Donderdag 4 April 1895. 39ste Jaar an No. 2978. De Eene. 0 lül Mralcitit- LllHllVt Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Gemeente Sc hagen. Bekendmakingen. luw van Vee in Belgis. De Burgemeester van Schagen brengt op uitnoodiging van den Heer Commis saris der Koningin in de provincie Noord-Holland, ter kennis aan belang hebbenden, dat de in en doorvoer van rundvee en schapen herkomstig uit Ne derland, in België weder is toegestaan. Bij hunne aankomst aan het tolkan toor worden de dieren op kosten der invoerders door een Belgischen Veearts onderzocht. Wanneer de Veearts bevindt, dat het vee gezond is, geeft hij daarvan een schriftelijk bewijs af en verklaart hij dat de dieren naar de plaats hunner bestemming mogen worden vervoerd. Schagen, 1 April 1895. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Binnenlandsch Nieuws. F E 1 L L E T O !S. ROMAN van Ceorg Rendier. Uitgever J. WINKEL. Bureau: 8CHAGfc]lT, Laan, jD 4. Gedurendehetafgeloopeu winterhalfjaar zijn de borken der Volksbi bliotheek „BARSLNGERHORN", gelezen in 76 gezinnen, verdeeld ov r de wijken Bar- zingerhorn, Haringhuizen, Kreil en Pool land. Men ziet dus de vereeniging D.O.G., die zooveel in het belang dezer inrichting doet, en de vele particulieren, die als be gunstigers eene kleine geldelijke bijdrage ten behoeve der Bibliotheek afstaan, heb ben daarvan nog steeds de gewenschte voldoening. De biblothecaris hoopt in de gelegen heid gesteld te worden, de bibliotheek met elk jaar te kunnen uitbreiden. 35. SLOT. In de wachtkamer waarnaar Streichenberg Christina meer godragen had, dan zij geloo- pen was, kwam zij eerst tot haar bewust zijn terug. Nog altijd zag zij hem aan, of zij droomde. Hij was ijverig in de weer, had besteld wat baar kou opfriaschen, opdat zij weldra weder de oude zijn zou. Zij gevoel de zich weldra zooveel versterkt, dat zij aan den arm van Streichenberg de zaal verlaten koD, nog altijd half suf, niet recht wetende wat geschied was. Buiten stegen zij in een rijtuig, nadat hij den koetsier zijne woning als doel zijner reis had opgegeven. Zooder tegen te streven, was zjj hem gevolgd en leunde onderweg sti tegen zijn schouder. Hij vermeed het, haar iets te vragen of baar tot apreken te nood zaken, en eerst nadat hy haar de trap tot tyne woning bad opgeholpen, haar mantel en hoed had afgenomen en vervolgens haar ala een kind in een hoekje van de sofa bad neergevleid, toen eerst liet hy zijn gevoel den vrijen teugel. Hy zonk voor haar op de knieën, greep bare beide handen kus te ze hartstochtelijk en riep uit: „Boos, ei genzinnig meisje, heb ik u dan eindelijk, eindelijk weer terug 1* Zij echter, nog te zwak hem te weerstre ven, maar t0ch helder bewust wat haar te °en stond, boog zich tot hem neder L*acht hortend uit: „Ik mag niet b.Ö u Hij hief het hoofd woest op, als wilde nin s'rijd tegen alles en allen aangaan: 0°g®oedige, gij moogt niet alleen, neen dan^yi"' tu'' en geen ander ter wereld knn^'? a"J>d za8 zij hem twijfelend aan; zy lenrt„ Plot8elinge geluk na al die el- stonH v gelooveu. Al haar strijd en leed geest j,.. D?g 200 el8 duidelijk voor den heaflKi. e J Zlch D0S 200 eP°©dig niet in het toe 00 yerPla»">e°5 het scheen haar voor u ï00al8 het land Kauaiin was wen We! a' die heerlijkheid aanaehou- maar er niet binnengaan. Moest zij geloo ven, dat hy, *oo hjj alles te' Het Bestuur der \eree- niging „Het Rundvee-Stamboek Noord-Holland" heeft de achttiende Algemeene Vergadering uitge schreven tegen Woensdag, den 10 April e.k., des voormiddags te HH/j uur, in een lokaal van den heer Jn. Zeijlemaker aan de Rooden Steen te HOORN. Onder de punten van behandeling ko men o.a. voor Verslag van den afgevsardigde naar de vergaderingen van „Hollands Noorder- Kwartier.' Uit te brengen door den heer A. Kool j Rekening van den Penningmeester over 1894 Benoeming van 3 Bestuursleden, wegens periodieke aftreding op 1 November 1895, der niet-herkissbare laden P. Schuurman Jz. en J. Houter, en wegens hetrvertrek van den heer K. Tensen Pz. Benoeming van een afgevaardigde naar de vergaderingen van „Hollands Noorder- Kwartier i Voorstel van het Bestuur, tot bet be noemen van den heer K. Tenssn Pz. tot lid van verdienste. In te leiden door den heer J. H. M. Huijgens. Voorstel van het Bestuur, tot het houden eener keuring van één- en tweejarige stieren, te Hoorn op de Nieuwe Veemarkt, bij den heer L. de Goede, op M a a n- d a g 29 April e.k., (behoudens toe stemming van het Gemeentebestuur). Uitreiking der prijzen, behaald bij de stierenkeuring op 28 A p r i 1 1894. Is hot noodig, verwaar loosde kinderen te beschermen tegen hun misdadiee ouders De „Bode der Heldring-gesticht' en geeft o. a. het volgende te lezen In Den HAAG is waargenomen, dat een kind geëxploiteerd werd, door hsar een halven notedop op den rug vast te binden, in weikeu dop zich een levende spin bevond, die het kind onophoudelijk steken toebracht, en door welke marteling het kind voortdurend weende, waardoor de bedelende moeder h.ar doel btrtikt zag. Zijn zulke toestanden riet hartver scheurend vraagt de schrijver, die daarna voortgaat met dan we ten kwam, zich vol afschuw van hbar afwen den zou? „Spreek niet Christina, leun rus tig achterover; hier is een kussen. Zit dood stil, luister aandachtig naar mij en val mij niet in de rede." Hy streek haar lie.'kooiend langs wangen en voorhoofd, drukte haar ach terover in het kussen en begon: „Ik bohoef naar niets meer te vragen. Ik weet alles wat er gebenrd is. Ik weet alles en ik begrijp alles. Sedert gij mtj van u ge stooten hebt, heb ik zware tijden doorleefd. Ik heb aan u getwijfeld, ik heb u sommige oogenblikken gewantrouwd, uwe handelingen aan andere oogmerken toegeschreven,en geloof me, dat waren mijne zwaarste, mijne ellen digste oogenblikken 1 Wees stil kind, het is voorbij; maar toch is het gebeurd. Kon ik an ders? Wist ik dan, wat er gebeurd was Ea uit dezen twijfel ontstond toorn. Ik zei tot mijzelf, goed, wanneer ik haar zooveel niet waard ben, dat zij mij de reden van bare handelwijze kan opgeven, het verbreken on zer verhouding, het verlaton van het huis haars pleegvaders, da scheiding tusschen baar die zij lielheert, dan Zy kon oomogehjk langer zwijgen, .Was er dan een ander middel riep sy nit. ,Heb ik dan anders magen handelen? Had ik dan moeten dulden, dat uwe edelmoedigheid mij veroorloofde bij u te blijven En daaraan is nog niets veranderd I Alles is nog onverbid delijk hetzelfde gebleven. Nog zou ik op uw weg worden, het blok dat u zou weer houden te gaan, waar uw geest u gebiedt te gaan; nog zou ia worden degene in uw le ven, die n zou worden een ballast die u weldra te zwaar worden zou, en ballast werpt men immers over boord. En dan liever alles dan dat, dan te worden verstooten van de plaats die men als eigendom is gaan be schouwen, te worden verdreven nit het huis dat ons dierbaar is geworden, te worden verjaagd van de plek waar men den zoetstee tijd zyos leven heeft doorgebracht; nog eens alles liever dan dat 1 Laat mij dos gaan, laat my vrij, het kan niet van duurzamen aard zijn!" Zy zou opgesprongen zijn, wanneer Strei chenberg haar niet gedwongen had te blij- ven zitten. „Hoor my aan, Christina, ik bezweer n 1 Dan moogt gij beslissen I Ik liet my welgevallen;* ging by voort, „wat over my gekomen was en zocht mjjn heil weder, evenals toenmaals, in myn arbeid. Maar het was te vergeefswat ik ook deed,, immer en altijd zag ik uw beeld voor my, in waken en droomeo, niets en niemand an ders dan altijd jou, had ik voor oog en. Wan neer ik een voetstap boorde goloofde ik, dat is van haar; wanneer do post mij iels En wat gebeurt op Zetten, waar een christelijk gesticht is, „Talitha Kumi* roor meisjes beneden 16 jaar, die men voor de verkeerde invloeden wil bewaren Een meisje, dochter van een bekenden dronkaard, 11 jaar ond, wordt opgenomen, blijft daar een tijd lang, maar wordt te- rnggeëischt en teruggehaald door haar va der, want zij moet zijn jenevercenten bij- eenbedelen. Twee meisjes, nog zeer jong, komen te Zetten. Haar moeder leidt een slecht le ven. Zij zag in geen jaren naar die kin deren om, informeerde alleen van tijd tot tijd of ze mooi werden. En toen zij hoor de, dat ze frissche, knappe gezichtjes had pen, haalde zij ze op 14- en 16-jatigen leeftijd terug. Ounoodig te zuggen waarom en waar voor. Als de bestuurders van Zetten, tegen den wil van zulke schuldige cifers, trach ten een kiod te houden, te beschermen, dan zouden zij in aanraking komen met de justitie en de politie. Welk een schreiende toestand Mocht er ook bier te lande een wet tot stand komen, waarbij het verboden is, met kinderen te bedelen, kinderen te la ten bedelen, en kinderen met koopwaar te laten venten. Dan waren wij een «tapje verder Te DEVENTER wierp eenon- derwijzer, die zijn honorarium had ontvan gen en daarvan twee bank biljetten,ieder van f 40.-, in eet oude krant had opgeborgen, zonder dat hij daaraan dacht, toen hij te huis kwam de krant in de brandende ka chel. Toen hij de vlam zag, herinnerde hij zich zijn nonchalance; hij bluschte de vlam, maar te laat. De bankbiljetten wa ren reeds tot asch verteerd. Te ESSCHEN is een geval van mond- en klauwzeer geconstateerd bij eene koe, afkomstig uit Nederland (Zut- phen), In denzeltden trein bevonden zich nog 154 stuks vee, die alhoewel gezond, we gens dit enkele geval te Esschen niet moch ten doorgezonden worden en tot groot na deel der betrokken veehandelaars, gistet- avond alle naar Holland zijn teruggezon den. bracht, verheugde ik my reeds by voorbaat dat er wellicht iets van haar zou by zyo. Christina, gy kunt u dat niet begrijpen 1 Ik benijdde de ruimte, die u tot woonplaats strekte, ik was wangunstig op de schoenen, die uwo voeten mochten omsluiten en haat te de menschen die uw gelaat mochton aan schouwen 1* Zy had rustig naar hem zitten luisteren, het hoofd gebogen, als gebukt gaande ODder den last dezer liefde, de oogen op den grond gericht, deemoedig en zoader tegenstand luisterende naar zijne woorden, die telkens heftiger en hartstochtelijker wer den. Hy schilderde de immer en immer zwaar der wordende omstandigheden in het minis- sterie, de aftreding van den minister. „De opvolger kwam, en met hem werd alles veranderd, 't Was of hij al zijne onderge schikten in ijzeren boeien slaan wilde, en hun gedachten en wil aan da zijnen on dergeschikt wilde maken. Nu moest ook myue s dfstandigheidopgeofferd worden,myn mengeb- zyo moest eindigen, niets meer dan een werktuig zou ik mogeu zijn. Vroeger leefde ik met my zelf in onmin, doordat ik som mige mijner denkbeelden ontrouw geworden was; nu zou ik mij'.elf moeten verachten als een verrader. Iedere opwelling, iedere gedachte, elk gevoel moest worden verban nen, niets anders zou ik mogen zyn, dan een machine, die wordt opgewonden en die het geoorloofd is af te loopen. Wanneer ik u nog de myne had mogen noemen, had ik dat alles lichter kannen verdragen als ik jou heb myn engel, wat bekommer ik my dan om het overige? „Ik heb het u reeds meermalen gezegd, ik kau alles, ipaar alleen om uwentwille I My vernederen, my laten beschimpen en bespot ten, alles om jou te bezitten I* „Zeg zooiets toch niet!" riep zy. „Dedag moet eu zal komen, waarop gy u over mij zult beklagen, waarop gij bet oogenblik zult verwensehen, dat ik uw levenspad heb ge kruist, eu dat zou ik niet kunnen overleven. O God, gij weet niet hoe alles samenhangt, en ik, ik kan het n niet seggen 1" Zij be dekte haar gelaat met beide handen, als door schaamtegevoel overmand. Hij echter zeide zoo overtuigend mogelijk: „Ik weet uwe geheele geschiedenis en wanneer gij mij nog weinige woorden zeggen laat, zult gij ook eeD andere meening toe gedaan zijn. Mijn leven werd hoe langer hoe ondragelijker en weet ge boe het eind geweest zyn zou, als mijn oude minister," bij deze wooiden hief zij het hoofd op. „Ja luister, heden namiddag was hij by mij. Wanneer hij niet Te Rozendaal wordt dit vee op 'srijks- kosten door de heeren Montens en Van Driel, opnieuw gekeurd. Men meldt uit BELLING- WOLDE Een jong landeigenaar nit N. Schans, de heer F., dezer dagen daar eigenaar ge worden van een boerenplaats, reed verl.week 's avonds met een zware houtrracht door de kom van BelÜDgwolde. De paarden, schich tig geworden ycor een al te kort aan den weg staanden molen, sprengen zijwaarts, zoodat de geleider van den wagen viel en de volle vracht hem over borst en buik ging. Deerlijk verminkt werd hij opgenomen en in een nabijzijnde woning onder genees kundige behandeling gesteld. Na eenige uren reeds is hij btaweken. Van TERSCHELLIG wordt van 29 Maart gemeld: Heden werd in het Schnitegat door K. Krul gevonden en hier aangebracht een lijk vermoedelijk van een marinier. Het was in vergevorderden staat van ontbinding; had eene lengte van 1.40 meter, was gekleed in blauw laken jas, rest en broek. Jas en vest met ankerknoopen en gemerkt 383; had verder aan een gestreept bovenhemd, wit onderhemd en witte onderbroek. In de zak der broek bevond zich en knipmes en een zwarte stropdas. Verder had het aan witte katoenen sokken en zoo goed als nieuwe schoenen. In verscheidene gemeen ten in Friesland worden de lammeren in groote menigte opgekocht op levering als ze zes weken oud zijn. Er worden hooge prijzen voor besteed, tot t 7 per stuk. De hooge prijs is het gevolg van de algemee ne verwachting dat als de lammeren vol wassen zijn, ze voor Engeland «uilen worden opgekocht, waai het Friescheschapenvleesch gedurende het geheele jaar 1895 gretigen aftrek vond. In eene te LEMMER gehou den vergadering is definitief besloten tot oplichting van eene „Vereeniging van boe ren in Friesland." Het doel der vereeni- ging is, den toestand der boeren te ver beteren en in de eerste plaats aan te dringen op verlaging der pachtprijzen. gekomen was, wanner hy mij niet thuis ge- troffon had? O, Christien, daaraan moet ik niet denken! Maar bet noodlot had erbarmen met mij. Hij vond mij thuis en hij heelt mij al les meegedeeld. Ja, ja," vervolgde hij, toen hij haai vragenden blik op zich gevestigd zag. „Hij wist uwe geschiedenis, heel nauwkeu rig, wat er gebeurd was, Het was waarlijk geen gewone nieuwsgierigheid die hem had doen navorschen. En terwijl hij mij zijne be vindingen vertelde, heeft hij mijn tooru tegen u veranderd in bewondering en medelijden, ik bewonderde uw trots en moed, had mede lijden, omdat gy wildet boeten voor de zon den van anderen." Hij greep haar hand en bedekte die met kassen. „Gy onervaren we zen waarom is n zulk leed niet bespaard kunnen worden? Waarom hebt ge ellendeen jammer moeten lijden? Ea toch niets ten onnutte is dit alles geschied, want niet had u heerlijker en grootscher kannen doen schy- nea dan deze hai deliogen!" Rustig vertelde hij verder, dat zyn eerste gedachte, na bet vertrek van deu minister, geweest was, tot haar te snellen„Ik ben vau Neumaun uw tegenwoordige woonplaats te weten gekomen. Het was daar, de juf frouw is uitgegaan. Zij beeltden gauschen dag ziek te bed gelegen, is plotaeliog benedea gekomen en beeft gevraagd, hoe laat de Frankforter trein ging. Gij hadt er zoo ont steld en ontdaan uitgezien, dat een elk iu het pension er zioh over verwonderd heeft. In ieder geval kon ik u aan het Anhalter station vinden. Toen ik dat hoorde, maakte een vreeselijk schrikbeeld zich van mij meester. Ik sprong io het eerste het beste rijtuig en het overige weet ge. Ik ge loot, dat ik juist op den rechten tijd kwaml* Hij had de laatste woorden zacht uitge sproken. Vervolgens sloot hij haar in sijne armen en jubelde „Na zijt gij de mijne, de mijne voor eeuwig!" Op haar gelaat kampten zonneschijn en droefheid, om den voorrang. Wanneer dit alles eens vervuld kon worden I Ja, maar ook, het was slechts een droom. De oude gedachte kwam weder boven. Zij zeide tot hem„Gij moet in de hoogte en daarbij zou ik u hinderen l* Wie zou hem vergeven, dat bij een meisje van twijfelachtig gehalte gehuwd had. Zy wist genoeg van bet leven, had reeds te veel ondervonden, om daaro ver geen oordeel te kannen vellen. „Wat zou dat vooreen leven zijn, als ik wist, dat ik n hinderlijk zou zyn?" Alles zeide zij bem, alles wat zy in de laatste weken, tot zich zelf gezegd had, baar twyfel, haar leed, haar ellende, maar ook de slotsom van dat allea legde zij ham bloot. Maar hoe langer zij Ongepast. Naar men uit DEN HAAG aan De Zuidhollander mededeelt, bestaat de ver regaande ongepaste uitdrukking" ten op zichte van zijn meerdere in rang, waar voor aan een onderofficier van het regi ment grenadiers en jagets 4 dagen pro voost is opgelegd, in „het gebruiken van het persoonlijk voornaamwoordje „hij' in de klacht tegen den kapitein, en znlks in plaats van de verschuldigde titulatuur als ZWEdGestrl' In het jaar 1535, dus voor 360 jaar, werden er slechts vier soorten van rozen in onze tuinen gekweekt. La Quintinje/ chef—bloemist van Lodewijk IV, kweekte er reeds veertien. In 1820 waren er 140 verschillende soorten en hjrbriden bekend. Nu zijn er rozenkweekers die meer dan 5000 verscheidenheden in cul tuur hebben genomen en overdrijft men niet, wanneer man het aantal alleen in Europa gekweekte verscheidenheden op ruim 6000 schat. Semperv De overdracht van den ambtsketen. Eenige dagen geleden' zou in een groote, welvarende gemeente in de provin cie Zuid-Holland de nieuwe burgemee ster geïnstalleerd worden. Zooals gebrui kelijk is bij zulke officieele plechtigheden, zou de oudste wethouder den nieuwen bur gervader onder toepasselijke woorden „de teekenen der waarligheid" overhandigen. De wethouder was echter geen groot redenaar. Om nu eens kranig voor den dag te komen en zich niet te vergisseu, had hij de geheele speech in welsprekeude taal op papier gezet. Met krachtige stem las hij de schoone volzin nen voor, doch toen hij kwam aan de woorden „Mijnheer de burgemeester, het is mij als oudste wethouder een groot voorrecht u het teeken uwer waardigheid te mogen overhandigen", schoot hem blik semsnel de gedachtejdoor het hoofd, dat hij het teckeu van waardigheid den ambtske ten thuis had latea liggen. Toen zijn verzuim hem in zijn vollen omvang voor d n geest stond, werd hij zóó zenuwachtig, dat bij geheel en al van streek raakte en ouder het stamelen van sprak, des te helderder werden zijne trek ken en des te stralender zijne oogeu en toen het hem eindelijk gelakte baar te do9U zwij gen, riep hij uit: „O, wanneer alle menschen zulke enge g dachten hadden omtrent dergelijke meisjes als gij, moeteu wij dan niet trcts op ods zelf zijn, dat wjj niet zulke bekrompen i- deeëa hebben En acht ge mij dan zoo ge ring, dat gij gelooven kunt, dat ik voor dergelijke ellendige schepsels, de eenige die ik aanbid, van mij af zal stooten Neen Christina, ik heb u eens geschreven, dat ik door naast u te leveu, eiken dag beter en edeler worden zou. Dat ik mij gebeterd heb, daarvan heb ik reeds eeu bewijs g-geven. Eer ik bopen mocht, n weder in mijne ar men te drukken, heb ik een stap gedaan, die mij geheel vrij en zonder banden maakt. Let wel I Het was alles besloten, eer ik iets omtrent u vernomen had. Gisteren heb ik mijne betrekking verlaten. De betrekking, mjj door den amerikaaDSchen gezant aange boden, een hooge betrekking bij het minis terie van onderwijs, heb ik aangenomen. Het is een zwaar werk, wat mij daar opgedragen wordt. En nu myn lieve ChristieD, vraag ik je: „Zijt ge bereid, mij io de wijde wereld te volgen, in dat vreemde iaud Wilt gij mij bet grootste geluk verschaffeD, wat de wereld geven kau iemand, die naar de hoog te wil, en die weet dat hy wordt bemind Zeg, wilt ge dat Toen losten zich eindelijk twyfel en be denken op; als verrokt in hare zalige toe komstbeelden, sloeg zij hare armen om zijn hals en hare lippen juichten aan zijn oor: „Tot in den dood met ul" Hoe was toch die kleine kamer veranderd, toen zij daar laat in den nacht weder bin nentrad. Beneden klonken schreden, die zich verwyderden; hetzelfde licht dat baar straks zoo droevig en mat had toegeschreven, was haar nu een zonne. Nu scheen het haar toe, alsof ze straalde en elke straal een ge lukkig oogenblik uit haar toekomstig leven bescheen. Het armzalige, kale tapijt was in baar oog warm en wollig geworden. De klei ne harde sofa, noodigde nu tot droomen uit. Ook de spiegel was veranderd, het gaf nu geen treurig en benepen gelaat terug, neen daar stond nu eeu stralend jeudig beeld, met schitterende oogen en gloeiende wan gen en een liefelijken glimlach om de lip pen en dit mensch had geen lust meer in sterven, neen en duizendmaal neen, „loven leven met hem!" Twee maanden later, nog denzelfden dag, dat zij getrouwd waren, verlieten Ütreichan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 3