KRUIER in de te WINKEL. NELSON No. I zijn verkocht. I P.B. hij C. v. d. HOEK, g>i si ML llllt 1 UlUUllj PLAATSELIJK NIEUWS. Predikbeurten. Burgerlijke Stand. ADVEKTENT1EN. De oude graskaasjes GEVRAAGD SPOORWEG van bij Jb. Bruin, Sint Maarten. D. v. d. Stok. De Noord-Hollandsche Vereeniging, TE KOOP A. HOUTK00PER, te Haringhuizen, Zondag, 7 April 1895. A. VAN TWUIJVER, NOORD, SCHAGEN. KUNSTTANDEN 3 m cc Een avontuur. Marktberichten. 19. in de Herv. Kerk alhier, Gemeente Schagen. AXTJK FitAYCIS, jij A. de Waard A Brocrsma, De BURGEMEESTER der ge meente Nieuwe \iedorp, maakt bekend, dat de stukken bedoeld bij" art. 6 en ter voldoening aan art. 7 der wet van 28 Augustus 1851 (Staats blad No. 125) betreffende den goed kunnende melken, voor zooveel die in de gemeente Nieuwe Niedorp zal zijn gelegen, ter Secretarie dier gemeente ter inzage van een ieder zullen worden neder- gelegd van Zaterdag 6 April tot en met Woensdag 8 Mei 1895, en dat belanghebbenden binnen dien ter mijn hunne bezwaren mondeling of schriftelijk moeten opgeven aan het collegie van Burgemeester en Wet houders. Nieuwe Niedorp, 2 April 1895. De Burgemeester voornoemd, van HANDELAARS, Machines, Ij e il e n. Alkmaar M. MEYER Zoon (Langestraat). Barsingerhorn J. H. HAGEMANN. Dirkshorn J. H. D, STöVE. HelderMEYER HABER- MANN (Kanaalweg). Hoogwoud C, HABERMANN. OudkarspelII. STöVE. Schagen F. B. H. SCHENE. J. B. SCHENE. SchagerbrugH. STöVE. VenhuizenGebr.FRESE. WarmenhuizenA. SöTEMANN. WinkelG. R. A. MEYER. als twee TILBURY'S, twee SPEEL- of KAASWAGENS, twee BOEREN WAGENS, twee BAK WAGENS, een DRIEWIELDE KAR met GIER- BAK, en één nieuwe lage GIERKAR. Te zien en te bevrageu bij Rijtuigmaker te 1NIEDORP. a f 0.50, de 11 f 5.— verkrijgbaar bij; r. goa S S B Maar na was in 't volgend oogenblik mevrouw naast haar en legde een hand op haar schouder. „Dus, als niemand je helpt, om er fatsoenlijk te komen, dan moet je op... op..,„ rJa, dan moet ik er op een andere manier zien te komen. Mijn kind en ik moeten toch leven O, mevrouw, u zon er zoo'n goede daad mee doen Ik ben hensch niet slecht, en nog zoo jong. is natuurlijk nooit in verzoeking geweest, en dan is het gemakkelijk, een ander te... „Wie uwer zonder zonden is, klonk het heel zacht in Mevrouw's binnenste. Daar stond ze opeens precies voor een zelfde geval als die dominé op den preek stoel had behandeld, en waarvan zij ge meend had, dat het in het dagelijksch le ven bijna nooit voorkwam, 't Werd haar nu plotseling duidelijk, dat, zoo ze aan dit menschenkind de reddende hand reikte, ze misschien kans had twee menschenle- vens te redden. Maar als zij zich in Fari- zeeschen trots van het misleide meisje af wendde, zon dit bijna zeker den breeden weg, die ten verderve leidt, opgaan. Als zij, de beschaafde, ontwikkelde, ernstige en goedwillende vrouw zich hier niet ontferm de, wat waarborg was er dan, dat een an der het wel zon doen? En dan nog, welk recht had zij, die nog nooit in verzoeking gebracht was, een ander te veroordeelen, die voor de verleiding was bezweken Angstig wachtte de jonge moeder haar vonnis at. Maar eiudelijk? Zoo iets van een juichkreet kwam over haar Üppen, toen mevrouw welwillend besloot: „Kom mor gen maar hier; ik zal je helpen. We moe ten samen maar zien, je jongen groot en goed te krijgen 1* C. G. U.S. Nieuw Zeven. Het was reeds laat. Yoor menschen, die er van honden 's nachts op straat te zijn, was het nog vroeg genoeg, maar voor solide lui, waaronder men toch de gehuwden rekenen moet, was het reeds zeer laat, want het was bijna een nnr. Eu de volgende regelen handelen over een gelukkig gehuwde. Daar Ottokar Amberger het zelf ook reeds laat scheen te vinden, verhaastte hij zijne schreden om de tram te bereiken, die hem natr buis zou voeren. Maar in de verste verte was er nog geen tram te zien of te hooren. Een oogenblik stond hij stil en dacht of hij niet beter zou doen, dien koetsier daar aan te roepen; maar zijn beter ik triompheerde, zijn ik namelijk, dat vrouw Charlotte in de tien jaren van hun hu welijk een beetje gefatsoeneerd had en spaarzaamheid had geleerd. En hij werd beloond. Hij bemerkte ein delijk achter in de straat een licht, dat hoe langer hoe nader kwam en eindelijk het licht van een tram bleek te zijn. Hij kende dit licht. Het was de tram van 't Alexanderplein Schöneberg, en wel de laatate, die vandaag zou rijden. Vijf minuten later zit Ottokar Amberger in een hoek,dicht bij de deur. liet eentonig gerommel der wielen, het not» eentoniger gerinkel der ruiten en de doffe stem van den koetsier hebben op allen een slaperige uitwerking. Onwillekeurig geeft de reizi ger zich aan zijne gedachten over. Het is geen bijzonder mooie man, maar ook geen leelijke. Hij is niet jong en niet oud, maar op bet oogenblik alleen moede. Sedert mevrouw Charlotte, nu veertien dagen geleden, naar eene Vadplaars reisde, sedert dien dag geniet Ottokar Amberger de aangedame zijde van een onbestorven weduwnaarschap. Ook vanavond heeft hij weder de betoo- vering ondervonden van die heerlijke ver veling, die alleen veor zulk soort weduw naars in reserve schijnt gehouden te wor den. Hij ging naar de schanwburg, speelde toen een spelletje en troostte zich ten slot te over het verlies van tamelijk veel par tijtjes mei tien glazen bier. Langzaam en zacht vallen zijne oogleden toe Hij maakt het zich zeer behagelijk. Het schijnt hem toe, dat het onbestorven we duwnaarschap, versierd met het onbeknib- beld gebruik van den buissleutel en ont daan van de eeuwige bedsermoenen, het eenige menschwaardige bestaan is, en bij noemt zich gelukkig, dat Charlotte het verblijf in de badplaats zoo goed bevalt. Plotseling zucht hij zwaar. Er vloog hem iets door het hoofd, een onvervulde wensch, die nog aan zijn gelnk ontbreekt. Want het leed geen twijfel, er was in deze ongebonden weduwnaarsdagen veel, wat behalve het kaartspel, begeerenswaard was. Zoo waren er bijvoorbeeld smalle, in een vriendelijk discreet schemerlicht ge hulde paden, die zijstraten van de groote straten vormden, enz. enz. Maar voor Ottokar Amberger had tot dusverre zoo'n weg niet bestaan. Misschien hadden zijne oogen, nog verblind door den glans van die zijner Charlotte, den weg wijzer niet gezien. In de club vzn dezen zomer wisten zulke weduwnaars als hij wonderlijke zaken over hunne avonturen e vertellen. Hij was er wel is waar van overtuigd, dat hier en daar de phantasie van den verteller hem te hulp kwam, maar hijzelf had bij zulke gelegenheden nooit iets te vertellen gehad en in het twrborende gevoel van een volkomen schuldeloosheid, al die vertellingen van die snderen moeten aanhooren. 'e* geringste verzoeking was hem o dusverre in den weg getredeD, niet de l-lnste. En al had hij er ook op ge- "oren, dat zijn deugd eiken aanval zou hebben getrotseerd, dan zou hij het lot toch zeer dankbaar voor zulk eene verzoe king geweest zijn. Eensklaps schrikt hij op. Een uitstap pend passagier, die hem voorkomend op den voet heeft getrapt, heeft hem in de werkelijkheid teruggeroepen. Ottokar Am berger'! mond mompelde eene verwenschiDg en zijne blikken glijden door de wagen. Hierin bevinden zich nog slechts twee per sonen. Daar achter in den hoek eene onde, cor pulente dame met zwarte handschoenen en een vreeselijken hoed en tegenover hem in den anderen hoek... Heb ik van mijn leven, wat een gezicht Hij staart door zijn gouden bril naar de interressante verschijning, die bij vroe ger niet bemerkt heett en die nu op eens als getooverd daar voor hem zit. Een klassiek profiel, zachte, ronde lijnen en twee groot -, bruine oogen. Daarbij een even eenvoudig als smaakvol toilet. Niets overladen, niets gema-.kt. Eene voorname doch eenvoudige vrouw. En hoe langer Oltekar Amberger baar aanziet, des te meer honden zijne geda chten zich met haar b.zig. Wie mag zij wel zijn Midden in den nachten zonder gezelschap. Ah, nu gaat zij eveneens aan de ande re zijde zitten. Waarachtig, uit deze oogen blinkt een vuur, dat zelfs de beste voor nemens van den dengdzaamsten onbestorven weduwnaar zon kunnen verteren. Ottokar Amberger's hart slaat sneller. Eene merkwaardige onrnst maakt zich van hem meester. Aanspreken of niet aanspre ken, dat is hier de qaaestie. Nog een korte aarzeling, toen een soort phantasmagorie, die hem als eene schaduw den dreigend opgeheven vinger van eene bekende hand toont en ten slotte een be- slnit waarvan zijn betere genins zich teer gevoelig afwendt. „Een prachtige avond vanavond," zeide hij plotseling met een weinig heesche stem. De dame tegenover hem ziet hem aan, met verwonderde oogen, ten weinig lachend en knikt, zij knikt echter slechts uit be leefdheid. Ottokar Amberger leunt, een weinig te leurgesteld, weder in zijn hoek. Zij had toch tenminste kunnen antwoorden. In de behandeling van zoodanige problemen is hij echter geen meester. Toen, geheel in het voorbijgaan, treft hem een tweede blik van haar. Zijne on rast wordt grooter en zenuwachtig zoekt hij naar het volgende besluit. Onophoude lijk rolt de tram verder, Huizen, hoo rnen en flikkerende vlammen vliegen langs de ramen nog enkele minuten en dau zullen zij bij de Postdammerbrug zijn. Ottokar Amberger is het echter nog steeds niet met zichzelf eens. Daar hij wilde juist aan zijn onbe storven weduwnaarschap gaan twijfelen komt hem het toeval te hulp. Het toeval, deze grootste en beste bemiddelaar van de wereld. Aan de voeten van zij t e lieve vis-h-vis namelijk ontdekt hij iets wits. Hij raapt het op en reikt het haar met eene beleefde buigiug over. „Neemt u me niet kwalijk, is dat mis schien uw kaartje Hare oogen hebben eene schelmachtige uitdrukking en zij lacht verleidelijk. „Ik dank n, mijnheer, maar het is mijn kaartje niet." Goddank de ban is gebroken. Nu moeten er andere middelen gebruikt worden. Ottokar Amberger heeft vau avond ge luk. Bij de Potsdam merbrug, stapt de oude corpulente dame met de zwarte handschoenen en den grooten boed uit. Nu is hij alleen met haar. En nu out. wikkelt hij in de kunst van gesprek voe ren een meesterschap, waarvan mevrouw Charlotte nooit gedroomd heeft. W«1 is waar rust de geheele conversa tie alleen op hem, want de mooie onbe kende betaalt slechts met de gewoonste munt, met ja of neen. Maar dat zet hem juist aan, deze terug houding voor hem door de betoovering zij ner woorden te verdrijven. Zoo goed als vandaag heeft hij nog nooit gesprotten. En terwijl hare oogen aan zijne lippen han gen, vertelt bij haar van zijne reizen en van de amusementen van het wintersei zoen, hij laat de concerten de revue pas- seeren en komt van het corps de ballet op de tentoonstelling kortom, hij schijnt onuitputtelijk. Slechts een ding zou hem kunnen ge hinderd hebben. Buiten tegen de deur leuot de massive gestalte van den koetsier en ziet hen bei den met een kalmen en koelbloedigen blik aan. Maar Ottokar Amberger is niet de man, om zich in zijn geluk door een koetsier te laten storen, hij cijfert hem weg en wijdt zich met duöbelen ijver aan zijn mooi doel. En verder rijdt de tram. Zij zijn reeds bij de Diergaarde. Over korten tijd zal men aan de halte zijn, waar de jonge dame, zooals Ottokar Amberger zooeven door een allerliefst ja vernomen heeff, zal uitstappen. Natuurlijk is het dan zijn ridderplicht, haar in die donkere, afgelegen straten niet alleen te laten, maar haar zijn bescher ming aan te bieden. Dat is zoo iets na tuurlijks, dat hij er zich over verwonderen zou, als bet anders was. En in den geest verrijst zijn vriendenkringen ziet hij zich zelf het woord nemen eu eene geschiedenis vertellen, die allen vol nijd aanhooren. Krak de tram staat stil. „Uitstappen,* roept de koetsier. Men staat op en Ottokar Amberger wil juist haar gezelschap aanbieden, als hem iets te binnen schiet. Hij heeft door zijn gesprek heelemaal vergeten een nieuw kaartje te koopen. Het zijne was aan de Potsdammerbrog afgeloo- pen. Snel haalt hij zijne portemonuaie voor den dag en wendt zich tot den koetsier. „Ik Den u nog vijftien pfenning schuldig. „Liat dat maar," antwoordde deze, „het geld schenk ik u.« Ottokar Amberger vertrouwt zijne ooren niet. „Wat zegt u?" „Dat geld schenk ik n!' „Gij,... schenkt.... mij.... en mag ik vragen waarom „Omdat gij...." antwoordt de koetsier terwijl een vriendelijk lachje om zijn lip pen speelt, „omdat gij... mijne vroow zoo aangenaam hebt beziggehouden. Achter zich verneemt de ongelukkige onbestorven weduwnaar het rnischen van een vrouwengewaad en een zilverhslder lachen. Zoo uit zijn humeur als vandaag was hij nog nooit thnis gekomen. Vroeg opstaan. Geen spreekwoord doet volgens het Bri- tisch Medical Journal bij de tegenwoordi ge levensomstandigheden in steden meer kwaad dar> dat, waarin vroeg opstaan wordt aanbevolen. Dat mag goed zijn geweest toen de meeste menschen op het land woonden,maar misschien maakte onzen voor ouders slechts van den nood een dengd. Men beweert dat het zeer goed is, de schoon heden van den zonsopgang te gaan bewon deren; dat wij het voorbeeld moeten vol gen van de vogelen des hemels en de die ren des velds, enz* Maar de wetenschap, voor zoover zij hierbij te pas komt, is vol gens het genoemde geneeskundig weekblad tegen vroeg opstaan. Proeven schijnen te bewijzen, dat de mensch niet het best en het vlugst werk in de vroege morgenuren, maar integendeel omstreeks den middag. De lust om vroeg op te staaD, behalve bij hen, die van jongsaf gewend zijn aan be weging in de open lucht, is doorgaans een teeken niet van kracht, maar van hoogen leeftijd. De zser bejaarden slapen dikwijls veel, maar zij slapen niet lang. Wie lang en vast wil slapen, moet een door en door veerkrachtig bloedvatenstel sel bezitten. Dit heeft men alleen in de jeugd. De stijvere bloedvaten van oudere menschen staan minder goed onder con trole van het zenuwstelsel. Vandaar een kortere slaap. Vandaar dat een vader, die om elf uur naar bed gaat, soms s' morgens om vijf of zes uur al bij de hand is en zijn zoon, die die tot acht uur „erin* blijft, voor luiaard uitmaakt. Even onzinnig als het rijmpje dat ge- zoudheid, rijkdom en wijsheid toeschrijft aan vroegopstaan, is het te zeggen, dat een man zes uur, een vrouw zeven, een kind acht our slaap noodig heeft. Men is tegenwoordig geneigd, den nacht onmatig te bekorten. Jongelieden die om negen nnr weder op kantoor moeten zijn, ziet men tot twaalf uur en later op straat en elders. Max Nordau heeft volgens hst Br. M. J. zeer juist gezegd, dat de stadsbewoner van dit laatste 10- tal ja ren der 19de eeuw lijdt aan zeuuwvermoei- enis, en de verkeerde gewoonte heeft, om ook zijn uitspanningen niet te maken tot een middel van herstel, maar nog erger uitputting. Indien onze voorvaders vroeg opstonden, zij gingen ook vroeg naar bed. Het zon voor het opkomend geslacht goed zijn, indien het ook aan dat laatste meer aandacht wijdde. l£oor*f», SOMAART. 1895.Aangevoerd; 10.50 11.— 18.— 16.— 13.— 7 H. L. Tarwe 4.75 10 Garat 3.50 a Haver 2.75 a Witte Erwten Groene dito Grauwe dito Vale dito Brnine boonen Geleboonen Witteboonen Paardenb. Mosterdzaad Karwei zaad 2 Paarden 36 Koeien 146 Kalveren 162 Schapen 35 Varkens 110 Biggen Zeugen Kip-Eieren per 100 2.50 a 2500 koppen boter 50 a 52' cents per kop, Alkmaar, 30 MAART 1895. Aangeroerd: a a a a a a a 4.— a 16.— 5.25 12.— 15.75 75.— f110.— 7.— 18.— 10.— 6,50 4,- 3,50 12,- 14,- 22,— 20,- 18,- 6,- 15,50 16,25 150, 220. 17.— 26,— 18.— 7,- Schagen, 3 April 1895. Naar w ij vernemen zal de Schager-Rederijkerskamer den tweede Paaschdag eene openbare uitvoe ring geven in het lokaal van den heer J. Sw art hof te Sint-Maartensbrug. De heer Ih. Roeponderwijzer aan de „Huisvlijtschool* alhier, is voor de Nijverheidstentoonstelling te Alkmaar in de afdeeling „kerfsnijden" benoemd lot Jurylid. De Godsdienstoefeningen beginnen met 7 April wederom ten half tien ure. Zondag 7 April Ds. 8. Miedema. .f' v. m. Ds.A. W. v. Kluijve. (Bevestiging der nieu- Vrjjdag,12Apr.^ we Lidmaten.) 's av. Ds. A. W.v, Kluijve. O 05 (Avondmaal.) Zondag, 14 April Geen dienst. Maandag,15 Ds. A. W. v. Kluijve. (2de Paaschdag Zondag, 21 April Ds. A. W. v. Kluijve. 28 April Ds. A. W. v. Kluijve. Zondag, 5 Mei Ds. A. W. v. Kluijve. 12 Ds. A. W. v. Kluijve. 19 Geen dienBt. 23 Ds. A. W. v. Kluijve. Hemelvaartsdag 26 Ds. A. W. v. Kluijve. Ingeschreven vaD30Maart 2 April 1895, Geboren Ondertrouwd, en Getrouwd Geene. Overleden: Antje Dekker, oud 78 jaren en 5 maanden, wed. van Hendrik Koster. 7 Paarden 30 Koeien 168 nucht. kalveren 353 magere Schapen 101 magere Varkens 308 Biggen 6 Bokken en Geiten 4 Kleine Bokjes Boter perP. Kipeieren per 100 Eenden dito 3.— a 50.— a 80.— a 5.a 10.- a 10.— a 5.— a 2.— a 0,25 250,- 190,- 15,— 25,- 16 7,50 8,— a 0.30 —.50 a -,55 2.50 a 3,— per 100. Alkmaar, 1 April. 1895. Aangeroerd: 140.- a 180. 40.a 95.- -.75 a 5.— a 0.31 a 12.- a —.85 15.- 0^37 15.- 7 Koeien 101 vette Kalveren (per kilo 121 Nuchtere Kalveren magere schapen 184 vette Varken» per P.„ 38 magere dito Partneren d, 3 APRIL 1895. Aangeroerd 70 stapels Kaas. Hoogste prijs kleine kaas 20.a f 29.50 Middelbare 1636 K.G. Boter f 0.95 a 1.05 per K.G. 290 Runderen por Kilo f —.56 a f —.68, Melkkoeien prijs bondend. Ilandjl matig. Stieren. 23 Paarden. 182 Vette Kalveren, per Kilo f .60 a 0.80 handel vlug. 508 Nuchtere idem, per stuk f 5.h 16.— handel matig 207 Varkens per Kilo f .30 a .36 handel matig. 121 Magere, idem, per stnk f 12.a 20. handel stag. 274 Biggen, per stuk f 4.—af 7.— handel stag. 1669 Schapen, prijshoudend, handel stng. Kipeieren, per 100 st. f 3.a 3.25 Kievietseieren, 23 h 25 per stak EDAM 30 Muart Aangevoerd 4 stapels wegende 759 kilo; prijs f27. Tot diepe droefheid van mij, mij ne Kinderen, Behuwd- en Kleinkinderen, overleed heden plotseling mijne geliefde echtgenoote, in den ouderdom van 60 jaren. Uit aller naam, H. KOOIJ. DIRKSHORN, 2 APRIL, 1895. Den 7 den April a. s. hopen onze geliefde Ouders en hunne 85 jarige Echt ver- li eeniging in stilte te herdenken. Hunne dankbare kinderen. Uit aller naam jjjj O. DE WAARD Az. jjjj Barsingerhorn, 4 April 1895. jjj) Voor de vele blijken van belangstelling en deelneming, ondervonden tijdens de ziekte en bij het overlijden van mijnen geliefden Echtgenoot, D. MAREES, be tuigt ondergeteekende, ook namens de Familie hartelijken dank, in zonderheid aan den Wi-lEd. Zeergel. Heer Dr. A. Melchior, alsmede aan de Liefdezuster, Mej C. J. van der Burg, en vooral aan Buren en Kennissen, voor hunnen liefderijken bijstand en hulp Wed. D. MAREES-Jimmink. S c h a g e n, 3 April '95. beveelt beleefd hare onovertrefbare tegen uiterst billijke prijzen aan. En gros en Détail, Naalden, Olie, enz. Stlaicr Loten, k f l.SO peMand, met goud t M,50, worden geplaatst door COHEN en BUS- SINGER. TANDARTS (Nieuwe Wet). Singel 474 b/h Koningsplein Amsterdam Tandheelkundige operstiën pynloos. Consult Dagelijks. Wederom staat aldaar ter dekking beschikbaar1, de hengst N. P.-Stamboek, tegen een Dekgeld van f ÏOa contant. Bij niet drachtig zijn der Merrie, kan 5.hiervan worden teruggevorderd. M O W •cc 5- tc O .-rita a o ai S PH «a e-1 ■«J 0 oo CE --aps J a'^S M h ua

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 5