Gemengd Nieuws.
in de te Madrid verschijnende bladen,
waarin den subalternen officieren gemis
aan vaderlandsliefde en koningsgezind
heid verweten werd, hadden in militaire
kringen eene hevige gisting veroorzaakt.
Deze sloeg we'dra in daadwerkelijkheden
over. Eenige honderden officieren ver
woestten de redactie-bureaux van ge
noemde bladen. De publieke opinie
eischte natuurlijk voor een dergelijk
ergerlijk optreden eene ernstige bestraf
fing Sagasta stelde daarop in den minis
terraad voor, de officieren voor den bur
gerlijken rechter te roepen. De minister
van oorlog wenschte hen echter door den
krijgsraad te vonnissen. Toen men in
deze tot gecne overeenstemming kon
komen, bood het ministerie der koningin
regentes het ontslag aan.
't Schijnt echter wel, dat de verschil
lende partijleiders niet geneigd zijn, de
zaken op te knappen, althans de koningin
regentes heeft reeds tevergeefs bij een
tweetal hunner aangeklopt.
De grootste struikelblokken leveren
de oproerige bewegingen op Cuba en de
Philippijnen.
In de laatste eilanden-groepen, ten
noorden van onze specerijeilanden, de
Molnkken, gelegen, zijn de inboorlingen
tegen het Spaansch gezag in opstand ge
komen. Reeds zijn enkele gevechten ge
leverd, zonder echter aan de Spanjaar
den een beslissend voordeel te verschaf
fen. Toch hoopt men daar binnen een
niet te lang tjjdsbestek de zaken wel
weer in orde te brengen.
Van ernstigen aard is de opstand op
Cuba. Deze «parel van de Antillen''
tracht zich reeds sedert lang van het
moederland los te maken. De bevolking
van ruim 2 millioeu zielen, bestaat voor
ongeveer tweederden uit blanken. Kleur
lingen en vrijverklaarde negers, vormen
liet andere deel. Met Porto-Rico is Cuba
het eenige, wat Spanje van zijne eens
zoo uitgebreide bezittingen in Midden-
en Zuid- Amerika rest. Na herhaalde
opstanden, hebben al de overheerschte
gewesten zich ten slotte vrijgevochten.
Een goed georganiseerde opstand tracht
thans Cuba in de rjj dir vrije landen op
te nemen. Berichten uit Spaansche bron
nen spreken er van eene weinig betee-
kende beweging, doch de sterke troepen
verzendingen naar Cuba wijzen op liet
tegendeel. Amerikaansche vluchtelingen
verzekeren, dat de opstand zich met den
dag uitbreidt en dat de Spaansche troe
pen gedwongen waren, zich op de ver
sterkte plaatsen terug te trekken.
Deze opstand heeft Spanje ook reeds
in botsing met de Yereenigde Staten
van Noord-Amerika gebracht. Uit vrees
voor invoer van wapens, trachten Spaan
sche oorlogschepen, alle aanraking van
vreemde bodems met Cuba te vermijden.
Een Amerikaansche stoomer werd door
Spaansche kruisers met scherp begroet.
ze zorgen had zi) gemakkelijk kunnen ontgaan.
M ar ik bid u, lieve jaffrouw," had Hop
pe gezegd, „wees toch niet dwaas, neem de
ondersteuning van mijnheer Helbig toch aan.
En hij noemde een som, waarvan een gehee-
le familie heel royaal had kunnen leven.
Zijne aanbiedingen werden alle van de band
gewezen. Zij wilde voor zich zelf weiken
en de goede Hoppe verwijderde zich hoofd
schuddend.
Zoo iets ontbrak haar niet 1 Wat baar
mankeerde, was geheel iets anders. Voor de
maag kon zij zelf wel zorgen; het hart eisch
te verpleging. Dat hart, dat trots de rust
rondom baar, onrustig sloeg; dat hart, dat
liefde vroeg, waar het liefde gaf. Wie kon
dat bevredigen? Vreemde menschen waieu
haar dagtlijksche omgang en de baren moes
ten haar mijden. Dat was nu eenmaal haar
lot; zoo bad het noodlot het haar bescho
ren.
Dikwijls, als tij eenzaam op haar kamer
haar vertaalwerk zat te maken, vroeg zij
zicbzelve af, of het niet troostrijker zou zijn
geweest, als zij aan dit alles telt schold
gehad had Tan bad «ij zichrelf kuouen kas
tijden, voor hetueen rij misdreven bad, had zij
kunnen boeten.Maar zij was na, onschuldig aan
cn machteloos tegenover alles Een ver
vloekt leven was het I Was dat gerechtig
heid Schold moest alleen boeieD. Was zij
slechter dan diegene, die men haar zuster
noemde? Die was vertroeteld, verpleegden
verzorgd geworden, vanaf het oogenblik, dat
rij het levenslicht aanschouwde/opgewassen
onder de voortdurende torg van allerlei ge
dienstigen; haar weg was geëtfend en zon
der eenige bindernis gehouden. En slechts
nog weinige dagen, en haar lot was verbon
den aan dat van een sterke en soliede steun
in dit leven. Wrevelig trachtte zij zich te
i Dtri kkcn aan dergelijke gedachten, die baar
afgnnstig toeschenen. Maar ach, de tegen
stelling tusschen haar beiden, was toeb ook
aoo groot' Zuchtend sette tij haar arbeid
voort.
Spoedig evenwel werden hare gedachten we
der droevig. Het was zoo donker, heden. De
herfst was reeds merkbaar. Vochtige nevels
hingen over de straten en slechtB spaar
zaam droog het daglioht door bet kleine
veDster van haar kamertje. Alles zag er
even treurig en verdrietig nit. Zij zette zich
san het veDster neder en zag naar benedon.
Hoe vroeg was bet reeds na donker. Bet
was pas vier uor in den middag en toch
hadden de winkels bet licht roeds op. Zij
kon tot in het binnenste van den kruide
nierswinkel tegenover haar zien, waar de
menschen hunne benoodigdheden haalden. Bet
waren nederige koopers, in de lijst hooner
nederige omgeving. Hier kwamen nooit rij-
tuigen, slechts een enkele huurkoets of vracht
wagen reed voorbij, onbarmhartig over de
Een paar dagen geleden, meldt het be
richt, werd zelfs een Noord-Amerikaan-
sche schoener in den grond geboord,
waarbij de geheele bemanning verdron
ken moet zijn. Deze ernstige gebeurte
nissen hebben eene diplomatieke spanning
tusschen beide Staten doen ontstaan,
Wij zien dus, dat het Spaansche Gouver
nement, ook al doornen genoeg op zijn
weg vindt. Doch waar vind men ze niet
Elk huis heeft zpn eigen kruis. Elk rijk
heeft zoo zijne eigenaardige moeielijkhe-
den.
Hoe gaarne ook de BELGISCHE re
geering, terwille van koning Leopold, den
Congo-Staat als eene rijksbezitting zou
zien aangenomen, vreest het echter met
reden, dat dit lievelingsdenkbeeld op de
tegenkanting van hare eigen volgelingen
zal afstuiten. Hoe volgzaam ook heeft een
belangrijk deel der clericale kamerleden
zich in de clubvergaderingen tegen de
annexatie verklaard. Waarschijnlijk zal
men nu het lijdende negerkind, door eene
leening, gewaarborgd door den Staat, in
zijne benarde omstandigheden trachten te
helpen.
In een ander opzicht staan onzen
buurman ook al slechte tijden te wach
ten. De regeering heeft en ontwerp-kies-
wet voor gemeente-verkiezingen bij de
wetgevende vergadering ingediend. De
leeftijd wordt in dat ontwerp hooger ge
steld, dan voor de Kamerverkiezingen.
Ook zullen de meer gegoeden en ontwik
kelden een extra-stem verkrijgen. Deze
bepalingen zijn olie in 't vuur bij de ar
beiderspartijen. Ze dreigen nu reeds met
eene algemeene werkstaking, die volgens
hunne organen het geheele land in een
ernstige beroering zullen brengen.
DUITSCIILAND'S kruis, zal, hoewel
dan ook slechts voor enkele dagen, wor
den vergeten, door de algemeene liulde-
bewijzen, welke men prins Bismarck op
zijn 808ton verjaardag gaat brengen. In
alle deelen van „das Vaterland" is men
druk in de weer, om den stichter van
het Duitsche rijk de schitterendste hul
de te brengen.
Van de 82 steden in Rijn-Pruisen heb
ben 60 den ijzeren kanselier tot eere
burger benoemd. In tal van steden wor
den op 1 April standbeelden ter zijner
eere onthuld. Heel Duitschland verkeert
nu reeds in opgewondenheid, die zeker
op 1 April wel de overtreffende trap
zal bereiken. Veel was zeker ook voer
ons in Bismarck's politiek af te keuren,
doch bij al zijne eigenaardige opvattingen
blijft hij voor Duitschland, ja voor Eu
ropa, „een groot man."
Een volk, dat zijne groote mannen
eert, is zelf waard geëerd te worden.
Dat zij zoo
hobbelige straten rollend.
De deur harer kamer giug open en de
dochter vao de hospita, een blond, mager
meisje, zette eeo kop koffie, dat zjj in de
band hield, op tafel neder. „Hier juffrouw,
gij drinkt zeker liever alleen. Niet waar?'
Dat geschiedde regelmatig iederen middag,
en Cbristiua antwoordde altoos hetzelfde
„Dank u juffrouw!" Vervolgens draalde het
meisje nog een oogenblik, in de hoop, dat
een klein gesprek soa volgen in de meeste
gevallen, zoo ook nn, moest zij onverrichter
zake heengaan.
Wat was er in korten tijd van haar ge
worden 1 Waaneer zij terugdacht aao baar
leven een jaar terug, wat een verschil !Vol
lust cn leven.Dat alles was anders ge
worden. Nu bad zij geen rozenpaviljoen
geen geheime briefwisseling, geen geheim
bezoek meer. O, bare goede dagen van geluk
waren voorbij I Voorbij alle hoop, ver-
vlogea alle geink t
Treurend leunde zij met den arm op de
vensterbank, wachtende tot dat de lamp zon
worden binnengebracht, om dan haren ar
beid te kannen voortzetten. Daar weerklonk
paardengetrappel op de straat; in vluggen
draf kwam hei nader Zij bief het hoofd
opzon zij dat geluid niet kennen Zij
drukte deu nens tegen de ruiten en keek vol
verwachting naar buiten. Het sohjjusel van
lantaarns kwam nader, al Dader getrappel van
paarden, luider weerklonk het, zonder dat men
de wielen boorde rollen een oogwenk daarna
hield het plotseling voor haar buis stil. Zij
herkende alles heel goed, die beide scboone
dieren, en ook Frans en Frederik op den
bok. Hoe klopte baar het harte. Onbewege
lijk bleef zjj aan het venster staan. Dat
moest Thesi zijn, niemand anders
Zoo zon haar verlangen toch vervuld wor
den, zij had reeds in stilte gehoopt, dat zij
komen zou, nog een enkele maal, om haar
de hand te drnkken, om afscheid te nemen
voor zij vertrok. Thesi behoefde men niet
van haar verwijderd te houden; die wist
toch Diets van al het voorgevallene. Zij
wist alles nauwkeurig, Nenman en Klaartje
hielden haar van alles op de hoogte. Na
was baar wenech vervuld Die geliefde Tne-
si was gekomen. Zij had dan toch nog aan
haar gedacht. De deur ging open.
„Vader t*
„Christina
Zij was bij dat onverwachte wederzien
voor hem neergezonken en hare armen om
strengelden zijne knieën Hare oogen waren
vol verrukking op hem gericht. „Vader!
Mijn vader Hij boog zich voorover en
drukte een kns op haar voorhoofd. Daarna hief
hij haar op. „Kom, Christina; laat ons alles
eens bepraten."
Wordt vervolgd.
Men is gewoon op het
werk van den suiker— en koekbakker neer
te zien als op eene industrie van deu 3den
rang. Weinige personen echter hebben
oeDig begrip van hare belangrijkheid, voor
al, wanneer het zulke plaatsen geldt als
bijv. Londen. Er is daar eene firma, die
niet minder dan 300,000 kilogrammen van
allerlei suikergoed per week voorbrengt,
dat alles in het Vereenigd Koninkrijk van
Engeland, Schotland en letland verbruikt
word'. Eene andere firma heeft geregeld
1400 arbeiders aan het werk. Jaarlijks
worden daar te lande niet minder dan
250.000 tonnen sniker voor het maken vsd
suikergoed gebruikt, waarbij nog komen
1500 tonnen voor het konfijten van vruch
ten, benevens de groote hoeveelheid, die
voor jams noodig is. In het vereenigd
Koiinkrijk zijn|meer dan 100,000 personen
voor hun levens onderhoud van dezen tak
Tan nijverheid athankelijk. Engeland en
Amerika voorzien voor een groot deel in
de behoefte aan suikergoed van de geheele
wereld. De groote biscuitenfabriekeD, zooals
die van Hnntley Palmer, en Peek
Frean Cov leggen zich eveneens op de
ze industrie toe.
De dronkenschap in Au
stralië.
Eeu Fransch schrijver, die zich onder
den pseudoniem Max O'Rell verbergt, tee
kent in een boek, getiteld „La Maison
John Bullet Cie, wat hij noemt de «groo
te succursales" van EngelandCanada,
Australië, Nie w-Zeeland en Zuid-Afrika.
In het deel, dat over Australië handelti
komt een hootdstuk voor«De geesel der
koloniën", waarin de verschnkkeiijke ver
woestingen geteekend worden, in dit heer
lijke laud door de dronkenschap veroor
zaakt. Soms kunnen de dronkaards nog wel
eens aardig zijn. Zoo riep een dergelijk
persoon, die op de eerste rij van de fau
teuils d'orchestre zat, O'Rell, die een
lezing hield, van zijn plaats toe«Zwijg,
domkop, met uw praatjes over Engeland.
Uoudt liever een conferentie over Water-
loo, dat zou me beter lijken.' De
Franschinan kon moeilijk van oDderwerp
veranderen, en bovendien was Wateiloo
ook niet, heel aanlokkelijk.
Toen de man dus bleef aandringen, en
de woorden van degenen, die rondom bem
zaten, mets vermochten, moest de politie
hem verwijderen. Heel goedaardig volgde
hij, zonder eenigen tegenstand te bieden.
Aan de deur gekomen, keerde hij zich
echter nog eens om en riep: „Ik zeg u dat
het een domkop is, Hij zegt een Frausch-
man te lijn en hij kau niet eens conferen
tie houden over Waterloo. Die sinjeur zal
in Australië niet veel verdienen, dat voorspel
ik hem." jEn hij verdween ondar het ge
jubel van de hoorders, die den humor van
die woorden begrepen hadden.
De schrijver maakt hierbij een vergelij
king tusschen EDgelschen en Franschen.
Wanneer een Franschinan dronken is, is
hij over het algemeen socialist, anarchis',
revolutionair en hij schreeuwt, zoo hard hij
kan: „Weg met de tirannen!" Wanneer
de Engelschman te diep in het glaasje
gekeken heeft, wordt hij conservatief en
chauvinist. Hij noodigt alle volken der
aarde uit, om met hem te vechten en in
dien Gladstone, de groote leider der libera
len, hem in handen viel, zou hij hem
doodslaan. Waterloo ligt nog altijd bestor-
Ten in den mond van iederen Engelschen
driukeboer.
In een ander gedeelte van zijn boek
lezen we: „Het is niets vreemds in Au
stralië, een jongmeusch in de stad te zien
aankomen, die een check van 50 of 60
pond sterling aan een hotelhouder geeft,
zeggende „Geef me te drinken, tot mijn
check verteerd is. Waarschuw me dan,
dan ga ik naar hais." Ik heb te Graftou
op eenige mijlen van de keerkringen, een
ouden boer van 84 jaar gezien, die eenige
dagen in het hotel was komen logeeren,
om zich van den morgen tot den avond
dronken te drinken. Zijn vrouw was bij
hem, om hem te bed leggen en zijn
hoofd te verfrisschen. De dronkenschap in
koude landeu is eenigszins te vergeven,
maar in warme landenVerveling, gemis
aan afleiding zijn, geloof ik, de voor
naamste oorzaken I'
Dansen. In de Pruisische Kamer
is de vorige week bij de behandeling der
Staatsbegrooting ook gesproken over het
dansen. Ean der leden verlangde dat de Re
geering de lanzlustharkeilen ten platte-
lande zou beperken. Hij verzekerde dat op
openbare danspartijen vele boerenarbeiders
op één nacht 5 tot 10 mark verdansen,
tegen den prijs van 1 grosschen (6 centen)
per dans. Een ander lid vroeg echter of
men inderdaad meende de wetgeving uaet
een algemeene „danswet" te moeten verrij-
kenr De minister Von Köller verklaarde
zich geen voorstander van dat verdansen
der zunr-verdiende penningen, maar maakte
zich van de zaak af door de opmerking,
dat de plaatselijke overheid hier behoort
op te treden.
Watten in het oor.
Er zijn menscheü, die bij de minste
verkoudheid in het hcofd over zinkens kla
gen of tandpijn krijgen en deze pi,nen
trachten te doen ophouden door in httoor
watten of katoen te dragen, die ze dikwijls
met spiritus of eau-de-cologne gedrenkt
hebben.
De gehoorgang wordt door lang; dragen
der watten verweekelijkt de kleine fijne
kliertjes, die ter afscheiding van het oor
smeer dienen, worden in hnn werkzaam
heid gestoord. Het dient dus vooral niet,
om zijn gezondheid te bewaren, dat men
watten in het oor draagtintegendeel, me
nige ernstige oorziekte heeft haar oorzaa
aan deze slechte gewoonte te danken. Dat
het schoonheidsgevoel niet gestreeld wordt
door watten in de ooren te stoppen,
zal ieder wel met ons eens zijn.
B ij den verbazend r ij k e n ban
kier Louis Castello waren eetis enkele
tooneelspelers te gast, onder anderen een
oud, eenmaal beroemd knnstenaar, Jose
Valero, dien men wgens ouderdom aan
geen theater meer wilde engageeren. Bij
het dessert sprak Valero over ziju ongeluk
en over de ondankbaarheid van het publiek
en zei ten slotte: „Als ik nu maar een
kapitaaltje van 10,000 duro's (f24.000)
had, dan was ik een gelukkig man.' Bij
het afscheid gaf Castello den ouden
tooneelspeler een sigarettenkoker en toen
deze op straat eeu sigaret wide nemen,
bemerkte hij, tot zijn ontzetting dat om
elk der tien sigaretten een duizend-duro
biljet was gewikkeld. Zoo vervulde de ban
kier den hartewensch van den ouden
kunstenaar.
Uil Het Volksgeluk
„Onlangs hield de voormalige Engel-
sche beul Berry in de stad Grimby, een
voordracht vol beroepsherinnenngen.
Het grootste gedeelte er van zou zeer
wel hebben kunnen dienen als voordracht
over matigheidimmers het was in we
zenlijkheid slechts een groote bewijsvoe
ring tegen alcoholisme.
«Tieü jaar laug" zeide hij o. a., ben
ik hooldscherprechter geweest. In die tijd
ruimte heb ik meer dau 500 doodstraffen
geleid; zelf heb ik er 93 uitgevoerd.
lot een zeker punt zijn de kroegbazen
verantwoordelijk voor de bedreven schelm
stukken.
«Het grootste deel der misdaden, wel
ke ik te weten gekomen ben, w >s ten ge
volge van den drank gepleegdnooit
heb ik eeu geheel onthouder opgehangen."
—Beroemd geworden dom
oor e n
De volgende voorbeelden mogen bewijzen
voor hen, die daarvoor nog een bewijs van
noode hebben, dat het mogelijk is, een
knaap, die op school aehteraan zit, later
in 't leven een der eerste plaatsen inneemt.
De groote L i n n a e u s ging bij zijn on
derwijzers voor een «dounne jongen' door.
Zij ontrieden zijn vader, hem te laten
studeeren en oordeelden hem zelfs niet ge
schikt om een handwerk goed te leeren.
Van Alexandervon Humbolt
verhaalt men, dat hem het leeren in de
school zeer moeielijk viel. De groote Huf-
land moest dikwijls van zijn onderwijzers
hooren, „dat er nooit iets uit worden zou.'
Da onsterfelijke Newton zat op school
achteraan op de voorlaatste bank. Toen de
vóór hem zittende kuaap hem eens dom
heid en luiheid verweet, rauselde hij hem
geducht af. Daarmede niet tevreden, be
sloot hij zijn tegenstander ook a's leerling
te siaan: hij legde zich vlijtig op het lee
ren toe en werd spoedig de eerste zijner
kl is. RobertBruns, de gevierde Schot-
sche volksdichter, muntte als knaap in
lichaamsoefeningen uit, maar was overigens
dom en niet leerzaam.Goldsmith,de
schrijver van don algemeen bekenden Vi-
car of Wakeiield, sprak van zich zelf als
van «een plant, die laat begon lebloeien."
Samüel Smiles, de schrijver van het
beroemde boekHelp u zeiven: zegt
„De eene onderwijzer na den anderen had
vruchteloos zijn kunst aan mij beproefd,
zonder dat de roede «pijn" of de staf
„zachtheid" iets uitwerkten. Menigmaal
werd beproefd mij door plaatsing vooraan
in de klas tot ijver te prikkelen, maar
snel als eeu stuk lood iu het water, zonk
ik van mijne hoogte in de onvermijdelij
ke diepte. Ik werd als domoor door mijn
onderwijzers opgegeven en de laatste ver
klaarde mij zelfs voor den grootvten bot
terik. Doch langzaam als ik was, had ik
a's domoor een soort van trots eD door
zettingsvermogen, en toen ik eindelijk het
leven intrad, zie, daar bleek het, dat ik
de meesten mijner schoolkameraden over
vleugelde en ver achter mij liet."
Derhalve, waarde vri nden, deze voor
beelden, hoe weinige zij ook zijn, kunnen
bij voorkomende gelegenheden u eenigen
grond geven tot den troost: „Wat niet
is, kan nog komen 1"
Een moedig man.
De Figaro maakt met ingenomenheid
melding van een moedige daad van een
eenvoudige werkman. De beambten der
Parijsche omnibus-maatschappijen hadden
een vergadering belegd, om een werksta
king te proclameeren; het syndicaat dreef
er toe aan, en een aantal heftige sprekers
betoogden beurtelings de noodzakelijkheid
er van. Uit 4500 kelen klonk de kreet
Leve de werkstaking I Toen stond een een'
voudig beambte op, wederlegde de argu
menten der volksleiders en verklaarde dat
iu zijn oogen de werkstaking een fout
De vergadering wierp hem allerlei scheld
woorden naar bet hoofdmen riep dat hij
omgekocht was, maar ondanks het rumoer
ging de man bedaard voort, hij wist ten
slotte de vergadering van zienswijze te doen
veranderen en het voorstel om het werk te
staken, werd verworpen.
Men moet over deze daad niet gering
denken, zegt de Figaro. De valsche schaam
te die er gewoonlijk de leden van een
vergadering toe brengt, niet te protesteeren
tegen heftige meeningen, uit vrees alleen
te staan, is de grootste moreele ondeugd
vau dit niet moedige geslacht. De leiden
de klassen zijn er mede behept, ten ge
volge van haar opvoeding, die gebaseerd
is op de vereering der convenances. De
werklieden ondergaan er den invloed van
door gebrek aan oordeel en ontwikkeling.
Niemand durft zelfstandig te denken en
te handelen; dat is de grootste kwaal des
tijds. Wanneer deze moedige man navol
gers zal vinden, zal het beroep van volks-
opruier minder voordeelig en meer gevaar
lijk worden en dat is goed ook I
Lodewijk XVI als voerman.
Lodewijk XVI, de ongelukkige koning
van Frankrijk, hield er van 'smorgens in
een eenvoudig grijzen overjas gekleed, en
slechts op tamelijken afstand vergezeld
door een of twee bedienden, verre wandel
tochten te maken.
Ontmoette men hem dan in zijn grijzen
jas, zijn schoenen met kleine gespen, een
eenvoudigen hoed op het boofd, een dik
ken rieten stok in de hand, dan zon men
hem veeleer houden voor een simpelen bur
ger of een rijken pachter dan voor den
beheerscher van Frankrijk. Hij hield er
veel van een praatje te houden met wien
hij ontmoette. Eens had hij zich met den
prins De Paix, even eenvoudig gekleed,
zonder verdere begeleiding, op tauielijken
sfsiand van Versailles begeven; daar ont
moette hij een voerman, die in een slech
ten weg was blijven steken en tevergeefs
moeite deed verder te komen.
„U moet uw arme paarden niet zoo
slaan zeide de koning tot hem.
„Hm zeide de voerman, «als u het
rijden beter verstaat dan ik, dan moet u
maar probeeren den wagen nit het gat
te krijgen De koning glimlachte en nam
de teugels en terwijl de prins de Paix en
de voerman aan de raderen der wagen
vooruitduwden, joeg bij de paarden voort
zonder zweepslagen, en het gelukte hen
het voertuig uit het gat te brengen. Doch
de kouing mende nog eenige schreden ver
der, en toen leidde hij den wagen in een
gat, waarin deze omsloeg. Nu begon de
voerman verschrikkelijk te vloeken en te
razen, maar de koning zei heel kalm
«Wat helpen al die verweuschingen Het
kwaad is toch gebeurd. We moeten zien
het weer ongedaan te maken.' En nu
hielp hij met den prins hard mede, en
weldra stond de wagen weer overeind en
was al het gced er weer op geladen. De
koning en de prins hadden zich onder-
tusschen in het zweet gewerkt en zagen
er vrij wat gehavend en beinodderd
uit.
Op dit oogenblik kwamen er eenige be
dienden van het hof voorbij, die zeer ver
baasd hun meester herkenden en hem met
«Sire" aanspraken.
Toen de koetsier hoorde, wie hem ge
holpen had en wien hij zoo had uitgeschol
den, bleef hij eenige oogenblikken sprake
loos staan en liep toen hard weg, wagen
en paarden in den steek latende. Maar de
koning liet hem terug brengen en zeide
lachend tot hem
„Waarom loop je weg Hebben wij u
niet als brave lieden geholpen? Hier, neem
dat, om je te troostenMet deze woor
den drukte hij den voerman eenige goud
stukken in de hand en ging toen lachend
om zijn avontuur, naar zijn slot terug.
Wilde passagiers. Op
het slation te Rawareska (Rusland) heeft
in een der wagens van een binnenkomen
den goederentrein een vieeselijk gevecht
plaats gehad. In dien wagen waren n.1.
een aantal dieren van de menagerie van
den heer Klucky, die door schotten van
elkander gescheiden waren. Toen de trein
het station binnenstoomde, hoorde men een
schrikkelijk gebralde beambten snelden
toe en zagen dat een der houten schotten
iu den wagen, dat drie leeuwinnen van
vier hyena's en drie beren gescheiden
hield, gebroken was, en de wilde beesten
elkaar nu op moorddadige wijze bevochten.
Een der beren ontbrakhij was door de
hongerige leeuwinnen geheel en ai »el-
slonden. Een tweede beer mistte een zij"
ner klauwen, die door de leeuwinnen wa
ren afgebeten, en daarnaast lag een ge
wurgde hyena. In een derde afdeeÜDg
vlak er naast zaten twee kolossale leeuwen,
die zich het rumoer niet aantrokken en
doodkalm bleven zitten. Niemand durfde
zich wagen iu de nabijheid van den bees
tenwagen, maar gelukkig kwam spoedig
de eigenaar der dieren «Kluoky" i" een
slede aan. Niettegenstaande het gevaailijke
van den toestand sprong bij onversaagd
tusschen de woedende dieren en j°®g 20
uit elkander, waarbij hij door een der be
ren werd gebeten. Klucky lijdt door dit
voorval groote schade en spreekt de spoor
wegmaatschappij om schadevergoeding*»0»
omdat zij uia gezorgd heeft voor schotten*
<Ue sterk genoeg waren.