zaak betrokken die, logen, als er een onderzoek werd ngesteld, dapper ten voordeele van hun would-behnurders en deze waren, met een uitgave van een paar gulden in de week, van alle last af. De autoriteiten wisten, dat zij belatafeld werden, maar wettige bewijzen vonden zij nooit. Yoor de schutterplichtigen en voor de lui die kamers verhuurden, is dus de an nexatie ee groote slag. D, onzin. Wanneer de nood komt, zal de vaste wil wel veranderen." „Ik geloof het niet, van dat deeg is zij niet gebakken." „Nu, Helbig zal het zijne wel doen; hij moet zeer in de war zijn. Een wonder is dat niet, zijn thuis is tegenwoordig ook riet gezellig. Zooiets vergeeft zijn vrouw hem zjjn geheele leven niet. En daarenboven, bij heeft bet meisje zielslief. Hoppe zegt, meer lief dan de andere. Hij hoopt altijd nog, dat, als hij haar verblijf ontdekt heeft, zij met hem terugkeeren zal, natuur lijk dan eerst wanneer de bruiloft van de andere achter den rug is. Want voor dien tijd, dat ziet bij zelf in, is daarvan geen sprake." „Ik geloot van lator ook niet." „Dat hangt van zijn vrouw af." „En vm het meisje, want, zooals „Och wat, dit zal wel veraoderen. In ie der geval, zooveel heb ik begrepen, dat voor baar gezorgd zal worden." „De hoofdzaak is," zeide Klaartje, „dat zij van dit alles niets te weten komt, vooral, niet, dat de anderen weten waar zij zich be vindt. Wanueer zij dat ontdekte, was tij in staat ons midden in den nacht te verlaten. Alzoo," en zij dreigde hem met den vinger „mond houdenl Wanneer gij mij dat belooft, zal ik u ieis vertellen." Neuman beloofde te zwijgen als het graf, en vertrouwende op deze belofte, vertelde Clara hem, wat Christina haar had medege deeld. De verhouding tegenover Streicheo- berg, op welken grond zij dÏ9 ontbonden had en hoe onvermurwbaar zij op dit gebied was. Zoo min als Klaartje zoo iets begrijpen kon, was het Neumann ook mogelijk, zich zoo i6ts voor te stellen. „Overspannen* zeide hij, Daarna zag hij vol genot zijn lieveling aan ou zeide vergenoegd: „dan waart gij toch ge lukkig anders. Wanneer wij ons met derge- lijken onzin hadden bezig gehoudenl Wat zeg jjj „Ach," zeide zij, „zulke gedachten heb ik ook gehad. Maar ik denk, een ieder moet maar doen na ir eigen goedvinden, en daarbij kan ieder van igen standpunt gezien, vol komen gelik heoben „Klaartje, gij zjjt de beste, de verstandig ste en wat meer zegt, gij zijt de mijne," riep Neumann uit. Yoor zij naar huis gingen, moesten de Neumanns nog bezoek ontvangen, wat op Klaartje veel indruk maakte. Op een achter middag, toen zjj juist de koffie gebruikten, kwam de minister, zooals hij zeide, om naar het welzijn van zijne vriendin te vernemen. Zijne lieve vriendin maakte hem met dean- Wij verzoeken onze lezers ons te ver gezellen naar de oevers van de TAAG. 't Is SPANJE, dat in dit overzicht in de eerste plaats uwe aandacht trekt. Eene algemeene verwarring en beroering binnenslands en opstanden in de bezit tingen, doen dit land heden in 't bijzon der van zich spreken. Sedert de heer Sagasta als president minister optrad, bezit dit land eene liberale regeering en dito meerderheid in de Kamer. Spanje bezit het bijzondere voorrecht, evenals Griekenland en Servië, dat de politieke inzichten der kiezers, vrij alge meen met den regeeringsbarometerstand oveieen komen. Wanneer, misschien reeds deze week, de conservatieve leider Canova's del Castillo aan 't bewind wordt geroepen, deren bekend en de excellentie scheen het daar zeer behageliik te vinden. Het was na meer dan een nur, dat hij, zooals hij beweer de, zeer ongaarne vertrok. Hij verzocht Neu mann hem op zijne wandeling te vergezellen. Hij schepte behagen in bet practische van dezen man. Neumann willigde gaarne in, zoo dat zij te zamen vertrokken. Clara zag hen met schitterende oogen na. „Ziet ge, dat al les danken wij u, Christina." Waarop deze half weemoedig, half geringschattend ant woordde: „Was hij maar duizend mijlen ver. Maar het is u aangenaam, niet waar?" Het gesprek der beide mannen liep eerst over algemeene zaken, om echter zeer spoe dig op ander terrein te geraken. Neamann bemerkte heel goed, dat het den minister te doen was, iets omtrent Christina's lot en scheiding van den huize Helbig te weten te komen. Langs omwegen, scheen hij zijn doel te willen bereikeo. Hij was werkelijk zeer dankbaar voor het zooeven aangenaam door gebrachte uur. Het was eigenlijk te veel goeds in eens. Door zulk een mooi meisje in kennis te komen met een sohoone vrouw. Hoe of dat toch gekomen was En of zij werkelijk niet meer tot Helbig zou terug keeren Daar moest toch een geheim ach ter zitten. „Ja, vrouwen hebben zoo hare ideeën," meende Neuman. „Ideeën, wat voor ideeën vroeg de minis ter. alsof hij Neumann niet begreep. Ed waar achtig eer hij het zelf b merkte, had Neu mann er alles uitgeflapt. „Helbigs dochter, werkelijk?" vroeg de minister. Neuman knikte. „Waartoe ook al die geheimen. On der mannen behoeft men zich niet te genee- ren 1 Zijne vrouw had wel gewenscht, dat hij zwijgen zou, maar het had hem te zwaar op het harte gedrukt. Ook de minister was mededeelzamer geworden. Hij gevoelde, dat hij daardoor nog meer zou te weten komen. „Ja de vrouwen," zeide hij, „overal hebben zij de hand in. Eerst kort geleden heb ik daar nog een voorbeeld van gezien." Eu nu vertelde bij, zonder namen te noemen, de geschiedenis van Streichenberg. Juffrouw Christin» kende hem, het was een leeraar van haar geweest. Neumann bad met de grootste opmerkzaam heid toegelui-terJ, en de grootste moeite ge daan, ooi niets te laten merken. Maar hij hield het niet lang uit' „Excellentie!* rif-p hij uit, „ik heb mijn vrouw beloofd te zwijgen. Maar daar wij onder ons zijn, wil ik u het rechte vertel len. Zij is het zelf." „Wie?" vroeg de minister met goedge- speelde verbazing. wordt met de gewijzigde regeering de kamer ontbonden Het leger van ambte naren ontvangt uit Madrid de noodige instructies, en aan de hand van hen, komen de meeste kiezers plotseling tot de overtuiging, dat de bloei en welvaart van hun land en vooral ook hunne per soonlijke belangen, het dringend nood zakelijk maken, om hunne stem op de regeeringscandidaten uit te brengen. In SERYIË en BULGARIJE ver krijgt de regeering op eene nog een voudiger manier de meerderheid. Men vraagt eenvoudig den kiezer, voor hij tot de stembus wordt toegelaten, zijn ingevuld stembriefje te vertoonen. Is dit naar den zin der regeering ingevuld, dan mag hij van zijn kiesrecht gebruik maken indien niet, dan wordt hij door den sterken arm, eenvoudig buiten de deur gezet. Bij de jongste verkiezing in Bulgarije, brachten in Tirnova van de 7 a 8000 kiezers slechts 600 hnnne stem uit. De overgroote meerderheid, die hunne stem op den gewezen minister Stamboelof, wenschte uit te brengen, werd den toe gang tot de stembus ontzegd. Toen men ten slotte met geweld van zijn recht poogde gebruik te maken, gaf het mili taire cordon vuur op de burgers, waarbij eenige werden gedood. De heer Crispi heeft er in ITALIË heden nog iets anders op gevonden. In verscheidene kiesdistricten, in 't bezit der oppositie, is men plotseling tot de ontdekking gekomen, dat de kiezerslijs ten sinds lang foutief waren. Deze zijn thans met de noodige ernst herzien en wel met dit gevolg, dat in Palermo, Catania, Napels, Milaan, Carara en nog meer plaatsen in het vereenigd konink rijk, duizende kiezers zijn geschrapt; eigenaardig, meest allen, die door hun lidmaatschap van bestaande kiesvereeni- gingen, als tegenstanders van de regee ring bekend stonden. Is het bij dergelijke wetsverkrachtin gen nog te verwonderen, dat het volk in oproeping manifestatiën van zijne ge zindheid blijken geeft Is het te ver wonderen, dat geheime genootschappen in 't donker wroeten en werken, dat politieke misdaden aan de orde van den dag zijn Om op SPANJE terug te komen, al daar is geheel onverwacht eene crisis uitgebroken. Eenige onbesuisde artikelen „Nu, wie anders dan onze Christina." „Wat gjj zegt! En wil zjj hem nn niet meer hebben?" Neumann knikte weder„Hare geboorte. Alsof die daar iets mede te maken heeft, Dwaas en overspannen, niet waar De minister haalde de schouders op „Zooals men het neemt, zoo iets kan van zeer verschillende zijden worden bezien. Het komt op de bijzondere omstandigheden aan. En dan telt de opvatting van de tegenpar tij ook mede. Zij vreesde wellicht te wotden afgewezen, en dat kan haar trots niet ver dragen." Dat wilde er bjj Neamann niet in. „Op recht gesproken, excellentie, zoudt gjj u aan zoo iets storen „Van mij is hier geen sprake," antwoord de fbij ontwijkend, terwijl bjj zijp horloge nit den zak baalde. Toen zjj gereed stonden afscheid van elkander te nemen, kwam hij nog ,eens op deze zaak terug. „Eu heeft zjj hem waarachtig lief „Tot gekwordens toelichtte Neumann in. „Maar excellentie,ik bid u," en daarbjj wees bjj op zijn mond. „Dat laat zich begrijpen. Natuurlijk. Tot wederziens, mijnheer Neumann. Mijne compli menten san de dames." Nadenkend schreed bjj verder. Of hjj zelf er zich aan storen zou? Waarom elgenljjk? Was hij geen vrjj man De andere moest rekening houden, met zjjn toekomst. Miar zco dacht bij verder De vrije man is een onde man, en sij bemint den onvrije, denjouge. En wellicht is haar handeling een teeken, een uiting van waarachtige liefde. En zou de vrjje man niet spoedig esn dwa ze man zjjn „Onzin," onzinmompelde hjj een stapte het strand op. Sedert twee maanden was Cbistina uit Blankenberghe teruggekeerd. Telkens weder had het echtpaar Neumann beproefd, baar van baar plan af te bouden en haar over te ba len, bjj hen te blijven. Alles was te vergeefs geweest. Zeker, zjj was er de brave lieden zeer dankbaar voor; maar afhankelijk zjjn, wilde zjj niet. Goed, zoo redeneerde zjj, in hare verbitterde oogenblikken, goed, ben ik iemand die geschuwd en vermeden moet wordeo, toch zal ik iets bezitten wat mg niet ontnomen kan worden: mjjne onafhan kelijkheid. Het ontbrak baar niet aan aanbiedingen ook van andere zijden. Hoppe was zelfs bjj baar geweest in haar nederig kamertje, dat zij nu bewoonde. Royaal zag er het niet uit, maar zjj moest suinig doen met het klei ne kapitaaltje, dat zij het hare noemde. De-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 5