Gemengd Nieuws. in de te Madrid verschijnende bladen, waarin den subalternen officieren gemis aan vaderlandsliefde en koningsgezind heid verweten werd, hadden in militaire kringen eene hevige gisting veroorzaakt. Deze sloeg we'dra in daadwerkelijkheden over. Eenige honderden officieren ver woestten de redactie-bureaux van ge noemde bladen. De publieke opinie eischte natuurlijk voor een dergelijk ergerlijk optreden eene ernstige bestraf fing Sagasta stelde daarop in den minis terraad voor, de officieren voor den bur gerlijken rechter te roepen. De minister van oorlog wenschte hen echter door den krijgsraad te vonnissen. Toen men in deze tot gecne overeenstemming kon komen, bood het ministerie der koningin regentes het ontslag aan. 't Schijnt echter wel, dat de verschil lende partijleiders niet geneigd zijn, de zaken op te knappen, althans de koningin regentes heeft reeds tevergeefs bij een tweetal hunner aangeklopt. De grootste struikelblokken leveren de oproerige bewegingen op Cuba en de Philippijnen. In de laatste eilanden-groepen, ten noorden van onze specerijeilanden, de Molnkken, gelegen, zijn de inboorlingen tegen het Spaansch gezag in opstand ge komen. Reeds zijn enkele gevechten ge leverd, zonder echter aan de Spanjaar den een beslissend voordeel te verschaf fen. Toch hoopt men daar binnen een niet te lang tjjdsbestek de zaken wel weer in orde te brengen. Van ernstigen aard is de opstand op Cuba. Deze «parel van de Antillen'' tracht zich reeds sedert lang van het moederland los te maken. De bevolking van ruim 2 millioeu zielen, bestaat voor ongeveer tweederden uit blanken. Kleur lingen en vrijverklaarde negers, vormen liet andere deel. Met Porto-Rico is Cuba het eenige, wat Spanje van zijne eens zoo uitgebreide bezittingen in Midden- en Zuid- Amerika rest. Na herhaalde opstanden, hebben al de overheerschte gewesten zich ten slotte vrijgevochten. Een goed georganiseerde opstand tracht thans Cuba in de rjj dir vrije landen op te nemen. Berichten uit Spaansche bron nen spreken er van eene weinig betee- kende beweging, doch de sterke troepen verzendingen naar Cuba wijzen op liet tegendeel. Amerikaansche vluchtelingen verzekeren, dat de opstand zich met den dag uitbreidt en dat de Spaansche troe pen gedwongen waren, zich op de ver sterkte plaatsen terug te trekken. Deze opstand heeft Spanje ook reeds in botsing met de Yereenigde Staten van Noord-Amerika gebracht. Uit vrees voor invoer van wapens, trachten Spaan sche oorlogschepen, alle aanraking van vreemde bodems met Cuba te vermijden. Een Amerikaansche stoomer werd door Spaansche kruisers met scherp begroet. ze zorgen had zi) gemakkelijk kunnen ontgaan. M ar ik bid u, lieve jaffrouw," had Hop pe gezegd, „wees toch niet dwaas, neem de ondersteuning van mijnheer Helbig toch aan. En hij noemde een som, waarvan een gehee- le familie heel royaal had kunnen leven. Zijne aanbiedingen werden alle van de band gewezen. Zij wilde voor zich zelf weiken en de goede Hoppe verwijderde zich hoofd schuddend. Zoo iets ontbrak haar niet 1 Wat baar mankeerde, was geheel iets anders. Voor de maag kon zij zelf wel zorgen; het hart eisch te verpleging. Dat hart, dat trots de rust rondom baar, onrustig sloeg; dat hart, dat liefde vroeg, waar het liefde gaf. Wie kon dat bevredigen? Vreemde menschen waieu haar dagtlijksche omgang en de baren moes ten haar mijden. Dat was nu eenmaal haar lot; zoo bad het noodlot het haar bescho ren. Dikwijls, als tij eenzaam op haar kamer haar vertaalwerk zat te maken, vroeg zij zicbzelve af, of het niet troostrijker zou zijn geweest, als zij aan dit alles telt schold gehad had Tan bad «ij zichrelf kuouen kas tijden, voor hetueen rij misdreven bad, had zij kunnen boeten.Maar zij was na, onschuldig aan cn machteloos tegenover alles Een ver vloekt leven was het I Was dat gerechtig heid Schold moest alleen boeieD. Was zij slechter dan diegene, die men haar zuster noemde? Die was vertroeteld, verpleegden verzorgd geworden, vanaf het oogenblik, dat rij het levenslicht aanschouwde/opgewassen onder de voortdurende torg van allerlei ge dienstigen; haar weg was geëtfend en zon der eenige bindernis gehouden. En slechts nog weinige dagen, en haar lot was verbon den aan dat van een sterke en soliede steun in dit leven. Wrevelig trachtte zij zich te i Dtri kkcn aan dergelijke gedachten, die baar afgnnstig toeschenen. Maar ach, de tegen stelling tusschen haar beiden, was toeb ook aoo groot' Zuchtend sette tij haar arbeid voort. Spoedig evenwel werden hare gedachten we der droevig. Het was zoo donker, heden. De herfst was reeds merkbaar. Vochtige nevels hingen over de straten en slechtB spaar zaam droog het daglioht door bet kleine veDster van haar kamertje. Alles zag er even treurig en verdrietig nit. Zij zette zich san het veDster neder en zag naar benedon. Hoe vroeg was bet reeds na donker. Bet was pas vier uor in den middag en toch hadden de winkels bet licht roeds op. Zij kon tot in het binnenste van den kruide nierswinkel tegenover haar zien, waar de menschen hunne benoodigdheden haalden. Bet waren nederige koopers, in de lijst hooner nederige omgeving. Hier kwamen nooit rij- tuigen, slechts een enkele huurkoets of vracht wagen reed voorbij, onbarmhartig over de Een paar dagen geleden, meldt het be richt, werd zelfs een Noord-Amerikaan- sche schoener in den grond geboord, waarbij de geheele bemanning verdron ken moet zijn. Deze ernstige gebeurte nissen hebben eene diplomatieke spanning tusschen beide Staten doen ontstaan, Wij zien dus, dat het Spaansche Gouver nement, ook al doornen genoeg op zijn weg vindt. Doch waar vind men ze niet Elk huis heeft zpn eigen kruis. Elk rijk heeft zoo zijne eigenaardige moeielijkhe- den. Hoe gaarne ook de BELGISCHE re geering, terwille van koning Leopold, den Congo-Staat als eene rijksbezitting zou zien aangenomen, vreest het echter met reden, dat dit lievelingsdenkbeeld op de tegenkanting van hare eigen volgelingen zal afstuiten. Hoe volgzaam ook heeft een belangrijk deel der clericale kamerleden zich in de clubvergaderingen tegen de annexatie verklaard. Waarschijnlijk zal men nu het lijdende negerkind, door eene leening, gewaarborgd door den Staat, in zijne benarde omstandigheden trachten te helpen. In een ander opzicht staan onzen buurman ook al slechte tijden te wach ten. De regeering heeft en ontwerp-kies- wet voor gemeente-verkiezingen bij de wetgevende vergadering ingediend. De leeftijd wordt in dat ontwerp hooger ge steld, dan voor de Kamerverkiezingen. Ook zullen de meer gegoeden en ontwik kelden een extra-stem verkrijgen. Deze bepalingen zijn olie in 't vuur bij de ar beiderspartijen. Ze dreigen nu reeds met eene algemeene werkstaking, die volgens hunne organen het geheele land in een ernstige beroering zullen brengen. DUITSCIILAND'S kruis, zal, hoewel dan ook slechts voor enkele dagen, wor den vergeten, door de algemeene liulde- bewijzen, welke men prins Bismarck op zijn 808ton verjaardag gaat brengen. In alle deelen van „das Vaterland" is men druk in de weer, om den stichter van het Duitsche rijk de schitterendste hul de te brengen. Van de 82 steden in Rijn-Pruisen heb ben 60 den ijzeren kanselier tot eere burger benoemd. In tal van steden wor den op 1 April standbeelden ter zijner eere onthuld. Heel Duitschland verkeert nu reeds in opgewondenheid, die zeker op 1 April wel de overtreffende trap zal bereiken. Veel was zeker ook voer ons in Bismarck's politiek af te keuren, doch bij al zijne eigenaardige opvattingen blijft hij voor Duitschland, ja voor Eu ropa, „een groot man." Een volk, dat zijne groote mannen eert, is zelf waard geëerd te worden. Dat zij zoo hobbelige straten rollend. De deur harer kamer giug open en de dochter vao de hospita, een blond, mager meisje, zette eeo kop koffie, dat zjj in de band hield, op tafel neder. „Hier juffrouw, gij drinkt zeker liever alleen. Niet waar?' Dat geschiedde regelmatig iederen middag, en Cbristiua antwoordde altoos hetzelfde „Dank u juffrouw!" Vervolgens draalde het meisje nog een oogenblik, in de hoop, dat een klein gesprek soa volgen in de meeste gevallen, zoo ook nn, moest zij onverrichter zake heengaan. Wat was er in korten tijd van haar ge worden 1 Waaneer zij terugdacht aao baar leven een jaar terug, wat een verschil !Vol lust cn leven.Dat alles was anders ge worden. Nu bad zij geen rozenpaviljoen geen geheime briefwisseling, geen geheim bezoek meer. O, bare goede dagen van geluk waren voorbij I Voorbij alle hoop, ver- vlogea alle geink t Treurend leunde zij met den arm op de vensterbank, wachtende tot dat de lamp zon worden binnengebracht, om dan haren ar beid te kannen voortzetten. Daar weerklonk paardengetrappel op de straat; in vluggen draf kwam hei nader Zij bief het hoofd opzon zij dat geluid niet kennen Zij drukte deu nens tegen de ruiten en keek vol verwachting naar buiten. Het sohjjusel van lantaarns kwam nader, al Dader getrappel van paarden, luider weerklonk het, zonder dat men de wielen boorde rollen een oogwenk daarna hield het plotseling voor haar buis stil. Zij herkende alles heel goed, die beide scboone dieren, en ook Frans en Frederik op den bok. Hoe klopte baar het harte. Onbewege lijk bleef zjj aan het venster staan. Dat moest Thesi zijn, niemand anders Zoo zon haar verlangen toch vervuld wor den, zij had reeds in stilte gehoopt, dat zij komen zou, nog een enkele maal, om haar de hand te drnkken, om afscheid te nemen voor zij vertrok. Thesi behoefde men niet van haar verwijderd te houden; die wist toch Diets van al het voorgevallene. Zij wist alles nauwkeurig, Nenman en Klaartje hielden haar van alles op de hoogte. Na was baar wenech vervuld Die geliefde Tne- si was gekomen. Zij had dan toch nog aan haar gedacht. De deur ging open. „Vader t* „Christina Zij was bij dat onverwachte wederzien voor hem neergezonken en hare armen om strengelden zijne knieën Hare oogen waren vol verrukking op hem gericht. „Vader! Mijn vader Hij boog zich voorover en drukte een kns op haar voorhoofd. Daarna hief hij haar op. „Kom, Christina; laat ons alles eens bepraten." Wordt vervolgd. Men is gewoon op het werk van den suiker— en koekbakker neer te zien als op eene industrie van deu 3den rang. Weinige personen echter hebben oeDig begrip van hare belangrijkheid, voor al, wanneer het zulke plaatsen geldt als bijv. Londen. Er is daar eene firma, die niet minder dan 300,000 kilogrammen van allerlei suikergoed per week voorbrengt, dat alles in het Vereenigd Koninkrijk van Engeland, Schotland en letland verbruikt word'. Eene andere firma heeft geregeld 1400 arbeiders aan het werk. Jaarlijks worden daar te lande niet minder dan 250.000 tonnen sniker voor het maken vsd suikergoed gebruikt, waarbij nog komen 1500 tonnen voor het konfijten van vruch ten, benevens de groote hoeveelheid, die voor jams noodig is. In het vereenigd Koiinkrijk zijn|meer dan 100,000 personen voor hun levens onderhoud van dezen tak Tan nijverheid athankelijk. Engeland en Amerika voorzien voor een groot deel in de behoefte aan suikergoed van de geheele wereld. De groote biscuitenfabriekeD, zooals die van Hnntley Palmer, en Peek Frean Cov leggen zich eveneens op de ze industrie toe. De dronkenschap in Au stralië. Eeu Fransch schrijver, die zich onder den pseudoniem Max O'Rell verbergt, tee kent in een boek, getiteld „La Maison John Bullet Cie, wat hij noemt de «groo te succursales" van EngelandCanada, Australië, Nie w-Zeeland en Zuid-Afrika. In het deel, dat over Australië handelti komt een hootdstuk voor«De geesel der koloniën", waarin de verschnkkeiijke ver woestingen geteekend worden, in dit heer lijke laud door de dronkenschap veroor zaakt. Soms kunnen de dronkaards nog wel eens aardig zijn. Zoo riep een dergelijk persoon, die op de eerste rij van de fau teuils d'orchestre zat, O'Rell, die een lezing hield, van zijn plaats toe«Zwijg, domkop, met uw praatjes over Engeland. Uoudt liever een conferentie over Water- loo, dat zou me beter lijken.' De Franschinan kon moeilijk van oDderwerp veranderen, en bovendien was Wateiloo ook niet, heel aanlokkelijk. Toen de man dus bleef aandringen, en de woorden van degenen, die rondom bem zaten, mets vermochten, moest de politie hem verwijderen. Heel goedaardig volgde hij, zonder eenigen tegenstand te bieden. Aan de deur gekomen, keerde hij zich echter nog eens om en riep: „Ik zeg u dat het een domkop is, Hij zegt een Frausch- man te lijn en hij kau niet eens conferen tie houden over Waterloo. Die sinjeur zal in Australië niet veel verdienen, dat voorspel ik hem." jEn hij verdween ondar het ge jubel van de hoorders, die den humor van die woorden begrepen hadden. De schrijver maakt hierbij een vergelij king tusschen EDgelschen en Franschen. Wanneer een Franschinan dronken is, is hij over het algemeen socialist, anarchis', revolutionair en hij schreeuwt, zoo hard hij kan: „Weg met de tirannen!" Wanneer de Engelschman te diep in het glaasje gekeken heeft, wordt hij conservatief en chauvinist. Hij noodigt alle volken der aarde uit, om met hem te vechten en in dien Gladstone, de groote leider der libera len, hem in handen viel, zou hij hem doodslaan. Waterloo ligt nog altijd bestor- Ten in den mond van iederen Engelschen driukeboer. In een ander gedeelte van zijn boek lezen we: „Het is niets vreemds in Au stralië, een jongmeusch in de stad te zien aankomen, die een check van 50 of 60 pond sterling aan een hotelhouder geeft, zeggende „Geef me te drinken, tot mijn check verteerd is. Waarschuw me dan, dan ga ik naar hais." Ik heb te Graftou op eenige mijlen van de keerkringen, een ouden boer van 84 jaar gezien, die eenige dagen in het hotel was komen logeeren, om zich van den morgen tot den avond dronken te drinken. Zijn vrouw was bij hem, om hem te bed leggen en zijn hoofd te verfrisschen. De dronkenschap in koude landeu is eenigszins te vergeven, maar in warme landenVerveling, gemis aan afleiding zijn, geloof ik, de voor naamste oorzaken I' Dansen. In de Pruisische Kamer is de vorige week bij de behandeling der Staatsbegrooting ook gesproken over het dansen. Ean der leden verlangde dat de Re geering de lanzlustharkeilen ten platte- lande zou beperken. Hij verzekerde dat op openbare danspartijen vele boerenarbeiders op één nacht 5 tot 10 mark verdansen, tegen den prijs van 1 grosschen (6 centen) per dans. Een ander lid vroeg echter of men inderdaad meende de wetgeving uaet een algemeene „danswet" te moeten verrij- kenr De minister Von Köller verklaarde zich geen voorstander van dat verdansen der zunr-verdiende penningen, maar maakte zich van de zaak af door de opmerking, dat de plaatselijke overheid hier behoort op te treden. Watten in het oor. Er zijn menscheü, die bij de minste verkoudheid in het hcofd over zinkens kla gen of tandpijn krijgen en deze pi,nen trachten te doen ophouden door in httoor watten of katoen te dragen, die ze dikwijls met spiritus of eau-de-cologne gedrenkt hebben. De gehoorgang wordt door lang; dragen der watten verweekelijkt de kleine fijne kliertjes, die ter afscheiding van het oor smeer dienen, worden in hnn werkzaam heid gestoord. Het dient dus vooral niet, om zijn gezondheid te bewaren, dat men watten in het oor draagtintegendeel, me nige ernstige oorziekte heeft haar oorzaa aan deze slechte gewoonte te danken. Dat het schoonheidsgevoel niet gestreeld wordt door watten in de ooren te stoppen, zal ieder wel met ons eens zijn. B ij den verbazend r ij k e n ban kier Louis Castello waren eetis enkele tooneelspelers te gast, onder anderen een oud, eenmaal beroemd knnstenaar, Jose Valero, dien men wgens ouderdom aan geen theater meer wilde engageeren. Bij het dessert sprak Valero over ziju ongeluk en over de ondankbaarheid van het publiek en zei ten slotte: „Als ik nu maar een kapitaaltje van 10,000 duro's (f24.000) had, dan was ik een gelukkig man.' Bij het afscheid gaf Castello den ouden tooneelspeler een sigarettenkoker en toen deze op straat eeu sigaret wide nemen, bemerkte hij, tot zijn ontzetting dat om elk der tien sigaretten een duizend-duro biljet was gewikkeld. Zoo vervulde de ban kier den hartewensch van den ouden kunstenaar. Uil Het Volksgeluk „Onlangs hield de voormalige Engel- sche beul Berry in de stad Grimby, een voordracht vol beroepsherinnenngen. Het grootste gedeelte er van zou zeer wel hebben kunnen dienen als voordracht over matigheidimmers het was in we zenlijkheid slechts een groote bewijsvoe ring tegen alcoholisme. «Tieü jaar laug" zeide hij o. a., ben ik hooldscherprechter geweest. In die tijd ruimte heb ik meer dau 500 doodstraffen geleid; zelf heb ik er 93 uitgevoerd. lot een zeker punt zijn de kroegbazen verantwoordelijk voor de bedreven schelm stukken. «Het grootste deel der misdaden, wel ke ik te weten gekomen ben, w >s ten ge volge van den drank gepleegdnooit heb ik eeu geheel onthouder opgehangen." —Beroemd geworden dom oor e n De volgende voorbeelden mogen bewijzen voor hen, die daarvoor nog een bewijs van noode hebben, dat het mogelijk is, een knaap, die op school aehteraan zit, later in 't leven een der eerste plaatsen inneemt. De groote L i n n a e u s ging bij zijn on derwijzers voor een «dounne jongen' door. Zij ontrieden zijn vader, hem te laten studeeren en oordeelden hem zelfs niet ge schikt om een handwerk goed te leeren. Van Alexandervon Humbolt verhaalt men, dat hem het leeren in de school zeer moeielijk viel. De groote Huf- land moest dikwijls van zijn onderwijzers hooren, „dat er nooit iets uit worden zou.' Da onsterfelijke Newton zat op school achteraan op de voorlaatste bank. Toen de vóór hem zittende kuaap hem eens dom heid en luiheid verweet, rauselde hij hem geducht af. Daarmede niet tevreden, be sloot hij zijn tegenstander ook a's leerling te siaan: hij legde zich vlijtig op het lee ren toe en werd spoedig de eerste zijner kl is. RobertBruns, de gevierde Schot- sche volksdichter, muntte als knaap in lichaamsoefeningen uit, maar was overigens dom en niet leerzaam.Goldsmith,de schrijver van don algemeen bekenden Vi- car of Wakeiield, sprak van zich zelf als van «een plant, die laat begon lebloeien." Samüel Smiles, de schrijver van het beroemde boekHelp u zeiven: zegt „De eene onderwijzer na den anderen had vruchteloos zijn kunst aan mij beproefd, zonder dat de roede «pijn" of de staf „zachtheid" iets uitwerkten. Menigmaal werd beproefd mij door plaatsing vooraan in de klas tot ijver te prikkelen, maar snel als eeu stuk lood iu het water, zonk ik van mijne hoogte in de onvermijdelij ke diepte. Ik werd als domoor door mijn onderwijzers opgegeven en de laatste ver klaarde mij zelfs voor den grootvten bot terik. Doch langzaam als ik was, had ik a's domoor een soort van trots eD door zettingsvermogen, en toen ik eindelijk het leven intrad, zie, daar bleek het, dat ik de meesten mijner schoolkameraden over vleugelde en ver achter mij liet." Derhalve, waarde vri nden, deze voor beelden, hoe weinige zij ook zijn, kunnen bij voorkomende gelegenheden u eenigen grond geven tot den troost: „Wat niet is, kan nog komen 1" Een moedig man. De Figaro maakt met ingenomenheid melding van een moedige daad van een eenvoudige werkman. De beambten der Parijsche omnibus-maatschappijen hadden een vergadering belegd, om een werksta king te proclameeren; het syndicaat dreef er toe aan, en een aantal heftige sprekers betoogden beurtelings de noodzakelijkheid er van. Uit 4500 kelen klonk de kreet Leve de werkstaking I Toen stond een een' voudig beambte op, wederlegde de argu menten der volksleiders en verklaarde dat iu zijn oogen de werkstaking een fout De vergadering wierp hem allerlei scheld woorden naar bet hoofdmen riep dat hij omgekocht was, maar ondanks het rumoer ging de man bedaard voort, hij wist ten slotte de vergadering van zienswijze te doen veranderen en het voorstel om het werk te staken, werd verworpen. Men moet over deze daad niet gering denken, zegt de Figaro. De valsche schaam te die er gewoonlijk de leden van een vergadering toe brengt, niet te protesteeren tegen heftige meeningen, uit vrees alleen te staan, is de grootste moreele ondeugd vau dit niet moedige geslacht. De leiden de klassen zijn er mede behept, ten ge volge van haar opvoeding, die gebaseerd is op de vereering der convenances. De werklieden ondergaan er den invloed van door gebrek aan oordeel en ontwikkeling. Niemand durft zelfstandig te denken en te handelen; dat is de grootste kwaal des tijds. Wanneer deze moedige man navol gers zal vinden, zal het beroep van volks- opruier minder voordeelig en meer gevaar lijk worden en dat is goed ook I Lodewijk XVI als voerman. Lodewijk XVI, de ongelukkige koning van Frankrijk, hield er van 'smorgens in een eenvoudig grijzen overjas gekleed, en slechts op tamelijken afstand vergezeld door een of twee bedienden, verre wandel tochten te maken. Ontmoette men hem dan in zijn grijzen jas, zijn schoenen met kleine gespen, een eenvoudigen hoed op het boofd, een dik ken rieten stok in de hand, dan zon men hem veeleer houden voor een simpelen bur ger of een rijken pachter dan voor den beheerscher van Frankrijk. Hij hield er veel van een praatje te houden met wien hij ontmoette. Eens had hij zich met den prins De Paix, even eenvoudig gekleed, zonder verdere begeleiding, op tauielijken sfsiand van Versailles begeven; daar ont moette hij een voerman, die in een slech ten weg was blijven steken en tevergeefs moeite deed verder te komen. „U moet uw arme paarden niet zoo slaan zeide de koning tot hem. „Hm zeide de voerman, «als u het rijden beter verstaat dan ik, dan moet u maar probeeren den wagen nit het gat te krijgen De koning glimlachte en nam de teugels en terwijl de prins de Paix en de voerman aan de raderen der wagen vooruitduwden, joeg bij de paarden voort zonder zweepslagen, en het gelukte hen het voertuig uit het gat te brengen. Doch de kouing mende nog eenige schreden ver der, en toen leidde hij den wagen in een gat, waarin deze omsloeg. Nu begon de voerman verschrikkelijk te vloeken en te razen, maar de koning zei heel kalm «Wat helpen al die verweuschingen Het kwaad is toch gebeurd. We moeten zien het weer ongedaan te maken.' En nu hielp hij met den prins hard mede, en weldra stond de wagen weer overeind en was al het gced er weer op geladen. De koning en de prins hadden zich onder- tusschen in het zweet gewerkt en zagen er vrij wat gehavend en beinodderd uit. Op dit oogenblik kwamen er eenige be dienden van het hof voorbij, die zeer ver baasd hun meester herkenden en hem met «Sire" aanspraken. Toen de koetsier hoorde, wie hem ge holpen had en wien hij zoo had uitgeschol den, bleef hij eenige oogenblikken sprake loos staan en liep toen hard weg, wagen en paarden in den steek latende. Maar de koning liet hem terug brengen en zeide lachend tot hem „Waarom loop je weg Hebben wij u niet als brave lieden geholpen? Hier, neem dat, om je te troostenMet deze woor den drukte hij den voerman eenige goud stukken in de hand en ging toen lachend om zijn avontuur, naar zijn slot terug. Wilde passagiers. Op het slation te Rawareska (Rusland) heeft in een der wagens van een binnenkomen den goederentrein een vieeselijk gevecht plaats gehad. In dien wagen waren n.1. een aantal dieren van de menagerie van den heer Klucky, die door schotten van elkander gescheiden waren. Toen de trein het station binnenstoomde, hoorde men een schrikkelijk gebralde beambten snelden toe en zagen dat een der houten schotten iu den wagen, dat drie leeuwinnen van vier hyena's en drie beren gescheiden hield, gebroken was, en de wilde beesten elkaar nu op moorddadige wijze bevochten. Een der beren ontbrakhij was door de hongerige leeuwinnen geheel en ai »el- slonden. Een tweede beer mistte een zij" ner klauwen, die door de leeuwinnen wa ren afgebeten, en daarnaast lag een ge wurgde hyena. In een derde afdeeÜDg vlak er naast zaten twee kolossale leeuwen, die zich het rumoer niet aantrokken en doodkalm bleven zitten. Niemand durfde zich wagen iu de nabijheid van den bees tenwagen, maar gelukkig kwam spoedig de eigenaar der dieren «Kluoky" i" een slede aan. Niettegenstaande het gevaailijke van den toestand sprong bij onversaagd tusschen de woedende dieren en j°®g 20 uit elkander, waarbij hij door een der be ren werd gebeten. Klucky lijdt door dit voorval groote schade en spreekt de spoor wegmaatschappij om schadevergoeding*»0» omdat zij uia gezorgd heeft voor schotten* <Ue sterk genoeg waren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 6